Abacus VA N O U DERS VOOR O UDERS
OKTOBER 2019
Stappen op de Korenmarkt: uitgaansgeweld in Arnhem
Docent Elke Gillhaus:
‘Zijn onze gymnasiasten ook goede gymnasten?’
Vertaalster Susanne Kurstjens: “Mijn kennis van het Latijn heeft me enorm geholpen”
Verslag ouderkoffies 2019 Over toetsweken, mentorcontact en gebruik Magister
In deze Abacus 3 Rectoris: Mirjam Stuiver over burgerschapsvorming
COLOFON
“We creëren nog meer mooie oefenplaatsen voor het leven”
Abacus is een uitgave van de oudervereniging van
4 Portret: docent lichamelijke oefening Elke Gillhaus
het Stedelijk Gymnasium Arnhem (SGA) en verschijnt
Zijn onze gymnasiasten ook goede gymnasten?
4x per schooljaar. Oplage: 1.050 exemplaren.
6 Verslag van de ouderkoffies uit voorjaar 2019
Redactie: Jan-Paul van Barneveld, Selinde van Dijk-
Over de toetsweken, mentorcontact en gebruik Magister
Kroesbergen, Lonneke Kranendonk (eindredactie).
8 Na schooltijd: toneelgroep Primeur
Vormgeving: Ilse Houtgast, Ontwerpbureau Neo.
Jong toneeltalent kan binnen Schola aan z’n trekken komen
Druk: Damen Drukkers.
9 De nieuwe voortuin van het SGA Dank aan allen die foto’s beschikbaar stelden bij de
10 Ouderalert: uitgaansgeweld in Arnhem
artikelen.
Stappen op de Korenmarkt: de risico’s en do’s & don’ts
12 Alumnus: Ester Lipsch
De Abacus is van ouders voor ouders van leerlingen
“De danslessen met de hele klas bij Wensink waren
op het SGA. Iedereen (leerlingen, ouders en mede-
echt hilarisch”
werkers van het SGA) kan artikelen inzenden. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden
13 Next Generation Science: bèta-uitwisseling voor 4e-jaars
stukken in te korten of aan te passen.
14 Mededelingen van de oudervereniging 15 Wat heb je eraan? Vertaalster Susanne Kurstjens
Abacus online bekijken en downloaden via Magister:
ELO > Studiewijzers > SGA Info > Abacus.
“Mijn kennis van het Latijn heeft me enorm geholpen”
Ook in te zien op: issuu.com/abacus-sga.
16 Terugblik: AGB-verkiezingsweek
redactieabacus@gmail.com
Nieuwe samenstelling OMR SINDS JANUARI VAN DIT JAAR IS DE OUDERGELEDING VAN DE MR (OMR) WEER OP VOLLE STERKTE. DE OUDLEDEN ZIJN OPGEVOLGD EN DE VACATURES INGEVULD. ZE STELLEN ZICH GRAAG EVEN VOOR.
Lilit Yeritsian, moeder van Anna (klas 2c) en Robert (oudleerling die nu wiskunde en informatica studeert) “Ik werk als controller bij de leukste omroep, de VPRO. Mijn kinderen vinden het SGA de beste school van Nederland, daarom wil ik graag iets terugdoen en bijdragen aan de ontwikkeling en verbetering van het SGA. Bovendien vind ik het erg leuk om betrokken te zijn bij de school waar mijn dochter studeert.” Jeroen Lathouwers, vader van Hielke (klas 2e) “Als orthopedagoog volg ik met grote belangstelling het onderwijs en ik zit al een jaar of acht in de MR van de basisschool van mijn kinderen. Ik heb het MR-lidmaatschap altijd als een zeer prettige manier ervaren om bij te dragen aan de ontwikkeling van het onderwijs van de bassischool en verwacht dat via de MR van het SGA ook te kunnen doen.”
2
Steven Koster, vader van Eline (klas 4c) en Nord (klas 2c) “Ik ben Stadsboer en wil mensen weer verbinden met hun voedsel. Via Stadstuin Kweekland, bezorgservice PUURland en logistiek bedrijf de Groene Rijders zorg ik er dagelijks voor dat regionaal eten beschikbaar en zichtbaar is voor de inwoners van Arnhem. Via de MR wil ik mijn steentje bijdragen aan een fijne, veilige en duurzame leeromgeving en een SGA dat meedraait in de top van middelbare scholen in Nederland.” De OMR overlegt en adviseert, samen met de leerlingen- en personeelsgeleding, over het onderwijs en de organisatie daarvan. Naast de reguliere thema’s en zaken die direct aandacht vragen, worden er jaarlijks een paar thema’s uitgelicht. Dit jaar zijn dat: duurzaamheid binnen de school, continuïteit van het aantal leerlingen dat start, overgaat en slaagt en de ontwikkeling van de toetsweken. Mocht u thema’s hebben waarvan u het belangrijk vindt dat ze worden meegenomen in een vergadering dan kunt u de OMR bereiken op oudersmr.sga@gmail.com.
MIRJAM STUIVER OVER BURGERSCHAP OP HET SGA
‘Non scholae sed vitae discimus’
R E C TO
RIS
“Op 10 oktober hebben wij samen met vertegenwoordigers van ontwikkelteams en -scholen de bouwstenen voor het nieuwe curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs aangeboden aan minister Slob. Een belangrijk moment, waar anderhalf jaar lang met veel energie naartoe is gewerkt.” “Het devies van de zelfstandige gymnasia in Nederland is
‘Non scholae sed vitae discimus’ en vanuit die gedachte was het voor ons logisch om een bijdrage te leveren aan het curriculum burgerschap. We zijn uitgenodigd om te delen op welke manier wij leerlingen een omgeving bieden waarin zij zich kunnen ontwikkelen tot kritische wereldburgers, waarin zij leren elkaar en anderen te begrijpen, te waarderen en te respecteren.
‘Niet voor de school, maar voor het leven leren wij’ Burgerschapskennis en -vaardigheden doen leerlingen op in de verschillende vakgebieden, vakoverstijgende projecten, het klas- en schoolklimaat en buitenschoolse activiteiten. Burgerschap oefenen ze in het omgaan met maatschappelijke vraagstukken, zoals globalisering, duurzaamheid en innovatie.” “Dat onze leerlingen al heel maatschappelijk betrokken zijn, merken we voortdurend. Zo’n dertig leerlingen hebben op 27 september in Den Haag aandacht gevraagd voor de klimaatproblematiek. Een gesprek naderhand over duurzaamheid op school leverde hele eenvoudige, praktische suggesties op waarmee de leerlingen vol enthousiasme aan de slag gaan. Er is veel belangstelling voor een interculturele stage in Indonesië, die een groep docenten organiseert in samenwerking met de stichting Global Exploration. Een leerling in klas 6 heeft meegedaan aan een zwemmarathon in zee om geld in te zamelen voor het WNF. Hij nodigde zichzelf ook uit bij het bestuur met ideeën over het gescheiden inzamelen van afval. De leerlingen van het debatteam hebben deelgenomen aan Kleine Prinsjesdag in Den Haag. Onder het toeziend oog van enkele ministers en Kamerleden debatteerden ze over onderwerpen zoals stress bij jongeren, gezond voedsel en cultuurverschillen in ons koninkrijk. Het leverde een unieke ervaring op! Het nieuwe curriculum gaat ons zeker helpen in het creëren van nog veel meer mooie oefenplaatsen voor het leven.”
Mirjam Stuiver, rector
3
DOCENT LICHAMELIJKE OEFENING ELKE GILLHAUS:
Zijn onze gymnasiasten ook goede gymnasten? “Uit onderzoek blijkt dat elke dag minimaal 30 minuten bewegen leidt tot betere leerprestaties”, vertelt Elke Gillhaus, al 12 jaar docent lichamelijke oefening op het SGA. “Door te bewegen blijven je brein – het verstandelijke vermogen – en het geheugen in conditie. Onvoldoende bewegen heeft een negatieve invloed op de doorbloeding van de hersenen en daarmee op het concentratievermogen.” In dat kader is het dus heel begrijpelijk dat leerlingen tot en met het vijfde jaar minimaal twee uur per week lichamelijke oefening (lo) hebben. Maar, geestelijke en lichamelijke gezondheid is niet het enige wat met dit vak wordt beoogd. ERVARINGSLEREN
Volgens Elke schuilt er meer achter: “Onbewust leren de kinderen allerlei dingen die ze nodig hebben in het leven. Zo leren ze om samen te werken, om de grenzen aan te geven bij zichzelf en de ander, ze leren wat de grenzen van hun lichaam zijn en ze leren om door te zetten. Wij noemen dat ‘ervaringsleren’. Ik haalde zelf ook niet altijd de hoogste cijfers voor sport. Soms moest ik er hard voor werken. Maar door te oefenen en hulp te vragen, leerde ik dat het loont om je in te zetten.” Vanwege dit ervaringsleren wordt er niet alleen op prestatie beoordeeld. De cijfers die de kinderen krijgen zijn gebaseerd op inzet, samenwerking en motorische vaardigheden. Oberveren is hierbij de belangrijkste beoordelingsmethode. SNOEIHARDE BALLEN
“De opbouw van de lessen is vaak hetzelfde: na de warmingup is er een hoofdspel of hoofdactiviteit, zoals turnen of atletiek, met vaak trefbal als afsluiting.” Op de vraag of meisjes dan niet wegduiken voor al die snoeiharde ballen die de jongens gooien, antwoordt ze beslist: “Nee hoor, de meisjes doen echt niet onder voor de jongens. En als leerlingen het niet fijn vinden om bekogeld te worden, kunnen we daar goede afspraken over maken. Zo voelt iedereen zich veilig hier.” PRESTATIES
JE ZOU KUNNEN DENKEN DAT GYMLESSEN SIMPELWEG EEN GEZELLIGE ONDERBREKING VORMEN BINNEN HET VASTE STRAMIEN VAN LEREN EN NADENKEN; ALS EEN SOORT VAN PAUZEACTIVITEIT. TOCH IS DE WAARDE VAN DIT VAK BINNEN HET SGA GROTER DAN DAT. DOCENT LICHAMELIJKE OEFENING ELKE GILLHAUS (33) LEGT UIT.
4
Hoe onze kinderen presteren? Elke reageert lachend: “Natuurlijk zijn vooral de vingers door al het beeldschermgebruik goed getraind! Maar…”, zo vervolgd ze serieuzer, “… gelukkig zitten er veel kinderen bij een sportclub. Hockey en voetbal lijken nog steeds de meest populaire sporten. Verder is er veel variatie in de sporten die ze doen. Ik hoor van alles, van judo tot frisbee, van dans tot denksport. Misschien is de conditie de afgelopen jaren wel iets minder goed geworden, maar het lijkt allemaal nog erg mee te vallen.” GEZONDHEIDSFREAK MET GEZOND VERSTAND
De vraag kan natuurlijk niet uitblijven: hoe sportief is deze docent lo zelf? “In mijn vrije tijd sport ik veel. Ik doe aan waterpolo, bokszaktraining en crossgym. Ook tijdens
tekst: Selinde van Dijk-Kroesbergen
P O RT R
ET
vakanties ben ik sportief. Ik hou van duiken en snowboarden. Ook eet ik bewust. Ik kan me soms echt verbazen als ik kinderen hele zakken chips of pakken koek zie leegeten. Ik eet die dingen ook wel eens, maar met mate. Zo vind ik de après-ski ook heel leuk en zit ik regelmatig in de kroeg. Maar alles met gezond verstand!” HET LEVEN BUITEN DE SPORT
“Ik wil me graag zo breed mogelijk ontwikkelen. Daarom ben ik onlangs met een cursus Spaans gestart. Op het SGA ben ik naast docent lo ook mentor en counselor. Ik heb hiervoor onder meer een cursus gesprekstechnieken gevolgd. Wat betreft thuis: na jarenlang in Arnhem te hebben gewoond, woon ik sinds anderhalf jaar met mijn vriend in Velp. We zijn nu ons huis – uit begin 1900 – volledig aan het verbouwen.” SPORTIEVE TIPS
Plezier en veelzijdigheid zijn belangrijke kernwaarden in het leven van deze sportieve docent. En dat is ook haar tip aan ouders. “Benader de kinderen positief. Het is beter om te stimuleren, dan te dwingen. Of kom samen in beweging!”
‘Door te bewegen blijven je brein en geheugen in conditie’ Glimlachend voegt ze een laatste tip toe: “In het zweet gewerkt? Doe schoenen en kleding niet in een gesloten plastic zak of kluis. Laat de schoenen luchten en was sportkleding regelmatig. Enneh… afwisseling van deodorant schijnt ook goed te werken.”
LICHAMELIJKE OEFENING OP HET SGA
NEDERLANDSE NORM GEZOND BEWEGEN (NNGB)
Klas 1 • 3 uur per week lo; sport en spel op kennismakingskamp; atletiekdag Klas 2 • 2 uur per week lo; atletiekdag Klas 3 • 2 uur per week lo; kamp (zeilen of Ardennen) Klas 4 • 2 uur per week lo; introductiedag Klas 5 • 2 uur per week lo; sportoriëntatiedag Klas 6 • 1 uur per week lo
• NNGB voor 4- tot 17-jarigen: minimaal één uur matige lichamelijke activiteit, waarbij minimaal twee keer per week kracht-, lenigheid- en coördinatieoefeningen voor het verbeteren of handhaven van de lichamelijke fitheid. • NNGB voor volwassenen: minstens een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op minimaal vijf dagen per week. • NNGB voor ouderen (55+): een half uur matig intensief bewegen op minimaal vijf dagen per week.
Tijdens pauzes kunnen er bij de receptie ballen geleend worden om op het nieuwe sportveld te voetballen of te basketballen.
5
Verslag ouderkoffies 2019 DE OUDERKOFFIE IS EEN WAARDEVOLLE BRON VAN INFORMATIE OVER HOE OUDERS DENKEN OVER HET SGA. WE KRIJGEN SCHERP WAT GOED GAAT ÉN WAT BETER KAN. ONDERSTAAND DE MEEST GENOEMDE
De meningen van ouders over het mentorcontact verschilt sterk per klas. Er zijn vragen over het gebruik van Magister en over lesuitval. De communicatie vanuit school over de proefwerkweken en de profielkeuze kan beter. Over het algemeen zien ouders hun kind met plezier naar school gaan.
ONDERWERPEN UIT DE OUDERKOFFIES VAN 2019 PLUS EEN REACTIE VAN DE SCHOOLLEIDING. Afgelopen schooljaar vonden de ouderkoffies plaats in april en mei. De bijeenkomsten waren goed bezocht, wat bijdraagt aan een goed beeld van de school. Dank aan alle ouders die aanwezig waren bij de sessies! In het algemeen zijn ouders positief over de school. Met opkomsten van tussen de 25 tot 50 procent per klas blijkt de betrokkenheid van ouders groot. In dit verslag per jaarlaag een samenvatting en een reactie van rector Mirjam Stuiver op de meest genoemde punten. Onderwerpen die door slechts enkele ouders zijn opgemerkt, zijn wel opgenomen in de gesprekken met de schoolleiding, maar staan niet in dit verslag. JAARLAAG 1 Ouders van eersteklassers zijn overwegend positief over de proefwerkweken. Wel geeft een aantal ouders aan dat er minder reflectiemomenten zijn. Je kunt dan minder goed aanvoelen of een leerling op de goede weg is met een vak. Hoe het formatief toetsen precies vorm krijgt, is nog niet iedereen helder. Kinderen vinden de proefwerkweken fijn omdat ze dan niet continu toetsen hoeven te doen. Ouders zijn positief over de planning van proefwerkweken rondom het weekeinde en na vakanties. Ouders geven aan graag regelmatig contact te willen met de mentor. Informatieavond over leren-leren was top. Schola wordt als erg leuk beoordeeld. Mooi dat er meer is dan het leren van vakken! JAARLAAG 2 Tweedeklassers, die voorgaand schooljaar nog het andere toets-systeem hebben gekend, ervaren wat meer druk voor de proefwerkweek. Vooral als aan het einde van een periode tijd wordt geëist door alle vakken. Per saldo zijn ouders positief over het systeem van proefwerkweken. Er is meer rust in de lesperiode. Ook is het een betere voorbereiding voor vervolgstudie. In veel tweede klassen is de behoefte aan mentorcontact minstens zo groot als in de eerste. Er zijn vragen over beleid gebruik smartphones, weging van toetsen en inzet stagiairs. Soms zijn leerlingen in de lesperiode veel tijd kwijt aan projecten waarbij het cijfer minder meetelt. De projecten op zich worden wel als heel positief gezien. JAARLAAG 3 In de derde heb je alle vakken (en dus veel toetsen) en die last is merkbaar. Proefwerkweken worden als zwaar ervaren. Wel zien ouders gedurende het jaar verbetering in afstemming van lessen op de proefwerkweek. Tussendoor is er meer rust. Sommige ouders gaven aan dat er formatieve toetsen waren terwijl de stof nog niet was behandeld in de les.
6
JAARLAAG 4 De meeste ouders in deze jaarlaag zijn tevreden over het nieuwe systeem van proefwerkweken. Wel is de hoeveelheid toets-momenten verlaagd en dat maakt compensatie na een laag cijfer lastiger. Vooral voor het vak geschiedenis geldt dat. Ouders vinden het selectief door laten gaan van deltagesprekken geen goed idee. Ze willen graag dat alle deltagesprekken doorgaan. Ook omdat kinderen in deze leeftijd een stuk geslotener zijn. Ouders zijn positief over de talenreizen, het vak filosofie en toneelgroep Menander. JAARLAAG 5 Omdat de SE-weken gekoppeld zijn aan de toetsweken, geeft dit een grote hoeveelheid werk in korte tijd. Ouders vragen zich af of een betere verdeling mogelijk is. Over het systeem van toetsweken zijn vijfdeklassers positief: tussendoor meer rust en ruimte voor huiswerk. Er is veel gesproken over het mentorschap in deze jaarlaag. In de vijfde is er ook bij leerlingen behoefte aan mentorcontact. Leerlingen zijn al veel zelfstandiger in hun keuzes en aanpak van het leer- en huiswerk, maar de studiekeuze blijft een lastig onderwerp. Veel leerlingen vinden het Qompassysteem beperkt of onduidelijk. Positieve reacties over de profielwerkstuk-presentaties door zesdeklassers; nuttig en leuk. Ook veel complimenten over de Rome-reis, de leerlingen hebben het super gehad!
Een reactie van rector Mirjam Stuiver op de belangrijkste punten uit de ouderkoffies: DE TOETSWEKEN “Afgelopen schooljaar hebben we toetsweken ingevoerd, omdat we al jaren van zowel leerlingen als ouders veel klachten kregen over voortdurende toetsdruk. Leerlingen werkten vooral van toets naar toets en kwamen vaak niet aan het gewone huiswerk toe. Daarnaast willen we meer focus aanbrengen op het leerproces. Uit onderzoek blijkt dat cijfers een vorm van extrinsieke motivatie zijn als leerlingen vooral leren omdat er een cijfer te behalen is. Het doelgericht werken aan de leerstof, waarbij je regelmatig (formatief) evalueert of de doelen behaald zijn, draagt bij aan de intrinsieke motivatie van leerlingen. Ze leren, omdat ze het belangrijk vinden om zich te ontwikkelen. Dit sluit weer aan bij het gegeven dat je nooit uitgeleerd bent in een samenleving die voortdurend verandert. Dan is het wel essentieel dat je inzicht krijgt hoe je dat doet. We hebben in samenwerking met deskundigen van Take a Step en een aantal andere zelfstandige gymnasia de eerste ervaringen opgedaan met onderwijs waarin leerlingen meer verantwoordelijkheid krijgen voor hun eigen leerproces en docenten een belangrijke rol krijgen in de begeleiding
OUDER KO F F I E S
hiervan. In dit proces moeten alle betrokkenen wennen aan een nieuwe manier van werken. Leerlingen hebben in de evaluatie aangegeven dat ze nog steeds wel toetsdruk ervaren in de aanloop naar de toetsweek, maar dat er duidelijk meer rust is in de weken tussen de toetsweken, waardoor ze meer aandacht kunnen besteden aan het ‘gewone’ huiswerk. Leerlingen die in beperkte mate de stof hebben bijgehouden, merken dat ze een inhaalslag moeten maken. De verschillende evaluaties hebben suggesties voor verbetering opgeleverd. Het aantal toetsen per toetsweek was in sommige leerjaren fors. Waar mogelijk hebben docenten een proefwerk vervangen door een SO buiten de toetsweek of door een praktische opdracht voor een cijfer. Om de leerlingen te ondersteunen bij de voorbereiding hebben we voor de eerste twee toetsweken een overzicht gemaakt van de stof voor elk proefwerk. Het meer doelgericht werken en evalueren van het leerproces met andere werkvormen dan toetsen voor een cijfer krijgt steeds beter vorm in de lessen. Ook dit jaar blijven we met leerlingen, docenten en ouders in gesprek om de ontwikkeling waar nodig bij te sturen.” WEGING VAN TOETSEN “Voor de weging van SO’s en proefwerken hebben we de volgende afspraken: • Een klein SO over een zeer beperkt deel van de stof (bv een huiswerkoverhoring) telt 1x mee • Een groot SO over wat meer stof (bv een deel van de proefwerkstof) telt 2x mee • Een proefwerk over een grotere hoeveelheid stof, ter afsluiting van een periode telt 4x mee Secties mogen zelf bepalen hoe het cijfer voor het eindrapport tot stand komt. Daarin zijn twee berekeningswijzen toegestaan: of alle cijfers van het hele jaar tellen in gelijke mate mee voor de berekening van het eindcijfer (A), of de semestercijfers van het eerste en tweede semester worden in de verhouding 1:2 omgerekend naar een eindcijfer (B). In situatie B tellen alle toetsen in het tweede semester dus twee keer zo zwaar mee. De opbouw van het lesprogramma bepaalt de keuze van de sectie. Een vak waarin de kennis en vaardigheden gedurende het jaar in een doorlopende lijn worden opgebouwd, kiest meestal voor variant B. Door ontwikkeling kan een leerling in de tweede helft van het jaar eventueel tegenvallende resultaten van de eerste helft makkelijker verbeteren. Een vak dat meer modulair is opgebouwd weegt alle toetsen in het jaar even zwaar.” MENTORCONTACT “Het mentoraat is voortdurend in ontwikkeling. Elk leerjaar kent zijn eigen accenten in de begeleiding van de leerlingen. In de onderbouw staat het programma ‘leren leren’ centraal. Een aantal mentoren heeft dit samen met het ondersteuningsteam ontwikkeld. Mentoren leren van die groep hoe ze deze begeleiding het best vorm kunnen geven. In alle leerjaren wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van de deltagesprekken, met als aandachtspunt het maken van concrete afspraken met de leerling en het evalueren daarvan. Ouders die daar behoefte aan hebben, kunnen uiteraard altijd contact opnemen met de mentor van hun kind. Op de eerste ouderavond maakt de mentor hierover afspraken.”
GEBRUIK MAGISTER “We hebben gekozen voor Magister als leerlingvolgsysteem en elektronische leeromgeving. De informatie in Magister is leidend. Wij vragen docenten om tijdig het huiswerk en de toetsstof in Magister te noteren, maar helaas gebeurt dat nog niet consequent door alle docenten. Huiswerk moet uiteraard tijdig, het liefst in de les, worden opgegeven. Van leerlingen mag niet worden verwacht dat ze huiswerk dat een avond van tevoren in Magister wordt gezet voor de volgende dag nog maken. Mocht uit de resonansgroep of mentorgesprek blijken dat een docent regelmatig het huiswerk te laat in Magister noteert, dan spreken mentor en schoolleiding de docent hierop aan.” LESUITVAL “Om verschillende redenen kunnen lessen uitvallen. Soms worden lessen vervangen door andere onderwijsactiviteiten, zoals excursies of sportdagen. De afwezigheid van een docent kan ook lesuitval tot gevolg hebben. Uiteraard proberen we dit tot een minimum te beperken. Bij geplande lesuitval van een docent krijgen leerlingen vaak een vervangende opdracht via Magister, waaraan zij zelfstandig kunnen werken. Als een docent door ziekte uitvalt, is dat meestal niet langer dan een week. Op het moment dat duidelijk wordt dat een docent langer dan twee weken afwezig is, gaan wij op zoek naar een vervanger. Bij langdurige afwezigheid zoeken wij eerst een interne oplossing: indien mogelijk zal een andere collega de lessen overnemen. Helaas is dat niet altijd mogelijk en zal er een vervanger van buiten de school gezocht moeten worden. Afhankelijk van de beschikbaarheid lukt het meestal om binnen een week iemand aan te stellen, maar soms duurt het langer om een gekwalificeerde vervanger te vinden. Mocht door langdurige afwezigheid van een docent niet alle stof voor het proefwerk aan bod komen, dan maken we met de sectie afspraken over aanpassing van het proefwerk.” MOBIELE TELEFOONS “We hebben afgesproken dat het gebruik van mobiele telefoons of smartphones in de les niet is toegestaan, tenzij een docent daar toestemming voor geeft. Sommige docenten maken gebruik van smartphones om leerlingen dingen op internet te laten opzoeken of om interactieve apps als ‘Kahoot’ of ‘Socrative’ te gebruiken bij het verwerken van de lesstof of bij formatieve evaluatie. We hebben geen afspraken gemaakt over het beluisteren van muziek tijdens het zelfstandig werken in de klas. De docent bepaalt of dat is toegestaan.” INZET STAGIAIRS “Wij zien het als onze taak om de toekomstige generatie docenten op te leiden. Als Academische Opleidingsschool werken we nauw samen met de opleidingen van de Radboud Universiteit en de HAN. Dat betekent dat we jaarlijks een aantal studenten de mogelijkheid bieden om een deel van hun opleiding bij ons op school te volgen. Gedurende een half jaar of een heel jaar lopen ze mee met een ervaren docent, die opgeleid is als begeleider. Daarnaast worden ze begeleid door een docent van de lerarenopleiding.”
7
IN IEDERE ABACUS BERICHTEN WE OVER BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN VAN LEERLINGEN
Primeur ingelijfd door Schola
PRIMEUR, SINDS JAAR EN DAG DE TONEELVERENIGING VOOR LEERLINGEN VAN LEERJAAR 1, IS VANAF DE INVOERING VAN SCHOLA OPGENOMEN IN DE SCHOLA-UREN. JONG TONEELTALENT KAN NOG STEEDS AAN Z’N TREKKEN KOMEN.
In de tijd dat toneelvereniging Primeur nog los van Schola opereerde, bracht docent drama Amber van Altena een groep leerlingen van leerjaar 1 gedurende twaalf weken de kneepjes van het acteren bij. Dat er echt toneeltalent onder de eerstejaars zat, was tijdens de jaarlijkse uitvoeringen goed te zien. Bijvoorbeeld in 2014, dat jaar werden er maar liefst vier stukken opgevoerd. Alle vier bekende liefdesscènes met een komische plot. Het was een veelbelovende groep theatermakers! Sinds de invoering van Schola in 2016 is Primeur opgenomen in de Schola-uren en is het dus eigenlijk geen ‘buitenschoolse’ activiteit meer. TONEEL BINNEN SCHOLA
Ook binnen Schola kan toneeltalent tot bloei komen. In de module Primeur leren ze niet alleen beter toneelspelen, maar worden ze ook betrokken bij het maakproces met een mooie voorstelling als eindresultaat. Zo werd er in maart 2018 een voorstelling voor publiek opgevoerd die een groep leerlingen tijdens Schola had gemaakt. In negen weken ondervonden de leerlingen binnen de Schola-uren hoe je een theatervoorstelling tot stand
8
Boven: de voorstelling van Schola/Primeur in maart 2018.
brengt. Ze schreven de scènes, bedachten de personages en uiteindelijk werd er hard gerepeteerd met als resultaat de voorstelling: ‘Het veldje’. In die voorstelling ontmoeten ruim veertig verschillende personages elkaar op een piepklein uitlaatveldje tijdens het uitlaten van hun trouwe viervoeters. Ze voeren gesprekken over de meest uiteenlopende onderwerpen. Moet het veldje wijken vanwege overlast? Voor het antwoord hierop had je bij de voorstelling moeten zijn… STAANDE OVATIE
Wie er in maart 2018 in ieder geval in het publiek zat, was de destijds kersverse conrector Bob Wonnink: “Onder de bezielende leiding van Amber hadden 24 eerstejaars een prachtige en energieke voorstelling neergezet waar ze een staande ovatie voor kregen. Het was voor mij de eerste keer dat ik de voorstelling mocht meemaken en ik vond het super!” Ook dit schooljaar kunnen leerlingen binnen Schola weer met toneelspel aan de slag. De module voor eerstejaars heet nu ‘Toneel voor klas 1’ (zie kader). Er is ook een ‘Schola Primeur’ module, maar die is dit jaar alleen voor tweede- en derdejaars leerlingen, zodat zij ook nog wat aan toneelspelen kunnen doen (eerstejaars krijgen ook al drama tijdens de open atelier uren). Er zijn wel plannen om Primeur als buitenschoolse activiteit voor eersteklassers weer nieuw leven in te blazen, maar dat zal dit schooljaar niet meer gaan gebeuren.
tekst: Lonneke Kranendonk
NA SCHOO TIJD
L-
TONEEL VOOR KLAS 1
In deze Schola-module gaat een groep eerstejaars aan de slag met verschillende basiselementen van het toneelspel. Een greep uit de vragen die spelenderwijs aan bod komen: Ben je je bewust van de speelruimte? Waar jij en je medespelers in de ruimte staan? Hoe beweeg je van A naar B? Welk doel heb je in de scène die je speelt? Hoe speel je je personage? Vanuit welke emotie? Er worden diverse speloefeningen gedaan, soms in kleine groepjes, soms met of voor de hele groep en soms individueel. Leerlingen gaan improviseren vanuit verschillende situaties, maar ook met bestaande toneelteksten werken. Hoe zou de tekst bedoeld zijn, op welke manier kan je het spelen? Zo ervaren ze samen met medeleerlingen hoe het is om een verhaal te laten ontstaan op het toneel. Ze leren ook om direct te reageren op wat er gebeurt, zonder eerst alles in het hoofd af te wegen. Natuurlijk ervaren ze vooral veel spelplezier!
Boven: foto’s van de voorstelling van Primeur uit 2014.
Nieuwe voortuin SGA DE ENTREE VAN HET SGA LIGT MOMENTEEL BEHOORLIJK OVERHOOP. NA TWAALF JAAR WAS DE VOORTUIN AAN EEN OPKNAPBEURT TOE. EEN MOOIE GELEGENHEID OM TEGEMOET TE KOMEN AAN WENSEN VAN LEERLINGEN EN DE SECTIE BIOLOGIE.
In de tuin komen meer zitplaatsen en op een aantal plekken wordt het gras vervangen door planten, die moeten zorgen voor meer diversiteit. De struiken langs het hek, waar veel afval in bleef hangen, zijn gerooid. De vijver krijgt een nieuwe rand plus een vlonder die ruimte biedt voor buitenoptredens van de schoolbands, Euterpe, Menander en andere initiatieven. Op die manier wordt de tuin meer onderdeel van de school. Eind november moet het klaar zijn. Als het weer het toelaat, heeft de school dan een voortuin die als volwaardige uitbreiding van de les- en pauzeruimte gebruikt kan worden.
9
PUBERS EN UITGAAN: DE RISICO’S EN DO’S & DON’TS
Stappen op de Korenmarkt
ALS JONGEREN UITGAAN ZIJN ER RISICO’S. EEN BELANGRIJKE ZORG IS GEWELD EN DE ANGST VAN OUDERS DAT HUN KIND SLACHTOFFER WORDT. JONGEREN VINDEN ZICHZELF HEEL WERELDWIJS, MAAR BLIJKEN VAAK ONTSTELLEND NAÏEF.
De binnenstad van Arnhem, met name het gebied rond de Korenmarkt, heeft van oudsher een slechte reputatie. Voor de overheid was vooral de stijging van geweldsincidenten op de Korenmarkt van 40 in 2012 naar 125 in 2015 een signaal om in te grijpen. Sindsdien zijn er diverse maatregelen getroffen, zoals het intensiveren van cameratoezicht, het sluiten van malafide horecaondernemingen, het vrijgeven van sluitingstijden (waardoor niet iedereen tegelijk op straat komt) en de permanente aanwezigheid van het zogenaamde Openbare Orde Team (OOT) van de politie. HOOG GEMIDDELDE IN ARNHEM
Uit een evaluatie van november 2018 blijkt dat het aantal geweldsincidenten sinds 2012 in elk deel van het Arnhemse uitgaansgebied en ook in elk deel van de avond/nacht met zo’n 15 procent is gedaald. Dat er sprake is van een statistische daling is natuurlijk leuk, maar dat betekent niet dat daarmee al het gevaar is geweken. Ondanks de daling is het aantal geregistreerde geweldsmisdrijven in Arnhem nog altijd hoger dan in steden van vergelijkbare omvang. In 2017 vonden er in Arnhemse uitgaansgebieden tijdens uitgaanstijden (donderdag t/m zaterdag tussen
10
22.00 en 07.00 uur) toch nog altijd 384 geweldsincidenten plaats. Uw kind is bovendien geen statistiek. SUS-TEAMS
Er staan meer maatregelen op stapel om de veiligheid in de uitgaansgebieden te verbeteren. Zo is in het recent door gemeente, politie en samenwerkende horecaondernemers gesloten horecaconvenant onder andere afgesproken dat er zogenaamde Sus-teams gevormd gaan worden. De Sus-teams bestaan uit particuliere beveiligers die overlast en geweld vroegtijdig aanpakken door mensen in een vroeg stadium aan te spreken op onwenselijk of risicovol gedrag. Ze kunnen mensen zo nodig corrigeren of wegsturen. Als er toch een incident is, kunnen ze onmiddellijk het OOT waarschuwen. UITGAANSGEWELD EN ANDERE PERIKELEN
Bij de 384 geweldsincidenten gaat het om zeer uiteenlopende feiten, zoals seksuele misdrijven, levensdelicten, lichamelijk letsel door schuld, bedreiging, mishandeling, openlijke geweldpleging, et cetera. Voor al deze feiten geldt dat je er niet mee geconfronteerd wil worden. Het is niet altijd te voorkomen dat uitgaanspubliek slachtoffer wordt van een geweldsincident. Achteraf bestaat vaak de neiging om een deel van de schuld bij het slachtoffer te leggen, maar die neiging – ook wel blaming the victim genoemd – is meestal onterecht en schept een vals gevoel van veiligheid. Dat neemt niet weg dat met gezond verstand het risico soms wel te beperken is.
tekst: Jan-Paul van Barneveld
OUDER A LE RT
VOOR DE HAND LIGGENDE DO’S & DON’TS:
1
VERMIJD CONFLICTEN EN OPSTOOTJES
Dit lijkt een open deur, maar toch is het om meerdere redenen goed om deze stelregel te bespreken voordat je kind gaat stappen. In de eerste plaats zullen er – zeker in uitgaansgebieden – altijd types zijn die eropuit zijn om een conflict uit te lokken. Het minste of geringste kan dienen als excuus en is de aanleiding eenmaal gevonden dan helpt bijvoorbeeld praten ook niet meer om de zaak te de-escaleren. In de tweede plaats grijpen beveiligers en politie vaak snel en hard in. Dan geldt vaak: ‘was je erbij, dan ben je erbij.’ Achteraf moet je dan maar hopen dat het lukt om politie en justitie ervan te overtuigen dat je er niets mee te maken had of dat je juist had geprobeerd de boel te sussen. Sowieso geldt dat de politie in drukke uitgaansgebieden er vaak zeer kort op
2
LET OP JE DRANKJE EN OP ELKAAR
3
DRINK NIET (TE VEEL) EN GEBRUIK GEEN DRUGS
Nog steeds worden er geregeld jonge mensen gedrogeerd in de hoop dat er dan misbruik van ze gemaakt kan worden. Vaak gebeurt dit laat op de avond als de vrienden en vriendinnen met wie de jongere was gaan stappen wat uit het oog verloren zijn. Zorg dat er afspraken gemaakt – en nageleefd – worden in de trant van ‘samen uit samen thuis’ en ‘hou een oogje op elkaar en
Ook dit is een open deur wellicht, maar in heel veel geweldsincidenten blijkt alcohol- en drugsgebruik een hele grote katalysator te zijn geweest. Remmingen gaan weg, men wordt overmoedig, ziet het gevaar niet meer, denkt niet meer na en proeft bijvoorbeeld de bittere smaak van GHB niet meer. Uit onderzoek blijkt dat gemiddeld driekwart van de ondervraagde 15- en 16-jarigen in Nederland ooit alcohol heeft gedronken. Dat is hoger dan het Europees gemiddelde. Er is niet een standaard aanpak om te voorkomen dat pubers gaan experimenteren met alcohol of drugs en verbieden zal niet altijd de beste oplossing zijn. Maar als kinderen gaan stappen, is het wel goed dat zij zich realiseren
zit om een signaal af te geven en om escalatie te voorkomen. Een waarschuwing wordt snel opgevolgd door een vordering en wordt daaraan ook niet voldaan, dan volgt direct een aanhouding wegens ‘wederspannigheid’. Ook het bijdehand doen en beledigen van de politie kan resulteren in een nachtje cel. NIET INGRIJPEN, MAAR BELLEN
Zelf ingrijpen of iemand te hulp schieten op plekken als de Korenmarkt is af te raden. 112 bellen is altijd verstandig als je getuige bent van geweld, maar soms kan je niet wachten op politie of hulpverleners. Op de Korenmarkt zal het OOT (Openbare Orde Team) altijd zeer snel ter plaatse zijn.
elkaars drankjes’. Ook blijkt uit loverboyprojecten die de politie onder andere op de Korenmarkt uitvoert, dat jongeren vaak ontstellend naïef zijn. Als ze wat complimentjes over hun uiterlijk krijgen en zogenaamd gescout worden als model of actrice, lopen ze rustig midden in de nacht met een vreemde mee voor een ‘fotoshoot’, zo blijkt keer op keer.
dat daarmee ook de kans toeneemt dat ze betrokken raken bij een geweldsincident. Zowel als slachtoffer als verdachte. FILMPJES VAN BESCHONKEN JONGEREN
De politie is recent begonnen om jongeren die sterk onder de invloed zijn van alcohol en/of drugs te filmen. Hierna wordt er een afspraak gemaakt met de jongere, zijn of haar ouders en bureau Halt en wordt men geconfronteerd met het gedrag onder invloed. Mogelijk is het risico gefilmd te worden een goede waarschuwing waardoor een jongere zich nog eens bedenkt voordat hij of zij zich klem zuipt.
Met dank aan Ian Rodrigo, generalist GGP (hoofdagent) bij basisteam Arnhem-Noord en Joyce Veenvliet, > > > wijkagent Korenmarkt e.o. (horecaconcentratiegebied) en Rijnkade.
11
interview: Lonneke Kranendonk ALUMNUS ESTER LIPSCH VERTELT: A LU M N
US
‘De danslessen met de hele klas bij Wensink waren echt hilarisch’ LICHTARCHITECT EN INTERIEURONTWERPER ESTER LIPSCH (44) ZAT VAN 1987 TOT 1994 OP HET SGA. NA HAAR STUDIE RECHTEN GING ZE AL SNEL EEN ANDERE KANT OP. ONLANGS ONTWIERP ZE HET NIEUWE LICHTPLAN VOOR DE TOREN VAN DE EUSEBIUS. WAT WEET ZE NOG VAN HAAR SGA-TIJD?
Ester, wat komt er als eerste in je op als je terugdenkt aan jouw tijd op het SGA? “Het was een geweldige tijd met gelijkgestemde mensen en een inspirerende omgeving. Tijdens de open dag viel het me op dat er zoveel leuke, enthousiaste medeleerlingen waren. Dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Een hechte club met eenzelfde ambitie en inspiratie. De positieve, beschermende sfeer op het SGA gaf me de vrijheid om mezelf te zijn en te ontwikkelen naar wie ik nu ben. Nog steeds open, spontaan, nieuwsgierig en leergierig.” Wat zijn je leukste herinneringen? “De AGB-periode met de verkiezingen en toneelvereniging Menander met Inez en Willem-Paul Edelman. En ook de danslessen bij Wensink; de hele klas op de dansvloer, dames tegenover de heren, jasje dasje en rokjes aan, echt hilarisch. En natuurlijk de Rome-reis! Twee keer maar liefst omdat ik was blijven zitten. In de vierde klas zijn we nog met mevrouw Van der Giessen naar Parijs gegaan. We waren als klas uitverkoren – samen met vier andere klassen uit Nederland – om mee te doen aan een Europese uitwisseling. Een prachtige ervaring waar we ook Jacques Chirac nog een hand hebben gegeven in het stadhuis van Parijs.” Wie was je favoriete leerkracht? “De heer Thuis, ondanks dat ik écht niet goed was in wiskunde. Eigenlijk heb ik pas sinds mijn studie Lichtarchitectuur – waar ik ook lichtberekeningen moest maken – echt begrepen waar het voor dient en begon het lampje eindelijk te branden… En docent Engels de heer Rottier, zeker nu hij na zoveel jaar ook een klant van mij werd. Mijn zaak zat tot voor kort in de Van Lawick van Pabststraat in Arnhem waar ik de heer Rottier en mevrouw Postmes tegen het lijf liep. Zo verschrikkelijk leuk dat je een oud-docent dan op een andere manier leert kennen en natuurlijk altijd leuk om weer even die goede oude tijd op te halen. Nu ben ik verhuisd met mijn zaak naar de oude steenfabriek in Doorwerth dus helaas kom ik ze niet meer zo vaak tegen.” Wist je al wat je wilde worden toen je het SGA verliet? “Nee, helemaal niet. Ik ben eerst rechten gaan studeren en later pas interieurontwerper en lichtarchitect geworden.
12
ESTER LIPSCH (foto Rens Plaschek)
Ik doe dit werk nu al 19 jaar en het is mijn leven en mijn passie.” Wat wil je de huidige generatie gymnasiasten meegeven? “Blijf leergierig en nieuwsgierig. Een gezonde dosis nieuwsgierigheid en de manier waarop je leert op het SGA geven je analytische vaardigheden die je in je hele leven kunt toepassen. Zowel op persoonlijk vlak als in je werk. En geniet van de mooie tijd op school, want dat is zo voorbij!”
NEXT GENERATION SCIENCE
Bèta uitwisseling voor 4e -jaars
DE INTERNATIONALE UITWISSELING NEXT GENERATION SCIENCE LOOPT AL RUIM 10 JAAR MET SUCCES, MAAR HEEFT NOG NIET VEEL BEKENDHEID BINNEN SCHOOL.
succeservaringen bieden door samen op te trekken en te leren van elkaars cultuur, verschillen en gewoonten. PROGRAMMA
Erasmus+ is het subsidieprogramma van de Europese Unie voor onderwijs. Het richt zich zowel op individuen als op organisaties. Zo kunnen jongeren, studenten, docenten en professionals de mogelijkheid krijgen om in het buitenland een deel van hun studie te volgen. Daarnaast ondersteunt het organisaties die internationale samenwerkingen aangaan in projecten die gericht zijn op gezamenlijk leren en het delen van ervaringen en succesvolle praktijken. Vanuit het primair- en voortgezet onderwijs heeft Erasmus+ dit jaar totaal 103 aanvragen ontvangen, waarvan er 83 worden gehonoreerd. Eén daarvan is het NSG-project van het SGA.
Het programma heeft een sociaal cultureel- en historische component door bezoeken aan onder meer het Airborne Museum, Van Gogh Museum en het Nederlands Openluchtmuseum. Er zijn lessen op school over onze Nederlandse cultuur en taal, maar er worden ook lessen verzorgd door de Griekse scholieren (aan diverse onderbouwklassen over de Griekse roots in onze cultuur). Op bèta-gebied staat het waterbeheer in Arnhem centraal. Door lezingen, uitleg op locatie (provinciehuis, Burgers Zoo en een waterzuiveringsinstallatie) en eigen onderzoek (waterkwaliteit analyses door onderzoek in het veld en op locatie). Marc Balemans en Babette Veerbeek van Waterprof brachten verschillende partijen uit onze gemeente en provincie samen om kennis en inzicht op het gebied van waterbeheer te geven. In Griekenland werd aandacht besteed aan elektrochemie, het bouwen van elektrochemische sensoren om zuurstofconcentraties te meten in (vervuild) water en robotica om geautomatiseerd monstername en data-analyses te kunnen laten plaatsvinden. Voor de komende uitwisseling in Griekenland op het programma: robotica en science workshops op de school in Keratea, een bezoek aan de Acropolis, het Acropolis museum, de Tempel van Poseidon, de zilvermijnen van Lavrio en een excursie naar het meer van Stymphalia, bekend van de Stymphalische vogels (het bevrijden van het land van deze vogels was één van de twaalf werken van Herakles). In het museum van het Stymphalia-meer wordt de ecologische waarde van het gebied onderzocht.
DOELEN NSG
DE SELECTIE
Het doel van het project is om meer jongeren te interesseren voor wetenschap en bewust te maken van milieuproblemen in hun lokale gemeenschap en wereldwijd. Het project wil laten zien hoe je kunt samenwerken om een schonere en veiligere omgeving te creëren. Het tweede doel is om leerlingen een groter cultureel bewustzijn en een gevoel van een gemeenschappelijk Europees erfgoed te geven. Next Generation Science wil jongeren nieuwe kansen en
Van 7 t/m 14 november vindt het eerste deel van de nieuwe uitwisseling plaatst. Er gaan weer twaalf leerlingen uit klas 4 mee naar Griekenland. De leerlingselectie is gebaseerd op resultaten van de IJSO (International Junior Science Olympiad, waar leerlingen in de derde vrijwillig aan deel kunnen nemen) en een Engelstalige motivatiebrief. De begeleiders voor deze uitwisseling zijn Vicky Mertens (scheikunde), Jos van Heusden (Engels) en Twan van Kessel (biologie).
DE EERSTE JAREN WAS DE UITWISSELING MET ENGELAND, NU VOOR HET TWEEDE JAAR MET GRIEKENLAND.
Next Generation Science (NGS) is een studentenuitwisselingsprogramma en een gezamenlijk wetenschapsproject. Het project loopt al meer dan tien jaar en wordt gefinancierd door Erasmus+ (voorheen Comenius). Dit jaar werken het SGA en de Keratea High School uit Griekenland samen aan verschillende milieu- en roboticaprojecten. Vanuit het SGA deden vorig schooljaar twaalf leerlingen uit de vierde klas mee. In februari ontving het SGA twaalf leerlingen van de Keratea High School uit Griekenland. Ze verbleven bij de twaalf SGA-leerlingen die vorig jaar november in Griekenland het eerste deel van deze bèta-uitwisseling voltooiden. DE FINANCIERING
13
MEDEDELINGEN VAN DE OV
Nieuwe bestuursleden gezocht! DE OUDERVERENIGING (OV) BEHARTIGT DE BELANGEN VAN OUDERS, LEERLINGEN EN SCHOOL. DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS EN EEN GOEDE SFEER OP SCHOOL ZIJN DAARBIJ DE BELANGRIJKSTE AANDACHTSPUNTEN. NAAST HET ONDERSTEUNEN VAN DE AGB ORGANISEERT DE OV DE JAARLIJKSE ‘OUDERKOFFIES’ (ZIE KADER). OOK DE ABACUS WORDT DOOR DE OV UITGEGEVEN.
Het OV-bestuur telt normaal minimaal zeven leden. Helaas hebben twee leden het afgelopen schooljaar afscheid genomen vanwege verhuizing en einde termijn. Binnenkort zal een derde lid afscheid nemen. U begrijpt dat we nieuwe bestuursleden zoeken om de activiteiten die wij namens u ondersteunen voort te
kunnen zetten. Want dat kunnen we zeker niet met maar vier leden. Het is toch belangrijk dat het mogelijk blijft voor leerlingen om deel te nemen aan diverse culturele, maatschappelijke en sportieve activiteiten? En dat de jaarlijkse ouderkoffies blijven bestaan? Graag vertellen we u meer over wat wij doen en waar u aan zou kunnen bijdragen. Wilt u meer weten of u aanmelden als bestuurslid, neem dan contact met ons op via bestuur.ovsga@gmail.com. Vele handen maken licht werk!
Andre Klabbers (voorzitter), Esther Hermans (secretaris), Mark Kreeftemeijer (plv penningmeester), Erik Geensen (AGB en ouderkoffies)
OUDERKOFFIES EN ALV
NIEUWE OUDERKOFFIES IN FEBRUARI
De OV organiseert jaarlijks ouderkoffies. Tijdens deze ouderkoffies gaan ouders van een klas met elkaar in gesprek over wat hen (of hun kinderen) bezighoudt in relatie tot school. Aan de orde komen bijvoorbeeld de overgang van basisschool naar middelbare school, de sfeer in de klas, het contact met de mentor, deltagesprekken en profielkeuze en de communicatie tussen school en de ouders. Maar we hebben geen agenda en als ouder kunt u zelf bepalen wat u ter sprake wilt brengen tijdens zo’n ouderkoffie. De oudervereniging deelt de complimenten en bespreekt de aandachtspunten en vragen met de schoolleiding. Een algemene terugkoppeling van de ouderkoffies geven
14
we in de Abacus. Dit schooljaar worden de ouderkoffies in februari georganiseerd. U ontvangt hiervoor een uitnodiging per e-mail. Houdt u er rekening mee in uw agenda’s? Uit ervaring kunnen we zeggen dat het zeker de moeite waard is om erbij te zijn! ALV OP 19 NOVEMBER
De jaarlijkse Algemene Leden Vergadering (ALV) van de oudervereniging staat gepland op dinsdag 19 november om 19.30 uur in de aula van school. Het nieuwe AGB-bestuur en een aantal subverenigingen worden uitgenodigd om te komen vertellen wat ze doen (met ondersteuning van de oudervereniging). U bent van harte welkom!
interview: Selinde van Dijk-Kroesbergen
W AT H E B JE ERA AN?
IN DEZE RUBRIEK GAAN WE OP ZOEK NAAR
WAT IS HET NUT VAN KLASSIEKE TALEN?
BEROEPEN EN VAKGEBIEDEN WAAR KENNIS VAN KLASSIEKEN EEN VOORDEEL IS. DEZE KEER VERTELT VERTAALSTER SUSANNE KURSTJENS (38) WAT HET GYMNASIUM VOOR HAAR HEEFT BETEKEND.
SUSANNE KURSTJENS:
‘Latijn is voor mij van grote waarde geweest’ “Ik zat op een grote scholengemeenschap en eigenlijk ben ik een beetje vanzelf het gymnasium ingerold. Toen ik in de havo-vwo brugklas zat, bleek mijn gemiddelde cijfer goed genoeg om proeflessen Latijn en Grieks te volgen en ik dacht: ‘waarom niet?’ Ik vond die lessen leuk en weer eens iets heel anders. Bovendien was ik gek op talen, een echte alfa, dus ben ik in de tweede naar het gymnasium gegaan.” “De eerste twee jaar waren Latijn en Grieks voor mij een drama. De lesstof bestond vooral uit grammatica en ik kreeg het slecht onder de knie. Ik vond het maar saai en er was een moment dat mijn cijfers zo slecht waren, dat ik overwoog beide vakken te laten vallen en naar het atheneum over te stappen. Gelukkig heb ik dat niet gedaan! Want vanaf de vierde mochten we vertalingen gaan maken van de klassieken en toen werd het voor mij pas echt leuk. Nu ik van vertalen mijn beroep heb gemaakt, snap ik wel waarom. Het puzzelen op teksten, er iets moois en toegankelijks van maken
SUSANNE KURSTJENS
(foto Sharon Willems)
1981 Geboren te Waalwijk
in het Nederlands: ik vond en vind het nog steeds fantastisch om te doen.” “Ergens in die tijd heb ik een passie voor Italië ontwikkeld en het werd mijn grote wens om ook Italiaans te leren. Daarbij is Latijn van enorme waarde geweest. Italiaans is natuurlijk gebaseerd op die taal en mijn kennis van de klassieke talen heeft me enorm geholpen bij het leren van nieuwe talen. Overigens niet alleen voor talen als Italiaans en Spaans, maar ook voor het Engels vormt Latijn een basis.” “Later besloot ik volledig voor het vertalen te gaan. Ik was er door de jaren heen achter gekomen dat vertalen echt bij mij paste. Een paar jaar geleden volgde ik een opleiding tot vertaler Italiaans en Engels. Een uitdaging om dat te combineren met een fulltime baan, maar het is het waard geweest. Nu werk ik als vertaalster Italiaans en Engels voor Katholiek Nieuwsblad. Binnen de katholieke kerk is kennis van Latijn natuurlijk ook een voordeel. Ik zag destijds misschien niet altijd het nut in van het aanleren van ‘dode’ talen, maar terugkijkend heeft het als basis voor mijn verdere opleidingen en werk meer betekent dan ik kon vermoeden.”
1993-1999 Gymnasium aan het Dr. Mollercollege in Waalwijk 1999-2004 Mediterrane Studies, Radbouduniversiteit Nijmegen (inclusief uitwisselingsjaar aan de Universiteit in Perugia, Italië). Daarna nog een jaar in Italië gewoond en gewerkt. 2005-2007 Customer Service Italiaans bij General Electric 2007-2014 Projectmedewerker bij het Bisdom van ’s-Hertogenbosch 2014-2018 Opleiding vertaler Italiaans en Engels aan ITV Hogeschool 2014-heden Redactiecoördinator en vertaalster Engels en Italiaans bij Katholiek Nieuwsblad
15
Terugblik
Abacus F IR S T
AGB VERKIEZINGSWEEK
Na een traditiegetrouw enerverende week hebben de leden van de Arnhemse Gymnasiasten Bond een nieuw bestuur gekozen. Dit jaar streden twee serieuze partijen voor hun plek in het AGB-bestuur: Acta en First. Tijdens het afsluitende verkiezingsfeest op vrijdag 4 oktober bleek First een duidelijke overwinning te hebben behaald. First wil onder andere een maatschappelijke stage dag organiseren, een studiekeuzedag voor klas 5 regelen, leuke schoolfeesten en activiteiten zoals een kerstdiner voor de onderbouw organiseren. Dit alles met Suze Leemans als praeses, Sophie Kyriazopoulos als abactis, Merel van Herwaarden en Bram de Korte als assessoren en Ruben Zaagman als questor. Zij sturen de diverse subverenigingen aan, zoals Euterpe, Menander, Iris Tacheia en Rumble. Zoals elk jaar deden er ook weer diverse lolpartijen mee. Meestal groepjes zesdeklassers die dan wel meedoen voor de lol, maar toch fanatiek de strijd aangaan met ludieke outfits, absurde stunts en creatieve promotiefilmpjes. Lolpartij Vervuilnismannen mocht dit jaar met de eer strijken. Scan de QR-code om de promotievideo van First op YouTube te bekijken.
16