![](https://assets.isu.pub/document-structure/220204094808-f2807a4265713c4f743a669726602bad/v1/0cd0e551f17528473f58435ffff676ee.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
1 minute read
Finn en Kars zingen in een koor. koor
Organisatie
Alle vogels vliegen Dobbelen Estafette Ren je rot! 5 min 5 min 10 min 5 min
spelling
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220204094808-f2807a4265713c4f743a669726602bad/v1/f136915c3f3d36b7352d2fc705564b46.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
grammatica ESTAFETTE
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220204094808-f2807a4265713c4f743a669726602bad/v1/9ad1da365a53aa0d2cfc722ba30367db.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Doelen: Nodig: • voldoende ruimte: plein of gymzaal • pen en schrijfblad (per team) • digibord Tijd: 10 minuten
➊ Verdeel de klas in vier of vijf teams. ➋ Zet per team aan één kant van de ruimte een tafel of kruk met daarop een leeg schrijfblad klaar. De teams staan aan de andere kant. Ga met je team in een rij staan. Geef de voorste leerling van ieder team een pen, dit is het estafettestokje. ➌ Noem telkens een spellingcategorie. Loop om de beurt naar de tafel en schrijf een woord uit deze spellingcategorie op. Je mag met je team overleggen voordat je loopt. Ben je klaar, loop dan weer terug en geef de pen aan de volgende. ➍ De laatste leerling die loopt, neemt het schrijfblad mee terug. ➎ Kijk kort klassikaal na. Noem de categorie en laat elk team het opgeschreven woord noemen. Schrijf het woord op het digibord en laat nakijken. Welk team had de meeste woorden goed (goed gespeld woord uit de goede categorie)?
REN JE ROT
Doel: • Ik kan klinkers in woorden herkennen en benoemen. (les 1) Nodig: • voldoende ruimte: plein of gymzaal • printbladen • wisbordje en stift (per leerling) Tijd: 5 minuten
➊ Hang op drie plekken in de ruimte een goed leesbaar vel papier met korte klank/lange klank/ tweetekenklank. Gebruik hiervoor de printbladen. ➋ Maak tweetallen. ➌ Noem voor elk tweetal een woord met een korte klank, lange klank of tweetekenklank (houd het tempo erin): Ik noem een woord. Bedenk samen welke klinker je hoort. Is het een korte klank, lange klank of tweetekenklank? Schrijf de klinker op je wisbordje en ren naar het juiste vel papier.
Voorbeelden woorden: gras, graag, broek, stuur, krom, trui, feest, jeuk, pluk, snoep, grot, kroon, lamp, kaars, rook, vlieg, spel, fruit. ➍ Controleer aan het eind of alle tweetallen bij het juiste vel papier staan door ze hun klinker te laten zeggen.