Antwerpen Anders Bekeken: 1 mei
Wandel ter ere van de dag van de Arbeid mee doorheen de sociale geschiedenis van Antwerpen. Kom te weten hoe de moord op twee socialistische militanten uitmondde in de grootste staking ooit en zo het begin van de sociale zekerheid inleidde. Ken jij het historisch erfgoed van de Antwerpse havenarbeid? En waarom is de Oude Leeuwenrui zo’n belangrijk plek in de arbeidersstrijd voor het algemeen stemrecht? Nog geen grote stoeten dit jaar met 1 mei. Maar laat dit je niet tegenhouden om met je eigen bubbel zelf een optocht te houden. Je kunt deze wandeling ook doen als audiotoer via je smartphone. Scan daarvoor de QR-code hiernaast. Bekijk zeker ook het volledige aanbod van de Anders Bekeken wandelingen op www.linxplus.be. Veel wandelplezier en een strijdbare 1 mei!
Station Antwerpen-Centraal
De grote spoorwegkathedraal dateert van 1905 en was een prestigeproject van de grootste (in lengte alleszins) Belgische koning: Leopold II. Dit prachtige gebouw heeft heel de toegang tot de stad veranderd: niet langer via de oude stadspoorten aan de Leien maar via een modern transportmiddel dat snel en betrouwbaar was. De haven kreeg een eigen station voor het alsmaar groter wordende goederenvervoer naar het hinterland. De Middenstatie was op passagiers gericht: er kwamen niet alleen dagdagelijks arbeiders voor de haven aan (tot zelfs uit Aardschot), tienduizenden landverhuizers trokken door naar de Schelde voor een beter leven in Amerika. Getuige hiervan waren de kleine hotels en pensions richting Red Star Line o.a. Al vanaf het begin van de spoorwegen werd er een dicht net ontworpen met goedkope abonnementen voor de pendelaars: je kon je arbeiders best niet blootstellen aan de verleidingen van de grootstad (i.c. het spook van het socialisme) maar hen veilig terug onder de kerktoren vervoeren, dag na dag. De overheid legde de hoofdspoorlijnen aan, de privé ontwierp eigen verbindingen (bvb naar SintNiklaas, naar de Kempen). Pas een honderd jaar terug werden alle spoorlijnen beheerd door de overheid (ook de verlieslatende opgegeven door de privé). De EU vond dat die infrastructuur dan maar terug moest opengesteld worden voor privé-bedrijven (die uiteraard nog steeds alleen in de winstgevende geïnteresseerd zijn). Het klinkt nu als een mop maar weet u dat een accurate tijdsmeting het gevolg was van de verspreiding van de spoorwegen? Je moest tijdig in het station geraken voor vertrek en eventueel verbindingen. Nog voor de petite histoire: Antwerpen werd de Koekenstad genoemd omdat … de nabijgelegen koekjesfabrieken (o.a. Parein) de wegens vormgebreken afgekeurde koekjes in het station uitdeelden als een soort van marketing. Er is ook een Kempense versie: Antwerpen was de enige plaats waar je ook op weekdagen koffiekoeken kon kopen (en eten). O ja, het station, nu uitgeroepen tot het mooiste ter wereld is een paar keer aan de sloop ontsnapt (o.a. om vervangen te worden door zo’n lekkere betonnen doos zoals de Stadsschouwburg ...
Wandel via de Keyserlei naar het Operaplein.
Het zicht op het station vanaf de Keyserlei.
Het operaplein
1936 Is een historisch jaar voor de arbeidersbeweging. Hier op het operaplein speelt zich een tragische gebeurtenis af die als een eerste vallende dominosteen een hele beweging in gang zet. Het is vrijdag 22 mei 1936. Na de beurscrash van 1929 is er een wereldwijde economische crisis. In België laat zich dat voelen door lagere lonen en minder werk, waardoor veel gezinnen in moeilijkheden komen. In verschillende Europese landen boeken fascistische partijen successen. In die gespannen sfeer zijn er op 24 mei verkiezingen in België. Op de avond van 22 mei vernemen enkele socialistische militanten, die net terug komen van een campagnetocht door de stad, dat er een groep van de Realisten de confrontatie heeft gezocht aan het lokaal van de Belgische Transportarbeiders Bond (BTB). De Realisten zijn op dat moment een kleine extreemrechtse partij. De socialistische militanten gaan er op af en ze treffen het groepje een eindje verder op de Italiëlei. Wanneer Albert Pot, de propagandaleider bij de Syndicale Jeugd, op hen afstapt, trekt één van de realisten een revolver en schiet Albert neer. De anderen vluchten weg, maar hier op het operaplein weet Theofiel Grijp, één van de bondsraadsleden van de BTB, de schutter in te halen. Die trekt opnieuw zijn pistool en schiet Theofiel in de hals. Albert en Theo overlijden nog diezelfde nacht. Hun begrafenis, op 26 mei, wordt door duizenden Antwerpenaren gevolgd en mondt uit in een algemene protestactie. De havenarbeiders roepen een 24-uren staking af. Een week later volgt er een algemene staking, die zal uitgroeien tot de grootste algemene staking in de geschiedenis van België. De staking is een groot succes en het resultaat kan beschouwd worden als het begin van ons hedendaagse systeem van de sociale zekerheid. De lonen werden verhoogd, de arbeiders dwongen een wettelijk minimumloon af, de 40-uren week werd ingevoerd en werknemers kregen voortaan minimum 6 dagen betaald verlof. Daarnaast kwam er ook een ziekteverzekering en werd het kindergeld verhoogd. Albert Pot en Theofiel Grijp krijgen een jaar na de moord een grafmonument op het schoonselhof. In mei 1992 wordt het vervallen monument vervangen en worden beide militanten bijgezet op het erepark van de begraafplaats Schoonselhof.
Wandel via het De Coninckplein, het SintJansplein, de Paardenmarkt en het Hessenplein naar de Oude Leeuwenrui.
Het De Coninckplein
Het Sint-Jansplein
De Oude Leeuwenrui Hier aan de Oude Leeuwenrui keren we terug naar de middag van 18 april 1893. Op dat moment heeft slechts 1% van de Belgische bevolking stemrecht. Enkel wie een hoge cijns of belasting betaalde had politieke macht. In de kamer komt echter geen meerderheid voor een hervorming en het voorstel voor het algemeen enkelvoudig stemrecht wordt weggestemd. De Belgische Werkliedenpartij (BWP), de voorloper van de socialistische gemeenschappelijke actie, legt zich daar . niet bij neer en roept op tot een algemene staking. Meer dan een kwart miljoen mensen doorheen het hele land leggen het werk neer. Ook in de Haven van Antwerpen leidt de mobilisatie tot een algemene staking. Bij schermutselingen worden meerdere arbeiders opgepakt en opgesloten hier in het politiekantoor aan de Oude Leeuwenrui De volgende dag wordt er een nieuwe optocht georganiseerd. De arbeiders trekken opnieuw naar het politiekantoor op de Oude Leeuwenrui, waar met succes de vrijlating van de manifestanten wordt geëist. De Rijkswacht en het leger blokkeren echter de toegang tot de haven, dus zetten meer dan 3.000 betogers vanuit De Werker koers richting de kaarsenfabriek de Roubaix-Oedenkoven, beter bekend als “Den Bougie”, één van de grootste industriële bedrijven in Borgerhout. Den Bougie wordt op dat moment bewaakt door de Rijkswacht en de gewapende brandweer. De directeur van de fabriek meldt de demonstranten dat het uitgesloten is dat de arbeiders van de kaarsenfabriek mee zullen staken. Daarop breken er rellen uit. Eerst schieten de ordetroepen nog met losse flodders, maar dan krijgt burgemeester Moorkens een steen tegen de hoed. Plots wordt het vuur geopend op de demonstrerende arbeiders. Er vallen 5 doden. Het nieuws over het drama in Borgerhout bereikt in de uren daarna al de Kamer. Na een week van protest waarbij in verschillende steden meerdere slachtoffers vielen, is dit de druppel die de katholieke regering dwingt om een akkoord te sluiten. Diezelfde nacht nog komt een typisch Belgisch compromis uit de bus: een meervoudig algemeen stemrecht, waarbij alle mannen ouder dan 25 jaar mogen stemmen. Wie een huis bezit, meer belasting betaalt en een diploma van het middelbaar onderwijs heeft behaald, krijgt één of twee bijkomende stemmen. Hoewel het doel niet volledig bereikt was, wordt het afschaffen van het cijnskiesrecht door de BWP gepresenteerd als een gewonnen strijd. Het aantal stemgerechtigden wordt met deze beslissing vertienvoudigd. Er is echter nog steeds een grote ongelijkheid tussen de 850.000 kiezers die één stem mogen uitbrengen en de 517.000 stemgerechtigden die twee of drie keer mogen stemmen en zo samen 1.200.000 stemmen vertegenwoordigen.
Wandel een stukje verder door de Oude Leeuwenrui tot aan het Felixpakhuis.
Het Felixpakhuis Net zoals in alle havensteden werden in de 19de eeuw grote pakhuizen opgericht: in Rotterdam vind je er nog enkele (overlevers van de Duitse inval waarbij R’dam in 1940 gebombardeerd werd), in Hamburg (mooie collectie!) en Londen. Londen gaf het voorbeeld in de laat 20ste eeuw: oude pakhuizen werden omgeturnd in luxueuze loftparadijzen waar je zowel nieuwe bedrijven in de creatieve sfeer als dure woonplekken vindt. Gentrificatie noemt men dat. Antwerpen deed niet onder en heel de wijk van ’t Eilandje werd geherwaardeerd voor de rijkere medebewoners. Je vindt er de werkplekken nu van een Dries Van Noten en het atelier van o.a. Luc Tuymans. Dit pakhuis in neo-classicistische stijl werd in 1858 opgetrokken naar een ontwerp van architect Felix Pauwels in opdracht van de Compagnie Générale de Matériels de Chemin de Fer. Het pakhuis diende voor opslag van - aanvankelijk koloniale - bulkgoederen zoals suiker, tabak, thee en koffie, hop, graan, kaas en wijn. Het stapelhuis met een stapeloppervlakte van 22 405 m2 omvat twee vleugels met elkaar verbonden door een binnengang bekroond met een glazen kap. Het complex kende een bewogen geschiedenis. Na een brand in 1861 werd het heropgebouwd met toevoeging van een beglaasde doorgang tussen de Oudeleeuwenrui en de Godefriduskaai. Bij de heropbouw in opdracht van de Societé en Commandité de l'Entrepot recupereerde men nog bestaande bouwelementen zoals de gietijzeren kolommen waar houten moerbalken op rusten. Tot 1975 bleef het gebouw functioneren als stapelhuis. Laat u rustig overrompelen door de afmetingen van dit gebouw!
Een leuk weetje is dat de breedte van de huidige doorgang, de zogenaamde brandgang bepaald werd door een 19de eeuwse industrieel Thomas Wood. Wood bouwde in Borgerhout aan Stenen Brug zijn industriële katoenblekerij De Feniks. Oorspronkelijk bewoner van de Twaalf Maandenstraat was Wood vergekt op stoommachines (boys & toys). Toen hij gasverlichting aan zijn woning wou toevoegen werd dit verboden door het stadsbestuur: nog niet zo lang tevoren was er een vuurwerkmaker op de hoek met de Meir met een grote knal de lucht in gegaan! Wood liet o.a. een stoommachine bouwen om water voor bluswerken krachtiger te benutten. De breedte van de doorgang van het Felix werd berekend in functie van de draaicirkel van deze pompinstallatie! Nu is er het stadsarchief ondergebracht: het loont de moeite om online eens te gaan kijken wat je er allemaal kan terugvinden!
Wandel door de brandgang van het Felixpakhuis naar de Godefriduskaai. Je bent nu op het eilandje. Links zie je onze volgende stopplaats: Het MAS.
De Godefriduskaai
Het MAS
Op de plaats waar nu het MAS staat, stond vroeger het monumentale Hanze- of Oostershuis, dat dubbel zo groot was als het MAS. Dit werd in 1564 opgetrokken en werd een belangrijk symbool voor de economische welvaart van het 16e-eeuwse Antwerpen. Let wel: Antwerpen maakt nooit deel uit van de Hanze dat uit een los verbond bestond van middeleeuwse havensteden en daarna wegdeemsterde. Brugge bvb maakte er wel deel van uit. Als grensstad van het Duitse keizerrijk had Antwerpen een belangrijke rol als toegang tot de Noordzee. Het Hanzehuis sneuvelde in 1893 in … een brand. Het pakhuis dat er in de plaats kwam werd gesloopt voor de bouw van het MAS. Je hebt gratis toegang tot het dakterras dat tot 23 uur ’s avonds toegankelijk is. En daar moet je naar toe om een goed beeld te krijgen van de geschiedenis van de havenstad. Beeld je in: tot de jaren ’20 van de vijftiende eeuw had Antwerpen geen vaste toegang tot de Noordzee. De huidige Scheldemonding was een ‘beweeglijke’ delta van doorgangen die jaar na jaar konden verschuiven. ’t Hondte was de naam van dit nogal moerassig gebied. Vanaf 1421 waren er een aantal stormvloeden, nu zouden we dat tsunami’s noemen. Deze stormvloeden veranderden niet alleen de Schelde en Antwerpen. In Holland bijvoorbeeld ontstond zo het gebied dat we kennen als de Biesbossen. Brugge verzandde en het economisch gewicht verschoof naar Antwerpen dat bloeide als havenstad. De getijdenhaven maakte de laad- losmomenten beperkt. De val van Antwerpen in 1585 maakte de haven wegdeemsteren tot een zeker Napoleon Bonaparte twee dokken ontwierp waarbinnen de getijden geneutraliseerd werden. Het eerste dok werd voltooid onder zijn regime, nummer twee werd voltooid onder koning Willem I der Nederlanden waar we tot 1830 deel van uitmaakten. De haven ontwikkelde zich van de stad weg, richting Scheldemonding.
Het schitterende initiatief van het MAS voegde de collecties van het vroegere Scheepvaartmuseum en het Volkskunde- en het Etnografisch Museum samen met een deel van de collectie van het Vleeshuis. Zowel het volkskunde- als het etnografisch museum waren oorspronkelijk privé-collecties van rijke burgers die uiteraard elk hun eigen museum eisten … Het MAS verdient een halve dag aandacht (minstens). Op het terras zie je niet alleen de haven richting noorden vertrekken maar zie je ook het Red Star Linemuseum, gewijd aan de emigratie naar Amerika, dit verdient ook een halve dag.
Wandel via de Nassaustraat, de Londenbrug en het Kattendijkdok-Oostkaai naar het Schengenplein. Daar staat een bijzonder monument als eerbetoon aan de Havenarbeiders.
De Buildrager De buildrager is een standbeeld van Constantin Meunier uit 1893. Het staat symbool voor de kracht van de havenarbeiders. Normaal gezien staat dit standbeeld op de suikerrui, aan het Stadhuis, waar het werd ingehuldigd op 4 september 1950 ter ere van het verzet van de havenarbeiders tijdens de tweede wereldoorlog. Door de herstellingen aan het stadhuis kreeg het tijdelijk een plaats, hier op het Schengenplein aan de kantine van de dokwerkers. Zoals je ziet toont het standbeeld een arbeidersfiguur met een gespierd lichaam, gekleed in de havenarbeidersplunje met de typitsche hoofdbedekking voor het dragen van zakken, de zogenaamde builen. Het thema van de havenarbeider komt vaak terug in het werk van Meunier. Het ontwerp van de grote buildrager werd gemaakt als een van de vier hoekfiguren voor zijn "Monument aan de arbeid". Met dit beeld wil Meunier een ode brengen aan de havenarbeider. De typische houding van deze gespierde man is afkomstig uit de Griekse beeldhouwkunst en geeft de arbeider zo de heldenstatus die je ook ziet in de oude Griekse beelden.
Wandel via de Cadixstraat naar het Kempischdok-Westkaai.
Het Kot
Hier aan het voormalig aanwervingslokaal voor de havenarbeiders, beter bekend als "het Kot", vertellen we je graag over de historische betekenis van Louis Major. Hij was een vakbondsleider in een intens tijdperk, de late jaren 1940 en 1950, een periode van strijd voor betere lonen en werkomstandig-heden en van felle stakingen in 1950 en 1960. Al zal hij voor altijd herinnerd worden door de wet die hij in 1972 laat stemmen als minister van Arbeid en die sindsdien zijn naam draagt: de wet-Major. ‘Niemand mag in de havengebieden havenarbeid laten verrichten door andere werknemers dan erkende havenarbeiders.’ Door de wet krijgen havenarbeiders definitief een beschermd wettelijk statuut dat hun soepele, maar kwetsbare positie als dagloner beschermt, en garandeert dat havenarbeid veilig en efficiënt door gekwalificeerd personeel wordt uitgevoerd. Dat was zeker geen nieuwe regeling, maar eindelijk de wettelijke inbedding van een bescherming die in de praktijk al sinds de jaren 1930 bestond. De wetMajor is sindsdien een krachtig symbool. De bescherming van de havenarbeiders heeft een lang traject afgelegd. Aan het eind van de tweede wereldoorlog krijgen de zeelieden een eigen wettelijke sociale zekerheid, met ver-plichte bijdragen en uitkeringen voor werkloosheid en ziekte, een pensioenstelsel, vakantie- en kindergeld. De havenarbeid is cruciaal voor de geallieerden op het einde van de oorlog en de dokwerkers krijgen navenante vergoedingen – zeker omdat ze moeten werken terwijl de bommen letterlijk over hun hoofden vliegen. Daarvoor krijgen ze aanzienlijke bijkomende gevarenpremies, door de sinjoren algauw ‘bib-bergeld’ genoemd. Louis Major overlijdt in 1985 en maakt niet meer mee dat enkele jaren later de neoliberale Europese richtlijnen beginnen in te beuken op zijn gekoesterde haven-arbeidersstatuut. Maar de bescherming van de havenarbeid is een monument dat geworteld is in honderd jaar sociale strijd en anno 2021 nog steeds stevig op zijn sokkel staat
Wandel via de August Michiels straat, de Napelsstraat, de Londenstraat en de voetgangersbrug over de Italiëlei naar Park Spoor Noord.
De voetgangersbrug naar Park Spoor Noord
Park Spoor Noord
Tot de aanleg van het spoorwegemplacement in 1873 bevonden zich op het huidige Park Spoor Noord het fort van Dambrugge (later fort Pereyra genoemd) en de Lunet Stuivenberg (later Fort Carnot genoemd).[1] Het oude spoorwegemplacement was een terrein van 24 hectare (1,6 km lang) dat een wig vormde tussen de wijken Dam, Stuivenberg en Seefhoek. Een eeuw lang werden er op deze industriële site talloze treinstellen geparkeerd, locomotieven onderhouden en hersteld. Ook kregen de spoorarbeiders hier hun opleiding. De NMBS zette zijn laatste activiteiten stop in 2001. Het depot verhuisde naar de huidige site Antwerpen-Noord. In 1998 werd het gebied op het gewestplan ingekleurd als ‘zone voor stedelijke ontwikkeling’ en de stad besliste een deel van het terrein als park te bestemmen. In 2005 werd begonnen met de aanleg van het park. Het park vormt één van de meest geslaagde voorbeelden van moderne stadsontwikkeling en werd een instant succes. In de zomer komen er duizenden mensen bijeen. De ironie van de geschiedenis: waar er lange tijd ook een soort olifantenkerkhof was voor niet langer gebruikt spoorwegmateriaal, de ‘wagonnekeswei’ geheten in de volksmond, was dit de speelplaats voor de kinderen van de nabije volkswijken. In de 19de eeuw werden er in alle grootsteden in Europa niet alleen dierentuinen opgestart maar vond ook het begrip ‘park’ ingang. Een park was duidelijk bedoeld als wandelplaats voor de burgerij. Misschien herinnert u zich nog de hoge palen aan de ingang van elk park met een gedetailleerde weergave van het ‘reglement’. Het bekendste artikel kent u ongetwijfeld nog: ‘verboden het gras te betreden’. Dit verbod was er niet uit ecologische redenen maar om te voorkomen dat er … gespeeld werd. Als je geen tuin had in je wijk vol woonkazernes of rijwoninkjes-zonder-achteruit moest je maar een open plek vinden zoals de wagonnekeswei. De parken waren bestemd voor de burgerij waar je netjes op de paden rondstruinde zoals het deftige burgers behoorde … Toch nog één pluspunt voor de parken: het was de enige plaats waar vrouwen mochten fietsen in de 19de eeuw ! Park Spoor Noord is nu het paradijs voor spelende kinderen én hun ouders. Het is er gezellig toeven, vooral als het weer meezit. Zo werd de ‘wagonnekeswei’ toch nog in waarde hersteld …