ADMB Info 2007-05

Page 1

fotograaf F. Proot

Opening nieuw ADMB gebouw te Brugge DRIEMAANDELIJKS - JAARGANG 52 NUMMER 3 - MEI 2007 HOOFDKANTOOR: SINT-CLARASTRAAT 48, 8000 BRUGGE AFGIFTEKANTOOR: GENT X - P 409699

Bezoek onze website: www.admb.be

1


www.artemise.be

De

bank bij U in de buurt

van bij ons

www.wvb.be

Hoofdzetel Brugge Adriaan Willaertstraat, 9 Tel. 050 /44 59 00

service & menselijk contact maken het verschil

Ruddervoorde

Knokke-Heist

Oostende

Tielt

Ieper

Torhoutsestraat, 21 Tel. 050 / 27 76 72

Piers de Raveschootlaan, 77 Tel. 050 / 60 37 01

Hendrik Serruyslaan, 34 Tel. 059 / 70 52 89

Markt, 35 Tel. 051 / 40 23 76

Rijselsestraat, 7 Tel. 057 / 20 33 01


EDITORIAAL

Beste lezer Geachte lezer De zomerse lente heeft ons uitermate verrast. Verandert er daadwerkelijk en drastisch iets aan ons klimaat ? God beware ons, alhoewel deze zonnige aprilmaand bij velen van ons de winterse batterijen helemaal heeft opgeladen.

Wij waren uitermate verrast toen wij, buiten elke proportie, aan eenoudergezinnen plots - én vooral vóór de verkiezingen - 20 euro per kind dienden uit te keren. Niet dat dit niet gegund was, maar dergelijke tussenkomsten op dit tijdstip ruiken naar politiek opbod.

Ook onze sociale dienstengroep. Wij zijn klaar om de vele te vernieuwen CAO’s te onderzoeken, te interpreteren en te laten toepassen. Hopelijk zullen de sociale partners de moed hebben om er iets zinvols van te maken, dit in functie van een langetermijnvisie inzake tewerkstelling, liever dan het leggen van kort geldgewin dat in sommige gevallen alleen voor zij die hun job houden, blijvend resultaat levert. De laatste signalen waren echter niet zo rooskleurig. Wij schrokken ervan toen het uitlekte dat minstens vier sectorale fondsen voor bestaanszekerheid niet-vakbondsleden benadeelden. Syndicale discriminatie ?

En dan spreken we nog niet over de feestdag van de 2de mei voor volgend jaar waar, voor de zoveelste maal, de inspraak van de sociale partners tot nul werd gedevalueerd. Laat ons dan duimen dat zowel op het niveau van de syndicale onderhandelingen, als op het bord van de nieuwe regeringsonderhandelingen na 10 juni, het gezond verstand primeert in functie van onze toekomst en die van onze kinderen. Ik wens jullie allen een zorgeloze zomer toe. Karel Ghesquière Algemeen Directeur ADMB

Inhoud VOOR DE WERKGEVER

Sint-Clarastraat 48 - 8000 Brugge Tel. 050 474 111 - fax 050 474 110 Redactie:

K. Boelens, E. Braet, K. Cabooter, L. Daeninck, J. De Wever, M. Debruyckere, M. Deconynck, K. Defoor, J. Deklerck, P. Pirard, B. Devriendt, B. De Wolf, K. Ghesquière, P. Godelie, L. Hoste, P. Jonckheere, S. Lambrecht, S. Lemaire, V. Lenssen, R. Vanden Bussche, M. Vandeputte, D. Van Loocke, D. Vantornout, G. Vermeulen. Lay-out en cartoons:

ALLY GRAPH-X, www.ally.be

PREVENTIE EN BESCHERMING VEKMO INTERIMARBEID

ADMBEELD KINDERBIJSLAGEN

PENSIOEN ZIEKTEVERZEKERING

Druk:

ROULARTA, Roeselare Verantwoordelijke uitgever:

K. Ghesquière p.a. Sint-Clarastraat 48 8000 Brugge Oplage: 75.000 ex.

Lid van VUKKP

VAKANTIEHUIS ADMB VERZEKERINGEN

SVMB ADRESSEN

4 6 8 9 10 11 12 13 14 15 15 16 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 28 29 30 31

Studentenarbeid Jaarlijkse vakantie Memo voor de werkgever Wat na de leertijd ? RSZ-bijdragen Data en index Werken bij warmte De integrale milieuvoorwaarden Een ADMB Interim-kantoor in uw bedrijf IBO Interim Adressen ADMB Interim Opening nieuw ADMB gebouw te Brugge Kinderbijslag voor alleenstaanden Bedragen gezinsbijslag werknemers Werken tijdens de zomervakantie Pensioenbedragen Ziekenhuissupplementen ingeperkt Het Omnio-statuut Infohoekje Centrum Algemeen Welzijnswerk Dagvergoeding zelfstandigen Vakantie aan zee: Atlanta De individuele levensverzekering ADMB Life manager Adressen ADMB Verzekeringen Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen Adviseurs Kantoren

Vroeger verschenen artikels uit ADMB Info zijn te raadplegen op onze website www.admb.be

3


VOOR DE WERKGEVER

Studentenarbeid in 2007 IIII

Matthias Debruyckere Adjunct-afdelingshoofd ADMB Studiedienst

In de zomermaanden ziet het horecapersoneel er heel wat jeugdiger uit dan in de rest van het jaar. Maar ook in andere sectoren worden in die periode vaak bijkomende jonge krachten ingehuurd. In bijgaande bijdrage vindt u in een notendop een overzicht van de belangrijkste zaken waarvoor werkgever (en student) oog moeten hebben.

1. WIE KAN TEWERKGESTELD WORDEN ALS STUDENT MET EEN STUDENTENOVEREENKOMST ? Kunnen studentenarbeid verrichten :

• de minderjarigen van 15 jaar en meer die onderwijs met volledig leerplan volgen; • de minderjarigen die na hun voltijdse leerplicht, maar tijdens hun deeltijdse leerplicht (= - 18-jarigen) deeltijds onderwijs of deeltijdse vorming volgen, en die niet genieten van een overbruggingsuitkering. Deze studentenarbeid kan echter alleen gedurende de periodes van schoolvakanties; • de studenten die niet meer aan de schoolplicht onderworpen zijn. Kunnen geen studentenarbeid verrichten, de studenten die :

• hun voltijdse leerplicht niet beëindigd hebben en dus jonger zijn dan 16 (of 15) jaar; • na hun voltijdse leerplicht, naast hun deeltijds onderwijs, nog verbonden zijn door : - een deeltijdse stageovereenkomst; - een deeltijdse arbeidsovereenkomst; - een industriële leerlingenovereenkomst; - een middenstandsovereenkomst; - of overbruggingsuitkeringen ontvangen; • minstens sedert 6 maanden werken; • bij wijze van stage onbezoldigde arbeid verrichten die deel uitmaakt van hun studieprogramma; • ingeschreven zijn in een avondschool of onderwijs met beperkt leerplan (d.i. minder dan 15 uur/week) volgen. De leerplicht beloopt 12 jaar, begint met het schooljaar waarin het kind 6 jaar wordt en eindigt bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd (uitzonderlijk op 17-jarige leeftijd, met name op 30/6 van het jaar van de 18de verjaardag, indien op dat moment reeds 12 jaar lager en secundair onderwijs doorlopen zijn). Voltijds leerplichtig is iemand slechts tot de leeftijd van 16 jaar, of tot 15 jaar als de betrokken leerling op die leeftijd al de eerste twee jaar secundair onderwijs gevolgd heeft.

2. STUDENTENOVEREENKOMST De studenten worden in België speciaal beschermd. Naast de algemene regels die van toepassing zijn op alle werknemers, heeft de wetgever voorzien in specifieke bepalingen voor de studenten tewerkgesteld met een studentenovereenkomst.

Een dergelijke overeenkomst mag een proefperiode voorzien die, zowel voor arbeiders als voor bedienden, minimaal 7 en maximaal 14 dagen bedraagt. Hoewel het om een contract voor bepaalde tijd gaat dat afloopt op een bepaalde datum, beschikken zowel werkgever als student over de mogelijkheid om de overeenkomst vervroegd te beëindigen mits ze een opzeggingstermijn van respectievelijk 3 dagen of 1 dag naleven. De duur van deze opzeggingstermijn wordt opgetrokken tot respectievelijk 7 en 3 dagen wanneer het studentencontract meer dan 1 maand beslaat. De werkgever is er eveneens toe verplicht de studentenovereenkomsten gedurende 5 jaar te bewaren op de plaats waar deze studenten tewerkgesteld werden.

3. ARBEIDSVOORWAARDEN a) loon

Een student moet als tegenprestatie voor zijn arbeid in principe minimaal het loon ontvangen dat, voor het werk dat hij doet, bepaald is binnen de sector. In sommige sectoriële C.A.O.’s is er voor studentenarbeid echter een aparte loonschaal voorzien. Bij tewerkstelling in sectoren die geen lonen voorzien hebben, moet voor tewerkstellingen vanaf 1 maand het nationaal minimum gerespecteerd worden. b) arbeidsreglement

De student moet vanaf de eerste dag van zijn tewerkstelling een exemplaar van het arbeidsreglement krijgen. Hij moet tekenen voor ontvangst ervan. c) arbeidsduur

De overeenkomst en het arbeidsreglement moeten de arbeidsduur vermelden. Behoudens enkele uitzonderingen (waaronder de studenten waarvan het loon vrijgesteld is van sociale zekerheidsbijdragen (zie hieronder)), mag de wekelijkse arbeidsduur niet beneden 1/3 van de arbeidsduur toepasselijk in de sector liggen. Bovendien mag elke arbeidsperiode in principe niet minder dan 3 uur bedragen.

4. RSZ-BIJDRAGEPLICHT In principe moeten de student en de werkgever sociale bijdragen betalen. Indien de werkgever nog niet voor andere werknemers ingeschreven is bij de RSZ, moet hij zich speciaal aansluiten bij deze instantie. Voor de daaropvolgende jaren is geen nieuwe inschrijving meer vandoen. Onafgezien van de mogelijkheden tot vrijstelling van RSZ-bijdragen die gelden voor alle werknemers (d.i. occasionele arbeid, arbeid in de socio-culturele sector, seizoenarbeid, arbeid van bepaalde niet-inwonende dienstboden), bestaat er voor studenten onder strikte voorwaarden slechts een minimale bijdrageplicht. a) tijdens de zomermaanden

Het studentencontract is een contract voor bepaalde duur van maximum 6 maanden dat voor elke student afzonderlijk en steeds schriftelijk moet worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip waarop de student in dienst treedt. Dit contract moet een aantal specifieke vermeldingen bevatten.

4

In geval van tewerkstelling van studenten in de zomervakantiemaanden, moet op hun loon 5 % werkgevers- en 2,5 % werknemersbijdragen afgedragen worden, mits: • de student tewerkgesteld wordt in het kader van een studentencontract;


• de tewerkstelling plaatsvindt in de maanden juli, augustus en september; • de tewerkstelling in de maanden juli, augustus en september 23 arbeidsdagen niet overschrijdt; • de student niet bij dezelfde werkgever tewerkgesteld werd in de loop van het voorafgaand schooljaar, tenzij in het kader van een studentencontract en uitsluitend tijdens de niet-verplichte aanwezigheidsperiodes in de onderwijsinstelling. b) de rest van het jaar

Als de studenten tewerkgesteld worden buiten de zomervakantiemaanden, moet sinds 1 juli 2005 op hun loon 8 % werkgevers- en 4,5 % werknemersbijdragen betaald worden, op voorwaarde dat: • de student werkt in het kader van een studentencontract; • de tewerkstelling niet plaatsvindt in de periode juli-september; • er maximum 23 arbeidsdagen per kalenderjaar gepresteerd worden; • er enkel gepresteerd wordt tijdens niet-verplichte aanwezigheidsperioden in de onderwijsinstelling.

5. FISCALE IMPLICATIES VAN STUDENTENARBEID a) bedrijfsvoorheffing

Voor de niet-inhouding van bedrijfsvoorheffing op het loon van de jobstudent, gelden dezelfde voorwaarden als voor de gedeeltelijke vrijstelling van RSZ- bijdragen (zie hoger).

Let wel: • bij de bedragen met volledige RSZ werd noodgedwongen geen rekening gehouden met de RSZ-werkbonus (waardoor de opgegeven bedragen in bepaalde omstandigheden te hoog liggen); • als de student alimentatiegeld krijgt, moet 80 % van het ontvangen bedrag meegeteld worden in de berekening voor het al dan niet fiscaal ten laste blijven. Ter compensatie wordt de hierboven vermelde maximumgrens van de netto-belastbare bestaansmiddelen verhoogd met 2.660,00 EUR; • voor inkomsten op basis van een studentencontract worden de grenzen verhoogd met 2.210,00 EUR.

6. RECHT OP KINDERBIJSLAG Sinds 1 september 2005 behoudt de student die werkt in twee gevallen zijn recht op kinderbijslag: • tijdens het 3e kwartaal (juli, augustus en september) gelden geen beperkingen, ongeacht het statuut van de student (werknemer of zelfstandige) en ongeacht het type arbeidsovereenkomst; • tijdens het 1e, 2e en 4e kwartaal mag de student maximaal 240 uren per kwartaal werken, ongeacht zijn statuut (werknemer of zelfstandige) en ongeacht het type arbeidsovereenkomst. De beperking geldt dus ook voor jongeren tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten.

b) is de jobstudent nog ten laste van zijn ouders ?

Om nog fiscaal ten laste van zijn ouders te kunnen zijn, mag de student op jaarbasis maximaal volgende bedragen (aanslagjaar 2008, inkomsten 2007) verdienen : algemeen : • wanneer op hun loon volledige RSZ (13,07 %) ingehouden wordt : - als bediende : 3.824,92 EUR bruto - als arbeider : 3.871,48 EUR bruto • wanneer op hun loon beperkte RSZ ingehouden wordt : - tijdens zomer (2,5 %): 3.410,26 EUR bruto; - buiten zomer (4,5 %): 3.481,68 EUR bruto; • wanneer op hun loon geen RSZ ingehouden wordt : 3.325,00 EUR bruto; • netto-belastbaar: 2.660,00 EUR; als student met alleenstaande vader of moeder : • wanneer op hun loon volledige RSZ (13,07 %) ingehouden wordt : - als bediende : 5.521,68 EUR bruto - als arbeider : 5.588,91 EUR bruto • wanneer op hun loon beperkte RSZ ingehouden wordt : - tijdens zomer (2,5 %): 4.923,08 EUR bruto; - buiten zomer (4,5 %): 5.026,18 EUR bruto; • wanneer op hun loon geen RSZ ingehouden wordt : 4.800,00 EUR bruto; • netto-belastbaar: 3.840,00 EUR; als gehandicapte student met alleenstaande vader of moeder : • wanneer op hun loon volledige RSZ (13,07 %) ingehouden wordt : - als bediende : 7.002,76 EUR bruto - als arbeider : 7.088,02 EUR bruto • wanneer op hun loon beperkte RSZ ingehouden wordt : - tijdens zomer (2,5 %): 6.243,59 EUR bruto; - buiten zomer (4,5 %): 6.374,35 EUR bruto; • wanneer op hun loon geen RSZ ingehouden wordt : 6.087,50 EUR bruto; • netto-belastbaar: 4.780,00 EUR.

7. ARBEIDSONGEVALLEN Wanneer de werkgever reeds verzekeringsplichtig personeel in dienst heeft, hoeft er in principe geen uitbreiding van de arbeidsongevallenverzekering te gebeuren (toch checken bij uw verzekeraar). Werkt de werkgever daarentegen enkel met jobstudenten, dan moet er speciaal hiertoe een arbeidsongevallenverzekering gesloten worden.

8. ONMIDDELLIJKE AANGIFTE VAN TEWERKSTELLING (DIMONA) Sinds 1/1/03 moet elke werkgever de in- en uitdiensttreding van zijn personeel melden aan de RSZ. Deze verplichting bestaat eveneens bij tewerkstelling van studenten. U kunt als klant van Sociaal Bureau uw DIMONA via onze website doorgeven. Beschikt u nog niet over een userid, schrijf u dan in via www.sociaalbureau.be/registreren. Deze melding moet gebeuren vooraleer de student in dienst treedt en dient volgende gegevens te bevatten: • datum van in- en uitdiensttreding; • de vermelding dat het om een student gaat; • het INSZ-nummer van de student (terug te vinden in de rechterbovenhoek van de SIS-kaart van betrokkene); • de (eerste) plaats van tewerkstelling. Werkgevers die deze verplichting niet respecteren, riskeren aanzienlijke geldboetes.

Een juridisch correcte “gewone” personeelsorganisatie is al geen sinecure. Bij tewerkstelling van studenten komen er nog heel wat aandachtspunten bij. Hebt u verder nog vragen, dan kunt u uiteraard altijd terecht bij uw Sociaal Bureau. I

5


VOOR DE WERKGEVER

De jaarlijkse vakantie in 2007 IIII

Bike De Wolf Juridisch adviseur ADMB Studiedienst

De zonnige dagen waarvan we al volop konden genieten, doen velen dromen van de vakantieperiode die in het verschiet ligt. Uw medewerkers komen al wat vlugger aankloppen met de vraag op hoeveel vakantie ze dit jaar recht hebben en de berekening van het vakantiegeld staat voor de deur. We belichten voor u de voornaamste principes van de vakantiereglementering.

VERTREKVAKANTIEGELD

DUUR VAN DE VAKANTIE

Het vertrekvakantiegeld bedraagt 15,34% van het verdiende brutoloon. Tot en met 31.12.06 bedroeg het enkel vertrekvakantiegeld 8% en het dubbel vertrekvakantiegeld 7,34%. Vanaf 1.01.07 zijn deze percentages gewijzigd, nl. 7,67% enkel vertrekvakantiegeld en eveneens 7,67% dubbel vertrekvakantiegeld.

In de privésector wordt het recht op vakantie opgebouwd tijdens het voorgaande kalenderjaar, het vakantiedienstjaar. Het aantal betaalde vakantiedagen dat een werknemer in 2007 mag opnemen, hangt dus samen met zijn prestaties geleverd in 2006. Wie het volledig vakantiedienstjaar heeft gewerkt, heeft het jaar nadien (vakantiejaar) recht op 4 weken betaalde vakantie. Sommige afwezigheden (b.v. ziekte gedurende 1 jaar, moederschapsrust, ...) worden met effectieve prestaties gelijkgesteld. De werkgever hoeft het recht op vakantie voor een arbeider niet zelf te berekenen. Het aantal vakantiedagen wordt vermeld op de strook van de vakantiecheque en de werkgever kan deze gegevens ook terugvinden op de website van de Sociale Zekerheid (www.socialsecurity.be). Een bediende die werkt in het zesdagenstelsel heeft recht op 2 vakantiedagen per gepresteerde maand. Werkt hij in het vijfdagenstelsel, dan wordt het recht herleid. Ook wanneer in het vakantiejaar volgens een ander tewerkstellingsregime wordt gewerkt dan in het vakantiedienstjaar, moet het opgebouwde recht worden omgerekend.

VAKANTIEDAGEN De jaarlijkse vakantie moet worden opgenomen tijdens het lopende vakantiejaar. Het is niet toegelaten vakantiedagen over te dragen naar een volgend jaar. De jaarlijkse vakantie kan collectief worden vastgelegd, op sectoraal of op ondernemingsniveau. Indien de vakantie niet collectief werd vastgesteld, worden de vakantiedata bepaald in een individueel akkoord tussen de werkgever en de werknemer.

VAKANTIEGELD De werknemer heeft niet alleen recht op loon voor zijn vakantiedagen (enkel vakantiegeld), hij krijgt ook een toeslag in verhouding tot het opgebouwde recht (dubbel vakantiegeld), dus maximaal voor 4 weken.

Bij de uitdiensttreding van een bediende dient ook vakantiegeld te worden betaald. Het vertrekvakantiegeld vertegenwoordigt het recht op vakantie dat bij de huidige werkgever werd opgebouwd, maar nog niet werd opgenomen. De volgende werkgever van deze bediende betaalt eveneens vakantiegeld, maar zal dit reeds uitbetaalde vertrekvakantiegeld in mindering mogen brengen.

Sinds 1 januari 2007 wordt het enkel vertrekvakantiegeld als loon beschouwd en moet de werkgever socialezekerheidsbijdragen betalen. Voordien waren deze bijdragen verschuldigd door de werkgever waar de werknemer nadien bij aan de slag gaat. Op een deel van het dubbel vertrekvakantiegeld (6,8/7,67) moet de werkgever nog steeds 13,07% inhouden. Hierop zijn geen patronale bijdragen verschuldigd. Het overige dubbel vertrekvakantiegeld (0,87 / 7,67) is aan geen socialezekerheidsbijdragen onderworpen.

JEUGDVAKANTIE Een jeugdige werknemer die na zijn opleiding in dienst treedt van een werkgever, heeft het daaropvolgend jaar meestal geen recht op een volledige vakantie. De jeugdvakantieregeling wil de vlugge indiensttreding van jongeren aanmoedigen door deze werknemers een aanvullende vakantie toe te kennen. De jeugdvakantiedagen worden toegekend voor 4 weken, verminderd met de gewone betaalde vakantiedagen waarop de jongere recht heeft. De jeugdige werknemer ontvangt hiervoor van de RVA een jeugdvakantieuitkering. Om recht te hebben op jeugdvakantie, moet de jongere aan volgende voorwaarden cumulatief voldoen: • op 31 december van het vakantiedienstjaar de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben; • in de loop van het vakantiedienstjaar zijn studies, leertijd of opleiding beëindigd hebben en in dienst getreden zijn van een werkgever; • in de loop van het vakantiedienstjaar minimaal 1 maand (70 arbeidsuren) verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst; • gedurende de vakantie-uren werkloze zonder beroeps- of vervangingsinkomen zijn (b.v. ziekte-uitkering, moederschapsuitkering). Het recht op jeugdvakantie is eenmalig.

6

Het vakantiegeld voor een arbeider wordt betaald door de Rijkskas voor Jaarlijkse Vakantie of door het bevoegde vakantiefonds. De werkgever financiert het vakantiegeld via zijn socialezekerheidsbijdragen.

SENIORVAKANTIE

Het enkel vakantiegeld voor een bediende zit automatisch vervat in het brutoloon van de maand waarin de vakantiedag(en) worden opgenomen. Het dubbel vakantiegeld bedraagt 92% van het brutoloon van de maand waarin de bediende zijn hoofdvakantie opneemt, indien nodig geproratiseerd volgens de tewerkstelling gedurende het vakantiedienstjaar.

Oudere werknemers die na een periode van werkloosheid of invaliditeit de arbeid hervatten, hebben geen recht op een volledige vakantie. De seniorvakantieregeling wil de werkhervatting van ouderen aanmoedigen door ook deze werknemers een aanvullende vakantie toe te kennen. Net zoals de jeugdvakantie, geeft de seniorvakantie recht op bijkomende vakantie


tot maximaal 4 weken en op bijkomend vakantiegeld, de seniorvakantieuitkering.

voor oudere werknemers die in 2006 of in 2007 in dienst zijn getreden of het werk hebben hervat.

Om de seniorvakantie te bekomen, moet de werknemer aan volgende voorwaarden cumulatief voldoen: • tewerkgesteld zijn in een betrekking die onder het toepassingsgebied van de vakantiewetgeving privésector valt (dus geen zelfstandigen, overheid of onderwijs); • op 31 december van het vakantiedienstjaar de leeftijd van 50 jaar bereikt hebben; • omwille van volledige werkloosheid of invaliditeit (= na 1 jaar ziekte) in het vakantiedienstjaar geen recht hebben op 4 weken wettelijke vakantie; • gedurende de vakantie-uren werkloze zonder beroeps- of vervangingsinkomen zijn.

In tegenstelling tot de regeling van de jeugdvakantie, is het recht op seniorvakantie niet eenmalig. De oudere werknemer kan telkens hij aan de voorwaarden voldoet de seniorvakantie genieten.

Deze basisprincipes van de vakantiereglementering zijn niet altijd eenvoudigweg toe te passen. Denken we b.v. aan de bediende die (meermaals) wijzigt van arbeidsregime of die gedurende het vakantiedienstjaar arbeider was. 2007 is daarenboven een overgangsjaar ten gevolge van de wijzigingen die zijn ingegaan op 1 januari. Uw dossierbeheerder staat reeds klaar om u feilloos te begeleiden. I

Deze regeling is ingegaan op 1 januari 2007. In concreto betekent dit dat voor de eerste keer seniorvakantie kan worden genoten vanaf 2007 en dit

GENT ASSE BRUGGE DIKSMUIDE GENT IEPER KORTRIJK MECHELEN OOSTENDE ROESELARE TORHOUT VEURNE

Ottergemsesteenweg 439, 9000 Gent Gentsesteenweg 64, 1730 Asse Smedenstraat 3, 8000 Brugge Gasthuisstraat 1, 8600 Diksmuide Brabantdam 48, 9000 Gent R. Colaertplein 23, 8900 Ieper Reepkaai 2, 8500 Kortrijk Oude Brusselsestraat 8, 2800 Mechelen Ernest Feysplein 16, 8400 Oostende Noordstraat 47, 8800 Roeselare Burg 61 winkel 2, 8820 Torhout Duinkerkestraat 15, 8630 Veurne

Tel. 09 242 83 56 02 568 04 10 050 47 48 49 051 511 787 09 268 28 68 057 200 700 056 245 445 015 44 63 70 059 56 40 56 051 22 00 00 050 222 666 058 31 62 08

Fax 09 242 83 54 02 568 04 19 050 47 48 58 051 511 788 09 268 28 65 057 209 200 056 245 444 015 44 63 79 059 56 40 55 051 24 94 24 050 217 917 058 31 62 52

construct@constructinterim.be interim.asse@admb.be interim.brugge@admb.be interim.diksmuide@admb.be interim.gent@admb.be interim.ieper@admb.be interim.kortrijk@admb.be interim.mechelen@admb.be interim.oostende@admb.be interim.roeselare@admb.be interim.torhout@admb.be interim.veurne@admb.be

7


VOOR DE WERKGEVER

Memo voor de werkgever 1. OPZEGTERMIJNEN

3. MINIMUMLOON (vanaf 01.04.2007)

1.1. OPZEGTERMIJNEN WERKLIEDEN ALGEMEEN (vanaf 01.10.2000)*

Gemiddeld minimum maandinkomen voor sectoren die onder geen paritair comité vallen of geen eigen indexsysteem hebben.

ANCIËNNITEIT

- 6 maand* - 5 jaar -10 jaar -15 jaar -20 jaar 20 jaar en +

* ** *** ****

VOOROPZEG WERKGEVER WET**

CAO75 ***

VOOROPZEG INGANGSDATUM WERKNEMER ****

7 dagen 28 dagen 28 dagen 28 dagen 28 dagen 56 dagen

7 dagen 35 dagen 42 dagen 56 dagen 84 dagen 112 dagen

3 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 28 dagen

volg. kal.dag volg. maandag volg. maandag volg. maandag volg. maandag volg. maandag

Mits voorzien in het arbeidsreglement of in voorafgaand individueel akkoord. Indien geen sectorale afwijkende opzegtermijnen, doch wel sectorale werkzekerheids- of bestaanszekerheidsclausule. Indien geen sectorale afwijkende opzegtermijnen, werkzekerheids- of bestaanszekerheidsclausules. Indien geen sectorale afwijkende opzegtermijnen.

1.2. OPZEGTERMIJNEN BEDIENDEN (vanaf 01.01.2007) JAARBEZOLDIGING

ANCIËNNITEIT

VOOROPZEG WERKGEVER

VOOROPZEG WERKNEMER

TEGENOPZEG WERKNEMER

tot 28.093,00

- 5 jaar 5 à -10 j. 10 à -15 j. enz. per 5 j.

3 maand 6 maand 9 maand telkens + 3 m.

1 1/2 maand 3 maand 3 maand 3 maand

1 maand 1 maand 1 maand 1 maand

28.093,01 tot 56.187,00

volgens overeenkomst werkgever/ werknemer met minimum volgens termijnen -28.093,01 max. jaarbezoldiging 4 1/2maand

56.187,01 en+

idem *

max. 6 maand

LEEFTIJD

ANCIËNNITEIT

22 j. 21,5 j. 21 j. 20 j. 19 j. 18 j. 17 j. 16 j.

12 m. 6 m. 0 m. 0 m. 0 m. 0 m. 0 m. 0 m.

MAANDWEDDE

UURLOON 40 UREN

UURLOON 39 UREN

UURLOON 38 UREN

1.334,03 1.318,61 1.283,91 1.206,88 1.129,84 1.052,81 975,77 898,74

7,6964 7,6074 7,4072 6,9628 6,5183 6,0739 5,6295 5,1851

7,8937 7,8025 7,5971 7,1413 6,6855 6,2297 5,7738 5,3180

8,1014 8,0096 7,7971 7,3293 6,8614 6,3936 5,9258 5,4580

4. MINIMUMVERGOEDINGEN LEERCONTRACTEN GEMEENSCHAP

VLAAMSE

FRANSE

(vanaf 01.01.2007)

(vanaf 01.01.2007)

4e en 3e laatste jaar van de leertijd voorlaatste jaar van de leertijd laatste jaar van de leertijd vanaf 18-jarige leeftijd 1e jaar vanaf 18-jarige leeftijd 2e jaar vanaf 18-jarige leeftijd 3e jaar plafond waarboven verlies kinderbijslag (vanaf 01.10.2006)

269,01 358,68 448,36 358,68 403,53 448,36 452,76

215,39 287,19 373,35 215,39 287,19 373,35 452,76

5. SLUITING VAN ONDERNEMINGEN (vanaf 01.10.2006) Sluitingsvergoeding 133,89 (max.= 2677,80)

6. LOONGRENZEN SOCIALE UITKERINGEN (vanaf 01.10.2006) 2 maand max. 4 maand

Ingangsdatum de eerste dag van de eerstvolgende kalendermaand * Eventueel akkoord bij indiensttreding

2. LOOPTIJD PROEFBEDING 2.1. PROEFTERMIJNEN WERKLIEDEN

- min. 1 week - max. 2 weken (verbreking mogelijk zonder vooropzeg na 1e week) - verlengbaar met hoogstens 1 week schorsing 2.2. PROEFTERMIJNEN BEDIENDEN (VANAF 01.01.2007)

- min. 1 maand - max. 6 maand (tot 33.677,00 jaarloon) of 12 maand (boven 33.677,00 jaarloon) - beëindiging mogelijk via 1 week opzeg met einde ten vroegste op laatste dag 1e maand - onbeperkt verlengbaar door schorsing

werkloosheid ziekteverzekering brugpensioen cao (vanaf 01.01.2007) halftijds brugpensioen (vanaf 01.01.2007) collectief ontslag

1.778,73 2.792,68 3.253,42 1.626,71 2.791,67

7. WERKLOOSHEID : AANTAL TE BEWIJZEN DAGEN IN DE REFERTEPERIODE -36 jaar 36 tot 50 jaar boven 50 jaar

312 d. (18 m. vóór aanvraag) 468 d. (27 m. vóór aanvraag) 624 d. (36 m. vóór aanvraag)

8. LOONBESLAG OP NETTOLOON (vanaf 01.01.2007)(*) 0 - 923,00 923,01 - 992,00 992,01 - 1.094,00 1.094,01 - 1.197,00 boven 1.197,00

= nihil = 20% = 30% = 40% = onbeperkt

(= 13,80) (= 30,60)** (= 41,20)

* verhoogd met 57 EUR per kind ten laste ** n.v.t. indien uitsluitend vervangingsinkomen

9. EDUCATIEF VERLOF (vanaf 01.09.2006) 9.1. RECUPERATIE FOD WASO

15 euro per uur voor werknemers jonger dan 45 jaar 18 euro per uur voor werknemers vanaf 45 jaar 9.2. BETALING AAN WERKNEMER

2100 euro per maand algemeen 2500 euro per maand bepaalde beroepsafdelingen

10. VERGOEDINGEN NACHTARBEID (vanaf 01.10.2006) - uurtoeslag voor prestaties*

- beneden 50 jaar - vanaf 50 jaar - extra oplegvergoeding bovenop werkloosheid (01.01.2007)

MEER INFO BIJ UW SOCIAAL BUREAU

8

* indien sectorieel of in onderneming geen andere regeling

0,98 1,17 118,51


Einde cursusjaar... wat na de leertijd? IIII

Paul Jonckheere Syntra-Leersecretaris

Op 30 juni eindigt het cursusjaar. Concreet betekent dit dat de vergoedingen verhoogd worden vanaf 1 juli 2007. Voor het zover is, staat er nog heel wat op het programma. De leerlingen van het eerste en tweede jaar leertijd hebben overgangsexamens. Voor de laatstejaars is er naast het eindexamen maatschappijgerichte vorming en het examen theoretische beroepskennis ook nog de praktijkproef. Ter beoordeling van een externe jury moet de leerling aan de hand van een praktijkopdracht bewijzen dat hij/zij een volwaardig vakman is. Dit dient grondig voorbereid te worden. De patroonopleider is hierbij ter beschikking om de leerling te helpen bij die voorbereiding. Het einde van het cursusjaar is voor de lopende leerovereenkomsten ook een evaluatiemoment van de praktijkopleiding in het bedrijf. Patroon, ouders en leerling worden in de Syntra uitgenodigd om dit te bespreken. Leerkrachten, directie, CLB en de leersecretaris zijn daar ter beschikking. Laat dit moment niet voorbijgaan!! Tot slot moeten ook in die periode tijdig vakantie-afspraken en regelingen gebeuren.

WAT NA DE LEERTIJD?

STAGEOVEREENKOMST Sinds een vijftal jaren bestaat de stageovereenkomst als nieuwe opleidingsformule. Dit systeem toont veel gelijkenissen met de leertijd. Een cursist-stagiair volgt de lessen ondernemersopleiding in een Syntralesplaats en volgt zijn praktijkopleiding in een bedrijf. Hij moet voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht (18 jaar). De stageovereenkomst richt zich tot jongeren die voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht en die al of niet een vooropleiding hebben voor het beroep dat zij wensen aan te leren. De lessen Ondernemersopleiding in de Syntra worden meestal onder de vorm van avondlessen gegeven en lopen per cursusjaar over een periode van 32 lesweken. De totale cursus duurt 2 cursusjaren, in een aantal beroepen zijn dit 3 cursusjaren. Zij omvatten een cursus bedrijfsbeheer die gericht is op het specifieke commerciële-, financiële-, administratieve-, en personeelsbeleid. De cursussen beroepskennis zijn gericht op de technisch gerichte leerdoelen. De Leersecretaris is de begeleider tijdens de stageovereenkomst. Hij stelt het contract op en is de raadgever en de bemiddelaar voor beide partijen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paul Jonckheere op het telefoonnummer 050 47 41 31 Fax 050 47 45 99 en e-mail paul.jonckheere@syntravlaanderen.be Spreekuren: op afspraak: 0497 59 34 24 I

Leerlingen opleiden is een investering. Het vraagt tijd, energie en kosten. De leerlingen groeien mee in het bedrijf. Zij kennen als geen ander de specificiteit van de zaak. De opleiding gebeurt op maat van het bedrijf. Wanneer straks voor een aantal leerlingen de stageperiode afgelopen is, moet de vraag gesteld worden: wat nadien? Belangrijk hierbij is dat deze vraag tijdig gesteld en besproken wordt met leerlingen en/of ouders. Statistieken bewijzen het en uit ervaring weten we dat heel wat leerlingen kunnen blijven na hun leertijd. Die belangrijke investering, van leerling tot vakman, laat geen enkele bedrijfsleider graag verloren gaan. Daarenboven is technisch onderlegd personeel niet gemakkelijk te vinden en afgestudeerden uit beroepsscholen hebben dikwijls te weinig beroepservaring en werkattitude om direct met rendement te worden ingeschakeld. De loonkost is een beslissende factor. Uw Sociaal Bureau is altijd bereid een simulatie te maken wat die leerling zal kosten als werknemer. Daarenboven zijn er RSZ-verminderingen o.a. voor het aannemen van een eerste werknemer.

De nieuwe tewerkstellingsmaatregelen komen eraan.

Misschien komt de overheid voor een stuk tussen in uw volgende aanwerving ... Bestel daarom nu reeds de nieuwe brochure.

TEWERKSTELLINGSSTIMULANSEN 2007 Ondergetekende:

...................................................................................................................

Adres:

...................................................................................................................

Gemeente:

...................................................................................................................

Telefoon:

...................................................................................................................

Handtekening:

...................................................................................................................

NIEUWE LEEROVEREENKOMSTEN De nieuwe leerovereenkomsten kunnen starten vanaf 1 juli 2007. De voorwaarden voor de patroonopleider zijn : • 25 jaar zijn en • 5 jaar beroepservaring hebben, waarvan 2 jaar als zelfstandige.

bestelt de brochure “De tewerkstellingsstimulansen, versie 2007 in .................. ex. en schrijft hiertoe het bedrag van 23 euro x .................. ex. = .......................................... euro over

Het bedrijf zelf moet voldoen aan alle voorwaarden om een leerling te kunnen opleiden. Behoudens een aantal uitzonderingen (o.a. kleinhandel) dient de leerling 15 jaar te zijn en het 2e jaar secundair onderwijs te hebben beëindigd.

op rekening 471-5365221-57 van Kamodata. Bestellen via internet: www.admb.be/brochures

9


VOOR DE WERKGEVER

RSZ-bijdragen [vanaf 01.04.2007]* BIJDRAGEN PER WERKGEVERKENGETAL ken omschr 000 000 010 011 011 012 020 020 022 022 023 023 025 025 035 035 036 037 038 038 039 039 048* 048 049 051 051* 052* 052 055 057 057 057 058* 058 058 062 062 064 065 066 067 068 072 074 074 077 078 079 082 083 083 091 094 097 097 100 100 111 111 122 122 123 123 135 135 157

10

Gewoon Gewoon ANPKB wgs - geen bijdrage voor FSO en SFbed wgs - geen bijdrage voor FSO en SFbed WGs geen bijdrage voor FSO met fooien bezoldigden met fooien bezoldigden kinderdagverblijven kinderdagverblijven met fooien bezoldigden met fooien bezoldigden ziekenhuizen ziekenhuizen vrije beroepen vrije beroepen drukkerijen dienstboden kleding en confectie kleding en confectie huisbedienden huisbedienden voedingsnijverheid voedingsnijverheid wasserijen groenten- en fruitconserven (zonder fbz) groenten- en fruitconserven (zonder fbz) Groenten- en fruitconserven (met FBZ) Groenten- en fruitconserven (met FBZ) hout en stoffering handel in voedingswaren handel in voedingswaren admin bed handel in voedingswaren winkel bed bakkerijen bakkerijen winkel bed bakkerijen admin bed opvoedingsinstellingen opvoedingsinstellingen garagebedrijf koetswerk schoonmaak- en ontsmettingsbedrijven electriciëns taxi’s geneesheer-specialisten gesubsidieerd onderwijs gesubsidieerd onderwijs metaalhandel edele metalen recuperatie metalen terugwinning papier transport transport handel in brandstoffen onderhoud parken en tuinen erkende uitzendbureaus erkende uitzendbureaus zelfst, kleinhandel zelfst, kleinhandel ziekenhuizen - ibf ziekenhuizen - ibf medisch-sociale sector medisch-sociale sector kappersbedrijven kappersbedrijven Particuliere apotheek (nat,pers) Particuliere apotheek (nat,pers) levensmiddelenbedrijven

code

-10

+10

+20

495 015 495 015 495 015 015 495 495 015 015 495 015 495 015 495 015 045 015 495 015 495 015 495 015 495 015 015 495 015 015 495 495 015 495 495 015 495 015 015 015 015 015 495 015 495 015 015 015 015 495 015 015 015 015 495 015 495 015 495 015 495 495 015 495 015 015

33,08 39,08 32,98 38,82 32,82 38,82 38,81 32,81 32,72 38,72 39,08 33,08 38,72 32,72 38,82 32,82 40,38 24,53 42,38 33,81 38,82 32,82 41,53 33,38 40,73 33,18 40,93 41,53 33,38 54,13 39,58 33,18 33,08 41,03 32,58 32,88 38,72 32,72 42,53 42,63 56,28 55,35 40,23 21,13 39,28 32,57 42,63 41,78 41,19 39,78 33,38 46,73 61,25 50,28 38,72 32,72 39,08 33,18 38,72 32,72 38,72 32,72 48,9 56,2 32,72 38,72 39,58

34,77 40,77 34,67 40,51 34,51 40,51 40,5 34,5 34,41 40,41 40,77 34,77 40,41 34,41 40,51 34,51 42,72 26,13 44,07 35,5 40,51 34,51 43,22 35,07 42,42 34,87 42,62 43,22 35,07 55,82 41,27 34,87 34,77 42,72 34,27 34,57 40,41 34,41 44,22 44,32 57,97 57,04 41,92 21,13 40,97 34,26 44,32 43,47 42,88 41,47 35,07 48,42 62,94 51,97 40,41 34,41 40,77 34,87 40,41 34,41 40,41 34,41 50,59 57,89 34,41 40,41 41,27

34,82 40,82 34,72 40,51 34,51 40,51 40,5 34,5 34,41 40,41 40,82 34,82 40,41 34,41 40,51 34,51 42,77 26,13 44,12 35,55 40,51 34,51 43,27 35,12 42,47 34,92 42,67 43,27 35,12 55,87 41,32 34,92 34,82 42,77 34,32 34,72 40,41 34,41 44,27 44,37 58,02 57,09 41,97 21,13 40,97 34,26 44,37 43,52 42,93 41,52 35,12 48,47 62,99 52,02 40,41 34,41 40,82 35,32 40,41 34,41 40,41 34,41 50,64 57,94 34,41 40,41 41,32

157 193 194 200 200 211 211 235 235 262 262 311 311 322 322 330 330 335 335 911 911

levensmiddelenbedrijven landbouw tuinbouwbedrijf expeditiekantoren expeditiekantoren gezins- en bejaardenhulp gezins- en bejaardenhulp particuliere apotheek (bvba) particuliere apotheek (bvba) socio-culturele sector socio-culturele sector privé-ziekenhuizen (geen FSO) privé-ziekenhuizen (geen FSO) Kinderopvang Nederlandstalige sector Kinderopvang Nederlandstalige sector privé-rusthuizen (met FSO) privé-rusthuizen (met FSO) particuliere apotheken (vzw) particuliere apotheken (vzw) thuisverpleging thuisverpleging

495 015 015 015 495 015 495 495 015 015 495 015 495 015 495 015 495 015 495 495 015

33,58 49,43 51,38 38,98 33,38 38,82 32,82 32,98 38,98 38,82 32,82 38,72 32,72 38,72 32,72 38,98 32,98 38,72 32,72 32,82 38,82

35,27 51,12 53,07 40,67 35,07 40,51 34,51 34,67 40,67 40,51 34,51 40,41 34,41 40,41 34,41 40,67 34,67 40,41 34,41 34,51 40,51

35,32 51,17 53,12 40,72 35,12 40,51 34,51 34,72 40,72 40,51 34,51 40,41 34,41 40,41 34,41 40,72 34,72 40,41 34,41 34,51 40,51

53,75 53,75 53,75 53,75

53,94 53,94 53,94 53,94

53,99 53,99 53,99 53,99

41,61 35,61 41,87 35,87

41,61 35,61 41,92 35,92

* toe te voegen 1,18% sectoraal aanvullend pensioen (volledige bijdrage)

BOUW 024* bouw (ruwbouw) 026*** bouw (afwerkingsondernemingen) 044** bouw (bevloering) 054** bouwbedrijf (voegwerken)

015 015 015 015

* toe te voegen: 515 – ** toe te voegen: 505 – *** toe te voegen: 430

HORECA 016 horeca - zonder FSO 016 horeca - zonder FSO 017 horeca 017 horeca Horecabedrijven +50 wn’s verhogen met 0,05%

015 495 015 495

39,92 33,92 40,18 34,18

BASIS EN BIJZONDERE BIJDRAGEN BASISSECTOREN Pensioen Z.I. geneesk. verz. Z.I. uitkeringen Kinderbijslagen Werkloosheid Jaarlijkse vakantie Loonmatigingsbijdrage Beroepsziekte Arbeidsongevallen Educatief verlof Subtotaal BIJZONDERE BIJDRAGEN fso-basis -20 loonmatiging fso-basis >=20 loonmatiging fso-bijz. bijdrage loonmatiging vak 10+ Loonmatiging Werkgel. en vorming Ind.begeleid.plan Kinderopvang Tijd wlh & anc.toesl TOTAAL

-10 wn’s -20 wn’s >= 20 wn’s * gekende cijfers op datum van publicatie

WERKNEMER 7,50 3,55 1,15 0 0,87 0 0 0 0 0 13,07

ARBEIDER 8,86 3,80 2,35 7,00 1,46 6,00 7,48 1,00 0,30 0,04 38,29

BEDIENDE 8,86 3,80 2,35 7,00 1,46 0,00 7,48 1,00 0,30 0,04 32,29

809 809 809 809 810 810 857 855

859

0,25 0,01 0,29 0,02 0,22 0,01 1,60 0,09 0,10 0,05 0,05 0,10

0,25 0,01 0,29 0,02 0,22 0,01 1,60 0,09 0,10 0,05 0,05 0,10

13,07 13,07 13,07

39,08 40,77 40,82

33,08 34,77 34,82

Bovenstaande cijfers zijn ook raadpleegbaar via onze website onder de rubriek “e-news” “cijfers voor werkgevers”


Data [van 01.05.2007 tot 31.07.2007]

NA LOOPBAANONDERBREKING KOMT TIJDSKREDIET

IIII

Hieronder volgt de lijst van de data die u in aanmerking dient te nemen over de periode van 01.05.2007 tot en met 31.07.2007 in verband met het vervullen van de sociale verplichtingen.

De volledig herwerkte brochure behandelt de nieuwe regeling.

We herinneren er aan dat de opgegeven data deze zijn waarop het betrokken organisme in het bezit moet zijn van het vereiste aangifteformulier en/of van de storting. Het betreft hier dus niet de data waarop u nog tijdig de verzending of storting kunt doen.

HET TIJDSKREDIET

Uitermate nuttige lectuur voor bedrijfsleiders met personeel. Bestel daarom nu reeds een exemplaar.

Ondergetekende:

...........................................................................................................

Adres:

...........................................................................................................

Gemeente:

...........................................................................................................

Telefoon:

...........................................................................................................

Handtekening:

...........................................................................................................

HUISPERSONEEL 31.07.07

Inzenden van de aangifte over het 2e kwartaal 2007 en storten van de bijdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Victor Hortaplein 11, 1060 BRUSSEL postrek. 679-0261811-08

Bestelt de brochure “Het Tijdskrediet”, mei 2007 in .............................. ex. en schrijft hiertoe het bedrag van

15.05.07

April 2007 wanneer het bedrag van de totale BV over 2006 € 31.960,00 of meer bedroeg

15.06.07

Mei 2007 wanneer het bedrag van de totale BV over 2006 € 31.960,00 of meer bedroeg

13.07.07

a. Juni 2007 wanneer het bedrag van de totale BV over 2006 € 31.960,00 of meer bedroeg b . Tweede kwartaal 2007 wanneer het bedrag van de totale BV minder dan € 31.960,00 of meer bedroeg

SOCIALE ZEKERHEID 04.05.07

Eerste provisionele storting voor het 2e kwartaal 2007. (30% van de bijdragen RSZ over het 4e kwartaal 2006)

05.06.07

Tweede provisionele storting voor het 2e kwartaal 2007. (30% van de bijdragen RSZ over het 4e kwartaal 2006)

05.07.07

Derde provisionele storting voor het 2e kwartaal 2007. (25% van de bijdragen RSZ over het 4e kwartaal 2006)

OPMERKING :

de bedoelde provisionele stortingen moeten verricht worden door de werkgevers die in het voorgaande kwartaal meer dan € 6.197,34 RSZ-bijdragen verschuldigd waren. 31.07.07 a) Indienen van de aangifte over het tweede kwartaal 2007. b) Storten van het saldo van de bijdragen over het tweede kwartaal 2007, wanneer provisionele stortingen verricht worden. c) Storten van de bijdragen over het tweede kwartaal 2007, wanneer geen provisionele stortingen verricht worden.

23 euro x .............................. ex. = ............................................................ euro over op rekening 471-5365221-57 van Kamodata. Bestellen kan via onze website op: www.admb.be/brochures

BEDRIJFSVOORHEFFING

Opgelet: Nieuwe index vanaf 2006 Vanaf 1998: op basis 1996 = 100 Vanaf 2006: op basis 2004 = 100

Index maand jan. febr. maart april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec.

*1 115,88 116,66 117,41 117,68 117,85 118,21 118,92 119,03 119,17 118,95 118,92 118,90

index ‘05 *G *G.4 114,68 114,48 115,28 114,67 115,90 115,03 115,87 115,43 116,09 115,79 116,29 116,04 116,76 116,25 116,78 116,48 116,65 116,62 116,46 116,66 116,82 116,68 116,91 116,71

*1 103,48 103,93 103,89 104,40 104,79 104,77 105,13 105,26 104,96 104,75 105,01 105,15

index ‘06 *G *G.4 102,82 102,66 103,31 102,89 103,23 103,03 103,60 103,24 103,95 103,52 103,93 103,68 104,25 103,93 104,38 104,13 104,36 104,23 104,32 104,33 104,58 104,41 104,68 104,49

*1 105,20 105,77 105,78 106,26

index ‘07 *G *G.4 104,68 104,49 105,46 104,91 105,23 105,07 105,58 105,30

*1 = index consumptieprijzen *G = gezondheidsindex *G.4= viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex = basis voor loonindexatie Omschakelingsvoeten voor overgang van het ene indexcijfer naar het andere. oude index *1 x 0,8701 = nieuwe index *1 nieuwe index *1 x 1,1493 = oude index *1 oude index *G en *G.4 x 0,8790 = nieuwe index *G en *G4 nieuwe index *G en *G.4 x 1,1377 = oude index *G en *G4

11


PREVENTIE EN BESCHERMING

Werken bij warmte neem tijdig maatregelen! IIII

Georges Van De Maele Veiligheidsdeskundige niveau 1 Verantwoordelijke Documentatiedienst Provikmo

Zomerperiode: voor de meeste mensen een periode waarin vakantieplannen gemaakt worden. En maar hopen dat dit jaar het weer wel zal meevallen. Nochtans zijn er nu reeds warme dagen in aantocht waarop wij zullen moeten werken. Meestal zijn die wel eerder beperkt in aantal. Wanneer warmte van klimatologische oorsprong echter samengaat met warme werkomstandigheden (bakkerij, keuken, wasserij,...) dan kunnen die dagen zwaar vallen. Een aantal voorzorgsmaatregelen zijn dan ook noodzakelijk.

WAT ZEGT DE WETGEVING? In het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming zijn maximumtemperaturen opgenomen vanaf wanneer er sprake is van hinder te wijten aan warmte. Bij die temperaturen dienen wij rekening te houden met de zwaarte van het werk (hoe zwaarder het werk, hoe lager die maximumtemperatuur komt te liggen). Licht werk (kantoorwerk; huishoudelijk werk) max. 30°C Halfzwaar werk (bv. schilderen; schrijnwerk; schoonmaak) max. 26,7°C Zwaar werk (bv. metselen; lassen; smeedwerk) max. 25°C Let wel: voor het opmeten van de maximum temperatuur géén gebruik maken van een gewone thermometer! Het opmeten dient te gebeuren met een vochtige globethermometer of met een methode die toelaat de effectieve temperatuur te bepalen.

MOEDERSCHAPSBESCHERMING Het is verboden zwangere werkneemsters bloot te stellen aan omgevingswarmte boven 30°C. Blootstelling aan lagere temperaturen dient geëvalueerd te worden naar gezondheidsrisico’s door de werkgever in samenwerking met de arbeidsgeneesheer en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.

WAT ZIJN AANGEPASTE FRISDRANKEN? Om bij warmte vochtverlies door transpiratie te compenseren, is het noodzakelijk om geregeld een kleine hoeveelheid (150 à 200 ml) te drinken. Water is het meest geschikt. Meer en meer zien wij het gebruik van drinkfonteinen met ingebouwde koeling, aangesloten op het drinkwaternet of met verwisselbare bussen bronwater. De aanbevolen temperatuur van het water ligt tussen de 10°C en 15°C. Water uit de koelkast (3 à 4 °C) is af te raden. Koude thee of niet bruisende limonade is eveneens geschikt. Uiteraard geen alcoholische dranken !

WELKE MAATREGELEN KUNNEN WIJ NEMEN BIJ WERKEN IN WARME OMGEVING? De bedoeling is niet alleen om elk risico voor de gezondheid te elimineren maar ook om zoveel mogelijk comfortabele arbeidsomstandigheden te benaderen. Verminderen van de warmteaanbreng van buiten

TE NEMEN MAATREGELEN BIJ OVERSCHRIJDING VAN DE MAXIMUMTEMPERATUUR Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming schrijft volgende maatregelen voor: • De werknemers blootgesteld aan rechtstreekse zonnestraling beschikken over persoonlijke (bv. een hoofddeksel) of collectieve beschermingsmiddelen (bv. een afdakje). • De werkgever zorgt ervoor dat er gepaste frisdranken verstrekt worden overeenkomstig het advies van de arbeidsgeneesheer. • Binnen een termijn van 48 uur na het vaststellen van de hinder installeert de werkgever in de werklokalen kunstmatige verluchting. Indien na dit tijdsverloop de hinder voortduurt, dient de werkgever over te gaan op een systeem van beperkte aanwezigheidstijd op de werkpost afgewisseld met rusttijden ter plaatse of in een ontspanningslokaal waar de effectieve temperatuur lager ligt dan 30°C. Wanneer de overmatige warmte te wijten is aan het samenvallen van technologische en klimatologische factoren vervalt die aanpassingsperiode van 48 uur.

• De zonnestralen zoveel mogelijk buiten houden door gebruik te maken van zonnewering aan de buitenkant van het gebouw (zonnegordijnen; luifels). • Thermische isolatie van daken of wanden. • Terugkaatsen van de zonnestralen door gebruik te maken van licht gekleurde materialen (bedekken met aluminium; koepels wit kalken). • Afkoelen van daken door ze te besproeien met water. Algemene ventilatie

• Zorgen voor een actief ventilatiesysteem (de lucht bij voorkeur toevoeren in de werkzone en afvoeren hoger of in het dak). • Wel opletten dat de luchtsnelheid op de arbeidspost niet te hoog is. De maximum luchtsnelheid mag een bepaalde waarde niet overschrijden die afhangt van de aard van het werk (voor zittend werk zeker niet meer dan 0,5 m per seconde). • Er ook op letten dat de temperatuur van de ingeblazen lucht zoveel mogelijk overeenstemt met de comfortgrens (geen te koude luchtstroom rechtstreeks naar de arbeidspost toe). Verminderen van de warmte afkomstig van de werkplaats zelf

ROL VAN UW ARBEIDSGENEESHEER De arbeidsgeneesheer bepaalt welke maatregelen moeten genomen worden om een juiste acclimatisering van de werknemer aan de warmte te verzekeren. Hij/zij dient een voorafgaand advies te geven aangaande de keuze en het gebruik van collectieve of persoonlijke beschermingsmiddelen. Hetzelfde geldt voor het toepassen van het systeem met de rusttijden. Verder licht de arbeidsgeneesheer de werknemers in over de aard van de dranken die de onderneming dient ter beschikking te stellen.

12

• Warmtebronnen zoals ovens, branders, stoomleidingen,... thermisch isoleren. • Dampen van warme baden opvangen aan de bron en naar buiten afvoeren. • Verminderen van de straling van warme oppervlakken door ze te bekleden met een glad en blinkend oppervlak. • Het plaatsen van een weerkaatsend scherm (bv. aluminiumplaat) tussen de warmtebron en de werkpost. Aangepaste kledij

• Het basisprincipe is lichtere en minder isolerende kledij dragen.


• Er wel op letten dat de kledij nog voldoende bescherming biedt voor het uit te voeren werk (rekening houden met chemische en mechanische risico’s).

regionaal PROVIKMO-kantoor is een basisset meettoestellen aanwezig om de eerste vaststelling te doen. Verder is er een systeem uitgewerkt voor dringende klimaatmetingen, bv. naar aanleiding van klachten van uw personeel.

Organisatorische maatregelen

• Bij de planning van de werken rekening houden met de dag- en seizoenschommelingen van het klimaat (zwaar werk uitvoeren bij de laagste temperaturen, bv. ‘s morgens vroeg of in de winterperiode). • Het uurrooster van het personeel aanpassen tijdens een warme periode (‘s morgens vroeger beginnen en kort na de middag stoppen). • Aangepaste planning van de werkzaamheden die gedurende het warme seizoen buiten plaatsvinden. • Invoeren van korte rustpauzen wanneer in de hitte gewerkt wordt. • Verminderen van de arbeidsbelasting (gebruik van mechanische hulpmiddelen). Hoe te hoge temperaturen vaststellen?

Zoals reeds vermeld kan warmtebelasting niet opgemeten worden met een gewone droge thermometer. PROVIKMO beschikt over een ruim assortiment meetapparatuur om hinder door warmte vast te stellen. In elk

Naast vochtige globethermometers beschikt PROVIKMO over meer complexe apparatuur om alle klimaatparameters in detail op te meten met registratie in functie van de tijd. Afhankelijk van de toepassing (werken in een omgeving met hittebelasting of onder meer gematigde klimaatsomstandigheden) gebeurt een aangepaste softwarematige verwerking van de opgemeten waarden. Voor die meetmogelijkheid neemt u best contact op met onze afdeling risicobeheersing op volgende coördinaten:

PROVIKMO vzw Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk Dirk Martensstraat 26/1 - 8200 Brugge Tel. 050 47 47 81 - Fax 050 47 47 98 E-mail risicobeheersing@provikmo.be - www.provikmo.be I

VEKMO

De integrale milieuvoorwaarden IIII

Bart Decraemer Afdelingshoofd VEKMO Milieu

Het systeem van de integrale milieuvoorwaarden is van start gegaan. Wat verandert er voor uw zaak? En is dit systeem zo ideaal als door sommigen wordt aangeprezen ? Na een lange weg van onderhandelen en voorbereiding werd in september vorig jaar het besluit inzake integrale voorwaarden goedgekeurd. Het besluit werd op 1 februari effectief van kracht en beoogt een vereenvoudiging van de milieuwetgeving. Het systeem houdt in dat welomschreven standaardinrichtingen in de toekomst zouden volstaan met een melding klasse 3. Daarbij wordt dan een eveneens goed omschreven pakket milieuvoorwaarden opgelegd, zodat een zoektocht in het labyrint van VLAREM II tot het verleden behoort. Voorlopig is dit principe uitgewerkt voor standaard garages en standaard schrijnwerkerijen. Indien zij met hun activiteit volledig binnen de omschrijving van de nieuwe rubrieken 15.5 of 19.8 vallen, kunnen zij van het systeem gebruik maken. Tot hiertoe alleen positief nieuws dus. De discussie start daar waar bedrijven, die bijvoorbeeld een werkplaats hebben voor het onderhoud van het wagenpark, ook nog andere ingedeelde activiteiten uitoefenen. Volgens de toelichting van de administratie kan in dat geval geen gebruik gemaakt worden van de specifieke standaard rubriek. Tenminste, niet indien de verschillende activiteiten technisch of functioneel aan elkaar gelinkt zijn. En precies dit laat ruimte voor discussie. Een garage met een grondwaterwinning welke gebruikt wordt voor het wassen van de voertuigen, zou de standaard rubriek 15.5 niet mogen gebruiken. Deze voorziet immers geen winning van grondwater, en in dit geval zijn beide activiteiten aan elkaar gelinkt.

Een metaalconstructiebedrijf anderzijds dat ook een kleine werkplaats heeft voor onderhoud van eigen voertuigen, zou wel de standaardrubriek kunnen gebruiken vermits beide activiteiten van elkaar te onderscheiden zijn. Moeilijker wordt het wanneer een transportbedrijf, dat een ingedeelde opslag van papier heeft voor de klant, in hetzelfde gebouw onderhoud doet van het vrachtwagenpark bestemd voor transport van dit papier. Zijn deze activiteiten aan elkaar gelinkt, of niet ? Interpretatie van dit soort situaties zal moeten duidelijk maken wat onder de functionele of technische link verstaan wordt. Wat moet u nu doen indien uw garage of schrijnwerkerij volledig onder de standaardomschrijving valt en dus enkel deze rubriek van toepassing is? In dat geval wordt u vanaf 1 februari als louter meldingplichtig aanzien. U dient dan wel tegen 1 augustus een nieuw situeringsplan van minstens schaal 1/1000 aan de bevoegde overheid te bezorgen. Vermits de standaardomschrijving rekening houdt met de zone waarin uw bedrijf gelegen is, moet dit plan ook aantonen in welke zone volgens het gewestplan u zich bevindt. Naast de vermelde rubrieken 15.5 en 19.8 werden ook heel wat andere rubrieken van de indelingslijst van VLAREM gewijzigd. Deze indelingslijst bepaalt welk type vergunning u nodig heeft voor uw activiteiten. Algemeen wordt meer rekening gehouden met de zone waarin u zich bevindt, of wordt meer specifiek een indeling gemaakt op basis van het werkelijk risico op milieuhinder. We komen hier in een volgend artikel graag op terug.

Meer info ? Aarzel niet contact op te nemen met een medewerker van de afdeling milieu. Wij helpen u graag verder. Tel. 050 47 47 11 of 016 22 89 58 - info@vekmo.be

13


ADMB INTERIM

Een ADMB Interim-kantoor in uw bedrijf? IIII

Koen Collier Regioverantwoordelijke Brugge-Oostende-Torhout

• Heeft uw onderneming doorlopend werk voor een grote groep uitzendkrachten? Dan kan een volwaardig kantoor van ADMB Interim in uw bedrijf garant staan voor de meest flexibele tewerkstelling. Onze consulent(e) staat in voor gespecialiseerde hr - dienstverlening op maat van uw bedrijf. Dit gebeurt vanuit een lokaal in uw onderneming. Onze dienstverlening is volledig afgestemd op maat van uw bedrijf/bedrijfsnoden.

• •

•

PRAKTISCHE REGELING Onze ADMB Interim consulent(e) is voltijds of deeltijds, permanent of seizoensgebonden, aanwezig en neemt het volledige beheer van uw uitzendkrachten over. Op deze manier weet u dat uw eigen medewerkers zich kunnen concentreren op hun kerntaken en dat zij voor elke vraag snel en efficiĂŤnt zullen geholpen worden door hun vertrouwde ADMB-contactpersoon.

VOORDELEN • Vinger aan de pols: onze consulent(e) ter plaatse kent uw bedrijf en de mensen, de sfeer, werkmethodes. Zo weet hij/zij perfect welke functies

in welke afdeling(en) ingevuld dienen te worden door welk type uitzendkrachten. Pro - actief: de consulent(e) kent uw productieplanning/personeelsbehoefte en kan dan ook perfect anticiperen op drukke periodes. Openstaande vacatures: zowel arbeiders als bedienden worden sneller ingevuld. Geen administratieve rompslomp: ADMB Interim regelt het volledige uitzendgebeuren van A tot Z (vb: uurregistratie, sociale documenten, etc...). Tijdswinst voor uw eigen onderneming: (vb: ontvangst en opstart uitzendkrachten, veiligheidsintroductie, etc...).

RECENTE ONTWIKKELINGEN “Begin maart heeft een klant van ons kantoor Torhout beslist om met ADMB Interim in zee te gaan voor een parttime inhuis-constructie. Onze consulente Barbara Cloet die reeds het aanspreekpunt was binnen ons kantoor voor deze klant zal onze inhuis-constructie deeltijds be’mannen’. Na een aantal opeenvolgende piekmomenten, het groeiend aantal uitzendkrachten en de extra belasting dat dit betekende voor de ploegleiders van onze klant, gingen we over tot het opstarten van een inhuis-constructie�, besluit Koen Collier - Regioverantwoordelijke ADMB Interim, Burg 61, 8820 Torhout, tel 050 222 666.

,#$ 4QBSFO FO #FMFHHFO

4PNT XPV V EBU V NFU ,#$ PWFS VX CFMFHHJOHFO IBE HFQSBBU #JK ,#$ IPFGU V OJFU XBLLFS UF MJHHFO WBO VX CFMFHHJOHFO &FO QFSTPPOMJKLF BEWJTFVS 4QBSFO FO #FMFHHFO NBBLU V XFHXJKT FO HFFGU BEWJFT PQ NBBU WBO VX WFSNPHFO FO QSPGJFM 6 LJFTU WPPS HSPOEJHF BOBMZTFT NFU QFSNBOFOU BEWJFT 0G V HBBU WPPS FFO WPMMFEJH CFIFFS ,JFTU V EBBSCJK WPPS EF VOJFLF GPSNVMF NFU LBQJUBBMCFTDIFSNJOH PQ VX IFMF QPSUFGFVJMMF EBO JT VX HFME PQUJNBBM CFWFJMJHE (B TOFM MBOHT CJK EF BEWJTFVS 4QBSFO FO #FMFHHFO JO FFO ,#$ CBOLLBOUPPS JO VX CVVSU 8BOU QSBUFO XFSLU ;FLFS BMT IFU PWFS VX CFMFHHJOHFO HBBU .FFS JOGPSNBUJF 4VSG OBBS XXX LCD CF CFMFHHFO

14


IBO Interim als goedkoper alternatief IBO INTERIM BEWIJST ZIJN SUCCES IIII

De rekrutering van geschoold personeel blijft ook op vandaag nog steeds een heikel punt. Een rondvraag bij de collega’s van ADMB Interim leert ons echter dat steeds meer werkgevers zelf bereid zijn tot een intense opleiding van gemotiveerde krachten om die vacatures in te vullen. IBO Interim kan dan een aantrekkelijke mogelijkheid naast de klassieke rekrutering via onze uitzendkantoren betekenen.

meer zijn waarde. Bovendien besparen we onze klanten heel veel tijd door de administratieve molen volledig voor onze rekening te nemen’, aldus Angélique Vantroys.

Wenst u vrijblijvend meer info over IBO Interim? Neem dan gerust contact met het ADMB kantoor in uw buurt. Onze collega’s komen graag langs met een woordje uitleg of bezorgen u een brochure voorzien van de nodige tekst en uitleg! I

IBO Interim is een recente uitbreiding van het klassieke IBO systeem gericht op een duurzame tewerkstelling van kansengroepen. Als werkgever betaal je gedurende de opleiding enkel een productiviteitsvergoeding bovenop de uitkering van de VDAB. Als werknemer krijg je uiteraard een nieuwe kans op de arbeidsmarkt en leer je in beperkte tijd een nieuwe job zonder dat deze opleiding financiële gevolgen heeft. ‘Onze eerste ervaringen met dit nieuwe rekruteringskanaal zijn positief. We stellen immers steeds meer en meer vast dat werkgevers heel ver willen gaan in de zoektocht naar goed personeel. Iemand zelf opleiden aan een specifieke werkpost kan betekenen dat die moeilijk invulbare vacature eindelijk van de agenda verdwijnt op de volgende personeelsvergadering. Vreemd genoeg moeten we ook opmerken dat er geen onderscheid kan gemaakt worden tussen de KMO en de grotere bedrijven naar gebruik van IBO Interim. De sleutel tot succes zit hem in de bereidwilligheid die een werkgever aan de dag wil leggen om een goeie opleiding te voorzien. En uiteraard een kandidaat die de nodige inspanningen levert om snel de nodige zaken op te pikken. En precies daar kan ADMB u bijtreden. Vanuit onze expertise staan wij bedrijven bij in de uitbouw van een goeie opleiding en kunnen wij, indien de werkgever daarom vraagt, vanuit onze databanken de juiste kandidaten naar voor schuiven.

Bent u voorbereid voor de zomermaanden? Reserveer nu uw jobstudenten! Voorziet u deze zomer drukke maanden? Vertrekt uw personeel massaal op vakantie? Een piek die moet worden opgevangen? Wij beschikken over tal van gemotiveerde studenten die nu reeds op zoek zijn naar vakantiewerk. Maak daarom tijdig uw planning en reserveer nu reeds uw studenten om een zorgeloze zomer in te gaan. Wenst u uw studenten liever niet uit te besteden? Dan maken wij u graag wegwijs in de wereld van de studentenwetgeving! Contacteer snel een ADMB kantoor in uw buurt voor meer info.

Een garantie op succes is er uiteraard nooit, ieder systeem heeft nu eenmaal zijn beperkingen, maar dit ‘goedkoop alternatief’ bewijst meer en

ASSE BRUGGE DIKSMUIDE GENT IEPER KORTRIJK MECHELEN OOSTENDE ROESELARE TORHOUT VEURNE

Gentsesteenweg 64, 1730 Asse Smedenstraat 3, 8000 Brugge Gasthuisstraat 1, 8600 Diksmuide Brabantdam 48, 9000 Gent R. Colaertplein 23, 8900 Ieper Reepkaai 2, 8500 Kortrijk Oude Brusselsestraat 8, 2800 Mechelen Ernest Feysplein 16, 8400 Oostende Noordstraat 47, 8800 Roeselare Burg 61 winkel 2, 8820 Torhout Duinkerkestraat 15, 8630 Veurne

Tel. 02 568 04 10 050 47 48 49 051 511 787 09 268 28 68 057 200 700 056 245 445 015 44 63 70 059 56 40 56 051 22 00 00 050 222 666 058 31 62 08

Fax 02 568 04 19 050 47 48 58 051 511 788 09 268 28 65 057 209 200 056 245 444 015 44 63 79 059 56 40 55 051 24 94 24 050 217 917 058 31 62 52

interim.asse@admb.be interim.brugge@admb.be interim.diksmuide@admb.be interim.gent@admb.be interim.ieper@admb.be interim.kortrijk@admb.be interim.mechelen@admb.be interim.oostende@admb.be interim.roeselare@admb.be interim.torhout@admb.be interim.veurne@admb.be

15


ADMBEELD

Opening nieuw ADMB gebouw te Brugge IIII

Aan de Jan Breydellaan in Sint-Andries werden op 13 april 2007 de nieuwe kantoren van ADMB Brugge geopend. Dat gebeurde door burgemeester Patrick Moenaert in aanwezigheid van meer dan 320 genodigden. Er was vooraf mogelijkheid een bezoek te brengen aan de verschillende diensten. In de nieuwe kantoren zullen 60 ADMB medewerkers werken.

16

foto’s : JJ Soenen


Ontbijtsessies rond internationale tewerkstelling door ADMB School IIII

ADMB School organiseerde op diverse locaties (Brugge, Gent, Zemst en Asse) drukbijgewoonde ontbijtsessies rond internationale tewerkstelling. Zij die er maar niet genoeg van kregen, konden op 16 maart laatstleden in Gent zelfs een volledige studiedag over het onderwerp volgen. Hierbij wat sfeerbeelden.

Introductiedag IIII

Zesentwintig recente aanwinsten gaven donderdag 15 maart op de hoofdzetel present naar aanleiding van de introductiedag. Naast Sociaal Bureau en Provikmo, was dit keer ook ADMB kinderbijslagfonds talrijk vertegenwoordigd. Ook VEKMO, ADMB Select, ADMB Verzekeringen, ADMB International en ADMB Interim verwelkomden de voorbije drie maanden heel wat nieuwe collega’s. ADMB wenst alle nieuwkomers nogmaals veel succes!

17


KINDERBIJSLAG KINDERBIJSLAG

Kinderbijslag voor alleenstaanden IIII

WAT? De kinderbijslag vanaf 1 mei 2007, die betaald wordt begin juni 2007, wordt verhoogd met € 20 per kind als je voldoet aan volgende voorwaarden: • alleenstaande met een inkomen van maximum € 1.740,15 bruto per maand, • die geen toeslag voor werklozen, zieken, invaliden of gepensioneerden ontvangt, • of geen verhoogde kinderbijslag voor wezen ontvangt. Aan alleenstaanden die wel de toeslag voor werklozen, zieken, invaliden of gepensioneerden ontvangen wordt de € 20 toegekend vanaf het derde kind. De bedragen kunt u nalezen op het overzicht op bladzijde 19.

Een partner is de persoon waarmee men een gezin vormt. De wet gaat er van uit dat men een gezin vormt als men: • op het zelfde adres woont; • geen bloed- of aanverwant van elkaar is tot en met de derde graad ((groot)ouders, (klein)kinderen, broers, zusters, ooms en tantes worden buiten beschouwing gelaten); • samen het huishouden regelt en daartoe elk financieel bijdraagt. Als men een gezin vormt heeft men dus geen recht op de kinderbijslag voor alleenstaanden. Het geslacht van de persoon waarmee men gehuwd is of een gezin vormt heeft geen enkel belang.

WELKE INKOMSTEN TELLEN MEE? WIE IS ALLEENSTAANDE? Men is alleenstaande als men niet samenwoont met een echtgenoot of partner.

• Alle lonen en alle inkomsten als zelfstandige. • Alle uitkeringen van de werkloosheid, van de ziekteverzekering, voor arbeidsongevallen, voor gehandicapten, leefloon, ... • Alle pensioenen en renten. • Inkomsten uit PWA-cheques en dienstencheques.

VOOR WELKE PERIODE WORDT DE TOESLAG BETAALD?

KINDERBIJSLAGTOESLAG VOOR ALLEENSTAANDEN In te vullen door diegene die de kinderbijslag ontvangt Mijn dossiernummer ................................................................................................................... (zie mededeling boven de adresgegevens of op laatste betaling) Ik ondergetekende ( naam en voornaam) .................................................................................................................................................................

Geboren op ....... /....... /.........

Rijksnummer ................................................................

wonende te ...................................................................................................................................... ❏ woon alleen met de kinderen (aankruisen wat past) of ❏ woon samen met mijn echtgenoot of vorm een gezin en ❏ het maandelijks bruto inkomen is maximum € 1.740,15 (aankruisen wat past) of ❏ het maandelijks bruto inkomen is hoger dan € 1.740,15 gedurende de laatste maand. Datum:.............................................

Handtekening: ....................................................

Vanaf de kinderbijslag van de maand mei 2007 wordt de toeslag betaald zo lang men voldoet aan de voorwaarden. Het recht wordt wel bepaald per kwartaal. Het niet voldoen aan de voorwaarden gedurende bijvoorbeeld één maand doet je de toeslag niet verliezen. Indien men anderzijds gedurende één maand wel voldoet aan de voorwaarden, dan kan men de toeslag krijgen voor minstens één kwartaal. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de inkomsten gedurende een korte periode dalen wegens tijdelijke werkloosheid of ziekte.

WAT MOET IK DOEN OM DE TOESLAG UITBETAALD TE KRIJGEN? Ons kinderbijslagfonds heeft op basis van de gegevens die in ons bezit zijn een brief gestuurd aan alle bijslagtrekkenden waarvan wij menen dat zij voldoen aan de voorwaarden. Bij deze brief is een verklaring gevoegd die men ingevuld en ondertekend moet terugsturen. Pas wanneer wij deze verklaring ontvangen, kunnen wij nagaan of er recht bestaat op de toeslag en eventueel de toeslag uitbetalen. Bijslagtrekkenden die menen in aanmerking te komen voor de toeslag maar tot op heden nog geen brief ontvangen hebben, kunnen de op deze bladzijde afgedrukte verklaring gebruiken. Bijslagtrekkenden die recht hebben op de toeslag zullen op geregelde tijdstippen een brief toegestuurd krijgen om te bevestigen dat zij verder aan de voorwaarden voldoen. Bijslagtrekkenden die reeds het bijslagsupplement voor werklozen, zieken, invaliden of gepensioneerde ontvangen, moeten deze verklaring niet invullen. Wij zijn reeds in het bezit van uw inkomsten. I

18


Bedragen gezinsbijslag werknemers [vanaf 01.05.2007] I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1a. Gewone kinderbijslag 1e kind ......................................................................................... 78,59 2e kind ....................................................................................... 145,43 3e kind en elk der volgende......................................................... 217,13 1b. Gewone kinderbijslag voor éénoudergezinnen 1e kind ......................................................................................... 98,59 2e kind ....................................................................................... 165,43 3e kind en elk der volgende......................................................... 237,13 2. Wezen (1) per weeskind ............................................................................ 301,92 3. Forfaitaire kinderbijslag voor kinderen geplaatst bij een particulier per geplaatst kind ....................................................................... 52,74 4. Kinderbijslag + sociale toeslag voor kinderen van invalide werknemers (2) 1e kind ..................................................................................... 2e kind ..................................................................................... 3e kind en elk der volgende ....................................................... 3e kind en elk der volgende in éénoudergezinnen ......................

164,67 170,23 221,48 241,48

kind van 12 tot 18 jaar ................................................................ 20,85 kind dat eerste rang wordt ter vervanging van een ander kind, vanaf 6 jaar ......................................................... 27,30 KINDEREN GEBOREN VOOR 1 JANUARI 1991

kinderen geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990, jonger dan 18 jaar ........................................ 27,30 kinderen geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990, vanaf 18 jaar ..................................................................... 29,33 kinderen geboren tussen 1 januari 1981 en 31 december 1984 ... 43,74 Andere kinderen (ook kinderen met een aandoening) kind van 6 tot 12 jaar .................................................................. 27,30 kind van 12 tot 18 jaar ................................................................. 41,72 kind boven de 18 jaar ................................................................. 53,05 Gehandicapten die voor 1 juli 1966 geboren zijn 1ste rang .................................................................................... 46,04 andere kinderen .......................................................................... 53,05 Deze kinderen ontvangen de gewone basisbijslag (zie punt I.1.)

III. KRAAMGELD 1e geboorte ........................................................................... 1.064,79 2e geboorte en elk der volgende ............................................... 801,13 elk kind uit een meerlingzwangerschap ................................... 1.064,79

5. Kinderbijslag + sociale toeslag voor kinderen van werklozen van meer dan zes maanden en van gepensioneerden (2) 1e kind ....................................................................................... 118,60 2e kind ....................................................................................... 170,23 3e kind en elk der volgende......................................................... 221,48 3e kind en elk der volgende in éénoudergezinnen ...................... 241,48

Het kraamgeld kan worden aangevraagd vanaf de zesde maand zwangerschap en de uitbetaling ervan kan bekomen worden twee maanden voor de vermoedelijke geboortedatum.

II. SUPPLEMENTEN

IV. ADOPTIEPREMIE ................................................... 1.064,79

1. Bijkomende bijslag voor gehandicapte kinderen van minder dan 21 jaar

V. GRENSBEDRAGEN VOOR DE INKOMSTEN OF SOCIALE UITKERINGEN

De bedragen zijn afhankelijk van de ernst van de gevolgen van de aandoening. OUD SYSTEEM

zelfredzaamheidsgraad 0 - 3 punten ............................................ 353,58 zelfredzaamheidsgraad 4 - 6 punten ............................................ 387,04 zelfredzaamheidsgraad 7 - 9 punten ............................................ 413,75 NIEUW SYSTEEM

minder dan 6 pt. in totaal waarvan minstens 4 voor de eerste pijler ... 68,92 6 - 8 pt. in totaal waarvan minder dan 4 voor de eerste pijler ......... 91,79 6 - 8 pt. in totaal waarvan minstens 4 voor de eerste pijler ........... 353,58 9 - 11 pt. in totaal waarvan minder dan 4 voor de eerste pijler ..... 214,20 9 - 11 pt. in totaal waarvan minstens 4 voor de eerste pijler ......... 353,58 12 -14 pt. in totaal ...................................................................... 353,58 15 -17 pt. in totaal ...................................................................... 402,05 18 -20 pt. in totaal ...................................................................... 430,76 +20 pt. in totaal ......................................................................... 459,48 2. Leeftijdsbijslagen Eerste kind van de gewone schaal (niet getroffen door een aandoening) KINDEREN GEBOREN NA 31 DECEMBER 1990

kind van 6 tot 12 jaar .................................................................. 13,69

1. Grensbedragen voor het rechtgevend kind Bedrag van het loon of de sociale uitkering waarboven de betrokken rechtgevenden niet langer recht hebben op kinderbijslag ................... 452,76 Zijn betrokken: - de jongere met een leerovereenkomst; - de werkzoekende die een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering ontvangt; - de rechtgevende die niet langer onderworpen is aan de leerplicht en één van de types van secundair onderwijs met beperkt leerplan volgt die georganiseerd worden volgens de door de gemeenschappen bepaalde normen en daarnaast een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering ontvangt; - de student die een bezoldigde stage verricht waarvan het volbrengen een voorwaarde is tot het verkrijgen van een wettelijk gereglementeerd diploma, getuigschrift of brevet.

2. Grensbedragen voor de rechthebbende Bedrag van de globale inkomsten van het gezin waar het kind verblijft waarboven geen sociale toeslag meer verleend wordt: rechthebbende of bijslagtrekkende woont alleen met het kind ... 1.740,15 rechthebbende en partner wonen samen met het kind ............ 2.008,39 (1) Het weeskind waarvan de overlevende ouder hertrouwd is of een huishouden vormt, geniet van de gewone kinderbijslag. (2) Deze rechthebbenden moeten de hoedanigheid hebben van ‘Rechthebbende met personen ten laste’ zoniet wordt de gewone kinderbijslag (zie I,1) betaald.

19


KINDERBIJSLAG

Werken tijdens de zomervakantie? IIII

Pol Pirard Afdelingshoofd ADMB Kinderbijslagfonds

Een kind dat kinderbijslag ontvangt, kan onder bepaalde voorwaarden werken gedurende de zomervakantie zonder dat deze tewerkstelling invloed heeft op de betaling van de kinderbijslag. We zetten de voorwaarden nog eens op een rijtje.

1. KINDEREN GEBOREN TOT EN MET 1989 Voor deze kinderen zijn er geen voorwaarden. Er bestaat altijd recht op kinderbijslag ongeacht het volume van tewerkstelling. Kinderen die geboren zijn in 1989 hebben recht op kinderbijslag tot en met de maand augustus 2007.

2. KINDEREN GEBOREN VANAF 1989 DIE VOLTIJDS ONDERWIJS VOLGEN In het 3e kwartaal (juli, augustus en september) mag een student onbeperkt werken op voorwaarde dat hij of zij na de vakantie verder studeert. Tijdens het schooljaar mag een student niet meer werken dan 240u per kwartaal.

Opgelet: de jongere die zijn recht op kinderbijslag verliest juist voor de zomervakantie (door bijvoorbeeld in het 2e kwartaal meer dan 240u te werken) verliest het recht op kinderbijslag voor het 3e kwartaal! Studeert de jongere niet verder na de vakantie, dan mag niet meer gewerkt worden dan 240u gedurende het 3e kwartaal. Een jongere die in de loop van het 3e kwartaal meer dan 240u werkt, heeft dus geen recht op kinderbijslag voor de maanden juli, augustus en september. Voorbeeld: Kevin (ouder dan 18 jaar) studeert af op 30 juni 2007. Hij zal na de zomervakantie niet verder studeren. Op 13 augustus 2007 begint hij te werken met een contract van onbepaalde duur. Gedurende de maanden augustus en september werkt hij in totaal meer dan 240u. In dit geval is er voor het volledige 3e kwartaal geen recht op kinderbijslag: dus geen recht voor juli, augustus en september 2007! Jongeren die afstuderen schrijven zich best in als werkzoekende. Gedurende de wachttijd bestaat recht op kinderbijslag op voorwaarde dat de jongere niet meer verdient dan € 452,76 bruto per maand (bedrag geldig vanaf 01.10.2006).

BESTELBON SYLLABUS KINDERBIJSLAG

3. KINDEREN GEBOREN VANAF 1989 DIE DEELTIJDS ONDERWIJS VOLGEN (OOK BUITENGEWOON ONDERWIJS) Voor deze kinderen bestaat gedurende de vakantie, net als in het schooljaar, recht op kinderbijslag indien het bruto maandinkomen lager is dan € 452,76.

Naam:

...........................................................................................................

Adres:

...........................................................................................................

Postnr./Gemeente:

...........................................................................................................

Telefoon:

...........................................................................................................

Handtekening:

...........................................................................................................

bestelt de syllabus kinderbijslag en: - voegt hierbij: 6,20 euro - heeft het bedrag overgeschreven op rekening 471-5354701-13 (*)

4. KINDEREN GEBOREN VANAF 1989 MET EEN LEER- OF STAGECONTRACT Ook voor deze kinderen bestaat recht op kinderbijslag indien het bruto maandinkomen lager is dan € 452,76.

5. KINDEREN DIE HET BIJSLAGSUPPLEMENT VOOR GEHANDICAPTE KINDEREN ONTVANGEN Deze kinderen kunnen, als ze schoolgaand zijn, onder dezelfde voorwaarden als hierboven werken zonder het recht op de gewone kinderbijslag te verliezen.

(*) Schrappen wat niet past.

Bestellen kan via onze website op: www.admb.be/brochures

Een tewerkstelling kan echter grote gevolgen hebben voor het bijslagsupplement voor gehandicapte kinderen. Enkel studentenovereenkomsten of een tewerkstelling in een beschutte werkplaats vormen geen beletsel voor het verder ontvangen van het bijslagsupplement. I

20


PENSIOEN

Tegemoetkoming aan gehandicapten [vanaf 01.10.2006]

Enkele nuttige pensioenbedragen [met ingang van 01.04.2007] Gewaarborgde minimumbedragen voor werknemers

a) De inkomensvervangende tegemoetkoming (1) :

Cat. A (niet behorend tot B & C): € 5.158,47 Cat. B (alleenstaande gerechtigde): € 7.737,71 Cat. C (gerechtigde die huishouden vormt of kind ten laste heeft): € 10.316,94 (1) Vrijstellingen op de inkomensvervangende tegemoetkoming: - € 2.579,24 (- 1/2 van categorie A) voor leden van het huishouden; - 50% tot 4.079,92 euro en 25% op schijf tussen 4.079,93 en 6.119,87 euro op het arbeidsinkomen van de gehandicapte; - € 574,35 voor andere inkomsten van de gehandicapte.

Bij een volledige loopbaan (45 jaar voor een man, 44 voor een vrouw) worden in de pensioenregeling van de werknemers minstens volgende bedragen toegekend. Ieder jaar in de loopbaan dient wel aan specifieke voorwaarden te voldoen. Indien geen volledige loopbaan kan bewezen worden maar minstens 2/3 van een volledige loopbaan, dan dient het toegekende pensioen minstens overeen te stemmen met onderstaande bedragen, herleid in verhouding tot de bewezen loopbaan.

b) De integratietegemoetkoming (2) :

Deze bedragen worden toegekend in functie van de graad van zelfredzaamheid (uitgedrukt in punten) : Categorie I Categorie II Categorie III Categorie IV Categorie V

(7 tot 8 ptn) : (9 tot 11 ptn) : (12 tot 14 ptn) : (15 tot 16 ptn) : (17 tot 18 ptn) :

€ 1.000,06 € 3.407,81 € 5.445,26 € 7.933,06 € 8.999,56

(2) De gerechtigde op een integratietegemoetkoming in de cat. III, IV en V geniet sedert 01/10/2006 van een abattement van € 18.785,99 op het inkomen van de partner. Boven dit bedrag wordt de helft afgetrokken. Indien de gehandicapte er voordeel mee doet, wordt enkel de integratietegemoetkoming toegekend waarvan het bedrag verminderd wordt met de helft van het gedeelte van het beroepsinkomen van de gehandicapte dat € 18.785,99 overschrijdt. Bij een gerechtigde op een integratietegemoetkoming in de cat. I en II wordt slechts een vermindering van € 1.723,05 vrijstelling op het inkomen van de partner toegekend. De vrijstelling op het vervangingsinkomen van de gehandicapte bedraagt € 2.683,33, indien de arbeidsvrijstelling niet hoger is dan € 16.102,28 ligt. Indien de arbeidsvrijstelling hoger is dan € 16.102,28, geldt de vrijstelling € 2.683,33 (arbeidsvrijstelling – 16.102,28). Op de andere inkomsten gelden specifieke vrijstellingen. Het recht op deze tegemoetkomingen vervalt niet bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.

c) De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (3) :

Deze bedragen worden toegekend in functie van de graad van zelfredzaamheid (uitgedrukt in punten) aan de gehandicapte die tenminste 65 jaar oud is, en niet reeds de bovenstaande uitkeringen geniet : Categorie I Categorie II Categorie III Categorie IV Categorie V

(7 tot 8 ptn) : (9 tot 11 ptn) : (12 tot 14 ptn) : (15 tot 16 ptn) : (17 tot 18 ptn) :

€ 854,61 € 3.262,24 € 3.966,36 € 4.670,27 € 5.736,77

(3) Deze tegemoetkoming wordt verminderd met het bedrag van het inkomen (het pensioen wordt slechts voor 90 % gerekend) dat volgende grenzen overschrijdt : € 12.766,15 voor een gerechtigde met personen ten laste, € 10.216,31 voor een alleenstaande en voor een samenwonende.

Gezinspensioen Pensioen als alleenstaande Overlevingspensioen

JAARBEDRAGEN

MAANDBEDRAGEN

€ 13.250,39 € 10.603,65 € 10.436,93

€ 1.104,20 € 883,64 € 869,74

Gewaarborgde minimumbedragen voor zelfstandigen

Indien 2/3 of een volledige loopbaan (45 jaar voor een man, 44 jaar voor een vrouw) bewezen wordt in de pensioenregeling van de zelfstandigen of bij samentelling van de behaalde loopbaan als zelfstandige en als werknemer, dan dient het pensioen van de zelfstandigen minstens onderstaande bedragen te evenaren, herleid in verhouding tot de in de regeling van de zelfstandigen behaalde kwartalen. De aanpassing aan deze bedragen gebeurt niet of wordt zodanig beperkt, dat het totaal van het uiteindelijk toekenbare pensioen als zelfstandige en als werknemer de grensbedragen van het gewaarborgd inkomen niet overschrijdt.

Gezinspensioen Pensioen als alleenstaande Overlevingspensioen

JAARBEDRAGEN

MAANDBEDRAGEN

€ 12.065,59 € 9.051,49 € 9.051,49

€ 1.005,48 € 754,25 € 754,25

Inkomensgarantie voor ouderen Is de totaliteit van het pensioen (90 %) en de overige bestaansmiddelen (na aftrek van diverse abattementen) kleiner dan deze grensbedragen, dan wordt het verschil bijgepast.

Voor een samenwonende Voor een alleenstaande

JAARBEDRAGEN

MAANDBEDRAGEN

€ 6.363,65 € 9.545,48

€ 530,30 € 795,42

TOEGELATEN ACTIVITEIT GEPENSIONEERDEN: GRENZEN 2007 TOEGELATEN BEROEPSBEZIGHEID VOOR GEPENSIONEERDEN VANAF 2007: BEROEPSACTIVITEIT ALS

RUSTPENSIOEN EN RUST- EN OVERLEVINGSPENSIOEN VOOR DE WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD (1)

UITSLUITEND OVERLEVINGSPENSIOEN VOOR DE WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD (1)

RUSTPENSIOEN EN OVERLEVINGSPENSIOEN NA DE WETTELIJKE PENSIOENLEEFTIJD (1)

Werknemer (2) bruto beroepsinkomen - met kinderlast

€ 7.421,57 € 11.132,37

€ 16.000,00 € 20.000,00

€ 17.149,20 € 20.860,00

Zelfstandige (2) netto beroepsinkomen - met kinderlast

€ 5.937,26 € 8.905,89

€ 12.800,00 € 16.000,00

€ 13.719,35 € 16.687,98

(1) De wettelijke pensioenleeftijd is 65 jaar voor werknemers en zelfstandigen, door het geleidelijk optrekken van de pensioenleeftijd voor vrouwen is die vandaag 64 jaar. (2) Voor een activiteit als werknemer geldt het bruto beroepsinkomen; voor een activiteit als zelfstandige geldt het netto-inkomen. Het netto-inkomen zelfstandige is gelijk aan 80 % van het bruto beroepsinkomen werknemer. Deze bedragen gelden op jaarbasis. Voor een gedeelte van een jaar moeten ze omgedeeld worden (pro rata van het aantal maanden waarin een pensioen gecumuleerd wordt met een toegelaten beroepsbezigheid). Bron: KB van 17/03/2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen (BS 23/03/2004) KB van 17/03/2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers (BS 23/03/2004) KB van 23/12/2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers (BS 30/12/2005)

21


ZIEKTEVERZEKERING Wijziging wetgeving

Ziekenhuissupplementen worden ingeperkt IIII

Luc Daeninck Directeur administratie CM Brugge

kamer of een gemeenschappelijke kamer, speelt geen rol. Het kamertype is wel van belang voor de ereloonsupplementen. Voor de opname van een kind met een ouder mogen artsen geen supplementen aanrekenen tenzij de ouder expliciet een eenpersoonskamer eist. Om discussie hierover uit te sluiten, moet de ouder een document invullen. De moeder of vader kan aankruisen dat het kind in een eenpersoonskamer moet worden verzorgd. In dit geval mogen wel ereloonsupplementen worden aangerekend. Duidt de ouder dit niet aan, mag de factuur kamer- noch ereloonsupplementen vermelden. Uiteraard kan het ziekenhuis de kosten voor het verblijf van de ouder wel in rekening brengen.

Wie in een ziekenhuis wordt opgenomen, moet vaak een aantal kosten uit eigen zak betalen. Meestal wegen de kamer- en ereloonsupplementen het zwaarst door op de factuur. Voor een aantal doelgroepen en in een aantal specifieke situaties heeft de overheid deze supplementen nu beter gereglementeerd. De wijzigingen gelden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007. De ziekenhuiskosten die een patiënt aangerekend krijgt, bestaan veelal uit remgeld en kamer- en ereloonsupplementen. Kamersupplementen zijn verboden in gemeenschappelijke kamers en toegelaten in twee- en eenpersoonskamers. In tweepersoonskamers is het maximumbedrag wettelijk vastgelegd. Naar gelang het kamertype en het statuut van de arts, kunnen de patiënt bovenop het remgeld ereloonsupplementen worden aangerekend. Zowel op het vlak van de ereloon- als van de kamersupplementen wijzigde de wetgeving.

Geen akkoord

Artsen die het akkoord met de ziekenfondsen niet hebben aanvaard, de ‘niet-geconventioneerde artsen’, mogen ereloonsupplementen vragen bovenop het remgeld. Sinds 1 januari is dat niet meer toegestaan bij patiënten die in de spoeddienst of in de dienst intensieve zorg verblijven. Patiënten die in een eenpersoonskamer zijn opgenomen omwille van hun gezondheidstoestand, bij gebrek aan tweepersoonskamer of gemeenschappelijke kamer of om organisatorische redenen, hoeven evenmin ereloonsupplementen te betalen.

Ouder en kind

Een ziekenhuis mag niet langer kamersupplementen in rekening brengen voor de opname van een kind jonger dan 18 jaar dat begeleid wordt door een ouder. Of het kind en de moeder of vader verblijven in een eenpersoons-

Hieronder vindt u een handig overzicht van de bestaande regels over kamer- en ereloonsupplementen. I

Verblijf in

Kamersupplementen mogelijk?

Gemeenschappelijke kamer

Nee

Tweepersoonskamer

Ja, behalve als: • er geen gemeenschappelijke kamer beschikbaar is; • de patiënt op de dienst intensieve zorg of de spoeddienst is opgenomen; • de patiënt een kind is dat samen met een ouder in het ziekenhuis verblijft; • de patiënt tot een beschermde categorie behoort. (*)

Eenpersoonskamer

Ja, behalve als: • de gezondheidstoestand, het onderzoek of de behandeling van de patiënt een eenpersoonskamer vereisen; • er geen ander kamertype beschikbaar is; • dienstnoodwendigheden een eenpersoonskamer vereisen; • de patiënt op de dienst intensieve verzorging of de spoeddienst is opgenomen; • de patiënt een kind is dat samen met een ouder in het ziekenhuis verblijft.

Verblijf in

Ereloonsupplementen mogelijk? Geconventioneerde arts Niet-geconventioneerde arts

Gemeenschappelijke kamer of tweepersoonskamer

Nee

Eenpersoonskamer

Ja, behalve als: • de patiënt omwille van dienstnoodwendigheden in een tweepersoonskamer is opgenomen, • er geen gemeenschappelijke kamer beschikbaar is, • de patiënt op de dienst intensieve zorg of de spoeddienst is opgenomen, • de patiënt een kind is dat samen met een ouder in het ziekenhuis verblijft, • de patiënt tot een beschermde categorie behoort. (*)

Ja, behalve als: • de gezondheidstoestand, het onderzoek of de behandeling van de patiënt een individuele kamer vereisen, • er geen ander kamertype beschikbaar is, • dienstnoodwendigheden een eenpersoonskamer vereisen, • de patiënt op de dienst intensieve zorg of de spoeddienst is opgenomen, • de patiënt een kind is dat samen met een ouder in het ziekenhuis verblijft en de ouder geen document ondertekende waarin hij uitdrukkelijk een eenpersoonskamer vroeg.

(*) Tot de beschermde categorieën behoren o.a. patiënten die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming, op een tegemoetkoming voor gehandicapten of op het forfait chronisch zieken, patiënten die opgenomen zijn in de dienst palliatieve zorg en patiënten die recht hebben op het forfait voor incontinentiemateriaal.

22


Het Omnio-Statuut VOOR GEZINNEN MET EEN LAAG INKOMEN Aan te vragen vóór 30 juni IIII

Gezinnen met een laag inkomen kunnen voortaan het Omnio-statuut krijgen. Hierdoor worden hun ziektekosten beter terugbetaald. Maar wat betekent dit concreet? Aan welke voorwaarden moet u voldoen om het Omnio-statuut te verkrijgen? En hoe vraagt u het aan? Op deze pagina vindt u het antwoord op deze en andere vragen. Vooraf nog dit: als u voor het Omnio-statuut in aanmerking komt, hebt u er alle belang bij het nu aan te vragen.

Krijgt u automatisch bericht indien u in aanmerking komt voor het Omnio-statuut?

Niet alle belanghebbenden zijn automatisch bekend bij de betrokken diensten. Indien u denkt voor het Omnio-statuut in aanmerking te komen, moet u dus zelf het nodige doen om een aanvraag in te dienen.

Wie komt in aanmerking voor het Omnio-statuut?

Het Omnio-statuut geldt voor iedereen: werknemers, werklozen, zelfstandigen, alleenstaanden, eenoudergezinnen, … U moet enkel aan de inkomensvoorwaarde voldoen. Concreet moet het bruto belastbare gezinsinkomen lager zijn dan 13.312,80 euro, te verhogen met 2.464,56 euro per gezinslid dat niet de aanvrager is.

Aantal gezinsleden

Maximuminkomen

Alleenstaande 2 personen 3 personen 4 personen …

13.312,80 euro 15.777,36 euro 18.241,92 euro 20.706,48 euro …

Welke inkomens worden meegeteld?

Om de maximumgrens te berekenen, worden alle bruto belastbare inkomens samengeteld: bedrijfs- en beroepsinkomens, roerende en onroerende inkomens, buitenlandse inkomens, pensioenen, ziekte- en invaliditeitsvergoedingen, … Bij de berekening tellen de inkomens mee van alle personen die op 1 januari 2007 op uw adres ingeschreven waren, ongeacht of er al dan niet een familieband is. Personen in een zorgafhankelijke situatie kunnen op dit principe evenwel een uitzondering vormen. Als bijzondere bescherming kunnen zij, onder bepaalde voorwaarden, als een apart gezin worden beschouwd. Dit kan belangrijk zijn voor chronisch zieken of personen met een handicap die inwonen bij een gezin van wie het inkomen hoger is dan het maximumbedrag.

Waar kunt u het Omnio-statuut aanvragen?

Om het Omnio-statuut aan te vragen en meer informatie te krijgen over de procedure, kunt u bellen naar 070 21 00 69. Hou voor een vlotte gang van zaken een gele klever bij de hand.

Moet u het Omnio-statuut ook aanvragen als u al de verhoogde tegemoetkoming hebt?

Omdat u al de verhoogde tegemoetkoming hebt, is het niet nodig het Omnio-statuut aan te vragen.

Welke documenten moet u bij de aanvraag indienen?

U moet een verklaring op erewoord invullen waarop u het inkomen vermeldt van alle gezinsleden die op 1 januari 2007 op uw adres ingeschreven waren. Deze verklaring moet worden ondertekend door alle gezinsleden ouder dan 18 jaar. Daarnaast moet u het ziekenfonds volgende documenten bezorgen: • laatste aanslagbiljet met de berekening van uw belastingen; • alle inkomensbewijzen (2006) van u en uw gezinsleden.

Wat gebeurt er als uw aanvraag is ingediend?

Nadat de verklaring op erewoord en alle nodige bewijsstukken zijn ingediend, wordt uw inkomenssituatie onderzocht. Indien u aan de voorwaarde voldoet, zal u vóór 1 juli naar het CM-kantoor worden uitgenodigd om de elektronische gegevens op uw SIS-kaart en die van uw gezinsleden aan te passen.

Wanneer gaat het Omnio-statuut in? Waarop krijgt u recht met het Omnio-statuut?

Indien u het Omnio-statuut krijgt, hebben u en uw gezinsleden recht op de verhoogde tegemoetkoming. Dat betekent dat de ziekteverzekering uw ziektekosten (doktersbezoeken, tandzorg, kinebehandelingen, geneesmiddelen, …) beter terugbetaalt. Voor een consult bij de huisarts ontvangt u bijvoorbeeld een tegemoetkoming van 19,31 euro in de plaats van 15,36 euro. Daarnaast geniet u ook de specifieke beschermingsmaatregelen die van toepassing zijn voor personen met verhoogde tegemoetkoming. Zo komt u onder meer in aanmerking voor de sociale maximumfactuur en mag een ziekenhuis u bepaalde supplementen niet aanrekenen. Voor zelfstandigen met het Omnio-statuut is de verhoogde tegemoetkoming evenwel niet van toepassing op terugbetalingen in het kader van de vrijwillige verzekering tegen kleine risico’s.

Het Omnio-statuut gaat steeds in de eerste dag van het volgende kwartaal. Als u het statuut aanvraagt vóór 30 juni en aan de inkomensvoorwaarde voldoet, geldt het Omnio-statuut vanaf 1 juli. Vraagt u het statuut bijvoorbeeld aan op 5 juli, krijgt u het pas vanaf 1 oktober.

Hoelang hebt u recht op het Omnio-statuut?

Het Omnio-statuut geldt tot het einde van het jaar, volgend op de aanvraag. Krijgt u het Omnio-statuut in 2007, blijft dit van toepassing tot 31 december 2008. Als na controle in 2008 blijkt dat u nog aan de inkomensvoorwaarde voldoet, wordt het statuut automatisch voor een jaar verlengd.

Voor meer informatie over het Omnio-statuut kunt u bellen naar 070 21 00 69 of surfen naar www.cm.be. I

23


INFOHOEKJE CENTRUM ALGEMEEN WELZIJNSWERK

Hulpmiddelen maken leven met een handicap wat lichter: HET VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP HELPT! IIII

Jos Beuselinck Diensthoofd CAW CM Brugge

Personen met een handicap zijn in heel wat situaties aangewezen op éénvoudige of gesofisticeerde hulpmiddelen om hun dagelijks leven op een kwalitatieve manier te organiseren. Maar soms zijn ook aanpassingen aan woning en vervoermiddelen nodig om dit doel te bereiken. Onder bepaalde voorwaarden kan het Vlaams Agentschap (voorheen Vlaams Fonds) voor personen met een handicap financieel tussenkomen in de aankoop van deze hulpmiddelen. Waarvoor tussenkomsten voorzien zijn, onder welke voorwaarden en hoe ze aanvragen vindt u in volgend artikel.

VOOR WELKE HULPMIDDELEN KAN JE EEN AANVRAAG DOEN? De hulpmiddelen en aanpassingen waarvoor het Vlaams Agentschap tussenkomt zijn opgenomen in een hulpmiddelenlijst. Concreet kan het Vlaams Agentschap kosten terugbetalen die gemaakt werden voor bijvoorbeeld het aanpassen van de woning aan de noden van de persoon met een handicap (ombouwwerken, garagepoortopeners, keukenmeubilair,...) en/of die gemaakt werden voor de aanschaf van hulpmiddelen die personen met een handicap kunnen helpen bij: • verplaatsingen (aanpassing aan de wagen, rolstoel, geleidehond, tiltoestellen, liften,...); • communicatie (doventelefoon, doventolken, tv-loepes, brailleschrijfmachines,...); • dagelijkse bezigheden (douche- en toiletmateriaal, speciale bedden, speciale tafels, zetels en stoelen,...); • enz... Voor hulpmiddelen en aanpassingen die niet vermeld worden in deze hulpmiddelenlijst of die merkelijk duurder zijn dan het vooropgesteld bedrag, kan tussenkomst gevraagd worden bij de Bijzondere Bijstandscommissie (BBC). Voorwaarden zijn wel dat het hulpmiddel minstens 250 euro kost, en dat de noodzaak, doelmatigheid en gebruiksfrequentie ervan aangetoond kunnen worden. De financiële draagkracht van de aanvrager speelt in dit geval ook een rol.

WIE KAN EEN TUSSENKOMST VRAGEN? Om de tussenkomst van het Vlaams Agentschap te verkrijgen moet men uiteraard eerst ingeschreven zijn. Om een eerste aanvraag te kunnen doen bij het Vlaams Agentschap moet men: • jonger zijn dan 65 op het moment van de eerste aanvraag (als u vroeger al in het Rijksfonds of het Fonds 81 was ingeschreven vervalt deze voorwaarde); • wonen in het Nederlandse taalgebied of zich in Brussel-Hoofdstad wenden tot een voorziening van de Vlaamse Gemeenschap én geen beroep doen op tussenkomst van een andere Gemeenschap; • aan een aantal verblijfsvoorwaarden voldoen; • de ernst en langdurigheid van de handicap aantonen.

HOE VERLOOPT EEN AANVRAAG? Wie behoefte heeft aan een hulpmiddel, moet daarvoor een aanvraag doen bij de provinciale afdeling van het Vlaams Agentschap in de provincie waar men woont. U kan ook rechtstreeks contact opnemen met een gespecialiseerd multidisciplinair (maatschappelijk assistent, geneesheer en psycholoog) team (=MDT). Ieder ziekenfonds heeft een dergelijk team in actie. Het team zal samen met de persoon met een handicap bekijken aan welke hulpmiddelen en aanpassingen de persoon behoefte heeft. Dit overleg leidt uiteindelijk tot de aanvraag samen met de lijst van gewenste hulpmiddelen. De noodzaak, behoefte, doelmatigheid en doeltreffendheid moeten worden aangetoond. Het Vlaams Agentschap zal op basis van de vraag van de persoon met een handicap, het advies van het gespecialiseerd MDT en de beslissing van de Provinciale evaluatiecommissie, een persoonlijke lijst met vergoedbare hulpmiddelen toekennen. De looptijd van een aanvraag tot beslissing kan meerdere maanden duren.

WELKE INBRENG HEEFT DE PERSOON MET EEN HANDICAP? De persoon met een handicap verwoordt in eerste instantie zelf zijn zorgvraag. Bij het samenstellen van de gewenste hulpmiddelen verwacht het Vlaams Agentschap bovendien een gefundeerd advies opgemaakt door een MDT. Op basis van de verstrekte gegevens door het team stelt het Vlaams Agentschap de vergoedbare hulpmiddelen samen. Als de behoefte die uit de handicap voortvloeit, of de toestand van de aanvrager of zijn omgeving later wijzigt, kunnen er andere of bijkomende hulpmiddelen aangevraagd worden.

WAT DOET HET VLAAMS AGENTSCHAP NOG VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP? Financiering en erkenning van voorzieningen (instellingen, beschutte werkplaatsen), tewerkstellingsbevorderende tussenkomsten verlenen aan werkgevers, toekennen van het persoonlijke assistentie-budget,... Over deze activiteiten van het Vlaams Agentschap kunnen we het in een later artikel nog eens hebben.

WAAR KAN U TERECHT MET VRAGEN? • Bij het Vlaams Agentschap zelf via de website: www.vlafo.be • Voor een bespreking van uw eigen situatie, voor ondersteuning bij een aanvraag bij het Vlaams Agentschap kan men best terecht bij de erkende multidisciplinaire teams (MDT). • Alle centra algemeen welzijnswerk (CAW) ingebouwd in de ziekenfondsen (CAW-sociale diensten, CAW-diensten maatschappelijk werk) zijn erkend als MDT.

Meer informatie kunt u dus steeds vragen bij de maatschappelijk werker in uw plaatselijk CM-kantoor. Laat u ook eens verrassen door te surfen naar onze gloednieuwe website: www.cm.be I

24


Info betalingsoverzicht

Waarom moeilijk doen?

Wanneer u doktersbriefjes in de groene CM-brievenbus deponeert, dan stort CM het geld binnen de week op uw rekening. Op uw bankuittreksel vindt u beknopt de informatie over de terugbetaling.

Mutualiteit voor Middenstand en Beroepen De mutualiteit voor

Voortaan worden de betalingsoverzichten niet meer automatisch op papier verstuurd. U kan wel het betalingsoverzicht elektronisch ontvangen. Stuur een e-mail naar brugge@cm.be, vermeld de naam en het rijksregisternummer van uzelf en de gezinsleden waarvoor u de betalingsoverzichten wenst te ontvangen. Op de website www.cm.be kan u via service online ook uzelf registreren en het overzicht van uw terugbetalingen raadplegen. Wenst u voor een verzekering (hospitalisatie, schoolongeval, …) een betalingsoverzicht? We bezorgen u - op eenvoudige vraag - per post een overzicht van alle terugbetaalde geneeskundige zorgen gedurende de opgegeven periode.

OPENINGSUREN KANTOREN Sint-Clarastraat 48 bis 8000 Brugge dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 tot 12.00 u.

• zelfstandigen • vrije beroepen • loon- en weddetrekkenden • ambtenaren • studenten hoger onderwijs • verblijvenden Sint-Clarastraat 48 bis 8000 Brugge Tel 050 44 05 00 Fax 050 44 05 21

AANDACHT ! De artikels zijn algemeen geldig voor alle ziekenfondsen, met uitzondering van het item ‘info betalingsoverzicht’.

Dagvergoeding zelfstandigen IIII

Momenteel en dit sedert 01.04.2007 zijn de hiernaast vermelde dagbedragen (ziektevergoeding voor zelfstandigen) van kracht: arbeidsongeschikte zelfstandigen met een beperkte zelfredzaamheid (niet minder dan 11 punten) kunnen aanspraak maken op een tegemoetkoming voor hulp van derden. Deze bedraagt vanaf 01.01.2007 12 euro per dag. De tegemoetkoming kan worden toegekend vanaf de vierde maand arbeidsongeschiktheid. M.i.v. 01.10.2006 is de moederschapsuitkering voor zelfstandige vrouwen en meewerkende echtgenotes vastgesteld op 2.082,71 euro.

Primaire arbeidsongeschiktheid - 2e t.e.m. 12e maand

met gezinslast alleenstaande samenwonende zonder gezinslast

€ 38,67 € 29,01 € 25,76

Invaliditeit vanaf het 2e jaar

met gezinslast alleenstaande samenwonende zonder gezinslast

€ 38,67 € 29,01 € 25,76

Invaliditeit (met stopzetting bedrijf) - vanaf het 2e jaar

met gezinslast alleenstaande samenwonende zonder gezinslast

€ 42,47 € 33,99 € 28,25

25


U bent op zoek naar een unieke vakantie aan zee ? ATLANTA, opgetrokken in een origineel Normandisch-Anglosaksische bouwstijl met verfijnde Belle-Epoque-toetsen in het interieur. In DE HAAN op 150 meter van de zee, duinen en bossen binnen handbereik, vlakbij de winkels, een lekkere keuken, een gezellige sfeer en vriendelijke bediening, alles voor een kommerloze vakantie ... Diverse verblijfformules. Kortom geknipt voor jonge gezinnen, derde leeftijd, groepen, seminaries en vergaderingen.

ATLANTA EEN STIJLVOL VAKANTIEVERBLIJF. HEDENDAAGS COMFORT MET EEN TIKJE ART NOUVEAU. APARTLOGIES Half- of volpension. De kamer wordt een privaat ‘appartement’. Geen kamerservice. Lakens en dekens zijn voorzien en in de prijs begrepen. Geen handdoeken en zeep.

Voor meer informatie stuur deze bon ingevuld terug ... Naam:

..........................................................................................................................................................................................................................................................

Adres:

..........................................................................................................................................................................................................................................................

Telefoon:

..........................................................................................................................................................................................................................................................

Telefax:

..........................................................................................................................................................................................................................................................

FORMULES MET VOLLEDIGE KAMERSERVICE MET ONTBIJTBUFFET, HALFPENSION OF VOLPENSION ZIJN OOK MOGELIJK.

of kom langs !

ATLANTA - ADMB M. HENDRIKALAAN 20-8420 DE HAAN Tel. 059 23 33 01 - Fax 059 23 53 19

26


ADMB VERZEKERINGEN

De individuele levensverzekering? “NEEN, DANK U, IK HEB AL GENOEG VERZEKERINGEN”, KLINKT HET IN KOOR! HOEWEL… IIII

Rik Vanden Bussche Afdelingshoofd ADMB Verzekeringen

In de spurt naar het vorig jaareinde werden zowel door particulieren als door zelfstandigen en vennootschappen nog aanzienlijke bedragen geïnvesteerd in levensen groepsverzekering. Het is (gelukkig) lang geleden dat dergelijke verzekeringsinstrumenten nog werden geassocieerd met gladde verkooppraatjes van deur tot deur. Dit is maar goed ook, want deze producten zijn echt prima en worden vandaag de dag professioneel gecommercialiseerd en beheerd, onder het waakzaam oog van de Controlediensten van het Bank- en Verzekeringswezen (CBFA).

DE INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERING Het is daarenboven een spaarformule in de echte zin van het woord! Niet alleen geniet u een belangrijke belastingsvermindering; daarenboven is het rendement bijzonder aantrekkelijk! Tot aan uw wettelijk pensioen kunt u ieder jaar tot 1950 euro investeren. Het precieze bedrag hangt af van uw inkomen. Let wel, dit valt onder de rubriek van het “lange termijn sparen” waaronder ook de kapitaalsaflossingen van hypothecaire leningen vallen. ADMB Verzekeringen zal uw individuele situatie graag én gratis onderzoeken en u vervolgens adviseren omtrent de mogelijkheden.

Uw voordelen • Afhankelijk van uw inkomen realiseert u een belastingsbesparing van 30 tot 43%, ttz van 585 tot 838 euro per jaar. • Er is een gegarandeerde rente van 3,00% op de spaarsom en op iedere storting. • Bovenop de gegarandeerde rente ontvangt u ook een belastingvrije winstdeelname. • Optimale spreiding door maandelijkse betalingen kan zonder enig probleem. • Op einddatum ontvangt u het kapitaal, plus intresten, plus winstdeelname. Op het kapitaal plus intresten is er een fiscale voorheffing van 10%. • De individuele levensverzekering is cumuleerbaar met alle andere vormen van pensioensparen, levens- en groepsverzekeringen.

DE MOTIEVEN LIGGEN VOOR DE HAND. • De opbouw van een aanvullend pensioen omdat iedereen graag zijn levensstandaard wil behouden in zijn of haar derde jeugd. Dat ons wettelijk pensioen hier niet voor zal zorgen is een boodschap die eenieder van ons ondertussen wel uit het hoofd kent. • De fiscale stimuli verbonden aan deze investeringen. De overheid doet hiervoor aanzienlijke inspanningen en het fiscaal voordeel van vrijwel alle systemen is niet te versmaden. Zo onderstreept de overheid ook haar geloof in de persoonlijke pensioenopbouw en haar vertrouwen in de geciteerde (spaar)verzekeringsformules.

BETAALD VOOR HET EINDE VAN HET JAAR? Helaas, ja, met uitzondering van de individuele levensverzekering waarvoor u uitstel krijgt tot 30 juni 2007 om uw belastingen van het jaar 2006 alsnog te “corrigeren.”

HET BOS ... Schuldsaldoverzekering, pensioensparen, individuele levensverzekering, vrij aanvullend pensioen (voor de zelfstandigen), bedrijfsleidersverzekering, groepsverzekering, enz… Laat u niet afschrikken. Toegegeven, het is veel, maar er zit wel degelijk structuur in en er is een veelvoud van oplossingen; doch een enkelvoud van maatoplossingen. Laat u daarom informeren door een verzekeringsmakelaar die goed thuis is in deze materie. Dergelijke adviezen zijn altijd vrijblijvend, ook wat ADMB Verzekeringen betreft.

VOOR INFO: Met andere woorden, u kunt vóór 30 juni 2007 een premie betalen die de verzekeraar zal toewijzen aan het jaar 2006. U krijgt een fiscaal attest teneinde de betaalde premie in te schrijven in de rubriek van het “lange termijn sparen” waaronder ook de individuele levensverzekering ressorteert, met een aanzienlijke belastingvermindering voor 2006 tot gevolg.

Contacteer Rudy Goemaere op 050 47 49 55 of Vanessa De Clercq 050 47 49 43 of surf naar www.admbverzekeringen.be. Veel succes en laat de geboden opportuniteit niet liggen… I

NV ADMB Verzekeringen - CBFA 13.334

27


ADMB Life Manager AANDACHT VOOR UW EIGEN TOEKOMST! IIII

Wilt u uw eigen toekomst financieel veilig stellen met een interessante investering via uw vennootschap? Lees dan beslist onderstaand artikel!!!!! Steeds meer ziet ADMB het als haar plicht om haar cliënteel te wijzen op de onvolmaaktheden van de “bescherming” en “zekerheid” die de sociale wetgeving in ons land biedt. Met ADMB Life Manager kunnen al heel wat van deze onvolmaaktheden worden opgevangen.

ADMB LIFE MANAGER IS DAARENBOVEN EEN SCHITTERENDE INVESTERING, DANK ZIJ UW EIGEN VENNOOTSCHAP!!! Zou het niet subliem zijn als u met stortingen uit uw vennootschap uw eigen pensioen kunt opbouwen? Hiervoor heeft ADMB een verzekering ontwikkeld: ADMB Life Manager. ADMB Life Manager voorziet in een gewaarborgd kapitaal bij pensionering. De stortingen worden tegen een vaste intrestvoet belegd. Daarenboven wordt dit kapitaal, dankzij een doordachte beleggingsstrategie, verhoogd met een aanzienlijke winstdeelname. In geval van overlijden voor de pensioenleeftijd komt het verzekerde kapitaal overlijden toe aan de begunstigde met in elk geval het op dat moment reeds gespaarde kapitaal als minimum. In geval u werkongeschikt wordt door ziekte of ongeval voorziet ADMB Life Manager, zo u deze (aanbevolen) optie kiest, in een maandelijkse uitkering. De vennootschap onderschrijft de ADMB Life Manager. De verzekerde bestuurder van de vennootschap is de rechtstreekse begunstigde van het kapitaal op einddatum. De premies van de ADMB Life Manager zijn voor de vennootschap fiscaal te beschouwen als bedrijfslast.

Samengevat:

De winsten van uw vennootschap dragen bij tot de opbouw van uw eigen pensioen waarbij rendement, zekerheid en fiscale voordelen succesvol gecombineerd worden.

INFORMATIE EN OFFERTE Wij zullen u graag bijstaan voor het kiezen van de juiste formule. Rudy Goemaere (050 474 955) zal u deskundig informeren. U kunt ook een e-mail sturen naar verzekeringenbrugge@admb.be. Op onze website vindt u ook bijkomende informatie: www.admbverzekeringen.be

Het is evident dat u in onze kantoren ook welkom bent. De uitkeringen daarentegen worden in veel mindere mate belast.

De klok rond bereikbaar, zeven dagen op zeven via een gespecialiseerde bijstandscentrale die uw oproep buiten de kantooruren opvangt. BRUGGE ANTWERPEN DENDERMONDE OOSTENDE OVERIJSE ROESELARE

28

Jan Breydellaan 107, 8200 Brugge - Sint-Andries Museumstraat 48 b21, 2000 Antwerpen Brusselsestraat 93, 9200 Dendermonde E. Beernaertstraat 13, 8400 Oostende Gebroeders Danhieuxstraat 6, 3090 Overijse Arme Klarenstraat 55, 8800 Roeselare

tel. 050 47 49 47 tel. 03 238 18 38 tel. 052 38 16 00 tel. 059 56 87 56 tel. 02 766 17 50 tel. 051 22 01 92

fax 050 47 49 59 fax 03 248 11 55 fax 052 38 16 09 fax 059 56 87 59 fax 02 687 36 98 fax 051 20 20 42


SVMB - OVMB

Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen: een niet te versmaden pensioenspaarmiddel IIII

De belangrijkste doelstelling is een pensioenplan ‘op maat’ aan te bieden en onze leden te begeleiden bij de opmaak ervan. We beschikken over een jarenlange ervaring inzake het VAP en kennen de problematiek van het sociale statuut van de zelfstandige door en door. Als zelfstandige heeft men de keuze tussen het Sociaal VAP en het Gewoon VAP. Het onderscheid tussen beide wordt in onderstaande tabel uitgelegd:

SOCIAAL VAP Storting van de bijdrage:

De storting is vrij en flexibel. Basisprestaties:

Rust- en/of overlevingspensioen. M.a.w. iedere gestorte bijdrage geeft u recht op een pensioenkapitaal (rustpensioen) en/of overlijdensdekking (overlevingspensioen). Aanvullende prestaties

• een pensioenfinanciering bij arbeidsongeschiktheid door hetzij een ziekte, een ongeval of in het kader van de moederschapsverzekering. D.w.z. dat we uw bijdragen zelf verder storten in uw plaats gedurende deze periodes van ongeschiktheid en dit uiterlijk tot aan uw 65ste ; • daarbovenop een schadevergoeding, d.m.v. een rente, voor het geleden inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid, en dit eveneens tot uw 65ste. Geen enkele medische vragenlijst of onderzoek is vereist. Fiscaal voordeel:

Integraal aftrekbaar als beroepskosten (idem als de sociale bijdragen) op voorwaarde dat men tijdens het betreffende jaar effectief en volledig de bijdragen betaald heeft die men krachtens het sociaal statuut der zelfstandigen verschuldigd is. U geniet een verhoogde fiscale aftrekbaarheid t.o.v. een Gewoon VAP. Hoeveel? 15 % meer. De maximale bijdragevoet bedraagt immers 9,40% op het referte-inkomen (max. € 2.997,36).

• Vandaag kiest een overgrote meerderheid van de zelfstandigen voor een Sociaal VAP, m.a.w. dus voor pensioenopbouw met aanvullende waarborgen (met een ‘solidariteitsluik’). We stellen zodoende een goed beheerd solidariteitsfonds ter beschikking. De goede prestaties van ons solidariteitsfonds zijn niet alleen te danken aan het groot aantal leden, maar is ook het gevolg van een professioneel beheer. • Naast het Vrij Aanvullend Pensioen kan iedere zelfstandige ook nog deelnemen aan het Toppensioen-Pensioensparen. Het fiscaal maximaal aftrekbare bedrag bedraagt voor 2007: € 810. Deze € 810 is fiscaal cumuleerbaar met de VAP-bijdrage! • Het is ook mogelijk het Vrij Aanvullend Pensioen te combineren met een groepsverzekering, voorzover de zgn. “80%-regel” niet overschreden wordt. De 80%-regel is de grens binnen dewelke de premie aftrekbaar is voor de vennootschap. Het VAP kan heel wat fiscale adelbrieven voorleggen. Alleen al daarom zou elke zelfstandige zijn pensioenbehoeften in de eerste plaats met een VAP-contract moeten veiligstellen. Een groepsverzekering of een individuele pensioentoezegging kan dan eventueel gebruikt worden om de pensioenkapitalen van het VAP verder aan te vullen. • Bij het SVMB-vervaldagbericht wordt er ook een persoonlijke berekening toegevoegd die duidelijk maakt hoeveel u bespaart via het VAP. Zelfstandigen die reeds toetraden en zelfstandigen die niet kunnen deelnemen vinden vanzelfsprekend geen persoonlijke berekening. I

GEWOON VAP De storting is vrij en flexibel.

VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN

Basisprestaties:

MEER INFO?

Storting van de bijdrage:

Rust- en/of overlevingspensioen. M.a.w. iedere gestorte bijdrage geeft u recht op een pensioenkapitaal (rustpensioen) en/of overlijdensdekking (overlevingspensioen). Aanvullende prestaties:

• Faxen kan naar 050 474 374 • of opsturen naar SVMB/OVMB, Sint-Clarastraat 48, 8000 Brugge • of contacteer de heer René Wullen op het nummer 050 474 310 • of mail naar svmb@admb.be - www.ovmb.org

Naam:

...........................................................................................................

Voornaam:

...........................................................................................................

Adres:

...........................................................................................................

Gemeente:

...........................................................................................................

E-mail:

...........................................................................................................

Fiscaal voordeel:

Integraal aftrekbaar als beroepskosten (idem als de sociale bijdragen) op voorwaarde dat men tijdens het betreffende jaar effectief en volledig de bijdragen betaald heeft die men krachtens het sociaal statuut der zelfstandigen verschuldigd is. De maximale bijdragevoet bedraagt 8,17 % op het referte-inkomen (max. € 2.605,15).

Erkenningsnummer OVMB bij CBFA 67367 - SVMB Brugge CBFA 18524 - De VAP-pensioenplannen worden verdeeld door OVMB cvba en beheerd door Fidea nv (CBFA-nr. 0033)

Mijn boekhouder/accountant is:

..............................................................................

29


ADRESSEN

ADVISEURS ADMB VERZEKERINGEN MEULEMEESTER Karen, B. Ravestraat 39, 8000 Brugge GSM 0477 22 08 03 - Fax 050 61 05 26 E-mail karen.meulemeester@admb.be

ADVISEURS SVMB BOLLEKENS Yves, Bergendreef 5, 2970 Schilde GSM 0477 42 97 33 - Fax 03 233 70 89 E-mail yves.bollekens@svmb.be COOMANS Jos, Krawatenstraat 74, 3470 Kortenaken GSM 0477 47 61 67 - Fax 011 58 32 56 E-mail jos.coomans@svmb.be

DE GRANDE Chantal, Zagersweg 79, 8000 Brugge GMS 0474 72 00 12 – Fax 050 34 64 87 E-mail chantal.degrande@admb.be WINTERS Werner, Peerderbaan 200, 3910 Neerpelt GSM 0479 79 99 49 – Fax 011 51 52 18 E-mail werner.winters@admb.be

COX Jan-Wouter, Paggestraat 25, 3500 Hasselt GSM 0477 42 97 42 - Fax 011 23 48 17 E-mail janwouter.cox@svmb.be VAN DE VELDE Gino, De Deckerstraat 9, 1731 Zellik GSM 0477 47 61 70 - Fax 09 235 49 45 E-mail gino.vandevelde@svmb.be VROMBAUT Karel, Zwijnaardsesteenweg 517, 9000 Gent GSM 0477 47 61 69 - Fax 09 377 82 93 E-mail karel.vrombaut@svmb.be

ADVISEURS ADMB BOGAERT Pieter, Roeselaarsestraat 64 Bus 2, 8870 Izegem GSM 0475 75 94 36 - Fax 051 30 48 20 E-mail pieter.bogaert@admb.be DE JAEGERE Evelyne, Steppestede 2, 9051 St.-Denijs-Westrem GSM 0477 47 61 68 - Fax 09 225 15 82 E-mail evelyne.dejaegere@admb.be DE PRYCKER Koen, Skaldenstraat 20, 8800 Roeselare GSM 0473 73 07 19 - Fax 051 22 04 64 E-mail koen.deprycker@admb.be

SVMB STUDIE- EN VORMINGSDIENST DE ROMSÉE Aafje (Antwerpen) Merelstraat 57, 3520 Zonhoven GSM 0474 74 62 28 - Fax 011 57 34 95 E-mail aafje.deromsee@svmb.be MEYEN Jos (Limburg) Maastrichtersteenweg 254, 3500 Hasselt Tel. 011 26 30 80 - Fax 011 23 48 17 E-mail jos.meyen@svmb.unizo-lim.be PUYPE Peter (Vlaams-Brabant) Spastraat 8, 1000 Brussel Tel. 02 238 04 59 - Fax 02 230 87 58 E-mail peter.puype@svmb.be VANTORNOUT Daniël (W-Vlaanderen) Parkstraat 65, 8820 Torhout GSM 0478 888 551 - Fax 050 21 42 98 E-mail daniel.vantornout@admb.be

VOOR BEZOEK ADVISEUR:

TEL. 050 47 44 78 – isabelle.verbist@admb.be

30

DESMET Michel, Vuurgatstraat 92, 3090 Overijse GSM 0475 75 94 30 - Fax 02 657 47 44 E-mail michel.desmet@admb.be LIMET Rudy, Wild Veld 28, 2550 Kontich GSM 0475 75 94 34 - Fax 03 458 51 17 E-mail rudy.limet@admb.be MAERTENS Jakie, Leopoldlaan 86, 9400 Ninove GSM 0475 75 94 35 - Fax 054 33 43 96 E-mail jakie.maertens@admb.be NAGEL Nathalie, Jules Du Jardinlaan 45 b22, 1150 St-Pieters-Woluwe GSM 0474 94 90 14 - Fax 02 762 07 63 E-mail nathalie.nagel@admb.be VAN DRIESSCHE Danni, Karel Engelslaan 11, 2960 Brecht GSM 0475 56 69 96 - Fax 03 660 08 37 E-mail danni.vandriessche@admb.be VERPLANCKE Erik, Torhoutsesteenweg 153, 8210 Zedelgem GSM 0475 75 94 28 - Fax 050 54 83 28 E-mail erik.verplancke@admb.be VERVAECK Johan, Nonnebossen Noord 46, 8980 Zonnebeke GSM 0475 75 94 32 - 057 48 77 86 E-mail johan.vervaeck@admb.be


Kantoren tot uw dienst Sociaal Bureau

PROVIKMO

Andere Diensten

WEST-VLAANDEREN 8000 BRUGGE St-Clarastraat 48 ‘t Zand 20

Sociaal Bureau

1840 LONDERZEEL “De Burcht” 5A 050 47 41 11

8200 BRUGGE Dirk Martensstraat 26 Jan Breydellaan 107

050 47 49 09

8600 DIKSMUIDE Gasthuisstraat 1

051 50 23 54

8530 HARELBEKE Marktstraat 41

056 70 15 91

050 47 41 11 050 33 13 13 050 47 47 47

056 70 15 92

016 81 24 45

1930 ZAVENTEM Kerkplein 25 B4

02 725 17 90

ANTWERPEN

056 71 38 34

2000 ANTWERPEN Louisastraat 10

8900 IEPER Maarsch. Fochlaan 34

057 21 83 73

057 22 86 67

057 22 86 86

2650 EDEGEM Oude Godstraat 110

8870 IZEGEM Burg. Vandenbogaerdeln 72

051 30 04 62

051 32 15 98

051 30 19 89

2440 GEEL Diestseweg 63

8300 KNOKKE Elisabethlaan 141

050 63 14 73

8500 KORTRIJK Lange Steenstraat 10 (ingang Lekkerbeetstraat 2) Reepkaai 4

056 26 44 54

8930 MENEN St.-Jansmolenstraat 11 Oude Leielaan 83a

056 51 13 98

056 26 44 44

8970 POPERINGE Deken de Bolaan 1 Burg. Bertenplein 12

057 33 36 20 057 33 32 96

8800 ROESELARE Ovenstraat 5 Ovenstraat 37 en Arme Klarenstraat 55

056 53 27 97

057 22 86 67

056 51 13 98

8820 TORHOUT Zuidstraat 18

050 22 08 96 058 31 10 70

8790 WAREGEM Westerlaan 29 ‘t Pand 349

03 457 34 16 014 58 00 88

014 58 00 88

014 22 37 33 014 23 17 23 014 84 94 90 03 488 43 61 015 41 10 47 015 41 43 71

2870 PUURS Rijksweg 9

03 866 12 26

057 33 35 79

2300 TURNHOUT Parklaan 136

014 42 17 62

2260 WESTERLO de Merodedreef 100

014 54 61 34

051 40 24 31 050 21 66 30

058 31 57 27 056 62 51 50

8560 WEVELGEM Lauwestraat 166

056 41 03 68

8380 ZEEBRUGGE Koggenstraat 3

050 55 29 88

058 31 19 02

056 62 04 60

03 886 03 56

03 886 12 26

014 54 41 52

OOST-VLAANDEREN 9300 AALST Dirk Martensstraat 67

053 21 57 78

9200 DENDERMONDE Hoogveld 22

052 21 21 16

9900 EEKLO Stationstraat 17

09 377 18 08

9050 GENTBRUGGE Land van Rodestraat 20 9000 GENT Ottergemsesteenweg 439 Lange Kruisstraat 7

BRABANT 02 453 01 69 02 453 09 23

09 235 49 11

055 20 62 42

9100 SINT-NIKLAAS Knaptandstraat 204

03 760 14 30

013 31 32 34

3600 GENK Dieplaan 61

1500 HALLE Vanden Eeckhoudtstraat 13/1

02 360 31 83

3500 HASSELT Maastrichtersteenweg 254

016 22 45 95

3910 NEERPELT Heerstraat 37/1

016 28 44 41

09 235 49 61

9600 RONSE Stationsstraat 6

3290 DIEST Michel Theysstraat 81

02 238 05 11

09 242 83 50

055 23 29 29

02 250 00 30

02 250 00 57

09 210 82 13

9700 OUDENAARDE Einestraat 26

1000 BRUSSEL Koningsstraat 75 Spastraat 8

3000 LEUVEN Diestsevest 82

03 213 92 50

051 24 84 00 051 40 54 71

1730 ASSE Bloklaan 5 (Huize Stas) Markt 3

2800 MECHELEN Oude Brusselsestraat 8 Oude Brusselsestraat 14

016 80 47 11

03 213 92 80

059 55 19 19

051 26 06 00

8700 TIELT Tramstraat 10

8630 VEURNE Duinkerkestraat 17 Oude Beestenmarkt 6

2500 LIER Kruisbogenhofstraat 23 & 27

056 24 24 50

8400 OOSTENDE Wapenplein 10

2200 HERENTALS Belgiëlaan 52a Lierseweg 86 Atealaan 65 bus 3

Andere Diensten

052 31 16 36

3300 TIENEN Goossensvest 42

051 50 04 01

PROVIKMO

LIMBURG 089 35 30 86 011 26 31 71

011 26 30 30 011 64 24 81

ADMB KINDERBIJSLAGFONDS Sint-Clarastraat 48 - 8000 Brugge - 050 474 111 • Koning Leopold I-straat 18 - 8500 Kortrijk - 056 26 42 50

31


DRIEMAANDELIJKS - JAARGANG 52 NUMMER 3 - MEI 2007 HOOFDKANTOOR: SINT-CLARASTRAAT 48, 8000 BRUGGE AFGIFTEKANTOOR: GENT X - P 409699

TIJDSCHRIFT


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.