vakbond in
beweging VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS | NR. 77 | 20e JAARGANG
België - Belgique P.B. Antwerpen X 8/6342 AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X Toelatingsnummer P408993
JUN/JUL/AUG 2013
Horeca in de kijker
Inhoud
Nr. 77 - 20ste jaargang JUN/JUL/AUG 2013 Prijs: € 1 Jaarabonnement: € 4 Driemaandelijks tijdschrift van Linx+ ABVV-regio Antwerpen In samenwerking met ABVV seniorenwerking
3 REDACTIONEEL Speedy Pass 4 KINDEREN VAN SEMINI Maxime Brunfaut, linkse architect 6 GESCHIEDENIS 30 jaar kritiek op het neoliberalisme Vorming Sociaal Economisch Beleid blaast 30 kaarsjes uit
Verantwoordelijke uitgever: Dirk Schoeters Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen
10
Redactieadres: Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen 03 220 67 11 cedric.haes@abvv.be peggy.devis@abvv.be
14 ONGEWONE MENSEN Rood hart, zwarte hand Het verhaal van Jos Corbeel
Medewerkers aan dit nummer: Dirk Schoeters Marina Van den Bulck Luc Van Overberghe Staf Van Gorp Frans Van Heddeghem Cédric Haes Peggy Devis Patrick Van Laer Karel Hendrickx Viviane Thielens Koen De Clercq Yvan De Jonge
INTERVIEW Meer dan 90 jaar zorg De Mick Gesprek met Ludo Van Kets, algemeen directeur de Mick
18 ACTUEEL Horeca in de kijker of onder vuur? 22 BOEKBESPREKING Lucien Van Espen Een leven in dienst van de arbeiders 26 FILMBESPREKING 7 dagen Sociale Film Antwerpen
Vormgeving: Albert Balboa Illustratie cover: Auteur: Jean-Claude Mortier Naam foto: Hotel Sol la Palma
+
Ondertekende teksten geven uitsluitend de mening weer van de auteur en binden geenszins de organisatie.
2|
Vakbond in Beweging 77
Speedy Pass REDACTIONEEL
Het pretpark Walibi voerde begin juni een ‘speedy pass’ in. Wie bovenop het al prijzige toegangsticket nog eens hetzelfde bedrag neertelt, hoeft niet meer aan te schuiven in de wachtrijen aan de attracties. Het krantenbericht had alles van een ‘faits divers’ in de zomertijd. Ware het niet dat er een lawine van reacties op kwam. ‘Maatschappelijk onverantwoord’ luidde het quasi unaniem. Een slecht voorbeeld voor al de, figuurlijk dan toch, ‘arme’ kindjes, die wel netjes in de rij hun beurt afwachten zoals het hen van jongs af aan geleerd wordt. De speedy pass confronteert de toekomstige generaties, op wat een mooie dag zou moeten zijn, met de brute macht van geld. De letterlijk echte ‘arme’ kindjes kunnen natuurlijk niet aanschuiven aan attracties. Zij geraken de toegangspoorten van het pretpark zelfs niet eens door. Dat werd midden juni wel duidelijk in de Panoramauitzending ‘Arm Vlaanderen’. De moedige en sterke getuigenissen voor de camera, van ouders en kinderen die in armoede leven, zorgde bij de meeste kijkers voor koude rillingen. De verontwaardiging was nog veel groter dan toen eind mei de jaarlijkse armoedebarometer werd voorgesteld. Daarin stond nochtans ook al onomwonden dat kinderarmoede blijft toenemen. In 2012 werd in Vlaanderen 9,7% van de kinderen in een kansarm gezin geboren. Kansarm, dat is het omgekeerde van een speedy pass. Van de jongeren leeft 10,4% in armoede. De reportage op de openbare omroep gaf die jongeren achter de cijfers een gezicht. Dit is geen ‘faits divers’ meer, dit is een schande.
’t Is natuurlijk wel hoe je het bekijkt. Sinds zijn beruchte speech ter gelegenheid van de verkiezing van de Trends HR-Manager, weten we nu bijvoorbeeld heel goed hoe ene Jan-Pieter De Nul, hoofd van het gelijknamig baggerbedrijf, er over denkt. Die kinderen hebben hun situatie gewoon te danken aan ouders die ‘geen goesting hebben om te werken. Omdat het zonder werken ook kan’. Deze bolwassing komt van een gewaardeerd ondernemer die ooit tot 3 jaar cel veroordeeld werd wegens het omkopen van een belastingsinspecteur. Zijn straf werd echter opgeschort omdat ze nadelig was voor zijn van papa geërfd bedrijf. Er zijn blijkbaar speedy passen die, naargelang de situatie, niet alleen naar de top maar ook snel naar de uitgang leiden.
We weten ondertussen ook hoe het nieuwe Antwerpse stadsbestuur er over denkt. De organisaties en diensten die op het terrein steun bieden aan de zwakste inwoners zien hun middelen drastisch verminderd of zelfs geschrapt. Een ideologische keuze in plaats van een budgettaire, schreven een aantal perscommentatoren. De sociale organisaties moeten maar meer beroep doen op vrijwilligers in plaats van
3|
Vakbond in Beweging 77
op professionele krachten luidde de commentaar van de n-va. Dat is bij wijze van spreken een speedy pass naar de 19de eeuwse liefdadigheid.
Bovenstaande zijn geen los van elkaar staande anekdotes. Voeg ze toe aan de lange lijst recente pleidooien voor minijobs en tegen de collectieve arbeidsovereenkomsten, aan het culpabiliseren van werklozen, het demoniseren van de vakbonden, aan de aanvallen op de sociale zekerheid en de index … en het totaalbeeld wordt duidelijk. Bij een groot deel van het patronaat, zijn woordvoerders én zijn politieke verlengstukken zoals de n-va, heerst er een collectieve vlaag van nostalgie naar de tijden van de eerste industriële revolutie, toen de fabrieksbazen hun zin konden doen met een ongeorganiseerd lompenproletariaat. Natuurlijk is het rechts discours zelden zo duidelijk als dat van een Jan-Pieter De Nul. Dat is bewust. Als onze welvaartstaat en sociale bescherming ontmanteld worden, krijgen we niet alleen pretparken maar een hele maatschappij gebaseerd op speedy passen voor een kleine groep en (kans)armoede voor een steeds grotere. En als de verbolgen reacties op de reportage ‘Arm Vlaanderen’, op de invoering van de speedy pass door Walibi en de uitspraken van een baggeraar één ding duidelijk maken, dan is het wel dat de meerderheid van de bevolking daar echt niet op zit te wachten. Voorwaar een hoopvolle gedachte zo net voor de vakantie. Dirk Schoeters algemeen secretaris ABVV-regio Antwerpen
KINDEREN VAN SEMINI
Normaal bespreken we in deze rubriek personen uit Antwerpen, maar we maken een uitzondering voor Maxime Brunfaut. Hij was een belangrijk Belgisch architect en stedenbouwkundige. Qua stijl kan men zijn werk tot het Nieuwe Bouwen rekenen. Hij werd vooral bekend door de bouw van het ‘Sanatorium Joseph Lemaire’ in Tombeek, bij Overijse.
BIOGRAFIE
Maxime Brunfaut werd geboren te Schaarbeek op 23 mei 1909. Maxime was de zoon van Fernand Brunfaut, eveneens architect en volksvertegenwoordiger voor de Belgische Werkliedenpartij. Hij was dus afkomstig uit een rood nest. Zijn moeder was één van de verantwoordelijken in het nationaal comité van de socialistische vrouwen, samen met Emilienne Steux. Volgens verklaringen van Maxime zelf waren zijn ouders zeer enthousiast over de Russische Revolutie van 1917. Hij herinnerde zich lang een avond in het Volkshuis van Brussel, waar een Duits soldaat-spartacist, een toespraak hield over Rosa Luxemburg in het Duits, doorspekt met Vlaams. In de twintiger jaren kwamen vele linkse leiders en intellectuelen bij de familie Brunfaut over de vloer, zoals o.a. de communistische schrijver Henri Barbusse en de Joodse componist
Maxime Brunfaut linkse architect Kurt Weill. In zijn jonge wilde jaren werd Maxime Brunfaut lid van ‘Les Etudiants Marxistes’ waar Piet Vermeylen ook lid van was. Alhoewel hij een slechte leerling was en door de oorlogsjaren weinig school had gelopen, wilde Maxime reeds vroeg architect worden. Hij slaagde uiteindelijk voor het toelatingsexamen van de Academie voor Schone Kunsten in Brussel, waar hij studeerde van 1925 tot 1929. Victor Horta was daar één van zijn leermeesters. Maxime leert een meisje kennen en huwt haar op twintigjarige leeftijd. Na een jaar was het huwelijk reeds voorbij. Het privé-leven van Maxime heeft zijn houding als architect en politieke opstelling erg beïnvloed. Enkele jaren later werd Maxime Brunfaut stapelverliefd op Emilienne Steux, de vriendin van zijn moeder die op dat moment ook gehuwd was. Maxime zelf was nog niet gescheiden. Dit hield hen echter niet tegen om een relatie aan te gaan. Jaren later traden zij in het huwelijk. Tijdens de oorlog zaten ze beide in het verzet in Toulouse (Frankrijk), ze hadden toen reeds twee kinderen samen. In 1945 keerden ze terug naar België en bezaten geen rooie duit. In Brussel ontmoette Maxime opnieuw Victor Horta. Deze koos hem als opvolger voor zijn laatste grote bouwplaats, het C e n t ra a l S t a t i o n van Brussel. Dit werd de doorbraak voor Maxime Brunfaut.
LINKSE SOCIALIST
Maxime Brunfaut studeerde af in 1929, het jaar van de grote beurscrash. Hij was toen actief in de socialistische jeugdbeweging. Hij ging in het leger, dit tot grote ergernis van zijn vrienden. Bij het leger voerde hij politieke acties en trachtte er “soldatensovjets” op te richten, zodat de soldaten, als het er op aan kwam, de kant van het volk zouden kiezen. Het draaide anders uit. Tijdens de stakingen van 1932 werd
4|
Vakbond in Beweging 77
het leger tegen de arbeiders ingezet. Van zijn intenties om na zijn studies veel te gaan rondreizen, kwam niet veel terecht omdat hij zich engageerde in de politieke stakingsacties. In 1933 trok Maxime toch naar de Sovjet-Unie. Met uitzondering van de oorlogsjaren was hij nooit lid van de communistische partij, wel van de socialistische partij. Maxime Brunfaut tilde ook zwaar aan wat hij noemde de breuk tussen links en rechts in de BWP. Op 24 december 1933 aanvaardde het Congres van de BWP het Plan van de Arbeid van de Antwerpse sociaal psycholoog en politicus Hendrik De Man. Dit verdeelde de partij in een rechteren een linkervleugel. De partij nam toen een bocht van 180 graden naar rechts, aldus Brunfaut. De Man ging trouwens tijdens de volgende oorlog in de collaboratie. Ook de Spaanse Burgeroorlog zorgde voor verdeeldheid. Paul-Henri Spaak was o.a. de eerste minister van buitenlandse zaken die de ‘voorlopige’ regering van Franco erkende.
SANATORIUM JOSEPH LEMAIRE IN TOMBEEK
Zijn meest geslaagde werk volgens Maxime Brunfaut zelf is het ondertussen vervallen ‘Sanatorium Joseph Lemaire’ in Tombeek. Twintig kilometer ten oosten van Brussel, in een vriendelijk golvend Brabants landschap ligt het dorp Tombeek. Hier, op de Tombeek-Heide, een plateau op de weg naar Waver werd ooit een paleis gebouwd. Hier verbleven geen gekroonde hoofden, maar marginale armoezaaiers. Het paleis was het voormalige “Sanatorium Joseph Lemaire”. Het Sanatorium werd gebouwd door socialisten. Op 1 oktober 1907 werd de coöperatieve verzekering La Prévoyance Sociale (PS) (De Sociale Voorzorg) opgericht. Er waren 117 onderschrijvers, waaronder schrijnwerkers, bedienden, mijnwerkers, een leraar, een
dokter, enz. Een volksvertegenwoordiger was er ook bij: het Gentse boegbeeld Edward Anseele. Op 15 mei 1912 werd Joseph Lemaire als afgevaardigde van de inspecteurs van de PS lid van de Raad van Bestuur. De winsten van de coöperatieve zaten in de lift, en de bestemming ervan was een van de aandachtspunten van de vennootschap. Als coöperatieve had men geen winstdoel. De winsten aan de cliënten uitkeren zouden, gezien het groot aantal polissen, te miniem geweest zijn, dat het geen economische waarde had. Daarom werd besloten, om die restorno in een collectieve vorm uit te keren. Zo werd besloten, onder impuls van Joseph Lemaire, om een preventorium op te richten ten bate van de socialistische mutualiteiten. In 1926 kocht de PS het kasteel van Tribomont waar een preventorium voor kinderen en herstellende vrouwen werd geopend. Daarna verwierf de PS nog een eigendom in Klemskerke, waar eveneens een preventorium werd opgericht. Tuberculose was destijds nog lang niet overwonnen. In het jaar 1931 sloeg de economische crisis toe. De winsten van de PS
kelderden op één jaar tijd met twintig procent maar Lemaire zette door. In dat jaar voerde de PS reeds de mecanografie in, en was daarmee één van de eerste bedrijven die de ponskaarten gebruikten. Fernand Brunfaut, huisarchitect en PS-bestuurder verbouwde, samen met zijn pas afgestudeerde zoon Maxime de PS kantoren. Lemaire wou ook een sanatorium voor TBC-patiënten openen. In 1932 liet hij Maxime Brunfaut enkele schetsen maken, en nog voor er gronden voor aangekocht waren, kreeg Maxime Brunfaut de opdracht om met de voorstudie te beginnen. Negen maanden later werd de grond Tombeek-Heide aangekocht. Vader en zoon Brunfaut werkten samen, maar het is Maxime die de feitelijke ontwerper was. Op 20 augustus 1936 werd de eerste steen gelegd. Op 21 september 1937 aan de vooravond van de dertigste verjaardag van de PS werd het sanatorium geopend. Het indrukwekkende complex was in een recordtijd van dertien maanden voltooid. Op 4 november deden de eerste patiënten hun intrede. Het was een indrukwekkend gebouw met alle nodige en moderne voorzieningen. Er werden ook regelmatig aanpassingen en moderniseringen aan het gebouw aangebracht. Maar de geneeskunde evolueerde en de ziekte werd overwonnen. Daarmee daalde ook het aantal patiënten. Eind 1987, na vijftig jaar moest het instituut Josef Lemaire, een ziekenhuis met 150 bedden en rusthuis met 48 bedden, de deuren sluiten. Dit alles volgens een richtlijn van het Sint-Annaplan, het drastisch besparingsplan van J.L.Dehaene uit 1986. Het gebouw heeft lang staan verkrotten tot in 2011 het
5|
Vakbond in Beweging 77
startschot werd gegeven voor de restauratie van het sanatorium. Het gebouw krijgt een herbestemming: Het wordt een rust- en verzorgingstehuis met luxueuse serviceflats. De vraag is of Maxime Brunfaut, als doorwinterde socialist, hier gelukkig mee zou zijn…
STIL EINDE
Op 22 september 2003 na een onrustige nacht overleed Maxime Brunfaut in zijn slaap op 94-jarige leeftijd. De crematie vond plaats in strikte intimiteit. Op 11 oktober verscheen zijn overlijdensbericht in de kranten. Staf VAN GORP
Bronnen : Wikipedia Het paleis op de heide – Johan Wambac
VOORNAAMSTE REALISATIES 1932 : de drukkerij van de krant Le Peuple in Brussel 1937 : Sanatorium Josephi Lemaire in Tombeek 1936-1952 : Station Brussel-Centraal 1952 : Station Brussel-Congres 1954 : Sabena Air Terminus Brussel Art-Deco-meubilair voor de drukkerij van de Gentse krant Vooruit, anno 2009 het cultuurhuis Backstage 1955-1958 : Luchthavengebouw Zaventem 1958 : Stedelijk zwembad Leuven 1964 : Algemeen secretariaat van de Belgische Socialistische Partij in Brussel 1970 : ACOD gebouw aan het Fontainasplein in Brussel
GESCHIEDENIS
30 jaar kritiek op het neoliberalisme Vorming Sociaal Economisch Beleid blaast 30 kaarsjes uit
VOSEB bestaat dit jaar 30 jaar. VOSEB is een begrip in ABVV-regio Antwerpen. Niet alleen omdat enkele honderden militanten de opleiding genoten, maar ook omdat VOSEB in de afgelopen drie decennia een bron van wetenschappelijke reflectie en kritiek was en is op het neoliberale model en zijn praktijken.
Militanten op de universiteitsbanken
In 1983 werd in de schoot van het Instituut voor Samenwerking tussen Universiteit en Arbeidersbeweging (ISUA) gestart met een twee jaar durende opleiding: VOSEB. VOSEB staat voor Vorming en Opleiding Sociaal-Economisch Beleid. De opleiding was gericht op het bijbrengen van basiskennis in economie, sociale wetenschappen en recht. VOSEB werd het centrale onderwijs-
programma van ISUA. Het richtte zich tot de syndicale militanten, de leden van de ondernemingsraad en van de vakbondsafvaardiging. VOSEB wilde de militanten wetenschappelijke informatie leren verwerken en wetenschappelijk analyses leren toepassen op de eigen syndicale ervaring. Op die manier zouden de vakbonden in onderhandelingen met werkgevers sterker staan. VOSEB was nooit concurrentie van de eigen syndicale vorming maar vulde
6|
Vakbond in Beweging 77
die vorming aan op academisch niveau.
Enkele honderden militanten volgden één van de voorbije 15 promoties. Voor hen was VOSEB vaak één van de belangrijke stappen in hun syndicale carrière als delegee, als vakbondsmedewerker of als secretaris. Om er slechts enkelen te noemen: Dan Plaum, Patrick Lodewijckx, Herman Baele, Ivan Grootaers, Marc Loridan, Dany Van Cauwenbergh, Patrick
Elsen, Ivan Aerts, Ortwin Magnus, Jan Martens, allemaal volgden ze op een gegeven moment in hun carrière de VOSEB-opleiding.
Arbeidersemancipatie én democratisering van het onderwijs
Aangezien ISUA een samenwerkingsverband tussen de Antwerpse universiteit en de drie vakbonden was en is, bracht VOSEB militanten van de drie vakbonden samen op de universiteitsbanken. Een hele rits van professoren engageerden zich om de vakbondsmilitanten te confronteren met hun academische kennis en maatschappelijke visie. De vakbondsmilitanten brachten hun syndicale ervaringen in. Deelname aan VOSEB was dus per definitie pittig, verrijkend en uitdagend.
Die wisselwerking is typerend voor VOSEB. VOSEB wilde immers van bij de start bruggen slaan tussen de wereld van het wetenschappelijk onderzoek en de syndicale praktijk. Enerzijds om zo de vakbonden beter te wapenen in hun overleg en onderhandelingen met de werkgevers. Omgekeerd om het wetenschappelijk onderzoek en het academisch onderwijs meer bij de werkelijkheid te laten aansluiten door de inbreng van de syndicale praktijkervaring. VOSEB bracht een stuk democratisering van het universitair onderwijs tot stand. Dit was het logische uitvloeisel van de tijdsgeest op die moment. De arbeidersbeweging had drie decennia lang zijn stempel kunnen drukken op de samenleving. De welvaartsstaat was daar het gevolg van. Als ABVV hadden we in 1971 ons congres over arbeiderscontrole gehad. Mei ’68 lag nog vers in het geheugen. In die tijdsgeest van emancipatie en democratisering was het logisch dat geëngageerde professoren en kritische syndicalisten de brug zouden slaan tussen de wereld van de arbeid en de academische wereld. De op-
richting van ISUA eind jaren ’70 was de eerste stap. VOSEB was de tweede stap.
Tegen de tijdsgeest van het neoliberale denken in
VOSEB was dan wel het product van arbeidersemancipatie en democratisering van het onderwijs, tegelijk kwam VOSEB tot stand op het moment van de doorbraak van het neoliberale denken. In België gebeurde dit door de katholiek-liberale regering Martens-Gol in 1981.
Het neoliberale denken was eerder al ontstaan in de jaren dertig. Het failliet van het klassieke liberale denken waarin de staat op de achtergrond stond en de opkomst van autoritaire stromingen als het communisme en het fascisme, verplichtte de liberale denkers om zichzelf her uit te vinden. Het neoliberalisme zette de staat op de voorgrond als bewaker en promotor van de vrije markt en de concurrentie. Dit gedachtengoed verdween compleet op de achtergrond door de doorbraak van het keynesianisme dat pleitte voor een sociaal gecorrigeerde markteconomie. De economische crisis van de jaren zeventig, de explosie van de werkloosheid en de druk op de sociale zekerheid, waren een hefboom voor het neoliberale denken dat begin jaren ’80 met figuren als Ronald Reagan en Margaret Thatcher, de politiek internationaal ging beïnvloeden.
Aanvankelijk had de VOSEB-opleiding nog een traditionele academische indeling met een bloemlezing van vakken van de faculteiten economie, sociale wetenschappen en rechten. De gewijzigde maatschappelijke noden en de toenemende gevolgen van de neoliberale praktijken brachten ISUA ertoe om VOSEB te herprofileren naar een thematische benadering. Actuele thema’s werden vanuit de drie wetenschappelijke disciplines - sociologie, economie en arbeidsrecht - uitgespit.
7|
Vakbond in Beweging 77
De voorbije thematische promoties
De 8 thematische promoties belichtten syndicaal actuele problematieken in de maatschappij en in het bedrijfsleven die het gevolg waren van de neoliberale omvorming van de samenleving. Bij de achtste VOSEB-promotie in 1997, de eerste thematische promotie, was er voor de studenten keuze uit twee thema’s, met name ‘de toekomst van de sociale zekerheid’ en ‘de arbeidsherverdeling’. Tijdens de negende promotie was het centrale thema ‘vakbeweging tussen verleden en toekomst’. De tiende promotie kende als hoofdthema ‘de actieve welvaartsstaat’ en de elfde promotie organiseerde zich rond het thema ‘arbeid, een productiefactor met een (sociale) toekomst’. De twaalfde promotie handelde over ‘arbeid en zelfrespect’. Het thema van de dertiende promotie was ‘herstructurering, een juridische, sociale en economische benadering’. De veertiende promotie had als thema ‘collectieve actie en conflictbeheersing’. De vijftiende promotie, die net werd afgerond, handelde over ‘werkbaar werk in een gewijzigde wereld van werk’.
GESCHIEDENIS
Verzet tegen neoliberale praktijken als competentie
De thema’s werden gekozen om de studenten beter mee te nemen in het zich eigen maken van een wetenschappelijke benadering vanuit reële ervaringen. Maar ook om theorie en praktijk aan elkaar te kunnen koppelen. De VOSEB-opleiding is geen academische ivoren toren, maar staat met twee voeten, een academische en een syndicale, in de realiteit. De militanten brengen praktische ervaringen in de lessen in en theoretische kennis wordt omgezet in syndicale praktijk. Vanuit die benadering werden de afgelopen jaren eindwerken van de studenten gepubliceerd en werden VOSEB-lessen opengesteld voor een ruimer publiek. In de laatste promotie ‘werkbaar werk’ organiseerde de Stichting Innovatie & Arbeid (StIA) een tryout van de toolkit werkbaar werk van de SERV. Een deelnemer evalueerde deze oefening als volgt, “Dat je gericht leert zoeken is leuk, maar vooral de bespreking van hoe je die dingen kan gebruiken in je vakbondswerk waren voor mij interessant”. Wat eigenlijk typerend is voor heel de aanpak van VOSEB. De studenten leggen ook geen examen meer af zoals in de beginjaren, maar werken aan een groepswerk of schrijven een paper over een zelf gekozen onderwerp. Doelstelling is immers niet louter kennisverwerving maar ook het verwerven van de vaardigheid om complexe informatie te verzamelen en te analyseren, een gestructureerd verhaal op te bouwen en dit ook helder te kunnen communiceren. Militanten worden zo competenter in hun verzet tegen de sociale afbraak in het kielzog van het neoliberalisme.
Waardering van arbeid in het neoliberale model
De 16de VOSEB-promotie ‘waardering van arbeid in het neoliberale model’ belooft dan ook een opleiding te worden die VOSEB op het lijf geschreven is. Het thema komt tot de kern van de uitdagingen waar VOSEB al 30 jaar werk van maakt.
De financieel-economische crisis in 2007 leek dan wel het einde aan te kondigen van een te liberale economie. De financiële markten waarvan ons werk, ons welzijn en een groot deel van ons pensioen afhangen, kraakten om daarna ineen te storten. Toch draait de neoliberale motor verder. De 16de VOSEB-promotie gaat in op de vraag waarom het zo moeilijk is dit model te keren?, hoe werkt het neoliberale gedachtegoed in de maatschappij, in de economie en in het recht?, wat zijn de gevolgen van dit model op de maatschappij waar individuen tegen elkaar worden uitgespeeld, waar solidariteit meer en meer plaats ruimt voor concurrentie? Maar VOSEB stelt ook de vraag hoe we op een collectieve manier kunnen inspelen op de nieuwe, meer individuele noden van werknemers in de neoliberale omstandigheden en welke alternatieven er bestaan op de neoliberale praktijk.
De 16de promotie van VOSEB is dan ook een aanrader voor elke militant. Wie wil kennismaken met VOSEB kan trouwens deelnemen aan de feestelijke proclamatie van de afgelopen 15de promotie ‘Werkbaar werk in een gewijzigde wereld van werk’ op 26 september 2013. Dr. Dirk Luyten (gastdocent UG, CEGESOMA) geeft daar een uiteenzetting over ‘het neoliberalisme in de geschiedenis’. Hij kadert het
8|
Vakbond in Beweging 77
neoliberalisme als politieke stroming historisch vanuit het perspectief van de arbeidspolitiek. Als voorproef op de 16de promotie kan dit tellen.
Verdere informatie over VOSEB, programma en inschrijvingsvoorwaarden kan bekomen worden bij: • •
Dominique Kiekens coördinator ISUA Universiteit Antwerpen Stads campus | Venusstraat 23 2000 Antwerpen tel.: 03 265 53 49 fax: 03 265 59 77 | e-mail: dominique.kiekens@ua.ac.be www.ua.ac.be/isua Vorming en Actie militantenvor ming Ommeganckstraat 35 2018 Antwerpen tel.: 03 220 67 25 fax: 03 220 66 73 | e-mail: vorming.antwerpen@abvv.be www.abvv-regio-antwerpen.be
• •
Dag en uur: donderdag 26 septem ber 2013 van 19:00 tot 21:00 Plaats: Stadscampus | Antwerpen Grote Kauwenberg 18 | gebouw C | lokaal C.001
Proclamatie 15de VOSEB promotie met Dirk Luyten (gastdocent UG, CEGESOMA) over ‘het neoliberalisme in de geschiedenis’
Daguitstap naar LA COUPOLE en de lanceerbasis van Eperlecques
In Noord-Frankrijk, op 5 km van de stad Saint-Omer, staat LA COUPOLE: een gigantische ondergrondse bunker die de nazi’s in 1943-1944 bouwden om er de V2-raketten op te slaan, klaar te maken en te lanceren. De V2 was het geheime wapen waarmee Hitler Londen zou vernietigen en het verloop van de oorlog wilde veranderen. Het was ook het eerste tuig dat de stratosfeer heeft bereikt. Vandaag is La Coupole omgebouwd tot een zeer modern, historisch herdenkingscentrum. In een indrukwekkend kader kunt u er kennismaken met de belangen van een totale oorlog en de etappes van de verovering van de ruimte, paradoxaal genoeg het gevolg van de V2-technologie. Talrijke audiovisuele documentaires behandelen de belangrijkste thema’s van de Europese collectieve herinnering. U ontdekt ze op uw eigen ritme, dankzij de infrarood-hoofdtelefoon voor audiobegeleiding. Deelname omvat: de busreis, toegang tot de site La Coupole en de lanceerbasis met audiobegeleiding, koffiestop met versnapering te Ieper. Driegangen lunch inclusief wijn, water en koffie.
Prijs: 50 euro per persoon Wanneer: donderdag 26 september 2013 Vertrek: om 7.00u | Van Straelenstraat | Antwerpen
INFO en INSCHRIJVINGEN
Adviespunt Ommeganckstraat 35 (1e verdieping) 2018 Antwerpen T: 03 220 66 13 adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen kan bij het Adviespunt enkel met Bancontact of via overschrijving op het rekeningnummer BE20 1325-2019-3156
9|
Vakbond in Beweging 77
INTERVIEW
Meer dan 90 jaar zorg De Mick
Heropbeuring ‘de Mick’ is een begrip in de Antwerpse socialistische en syndicale middens. Bescheiden gestart als een sanatorium voor havenarbeiders met tuberculose, groeide de Mick uit tot een modern zorgbedrijf met ziekenhuis, ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Zonder af te stappen van de principes die de stichters voor bij de oprichting voor ogen hadden. Vakbond in beweging sprak met Ludo Van Kets, algemeen directeur van de Mick.
Ludo, voor de zeldzame ABVV’er die de Mick niet zou kennen. Kun je toch eens kort de geschiedenis vertellen. Ludo Van Kets: Zoals vele lezers wellicht weten is De Mick ontstaan uit de vakbond. Het was de Belgische Transportarbeiders Bond die in 1922 de vzw Heropbeuring oprichtte. Zij namen dit initiatief omdat veel van hun leden havenarbeiders, de befaamde buildragers, getroffen werden door longtuberculose. Die was te wijten aan de stoffige werkomstandigheden in de scheepsruimen. De remedie tegen TBC was gezonde zee- of boslucht. Daarom kocht de vzw Heropbeuring in 1924 een groot stuk bosgrond in Brasschaat. Die grond was eigendom van de toenmalige Commissie van Openbare Onderstand van Antwerpen, de voorloper van het OCMW.
In 1927 werd de eerste residentiële opvang gerealiseerd. De capaciteit bleek echter al zeer snel te klein. In 1934 werd op de bestaande voorziening een verdieping gebouwd zodat 84 patiënten konden opgenomen worden. Op het einde van de tweede wereldoorlog werd deze instelling spijtig genoeg totaal vernield. De geallieerden beschoten de instelling om de
luchtafweer van de Duitse troepen te vernietigen. Gelukkig vielen er geen slachtoffers want het sanatorium was tijdig ontruimd.
Onder impuls van Louis Major werd dan De Mick heropgebouwd en het nieuwe sanatorium werd in 1952 in gebruik genomen. Door de verbeterde leef- en werkomstandigheden werden gelukkig steeds minder mensen getroffen door TBC. Daarom moest de instelling tijdens de jaren 70 en 80 een hele omschakeling doormaken. Vanaf 1994 werd een masterplan uitgewerkt om het gebouw aan te passen aan de nieuwe patiëntverwachtingen. Naast het ziekenhuis werd ook gestart met ouderenzorg. Hiervoor werd een Rust- en Verzorgingstehuis gebouwd. Later, in 2008, volgde de opening van onze gehandicaptenvoorziening: de Vrije Vlinder.
Als ik het goed begrijp is de Mick nu actief op drie terreinen: ziekenhuis, ouderenzorg en gehandicaptenzorg?
Ludo Van Kets: Inderdaad. Het ziekenhuis is een gespecialiseerd ziekenhuis met 122 bedden. In het vakjargon een Geïsoleerde Sp-dienst. Het heeft een erkenning voor: • 40 bedden neurologische revalidatie
10 |
Vakbond in Beweging 77
• • •
56 bedden locomotorische revalidatie 20 bedden revalidatie voor patiënten met chronische aandoeningen En 6 bedden voor palliatieve zorgen.
De neurologische revalidatie is ondergebracht in twee afdelingen met 20 bedden op de eerste verdieping. De Mick heeft zich de voorbije jaren gespecialiseerd in de revalidatie van mensen getroffen door niet-aangeboren hersenletsels, zoals Multiple Sclerose, ALS en andere neurologische aandoeningen. Ook hebben wij een erkenning voor de revalidatie van comapatiënten.
In de afdelingen voor locomotorische revalidatie worden patiënten behandeld na orthopedische ingrepen, zoals heup- en knieprotheses, schouderoperaties, amputaties. We hebben ook een gespecialiseerde afdeling voor mensen die getroffen zijn door een hersenbloeding. Hiervoor werden klinische zorgtrajecten ontwikkeld met het Algemeen Ziekenhuis Klina in Brasschaat. Door dit zorgtraject weten patiënten van bij hun eerste consultatie bij de chirurg wanneer de operatie zal gebeuren, wanneer zij Klina zullen verlaten, hoelang ze verder revalideren in De
Mick en wanneer zij na hun revalidatie terug naar huis kunnen.
In de afdelingen voor patiënten getroffen door chronische aandoeningen gaat de aandacht vooral naar oncologische patiënten en ook - nog altijd – naar patiënten getroffen door longziekten. Weliswaar geen TBC meer. Tenslotte werd in 2010 ook een volledig vernieuwde palliatieve afdeling voor 6 patiënten geopend: de Lotus.
Als ik goed ben ingelicht worden deze Geïsoleerde Sp- en G-diensten met de zesde staatshervorming overgeheveld naar Vlaanderen. Wat zou dat kunnen betekenen voor de Mick en de andere gelijkaardige ziekenhuizen.
Ludo Van Kets: Het is inderdaad zo dat de Geïsoleerde Sp- en G-diensten gevat zijn door de staatshervorming en overgeheveld worden naar de gemeenschappen. Voor Vlaanderen gaat het over 7 revalidatieziekenhuizen.
Namelijk: • de Mick in Brasschaat • Revarte in Edegem, het vroegere Hof ter Schelde • de MS-Kliniek in Melsbroek • de MS-Kliniek in Overpelt • het Koningin Elisabeth Instituut in Oostduinkerke • het Belgisch Zee Instituut in Oostende • Inkendaal in Brussel Wat die overheveling naar Vlaanderen allemaal zal inhouden, blijft nog steeds zeer onduidelijk. Essentieel voor al deze gespecialiseerde revalidatieziekenhuizen blijft het behoud van de erkenning als ziekenhuis. Daarnaast zijn er dan nog de vele vragen met betrekking tot de financiering. Bijvoorbeeld hoe de facturatie in Vlaanderen zal verlopen. Via de ziekenfondsen of rechtstreeks via de Vlaamse administratie. Of wat gebeurt er met de medische prestaties en de honoraria van de artsen enz. Wij hopen daar zo snel mogelijk de juiste informatie over te krijgen. Dat is absoluut noodzakelijk omdat nu beleidsbeslissingen moeten genomen
11 |
Vakbond in Beweging 77
worden over Investeringen, uitbouw van diensten en dergelijke, zonder dat we weten wat de spelregels in de toekomst zullen zijn.
De tweede entiteit binnen de Mick is dan het Woon- en zorgcentrum?
Ludo Van Kets: Dat klopt. Het woonen zorgcentrum de Mick telt 115 woongelegenheden. Die zijn onderverdeeld in drie leefgemeenschappen en 8 bedden voor kortverblijf. De grootste afdeling is de afdeling Antigoon met 60 bedden voor demente bejaarden. De afdeling Brabo is een afdeling voor semivalide bejaarden en de afdeling Conscience telt 26 woongelegenheden voor bewoners die meer fysische zorgen nodig hebben. In deze afdeling hebben wij een bijkomende erkenning voor bewoners met MS en voor comapatiënten. Alle bewoners verblijven in eenpersoonskamers. Door gebruik te maken van de software die we gebruiken in het ziekenhuis kunnen ze zelf ook kiezen uit twee menu’s, wat niet in alle rustoorden het geval is.
Men heeft het nu dikwijls over de vergrijzing en de nood aan extra opvang. Heeft de Mick nog plannen voor uitbreiding?
Ludo Van Kets: De vergrijzing en verzilvering valt niet te ontkennen. Maar we stellen ook vast dat de mensen toch zo lang mogelijk thuis willen blijven. Ze komen pas naar het rusthuis als het thuis echt niet meer gaat. De gemiddelde leeftijd van onze nieuwe bewoners is dan ook ouder dan 85 jaar. We zullen in de toekomst dus de thuiszorg moeten uitbreiden zodat de mensen inderdaad zo
INTERVIEW
lang mogelijk kunnen thuis blijven. Daarnaast moeten we een doordachte uitbreiding van de capaciteit in de rustoorden realiseren. De Mick heeft enkele jaren geleden bij de gemeente Brasschaat een masterplan ingediend waarbij de uitbreiding van ons rusthuis met nog 26 bedden was voorzien. Binnen de programmatie van de Vlaamse Gemeenschap hebben wij een voorlopige vergunning voor deze 26 bedden bekomen en de gemeente heeft ons al een stedenbouwkundig attest afgeleverd. Dit maakt dat waarschijnlijk in 2014 met de bouw zou kunnen gestart worden en dat de extra afdeling in gebruik zou kunnen genomen worden in 2015.
De jongste entiteit van De Mick is de gehandicaptenvoorziening?
Ludo Van Kets: Het plan voor een gehandicaptenvoorziening voor mensen getroffen door niet-aangeboren hersenletsels dateert van 1994. Op dat ogenblik stelden we vast dat jonge MS-patiënten zo zwaar zorgbehoevend zijn dat zij niet meer naar huis konden en dus in het ziekenhuis moesten blijven. Die jonge mensen onderbrengen in een rusthuis was ook niet aangewezen gelet op het verschil in leeftijd met de bewoners. Daarom wou de Mick zelf een gehandicaptenvoorziening bouwen.
Dit dossier is echter sprekend voor het traag werken van de overheid en de complexiteit van onze regelgeving. Gestart in 1994 met het inwinnen van informatie en het indienen van de eerste dossiers zijn de eerste bewoners verhuisd naar de Vrije Vlinder in november 2008. Dit betekent een doorlooptijd van 14 jaar. Maar het is dan ook een prachtige realisatie geworden met veel ruimte en licht voor 36 zwaar motorisch gehandicapten. In 2011 hebben we dan de gehandicaptenvoorziening van het OCMW Antwerpen overgenomen die gehuisvest is in het RVT Sint-Maria te Berchem. De plannen voor een nieuwbouw voor deze bewoners zijn klaar en wij hopen begin 2014 te starten met de werken.
Komt deze nieuwe voorziening hier in Brasschaat?
Ludo Van Kets: Neen. Vermits het hier een voorziening betreft die in Antwerpen ligt kregen we geen toelating om de nieuwbouw hier te zetten. We moesten naar een site zoeken in Antwerpen. Samen met het Zorgbedrijf van het OCMW en met ZNA werd een grond gevonden in Merksem, naast het ziekenhuis Jan Palfijn. Op dit terrein zal naast onze gehandicaptenvoorziening ook ZNA een instelling bouwen.
12 |
Vakbond in Beweging 77
Jouw verhaal is duidelijk. De Mick is al lang niet meer het ‘Sana De Mick’ van vroeger. Ludo Van Kets: Neen, zeker niet. Maar het blijft moeilijk om van de naam ‘sanatorium’ af te raken. Tradities zijn sterk. De Mick is uitgegroeid tot een grote KMO met zijn drie entiteiten. Revalidatieziekenhuis, woonen zorgcentrum en twee gehandicaptenvoorzieningen. Voor De Mick werken nu meer dan 500 medewerkers en onze jaarlijkse omzet bedraagt meer dan 20 miljoen euro. De Mick is een bedrijf actief in de gezondheidssector maar nog altijd met dezelfde instelling die onze stichters in 1922 voorop stelden. Wij willen kwaliteitsvolle zorg bieden tegen een betaalbare prijs. Dit blijkt in het ziekenhuis waar geen kamersupplementen en honorariasupplementen worden gevraagd. Dit blijkt ook uit de lage dagprijs in het woon- en zorgcentrum.
Hartelijk bedankt voor het gesprek Ludo.
Wie meer informatie wil over de Mick kan ook steeds terecht op hun website www.demick.be.
Op donderdag 3 oktober om 20.00 uur, zal de Vriendenkring van “De Mick” een benefietvoorstelling inrichten in het Fakkeltheater “Rode zaal” Hoogstraat 12 te 2000 Antwerpen.
“DE RED STAR LINE” in een vernieuwde versie met een vernieuwde cast Toneelvoorstelling door theater Zeemanshuis AUTEUR: Alex Van Haecke - REGIE: Alex Van Haecke Het is 1906. In Europa is de sociaaleconomische toestand voor een groot deel van de bevolking ronduit miserabel. Emigreren naar de Verenigde Staten van Amerika lijkt voor velen de enige uitweg uit hun ellende. In Antwerpen draait de rederij Red Star Line op volle toeren. Vlaamse, maar ook Oost-Europese en Joodse mensen vertrekken als landverhuizers vanuit de Scheldestad naar de States…
Kaartjes kunnen besteld worden op het tel nr. 03/217.10.11 Inkomprijs bedraagt : 19,00 € + 1,00 € lokatievergoeding Rekening nr : 220-0408420-86 De opbrengst wordt integraal doorgestort naar Revalidatie- Woon- en Zorgcentrum “De Mick”
+
Met Linx+ op bezoek in de
ANTWERPSE HAVEN
Voel je een havenarbeider op donderdag 10 oktober 2013. Je zal ondergedompeld worden in het leven van een dokwerker... met bezoek van het opleidingscentrum en verschillende haventerminals. We nemen je mee in de loopbaan van een havenarbeider tijdens een geleid bezoek aan de haven met de bus. Via het opleidingscentrum voor havenarbeiders gaan we naar het aanwervingslokaal, beter gekend als ‘het kot’, en bezoeken we 2 verschillende haventerminals. ’s Middags eten we tussen de arbeiders een warme maaltijd in de kantine van het kot. Je voelt je gegarandeerd een dokwerker voor een dag! Prijs: 17 euro/pp (dranken niet inbegrepen) Wanneer? Donderdag 10 oktober 2013 van 9.00u tot 16.00u Waar? Bus vertrekt aan de BTB, Paardenmarkt 66, 2000 Antwerpen Inschrijven verplicht op info@linxplus.be met vermelding van rijksregisternummer, identiteitskaartnummer en namen deelnemers | of telefonisch 02 289 01 81 Uw inschrijving wordt definitief na betaling van 17 €/pp, op rekeningnummer BE 79 8777 9643 0233. Met vermelding havenbezoek 10/10
13 |
Vakbond in Beweging 77
Rood hart, zwarte hand ONGEWONE MENSEN
Het verhaal van Jos Corbeel
Dit verhaal begint een jaar terug aan een vergadertafel van het ABVV-regio Antwerpen. Een collega vraagt naar de reden van een bepaalde procedure op de juridische dienst. Karel Hendrickx, betrokken diensthoofd , antwoordt droog: ‘dat is al zo sinds de tijd van Jos Corbeel’. Karel is de ouderdomsdeken aan de tafel en had met evenveel gezag kunnen zeggen dat het dateerde uit de tijd dat de dieren nog spraken. Niemand die daar tegenin gaat. De meerderheid aan tafel kent Jos Corbeel trouwens niet, of herinnert hem maar van horen zeggen. Vraag van de baan, punt afgesloten. Enkele maanden later, de Morgen van maandag 29 oktober. Groot artikel: ‘De hellevaart van De Zwarte Hand’. De laatste getuige van een verzetsgroep uit Klein-Brabant en de Rupelstreek’. Twee krantenpagina’s interview met Jos Corbeel. Dé Jos Corbeel? Hallo, Karel? ‘Ja, natuurlijk. Jos Corbeel. Het diensthoofd van het Bureau voor Arbeidsrecht toen ik er begon.’ De puzzelstukjes vallen in elkaar. Die primeur binnen handbereik had Vakbond in Beweging alvast laten liggen. Maar niet getreurd. Prominente redactieleden zeuren Karel de oren van het lijf. ‘Of hij zijn vroegere baas niet eens kan interviewen?’. ‘Dat zou toch een interessant artikel opleveren voor de lezers van VIB?’. Het offensief heeft succes. Begin juni wordt onze eminente jurist voor één dag journalist. Tijdens zijn vakantie nota bene. En hij gaat niet onvoorbereid. Viviane Thielens gaat mee op reportage. Viviane, voormalig dossierbeheerder op de juridische dienst en sinds korte tijd zelf met pensioen, heeft ook nog met Jos samengewerkt. Samen tekenen ze het verhaal op van hun vroegere diensthoofd. Niet alleen het verhaal over de Zwarte Hand dat verschillende keren de kranten haalde. Ook het verhaal nadien. Over Jos’ loopbaan bij het ABVV en de opgang van het ‘Bureau voor Arbeidsrecht’, de voorloper van de huidige juridische dienst.
De Zwarte Hand “In 1940 ben ik dienst gekomen bij de Federatie van Vakbonden, zoals het ABVV toen heette. Ik kom uit een socialistisch nest in de rode Rupelstreek. Mijn vader was eerste schepen in Niel voor de socialistische partij en verzekeringsagent bij P&V. Maar toen de oorlog uitbrak werd de federatie door de Duitse bezetter opgedoekt en vervangen door een collaboratievakbond. De toenmalige secretarissen moesten vluchten. Ik heb dan nog veel
documenten en boeken vernietigd. Ik zat toen zonder werk en ging als vrijwilliger werken bij de Commissie van Openbare Onderstand. Na enkele maanden ben ik er aangenomen. We organiseerden de voedselverdeling van actie Winterhulp. Op een dag ben ik bij Winterhulp aangesproken door Camiel Bastaens, een officier en patriot. Of ik mee wou doen met het verzet? Ik heb er een paar dagen over moeten nadenken vooraleer ik ja zei. Want het was toch riskant. Vooral omdat ze ons een papier lieten
De Zwarte hand heeft niet veel langer dan een jaar bestaan. In oktober 1941 werd de hele groep door de Duitsers opgerold. Moeilijk was dat niet. De bezetter kon door zware foltering van de eerste arrestanten de hand leggen op de ledenlijst. De meeste leden van de verzetsgroep waren tussen zestien en vijfentwintig jaar. 111 werden er opgepakt en naar de concentratiekampen getransporteerd. Slechts 37 overleefden het.
14 |
Vakbond in Beweging 77
tekenen, met naam en adres. Achteraf is dat een stommiteit gebleken. De Duitsers hebben de papieren gevonden. De koster van Tisselt, één van de oprichters van de groep, had ze verborgen onder het altaar van de kerk. Na spertijd verspreidden we pamfletten, plakten affiches, kalkten V-tekens op de muren. Dat waren geen daden waarmee de oorlog zou gewonnen worden, maar we gaven de mensen moed en toonden dat de strijd niet verloren was.”
“Op kantoor heeft men mij aangehouden. Twee Duitsers namen me mee naar huis voor een huiszoeking
maar konden daar geen bewijsmateriaal vinden. Behalve dan een affiche met ‘No pasarán’ uit de Spaanse
De lijdensweg van Jos Corbeel ging in België langs het Fort van Breendonk, de Begijnenstraat, het Gestapo-hoofdkwartier in Wilrijk en de gevangenis van Vorst. Vandaar werd hij gedeporteerd naar Duitsland. Van de gevangenis van Wuppertal ging het achtereenvolgens naar verschillende werkkampen. De ene plaats nog gruwelijker dan de andere. Met de geallieerden in aantocht evacueerden de Duitsers het kamp van Sachsenhausen in april ‘45. 33.000 Uitgehongerde gevangenen werden op dodenmars gezet naar de Oostzee. Na enkele dagen stootte de groep op de eerste Russische tanks. Voor Jos begon een wekenlange terugtocht naar huis door het verslagen Duitsland.
De bevrijding “Mijn bevrijding, dat was iets speciaals. Ik ben toen nog al wat ‘cowboys’ tegengekomen. Ik trok op met een Hollander waarmee ik goed overeenkwam. In de omgeving zwierven Russen rond die in de boerderijen eten gingen stelen. De boeren hadden de koeien in de bossen gedreven en die Russen joegen ze op om ze te kunnen melken. Ze boden ons van die melk aan en er was geen mogelijkheid om beleefd te weigeren. Maar die melk was zuur omdat die beesten al dagen niet gemolken waren. Ze viel zwaar op mijn maag en ik kreeg er ontzettende diarree van.
Op een bepaald moment waren die Hollander en ik bij een boerderij aan het rusten in het hooi. We wilden die mensen van de boerderij helemaal niet lastig vallen en hielden ons afzijdig. Tot er op een bepaald moment een jongetje op ons af kwam. Achteraf bleek dat hij gestuurd was door twee Duitse vrouwen die Berlijn waren ontvlucht voor de bombardementen… Ze sliepen niet graag alleen en vroegen of we geen goesting hadden om samen te slapen. Daar is natuurlijk niets van in huis gekomen. Duitse vrouwen… neen, de haat zat veel te diep.
15 |
Vakbond in Beweging 77
burgeroorlog. Maar mijn naam stond natuurlijk op die lijst.”
ONGEWONE MENSEN
Met de Hollander ben ik in de buurt van Wittstock de Elbe overgestoken. Daar zijn we 3 vrouwelijke gevangenen uit het kamp van Ravensbrück tegengekomen die ook terug naar huis probeerden te gaan. Aangezien we allemaal politieke gevangenen waren besloten we samen verder te trekken. Op een gegeven moment zijn we op een trein terecht gekomen die afgeladen vol zat. Wij hadden nog net plaats op het dak. Dat was beangstigend. Die
trein reed onder bruggen door die maar nipt hoog genoeg waren. En er hingen her en der losgeslagen elektriciteitskabels… Dan werd er gebruld dat we ons moesten bukken!
Onderweg zijn we dan gestopt aan een verlaten kazerne. Daar werden de getrouwde koppels gescheiden van de rest. Om bijeen te kunnen blijven hebben we gezegd dat we getrouwd waren. Die huwelijksceremo-
nie was rap voltrokken… We kregen een spuit DDT over ons leeggespoten en dat was het! Die vrouwen die waren precies toch levendiger dan ik. Ik had toen niet de minste ervaring met vrouwen. Zij wilden alleen maar ‘wat kussen’ maar… (lacht). Ik was totaal uitgehongerd en op…en was eigenlijk op dat moment half buiten bewustzijn ( lacht nog meer).”
Meer dan 3 jaar na zijn arrestatie komt Jos Corbeel terug thuis aan in Niel. Zijn ouders en familie zijn in alle staten. Al die tijd hadden ze niks van hem gehoord en niemand had nog op zijn terugkeer gehoopt.
Terug bij het ABVV “Compleet uitgeput en ziek kwam ik terug thuis bij mijn ouders. Ik heb 3 maanden moeten recupereren eer ik terug kon gaan werken bij het OCMW. Bij het ABVV waren ze altijd tevreden geweest over mij en na een tijdje ben ik opnieuw voor de vakbond kunnen gaan werken. Na de oorlog werden er trouwens veel politieke gevangenen aangeworven bij het ABVV. Zoals Jos Vermaesen die later secretaris is geworden bij de Metaal. Die had ook in Sachsenhausen gezeten. Eerst zat ik op de Paardenmarkt. Daar moest ik de ledenadministratie van het ABVV op orde stellen. Na de oorlog bleek dat er een hoop leden driedubbel waren ingeschreven. Dan heb ik een tijdje voor de werkloosheidsdienst gewerkt en tenslotte kwam ik terecht bij Willekens en Lambrechts op ‘het bureau voor arbeidsrecht’. Dat was de voorloper van de juridische dienst. Jos Lambrechts werd op kosten van het ABVV naar de school voor sociaal assistenten in Brussel gestuurd en ik zou hem gedurende twee of drie jaar vervangen. Jos is echter niet meer teruggekomen. Na zijn studies is hij begonnen bij een
vakcentrale. De AC denk ik. Dus wij bleven met twee over. Willekens was een hele linkse. Hij had een relatie met een zus van een secretaris van joodse origine. Dus je kon je indenken dat die niet echt veel sympathie had voor de Duitsers. Willekens kon het goed met mij vinden op verscheidene vlakken. Toen Willekens is weggegaan in 1953 ben ik diensthoofd geworden van het bureau voor arbeidsrecht. In het begin moest ik enkel pleiten voor de werkrechtersraden. Arbeidsrechtbanken bestonden toen nog niet. Het ging hier enkel over de werklieden. Het was niet zo’n zware job en ik las veel boeken over rechtspraak en zo. Ik was hier erg in geïnteresseerd.
In die periode dacht ik vaak aan het zinnetje dat over mij werd gezegd in het eerste leerjaar: ‘Jos is verstandig maar lui!’ (lacht gezapig). Dat was dubbel. Ik wou altijd goed voorbereid zijn als ik moest pleiten. Want je wist nooit wie je tegenstrever zou zijn. Soms kwam de patroon zelf pleiten. Dus daar deed ik veel moeite voor en was altijd goed voorbereid!
Zo had ik een man aan de hand, die beroep deed op het ABVV. Hij had zijn
16 |
Vakbond in Beweging 77
loon niet gehad, maar wilde voornamelijk, via mijn pleidooi, vermijden dat hij in dienst moest bij het leger. De voorzitter had ik kunnen bespelen door over ‘kinderen’ te beginnen. Hij vroeg hoeveel kinderen die man had. Ik heb toen maar een getal uit mijn mouw geschud. Maar eigenlijk had die vent helemaal geen kinderen! Ondanks de goede voorbereidingen deed ik dus wel eens een leugentje om bestwil. Gelukkig is dat maar heel weinig gebeurd.”
De groei van het bureau voor arbeidsrecht
“Het bureau voor arbeidsrecht werd als maar groter en belangrijker. Wij verdedigden enkel de werklieden die een arbeidsgeschil hadden. Dit gebeurde voor de werkrechtersraden. Ziekte en invaliditeitsdossiers, arbeidsongevallen werden toen behandeld door het vredegerecht. Gelukkig hadden we een goede relatie met verscheidene vrederechters, voornamelijk met die van het vierde kanton. Ik werd toen aangesteld met volmacht voor de bekrachtiging van de akkoorden. Dit voor eenvoudige arbeidsongevallen. Als het ingewikkelde dossiers betrof, zoals dodelijke arbeidsongevallen met een hoge in-
zet, dan mochten wij niet pleiten voor het vredegerecht. Dan moest er een advocaat aan te pas komen.
Pas in de jaren zeventig zijn de arbeidsrechtbanken opgestart. Vanaf dan is onze dienst aanzienlijk uitgebreid met meer personeel. Omdat we succes hadden maar ook omdat de RVA onnodig procedeerde. Zo wees de RVA bijvoorbeeld werknemers door naar de rechtbank als ze een diefstal op het werk hadden erkend en hun ontslag om dringende reden hadden aanvaard. Die mensen kwamen dan natuurlijk bij ons terecht. Wij waren verplicht een proces te voeren waarvan we vooraf wisten dat we het toch niet konden winnen. Ondertussen had-
den die mensen geen recht op uitkering. Als de uitspraak op zich liet wachten, werden ze ongeduldig en lastig tegenover ons. Sommigen kregen dan toch een uitkering onder voorbehoud. Als nadien bleek dat ze te veel of ten onrechte uitkeringen hadden ontvangen, moesten ze alles weer terugbetalen.
Mijn laatste werkdag was in december 1982. Het was juist een stakingsdag. We deden mee uit solidariteit met de stakers. Ik ben op 60 jaar mogen gaan. Als politiek gevangene mocht ik toen 5 jaar vroeger stoppen met werken. En het was toen hoog tijd. Ik voelde dat ik niet meer mee kon en wilde geen knoeiwerk afleve-
Maandag 10 juni. Karel Hendrickx, nog steeds in vakantiestemming, bezorgt de opname van het gesprek met Jos Corbeel. Een paar dagen later brengt Viviane Thielens ons enkele foto’s. Een brok geschiedenis en een boeiend levensverhaal zijn bewaard.
Meer documentatie? www.dezwartehand.be | www.getuigen.be
De hellevaart van De Zwarte Hand. Oorlogsmemoires: Jos Corbeel, de laatste getuige van een verzetsgroep uit Klein-Brabant en de Rupelstreek | artikel van Erik Raspoet in De Morgen van 29 oktober 2012.
17 |
Vakbond in Beweging 77
ren. Het werd te veel. Ik stuurde op de duur iemand anders naar de rechtbank en ik zat meer en meer met mijn neus in de ‘Moniteur’. In zoverre dat een bediende van de werkloosheidskas soms antwoordde: ‘tututut…het Belgisch Staatsblad! Wij hebben daar geen affaire mee, wij werken alleen maar met de Moniteur!’
In 1978 kwam dan Karel Hendrickx bij ons in dienst. Dat was precies een broer van mij. Wij leken sprekend op elkaar: donker en veel haar! Hij is het die me opvolgde als hoofd van de juridische dienst van het ABVV-regio Antwerpen.’
ACTUEEL
Horeca in de kijker of onder vuur?
De Horeca geniet uitermate veel aandacht van de overheden in ons land. De federale overheid heeft een antifraudeplan en elke zichzelf respecterende lokale overheid een Horeca-beleidsplan. Het zijn plannen met betrekking tot de toestand VAN de sector én met betrekking tot de toestanden IN de sector. Yvan De Jonge, gewestelijk secretaris van ABVV-Horval Antwerpen, staat stil bij de resultaten van al die plannen én bij de gevolgen die ze kunnen hebben voor de geldbeugel van de consument. Verscheidenheid troef
De Horeca kent een zeer grote verscheidenheid aan bedrijven. Onder de sector valt zowel een bedrijf als Sodexo met 4.000 werknemers, als de eenmanszaak van het café op de hoek, Zowel het internationale hotel als de lokale snackbar. Allemaal zijn het bedrijven die een eigen bedrijfsvoering nodig hebben. Maar nog de meeste diversiteit speelt in de sector als het aankomt op de naleving van fiscale en sociale wetten. Er zijn bedrijven die voor 100% wit werken en er zijn er die tot bijna 100% zwart gaan. En daar tussen zitten er veel meer dan ‘vijftig tinten grijs’.
Wat gaat er nu de laatste jaren om in de Horeca ? Een paar jaar geleden was er de invoering van het rookverbod dat nu stilaan door iedereen als normaal beschouwd wordt. Volgens de sector heeft dit heel wat klanten gekost met de nodige sluitingen tot gevolg.
Plannen van de regering
De regering besliste ook om de fraude in de Horeca aan te pakken. Hoe dit moest gebeuren bleek niet zo evident! Staatssecretaris Crombez nam het initiatief om te praten met de sector. Tijdens de eerste contacten waren de vertegenwoordigers uit de bedrijven
18 |
Vakbond in Beweging 77
vragende partij om te evolueren naar een ‘witte’ sector. Het was de toenmalig voorzitter van Horeca Vlaanderen die mee schreef aan het plan voor de zogenaamde black box. Een sluitend systeem met een gesofisticeerde kassa waar zwart geld volledig mee uitgesloten wordt. Maar wanneer de boswachter stroper wordt moeten de dieren waakzaam zijn. Het sluitend systeem is uitgewerkt. Alleen de invoering laat op zich wachten omdat de Horecabedrijven aan de alarmbel trokken. Plots was het niet haalbaar om met dergelijk fraudebestrijdend systeem te werken en tegelijkertijd nog winst
te maken ook. De sector argumenteerde dat verschillende studies erop wijzen dat in België een horecazaak niet rendabel is, terwijl in dezelfde omstandigheden en met dezelfde factoren een gelijkaardig bedrijf in onze buurlanden dit wel is. De overheid is gezwicht voor deze opmerkingen en besliste om weliswaar de fraudebestrijdingplannen door te zetten, maar pas in voege te laten treden tegen ten vroegste 2014. Vooraf wil de regering ‘flankerende maatregelen’ nemen ten voordele van de sector.
Het zou ons te ver leiden mochten we alle lastenverlagingen en flexibele maatregelen voor de Horeca opnoemen. Toch is het belangrijk dat we even stilstaan bij de mening van ABVV-Horval over wat men de bestrijding van fiscale en sociale fraude in de sector noemt. Op vlak van fiscale fraude zijn wij van mening dat de nieuwe kassa of black box al sinds 2010 had moeten geïnstalleerd worden. Want hiervoor hebben de bedrijven toen al een BTWverlaging gekregen. In ruil hiervoor diende er een aangroei van 6.000 werknemers te komen. Die 6.000 jobs zijn er nooit gekomen, de black box uitgesteld maar de BTW-verlaging is wel gebleven. Ondertussen is het zwartwerk niet verminderd.
De overheid neemt nu opnieuw flankerende maatregelen. Verlaging van de lasten op arbeid die ruimte moet geven aan de bedrijven om de “ver-wit-tingsoperatie” makkelijker te kunnen halen. Niettegenstaande ABVV-Horval vindt dat er al meer dan genoeg ongecontroleerde lasten-
verlagingen bestaan, begrijpen we dat de overheid maatregelen neemt waarvan ze denkt dat ze een oplossing kunnen zijn. Tevergeefs, echter. Bij het bekend maken van de maatregelen brak de hel los in het diverse gamma van horecabedrijven. De cafe’s en restaurants waren tevreden maar de grote bedrijven voelden zich onheus behandeld. Zij wilden een lineaire lastenverlaging voor iedere horecazaak en niet enkel voor die bedrijven tot 50 werknemers. Zij voelen zich gestraft omdat zij al jaren alles in het wit doen. Dit meldde de federatie Comeos, de groepering van de voornaamste fastfoodketens waaronder Quick, Pizzahut... De fraudeurs werden beloond voor hun jarenlange fraude klonk het.
Waar draait het nu echt om?
Zal de consument nog op een terrasje een koffie kunnen drinken aan € 2? Zal hij nog kunnen genieten van een croque-monsieur aan € 6? Zal onze jeugd na een avondje stappen nog
19 |
Vakbond in Beweging 77
snel een hap kunnen gaan eten in een of ander restaurant? Wij denken van niet! Want waar zit volgens ABVVHorval het echte probleem in de Horeca? In ons land kan je nog steeds om 21u een restaurant binnenstappen en een degustatiemenu nemen. In vele gevallen vinden wij Belgen het normaal dat je op zaterdag tot 1u ’s nachts kan tafelen. Een restaurant heeft alvorens de klant aan tafel gaat al heel wat werk verzet. De voorbereidingen treffen in de keuken en de zaal klaar hebben tegen het moment dat de eerste klant komt. En als de laatste klant de deur dichttrekt is er nog minstens evenveel werk. Onze Bourgondische stijl vraagt de inzet van heel wat personeel om dit alles rond te krijgen. Volgens studies is het tijdsbestek waarin men in België kan eten te lang uitgestrekt over een dag. Een kok werkt bij ons tot 3 uur langer dan eenzelfde kok in Nederland. Een ‘witte’ en fraudevrije Horeca zal hier verandering in brengen. We zullen ons moeten aanpassen.
ACTUEEL
Een ander gegeven waar de klant zich zal moeten aanpassen is de prijs. Vandaag kan men op een doorsnee terras een croque-monsieur bestellen tegen een prijs die eigenlijk de kosten niet dekt. Als consument zouden we het echter vandaag niet aanvaarden om meer dan € 10 te moeten betalen. Vandaag nog niet, want om de hoek is er wel een of ander café dat ook croque-monsieurs aanbiedt aan die prijzen. Een fraudevrije Horeca zal hieraan een einde maken. De prijzen zullen stijgen. Wij vinden in Belgie een koffie voor € 2,5 veel geld. In de ons omringende landen betalen we in de steden heel wat meer voor eenzelfde koffie. Ga je naar Barcelona, Madrid of Venetië, dan betaal je tussen de € 4 en € 9,5 voor een koffie. Er zal dus heel wat moeten veranderen in de Horeca en bij de consument wil de overheid slagen in haar opzet. In de eerste plaats zullen de bedrijven zelf moeten veranderen. Zij die niet rendabel zijn zullen moeten verdwijnen. Zij die overblijven zullen de taart verdelen zodat een horecabedrijf runnen winstgevend blijft. Maar zullen de overblijvende zaken dan nog personeel vinden? Personeel dat vandaag zogezegd zelf kiest om in het zwart betaald te worden? ABVVHorval is overtuigd dat de werkgevers die vandaag al de keuze maken om het goeie voorbeeld te geven en in het ‘wit’ werken, kunnen overleven mits een goeie begeleiding en een eerlijk personeelsbeleid. Een kelner die op zijn 20ste start in een goeddraaiende
zaak moet ook een toekomstperspectief hebben. Op zijn 55ste zal hij inderdaad snakken naar een wat minder zware functie. De sector kan hier in tegemoetkomen door een correcte verloningsstructuur uit te werken, gekoppeld aan een dynamisch werkrooster dat rekening houdt met het priveleven van de werknemer.
Besluit
Alle aangehaalde facetten zullen de komende 2 jaar essentieel worden voor die bedrijven die de ambitie hebben om in 2015 een correcte ondernemer te zijn op fiscaal en sociaal vlak. Geen enkele lastenverlaging, noch begeleidingsmaatregel zal zo een grote impact hebben dan wat deze vernieuwing naar de consument en de werknemer toe zal teweegbrengen. Zonder die twee is de onderneming bij voorbaat verloren.
Met al deze informatie over wat er zich in de achterkeukens van de horeca afspeelt hopen wij dat u als klant onze werknemers begrijpt wanneer zij er soms wat moedeloos van worden. Het zijn de werknemers die dikwijls de meerwaarde vormen van een zaak en de reden zijn waarom u steeds terugkeert. Maar evenzeer zijn het diezelfde werknemers die wanneer u uw koffietje drinkt de onzekerheid hebben of zij morgen nog wel een job zullen hebben. De Horeca is een mooie sector maar hij dient te worden uitgezuiverd van oneerlijke concurrentie. Hoe kan een zaak, wanneer ze aan alle hygiënische normen, aan alle regels moet voldoen, een
20 |
Vakbond in Beweging 77
steak met frieten, geven aan € 2,5. Dit kan gewoon niet!
Geniet van uw volgende bezoek en denk eens terug aan dit artikel, wanneer de kelner die u bedient eens wat minder vrolijk lijkt. Smakelijk en gezondheid. Yvan De Jonge | gewestelijk secretaris ABVV-Horval Antwerpen
In Antwerpen en elders
Ook op regionaal vlak zet de overheid in op de Horeca. Neem het voorbeeld van het Horecabeleidsplan in Antwerpen. Jaren geïnvesteerd in het verbeteren van het imago van de sector en vandaag beperkt men zich tot individuele cases om ondersteuning te bieden aan zij die het volgens hen nodig hebben. Vele duizenden euro’s die men investeert zonder analyse van en een echte visie op het terrein. Het kusttoerisme waar men extra maatregelen neemt ter ondersteuning van de horecazaken maar nergens een resultaatsverbintenis heeft ingeschreven. Volgens ABVV-Horval moet de overheid op alle niveaus een analyse maken van de noden op het terrein in functie van de bestrijding van fiscale en sociale fraude. En daar moet worden op ingezet met een duidelijke visie. Veeleer dan blind maatregelen in te voeren die tegemoet komen aan de sluwste en luidste roepers.
21 |
Vakbond in Beweging 77
Lucien Van Espen: BOEKBESPREKING
een leven in dienst van de arbeiders Doe eens een boek(je) open
Frans Van Heddeghem is sinds enkele jaren met brugpensioen. Hij was BBTKafgevaardigde in een uitgeverij en is nog actief in de ABVV syndicale seniorenwerking. Hij heeft nu ook tijd om veel te lezen, vooral non-fictie, over politiek, syndicalisme, Europa, sociale en economische onderwerpen. Hij brengt graag recent gelezen boeken die hem getroffen hebben onder de aandacht, met een persoonlijk commentaar.
Dat men op 82 jaar nog een strijdbaar syndicalist kan zijn bewijst het recent verschenen boek van gepensioneerd ABVV-militant Lucien Van Espen: Samen sterk. Het is een boeiende kroniek van een arbeiderskind tijdens de oorlog, later een gedreven vakbondsafgevaardigde en tenslotte, een verdediger van de belangen van oudere werklozen binnen en buiten de vakbond. De auteur geeft daarbij heel wat “wijze” persoonlijke bedenkingen, gesteund op doorleefde ervaringen. Zijn bewogen levensverhaal leest vlot. Arbeidersjongen in Mechelen, getekend door de oorlogsjaren
De vader van Lucien was een verstandig man die door familiale financiële problemen niet kon verder studeren en later door ziekte vroegtijdig moest stoppen met werken. Gelukkig kon moeder het gezin met drie kinderen onderhouden met haar (overgeërfde) herberg in Mechelen. De jonge Lucien is elf als in 1940 de oorlog uitbreekt. Deze periode heeft hem duidelijk getekend: de Duitse inval en bezetting, de brandbommen, de bezetting en het dagelijks gevecht voor voedsel, een broer die gedeporteerd wordt naar Duitsland, … Hij herinnert er ons aan dat op 23 augustus 1941 363 Mechelaars, vaak communisten, weggevoerd werden naar Duitsland: 108 zijn er omgekomen.. Achteraan zijn boek is hun namenlijst afgedrukt. Hij is in 1944 getuige van een Jodentransport naar de Dossinkazerne, waar nu het nieuwe Belgische Holocaustmuseum is
ondergebracht. Hij vermeldt ook de menselijke tol van de bombardementen van de geallieerden op Mechelen in april en mei 1944, in totaal 309 burgers.
In zijn commentaar bij de bevrijding mee neemt hij afstand van de wraakacties van weerstanders tegen de collaborateurs, vooral tegen de kleine (de grote ontsprongen de dans). Hij begrijpt de opgekropte haat, maar zegt niettemin: “haat is een slechte raadgever”. Hij begrijpt vooral niet dat “zo velen niet kunnen of willen erkennen dat zij misleid geweest zijn en nu weer door dezelfde vaandeldragers naar extreemrechts geleid worden. Is het dan niet mogelijk Vlaming te zijn
22 |
Vakbond in Beweging 77
zonder extreemrechtse signatuur…?” Ook verder in het boek kant hij zich sterk tegen het rechtse nationalisme. Werken als metaalarbeider, een tijdlang communist, vastberaden vakbondsinzet
Na de oorlog volgt Lucien, die een tijdje als bakkersgast gewerkt heeft, avondlessen en gaat hij werken bij een smid en, vervolgens bij Bell in Antwerpen. Daar sluit hij zich aan bij de Communistische Partij (KP), en is lid van de KP-bedrijfscel. Hij wordt daarbij duidelijk niet gedreven door de marxistische ideologie maar wel, zoals de meeste arbeidersjongeren die lid werden, door “de heldhaftige
strijd van het Rode Leger en de held van de Soviet-Unie, papa Stalin” (sic). Hij schrijft dat “de armoede Europa naar het communisme dreef en er koortsachtig gezocht werd om deze evolutie te stoppen voor het hier ook revolutie werd”. Hij neemt deel aan de staking tijdens de Koningskwestie. Achteraf terugkijkend vindt hij dat de stakende arbeiders misbruikt en opgezweept zijn door bepaalde politici, hij noemt BSPer Spaak met naam. Bovendien streefden sommigen eigenlijk naar een republiek, “de communisten en Renardisten naar het omverwerpen van de kapitalistische staat”. Later is hij medeverantwoordelijke uitgever van een kritisch bedrijfskrantje van een syndicaal “Jongeren Comité”, maar eigenlijk uitgaande van de KP. Gevolg: hij wordt ontslagen, in 1953. Intussen getrouwd en vader van een pasgeboren zoontje, vindt hij snel ander werk, zelfs beter betaald, bij het Vilvoordse koperbedrijf VTR, in een drieploegenstelsel. Het is zwaar labeur, in slechte gezondheids- en veiligheidsomstandigheden. Lucien wordt bij de eerstvolgende sociale verkiezingen op de lijst van het ABVV verkozen tot vakbondsafgevaardigde. Hij wordt later hoofdafgevaardigde. Het is niet makkelijk de boerenzonen en -knechten gerecruteerd uit de landelijke omgeving aan te zetten tot actie voor de verbetering van de toestand in de fabriek, “veel van deze werkmensen moesten nog syndicaal worden opgevoed”. Maar Lucien werkt geduldig en verbeten verder, hij staakt in 60-61 met 11 andere militanten van VTR (op 1200 werknemers!) tegen de Eenheidswet. De staking eindigt in Mechelen in mineur maar hij vindt toch dat het geen maat voor niets is geweest, algemeen zat “de schrik er bij de bazen goed in en nooit boekten syndicalisten zoveel vooruitgang als in de jaren zestig”. Overigens schrijft hij verschillende
keren dat er met het stakingswapen omzichtig moet omgesprongen worden en dat men als verantwoordelijk syndicalist goed moet weten wanneer een staking te stoppen.
Ook bij VTR dwingen de vakbonden concrete verbeteringen af: veiliger installaties, een syndicaal lokaal, vervoer van gekwetsten, algemene vergaderingen met de arbeiders, … rechten die men nu als normaal beschouwt maar die dus het resultaat zijn van hardnekkige inzet van syndicale pioniers. Lucien, zeker geen flamingant, en eigenlijk een verbeten anti-nationalist, ergerde zich op een bepaald moment aan de arrogantie van de meestal Frans sprekende directie en eiste dat de vergaderingen van de ondernemingsraad in het Nederlands zouden gaan verlopen. Een constante in zijn verhaal is ook zijn uitstekende verstandhouding met de ACV-afgevaardigden, alsmede zijn streven om de arbeiders democratisch te betrekken bij alle syndicale beslissingen.
In de jaren zeventig zijn de helft van de arbeiders in VTR reeds gastarbeiders, vooral uit Spanje, Marokko en Polen. Lucien verzette zich aanvankelijk tegen dit immigratiebeleid uit vrees dat deze vreemde arbeiders gebruikt zouden worden om de sociale vooruitgang af te remmen. Eens ze er waren ijverde hij er echter voor dat deze collega’s gelijk behandeld werden en verzette hij zich ferm tegen sommige racistische reflexen bij de Vlaamse medearbeiders. Kleurrijk is zijn verhaal over de emotioneel losgebarsten spontane staking in 1971 voor correcte en transparante loonbarema’s. De directie weigerde aan de afgevaardigden inzage in de loonbarema’s waarna deze aan alle arbeiders hun loonbriefje vroegen. Zo kwamen de totale willekeur van het loonbeleid en de grote loon-
23 |
Vakbond in Beweging 77
verschillen aan het licht. Na 6 weken massaal opgevolgde staking kwam er een goed compromis uit de bus. Dat die staking zelfs nog een week te lang duurde kwam volgens Lucien door “heethoofden” die ervoor zorgden dat een nipte meerderheid eerst nog tegen het compromis stemde. Blijkbaar waren daar ook de studenten van AMADA (voorloper van de PVDA+) bij betrokken. Lucien leerde zo deze jonge communisten kennen, hij bewonderde hun inzet maar zag bij hen de jeugdfouten die hijzelf begaan had toen hij nog communist was. Hij had daar intussen afstand van genomen, “de mooie droom was uit elkaar gevallen en er bleef nauwelijks meer dan puin over”. Voor de rest vernemen we niet veel over zijn eigen periode bij de KP, een beetje een leemte. In 1982 kondigt de directie de sluiting van het bedrijf aan. Daarop begint een bezetting van negen maanden lang door 900 arbeiders die daarmee vakbondsgeschiedenis schrijven. Lucien is elke dag gedurende 12 uur aanwezig, met het oog op een overname en behoud van de werkgelegenheid. Er is vriendschap en solidariteit tussen Belgen en immigranten, en een koppige strijdlust. Toch gaat VTR in februari 1983 dicht, van de Vlaamse regering komt geen steun, de bezetters gaan moegestreden maar met opgeheven hoofd naar buiten en ze blijven elkaar jaarlijks zien tot in 2010. Werkloze vijtiger maar meer dan ooit sociaal actief
Als werkloze wordt het voor Lucien en zijn gezin zwaar om te overleven. Vakanties worden opgeofferd om hun dochter te laten verder studeren. Hij bouwt mee de werklozenvereniging “De Volmacht” in Mechelen uit. Hij ontdekt dat de uitkering van oudere werklozen na één jaar vermindert en zelfs drastisch daalt wanneer ze hun
BOEKBESPREKING
echtgenote verliezen. De vergelijking met het statuut van bruggepensioneerden valt heel wrang uit. Zo trekt Lucien gedurende enkele jaren opnieuw ten strijde.
Hij overtuigt nationaal ABVV-secretaris Mia De Vits om op interprofessioneel vlak iets te doen aan die discriminatie van oudere werklozen. Mia is verbaasd maar belooft dit aan te pakken. Hij gaat ook bij ACV-voorzitter Willy Peirens, bij de toenmalige Minister van Arbeid Hansenne en VBO-voorzitter Pulinkcx. Lucien trekt het Vlaamse land rond en gaat overal oudere werklozen toespreken voor verbetering van hun rechten. Er komt
een grote betoging. En met succes want de vakbonden slagen erin op het interprofessioneel overleg in 1992 grote verbeteringen (uitkeringen) te bekomen. Lucien kan nu met pensioen en het wat rustiger aan doen… Hij gaat nog zijn boek schrijven. Besluit na lezing van dit boek:
We mogen de auteur dankbaar zijn dat hij mening nachtje heeft opgeofferd om zijn ervaringen neer te schrijven, met de hulp “van de vaste hand” van zijn vrouw. Zijn (goedkoop geprijsde) boek verdient gelezen te worden in vakbondskringen, maar
zeker ook daarbuiten. Het is informatief, ontroerend en zal de ogen openen van veel jongeren - aan wie ik het sterk aanraad. Ook de foto’s en bijlagen (bvb pamfletten, briefwisseling met de Britse stakende mijnwerkers enz.) zijn een nuttige aanvulling. Gegevens: Lucien Van Espen, Samen sterk - Levensverhaal van een vakbondsmilitant, 2013, EPO, 240 blz., 15 € Persoonlijke kwotering: 9 op 10 Frans Van Heddeghem April 2013, email: frans.vanheddeghem@telenet.be
Pleidooi voor het bewaren van het “syndicale geheugen” en van de ervaringen op het terrein Vakbondsmilitanten die een heel leven actief zijn (geweest) op de werkvloer hebben vaak zinnige en boeiende verhalen te vertellen. Hun persoonlijke kijk is een waardevolle aanvulling op de sociaal-economische berichtgeving in de media of in algemenere vakbondsverslagen. Je merkt dat ook snel als je met oudere afgevaardigden spreekt. Het zijn “levende bibliotheken” van de arbeidersbeweging. Het is dus te betreuren dat weinigen hun ervaringen achteraf te boek (kunnen) stellen. Begrijpelijk, want schrijven vergt tijd, concentratie en moeite zeker als men ouder is en geen specifieke journalistieke ervaring heeft. Vakbonden zouden daarom enkele medewerkers moeten vrijstellen - of aan schrijvers, journalisten of historici opdracht moeten geven - om systematisch gepensioneerde afgevaardigden te interviewen en hun verhaal te publiceren. En waarom geen you tube filmpjes op internet? Zodoende zou men die ervaringen en leerrijke lessen kunnen doorgeven aan jongere generaties syndicalisten en belangstellenden.
Enkele treffende uitspraken van Lucien Van Espen Over de strijd voor communisme en socialisme in de geschiedenis Ik vraag me af of we van het socialisme niet een soort godsdienst hebben gemaakt waarin werkende mensen zich niet meer terugvinden.
Middenklasse opgepast! Onze kinderen behoren vandaag tot de middenklasse. Wij hebben ervoor gestreden, net zoals voor de democratisering van het onderwijs. Voor onze kinderen hebben wij ons krom gewerkt. Hou er rekening mee dat zij die jullie nu ‘middenklasse’ noemen de sociale zekerheid afbouwen zogenaamd om jullie inkomens te beschermen. Denk eraan, de afbouw van die verworvenheden zou wel eens zwaar op de toekomst van de middenklasse kunnen wegen. Maar toch vertrouwen in onze kracht in het licht van de huidige crisis Ik ben maar een laaggeschoolde man die zichzelf wat heeft kunnen ontwikkelen, maar ik ben er zeker van dat we die aanval op onze verworvenheden kunnen afslaan…
24 |
Vakbond in Beweging 77
Op 23 oktober 2013 zal het exact 30 jaar geleden zijn dat de grootste Belgische betoging ooit door de straten van Brussel trok. De rakettenbetoging van 1983 was de enige massabetoging waarbij de demonstranten simultaan over drie verschillende trajecten liepen, vertrekkende vanuit een ander Brussels station zodat er in werkelijkheid drie massabetogingen plaatsvonden. Naar schatting 400.000 deelnemers waren er die dag in Brussel!
Was jij erbij? Om dit jubileum te herdenken zijn we op zoek naar mensen die op 23 oktober 1983 in Brussel aanwezig waren op de demonstratie. Heb je een leuke anekdote over die dag? Of kwam je toen de man/vrouw van je dromen tegen? Aarzel dan niet om ons te contacteren, en wij zorgen ervoor dat je getuigenis, je foto, in de Vakbond in Beweging komt!
Contacteer ons voor 2 september 2013
via linx+.antwerpen@abvv.be of per post via ‘Redactie ViB | Ommeganckstraat 35 | 2018 Antwerpen’. Vergeet zeker niet je naam, adres en telefoonnummer te vermelden zodat we je kunnen bereiken.
+ Zoo Antwerpen & Planckendael: kaarten met korting! In 2013 kan je dankzij Linx+ een jaar lang voor een verminderde prijs naar de Antwerpse Zoo en het dierenpark Planckendael in Muizen bij Mechelen. www.zooantwerpen.be en www.planckendael.be Hoeveel betaal je? • 19 Euro voor volwassenen vanaf 18 jaar ( i.p.v. 22 Euro). • 15 Euro voor kinderen van 3 tot en met 17 jaar, voor mindervaliden en 60-plussers. (i.p.v. 17 Euro). De tickets zijn geldig tot en met 31 december 2013. Info en aankoop tickets met korting: ABVV | Adviespunt | Ommeganckstraat 35 | 1ste verdieping | 2018 Antwerpen Telefoon: 03 220 66 13 | mail: adviespunt.antwerpen@abvv.be Betalen bij Adviespunt kan enkel met Bancontact of via overschrijving op rekeningnummer BE20 1325-2019-3156
25 |
Vakbond in Beweging 77
FILMBESPREKING
Van 3 tot 11 oktober vindt voor de vierde keer ‘7 dagen Sociale Film Antwerpen’ plaats. 7 Dagen sociale Film is gegroeid uit de ‘De Week van De Sociale Film’, een initiatief van Raoul Maelstaf zaliger. De prijs, de Gouden Mira, wordt tijdens dit filmfestival twee keer uitgereikt. De Prijs voor de Beste Sociale Film van vorig jaar en de Prijs Van Verdienste, uitgereikt door de Vlaamse Vereniging voor Filmkritiek (VVF).
Verschillende organisaties met dezelfde doelstellingen geven een stevige ondersteuning aan het festival: District Antwerpen, Curieus, Masereelfonds, VVF, Linx+, Boulevard Amandla, Het Vrijzinnig Humanistisch Verbond, Het Roze Huis, De Grijze Geuzen, De Maakbare Mens, Abia, Vrijzinnig Antwerpen. Na de vorige succesjaren kunnen we met enige fierheid aankondigen dat dezelfde organisaties zich weer met hart en ziel achter het festival hebben geschaard. Voor dit jaar zijn we de programmatie nog aan het samenstellen maar het belooft weer een mooie filmparade te worden met vertoningen zowel in Filmhuis Klappei, het auditorium van Bibliotheek Permeke en het vrijzinnig Karel Cuypers Huis.
7 dagen Sociale Film Antwerpen Onder de noemer ‘7 dagen sociale film in Antwerpen’ weet de toeschouwer ook wat hij kan verwachten. Naast een resem nieuwe en klassieke sociale films wordt er ook gewerkt rond bepaalde thema’s: HVV werkt rond homoseksualiteit, Boulevard Amandla toont Afrikaanse films, de Dag Van De Revolutie! keert terug dankzij het Masereelsfonds. Prijs van Sociale Film 2012. Wie dit jaar met de eer gaat lopen is nog niet bekend. Vorige jaren heeft een professionele jury de winnaar aangeduid maar dit jaar gaat het anders in zijn werk. De jury stelt een shortlist op en iedereen die wil mag stemmen op zijn favoriet! Hou daarom verschillende websites in het oog zoals www.klappei.be en www.7dagen.info. Van zodra de kandidaten gekend zijn kan het stemmen beginnen. Vorige jaren waren volgende films de prijsbeesten: ‘We Need To Talk About Kevin’, ‘Les Barons’, ‘Illegal’, om er maar enkelen te noemen. De winnende film wordt tijdens een galavoorstelling vertoond in Bibliotheek Permeke, hopelijk in aanwezigheid van de regisseur. Prijs van de Verdienste 2011 uit-
gereikt door VVF (Vlaamse Vereniging voor Filmkritiek) wordt later nog bekend gemaakt. Vorige edities mochten Roland Verhavert, Marilou Mermans, Chris Lomme en nog vele anderen de prijs in ontvangst nemen. Na de ceremonie wordt een film vertoond die werd gekozen door de laureaat.
Prijs Aanstormend Talent. Tijdens de vorige edities werd een eindwerk vertoond van een student aan de filmschool. Vorige jaren was dit ‘Louis’, over Louis de bedelaar op het Antwerpse Astridplein, en ‘Mathildes Misses’, over kansarme mensen die aan een modeshow meewerken. Dit jaar wordt de winnaar gekozen uit verschillende inzendingen die allemaal vertoond worden op groot scherm. Een jury zal de winnaar aanduiden. Voor meer informatie kan je mailen naar filmhuis@pandora.be Voor het volledige programma kan je onze folder of onze website www.7dagen.info raadplegen. We hopen je te mogen begroeten tijdens een van onze voorstellingen.
26 |
Vakbond in Beweging 77
Patrick Van Laer
nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn nnnnnnnnnnnnnnnnnnnn
SHOWFESTIVAL 2013 DE MICK Vrijdag 18 oktober 2013
Programma: Seniorenshow met: Lou Roman Band en Nadia Golden Memories Singers | Gunther Neefs | Andrei Lugovski Wendy van Wanten | John Terra | Jacques Raymond | Ivann Patrick Onzia | Presentatie: Luc Caals
Zondag 20 oktober 2013
Programma: Seniorenshow met: Lou Roman Band en Nadia
Golden Memories Singers | Garry Hagger | Udo | SoďŹ e | Barbara Dex Will Ferdy | Maurice Dean | Maxime Presentatie: Luc Caals en Liz Larssen Prijs: 9 euro leden | 13 euro niet-leden Waar? Zaal Kielpark | St. Bernardsesteenweg 113 | 2020 Antwerpen Deuren: 13.00 u. | Aanvang programma: 14.00 u. Info en reservaties: Adviespunt | Ommeganckstraat 35 (1e verdieping) | 2018 Antwerpen T: 03 220 66 13 of adviespunt.antwerpen@abvv.be Reserveren kan vanaf heden tot en met vrijdag 13 september, 12.00u. De kaarten zijn pas af te halen vanaf 16 september 2013. Betalingen gebeuren via Bancontact of per overschrijving op het volgende rekeningnummer: BE20 1325-2019-3156