Estafette - Tekstboek E5A

Page 1

E 5 tekstboek – dieren

A


Een wasbeer als knuffeldier Mag je een eekhoorn nemen als huisdier? Of een schattige wasbeer? In het huisdierbeleid van de regering staan regels over welke dieren je als huisdier mag houden (en welke dieren niet). Vandaag ga ik op stap met Dirk Visser van een centrum voor de opvang van wilde dieren. Hij zal mij laten zien waarom het houden van een wasbeer verboden is. Dirk neemt mij mee in zijn bestelbusje. ‘We gaan een wasbeer ophalen,’ vertelt hij. ‘Iemand heeft het dier op internet gekocht. Eerst was zij er dolgelukkig mee. Maar na twee jaar is er weinig van dat geluk over. En dan worden wij ingeschakeld. We komen in actie bij meldingen van verwaarlozing of mishandeling. Of als mensen zich geen raad meer weten met hun dier.’ We zitten rustig te praten, als Dirk plotseling op de rem trapt. Een verhuiswagen blokkeert de weg en een bestuurder die nu moet wachten, staat met gebalde vuisten te schreeuwen.

14

‘Sommige mensen zijn net wilde dieren,’ zegt Dirk. ‘Ze kunnen zomaar ineens agressief worden.’ Nadat we een paar straten hebben omgereden, komen we bij het adres van de vrouw met de wasbeer. De vrouw brengt ons naar een hok in de tuin, waar de wasbeer opgesloten zit. ‘Ik heb het dier zelf grootgebracht,’ vertelt ze. ‘Eerst was het een lief dier, maar toen hij volwassen werd, is zijn karakter omgeslagen. Nu bijt hij mij en ik ben bang dat hij mijn dochtertje ernstig zal verwonden.’


LES 7 – 8

‘Het is ook onverantwoordelijk om een wasbeer alleen te laten met een kind,’ zegt Dirk. ‘Dat is vragen om problemen.’ De vrouw knikt: ‘Ik weet niet meer wat ik moet doen,’ zegt ze. ‘Ik durf het hok amper open te maken om het te verschonen.’ ‘De agressie van een wild dier kun je niet veranderen,’ zegt Dirk. ‘Die wasbeer moet hier weg; dat is onvermijdelijk.’ Zelfverzekerd stapt Dirk het hok binnen; met dikke handschoenen aan vangt hij de wasbeer. Daarna stopt hij hem in een reiskooi en zet hem in het busje.

‘De agressie van een wild dier kun je niet veranderen.’

van de honden, zoals de wolf en de vos,’ zegt Dirk. ‘Maar een wasbeer is eigenlijk een kleine beer.’ ‘Ongelooflijk!’ zeg ik. ‘Die mensen hadden dus gewoon een beer in huis!’

‘Die mensen hadden dus gewoon een beer in huis!’ Een week later bezoek ik nogmaals het centrum om te kijken hoe het met de wasbeer gaat. Volgens de dierenverzorgers gaat het goed met hem in zijn nieuwe omgeving. Met een gerust hart ga ik weer naar huis.

Op de terugweg vertelt Dirk over andere dieren die in de opvang verzorgd worden. Er zijn apen, eekhoorns, stinkdieren en wasbeerhonden. ‘Wat is eigenlijk het verschil tussen een wasbeer en een wasbeerhond?’ vraag ik. ‘Een wasbeerhond hoort bij de familie

15


Dierenmoppen Regen

Vakantieadres Een olifant en een muis gaan samen op vakantie. In het hotel zegt de olifant: ‘Ik ben mijn pyjamabroek vergeten!’ Zegt de muis: ‘Geeft niet, ik heb er twee bij me. Je mag er één van mij lenen.’

Twee goudvissen zwemmen in een vissenkom. Buiten regent het al de hele dag. Zegt de ene goudvis tegen de andere: ‘Gelukkig zitten wij lekker binnen!’

Toneelrepetitie Een olifant doet mee aan de repetitie van een toneelstuk. Wat denk je? Toneel stuk!

Skivakantie Een ijsbeer strompelt in skikleding de sportwinkel binnen. ‘Heeft u voor mij een rode muts en sjaal voor het skikampioenschap?’ vraagt de ijsbeer. ‘Maar een ijsbeer heeft het toch nooit koud?’ zegt de verkoper. ‘Ik heb het ook niet koud,’ zegt de ijsbeer. ‘Maar iedereen skiet tegen mij aan!’

18


LES 11 – 12

Tandenborstel Een egel staat bij de kassa van een drogist. Hij wil een tandenborstel kopen. ‘Wilt u er ook tandpasta bij?’ vraagt de verkoper. De egel kijkt hem verbaasd aan. ‘Waarom heb ik tandpasta nodig bij een knuffel?’

Touwtjespringen De ezel en de pony Een pony en een ezel doen een oefenwedstrijd voor het wereldkampioenschap voetballen. Wanneer de pony tegen de bal wil trappen, raakt hij bijna het hoofd van de ezel. ‘Kijk uit, ezel!’ roept de ezel. ‘Je schopt me bijna een hersenschudding.’ ‘Je bent zelf een ezel!’ roept de pony.

Een kikker is aan het springen. Een andere kikker komt naast hem staan en springt zomaar wat op en neer. ‘Wat doe je?’ vraagt de eerste kikker. ‘Ik ben aan het touwtjespringen,’ zegt de tweede kikker. ‘Maar ik zie helemaal geen touw!’ ‘Dat klopt. Mijn springtouw is heel modern: het is draadloos.’

Hoeveel eieren? Muggen Twee muggen dansen rond de vlam van een kaarsje. ‘Ik dans veel mooier dan jij,’ zegt de ene mug. ‘Ach, ik heb weer een ander talent. Ik kan heel goed zingen,’ zegt de andere mug. Op dat moment vliegt een vleermuis voorbij. ‘Laat ik net toevallig op talentenjacht zijn,’ lacht hij.

Een mannetjesdinosaurus wil zijn vrouwtje leren tellen. ‘Stel ik leg hier op de grond een dinosaurusei,’ zegt het mannetje. ‘En ik leg er nog één bij, hoeveel eieren zijn er dan?’ ‘Nul,’ zegt het vrouwtje, ‘want jij kunt helemaal geen eieren leggen!’

19


Arme Boef Zondag 18 mei Gisteren gingen we picknicken in het park. Mijn vader had lekkere broodjes (met kip en mayonaise!) en salades gemaakt. Toen we bijna klaar waren met eten, kwam er een hond naar ons toe. Mijn moeder vond het een vies dier, want zijn vacht zat vol met klitten. Maar ik vond hem lief. Misschien was hij zo vies, omdat hij geen baasje had? Als toetje nam ik nog een croissant, die ik wel lopend kon opeten, en ging met de hond spelen. Ik nam de hond mee naar een circuit waar sporters oefeningen doen. Daar liet ik hem over een balkje springen. Ik gooide een stok weg en hij bracht hem terug. Het was net alsof ik zijn baasje was. Ik noemde hem Boef, want hij was best ondeugend. Daarna gebeurde het. Door het park loopt een fietspad van glad asfalt. Er was een jongen met een op afstand bestuurbare auto aan het spelen. Hij deed net alsof het fietspad het circuit van Zandvoort was! Boef blafte tegen de auto en rende er toen achteraan. Ik riep hem terug, maar net op dat moment kwam er een wielrenster voorbij. Ze reed hard en kon nog net op tijd uitwijken voor het kleine autootje.

22


LES 15 – 16

Toen sprong Boef ineens voor haar wielen! De wielrenster vloog over de kop. Blijkbaar is ze een expert in dit soort stunts, want ze kwam zonder problemen weer overeind. Mijn hart bonkte in mijn keel toen ik zag dat Boef op de grond bleef liggen. EĂŠn poot zag er raar uit ... Mijn moeder belde meteen de dierenambulance. Ik wist niet dat er een ambulance voor dieren bestaat, maar dat is dus wel zo. Ik ging naast Boef zitten. Omdat hij zo zielig op het asfalt lag, legde ik mijn jas onder zijn kop. Ongeduldig wachtte ik tot ik het signaal van de ambulance hoorde. Maar ze kwamen zonder zwaailicht en sirene aanrijden. Mijn moeder vertelde dat de dierenambulance wel een sirene heeft, maar die niet mag gebruiken. Dat vind ik raar, want het is voor dieren toch ook belangrijk dat ze op tijd geholpen worden? Voorzichtig werd de hond in de wagen getild. Ik kreeg een telefoonnummer van de dierenarts. Morgen mag ik bellen hoe het met hem gaat. De medewerker dacht dat het wel weer goed zou komen. We hebben iedereen in het park gevraagd of het hun hond was, maar niemand kende Boef. Stiekem hoop ik dat zijn baasje niet gevonden wordt, dan mag ik hem misschien houden! Jasper 23


Dierenversjes Walvis Een kleine walvis was het zwemmen zat. Hij klom op de rug van zijn vader. Die spoot hem kletsnat. Zo kreeg hij een douche. Haha. Wat heerlijk was dat!

Chimpansee Een domme chimpansee viel uit een hoge boom loodrecht naar beneden. Au! Hij had pijn aan zijn bips en zijn been moest in het gips. Had ik maar een parachute, dacht de aap ontevreden.

26

Giraf Een verwende giraf at geen blaadjes en geen gras. Hij zei: ‘Ik wil geen salade.’ Wat lustte hij dan? Alleen chocolade! Is dat niet maf?


LES 19 – 20

Monniksgier Een luie monniksgier had geen zin om te vliegen, dus hij stapte met zijn bagage in een trein. Hij dacht: het is eigenlijk veel beter om een passagier te zijn.

De ekster en de slak Een slak vond zijn huisje te klein. Een groter huis, dat leek hem fijn. Misschien iets met meer etages? Een gemene ekster hoorde zijn wens en vroeg: ‘Kom je bij mij logeren? Ik heb een nest hoog in de boom.’ Dat wilde de slak wel proberen. De tocht kostte hem veel energie. Pas na uren bereikte hij de top. Toen kon hij eindelijk rusten. De ekster kuste de slak welterusten en daarna … at hij hem op.

Spin Een dakloze spin kroop heel stiekem een politiebureau in. ‘Wat moet dat?’ vroeg de rechercheur. ‘Ben jij bezig met spionage?’ Hij pakte de spin en liep naar de deur. Ha, dacht de spin. Ik sta onder arrest. Ik mag een nacht in de cel. Dat bevalt mij best. Maar, o nee, o nee … even later lag hij in de wc.

27



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.