1 minute read

4. Wij gaan te voet

Next Article
2. Naar de winkel

2. Naar de winkel

‘Papa!’ roept Tes. Het busje rijdt de bocht om. Tes moet huilen. Daan legt zijn hand op haar schouder. ‘Niet huilen, Tes,’ zegt hij. ‘Papa wil ons gewoon bang maken. Hij staat hier zo weer.’ ‘Denk je?’ snikt Tes. ‘Ja,’ zegt Daan. Hij kijkt heel stoer. ‘Je kent papa toch? Hij wil ons een lesje leren. Maar dan kent hij ons nog niet. Want straks staan wij hier niet meer.’ ‘Nee?’ vraagt Tes. ‘Nee, wij gaan zelf naar huis,’ zegt Daan. ‘Kom, ik weet de weg.’ Tes staart hem aan. ‘Niet bang zijn,’ zegt Daan. ‘We zijn zo weer bij het huisje.’ Tes tuit haar lippen. Ze denkt na. ‘Toe dan,’ zegt Daan.

This article is from: