Een uniek vakantieverblijf aan zee
Hotel Atlanta - ADMB ZIE PAGINA 12
JAARGANG 50 - NUMMER 3 - MEI 2005 HOOFDKANTOOR: SINT-CLARASTRAAT 48, 8000 BRUGGE AFGIFTEKANTOOR: GENT X
Bezoek onze website: www.admb.be
EDITORIAAL Geachte lezer, Het sociale voorjaar biedt een bijzonder woelige indruk. De eerdere scherpslijperij aan beide zijden is uitgemond in een categorisch njet van tal van werkgeversfederaties, prompt gevolgd door een resem stakingsaanzeggingen aan de overzijde. Op dit punt gekomen blijkt nog maar eens het belang van het door de regering overgenomen interprofessioneel akkoord. Het is immers binnen de daarin uitgezette krijtlijnen dat de sociale partners zich bij voorkeur zullen bewegen. Extremen, zoals bijvoorbeeld werknemers uit een viertal Antwerpse olieraffinaderijen die de hun aangeboden 7,50 % loonopslag wat magertjes vinden, horen hier echt niet thuis. Er zijn gelukkig tekenen aan de wand die erop wijzen dat er steeds meer water onder de spreekwoordelijke wijn vermengd wordt, waardoor ogenschijnlijk onverzoenlijke standpunten toch nog naar mekaar toegroeien. Matigheid, voorzichtigheid en vooruitziendheid zijn hier de boodschap, een evenwichtig akkoord naar het te beogen doel.
Vakbonden zien zich geconfronteerd met opstuwende breukgebieden daar waar de onderwaartse druk tot het verkrijgen van een aanvaardbaar loon in aanvaring komt met de zijwaartse afvloeiing van steeds meer delocaliserende bedrijvigheden. Werkgevers zitten verdeeld over de gevolgen van een tanend concurrentievermogen bij een toch nog immer aanzienlijke interne markt. De huidige cao-onderhandelingen betekenen een intensieve oefening in eierenlopen voor alle betrokkenen. Laat ons hopen dat zij het immobiliserend confrontatiemodel verlaten en al hun ervaring, kennis en wijsheid aanwenden om tot betaal- en werkbare oplossingen te geraken, richting voorwaarts, dit alles in functie van een zo groot mogelijk blijvende tewerkstelling en liefst in de eigen contreien. Wij zitten op de eerste rij en brengen u verslag uit van zodra zij daarin slagen. Met vriendelijke groet Karel Ghesquière Algemeen directeur ADMB
Inhoud VOOR DE WERKGEVER
Sint-Clarastraat 48 - 8000 Brugge Tel. 050 474 111 - fax 050 474 110 Redactie:
E. Braet, K. Cabooter, L. Daeninck, M. Debruyckere, K. Defoor, J. Degrande, B. De Wolf J. Deklerck, B. Devriendt, K. Ghesquière, P. Godelie, L. Hoste, P. Jonckheere, S. Lambrecht, V. Lenssen, S. Lemaire, R. Vanden Bussche, R. Vanhaecke, D. Van Loocke, D. Vantornout, G. Vermeulen.
VEKMO VEILIGHEID VEKMO VOEDING VEKMO MILIEU ADMBEELD PREVENTIE EN BESCHERMING WEBSITE KINDERBIJSLAGEN
Lay-out:
ALLY GRAPH-X, www.ally.be Druk:
ROULARTA, Roeselare
INTERIMARBEID
PENSIOEN ZIEKTEVERZEKERING
Verantwoordelijke uitgever:
K. Ghesquière p.a. Sint-Clarastraat 48 8000 Brugge
ADMB VERZEKERINGEN
ADRESSEN
Oplage: 71.500 ex. Lid van VUKKP
4 5 6 8 10 12 13 14 14 15 16 18 19 20 21 22 23 24 24 25 26 26 27 28 28 29 30 30 31
De jaarlijkse vakantie in 2005 De leertijd Studentenarbeid in 2005 Minder BTW op voordelen van alle aard Memo voor de werkgever Vakantieverblijf Atlanta RSZ-bijdragen Veiligheid : bijscholing en certificatie Evenwichtige voeding Milieu : de solventrichtlijn Ernstige arbeidsongevallen Nieuwsberichten via RSS Werkende studenten en pas afgestudeerden Recht op kinderbijslag: vanaf wanneer? Uitleg kinderbijslag Bedragen gezinsbijslag werknemers Nieuwe dienst voor seizoenarbeiders Nieuwe bediendecel Pensioenbedragen Kleine risico’s zelfstandigen Op vakantie naar het buitenland Infohoekje CAW BA Onderneming Adressen ADMB Verzekeringen Rechtsbijstand Adviseurs Interimkantoren Kantoren
Vroeger verschenen artikels uit ADMB Info zijn te raadplegen op onze website www.admb.be
3
VOOR DE WERKGEVER
De jaarlijkse vakantie in 2005
Eddy BRAET Afdelingshoofd ADMB Studiedienst
Ook dit jaar is er voor de personeelsverantwoordelijke geen ontsnappen aan : het bepalen van vakantierechten en de berekening van vakantiegeld blijven een zware klus van een juridisch hoogtechnologisch gehalte. Alhoewel de meest rumoerige jaren al een eind achter ons liggen – we denken meteen aan de vervollediging van het dubbel vakantiegeld en de toekenning van een jeugdvakantie – valt er omtrent dit onderwerp nog heel wat te zeggen. Onderstaande bijdrage wil in kort bestek een antwoord bieden op twee cruciale vragen : hoeveel vakantie kan ik opnemen en wat krijg ik er voor betaald ?
1. HET RECHT OP JAARLIJKSE VAKANTIE
1° Werklieden en werksters De werknemer ontvangt een vakantiecheque van zijn vakantiekas voor een waarde van 15,38 % van het jaarloon (8% voor enkel en 7,38 % voor dubbel vakantiegeld). Het erop vermelde brutobedrag wordt verminderd met een solidariteitsbijdrage (= 1 %), een bijzondere werknemersbijdrage op het dubbel vakantiegeld (= 13,07 %) en een vast percentage bedrijfsvoorheffing (= 17,16 %, of 23,22 % bij een belastbaar vakantiegeld van meer dan 1.050 euro).
De hoofdgedachte
Vakantierechten in een vakantiejaar ontspruiten uit de prestaties en wat daarmee gelijkgesteld wordt van het vorige vakantiedienstjaar. Zo zal de werknemer in 2005 vakantie genieten op basis van zijn verwezenlijkingen in 2004. De opbouw
Een volledige wettelijke vakantie komt neer op en is gelimiteerd tot vier weken. De bouwstenen verschillen echter nogal grondig voor arbeiders en bedienden. Voor de eersten zijn de gepresteerde en daarmee gelijkgestelde dagen bepalend, voor de laatsten het bewezen aantal maanden. Het bekomen resultaat manifesteert zich in de zesdagenweek, zodat desgevallend een omrekening moet gebeuren voor wie in een ander arbeidsstelsel werkzaam is. Bij een gewijzigd of wisselend uurrooster worden de in 2004 ontstane rechten getoetst aan en begrensd op de tewerkstellingsbreuk(en) in het vakantiejaar 2005.
2° Bedienden De bediende die met vakantie gaat ontvangt van zijn werkgever zijn vakantiegeld in de vorm van : • de doorbetaling van zijn loon tijdens de vakantiedagen (waarop de normale inhoudingen voor rsz en bedrijfsvoorheffing); • de dubbele betaling van dit loon t.b.v. 92 % van zijn lopende maandwedde (te verminderen met een bijzondere rsz-inhouding op 85 % en bedrijfsvoorheffing als exceptionele vergoeding). De bediende die zijn werkgever verlaat krijgt vertrekvakantiegeld voor de nog niet genoten vakantierechten. Dit is gelijk aan (het restant van) 8 % enkel en 7,34 % dubbel van het loon van de corresponderende vakantiedienstjaren, en wordt bij een eventueel volgende werkgever op het door hem aan deze werknemer uitbetaald vakantiegeld verrekend. Jeugdvakantie
Jonge schoolverlaters kunnen in 2005 op een volledig vakantierecht aanspraak maken mits ze aan zekere voorwaarden voldoen : • minder dan 25 jaar oud zijn per 31 december 2004; • minstens 1 maand effectief gewerkt hebben in 2004.
2. HET WETTELIJK VAKANTIEGELD De basisidee
Het vakantiegeld kent volgende componenten : 1° de loonwaarborg van de genomen vakantiedagen, het zogeheten “enkel vakantiegeld”; 2° een evenwaardige aanvulling bovenop het ten 1°, “dubbel vakantiegeld” genoemd. Samenstelling
Elke week vakantie stemt overeen met 2% van een jaarloon (1 week op de circa 50 in een jaar), zodat vier weken vakantie gelijkstaan met 8% van een jaarloon aangevuld met de dubbele betaling. Aangezien de financiering van de vakantierechten van arbeiders en bedienden nogal grondig verschilt – voor de enen met voorafbetaalde rszbijdragen in 2004, voor de anderen rechtstreeks door de werkgever – is ook de afhandeling sterk uiteenlopend.
4
Zij maken hierdoor aanspraak op volgend vakantiegeld : • van hun (voormalige) werkgever het enkel en dubbel vakantiegeld op basis van de in 2004 geleverde prestaties; • van de plaatselijke RVA, d.m.v. het formulier “C 103 – Jeugdvakantie”, een jeugdvakantiegeld gelijk aan 65 % van hun op 1.709,67 euro begrensd loon (dus geen dubbele betaling).
De ogenschijnlijke eenvoud van deze regelgeving vertaalt zich geenszins in een navenante praktijktoepassing. De effectieve aanpak vereist immers een professionele inbreng en is dus een kolfje naar de hand van uw dossierbeheerder bij het Sociaal Bureau. U wenst zich eens aan een oefening te wagen ? Surf dan naar de e-tool "vakantierecht" op onze website www.admb.be en becijfer het vakantierecht van uw bedienden.
Einde cursusjaar... wat na de leertijd?
Paul JONCKHEERE VIZO-Leersecretaris
Op 30 juni eindigt het cursusjaar. Concreet betekent dit dat de vergoedingen verhoogd worden vanaf 1 juli 2005. Voor het zover is, staat er nog heel wat op het programma. De leerlingen van het eerste en tweede jaar leertijd hebben overgangsexamens. Voor de laatstejaars is er naast het eindexamen maatschappijgerichte vorming en het examen theoretische beroepskennis ook nog de praktijkproef. Ter beoordeling van een externe jury moet de leerling aan de hand van een praktijkopdracht bewijzen dat hij een volwaardig vakman is. Dit dient grondig voorbereid te worden. De patroonopleider is hierbij ter beschikking om de leerling te helpen bij die voorbereiding. Het einde van het cursusjaar is voor de lopende leerovereenkomsten ook een evaluatiemoment van de praktijkopleiding in het bedrijf. Patroon, ouders en leerling worden in de Syntra uitgenodigd om dit te bespreken. Leerkrachten, directie, CLB en de leersecretaris zijn daar ter beschikking. Laat dit moment niet voorbijgaan!! Tot slot moeten ook in die periode tijdig vakantie-afspraken en regelingen gebeuren.
WAT NA DE LEERTIJD?
STAGEOVEREENKOMST Sinds een vijftal jaren bestaat de stageovereenkomst als nieuwe opleidingsformule. Dit systeem toont veel gelijkenissen met de leertijd. Een cursist-stagiair volgt de lessen ondernemersopleiding in een Syntra en volgt zijn praktijkopleiding in een bedrijf. Hij moet voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht (18 jaar). De stageovereenkomst richt zich tot jongeren die voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht en die al of niet een vooropleiding hebben voor het beroep dat zij wensen aan te leren. De lessen Ondernemersopleiding in de Syntra worden meestal onder de vorm van avondlessen gegeven en lopen per cursusjaar over een periode van 32 lesweken. De totale cursus duurt 2 cursusjaren, in een aantal beroepen zijn dit 3 cursusjaren. Zij omvatten een cursus bedrijfsbeheer die gericht is op het specifieke commerciële-, financiële-, administratieve-, en personeelsbeleid. De cursussen beroepskennis zijn gericht op de technische gerichte leerdoelen. De Leersecretaris is de begeleider tijdens de stageovereenkomst. Hij stelt het contract op en is de raadgever en de bemiddelaar voor beide partijen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paul Jonckheere op het telefoonnummer 050 47 41 31 Fax 050 41 41 10 en e-mail paul.jonckheere@admb.be Op afspraak: 0497 59 34 24 Spreekuren: maandag en woensdag van 9 tot 12 uur
Leerlingen opleiden is een investering. Het vraagt tijd, energie en kosten. De leerlingen groeien mee in het bedrijf. Zij kennen als geen ander de specificiteit van de zaak. De opleiding gebeurt op maat van het bedrijf. Wanneer straks voor een aantal leerlingen de stageperiode afgelopen is, moet de vraag gesteld worden: wat nadien? Belangrijk hierbij is dat deze vraag tijdig gesteld en besproken wordt met leerlingen en/of ouders. Statistieken bewijzen het en uit ervaring weten we dat heel wat leerlingen kunnen blijven na hun leertijd. Die belangrijke investering, van leerling tot vakman, laat geen enkele bedrijfsleider graag verloren gaan. Daarenboven is technisch onderlegd personeel niet gemakkelijk te vinden en afgestudeerden uit beroepsscholen hebben dikwijls te weinig beroepservaring en werkattitude om direct met rendement te worden ingeschakeld. De loonkost is een beslissende factor. Uw Sociaal Bureau is altijd bereid een simulatie te maken wat die leerling zal kosten als werknemer. Daarenboven zijn er RSZ-verminderingen o.a. voor het aannemen van een eerste werknemer.
De nieuwe tewerkstellingsmaatregelen komen eraan.
Misschien komt de overheid voor een stuk tussen in uw volgende aanwerving ... Bestel daarom nu reeds de nieuwe brochure.
TEWERKSTELLINGSSTIMULANSEN 2005 1e EDITIE Ondergetekende:
...........................................................................................................
Adres:
...........................................................................................................
Gemeente:
...........................................................................................................
Telefoon:
...........................................................................................................
Handtekening:
...........................................................................................................
NIEUWE LEEROVEREENKOMSTEN De nieuwe leerovereenkomsten kunnen starten vanaf 1 juli 2005. De voorwaarden voor de patroonopleider zijn : • 25 jaar zijn en • 5 jaar beroepservaring hebben, waarvan 2 jaar als zelfstandige.
bestelt de brochure “De tewerkstellingsstimulansen, versie 2005, 1e editie” in .............. ex. en schrijft hiertoe het bedrag van 15 euro x .............. ex. = .............................. euro over
Het bedrijf zelf moet voldoen aan alle voorwaarden om een leerling te kunnen opleiden. Behoudens een aantal uitzonderingen (o.a. kleinhandel) dient de leerling 15 jaar te zijn en het 2e jaar secundair onderwijs te hebben beëindigd.
op rekening 471-5366031-91 van ADMB Service Buro. Bestellen via internet: www.admb.be/brochures
5
VOOR DE WERKGEVER
Studentenarbeid in 2005
Matthias DEBRUYCKERE Adjunct-afdelingshoofd ADMB Studiedienst
In de zomermaanden ziet het horecapersoneel er heel wat jeugdiger uit dan in de rest van het jaar. Maar ook in andere sectoren worden in die periode vaak bijkomende jonge krachten ingehuurd. In bijgaande bijdrage vindt u in een notendop een overzicht van de belangrijkste zaken waarvoor werkgever (en student) oog moet(en) hebben.
1. WIE KAN TEWERKGESTELD WORDEN ALS STUDENT MET EEN STUDENTENOVEREENKOMST ?
Een dergelijke overeenkomst mag een proefperiode voorzien die, zowel voor arbeiders als voor bedienden, minimaal 7 en maximaal 14 dagen bedraagt. Hoewel het om een contract voor bepaalde tijd gaat dat afloopt op een bepaalde datum, beschikken zowel werkgever als student over de mogelijkheid om de overeenkomst vervroegd te beëindigen mits ze een opzeggingstermijn van respectievelijk 3 dagen of 1 dag naleven. De duur van deze opzeggingstermijn wordt opgetrokken tot respectievelijk 7 en 3 dagen wanneer het studentencontract meer dan 1 maand beslaat.
a) kunnen studentenarbeid verrichten :
• de minderjarigen van 15 jaar en meer die onderwijs met volledig leerplan volgen; • de minderjarigen die na hun voltijdse leerplicht, maar tijdens hun deeltijdse leerplicht (=< 18-jarigen) deeltijds onderwijs of deeltijdse vorming volgen en die niet genieten van een overbruggingsuitkering. Deze studentenarbeid kan echter alleen gedurende de periodes van schoolvakanties; • de studenten die niet meer aan de schoolplicht onderworpen zijn. b) kunnen geen studentenarbeid verrichten, de studenten die :
• hun voltijdse leerplicht niet beëindigd hebben en dus jonger zijn dan 16 (of 15) jaar; • na hun voltijdse leerplicht, naast hun deeltijds onderwijs, nog verbonden zijn door : - een deeltijdse stageovereenkomst; - een deeltijdse arbeidsovereenkomst; - een industriële leerlingenovereenkomst; - een middenstandsovereenkomst; - of overbruggingsuitkeringen ontvangen; • minstens sedert 6 maanden werken; • bij wijze van stage onbezoldigde arbeid verrichten die deel uitmaakt van hun studieprogramma; • ingeschreven zijn in een avondschool of onderwijs met beperkt leerplan (d.i. minder dan 15 uur/week) volgen. De leerplicht beloopt 12 jaar, begint met het schooljaar waarin het kind 6 jaar wordt en eindigt bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd (uitzonderlijk op 17-jarige leeftijd, met name op 30/6 van het jaar van de 18de verjaardag, indien op dat moment reeds 12 jaar lager en secundair onderwijs doorlopen zijn). Voltijds leerplichtig is iemand slechts tot de leeftijd van 16 jaar of tot 15 jaar als de betrokken leerling op die leeftijd al de eerste twee jaar secundair onderwijs gevolgd heeft.
2. STUDENTENOVEREENKOMST De studenten worden in België speciaal beschermd. Naast de algemene regels die van toepassing zijn op alle werknemers, heeft de wetgever voorzien in specifieke bepalingen voor de studenten tewerkgesteld met een studentenovereenkomst. Het studentencontract is een contract voor bepaalde duur van maximum 6 maanden dat voor elke student afzonderlijk en steeds schriftelijk moet worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip waarop de student in dienst treedt. Dit contract moet een aantal specifieke vermeldingen bevatten.
6
De werkgever is er eveneens toe verplicht de studentenovereenkomsten gedurende 5 jaar te bewaren op de plaats waar deze studenten tewerkgesteld worden.
3. ARBEIDSVOORWAARDEN a) loon
Een student moet als tegenprestatie voor zijn arbeid in principe minimaal het loon ontvangen dat, voor het werk dat hij doet, bepaald is binnen de sector. In sommige sectoriële C.A.O.’s is er voor studentenarbeid echter een aparte loonschaal voorzien. Bij tewerkstelling in sectoren die geen lonen voorzien hebben, moet voor tewerkstellingen vanaf 1 maand het nationaal minimum gerespecteerd worden. b) arbeidsreglement
De student moet vanaf de eerste dag van zijn tewerkstelling een exemplaar van het arbeidsreglement krijgen. Hij moet tekenen voor ontvangst ervan. c) arbeidsduur
De overeenkomst en het arbeidsreglement moeten de arbeidsduur vermelden. Behoudens enkele uitzonderingen (waaronder de studenten waarvan het loon vrijgesteld is van sociale zekerheidsbijdragen, zie hieronder), mag de wekelijkse arbeidsduur niet beneden 1/3 van de arbeidsduur toepasselijk in de sector liggen. Bovendien mag elke arbeidsperiode in principe niet minder dan 3 uur bedragen.
4. RSZ-BIJDRAGEPLICHT In principe moeten de student en de werkgever sociale bijdragen betalen. Afgezien van de mogelijkheden tot vrijstelling van RSZ-bijdragen die gelden voor alle werknemers (d.i. occasionele arbeid, arbeid in de socio-culturele sector, seizoenarbeid, arbeid van bepaalde niet-inwonende dienstboden), bestaat er voor studenten onder strikte voorwaarden slechts een minimale bijdrageplicht. In geval van tewerkstelling van studenten in de vakantiemaanden, moet op hun loon 5 % werkgeversen 2,5 % werknemersbijdragen afgedragen worden, mits: • de student tewerkgesteld wordt in het kader van een studentencontract; • de tewerkstelling plaatsvindt in de maanden juli, augustus en september; • de tewerkstelling in de maanden juli, augustus en september 23 arbeidsdagen niet overschrijdt;
• de student niet bij dezelfde werkgever tewerkgesteld werd in de loop van het voorafgaand schooljaar, tenzij in het kader van een studentencontract en uitsluitend tijdens de niet-verplichte aanwezigheidsperiodes in de onderwijsinstelling. Indien de werkgever nog niet voor andere werknemers ingeschreven is bij de RSZ, moet hij zich speciaal aansluiten bij deze instantie. Voor de daaropvolgende jaren is geen nieuwe inschrijving meer vandoen.
ten laste blijven. Ter compensatie wordt de hierboven vermelde maximumgrens van de netto-belastbare bestaansmiddelen verhoogd met 2.540,00 EUR.
6. RECHT OP KINDERBIJSLAG a) tot 31 augustus van het jaar waarin de student 18 jaar wordt
5. FISCALE IMPLICATIES VAN STUDENTENARBEID
Onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag.
a) bedrijfsvoorheffing
b) vanaf 1 september van het jaar waarin de student 18 jaar wordt
Voor de niet-inhouding van bedrijfsvoorheffing op het loon van de jobstudent, gelden dezelfde voorwaarden als voor de gedeeltelijke vrijstelling van RSZ-bijdragen (zie hoger). b) is de jobstudent nog ten laste van zijn ouders ?
Om nog fiscaal ten laste van zijn ouders te kunnen zijn, mag de student op jaarbasis maximaal volgende bedragen (aanslagjaar 2006, inkomsten 2005) verdienen : algemeen : • wanneer op hun loon volledige RSZ (13,07 %) ingehouden wordt : - als bediende : 3.652,36 EUR bruto - als arbeider : 3.696,83 EUR bruto • wanneer op hun loon beperkte RSZ (2,5 %) ingehouden wordt : 3.256,41 EUR bruto; • wanneer op hun loon geen RSZ ingehouden wordt : 3.175,00 EUR bruto; • netto-belastbaar: 2.540,00 EUR; als student met alleenstaande vader of moeder : • wanneer op hun loon volledige RSZ (13,07 %) ingehouden wordt : - als bediende : 5.277,24 EUR bruto - als arbeider : 5.341,48 EUR bruto • wanneer op hun loon beperkte RSZ (2,5 %) ingehouden wordt : 4.705,13 EUR bruto; • wanneer op hun loon geen RSZ ingehouden wordt : 4.587,50 EUR bruto; • netto-belastbaar: 3.670,00 EUR; als gehandicapte student met alleenstaande vader of moeder : • wanneer op hun loon volledige RSZ (13,07 %) ingehouden wordt : - als bediende : 6.686,41 EUR bruto - als arbeider : 6.767,82 EUR bruto • wanneer op hun loon beperkte RSZ (2,5 %) ingehouden wordt : 5.961,54 EUR bruto; • wanneer op hun loon geen RSZ ingehouden wordt : 5.812,50 EUR bruto; • netto-belastbaar: 4.650,00 EUR. Let wel: • bij de bedragen met volledige RSZ werd noodgedwongen geen rekening gehouden met de werkbonus (waardoor de opgegeven bedragen in bepaalde omstandigheden te hoog liggen); • als de student alimentatiegeld krijgt, moet 80 % van het ontvangen bedrag meegeteld worden in de berekening voor het al dan niet fiscaal
Het recht op kinderbijslag blijft behouden, wanneer de studentenarbeid verricht wordt: • ofwel tijdens de vakantie (juli, augustus, september, kerst- en paasvakantie); • ofwel tijdens het school- of academiejaar, op voorwaarde dat de jongere: - ofwel tewerkgesteld wordt met een studentencontract; - ofwel niet in het kader van een studentencontract tewerkgesteld wordt, maar in de loop van een kalendermaand gedurende minder dan 80 uren werkt.
7. ARBEIDSONGEVALLEN Wanneer de werkgever reeds verzekeringsplichtig personeel in dienst heeft, hoeft er in principe geen uitbreiding van de arbeidsongevallenverzekering te gebeuren (toch beter checken bij uw verzekeraar). Werkt de werkgever daarentegen enkel met jobstudenten, dan moet er speciaal hiertoe een arbeidsongevallenverzekering afgesloten worden.
8. ONMIDDELLIJKE AANGIFTE VAN TEWERKSTELLING (DIMONA) Sinds 1/1/03 moet elke werkgever de in- en uitdiensttreding van zijn personeel melden aan de RSZ (via vocale server, de website www.sociale-zekerheid.be of via uw Sociaal Bureau). Deze verplichting bestaat eveneens bij tewerkstelling van studenten. Deze melding moet gebeuren vooraleer de student in dienst treedt en dient volgende gegevens te bevatten: • datum van in- en uitdiensttreding; • de vermelding dat het om een student gaat; • het INSZ-nummer van de student (terug te vinden in de rechterbovenhoek van de SIS-kaart van betrokkene); • de (eerste) plaats van tewerkstelling. Werkgevers die deze verplichting niet respecteren, riskeren aanzienlijke geldboetes.
Een juridisch correcte “gewone” personeelsorganisatie is al geen sinecure. Bij tewerkstelling van studenten komen er nog heel wat aandachtspunten bij. Hebt u verder nog vragen, dan kunt u uiteraard altijd terecht bij uw Sociaal Bureau.
7
VOOR DE WERKGEVER
Minder BTW op voordelen van alle aard
Sabien LEMAIRE Juridisch adviseur ADMB Studiedienst
Heel wat bedrijven verstrekken voordelen van alle aard aan hun personeelsleden. Sommige van deze voordelen worden belast binnen de directe belastingen als voordeel van alle aard op basis van forfaitaire regels. Maar de vraag is of die forfaitaire regels ook gelden voor de BTW. Uit een recent arrest van het Europees Hof van Justitie van 20 januari 2005 blijkt dat dit niet zo is wanneer de werknemer een prijs betaalt voor het voordeel.
WAAROVER GAAT HET ? De bedragen die weerhouden worden als voordelen van alle aard zijn bedragen BTW-inclusief. Omdat de voordelen in de consumptiesfeer terechtkomen, moet de werkgever de BTW op deze voordelen van alle aard opnemen als verschuldigde BTW in zijn BTW-aangifte. Stel dat een werknemer een firmawagen regelmatig voor persoonlijke doeleinden gebruikt, dan zal de fiscus de werknemer belasten op een
R
voordeel van alle aard. De raming van dat voordeel is in de personenbelasting forfaitair geregeld. Het voordeel is gelijk aan het aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers, vermenigvuldigd met een kilometerprijs. Als de werkgever BTW-plichtig is, moet op dat voordeel volgens de Belgische fiscus ook BTW gerekend worden. Bijvoorbeeld : Een werknemer rijdt met een firmawagen van 10 fiscale pk en woont op 15 km van het werk. Het privĂŠ belastbaar voordeel op jaarbasis bedraagt dan â&#x201A;Ź 1.493,50, zijnde 5.000 km x â&#x201A;Ź 0,2987 per kilometer. Dit belastbaar voordeel wordt geacht inclusief BTW te zijn en die BTW moet betaald worden door de werkgever. Stel dat een werkgever maaltijden verstrekt aan zijn personeelsleden. De Belgische fiscus gaat ervan uit dat de verstrekking geschiedt ter uitvoering van een contract tussen de werkgever en zijn werknemers. De tegenprestatie van de werknemer is ofwel de prijs die hij voor de maaltijd betaalt, ofwel is de maaltijd een bijkomend voordeel in het kader van zijn arbeidsovereenkomst. Dus vindt de fiscus dat op die maaltijden BTW moet gerekend worden. Maar hoeveel BTW moet daarop betaald worden ? Deze vraag werd recent gesteld door een Zweeds bedrijf aan het Europees Hof van Justitie.
,#$ 7PPSBGCFUBMJOHTQMBO
%F GJTDVT FFO HPFEF WSJFOE
;FLFS XBOU EF mTDVT CFMPPOU V XBOOFFS V EF CFMBTUJOH PQ VX CFESJKGTJOLPNTUFO WPPSBG CFUBBMU &O IFU ,#$ 7PPSBGCFUBMJOHTQMBO CJFEU V EF PQMPTTJOH PN VX WPPSBGCFUBMJOHFO OPH WPPSEFMJHFS VJU UF WPFSFO 6 CFUBBMU FFO QBL NJOEFS CFMBTUJOHFO FO IPVEU EF mTDVT UPDI UF WSJFOE ,PN FS FFOT PWFS QSBUFO NFU EF ,#$ BEWJTFVS XXX LCD CF POEFSOFNFO
8
e
h
c
t
s
ZAAK HOTEL SCANDIC In deze rechtszaak ging het om een bedrijf in de hotel- en restaurantsector. De onderneming verstrekt aan de werknemers, in een speciaal ingerichte kantine, lunches tegen een bepaalde prijs. Deze lunches kunnen in de toekomst beneden de kostprijs komen te liggen. Het bedrijf wou weten of in zo’n geval de BTW geheven moet worden op de prijs beneden de kostprijs. In een ruling oordeelde de Zweedse fiscus, net zoals ook de Belgische fiscus zou doen, dat BTW moet worden betaald op de kostprijs. De Zweedse firma was het daar niet mee eens en stapte naar de Zweedse rechtbank die uiteindelijk een prejudiciële vraag stelde aan het Hof van Justitie. Het Hof stelt dat de maatstaf van heffing voor onder bezwarende titel verrichte goederenleveringen of diensten wordt gevormd door de daartoe door de belastingplichtige werkelijk ontvangen tegenprestatie. Deze tegenprestatie is dus de subjectieve waarde, dat wil zeggen de werkelijk ontvangen waarde, en niet een volgens objectieve maatstaven geschatte waarde. Het Hof besluit dan ook dat de regels voor onttrekkingen niet van toepassing zijn. Die zijn enkel van toepassing als een belastingplichtige de BTW over de aankoop van een voor zijn bedrijf bestemd goed heeft kunnen aftrekken en geen BTW betaalt, wanneer hij dit goed voor privédoeleinden van hemzelf of van zijn personeel aan zijn bedrijfsvermogen onttrekt. Maar in de Zweedse vraag gaat het niet om een onttrekking. De werknemer betaalt voor zijn maaltijd. Dus moet BTW betaald worden op de subjectieve waarde die de werknemer effectief betaalt voor zijn maaltijd. In deze zaak heeft het Hof dus beslist dat handelingen waarvoor een werkelijke tegenprestatie wordt betaald, niet als een onttrekking van een goed of een verrichting van een dienst voor privé-doeleinden kunnen worden beschouwd en dat zulks zelfs geldt indien deze tegenprestatie lager is dan de kostprijs van het geleverde goed of de dienst.
GEVOLGEN VOOR DE BELGISCHE BTW-ADMINISTRATIE Dit arrest is van toepassing op de Belgische situatie. De Belgische fiscus beschouwt het verstrekken van een voordeel ook verkeerdelijk als een onttrekking.
Regime
r
p
a
a
k
Toegepast op de firmawagen betekent deze uitspraak dat de Belgische BTW-administratie principieel niet langer gerechtigd is om BTW te heffen over het voordeel van alle aard met betrekking tot het privé-gebruik van personenwagens waarvoor door de werknemer een vergoeding wordt betaald. Uiteraard enkel in de mate dat dit voordeel niet gedekt werd door persoonlijke bijdragen van de werknemer. Bijvoorbeeld : Een werknemer rijdt met een firmawagen van 10 fiscale pk en woont op 35 km van het werk. Het privé belastbaar voordeel op jaarbasis bedraagt dan € 2.240,25, zijnde 7.500 km x € 0,2987 per kilometer. De BTW m.b.t. het voordeel kan, om een lange berekening kort te maken, als volgt bepaald worden : voordeel auto x 0,078766. Ook de vergoeding die door de werknemer betaald wordt, is inclusief BTW maar dan wel gewoon tegen 21 % over de volledige vergoeding (vergoeding x 21/121). Let wel ! Bovenvermelde redenering gaat enkel op indien de werknemer een reëel bedrag heeft betaald én er een voordeel van alle aard blijft bestaan (i.e. de betaalde bijdrage lager ligt dan het voordeel van alle aard inzake directe belastingen). Indien er geen vergoeding werd betaald of slechts een symbolische vergoeding, dient de handeling als een dienst voor privé-doeleinden te worden beschouwd en blijven de vroegere regels gelden. Indien de werknemer effectief méér heeft bijgedragen dan het voordeel van alle aard, moet er BTW worden afgedragen over het werkelijk betaalde bedrag.
BESLUIT Via het arrest van het Hof van Justitie kunnen werkgevers dus hun profijt doen. De hogere patronale bijdragen op basis van de CO2-uitstoot kunnen via de BTW voor een stuk gerecupereerd worden. Meer zelfs, de uitspraken van het Hof van Justitie zijn interpretatief en gelden ab initio. Bijgevolg ontstaat er een recht op teruggave van BTW voor werkgevers die reeds BTW hebben afgedragen op het verschil tussen de vergoeding die door de werknemer wordt betaald en het bedrag van het voordeel van alle aard.
Bron : Arrest van het Europees Hof van Justitie van 20 januari 2005 in zaak C-412/03 Hotel Scandic tegen Riksskatteverket (PB C 57/11 van 5/3/2005)
Voordeel/betaling
BTW
Totaal afgedragen BTW
Voor Scandic zonder bijdrage werknemer
2.240,25 euro
176,46 euro
176,46 euro
Voor Scandic mét 1000 euro bijdrage werknemer
1.240,25 euro 1.000 euro
97,69 euro 173,60 euro
271,29 euro
Na Scandic zonder bijdrage werknemer
2.240,25 euro
176,46 euro
176,46 euro
Na Scandic mét 1000 euro bijdrage werknemer
1.240,25 euro 1.000 euro
0 euro 173,60 euro
173,60 euro
9
VOOR DE WERKGEVER
Memo voor de werkgever ! 1. OPZEGTERMIJNEN
3. MINIMUMLOON (vanaf 01.10.2004)
1.1. OPZEGTERMIJNEN WERKLIEDEN ALGEMEEN (vanaf 01.10.2000)*
Gemiddeld minimum maandinkomen voor de sectoren die onder geen paritair comité vallen of geen eigen overeenkomst of indexsysteem in het P.C. hebben.
ANCIËNNITEIT
VOOROPZEG WERKGEVER WET**
CAO75 ***
VOOROPZEG INGANGSDATUM WERKNEMER ****
- 6 maand* - 5 jaar -10 jaar -15 jaar -20 jaar 20 jaar en +
7 dagen 28 dagen 28 dagen 28 dagen 28 dagen 56 dagen
7 dagen 35 dagen 42 dagen 56 dagen 84 dagen 112 dagen
3 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 28 dagen
* ** *** ****
volg. kal.dag volg. maandag volg. maandag volg. maandag volg. maandag volg. maandag
Mits voorzien in het arbeidsreglement of in voorafgaand individueel akkoord. Indien geen sectorale afwijkende opzegtermijnen, doch wel sectorale werkzekerheids- of bestaanszekerheidsclausule. Indien geen sectorale afwijkende opzegtermijnen, werkzekerheids- of bestaanszekerheidsclausules. Indien geen sectorale afwijkende opzegtermijnen.
LEEFTIJD
ANCIËNNITEIT
22 j. 21,5 j. 21 j. 20 j. 19 j. 18 j. 17 j. 16 j.
12 m. 6 m. 0 m. 0 m. 0 m. 0 m. 0 m. 0 m.
MAANDWEDDE
UURLOON 40 UREN
UURLOON 39 UREN
UURLOON 38 UREN
1.258,18 1.243,36 1.210,00 1.137,40 1.064,80 992,20 919,60 847,00
7,2587 7,1732 6,9808 6,5619 6,1431 5,7242 5,3054 4,8865
7,4449 7,3572 7,1598 6,7302 6,3006 5,8710 5,4414 5,0118
7,6408 7,5508 7,3482 6,9073 6,4664 6,0255 5,5846 5,1437
4. MINIMUMVERGOEDINGEN LEERCONTRACTEN GEMEENSCHAP
1.2. OPZEGTERMIJNEN BEDIENDEN (vanaf 01.01.2005) JAARBEZOLDIGING
ANCIËNNITEIT
VOOROPZEG WERKGEVER
VOOROPZEG WERKNEMER
TEGENOPZEG WERKNEMER
tot 26.912,00
- 5 jaar 5 à -10 j. 10 à -15 j. enz. per 5 j.
3 maand 6 maand 9 maand telkens + 3 m.
1 1/2 maand 3 maand 3 maand 3 maand
1 maand 1 maand 1 maand 1 maand
26.912,01 tot 53.825,00
volgens overeenkomst werkgever/ werknemer met minimum volgens termijnen -26.912,01 max. jaarbezoldiging 4 1/2maand
53.825,01 en+
idem *
max. 6 maand
VLAAMSE
FRANSE
(vanaf 01.01.2005)
(vanaf 01.01.2005)
258,85 345,13 431,42 345,13 328,28 431,42 435,18
206,81 275,75 358,47 206,81 275,75 358,47 435,18
4e en 3e laatste jaar van de leertijd voorlaatste jaar van de leertijd laatste jaar van de leertijd vanaf 18-jarige leeftijd 1e jaar vanaf 18-jarige leeftijd 2e jaar vanaf 18-jarige leeftijd 3e jaar plafond waarboven verlies kinderbijslag
5. SLUITING VAN ONDERNEMINGEN (vanaf 01.10.2004) Sluitingsvergoeding 128,69 (max.= 2573,80) 2 maand
6. LOONGRENZEN SOCIALE UITKERINGEN (vanaf 01.10.2004)
max. 4 maand
werkloosheid ziekteverzekering brugpensioen cao (vanaf 01.01.2005) halftijds brugpensioen (vanaf 01.01.2005) collectief ontslag
Ingangsdatum de eerste dag van de eerstvolgende kalendermaand * Eventueel akkoord bij indiensttreding
2. LOOPTIJD PROEFBEDING 2.1. PROEFTERMIJNEN WERKLIEDEN
- min. 1 week - max. 2 weken (verbreking mogelijk zonder vooropzeg na 1e week) - verlengbaar met hoogstens 1 week schorsing 2.2. PROEFTERMIJNEN BEDIENDEN (VANAF 01.01.2005)
- min. 1 maand - max. 6 maand (tot 32.261,00 jaarloon) of 12 maand (boven 32.261,00 jaarloon) - beëindiging mogelijk via 1 week opzeg met einde ten vroegste op laatste dag 1e maand - onbeperkt verlengbaar door schorsing
1.709,67 2.684,26 3.096,06 1.548,03 2.682,77
7. WERKLOOSHEID : AANTAL TE BEWIJZEN DAGEN IN DE REFERTEPERIODE -36 jaar 36 tot 50 jaar boven 50 jaar
312 d. (18 m. vóór aanvraag) 468 d. (27 m. vóór aanvraag) 624 d. (36 m. vóór aanvraag)
8. LOONBESLAG OP NETTOLOON (vanaf 01.01.2005) 0 - 889,00 889,01 - 954,00 954,01 - 1.053,00 1.053,01 - 1.152,00 boven 1.152,00
= nihil = 20% = 30% = 40% = onbeperkt
(= 13,00) (= 29,70)* (= 39,60)
* n.v.t. indien uitsluitend vervangingsinkomen
9. RECUPERATIE EDUCATIEF VERLOF (vanaf 01.09.2004) tot 2.000,00/maand = algemeen tot 2.500,00/maand = beroepsopleidingen 45+ of herstructurering
10. VERGOEDINGEN NACHTARBEID (vanaf 01.10.2004) - uurtoeslag voor prestaties*
MEER INFO BIJ UW SOCIAAL BUREAU
10
- beneden 50 jaar 0,94 - vanaf 50 jaar 1,13 - extra oplegvergoeding bovenop werkloosheid (vanaf 01.01.2005) 112,77 * indien sectorieel of in onderneming geen andere regeling
Data [van 01.05.2005 tot 31.07.2005]
Hieronder volgt de lijst van de data die u in aanmerking dient te nemen over de periode van 01.05.2005 tot en met 31.07.2005 in verband met het vervullen van de sociale verplichtingen. We herinneren er aan dat de opgegeven data deze zijn waarop het betrokken organisme in het bezit moet zijn van het vereiste aangifteformulier en/of van de storting. Het betreft hier dus niet de data waarop u nog tijdig de verzending of storting kunt doen.
NA LOOPBAANONDERBREKING KOMT TIJDSKREDIET De geactualiseerde brochure behandelt de nieuwe regeling en de moeilijke overgang er naartoe. Uitermate nuttige lectuur voor bedrijfsleiders met personeel. Bestel daarom nu reeds een exemplaar.
HET TIJDSKREDIET Ondergetekende:
............................................................................................................
Adres:
............................................................................................................
Gemeente:
............................................................................................................
Telefoon:
............................................................................................................
Handtekening:
............................................................................................................
HUISPERSONEEL 29.07.05
Inzenden van de aangifte over het 2e kwartaal 2005 en storten van de bijdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Victor Hortaplein 11, 1060 BRUSSEL postrek. 679-0261811-08
Bestelt de brochure “Het Tijdskrediet”, versie februari 2005 in .............................. ex. en schrijft hiertoe het bedrag van
13.05.05
April 2005 wanneer het bedrag van de totale BV over 2004 € 30.460,00 of meer bedroeg
15.06.05
Mei 2005 wanneer het bedrag van de totale BV over 2004 € 30.460,00 of meer bedroeg
15.07.05
a. Juni 2005 wanneer het bedrag van de totale BV over 2004 € 30.460,00 of meer bedroeg b. Tweede kwartaal 2005 wanneer het bedrag van de totale BV minder dan € 30.460,00 bedroeg
SOCIALE ZEKERHEID 04.05.05
Eerste provisionele storting voor het 2e kwartaal 2005. (30% van de bijdragen RSZ over het 4e kwartaal 2004)
03.06.05
Tweede provisionele storting voor het 2e kwartaal 2005. (30% van de bijdragen RSZ over het 4e kwartaal 2004)
05.07.05
Derde provisionele storting voor het 2e kwartaal 2005. (30% van de bijdragen RSZ over het 4e kwartaal 2004)
OPMERKING :
de bedoelde provisionele stortingen moeten verricht worden door de werkgevers die in het voorgaande kwartaal meer dan € 6.197,34 RSZ-bijdragen verschuldigd waren. 29.07.05 a) Indienen van de aangifte over het tweede kwartaal 2005. b) Storten van het saldo van de bijdragen over het tweede kwartaal 2005, wanneer provisionele stortingen verricht worden. c) Storten van de bijdragen over het tweede kwartaal 2005, wanneer geen provisionele stortingen verricht worden.
23 euro x .............................. ex. = ............................................................ euro over op rekening 471-5366031-91 van ADMB Service Buro. Bestellen kan via onze website op: www.admb.be/brochures
BEDRIJFSVOORHEFFING
Index maand jan. febr. maart april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec.
*1 111,55 112,32 112,64 112,36 112,04 112,37 112,59 112,89 113,22 112,85 113,06 112,99
index ‘03 *G *G.4 110,94 110,60 111,56 110,88 111,82 111,22 111,73 111,51 111,57 111,67 111,85 111,74 112,06 111,80 112,20 111,92 112,47 112,15 112,15 112,22 112,36 112,30 112,32 112,33
Toepasselijk sinds januari 1998 Vanaf 1991: op basis 1988 = 100 Vanaf 1998: op basis 1996 = 100
*1 113,32 113,74 113,91 114,52 114,96 114,91 115,30 115,44 115,52 116,08 115,94 115,56
index ‘04 *G *G.4 112,67 112,38 113,02 112,59 113,05 112,77 113,50 113,06 113,67 113,31 113,65 113,47 114,00 113,71 114,03 113,84 114,08 113,94 114,49 114,15 114,48 114,27 114,25 114,33
*1 115,88 116,66 117,41 117,68
index ‘05 *G *G.4 114,68 114,48 115,28 114,67 115,90 115,03 115,87 115,43
*1 = index consumptieprijzen *G = gezondheidsindex *G.4= viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex = basis voor loonindexatie Omschakelingsvoeten voor overgang van het ene indexcijfer naar het andere. oude index *1 x 0,8148 = nieuwe index *1 nieuwe index *1 x 1,2273 = oude index *1 oude index *G en *G.4 x 0,8294 = nieuwe index *G en *G4 nieuwe index *G en *G.4 x 1,2057 = oude index *G en *G4
11
U bent op zoek naar een unieke vakantie aan zee ? ATLANTA, opgetrokken in een origineel Normandisch-Anglosaksische bouwstijl met verfijnde Belle-Epoque-toetsen in het interieur. In DE HAAN op 150 meter van de zee, duinen en bossen binnen handbereik, vlakbij de winkels, een lekkere keuken, een gezellige sfeer en vriendelijke bediening, alles voor een kommerloze vakantie ... Diverse verblijfformules. Kortom geknipt voor jonge gezinnen, derde leeftijd, groepen, seminaries en vergaderingen.
ATLANTA EEN STIJLVOL VAKANTIEVERBLIJF. HEDENDAAGS COMFORT MET EEN TIKJE ART NOUVEAU. APARTLOGIES Half- of volpension. De kamer wordt een privaat ‘appartement’. Geen kamerservice. Lakens en dekens zijn voorzien en in de prijs begrepen. Geen handdoeken en zeep.
Voor meer informatie stuur deze bon ingevuld terug ... Naam:
................................................................................................
Straat:
................................................................................................
Gemeente:
................................................................................................
Telefoon:
................................................................................................
Telefax:
................................................................................................
FORMULES MET VOLLEDIGE KAMERSERVICE MET ONTBIJTBUFFET, HALFPENSION OF VOLPENSION ZIJN OOK MOGELIJK.
of kom langs !
ATLANTA - ADMB M. HENDRIKALAAN 20-8420 DE HAAN
12
Tel. 059 23 33 01 - Fax 059 23 53 19 - www.hotelatlanta.be - info@hotelatlanta.be
VOOR DE WERKGEVER
RSZ-bijdragen [vanaf 01.04.2005] BIJDRAGEN PER WERKGEVERKENGETAL ken 000 000 010 011 011 012 020 020 022 022 023 023 025 025 035 035 036 037 038 038 039 039 048* 048 049 051* 051 052 052* 055 057 057 057 058* 058 058 062 062 064 065 066 067 068 072 074 074 077 078 079 082 083 083 091 094 097 097 100 100 111 111 122 122 123 123 135 135 157 157
omschr gewoon gewoon ANPKB wgs - geen bijdrage voor FSO en SFbed wgs - geen bijdrage voor FSO en SFbed wgs geen bijdrage voor FSO met fooien bezoldigden met fooien bezoldigden kinderdagverblijven kinderdagverblijven met fooien bezoldigden met fooien bezoldigden ziekenhuizen ziekenhuizen vrije beroepen vrije beroepen drukkerijen dienstboden kleding en confectie kleding en confectie huisbedienden huisbedienden voedingsnijverheid voedingsnijverheid wasserijen groenten- en fruitconserven (zonder fbz) groenten- en fruitconserven (zonder fbz) groenten- en fruitconserven (met FBZ) groenten- en fruitconserven (met FBZ) hout en stoffering handel in voedingswaren handel in voedingswaren admin bed handel in voegingswaren winkel bed bakkerijen bakkerijen winkel bed bakkerijen admin bed opvoedingsinstellingen opvoedingsinstellingen garagebedrijf Koetswerk schoonmaak- en ontsmettingsbedrijven elektriciëns taxi’s geneesheer-specialisten gesubsidieerd onderwijs gesubsidieerd onderwijs metaalhandel edele metalen recuperatie metalen terugwinning papier transport transport handel in brandstoffen onderhoud parken en tuinen erkende uitzendbureaus erkende uitzendbureaus zelfst, kleinhandel zelfst, kleinhandel ziekenhuizen - ibf ziekenhuizen - ibf medisch-sociale sector medisch-sociale sector kappersbedrijven kappersbedrijven particuliere apotheek (nat,pers) particuliere apotheek (nat,pers) levensmiddelenbedrijven levensmiddelenbedrijven
code 495 015 495 015 495 015 015 495 495 015 495 015 015 495 015 495 015 045 495 015 015 495 015 495 015 015 495 495 015 015 015 495 495 015 495 495 015 495 015 015 015 015 015 495 015 495 015 015 015 015 015 495 015 015 015 495 015 495 015 495 015 495 015 495 015 495 015 495
-10 32,95 38,95 32,95 38,69 32,69 38,69 38,68 32,68 32,69 38,69 32,95 38,95 38,69 32,69 38,69 32,69 40,35 24,4 33,78 42,35 38,69 32,69 41,2 33,35 40,7 39,9 33,15 33,35 41,2 54,1 39,2 33,05 33,05 40,7 32,55 32,85 38,69 32,69 42,28 42,27 56,25 54,87 40,2 21,16 39,04 32,59 42,38 41,75 40,4 39,75 46,7 32,95 57,12 49,5 47,44 41,44 38,95 33,05 38,69 32,69 38,69 32,69 56,17 48,87 38,79 32,79 39,2 33,55
+10 34,64 40,64 34,64 40,38 34,38 40,38 40,37 34,37 34,38 40,38 34,64 40,64 40,38 34,38 40,38 34,38 42,69 26 35,47 44,04 40,38 34,38 42,89 35,04 42,39 41,59 34,84 35,04 42,89 55,79 40,89 34,74 34,74 42,39 34,24 34,54 40,38 34,38 43,97 43,96 57,94 56,56 41,89 21,16 40,73 34,28 44,07 43,44 42,09 41,44 48,39 34,64 58,81 51,19 49,13 43,13 40,64 34,74 40,38 34,38 40,38 34,38 57,86 50,56 40,48 34,48 40,89 35,24
+20 34,69 40,69 34,69 40,38 34,38 40,38 40,37 34,37 34,38 40,38 34,69 40,69 40,38 34,38 40,38 34,38 42,74 26 35,52 44,09 40,38 34,38 42,94 35,09 42,44 41,64 34,89 35,09 42,94 55,84 40,94 35,19 34,79 42,44 34,29 34,59 40,38 34,38 44,02 44,01 57,99 56,61 41,94 21,16 40,73 34,28 44,12 43,49 42,14 41,49 48,44 34,69 58,86 51,24 49,13 43,13 40,69 35,19 40,38 34,38 40,38 34,38 57,91 50,61 40,48 34,48 40,94 35,29
193 landbouw 015 49 194 tuinbouwbedrijf 015 51,35 200 expeditiekantoren 015 39,05 200 expeditiekantoren 495 32,95 211 gezins- en bejaardenhulp 015 38,69 211 gezins- en bejaardenhulp 495 32,69 235 particuliere apotheek (bvba) 495 33,05 235 particuliere apotheek (bvba) 015 39,05 262 socio-culturele sector 015 38,69 262 socio-culturele sector 495 32,69 311 prive-ziekenhuizen (geen FSO) 015 38,69 311 prive-ziekenhuizen (geen FSO) 495 32,69 322 kinderopvang Nederlandstalige sector 015 38,69 322 kinderopvang Nederlandstalige sector 495 32,69 330 prive-rusthuizen (met FSO) 015 38,95 330 prive-rusthuizen (met FSO) 495 32,95 335 particuliere apotheken (vzw) 015 38,79 335 particuliere apotheken (vzw) 495 32,79 911 thuisverpleging 495 32,69 911 thuisverpleging 015 38,69 * toe te voegen 0.75% sectoraal aanvullend pensioen (volledige bijdrage) BOUW 024* bouw (ruwbouw) 026**bouw (afwerkingsondernemingen) 044* bouw (bevloering) 054* bouwbedrijf (voegwerken) * toe te voegen : 480 - ** toe te voegen : 400 HORECA 016 horeca - zonder FSO 016 horeca - zonder FSO 017 horeca 017 horeca
50,69 53,04 40,74 34,64 40,38 34,38 34,74 40,74 40,38 34,38 40,38 34,38 40,38 34,38 40,64 34,64 40,48 34,48 34,38 40,38
50,74 53,09 40,79 34,69 40,38 34,38 34,79 40,79 40,38 34,38 40,38 34,38 40,38 34,38 40,69 34,69 40,48 34,48 34,38 40,38
015 015 015 015
53,72 53,72 53,72 53,72
53,91 53,91 53,91 53,91
53,96 53,96 53,96 53,96
015 495 495 015
39,89 33,89 34,15 40,15
41,58 35,58 35,84 41,84
41,58 35,58 35,89 41,89
Horecabedrijven +50 wn’s verhogen met 0.05%
BASIS EN BIJZONDERE BIJDRAGEN BASISSECTOREN pensioen Z.I. geneesk. verz. Z.I. uitkeringen kinderbijslagen werkloosheid jaarlijkse vakantie loonmatigingsbijdrage beroepsziekte arbeidsongevallen educatief verlof subtotaal BIJZONDERE BIJDRAGEN fso-basis -20 loonmatiging fso-basis >=20 loonmatiging fso-bijz. bijdrage loonmatiging vak 10+ loonmatiging werkgel. en vorming ind. begeleid.plan kinderopvang tijd wlh & anc.toesl TOTAAL
werknemer 7,50 3,55 1,15 0 0,87 0 0 0 0 0 13,07 809 809 809 809 810 810 857 855 852 854 859 -10 wn’s -20 wn’s >= 20 wn’s
13,07 13,07 13,07
ARBEIDER 8,86 3,80 2,35 7,00 1,46 6,00 7,48 1,02 0,30 0,04 38,31
BEDIENDE 8,86 3,80 2,35 7,00 1,46 0,00 7,48 1,02 0,30 0,04 32,31
0,25 0,01 0,29 0,02 0,22 0,01 1,60 0,09 0,00 0,00 0,05 0,10
0,25 0,01 0,29 0,02 0,22 0,01 1,60 0,09 0,00 0,00 0,05 0,10
38,95 40,64 40,69
32,95 34,64 34,69
Bovenstaande cijfers zijn ook raadpleegbaar via onze website onder de rubriek “e-news” “cijfers voor werkgevers”
13
VEKMO
Bijscholing en certificatie
Guido SLAETS Afdelingshoofd Veiligheidscoördinatie VEKMO nv
Het gewijzigde KB tijdelijke of mobiele bouwplaatsen voorziet in verplichte bijscholing voor alle veiligheidscoördinatoren. Tevens dienen de coördinatoren op werven van >500m2 in combinatie met verhoogde risico’s en/of ‘lange uitvoeringsduur’ (> 500 mandagen) zich verplicht te laten certificeren. In dit artikel geven we u de integrale artikels uit het KB en enkele aandachtspunten.
de certificaten van de hierboven vermelde groep van 30 coördinatoren, aangezien de wetteksten inzake voorwaarden niet werden gewijzigd. • Wie na 31/12/2006 nog wil coördineren zal minstens moeten aantonen dat zijn certificatiedossier werd ingediend. Controleer als opdrachtgever echter steeds zelf of een coördinator voldoet aan alle voorwaarden tot uitoefening van het beroep, zolang geen certificaat kan worden voorgelegd.
CERTIFICATIE (TEKST UIT HET KB)
BIJSCHOLING (TEKST UIT HET KB)
Artikel 65.– Met uitzondering van de personen bedoeld in artikel 56, § 2, moet de persoon die de functie van coördinator-ontwerp of coördinator-verwezenlijking uitoefent, in staat zijn om het bewijs te leveren gecertificeerd te zijn volgens de norm NBN EN ISO 17024 (deze norm kan bekomen worden bij het Belgisch Instituut voor Normalisatie). Het in vorige paragraaf bedoelde bewijs wordt geleverd aan de hand van een certificaat, uitgereikt door een certificatie-instelling die specifiek voor het uitvoeren van de certificatie van personen geaccrediteerd is door het Belgisch Accreditatiesysteem, overeenkomstig de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen alsmede van beproevingslaboratoria, of door een gelijkwaardige accreditatieinstelling opgericht binnen de Europese Economische Ruimte.
Artikel 65 septies. – Teneinde op de hoogte te blijven van de evolutie van de technieken en de regelgeving inzake de veiligheid en de gezondheid op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, dragen de coördinatorenontwerp en de coördinatoren-verwezenlijking er zorg voor dat ze zich voortdurend bijscholen. Deze bijscholing gebeurt door het deelnemen aan kennisverrijkende initiatieven in de hierboven bedoelde domeinen, ingericht op privé-initiatief dan wel op initiatief van de overheid, inzonderheid specifieke bijscholingscursussen of studiedagen. Voor de coördinatoren die gecertificeerd moeten zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 65, bedraagt het totaal aantal uren van de bijscholing ten minste 5 uren per jaar of 15 uren over een periode van 3 jaar en vormt deze bijscholing een vereiste voor het verlengen van het certificaat.
Het in de eerste paragraaf bedoelde bewijs moet kunnen voorgelegd worden uiterlijk op 31 december 2007. Uiterlijk op 31 december 2006 moet bedoelde persoon een door de certificatie-instelling verstrekt ontvangstbewijs kunnen voorleggen waaruit blijkt dat hij bij die instelling een aanvraagdossier heeft ingediend om als coördinator-ontwerp of coördinator-verwezenlijking te worden gecertificeerd. Aandachtspunten: • Bewaak als opdrachtgever deze nieuwe voorwaarde. Indien u zeker wil zijn van een coördinator met kennis van zaken, de vereiste diploma’s, de nodige kennis van reglementering en technieken, aarzel dan niet om nu reeds te werken met een gecertificeerde coördinator. In de schoot van de beroepsvereniging VC-CS werden reeds een 30-tal coördinatoren gecertificeerd. • De beroepsorganisaties van veiligheidscoördinatoren zullen één certificatiesysteem trachten na te streven. In de loop van dit jaar mogen we de eerste certificaten verwachten. Deze zullen quasi niet afwijken van
Aandachtspunten: • Alle veiligheidscoördinatoren zullen dus moeten kunnen aantonen dat ze bijscholing volgen m.b.t. de evolutie van de technieken en de regelgeving inzake de veiligheid en de gezondheid op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Dit ongeacht de risico’s of de duur of de omvang van de werken waarop ze als veiligheidscoördinator optreden. • Als veiligheidscoördinator zal men deze bijscholing moeten aantonen door het voorleggen van attesten van bijgewoonde studiedagen. Vraag deze dus steeds op wanneer je een dergelijk initiatief hebt bijgewoond. • Voor de veiligheidscoördinatoren die zich moeten laten certificeren, werd het aantal uren vastgesteld op 5 per jaar (15 over een periode van 3 jaar) en is dit een voorwaarde om gecertificeerd te blijven. • VEKMO zal regelmatig bijscholingen op dit vlak organiseren voor haar klanten.
Voor meer info : tel. 016 22 89 58 of guido.slaets@vekmo.be
Op zoek naar een evenwichtige voeding
‘Op zoek naar een evenwichtige voeding’ is een programma dat gezonde voeding buitenshuis vanzelfsprekend wilt maken.
De meest voorkomende voedingsgerelateerde chronische ziekten zijn cardiovasculaire aandoeningen, zwaarlijvigheid, type 2 diabetes, osteoporose, bepaalde kankers, …
Het zal u waarschijnlijk ook niet ontgaan zijn dat voeding en gezondheid een steeds belangrijkere rol gaan spelen, ook voor klanten van cafetaria en restaurants.
Het volstaat niet alleen de belangrijke preventieve rol van een gezonde voeding te kennen of te erkennen, men moet er ook naar handelen… De consument wil gezond eten. Dat betekent niet alleen ‘gezonde’ boodschappen in huis halen, maar ook bij horecabezoek kunnen kiezen voor gezond eten.
Het verband tussen voedsel en gezondheid wordt alsmaar duidelijker.
14
Solventrichtlijn niet vergeten?
Bart DECRAEMER Afdelingshoofd Milieu VEKMO nv
De solventrichtlijn legt beperkingen op bij het gebruik van vluchtige oplosmiddelen, zoals bijvoorbeeld gebruikt in carrosseriebedrijven en industriële lakkerijen. Ook worden diverse administratieve verplichtingen opgelegd. Praktijk leert echter dat nog heel wat bedrijven niet in regel zijn met deze voorschriften. In 2001 verscheen de omzetting van de Europese solventrichtlijn 99/13/EG in VLAREM. Enerzijds werd een nieuwe rubriek 59 gecreëerd in de indelingslijst, anderzijds werden voorwaarden opgenomen in VLAREM II en haar bijlagen (5.59.x). Doel van de wetgeving is het beperken van de uitstoot van vluchtige organische solventen, zoals die vrijkomen bij het aanbrengen van allerhande coatings of het chemisch reinigen van bijvoorbeeld textiel. Bestaande inrichtingen moeten zich tegen 10 oktober 2007 richten naar emissiegrenswaarden, vastgelegd volgens activiteit. Voor de carrosserie bedraagt de norm voor geleide emissie bijvoorbeeld 50mg C/Nm3. Nieuw is dat er ook specifieke normen worden opgelegd voor diffuse emissies. Een exploitant kan ook opteren voor een reductieprogramma, voor zover het niet om bepaalde toxische solventen gaat. Hierbij heeft hij de mogelijkheid om de emissies op een andere manier te beperken om tot een gelijkaardig resultaat te komen. Men kan bijvoorbeeld werken met andere producten in plaats van dure end-of-pipe technieken te moeten installeren. Uiteindelijk moet een beoogde emissie worden gerespecteerd. Vermits deze jaarlijks wordt bepaald is het een dynamisch gegeven. Bij het aanbrengen van een coating wordt die beoogde emissie als volgt berekend: • bepaal de hoeveelheid vaste stof bijv. in de gebruikte lak voor het spuiten van voertuigen • referentie-emissie: hoeveelheid vaste stof verbruikt per jaar x factor volgens activiteit • beoogde emissie: referentie-emissie x (diffuse grenswaarde + 15%) Bij dergelijk reductieprogramma hoort een tijdschema voor de invoering ervan: nieuwe inrichting 31.10.2001 31.10.2004
bestaande inrichting 31.10.2005 31.10.2007
max. toegelaten emissie beoogde emissie x 1,5 beoogde emissie
Maaltijden die buiten de deur worden gegeten, bevatten dikwijls meer energie en minder voedingsvezel dan maaltijden die thuis zijn bereid. De wens van de consument gaat steeds meer uit naar gezonde en veilige producten. Ze springen niet meteen in het oog en je ligt er misschien niet wakker van, maar wij vinden ze alvast even belangrijk als smaak en aanbod. VEKMO vindt het maar vanzelfsprekend om jullie te begeleiden om een gezonde maaltijd aan te bieden. Maaltijden die beantwoorden aan de voedingsnormen. We willen niemand voorschrijven wat er moet gegeten worden. Wij zorgen wel dat wij jullie een keuze kunnen aanbieden uit een gevarieerd, gezond verantwoord en klantvriendelijk aanbod.
Nieuwe inrichtingen, vergund of opgestart na 1 januari 1993, moeten dus reeds voldoen aan hun beoogde emissie. Voor bestaande inrichtingen start het tijdschema vanaf november 2005. Zij moeten echter voor 31 oktober 2005 aan AMINAL melden dat ze opteren voor het reductieprogramma en niet voor de specifieke emissiegrenswaarden. U moet dus binnenkort beslissen wat voor uw bedrijf de meer interessante optie is. Jaarlijks tegen 31 maart moet een document worden opgesteld waaruit de VOS-emissie blijkt over het voorbije kalenderjaar. In het document worden alle relevante gegevens vermeld, de resultaten van eventuele metingen en een toetsing aan de emissiegrenswaarden. Het document moet niet worden overgemaakt aan de overheid, tenzij deze daar expliciet om vraagt. Relevante gegevens omvatten o.a.: • een lijst van de VOS-houdende producten met vermelding van vaste stof gehalte • hoeveelheid afgevoerde VOS in afvalstoffen • op te gebruiken gerecycleerd solvent • hoeveelheid verbruikte VOS-houdende producten • verschil in stock over het gehele jaar berekend • inschatting geleide en diffuse emissie Deze informatie maakt samen de solventboekhouding uit. Metingen op de afgaskanalen zijn verplicht, tenzij: • er geen nabehandelingsinstallatie nodig is om aan de normen te voldoen • en er voldoende gegevens voorhanden zijn om de toetsing uit te voeren. Intussen werden, zoals eerder gemeld, o.a. de exploitatievoorwaarden voor carrosseriebedrijven aangepast. Belangrijkste punten zijn hierbij: • verslag waarin via meting aangetoond wordt dat emissienorm voor stof wordt gerespecteerd (spuitcabine: 10 mg/Nm3) • alternatief: rapport door constructeur • reinigen van spuitpistool met solvent moet gebeuren in gesloten toestel • verplicht halen van spuitrendement van 65% (HVLP-pistool of gelijkwaardig alternatief) Bedrijven die voor 1 januari 2004 in werking waren, moeten hieraan voldoen tegen 31 oktober 2005. Voor nieuwe bedrijven is dit 1 januari 2007. De volledige tekst leest u na in VLAREM II afdeling 5.4.3 en hoofdstuk 5.59 met bijbehorende bijlagen.
Voor praktische ondersteuning kunt u steeds terecht bij VEKMO afdeling milieu – tel. 050 47 47 11 of bart.decraemer@vekmo.be
VEKMO helpt u met het opstartpakket ‘Dieetmenu’s in de horeca’. Deze bestaat uit drie vormingssessies van elk 3 uur: • sessie 1: basisbegrippen gezonde voeding/dieetleer; • sessie 2: de belangrijkste diëten in de praktijk; • sessie 3 (workshop): bereiden van een dieetmaaltijd. Kostprijs: Leden VEKMO Voedingservice: 180 euro (niet leden: 270 euro) Aantal deelnemers: minimum 10 personen - maximum 15 personen Deze opleiding kan betaald worden met opleidingscheques. Iedere deelnemer ontvangt een getuigschrift.
Voor meer informatie en/of inschrijvingen kunt u terecht op de Voedingslijn 050 47 47 17 of paul.thevelein@vekmo.be
15
ADMBEELD
Seminaries tabaks- en alcoholpreventiebeleid
Op 12, 14 en 19 april organiseerde IKMO een seminarie omtrent tabaks- en alcoholpreventiebeleid in Brugge, Herentals en Roeselare. Meer dan 200 klanten woonden deze infosessies bij! In het seminarie werd vooral aandacht besteed aan het KB van 19.01.2005 (BS 02.03.2005) betreffende de bescherming van de werknemers tegen tabaksrook en aan de problematiek van alcoholgebruik bij werknemers. Er werd ondermeer stilgestaan bij de mogelijke aanpassing van het arbeidsreglement, eventuele schade aan de onderneming, de verslavingsdynamiek, om uiteindelijk te komen tot een stappenplan voor een rook- en alcoholbeleid binnen uw onderneming. Na afloop werd een receptie aangeboden (kwestie van theorie om te zetten in praktijkâ&#x20AC;Ś) In mei gaan deze infosessies ook in Puurs, Gent en Hasselt door.
Meer info over tabaks- en alcoholpreventie in uw bedrijf? Contacteer IKMO, cel psychosociaal welzijn: 050 47 47 35 of e-mail: ikmo.psy@ikmo.be
16
17
PREVENTIE EN BESCHERMING
Ernstige arbeidsongevallen Het Federaal Actieplan voor Reductie van Arbeidsongevallen (FARAO) in actie Van bijzonder belang voor de werkgevers, maar ook voor uitzendbureau’s en de gebruikers van uitzendkrachten, bouwdirecties, aannemers, onderaannemers en zelfstandigen !
Georges VAN DE MAELE Veiligheidsdeskundige niveau 1 - Documentatiedienst IKMO
Op 14.03.2005 werd het Koninklijk besluit van 24.02.2005 houdende diverse bepalingen ter bestrijding van de ernstige arbeidsongevallen en vereenvoudiging van de arbeidsongevallenaangiften, gepubliceerd. Dit Koninklijk besluit kadert in de uitvoering van het Federaal Actieplan voor Reductie van Arbeidsongevallen (FARAO) dat op 26 februari 2004 voorgesteld werd. De toenmalige staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk Kathleen Van Brempt zei over FARAO: “In 2002 hadden 200.314 mensen één of ander, ernstig of licht, arbeidsongeval. 11.710 mensen hadden een ongeval dat een blijvend letsel tot gevolg kon hebben. 121 mensen stierven. Achter deze cijfers zitten mensen. Als we bij die 121 de dodelijke ongevallen tellen die van en naar het werk gebeuren (92), dan zien we dat er elke werkdag in België iemand niet thuis komt van het werk. In de afgelopen decennia is het globale aantal ongevallen gedaald, maar het aantal ernstige is gestegen. Ondanks de vele preventie-inspanningen blijft de onveiligheid op de werkvloer een feit. Omdat een veilige werkplaats een recht is voor élke werknemer, is er nu FARAO.” Eén van de doelstellingen van FARAO is één veiligheid, samen verantwoordelijkheid. Een veilige werkplaats is het resultaat van samenwerking van alle betrokkenen, op alle vlakken. Het Federaal Actieplan beoogt daarom o.a. de responsabilisering van de bedrijven die werken met onderaannemers en uitzendkrachten. Zij zullen de verantwoordelijkheid voor de veiligheid niet meer kunnen afschuiven op deze werkgevers. Alle arbeidsongevallen die zich voordoen op de werkvloer moet men intern onderzoeken. Dit onderzoek gebeurt door de hiërarchische lijn, de interne en externe preventiediensten en het comité voor preventie en bescherming op het werk. De doelstelling daarbij is om uit het onderzoek te leren. Een ongeval is namelijk geen toeval. Vandaag loopt het onderzoek in sommige ondernemingen om heel wat redenen spaak: • de hiërarchische lijn heeft er onvoldoende aandacht voor; • het onderzoek van de interne preventiedienst brengt niet altijd de onderliggende oorzaken aan het licht, omdat bijvoorbeeld de knowhow ontbreekt; • het onderzoek van de externe preventiedienst is vaak te oppervlakkig; • onvoldoende expertise bij de leden van de comités voor preventie en bescherming op het werk; • het gebrek aan interesse en opvolging door de controlerende overheid. Omdat niet alle ongevallen even goed kunnen onderzocht worden, legt FARAO de nadruk op het beter onderzoeken van de ernstige arbeidsongevallen. De Wet Welzijn van 4 augustus 1996 werd ook in die zin aangepast en deze doelstellingen zijn nu opgenomen in bovenvernoemd KB van 24.02.2005.
18
Voortaan worden de bedrijven verplicht om samen te werken bij het voeren van een uitgebreid onderzoek naar de oorzaken van ernstige arbeidsongevallen. Naargelang het geval, zijn dit de bij het ongeval betrokken werkgevers, gebruikers, uitzendbureau’s, bouwdirecties belast met de uitvoering, aannemers, onderaannemers en zelfstandigen samen. Hier zien we de responsabilisering van alle betrokkenen, zoals beoogd door FARAO. De interne en externe preventiediensten spelen hierin een cruciale rol, want zij dienen op de hoogte gebracht te worden om onmiddellijk tot onderzoek over te kunnen gaan en om zowel de oorzaken van het arbeidsongeval vast te stellen als aanbevelingen te doen om herhaling van het ongeval te vermijden. Indien in de onderneming geen interne preventieadviseur met aanvullende vorming veiligheid van niveau I of II aanwezig is, moet het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen worden uitgevoerd door de externe preventiedienst. Het vaststellen van de oorzaken situeert zich op het vlak van de materiële feiten die het ongeval mogelijk hebben gemaakt, de oorzaken van organisatorische aard en de materiële of organisatorische oorzaken die zich bij derden situeren. Van dit onderzoek moet de onderzoekende preventiedienst een omstandig verslag opmaken, waarvan de elementen wettelijk vastgelegd zijn. Het verslag moet echter ook aangevuld worden door degenen van de eerder genoemde betrokkenen aan wie het overeenkomstig verslag toekomt om aan de geformuleerde aanbevelingen gevolg te geven. Ook hier is de responsabilisering van de betrokkenen doorgedrongen, want deze aanvulling dient de volgende elementen te bevatten: • de inhoud van de respectieve beslissing in verband met de maatregelen die iedereen zal treffen om herhaling van het ongeval te vermijden; • een actieplan, bevattende de termijnen waarbinnen de maatregelen toegepast zullen zijn en de verantwoording van deze termijnen; • het advies van de respectieve Comités over de oorzaken die aan de basis liggen van het ernstig arbeidsongeval en over de maatregelen die zijn voorgesteld om herhaling ervan te vermijden. Dit alles dient onverwijld te gebeuren, want het verslag moet binnen de 10 kalenderdagen na het arbeidsongeval aan de inspectiediensten bezorgd zijn. Ingeval van bepaalde ernstige arbeidsongevallen dient er bovendien ook een onmiddellijke aangifte aan de inspectiedienst te gebeuren. De inspectiediensten zullen op dit onderzoek en op de preventie-inspanningen toezien. Als de verplichting niet wordt nageleefd, zal er een externe deskundige aangesteld worden. Een deskundige kan ook aangesteld worden als de inspectie beschikt over aanwijzingen van een gebrekkige samenwerking tussen betrokkenen, in complexe omstandigheden, in geval van bijzonder ernstige arbeidsongevallen en bij onwettige toestanden waarin een preventiedienst ontbreekt. De praktische afspraken betreffende de samenwerking, de bevoegde preventiediensten die de ernstige ongevallen onderzoeken en de regeling van
de eventuele kosten die uit deze onderzoeken kunnen voortvloeien, dienen in specifieke bedingen opgenomen te zijn (Wet Welzijn, art. 94ter § 2). Verdere responsabilisering van de betrokkenen: • Zij dienen samen te werken met de preventieadviseurs die het ernstig arbeidsongeval onderzoeken of met de deskundige die is aangesteld door de inspectiedienst. • Zij dienen samen te werken met de comités voor preventie en bescherming op het werk van de andere bij het ernstig arbeidsongeval betrokken werkgevers. • Om een onmiddellijke herhaling van een zelfde of een gelijkaardig ernstig arbeidsongeval te voorkomen, dienen bewarende maatregelen genomen te worden (Wet welzijn, art. 94septies § 2). Onder bewarende maatregelen worden de preventiemaatregelen verstaan die worden voorgesteld door de preventieadviseurs of ten minste evenwaardige maatregelen en, indien dergelijke maatregelen nog niet zijn voorgesteld, elke voor de hand liggende maatregel die één of meerdere rechtstreekse oorzaken van eenzelfde of gelijkaardig ongeval kan wegnemen. Het KB van 24.02.2005 : • vereenvoudigt de aangifte van arbeidsongevallen, zoals vooropgesteld door FARAO, want aangifte aan de inspectie dient enkel nog bij bepaalde ernstige arbeidsongevallen te gebeuren;
• wijzigt tevens de inhoud van de maand- of driemaandelijkse verslagen van de interne preventiedienst, omdat daar nu gegevens opgenomen dienen te worden over de plaats, de oorzaken en de preventiemaatregelen, voor de arbeidsongevallen overkomen aan werknemers die geen werknemer zijn van de werkgever; • wijzigt tevens de lijsten om vast te stellen wanneer het een ernstig arbeidsongeval betreft. De lijsten zijn daarbij in overeenstemming gebracht met het Europees registratiesysteem voor oorzaken en omstandigheden van arbeidsongevallen in Europa, die ook gebruikt worden bij de opmaak van de arbeidsongevallensteekkaart. IKMO-klanten kunnen met bijkomende vragen over de toepassing van dit KB terecht in onze Documentatiedienst, mailto:docdienst@ikmo.be of telefonisch 050 47 47 82. Op de website van IKMO is eveneens informatie beschikbaar in het einfosysteem van onze e-tools (de topics van 15.03.2005 en van 29.03.2005). Downloaden van de volledige teksten van onze E-tools is voorbehouden aan de IKMO-klanten. Bent u klant bij IKMO en beschikt u nog niet over een userid en paswoord voor onze E-tools, dan kan u dit via de website aanvragen. Via IKMO Actua, onze elektronische nieuwsbrief wordt u dan verder periodiek geïnformeerd over nieuwe topics.
ADMB biedt nieuwsberichten via RSS aan
Julie DE WEVER E-business coördinator ADMB
Bezoekt u op regelmatige tijdstippen een aantal websites op zoek naar nieuws? Vindt u dit tijdrovend en onoverzichtelijk? Wilt u dat berichten van verschillende websites op eigen houtje naar u toe komen? RSS biedt de oplossing. RSS is een toepassing van de internettaal XML en is een bestandsformaat dat gegevensuitwisseling tussen websites mogelijk maakt. De toepassing kent meer en meer ingang. Grote nieuwssites bezorgen hun berichten al in RSS formaat en steeds meer websites volgen hun voorbeeld. Ook ADMB is op de kar gesprongen. Door onze berichten via RSS aan te bieden willen we het voor u als bezoeker zo eenvoudig mogelijk maken om op de hoogte te blijven van de sociaal-economische actualiteit en zoveel meer. Hoe? Door alle artikels van onze elektronische nieuwsbrieven op te nemen in een RSS bestand (feed). Het enige wat u nodig hebt, is een RSS lezer, software om de berichten in te lezen en beschikbaar te stellen. U kunt ze al dan niet gratis van het internet downloaden. Op onze website www.admb.be/rss kunt u er een aantal terugvinden. Ook de internetbrowsers Firefox en Safari ondersteunen RSS. Hoe onze RSS feeds toevoegen aan uw RSS lezer? Ga naar www.admb.be/rss en onderaan ziet u de feeds die wij ter beschikking stellen. Klik met uw rechtermuisknop op de feed van uw voorkeur en kopieer de link. In Internet Explorer kiest u voor “snelkoppeling kopiëren, in Firefox voor “koppelingslocatie kopiëren.” Plak deze link vervolgens in uw RSS reader.
U ziet nu in één oogopslag de nieuw verschenen artikels in uw RSS lezer en met een druk op de knop kunt u deze raadplegen. Zo kunt u onze artikels opvragen zonder effectief naar onze website te surfen of de nieuwsbrief te openen. Voorbeeld: raadplegen artikels via RSS in een Firefox browser
U ziet onderaan rechts het oranje RSS logo, wat onmiddellijk aangeeft dat ADMB RSS ondersteunt. Via uw favorieten ziet u direct onze recentste berichten. Meer informatie kunt u vinden op onze website: www.admb.be/rss. Ziet u het niet zitten om met RSS aan de slag te gaan, maar blijft u toch graag op de hoogte van nieuwe artikels op onze websites. Geen nood, u kunt zich nog altijd gratis en vrijblijvend abonneren op onze elektronische nieuwsbrieven. Surf naar http://ezine.admb.be en schrijf u vandaag nog in.
Hebt u vragen of opmerkingen over dit artikel, aarzel dan niet en contacteer ons op het adres webmaster@admb.be
19
KINDERBIJSLAG
Kinderbijslag voor werkende studenten of pas afgestudeerden
WAT GEBEURT ER MET MIJN KINDERBIJSLAG ALS IK STOP MET STUDEREN? Een schoolverlater die als werkzoekende ingeschreven is bij de VDAB, FOREM of BGDA, heeft nog recht op kinderbijslag in de wachttijd voor de werkloosheidsuitkeringen (maximum 270 kalenderdagen). De wachttijd kan ook geschorst worden als je ziek bent of in het buitenland verblijft. In die periode heb je geen recht op kinderbijslag. Laat je onmiddellijk weer inschrijven als je weer werk zoekt.
KAN IK ALS STUDENT BIJVERDIENEN ZONDER MIJN KINDERBIJSLAG TE VERLIEZEN? Ja, een student mag een winstgevende activiteit uitoefenen in één van de volgende gevallen: • de winstgevende activiteit wordt uitgevoerd in juli; • de activiteit vindt plaats in het kader van een arbeidsovereenkomst voor studenten; • de activiteit wordt uitgevoerd gedurende minder dan 80 uren per maand; • de activiteit wordt uitgevoerd gedurende de vakantie.
WAT MOET IK DOEN ALS IK STOP MET STUDEREN? Als je stopt met studeren op het einde van een school- of academiejaar, laat je dan onmiddellijk inschrijven als werkzoekende om nog recht te hebben op kinderbijslag na de vakantie. Heb je tweede zittijd, laat je dan onmiddellijk daarna inschrijven als werkzoekende. Stop je met studeren in de loop van een school- of academiejaar, vraag de school om een attest van einde studie en stuur dat naar het kinderbijslagfonds. Laat je ook onmiddellijk inschrijven als werkzoekende. Het kinderbijslagfonds krijgt automatisch bericht van je inschrijving als werkzoekende. Ben je niet ingeschreven als werkzoekende, dan eindigt je recht op kinderbijslag op je laatste schooldag als je stopt met studeren tijdens het schooljaar of na je laatste schoolvakantie als je het schooljaar uitgedaan hebt.
KAN IK IN MIJN LAATSTE ZOMERVAKANTIE WERKEN EN NOG KINDERBIJSLAG KRIJGEN? Ja, maar … • in juli mag je onbeperkt werken; • in augustus en september (als dat nog een vakantiemaand is in het onderwijs dat je volgde) mag je werken als jobstudent of minder dan 80 uren per maand.
KAN IK STUDEREN, WERKEN, EEN SOCIALE UITKERING ONTVANGEN EN TOCH NOG KINDERBIJSLAG KRIJGEN? KAN IK WERKEN ALS IK VOLTIJDS ONDERWIJS OF BUITENGEWOON ONDERWIJS VOLG? • in het schooljaar mag je werken met een arbeidscontract voor studenten of minder dan 80 uren per maand en elke andere activiteit minder dan 80 uren per maand, ook als zelfstandige; • in de kerst-, paas- en zomervakantie mag je onbeperkt werken, behalve in de zomervakantie na je laatste schooljaar. Als je in de maand vóór een vakantieperiode geen recht hebt op kinderbijslag, kun je ook voor die vakantieperiode geen kinderbijslag krijgen.
KAN IK WERKEN IN EEN MAAND DIE GEDEELTELIJK VAKANTIE IS EN GEDEELTELIJK EEN LESPERIODE? Werk je alleen in de vakantieperiode, dan mag dat onbeperkt. Werk je alleen buiten de vakantieperiode, dan moet het met een arbeidscontract voor studenten zijn of minder dan 80 uren. Werk je in en buiten de vakantieperiode, dan moet het ook met een arbeidscontract voor studenten zijn of minder dan 80 uren. Een sociale uitkering die het gevolg is van toegelaten werk (bv. vakantiegeld of een uitkering voor een arbeidsongeval) is geen probleem voor de kinderbijslag. Je hebt echter geen recht op kinderbijslag als je een werkloosheidsof wachtuitkering of een uitkering voor loopbaanonderbreking krijgt.
KAN IK WERKEN ALS IK DEELTIJDS ONDERWIJS VOLG? Ja, maar … • je inkomsten uit werk (ook als zelfstandige) of uit een sociale uitkering mogen niet hoger zijn dan € 435,18 bruto per maand.
De wachttijd (op werkloosheidsuitkering) wordt met een maand verlengd als je in de zomervakantie gewerkt hebt als jobstudent.
KAN IK NA MIJN LAATSTE ZOMERVAKANTIE ALS INGESCHREVEN WERKZOEKENDE WERKEN EN NOG KINDERBIJSLAG KRIJGEN? Ja, maar … • je inkomen mag maximum € 435,18 bruto (per maand) zijn.
20
VORMEN DE INKOMSTEN UIT EEN LEER- OF STAGECONTRACT GEEN BELETSEL VOOR DE KINDERBIJSLAG? (OOK IN HET VOLTIJDS ONDERWIJS) Neen, maar... • je inkomsten (ook uit een sociale uitkering) mogen niet hoger zijn dan € 435,18 bruto per maand.
Mijn kind is geboren. Vanaf wanneer heb ik recht op kinderbijslag?
Vanaf de geboorte van een kind is er recht op kinderbijslag. Wanneer gaat het recht in en eindigt het?
RECHT OP KINDERBIJSLAG ... VOOR EEN VOLLEDIG KWARTAAL?
IK HEB RECHT OP KINDERBIJSLAG ... MAAR VANAF WANNEER?
Sinds 1 april 1990 is het recht op kinderbijslag getrimestrialiseerd. Dit houdt in dat het recht op kinderbijslag toegekend wordt voor een volledig kwartaal.
Er is recht op kinderbijslag vanaf de eerste maand na die waarin het kind geboren is. Deze kinderbijslag wordt betaald rond de 10e van de volgende maand. Voor een kind geboren op 1 mei 2005 zal er dus recht op kinderbijslag zijn met ingang op 1 juni 2005. De kinderbijslag voor de maand juni 2005 zal rond 10 juli 2005 betaald worden. Een recht op kinderbijslag door een andere gebeurtenis dan een geboorte bestaat vanaf de maand waarin die gebeurtenis zich voordoet. Bijvoorbeeld, een 19-jarige had geen recht meer op kinderbijslag omdat hij niet meer aan de voorwaarden voldeed. Als hij op 27 september 2005 opnieuw gaat studeren, is er recht op kinderbijslag vanaf die maand september. De kinderbijslag voor september wordt betaald rond 10 oktober.
Als het recht ontstaat bij het begin van de activiteit als werknemer, is er meteen recht voor de rest van het lopende trimester en het trimester daarna. Voor de volgende trimesters zijn februari, mei, augustus en november referentiemaanden. Wie in een referentiemaand werkt, heeft recht op kinderbijslag voor het lopende trimester en voor het volgende trimester.
Voorbeeld: Myriam, een alleenstaande met 2 kinderen, begint op 1 april te werken als buschauffeur. Daarvoor was ze zelfstandige. Haar recht op kinderbijslag als werknemer gaat in op 1 april. April is de eerste referentiemaand. Het kinderbijslagfonds van haar werkgever krijgt automatisch de gegevens over haar arbeidsprestaties in april en dat geeft haar recht op kinderbijslag tot en met september. De volgende referentiemaand is augustus. Op basis van haar arbeidsprestaties in die maand heeft ze recht tot eind december, enz.
WANNEER EINDIGT HET RECHT OP KINDERBIJSLAG EN VANAF WANNEER WORDT DE KINDERBIJSLAG NIET MEER BETAALD?
Als het recht op kinderbijslag eindigt in de loop van een maand, heeft dit maar gevolgen vanaf de volgende maand.
Bijvoorbeeld, een 19-jarige heeft recht op kinderbijslag als jonge werkzoekende. Hij begint te werken op 15 januari. Hij heeft recht op zijn laatste kinderbijslag voor de maand januari. Deze wordt betaald rond 10 februari.
BESTELBON SYLLABUS EN/OF WETBOEK KINDERBIJSLAG
Auberge dâ&#x20AC;&#x2122;Alle Gastronomisch hotel-restaurant gelegen in de Semoisvallei. Lichte verse keuken - charmant rustiek kader met modern comfort - familiale ontvangst. Bekijk de thema-arrangementen en fotoâ&#x20AC;&#x2122;s op
www.aubergedalle.be Meer info: 061 500 357 - contact@aubergedalle.be De gastvrouw spreekt Nederlands.
Naam:
...........................................................................................................
Adres:
...........................................................................................................
Postnr./Gemeente:
...........................................................................................................
Telefoon:
...........................................................................................................
Handtekening:
...........................................................................................................
bestelt :- de syllabus kinderbijslag - de wetteksten kinderbijslag (*) en : - voegt hierbij : 6,20 euro / 12,39 euro / 18,59 euro(*) - heeft het bedrag overgeschreven op rekening 471-5354701-13 (*). (*) Schrappen wat niet past.
Bestellen kan via onze website op: www.admb.be/brochures
21
KINDERBIJSLAG
Na het kraamgeld... de kinderbijslag?
Eenmaal een kind geboren is, heeft het recht op kinderbijslag. Welke formaliteiten moeten vervuld worden om deze kinderbijslag te bekomen? Wie moet de aanvraag doen? Aan wie wordt de kinderbijslag betaald?
WIE VRAAGT DE KINDERBIJSLAG AAN? In principe vraagt de vader de kinderbijslag aan, maar als hij geen werknemer is, dan vraagt de moeder de kinderbijslag aan. Werklozen, zieken of gepensioneerden worden gelijkgesteld met een werknemer. In geval noch vader noch moeder werknemer (of gelijkgesteld) of zelfstandige is, kan ook een ander gezinslid de kinderbijslag aanvragen.
AAN WIE WORDT DE KINDERBIJSLAG BETAALD? De moeder krijgt de kinderbijslag als zij het kind bij zich heeft. Anders ontvangt de persoon die het kind opvoedt de kinderbijslag. Voor een kind dat in een instelling geplaatst is, krijgt de instelling 2/3 van de kinderbijslag en de moeder of de persoon die het kind opvoedde voor de plaatsing, 1/3. In sommige gevallen kan dit laatste ook gestort worden op een geblokkeerde rekening op naam van het geplaatste kind zelf. Vanaf 16 jaar ten slotte kan het kind ook zelf zijn kinderbijslag krijgen als het zelfstandig woont (afzonderlijk domicilie).
VOOR WIE WORDT ER KINDERBIJSLAG UITBETAALD EN TEGEN WELKE VOORWAARDEN? Er zijn heel wat mogelijkheden om als rechtgevend kind kinderbijslag te ontvangen. Onthoud vooral dat : • voor kinderen van 0-18 jaar er geen voorwaarden zijn. Zij krijgen kinderbijslag tot 31 augustus van het jaar waarin ze 18 worden;
• voor kinderen van 18-25 jaar: - de jongere moet onderwijs of een opleiding volgen of zich in de periode van wachttijd (op werkloosheidsuitkering) bevinden na de opleiding; - mag slechts beperkt werken of een beperkt inkomen hebben uit werk of een sociale uitkering.
IK HEB RECHT OP KINDERBIJSLAG ... MAAR HOE KRIJG IK HET? Indien het een eerste aanvraag betreft vult u het formulier AA in “Aanvraag om kinderbijslag”. U kunt dit formulier ofwel aanvragen bij ons ofwel downloaden van onze website www.kinderbijslagfonds.be. Indien u reeds kinderbijslag ontvangt voor één of meer kinderen of er is voor de geboorte al kraamgeld betaald, dan onderzoeken wij automatisch uw recht op kinderbijslag. Daarnaast hoeft u enkel met het formulier W “wijze van betalen” aan te geven of u wilt dat de kinderbijslag gestort wordt op uw rekening of dat u betaald wilt worden per circulaire cheque. Dit formulier kan aangevraagd worden bij ons of gedownload worden van onze website.
Vakantieappartementen voor 2 tot 6 personen Gelegen in een authentiek Ardens huis in de Semoisvallei (Vresse) Rustiek kader - comfortabel - hotelservice
Meer info: 061 500 357 contact@aupieddevigne.be - www.aupieddevigne.be
22
Bedragen gezinsbijslag werknemers [vanaf 01.10.2004] I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. Gewone kinderbijslag 1ste kind ........................................................................................75,54 2de kind.......................................................................................139,78 3de kind en elk der volgende ........................................................208,70 2. Wezen (1) per weeskind .............................................................................. 290,20 3. Forfaitaire kinderbijslag voor kinderen geplaatst bij een particulier per geplaatst kind ......................................................................... 50,69 4. Kinderbijslag voor kinderen van invalide werknemers (2) 1e kind ....................................................................................... 158,28 2e kind ....................................................................................... 163,62 3e kind en elk der volgende ........................................................ 212,88 5. Kinderbijslag voor kinderen van werklozen van meer dan zes maanden en van gepensioneerden (2) 1ste kind ......................................................................................114,00 2de kind.......................................................................................163,62 3de kind en elk der volgende ........................................................212,88
Andere kinderen (ook kinderen met een aandoening) kind van 6 tot 12 jaar ................................................................... 26,24 kind van 12 tot 18 jaar .................................................................. 40,10 kind boven de 18 jaar (toepasselijk vanaf 1/1/2009) ...................... 50,99 KINDEREN GEBOREN VOOR 1 JANUARI 1991
Eerste rang van de gewone schaal (kinderen die niet getroffen zijn door een aandoening) kinderen geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990, jonger dan 18 jaar ......................................... 26,24 kinderen geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990, vanaf 18 jaar ...................................................................... 28,19 kinderen geboren tussen 1 januari 1981 en 31 december 1984 ..... 42,04 kinderen geboren vóór 1 januari 1981 (inclusief de gehandicapten van +25 jaar) ..................................... 44,25 Andere kinderen (ook kinderen met een aandoening) kind van 6 tot 12 jaar ................................................................... 26,24 kind van 12 tot 18 jaar ................................................................. 40,10 kind boven de 18 jaar ................................................................... 50,99 gehandicapten die vóór 1 juli 1966 geboren zijn, en wees zijn of afhangen van een invalide rechthebbende .................. 29,87
III. KRAAMGELD 6. Kinderbijslag voor het enig gehandicapt kind dat voor 1 juli 1966 geboren werd, dat wees is of afhangt van een invalide rechthebbende .............................. 92,71 Het gehandicapt kind dat geboren werd vóór 1 juli 1966 en deel uitmaakt van een gezin dat meerdere rechtgevende kinderen telt of afhangt van een actieve werknemer, een werkloze of een gepensioneerde, heeft recht op de gewone kinderbijslag (zie I,1).
II. SUPPLEMENTEN
1e geboorte ............................................................................ 1.023,45 2e geboorte en elk der volgende ................................................. 770,02 elk kind uit een meerlingen zwangerschap ............................... 1.023,45 Het kraamgeld kan worden aangevraagd vanaf de zesde maand zwangerschap en de uitbetaling ervan kan bekomen worden twee maanden voor de vermoedelijke geboortedatum.
7. Bijkomende bijslag voor gehandicapte kinderen van minder dan 21 jaar
IV. ADOPTIEPREMIE ..................................................... 1.023,45
OUD SYSTEEM
V. GRENSBEDRAGEN VOOR DE INKOMSTEN OF SOCIALE UITKERINGEN
zelfredzaamheidsgraad 0 - 3 punten .............................................339,85 zelfredzaamheidsgraad 4 - 6 punten .............................................372,02 zelfredzaamheidsgraad 7 - 9 punten .............................................397,69 NIEUW SYSTEEM
ernst van de gevolgen van de aandoening 4 - 5 punten...................66,25 ernst van de gevolgen van de aandoening 6 - 8 punten...................66,25 ernst van de gevolgen van de aandoening 9 - 11 punten...............165,62 ernst van de gevolgen van de aandoening 12 - 14 punten.............276,03 ernst van de gevolgen van de aandoening 15 - 17 punten.............386,44 ernst van de gevolgen van de aandoening 18 - 20 punten.............414,04 ernst van de gevolgen van de aandoening +20 punten .................441,64 8. Leeftijdsbijslagen KINDEREN GEBOREN NA 31 DECEMBER 1990
Eerste rang van de gewone schaal (kinderen die niet getroffen zijn door een aandoening) kind van 6 tot 12 jaar ................................................................... 13,16 kind van 12 tot 18 jaar .................................................................. 20,04 kind boven de 18 jaar (toepasselijk vanaf 1/1/2009) ...................... 23,10 kinderen geboren tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996 die eerste rang worden ter vervanging van een rechtgevende op leeftijdsbijslag, vanaf 6 jaar tot minder dan 18 jaar ................... 26,24 kinderen geboren tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996 die eerste rang worden ter vervanging van een rechtgevende op leeftijdsbijslag, vanaf 18 jaar (toepasselijk vanaf 1/1/2009) ....... 28,19
1. Grensbedragen voor het rechtgevend kind Bedrag van het loon of de sociale uitkering waarboven de betrokken rechtgevenden niet langer recht hebben op kinderbijslag ............. 435,18 Zijn betrokken: - de jongere met een leerovereenkomst; - de werkzoekende die een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering ontvangt; - de rechtgevende die niet langer onderworpen is aan de leerplicht en één van de types van secundair onderwijs met beperkt leerplan volgt die georganiseerd worden volgens de door de gemeenschappen bepaalde normen en daarnaast een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering ontvangt; - de student die een bezoldigde stage verricht waarvan het volbrengen een voorwaarde is tot het verkrijgen van een wettelijk gereglementeerd diploma, getuigschrift of brevet.
2. Grensbedragen voor de rechthebbende Bedrag van de globale inkomsten van het gezin waar het kind verblijft waarboven geen sociale toeslag meer verleend wordt: rechthebbende of bijslagtrekkende woont alleen met het kind .... 1.672,38 rechthebbende en partner wonen samen met kind ................... 1.930,21 (1) Het weeskind waarvan de overlevende ouder hertrouwd is of een huishouden vormt, geniet van de gewone kinderbijslag. (2) Deze rechthebbenden moeten de hoedanigheid hebben van ‘Rechthebbende met personen ten laste’ zoniet wordt de gewone kinderbijslag (zie I,1) betaald.
23
ADMB-INTERIM PENSIOEN
‘Pluk de dag’
ADMB Interim pakt andermaal uit met een primeur en gaat als eerste van start met een nieuwe dienst voor seizoenarbeiders. Na veel politiek getouwtrek is het (ver)nieuw(de) systeem uitgewerkt en reeds verschenen in het Belgisch Staatsblad. Het akkoord gesloten door de ministers Vandenbroucke en Demotte voorziet nu immers ook in de tewerkstelling van uitzendkrachten in de land- en tuinbouwsector. Benny Devriendt, directeur van ADMB Interim, is uiteraard verheugd met deze nieuwe regeling en licht kort het systeem toe: ‘Het toepassingsgebied van gelegenheidsarbeid situeert zich in de land- en tuinbouwsector, met uitzondering van aanleg en onderhoud van parken en tuinen. Het grote verschil met werknemers die zich op de traditionele arbeidsmarkt begeven is dat seizoenarbeiders slechts in beperkte mate onderworpen zijn aan de sociale zekerheid waarbij voor de berekening van de RSZ bijdragen gewerkt wordt met een forfaitair dagloon van € 11.58. Werkgevers kunnen gedurende 65 dagen in de tuinbouw en 30 dagen in de landbouw genieten van deze voordelen gedurende één jaar per werknemer.’
werkgever makkelijker kan inspelen op weersomstandigheden en de eisen aan de oogst. Een tweede probleem was uiteraard de beschikbaarheid van arbeidskrachten. Vandaar dat het vernieuwde KB voorziet dat ook uitzendbedrijven kunnen gebruik maken van deze parafiscale regeling. Voor ADMB Interim is dit alvast een schot in de roos gebleken, want vele werkgevers maken nu al met succes gebruik van onze databank met beschikbare kandidaten. Uit onze ervaring hebben we echter wel geleerd dat deze wetgeving ons nog steeds voorziet van enkele addertjes onder het spreekwoordelijke gras. Gelukkig beschikken wij over de nodige specialisten om onze klanten met raad en daad bij te staan en hen wegwijs te maken in deze complexe materie zodat wij deze nieuwe regeringsmaatregelen terecht kunnen toejuichen’, besluit Benny Devriendt
WENST U OOK MEER INFORMATIE OVER • Seizoenarbeid • Praktische zaken rond plukkaarten en aanwezigheidsregister • Beschikbare kandidaten • Prijs • Belangrijke weetjes
‘NOODZAKELIJKE VERSOEPELING’ ‘Het vernieuwde akkoord voorziet echter in een aantal extra voordelen om nog bestaande problemen in deze sectoren weg te werken. Zo vervalt de verplichting om seizoenarbeiders gedurende maximaal 95 ‘piekdagen’ te mogen inzetten. De regering hoopt alvast dat met deze wijziging de
Neem dan gerust contact op met een ADMB Interim kantoor in uw buurt. Onze collega’s staan u graag bij met al uw vragen of opmerkingen. Of contacteer onze hoofdzetel in Brugge op 050 47 48 61 (Gwendolyn Provoost). Wij verwijzen u dan naar het dichtstbijzijnde kantoor.
ADMB pakt uit met nieuwe bediendecel
‘M/V voor een prikje’
Vandaag de dag evolueert onze arbeidsmarkt razendsnel. De concurrentie uit lage loonlanden verplicht onze bedrijven om vernieuwend en creatief uit de hoek te komen. De eisen die gesteld worden aan nieuwe medewerkers zijn dan ook bijzonder hoog. Daarom stelt ADMB u graag zijn nieuwe bediendecel voor die zich specialiseert in de zoektocht naar witte raven. ‘Onze jarenlange ervaring en knowhow heeft ons geleerd dat bij het aanwerven van nieuwe medewerkers de reputatie van een bedrijf een belangrijke factor is. Met 30.000 tevreden klanten kunnen wij vanzelfsprekend bogen op groot respect op de arbeidsmarkt en was het dus een logische stap voor ADMB om een brug te maken tussen onze klassieke uitzendkantoren en de HRM specialisten van ADMB Select om bedrijven een nog betere service te kunnen bieden. Met onze bediendecel starten wij voor u de zoektocht naar die ene bediende of hooggekwalificeerde arbeider met één basisprincipe: No cure, no pay!’, weet Lidwine Vander Heyde, commercieel verantwoordelijke voor dit nieuwe project. ‘Maatwerk is bij ons troef’ gaat Lidwine verder. ‘Om voldoende kwaliteit en service te kunnen bieden werd geopteerd om binnen ADMB Interim een aparte cel te creëren die zich volop op deze specifieke vacatures kan concentreren. Natuurlijk staat deze cel in nauw contact met het bestaande kantorennetwerk van zowel ADMB Interim als deze van de hele
24
Groep. Ook staat ze voortdurend in contact met ADMB Select, die het peterschap waarneemt. Wenst u als werkgever die ene gemotiveerde werknemer met de geschikte vakkennis en voldoende ervaring binnen te halen tegen een zeer concurrentiële prijs? Dan rekruteert onze bediendecel deze kandidaat voor u op maat en wordt hij via het traditionele interimkanaal bij u tewerkgesteld. Met deze aanpak proberen wij de ideale match te maken tussen de specifieke behoefte bij u als werkgever en de competenties, de persoon, ervaring en dynamiek van de kandidaat’, besluit Lidwine.
Bent u op zoek naar die ene witte raaf en wilt u graag een beroep doen op onze diensten? Contacteer dan vrijblijvend Lidwine Vander Heyde, 050 47 48 62 ADMB Sint-Clarastraat 48 8000 Brugge Wenst u meer info over de bediendecel, dan komt een collega graag bij u langs met een antwoord op al uw vragen.
PENSIOEN
Tegemoetkoming aan gehandicapten [vanaf 01.10.2004]
Enkele nuttige pensioenbedragen [met ingang van 01.10.2004] Gewaarborgde minimumbedragen voor werknemers
a) De inkomensvervangende tegemoetkoming (1) :
Cat. A (niet behorend tot B & C): € 4.909,09 Cat. B (alleenstaande gerechtigde): € 7.363,64 Cat. C (gerechtigde die huishouden vormt of kind ten laste heeft): € 9.818,19 (1) Vrijstellingen op de inkomensvervangende tegemoetkoming: - € 2.454,55 (= 1/2 van categorie A) voor leden van het huishouden; - 10% van het arbeidsinkomen van de gehandicapte; - € 552,05 voor andere inkomsten van de gehandicapte.
Bij een volledige loopbaan (45 jaar voor een man, 43 voor een vrouw) worden in de pensioenregeling van de werknemers minstens volgende bedragen toegekend. Ieder jaar in de loopbaan dient wel aan specifieke voorwaarden te voldoen. Indien geen volledige loopbaan kan bewezen worden maar minstens 2/3 van een volledige loopbaan, dan dient het toegekende pensioen minstens overeen te stemmen met onderstaande bedragen, herleid in verhouding tot de bewezen loopbaan.
b) De integratietegemoetkoming (2) :
Gezinspensioen Pensioen als alleenstaande Overlevingspensioen
Deze bedragen worden toegekend in functie van de graad van zelfredzaamheid (uitgedrukt in punten) : Categorie I Categorie II Categorie III Categorie IV Categorie V
(7 tot 8 ptn) : (9 tot 11 ptn) : (12 tot 14 ptn) : (15 tot 16 ptn) : (17 tot 18 ptn) :
€ 961,23 € 3.275,50 € 5.233,84 € 7.625,05 € 8.8650,14
(2) De gerechtigde op een integratietegemoetkoming in de cat. III, IV en V geniet sedert 01/07/2001 van een abattement van € 18.056,59 op het inkomen van de leden van het huishouden. Boven dit bedrag wordt de helft afgetrokken. Indien de gehandicapte er voordeel mee doet, wordt enkel de integratietegemoetkoming toegekend waarvan het bedrag verminderd wordt met de helft van het gedeelte van het beroepsinkomen van de gehandicapte dat € 18.056,59 overschrijdt. Bij een gerechtigde op een integratietegemoetkoming in de cat. I en II wordt slechts een vermindering van € 1.656,15 vrijstelling op het inkomen van de leden van het huishouden toegekend. De vrijstelling op het vervangingsinkomen van de gehandicapte bedraagt € 2.579,14, indien de arbeidsvrijstelling niet hoger is dan € 15.477,09 ligt. Indien de arbeidsvrijstelling hoger is dan €15.477,09, geldt de vrijstelling € 2.579,14 (arbeidsvrijstelling – 15.477,09). Op de andere inkomsten gelden specifieke vrijstellingen. Het recht op deze tegemoetkomingen vervalt niet bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.
Categorie I Categorie II Categorie III Categorie IV Categorie V
(7 tot 8 ptn) : (9 tot 11 ptn) : (12 tot 14 ptn) : (15 tot 16 ptn) : (17 tot 18 ptn) :
€ 821,43 € 3.135,58 € 3.812,36 € 4.488,94 € 5.514,03
MAANDBEDRAGEN
€ 12.735,60 € 10.191,72 € 10.031,40
€ 1.061,30 € 849,31 € 835,95
Gewaarborgde minimumbedragen voor zelfstandigen
Indien 2/3 of een volledige loopbaan (45 jaar voor een man, 43 jaar voor een vrouw) bewezen wordt in de pensioenregeling van de zelfstandigen of bij samentelling van de behaalde loopbaan als zelfstandige en als werknemer, dan dient het pensioen van de zelfstandigen minstens onderstaande bedragen te evenaren, herleid in verhouding tot de in de regeling van de zelfstandigen behaalde kwartalen. De aanpassing aan deze bedragen gebeurt niet of wordt zodanig beperkt, dat het totaal van het uiteindelijk toekenbare pensioen als zelfstandige en als werknemer de grensbedragen van het gewaarborgd inkomen niet overschrijdt.
Gezinspensioen Pensioen als alleenstaande Overlevingspensioen
c) De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (3) :
Deze bedragen worden toegekend in functie van de graad van zelfredzaamheid (uitgedrukt in punten) aan de gehandicapte die tenminste 65 jaar oud is, en niet reeds de bovenstaande uitkeringen geniet :
JAARBEDRAGEN
JAARBEDRAGEN
MAANDBEDRAGEN
€ 10.680,64 € 8.039,07 € 8.039,07
€ 890,05 € 669,92 € 669,92
Inkomensgarantie voor ouderen
Is de totaliteit van het pensioen (90 %) en de overige bestaansmiddelen (na aftrek van diverse abattementen) kleiner dan deze grensbedragen, dan wordt het verschil bijgepast.
Voor een samenwonende Voor een alleenstaande
JAARBEDRAGEN
MAANDBEDRAGEN
€ 5.259,48 € 7.889,28
€ 438,29 € 657,44
(3) Deze tegemoetkoming wordt verminderd met het bedrag van het inkomen (het pensioen wordt slechts voor 90 % gerekend) dat volgende grenzen overschrijdt : € 12.270,48 voor een gerechtigde met personen ten laste, € 9.819,64 voor een alleenstaande en voor een samenwonende.
TOEGELATEN ACTIVITEIT GEPENSIONEERDEN: GRENZEN 2005 ONGEWIJZIGD T.O.V. 2004 TOEGELATEN BEROEPSBEZIGHEID VOOR GEPENSIONEERDEN VANAF 2004: BEROEPSACTIVITEIT ALS
RUSTPENSIOEN EN RUST- EN OVERLEVINGSPENSIOEN VOOR DE WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD (1)
UITSLUITEND OVERLEVINGSPENSIOEN VOOR DE WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD (1)
RUSTPENSIOEN EN OVERLEVINGSPENSIOEN NA DE WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD (1)
Werknemer (2) (bruto beroepsinkomen - met kinderlast (3)
€ 7.421,57 € 11.132,37
€ 14.843,13 € 18.553,93
€ 13.556,68 € 17.267,47
Zelfstandige (2) (netto beroepsinkomen - met kinderlast (3)
€ 5.937,26 € 8.905,89
€ 11.874,50 € 14.843,13
€ 10.845,34 € 13.813,96
(1) De wettelijke pensioenleeftijd is 65 jaar voor werknemers en zelfstandigen, door het geleidelijk optrekken van de pensioenleeftijd voor vrouwen is die vandaag 63 jaar.
(2) Voor een activiteit als werknemer geldt het bruto beroepsinkomen; voor een activiteit als zelfstandige geldt het netto-inkomen. Het netto-inkomen zelfstandige is gelijk aan 80 % van het bruto beroepsinkomen werknemer. (4) Deze bedragen gelden op jaarbasis. Voor een gedeelte van een jaar moeten ze omge(3) In geval van kinderlast worden de grenzen verhoogd met een forfaitair bedrag. Dat deeld worden (pro rata van het aantal maanden waarin een pensioen gecumuleerd forfait wordt niet gewijzigd. wordt met een toegelaten beroepsbezigheid).
Bron: KB van 17/03/2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen (BS 23/03/2004) KB van 17/03/2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers (BS 23/03/2004)
25
ZIEKTEVERZEKERING
Kleine risico’s bij zelfstandigen: WIE KAN WORDEN VRIJGESTELD EN WIE MOET BLIJVEN BETALEN?
DE ACTIEVE ZELFSTANDIGE Diegene die een zelfstandig statuut heeft is wettelijk verplicht om aan te sluiten bij een ziekenfonds voor de grote risico’s. De bijdrage voor de grote risico’s zit vervat in de driemaandelijkse bijdrage die betaald wordt aan het sociaal verzekeringsfonds. Zelfstandigen kunnen in hun ziekenfonds vrijwillig aansluiten voor de kleine risico’s. De bijdrage voor die kleine risico’s kan oplopen tot € 250 voor een gezinshoofd en tot € 160 voor een alleenstaande en dit per kwartaal. Er zijn echter zelfstandigen die een vermindering of zelfs een vrijstelling van die bijdragen kunnen bekomen. Diegene die echter een erkenning als ‘persoon met een handicap’ kan bewijzen, moet de bijdrage voor de kleine risico’s niet betalen. De erkenning als persoon met een handicap kunt u op twee manieren bekomen: ofwel voldoet u aan de medische voorwaarden van de FOD Sociale Zekerheid, Zwarte Lievevrouwstraat 3C, 1000 Brussel om een integratietegemoetkoming, een inkomensvervangende tegemoetkoming of een tegemoetkoming voor ‘hulp aan bejaarden’ te bekomen, ofwel bent u langer dan één jaar arbeidsongeschikt erkend door de adviserend geneesheer van uw ziekenfonds of bekwam u de erkenning van het RIZIV dat u 66 % blijvend arbeidsongeschikt bent vóór de leeftijd van 65 jaar. Het is zelfs zo dat wanneer de persoon met handicap overlijdt, de weduwe als weduwe van een persoon met een handicap, kan worden ingeschreven en ook vrijgesteld wordt van bijdrageplicht.
DE GEPENSIONEERDE ZELFSTANDIGE Diegene die als zelfstandige in het genot is van een gewaarborgd inkomen of de inkomensgarantie voor ouderen geniet, heeft recht op een bijdragevermindering. De gepensioneerde die een gemengde loopbaan heeft, die met andere woorden een (gedeeltelijk) pensioen als werknemer geniet, wordt inge-
schreven in de reglementering van de werknemers, maar moet - indien zijn loopbaan als werknemer kleiner is dan 1/3 - een verplichte bijdrage betalen. Deze is echter merkelijk kleiner dan de bijdrage voor de kleine risico’s. Indien de loopbaan als werknemer groter is dan 1/3, is er geen verplichte bijdrage te betalen. De ‘personen met een handicap’ die hun erkenning kunnen bewijzen met een attest van de FOD (zie hoger), zijn ook na de pensionering verder vrijgesteld van de bijdrageplicht voor de kleine risico’s. Ook diegene die de erkenning van het RIZIV had op datum van zijn pensionering of op dat moment reeds langer dan één jaar op ziektevergoeding stond, krijgt de kleine risico’s verder gratis.
DE VERHOOGDE TEGEMOETKOMING De verhoogde tegemoetkoming, ook voorkeurregeling of WIGW-statuut genoemd, kan enkel worden toegekend aan wie is ingeschreven als ‘persoon met een handicap’ en aan de gepensioneerden met een gemengde loopbaan. Dit voordeel wordt toegekend na een inkomensonderzoek of op basis van het genieten van een tegemoetkoming aan personen met een handicap van de FOD (zie hoger). Diegene die in het genot is van de verhoogde tegemoetkoming krijgt onder andere een grotere terugbetaling op alle geneeskundige en paramedische prestaties, betaalt een kleinere ligdagprijs bij opname in de kliniek en betaalt het goedkoopste tarief voor de geneesmiddelen.
Hebt u nog vragen of denkt u in aanmerking te kunnen komen voor deze voordelen, dan kunt u gratis en vrijblijvend contact opnemen in het plaatselijk CM-kantoor met de consulenten of de maatschappelijk werker of met de verantwoordelijke van de CM-pensioendienst of met de studie- en vormingsdienst SVMB.
Mutualiteit voor Middenstand en Beroepen
OP VAKANTIE NAAR HET BUITENLAND
Neem uw WAC mee. Waar u ook met vakantie gaat in het buitenland, zorg ervoor dat u en uw reisgenoten een World Assistance Card (WAC) op zak hebben, voorzien van een gele klever. Het kaartje is een handig geheugensteuntje om de alarmcentrale EuroCross te contacteren. U kunt het verkrijgen bij uw ziekenfonds. Specifieke formulieren of documenten zoals de Europese ziekteverzekeringskaart, hoeft u niet vooraf af te halen bij uw ziekenfonds. U kunt het vereiste document steeds vanuit uw vakantieland aanvragen bij EuroCross op het moment dat u het effectief nodig hebt. Neem steeds contact op met de alarmcentrale EuroCross bij grote uitgaven voor ambulante zorg, bij opname in een ziekenhuis of indien een repatriëring wordt overwogen. Bij een ziekenhuisopname doet u dit binnen de 48 uur. De alarmcentrale van EuroCross is dag en nacht te bereiken op tel : + 32 (2) 272 09 00. Wenst u meer informatie over de CM-reisbijstand? Vraag in uw ziekenfonds de gratis folder.
26
De mutualiteit voor
OPENINGSUREN KANTOREN Sint-Clarastraat 48 bis 8000 Brugge dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 tot 12.00 u.
• zelfstandigen • vrije beroepen • loon- en weddetrekkenden • ambtenaren • studenten hoger onderwijs • verblijvenden Sint-Clarastraat 48 bis 8000 Brugge Tel 050 44 05 00 Fax 050 44 05 21
AANDACHT ! De hier behandelde thema’s zijn algemeen bindend voor om het even welk ziekenfonds met uitzondering van het item “Naar het ziekenhuis” dat gericht is aan onze leden CM Brugge.
INFOHOEKJE CENTRUM ALGEMEEN WELZIJNSWERK
De CAW-dienst maatschappelijk werk CM... doet graag meer voor u!
Jos BEUSELINCK Diensthoofd Centrum Algemeen Welzijnswerk CM Brugge
De maatschappelijk werker van het ziekenfonds richt zich heel speciaal tot personen, geconfronteerd met ziekte, handicap of hulpbehoevendheid, met vragen of problemen op sociaal administratief, financieel, psychisch of moreel vlak. De maatschappelijk werker is dag-na-dag, vanuit een sterke bewogenheid, in de weer om deze personen wegwijs te maken in een wirwar van sociale voordelen en reglementeringen, hen met deskundig advies en informatie bij te staan inzake thuiszorg in al zijn facetten, hen te begeleiden in hun arbeidsongeschiktheid of invaliditeit, hen te ondersteunen bij revalidatie of te begeleiden bij het opmaken van een dossier Vlaams Fonds. Tijdens de hulpverlening krijgt psychosociale ondersteuning en morele begeleiding ook steeds zijn plaats. Gezien het dagelijks werk van de maatschappelijk werker moeilijk in cijfers te vatten is, willen we aan de hand van 3 voorbeelden een beter inzicht bieden in de werking van de dienst, waar echte kwaliteitszorg op maat van de cliënt het centrale motto is. De CAW-dienst maatschappelijk werk CM Brugge geniet daarom bij de 6500 cliënten (in Vlaanderen 91.000 cliënten/families) waaraan ze jaarlijks hulp en ondersteuning biedt, grote waardering.
• “Els komt op spreekuur naar aanleiding van de hospitalisatie van haar vader Bert. Bert, 63 jaar werd opgenomen wegens ‘zonderling gedrag’. De dokters stelden intussen de diagnose: Alzheimer-dementie. Els heeft het er erg moeilijk mee en maakt zich heel wat zorgen naar de toekomst. Zij wil zich over alles grondig informeren. Om aan haar totale vraag te voldoen hebben we info en advies geboden over mogelijkheden en beperkingen van thuiszorg, over het praatcafé rond dementie ‘het Labyrint’, over plaatsingsmogelijkheden, over de financiële gevolgen en de mogelijke tussenkomsten. Els krijgt ook een documentatiepakket over de aandoening zelf en over het omgaan met een dementerende persoon. In een later contact kan deze informatie de aanzet zijn voor een verder helpend gesprek”.
• “André en Suzanne vormen een hecht, hoogbejaard koppel. Daar André recent een hersenbloeding meemaakte, kan hij zich niet meer alleen verplaatsen en komt Suzanne vragen wat wij als ‘sociale dienst’ van het ziekenfonds kunnen adviseren. Met het aanbod van hulpmiddelen voor de verzorging thuis, gezinszorg, thuisverpleging, een voormiddag per week oppashulp en veel goede wil van de kinderen geraken ze al een eind op weg. De financiële draagkracht wordt verhoogd door het helpen aanvragen van een aanvullend pensioen ‘hulp aan bejaarden’, de zorgverzekering en sociale vrijstellingen. De maatschappelijk werker bemiddelt bijtijds ook bij de diensten in kwestie.” • “Annabel bevalt, na een gecompliceerde zwangerschap, van een tweeling. Eén kindje overlijdt ten gevolge van verwikkelingen bij de geboorte; het andere kindje heeft een verlamming aan de onderste ledematen. Als maatschappelijk werker willen wij de ouders hulp bieden bij de verwerking van hun groot verdriet. Ook op sociaal-administratief vlak staan wij de ouders bij, onder andere bij de aanvraag bijkomende kinderbijslag voor een kind met een handicap. Later bemiddelen we bij de aanvraag van een financiële tussenkomst vanwege het Vlaams Fonds in de kosten voor aanpassing van hun huis en hulpmiddelen. Daardoor zal het kind thuis met behulp van een rolwagen en aangepaste hulpmiddelen zelfstandiger kunnen leven”. Ook in de zoektocht naar passend onderwijs, zorg of later ook werk zullen we Annabel met raad en daad bijstaan. Veel mensen kennen het CM-kantoor als de plaats waar ze met hun doktersbriefjes naartoe kunnen en informatie rond de ziekteverzekering kunnen bekomen. Maar het CM-kantoor is meer dan een ‘kantoor’: het is een dienstverleningscentrum waar mensen terechtkunnen met een brede waaier van vragen en zorgen in verband met hun gezondheidsproblemen en welzijn. In alle CM-kantoren kunt u wekelijks in volle vertrouwen en daarenboven gratis terecht op de zitdagen van de CAW-dienst maatschappelijk werk (permanentienummer: 050 44 03 53, e-mail caw.cmbrugge@cm.be). Een huisbezoek en afspraak kunnen geregeld worden bij de maatschappelijk werker. U bent er steeds welkom.
Dagvergoeding zelfstandigen
Op dag van vandaag en dit sedert 01.10.2004 zijn de hiernaast vermelde dagbedragen (ziektevergoeding voor zelfstandigen) van kracht: arbeidsongeschikte zelfstandigen met een beperkte zelfredzaamheid (niet minder dan 11 punten) kunnen aanspraak maken op een tegemoetkoming voor hulp van derden.
Primaire arbeidsongeschiktheid - 2e t.e.m. 12e maand
met gezinslast zonder gezinslast
€ 31,14 € 23,36
Invaliditeit vanaf het 2e jaar
Deze bedraagt € 5,37 per dag. De tegemoetkoming kan worden toegekend vanaf de vierde maand arbeidsongeschiktheid. M.i.v. 01.10.2004 is de moederschapsuitkering voor zelfstandige vrouwen en meewerkende echtgenotes vastgesteld op € 2.001,84.
met gezinslast zonder gezinslast
€ 31,35 € 23,51
Invaliditeit (met stopzetting bedrijf) - vanaf het 2e jaar
met gezinslast zonder gezinslast
€ 34,38 € 25,78
27
ADMB VERZEKERINGEN
De verzekering “Burgerlijke aansprakelijkheid voor de onderneming” [van het allergrootste belang]
Rik VANDEN BUSSCHE Afdelingshoofd ADMB VERZEKERINGEN
BA NA LEVERING:
Deze verzekeringsovereenkomst waarborgt de schade veroorzaakt aan “derden” door de uitbating van de onderneming. De schade veroorzaakt tijdens het privé-leven daarentegen wordt gewaarborgd door de FAMILIALE VERZEKERING.
TOEVERTROUWD VOORWERP:
De schade manifesteert zich nadat het werk is uitgevoerd of de levering gebeurd. Thans wordt dit de “productaansprakelijkheid” genoemd.
WIE HEEFT BELANG BIJ DE ONDERSCHRIJVING? Iedere rechtspersoon of natuurlijke persoon die een bedrijf uitbaat, kan worden aansprakelijk gesteld voor de schade veroorzaakt aan “derden”. De derde is veelal de klant van de ondernemer, maar kan ook een buitenstaander zijn die op het verkeerde ogenblik op de verkeerde plaats was... Deze aansprakelijkheidstheorie is gebaseerd op de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek; in normaal woordgebruik beter gekend als de principes van de “goede huisvader”. In ondernemingsjargon kan dit omgezet worden als de “normaal voorzichtige bedrijfsleider.” Eigenaardig genoeg is deze verzekering in België nog steeds niet wettelijk verplicht. Ze is minstens even noodzakelijk als de -wel verplichtearbeidsongevallenverzekering. Er wordt dan ook dikwijls te weinig aandacht aan besteed. Let wel: schade veroorzaken en deze schade moeten vergoeden staat totaal los van een verzekeringsovereenkomst. Bij niet-verzekering zal de ondernemer de schadevergoeding zelf moeten ophoesten....
De schade wordt veroorzaakt aan een voorwerp dat aan de verzekerde is toevertrouwd. (vb. TV-hersteller) RECHTSBIJSTAND:
De schade wordt veroorzaakt door derden aan de onderneming. Op basis van deze dekking zal de verzekeraar alles in het werk stellen, opdat de verzekerde voor zijn schade zou worden vergoed.
VERZEKERDE KAPITALEN De kapitalen en de vrijstelling(en) verschillen van verzekeraar tot verzekeraar. De behoeften zijn totaal verschillend volgens de aard van de onderneming. Maatwerk is de boodschap....
VERZEKERINGSPREMIE De verzekeringspremie wordt bepaald in functie van de aard van de activiteit van de onderneming, de loonmassa en/of het omzetcijfer en uiteraard de gekozen verzekeringsformule.
BELANG Het verzekeringscontract “BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID” is van het allergrootste belang.
WAARBORGEN De “BA onderneming” verzekert de schade veroorzaakt door de uitbater, zijn werknemers of zijn goederen. (gebouwen, materieel, enz...) Het verzekeringscontract kan uit vier elementen bestaan:
Wij zullen u graag bijstaan voor het kiezen van de juiste formule. Rudy Goemaere (050 47 49 55) zal u graag deskundig informeren. U kunt ook een e-mail sturen naar verzekeringenbrugge@admb.be Op onze website vindt u overigens ook bijkomende informatie. www.admbverzekeringen.be
BA UITBATING:
De schade is veroorzaakt tijdens de uitbating.
ADMB Verzekeringen nv is ingeschreven in het register van de verzekeringsmakelaars onder het nr 13.334.
De klok rond bereikbaar, zeven dagen op zeven via een gespecialiseerde bijstandscentrale die uw oproep buiten de kantooruren opvangt. SINT-ANDRIES BRUGGE OVERIJSE OOSTENDE DENDERMONDE
28
Jan Breydellaan 107, 8200 Sint-Andries Sint-Clarastraat 48, 8000 Brugge Gebroeders Danhieuxstraat 6, 3090 Overijse E. Beernaertstraat 13, 8400 Oostende Brusselsestraat 93, 9200 Dendermonde
tel. 050 47 49 47 tel. 050 47 49 44 tel. 02 766 17 50 tel. 059 56 87 56 tel. 052 38 16 00
fax 050 47 49 59 fax 050 47 49 59 fax 02 687 36 98 fax 059 56 87 59 fax 052 38 16 09
ADMB Rechtsbijstandverzekering: Verdediging voor de arbeidsrechtbank
Voor een werkgever is personeel tewerkstellen een dagelijkse zorg. Contacten met vakbonden en overheidsinstanties lopen niet altijd over een leien dakje. Het Sociaal Bureau van ADMB springt voor u in de bres daar waar moeilijkheden rijzen. Alle inspanningen ten spijt kan men echter niet altijd voorkomen dat bepaalde zaken door de arbeidsrechtbank dienen te worden beoordeeld. In deze gevallen wordt u geconfronteerd met ereloonnota’s van advocaten en gerechtskosten die bijzonder zwaar kunnen uitvallen. U bent cliënt van ADMB Sociaal Bureau. Dan is dit aanbod exclusief voor u!
Voor personeelskwesties waarvoor de arbeidsrechtbank en de correctionele rechtbank bevoegd zijn neemt de ADMB RECHTSBIJSTANDVERZEKERING voor u ten laste: • honorarium van advocaat, expert en gerechtsdeurwaarder; • gerechtskosten; • procedure- en uitvoeringskosten.
Gemiddeld genomen bedraagt de investering slechts 0,01% van de totale loonkost ... De jaarlijkse premie bedraagt slechts 9 euro per tewerkstelling. De minimum jaarpremie bedraagt 24 euro. Belangrijk
• Er is vrije keuze van advocaat. • Er is slechts een wachttijd van drie maand na de aansluiting. • De premie is fiscaal aftrekbaar. • De rechtsbijstandverzekering treedt ook op wanneer u door uw (gewezen) werknemer moet worden vergoed. Er is een opvallende stijging van het aantal procedures door de volharding van arbeids- en sociale inspectiediensten, volharding door de vakbonden in specifieke situaties en toenemende, snel wijzigende wetgevingen. Meer dan 4000 werkgevers hebben dit product reeds naar waarde weten te schatten. Wenst u nog deze maand van de voordelen te genieten? Vraag ernaar in het Sociaal Bureau van ADMB of contacteer Rudy Goemaere (050/474 955).
Op www.admbverzekeringen.be vindt u alle info omtrent ons uitgebreid verzekeringsaanbod.
De verzekeringspolis “Rechtsbijstand onderneming”: uw raadsman in de buurt
Onze Belgische wetgeving is een kluwen. Een confrontatie met één van haar domeinen is voor de meeste ondernemers een nachtmerrie. Hoe complexer de wetgeving wordt, hoe zinvoller de rechtsbijstandverzekering. Toepassingsgebied
De rechtsbijstandverzekeraar behartigt uw belangen bij geschillen in uw beroepsactiviteit en neemt hiervoor de noodzakelijke kosten ten laste in het kader van een algemene rechtsbijstandverzekering voor de onderneming.
standverzekeraar zal de fabrikant in vrijwaring roepen en de kosten, verbonden aan de procedure, ten laste nemen. • U wordt strafrechterlijk vervolgd wegens het niet naleven van de milieuwetgeving. • Een wegeniswerker trekt een elektriciteitskabel door waardoor het productieproces in uw onderneming voor uren stil ligt. De rechtsbijstandverzekeraar zal de schade claimen bij de aannemer in kwestie, desnoods via de rechtbank. Info
Dit betekent onder andere:
• vrije keuze van advocaat; • betaling van de honoraria en kosten van de advocaat; • betaling van honoraria en kosten van experten; • betaling van de gerechtskosten. Voorbeelden
• Door het feit dat de fabrikant laattijdig levert kunt u de afspraken met uw cliënt niet nakomen. Uw cliënt dagvaardt u hiervoor. De rechtsbij-
Voor bijkomende informatie en een vrijblijvende offerte maakt Rudy Goemaere (050/474 955) graag tijd voor u vrij. Grasduin ook eens in onze interessante en uitgebreide website www.admbverzekeringen.be Dit artikel dient u, zeker als u werkgever bent, te lezen samen met het artikel, hierboven afgedrukt, dat handelt over de exclusieve ADMB Rechtsbijstandverzekering.
organising your office
L. Bauwensstraat 15 • 8200 Brugge Tel. 050 32 04 08 • Fax 050 31 19 12 info@buro-center.be - www.buro-center.be
29
ADRESSEN
ADVISEURS SVMB BOLLEKENS Yves, Bergendreef 5, 2970 Schilde GSM 0477 42 97 33 - Fax 03 233 70 89 E-mail yves.bollekens@svmb.be COOMANS Jos, Krawatenstraat 74, 3470 Kortenaken GSM 0477 47 61 67 - Fax 011 58 32 56 E-mail jos.coomans@svmb.be COX Jan-Wouter, Maastrichtersteenweg 254, 3500 Hasselt GSM 0477 42 97 42 - Fax 011 23 48 17 E-mail janwouter.cox@svmb.be HEBBERECHT Christine, Cameliastraat 19, 9050 Gent GSM 0477 47 61 70 - Fax 09 225 94 13 E-mail christine.hebberecht@svmb.be VAN BESIEN PIETER, Lange Kruisstraat 7, 9000 Gent GSM 0475 25 07 20 - Fax 09 225 94 13 E-mail pieter.vanbesien@svmb.be VROMBAUT Karel, Elfjulistraat 90 B3, 9000 Gent GSM 0477 47 61 69 - Fax 09 377 82 93 E-mail karel.vrombaut@svmb.be
SVMB STUDIE- EN VORMINGSDIENST DE ROMSÉE Aafje (Antwerpen) Mechelseplein 16, 2000 Antwerpen GSM 0474 74 62 28 - Fax 03 231 44 40 E-mail aafje.deromsee@svmb.be MEYEN Jos (Limburg) Maastrichtersteenweg 254, 3500 Hasselt Tel. 011 26 30 80 - Fax 011 23 48 17 E-mail jos.meyen@svmb.unizo-lim.be PUYPE Peter (Vlaams-Brabant) Spastraat 8, 1000 Brussel Tel. 02 238 04 59 - Fax 02 230 87 58 E-mail peter.puype@svmb.be VANTORNOUT Daniël (W-Vlaanderen) Parkstraat 65, 8820 Torhout GSM 0478 888 551 - Fax 050 21 42 98 E-mail daniel.vantornout@admb.be
ADVISEURS ADMB DE JAEGERE Evelyne, Steppestede 2, 9051 St.-Denijs-Westrem GSM 0477 47 61 68 - Fax 09 225 15 82 E-mail evelyne.dejaegere@admb.be DE PRYCKER Koen, Skaldenstraat 20, 8800 Roeselare GSM 0473 73 07 19 - Fax 051 22 04 64 E-mail koen.deprycker@admb.be DESMET Michel, Vuurgatstraat 92, 3090 Overijse GSM 0475 75 94 30 - Fax 02 657 47 44 E-mail michel.desmet@admb.be LIMET Rudy, Wild Veld 28, 2550 Kontich GSM 0475 75 94 34 - Fax 03 458 51 17 E-mail rudy.limet@admb.be MAERTENS Jakie, Leopoldlaan 86, 9400 Ninove GSM 0475 75 94 35 - Fax 054 33 43 96 E-mail jakie.maertens@admb.be TROCH Filip, Lauwestraat 106, 8930 Rekkem GSM 0475 75 94 36 - Fax 056 40 08 23 E-mail filip.troch@admb.be VAN DRIESSCHE Danni, Karel Engelslaan 11, 2960 Brecht GSM 0475 56 69 96 - Fax 03 660 08 37 E-mail danni.vandriessche@admb.be VERPLANCKE Erik, Torhoutsesteenweg 153, 8210 Zedelgem GSM 0475 75 94 28 - Fax 050 54 83 28 E-mail erik.verplancke@admb.be VERVAECK Johan, Nonnenbossen Noord 46, 8980 Zonnebeke GSM 0475 75 94 32 - Fax 057 48 77 86 E-mail johan.vervaeck@admb.be
VOOR PLAATSELIJKE ZITDAGEN OF BEZOEK ADVISEUR: TEL. 050 47 44 78 – isabelle.verbist@admb.be
BRUGGE DIKSMUIDE GENT IEPER KORTRIJK OOSTENDE ROESELARE TORHOUT VEURNE
30
Smedenstraat 60, 8000 Brugge Gasthuisstraat 1, 8600 Diksmuide Brabantdam 48, 9000 Gent R. Colaertplein 23, 8900 Ieper Reepkaai 2, 8500 Kortrijk Ernest Feysplein 16, 8400 Oostende Noordstraat 47, 8800 Roeselare Burg 61 winkel 2, 8820 Torhout Duinkerkestraat 15, 8630 Veurne
Tel. 050 47 48 49 - Fax 050 47 48 58 - interim.brugge@admb.be Tel. 051 51 17 87 - Fax 051 51 17 88 - interim.diksmuide@admb.be Tel. 09 268 28 68 - Fax 09 268 28 65 - interim.gent@admb.be Tel. 057 20 07 00 - Fax 057 20 92 00 - interim.ieper@admb.be Tel. 056 24 54 45 - Fax 056 24 54 44 - interim.kortrijk@admb.be Tel. 059 56 40 56 - Fax 059 56 40 55 - interim.oostende@admb.be Tel. 051 22 00 00 - Fax 051 24 94 24 - interim.roeselare@admb.be Tel. 050 22 26 66 - Fax 050 21 79 17 - interim.torhout@admb.be Tel. 058 31 62 08 - Fax 058 31 62 52 - interim.veurne@admb.be
Kantoren tot uw dienst Sociaal Bureau
IKMO
Andere Diensten
Sociaal Bureau
IKMO
Andere Diensten
WEST-VLAANDEREN 8000 BRUGGE Sint-Clarastraat 48 ‘t Zand 20
050 47 44 01
8200 BRUGGE Dirk Martensstraat 26 Kon. Astridlaan 134 b1
050 47 49 09
8600 DIKSMUIDE Gasthuisstraat 1
051 50 23 54
8530 HARELBEKE Marktstraat 41
056 70 15 91
8900 IEPER Maarsch. Fochlaan 34
057 21 83 73
8870 IZEGEM Burg. Vandenbogaerdeln 72
050 47 41 11 050 33 13 13 050 47 47 47
051 30 04 62
8300 KNOKKE Elisabethlaan 141
050 63 14 73
8500 KORTRIJK Lange Steenstraat 10 (ingang Lekkerbeetstraat 2) Reepkaai 4
056 26 44 54
8930 MENEN St.-Jansmolenstraat 11 Oude Leielaan 83a
056 51 13 98
057 22 86 86
2650 EDEGEM Oude Godstraat 110
051 30 19 89
2440 GEEL Diestseweg 63
014 58 00 88
2200 HERENTALS Belgiëlaan 52a Lierseweg 86 Atealaan 65 bus 3
014 22 37 33
2500 LIER Kruisbogenhofstraat 11
03 488 43 61
056 51 13 98
2800 MECHELEN Oude Brusselsestraat 8 Oude Brusselsestraat 14
015 41 10 47
059 55 19 19
2400 MOL Kruisven 70
057 33 35 79
2870 PUURS Rijksweg 9
03 866 12 26
057 33 80 10
2300 TURNHOUT Parklaan 136
014 42 17 62
051 20 60 80
2260 WESTERLO de Merodedreef 100
014 54 61 34
051 32 15 98
056 26 44 44
051 24 84 00
8820 TORHOUT Zuidstraat 18
050 22 08 96
8630 VEURNE Duinkerkestraat 17 Oude Beestenmarkt 6
058 31 10 70
051 40 24 31 050 21 66 30 058 31 19 02 058 31 57 27
8790 WAREGEM ‘t Pand 349
056 62 04 60
8560 WEVELGEM Noordstraat 9
056 41 03 68
8380 ZEEBRUGGE Koggenstraat 3
050 55 29 88
BRABANT 1730 ASSE Bloklaan 5 Markt 3
02 725 17 90
2000 ANTWERPEN Louisastraat 10
057 33 36 20 057 33 32 96
051 40 54 71
1930 ZAVENTEM Kerkplein 25 B4
056 71 38 34
056 70 15 92
056 53 27 97
8700 TIELT Tramstraat 10
016 81 24 45
ANTWERPEN
056 24 24 50
8800 ROESELARE Ovenstraat 5 Ovenstraat 37 en Arme Klarenstraat 55
02 453 01 69 02 453 09 23
03 457 34 16 014 58 00 88
014 23 17 23 014 84 94 90
015 41 43 71 014 32 20 71 03 886 03 56
03 866 12 26
014 54 41 52
053 21 57 78 052 21 21 16
9900 EEKLO Stationstraat 17
09 377 18 08
9050 GENTBRUGGE Land van Rodestraat 20
09 210 82 13
9000 GENT Ottergemsesteenweg 439 Lange Kruisstraat 7
09 242 83 50 09 235 49 61
09 235 49 11
9700 OUDENAARDE Einestraat 26
055 31 19 29
9600 RONSE Stationsstraat 6
055 20 62 42
9100 SINT-NIKLAAS Knaptandstraat 204
03 760 14 30
013 31 32 34
3600 GENK Dieplaan 61
1500 HALLE Vanden Eeckhoudtstraat 13/1
02 360 31 83
3500 HASSELT Maastrichtersteenweg 254
016 22 45 95
3910 NEERPELT Broesveldstraat 5 Bus 1
016 28 44 41
03 213 92 50
9200 DENDERMONDE Hoogveld 22
3290 DIEST Michel Theysstraat 81
02 238 05 11
03 213 92 80
9300 AALST Dirk Martensstraat 67
02 250 00 30
02 250 00 57
016 80 47 11
OOST-VLAANDEREN
1000 BRUSSEL Koningsstraat 75 Spastraat 8
3000 LEUVEN Diestsevest 82
052 31 16 36
3300 TIENEN Goossensvest 42
051 50 04 01
8400 OOSTENDE Wapenplein 10 8970 POPERINGE Deken de Bolaan 1 Burg. Bertenplein 12 Rekhof 22
1840 LONDERZEEL “De Burcht” 5A
LIMBURG 089 35 30 86 011 26 31 71
011 26 30 30 011 64 24 81
ADMB KINDERBIJSLAGFONDS Sint-Clarastraat 48 - 8000 Brugge - 050 474 111
31
JAARGANG 50 - NUMMER 3 - MEI 2005 HOOFDKANTOOR: SINT-CLARASTRAAT 48, 8000 BRUGGE AFGIFTEKANTOOR: GENT X
TIJDSCHRIFT