Het magazine voor studenten van de CHE | www.adremonline.nl | @AdRemOnline | editie 1 - Jaargang 19
ANGST & moed
BIG BOSS CHE >> 4
MANK EN MOEDIG >> 19
LANGE LIEFDE >> 10
“Ik vind mijn eigen humor erg leuk”
Durven dealen met een dwarslaesie
“Blijf juist afgezaagde vragen stellen”
Inhoud
Redactioneel
Soms is ons leven net een slackline Hier is ie dan, de nieuwe Ad Rem! Mooi is ie geworden hé? In plaats van een krant lees je nu een magazine. Wij vonden dat we ons niet meer verantwoordelijk hoefden te voelen voor het nieuws, dat vinden jullie toch wel op de site.
Samen met een nieuwe redactie zijn we vol goede moed aan de slag gegaan. Met een lach, een traan en wat zweet zijn de verhalen en de foto’s gemaakt. Ook de opmaakredactie moet niet vergeten worden, wat hebben zij hard gewerkt. Het resultaat mag er dan ook zijn. Bedankt dames! Dit eerste nummer staat in het teken van angst en moed. Een alomvattend thema. Het leven zelf vraagt al genoeg moed, want telkens is er weer die angst. Angst om afgewezen te worden, angst om ziek te worden, angst om iets niet goed te doen. Soms is het leven alsof we slacklinen, zoals Annelieke (op de cover). Het vraagt moed om je leven in balans te houden. In mijn zoektocht naar de definitie van moed stuitte ik op een treurig feit: er bestaat geen volledige definitie van moed. Plato, Socrates, Nikias (een Atheense generaal), Thomas van Aquina, Spinoza en Nietzsche hebben alle geprobeerd om ‘moed’ te duiden. Maar geen van allen slaagde erin om het begrip volledig te definiëren. Dit komt doordat moed het gebied tussen lichaam en geest overbrugt. ‘Moed openbaart zich na angst’, zo zegt Harmen van Wijnen op pagina 4. Juist op die
kwetsbare momenten zijn we het moedigst. Ook docente Marja van Helden weet hier iets over te vertellen op pagina 17. Als student wordt er veel van je gevraagd. Soms kan de vraag in ons opkomen waarvoor we het allemaal doen. Met de nieuwe rubriek ‘Waar kom ik terecht’ hopen we met verhalen van oudstudenten je energie te geven om vol goede moed volgende week dat tentamen te maken. Ook de handige relatietips op pagina 11 zou ik niet overslaan. Want hoeveel moed hebben we soms niet nodig in relaties? ‘Gewoon er op af stappen’ adviseert Kenneth Watson op pagina 7. Juist dat ‘gewoon doen’ is volgens mij de simpelste, maar volledigste definitie van moed. Daar waar de geest tekort schiet, lost het lichaam het op of andersom: daar waar het lichaam tekort schiet, lost de geest het op. En doe je het gewoon, ga je ervoor. Niet bang om jezelf te zijn. We zijn allemaal mensen en waar mensen zijn worden fouten gemaakt. Leer van je fouten en wees moedig. En twijfel niet. Want als je naar je slackline kijkt of denkt ‘waar ben ik eigenlijk mee bezig’, gaat het fout. Zo, en nu is het tijd voor koffie. Geniet ervan en laat je koffie nog lekkerder smaken door de inspirerende verhalen van Ad Rem. Lisa Middelkoop PS. Check ook even de site – www.adremonline. nl. Voor nieuws wat je aangaat.
Lisa Middelkoop is samen met Anne Vader hoofdredacteur van Ad Rem.
2 Ad Rem
RUBRIEKEN 7
‘Beste Kenneth’ Kenneth Watson geeft antwoord
10
Love is in the air Over liefde en relaties
16
Grensverleggend Ervaringen uit Suriname
24
Recensies Boek, film & cd
26
Charlottes Creative Cooking Pasta met geitenkaas à la Ellen
27
Achter de schermen Belevenissen van de redactie
28
De Galspuwer Hoezo belangrijk?!
12
Waar kom ik terecht Portret alumnus Simon de Ridder
Gestraft met een ketchupdouche
20
COLUMNS 9
Op de cover
Angst vraagt moed Johan van Vugt
21
Ik heb duikplankenkoorts Bas Derks
13
Van der G. is een laffe lefgozer Jeroen Schalk
Pasta met geitenkaas van Charlotte
26
Slacklinen heet het. Ofwel lopen over een strakgespannen elastiek – de slack. Annelieke Tielbeek (18) doet het nu een paar weken. Met een groep fanatiekelingen slacklinet ze tussen twee bomen in, vlak voor de hoofdingang van de CHE. “Ik dacht: dat doe ik wel effe, maar dat viel best tegen,” vertelt de eerstejaarsstudente SPH/MWD. “Je begint laag. Eén of twee meter boven de grond is zo eng nog niet, maar zodra je hoger zit, wordt het spannender. Sommige mensen slacklinen tussen twee hoge gebouwen of in de bergen. Dan riskeer je gewoon je leven.” Anneliekes ambitie ligt eerder bij kunstjes op het elastiek, zoals dansjes en salto’s. Maar eerst wil ze meer oefenen op de ‘gewone’ stapjes. “Het is belangrijk dat je je focust op één punt. Je moet niet naar de slack kijken, dan ga je wiebelen. En als je je gaat afvragen ‘waar ben ik eigenlijk mee bezig’, gaat het mis. Ga gewoon!” Wat er zo leuk is aan slacklinen? “Het idee dat je over een lijn kan lopen. Dat zoiets gewoon kan, vind ik zo gaaf!” TEKST annE vadEr FoTo davE dE haan
Communicatieman bij catering company
12
VERHALEN 4
Harmen van Wijnen Portret nieuwe leider CHE
8
Studentenstad Ede Happen en snappen in the city
19
Levenslessen Van Marja van Helden
20
Studentikoos Gestraft met een ketchupdouche Ad Rem
3
4 Ad Rem
Portret
“Momenten van grootste moed zijn nadat ik angst in ogen keek” Creatief, humoristisch, ambitieus, gezellig en nieuwsgierig. Zo omschrijft de 45-jarige Harmen van Wijnen zichzelf. De nieuwe voorzitter van het College van Bestuur moet even nadenken voor hij het weet. “God is het meest creatieve wat je kunt bedenken, dat inspireert mij weer om creatief te zijn.” TEKST hanneke van olst FOTO Xander de rooij
Van zijn eigen studententijd heeft Van Wijnen niet uitbundig genoten. Zijn studie actuariële wetenschappen rondt hij in 3,5 jaar af, terwijl er vijf jaar voor staat. Achteraf heeft hij daar spijt van. “Ik wilde zo snel mogelijk van de universiteit, investeerde helemaal niet in relaties en zat niet op een studentenvereniging. Studeren heb ik echt gezien als een noodzakelijke tussenfase om te beginnen met het echte leven.” Hij raadt de huidige studenten aan het anders te doen. “Investeer in sociale contacten, zorg dat je vrienden om je heen hebt, dat je plekken hebt waar je dingen kunt delen. Dat je kunt praten en genieten, daar heb je de rest van je leven wat aan.”
Carrièreswitch
Na een job bij Ernst & Young en de jongerenorganisatie van de PKN, maakt Van Wijnen met het voorzitterschap op de CHE zijn derde carrièreswitch. De nieuwe voorzitter geeft aan humoristisch te zijn, maar erkent dat collega’s dit niet altijd goed opvatten. “Ik vind mijn eigen humor erg leuk, maar soms zijn mijn opmerkingen te bijdehand.” Hij heeft zijn team dan ook de opdracht gegeven om hem soms weer met beide benen op de grond te zetten. “Mijn slechtste eigenschap is dat ik soms arrogant kan overkomen. Ik heb heel snel een plaatje voor me hoe ik het wil, en daar kan ik heel vol van zijn. Dan hebben anderen het gevoel dat ze niks meer mogen inbrengen. Terwijl
ik dan gewoon het beste met ze voor heb.” Zijn beste eigenschap past juist goed bij zijn functie als voorzitter; Van Wijnen noemt zichzelf visionair en erg gedreven. “Ik heb een visie en kan dromen in combinatie met wilskracht, nieuwsgierigheid en creativiteit. Deze eigenschappen komen een voorzitter ten goede aangezien het zijn taak is om te bedenken waar we over tien jaar staan. Die koers naar de toekomst vind ik heel leuk.”
Het directe contact met studenten inspireert me meer dan welke filosoof of theoloog dan ook Moed Toch beangstigt het onbekende hem tegelijkertijd. “Vroeger was ik dat jongetje dat alles berekende en in hokjes en vakjes stopte. Ik heb geleerd om dat los te laten, maar soms vind ik het nog angstig om te denken: we zien het wel. Het was heel wat voor mij dat ik bedacht dat ik een nieuwe baan wilde, maar niet wat wist voor baan. En toen kwam de CHE op
mijn pad. Uiteindelijk ontdek je dat je denkt dat je alles onder controle hebt, maar dat je toch gedragen wordt door God.” Naast angstige kent Van Wijnen ook moedige momenten. “Vaak zijn dat dezelfde momenten, alleen iets later. De momenten van de grootste moed zijn de momenten nadat ik de angst in ogen keek. Bijvoorbeeld als je de confrontatie met iemand moet aangaan. Als je de moed hebt om dat te doen, levert het vaak enorm veel op.” Inspiratie De vacature van de CHE sprak van Wijnen, niet meteen aan. “Uiteindelijk ging ik het grote verhaal zien. Dat ik hier kan bijdragen aan een omgeving waarin duizenden jongeren gevormd worden tot mens, gelovige en professional.” Studenten inspireren Van Wijnen erg. “Het directe contact met studenten inspireert me meer dan welke filosoof of theoloog dan ook. Gesprekken die verder gaan dan het zakelijke, dat vind ik mooi.” Ideeën heeft Van Wijnen al genoeg voor de CHE. “We zijn heel erg bezig om studenten binnen te halen op onze school, maar we moeten ons tegelijk ook meer naar buiten richten. Dat we professionals met een eigen identiteit weer laten gaan. Die wisselwerking tussen het werkveld en de opleiding kan beter. Ook moeten we open zijn naar de buitenwereld als christen. Christen-zijn moet je leven.”
Ad Rem
5
Kun jij sport en communicatie combineren?
Je kamer ziet er goed uit en de huurbaas zorgt ervoor dat het veilig is. Maar is het ook veilig? Zeg nooit nooit! Brand kan ook jou overkomen. Zorg dat jij en je kamergenoten je kunt redden in nood. Van jou wordt ook verantwoordelijkheid verwacht. Wat denk je van: • niet rommelen met electrische installaties • geen gangen en trappen blokkeren met fietsen, stoelen en andere troep • rook niet in bed en laat de televisie niet op stand-by staan • laat rookmelders hangen en zorg dat ze blijven werken • brandblussers vrij houden om te gebruiken Ga een keer met elkaar om tafel zitten en bespreek wat je doet als er brand uitbreekt of als er een calamiteit is. Oefen eens samen je vluchtgedrag! Meer info op:
Postbus 172
Kom dan stage lopen bij Sportservice Ede
6710 BD Ede Tel. 0318 - 692506 www.sportservice-ede.nl info@sportservice-ede.nl
Kenneth geeft antwoord
Beste Kenneth, Dit jaar ben ik met mijn studie aan de CHE begonnen. Een van de jongens, die ik hier in Ede ontmoet heb, vind ik echt een lekker ding. Hij is grappig maar ook serieus. Als ik alleen op mijn kamer ben, denk ik best veel aan hem. En als ik hem in de gangen op school plotseling tegenkom, weet ik vaak niet wat ik moet zeggen. Eigenlijk zou ik graag meer met hem willen. Ik vraag me af hoe ik zoiets moet aanpakken. Ik wil mezelf niet te kijk zetten. Maar ja, als ik niets doe, gebeurt er ook niets. Mijn vriendinnen zeggen dat ik moet afwachten tot hij de eerste move maakt. Maar wat nou als hij dat niet doet? Wat vindt u? Moet ik het initiatief nemen, of moet ik wachten tot hij dat (hopelijk) doet? Ik zit hier hartstikke mee in mijn maag. TWIJFELENDE STUDENTE
Beste twijfelende studente, Boeiend hoe je deze jongen omschrijft! Een lekker ding… Moest als man even slikken toen ik dat las, want meestal zijn mannen de jagers en vrouwen de (gewillige?) prooien. Ik realiseerde mij dat ik veel weet over hoe jongens meisjes versieren, maar verdraaid weinig over hoe meisjes dat aanpakken richting jongens. Je komt dan uit op de gebruikelijke clichés. Mannen kicken vooral op vrouwen met een leuk uiterlijk; niet intelligenter dan hij en bij voorkeur met een vrolijk karakter. Hoe beter vrouwen hun ego weten te bespelen en hen het gevoel geven dat er geen betere man te vinden is dan hij, hoe meer kans ze maken. In het verre oosten en in Zuid-Europese landen beheersen de vrouwen dat spel beter dan in Nederland. Tussen de vier muren van de slaapkamer zijn zij vaak ‘de baas’ maar daarbuiten spelen ze het spel van de onderdanige, zorgzame vrouw uitstekend mee. In het openbaar spreken ze hun man nooit tegen. Thuis maken ze zijn dagelijks leven zo aangenaam mogelijk; zonder te zeuren over huishoudelijke taken en verplichte papadagen. Mannenbladen publiceren af en toe stukjes over gescheiden Nederlandse mannen die een oosterse vrouw hebben ontmoet, daarmee hertrouwd zijn en graag toegeven het nooit meer anders te willen. Voor hen geen assertieve Nederlandse vrouw meer. Ze laten zich gewoon graag vertroetelen. Omgekeerd blijken deze mannen hun vrouw daar echter ongevraagd veel voor terug te geven. Maar, om Johan Cruyff te citeren, ‘je gaat het pas zien als je het doorhebt!’ Natuurlijk zeggen geëmancipeerde Nederlandse vrouwen te ‘walgen’ van dit soort verhaaltjes, die volgens hen duiden op een ‘achterlijke’ cultuur. Man en vrouw
zijn immers gelijkwaardig. Waarom zou zij zich onderdanig moeten opstellen? Ook in traditionele christelijke gezinnen is zo’n oosterse rolverdeling al lang niet meer vanzelfsprekend. Al is de man in naam het hoofd van het gezin, de vrouw is de nek waarop het hoofd rust en die is minstens zo belangrijk. Uit mijn deskresearch in vrouwenbladen én in stukjes op internet maak ik echter op dat de moderne vrouw diep in haar binnenste wel degelijk snakt naar een mannelijke man. Een man naar wie ze kan opkijken en kan bewonderen, die haar stabiliteit in het leven kan bieden en die haar kan laten lachen. Helaas, zo stelde een vrouw, zijn echte mannen te vergelijken met parkeerplaatsen. “De goeie zijn het snelst bezet en zij, die nog vrij zijn, zijn voor gehandicapten.” De moderne vrouw valt dus weer op ‘mannen met ballen’ en niet op ‘softe watjes’. Maar mannelijke mannen zijn dus schaars… en stereotypen kloppen vaak niet. Mijn advies aan jou is daarom om jullie vriendschap geleidelijk uit te bouwen. Probeer activiteiten te plannen, die jullie samen leuk vinden. Dansen? Sporten? Wees ook in de omgang speels en ongrijpbaar, zodat hij om je moet lachen. Als hij zich beter voelt met jou dan zonder jou, dan ben je op de goede weg. Leer hem aanvoelen… Blijf echter altijd jezelf en doe je niet anders voor dan je bent. Word alsjeblieft niet ‘klef ’ en claimend. Dat is wel zo’n afknapper voor jongens. Houd de spanning erin. Het moment komt dan vanzelf dat jullie elkaar in de ogen kijken en plotseling meer zien en voelen dan ooit te voren. De beroemde Engelse dichter Alfred Lord Tennyson schreef ooit “It’s better to have loved and lost than never to have loved at all”. Erop af dus! KENNETH WATSON
Heb jij ook een vraag over liefde, studie of geloof aan Kenneth? Mail dan naar adrem@che.nl. Je blijft anoniem. Ad Rem
7
Achtergrond
Lekker ‘thuis’ happen en stappen Een bruisende studentenstad. Als het aan de gemeente ligt, is Ede dat in het jaar 2025. Daarom organiseert Citymarketing Ede ‘Happen en Stappen’. Volgens Marieke Laméris van Citymarketing, is dit een leuke nieuwe traditie waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten en wat zorgt voor meer verbondenheid met Ede. TEKST sophie hol foto Xander de rooij
Citymarketing is naar aanleiding van een onderzoek van de jongerenraad al met meerdere jongerenthema’s aan het werk. Zo kwam er uit het onderzoek dat er een grote wens is naar een stadspark. Een plek om te ontspannen en elkaar te ontmoeten, met toegang tot alle huidige technologische ontwikkelingen, zoals WIFI. In het najaar wordt er een loket gecreëerd om een brug te slaan tussen werkgevers en studenten. Zo moet het makkelijker worden om elkaar te vinden. Veel studenten hebben vaak een stage onnodig ver weg. Het doel is om 3000 studenten per jaar bij Edese bedrijven stage te laten lopen. Een belangrijke conclusie van het onderzoek is dat er steeds meer te doen is in Ede. Maar vaak weten jongeren dat niet. Daarom komt er dit najaar een website en een app, waar eenvoudig en snel alle gebeurtenissen in Ede op een rij staan. 3 oktober waren de eerste plannen een feit. De nieuwste ontwikkeling is het ´Happen en Stappen´ op de donderdagavond.
Studentenstad
Elk jaar komen er weer honderden nieuwe studenten bij, Ede noemt zichzelf dan ook studentenstad. Alleen ontbrak het volgens Marieke Laméris aan een stukje verbondenheid tussen de stad en de studenten. Dit blijkt uit verschillende gesprekken met de Navigators Studentenvereniging Ede, Alpha-Ede en de jongerenraad. Daar lag voor Citymarkting een nieuwe uitdaging. Na een tijdje brainstormen
met de studentenvereniging kwam er een plan. De verschillende partijen werden bij elkaar gezocht en bijna het gehele Museumplein werd erbij betrokken. De kroegen en de eetcafétjes op het Museumplein staan centraal bij de ´Happen en Stappen´ avonden. Zij hebben verschillende aanbiedingen, om het avondje uit dicht bij huis toegankelijk te maken voor het studentenbudget. Ook ‘Uit in Ede’, een organisatie met vrije tijdsaanbod is erbij betrokken. Laméris: “Eerst kan je voor een klein prijsje een lekkere daghap eten in één van de gezellige eetcafétjes en daarna kan je gelijk de dichtstbijzijnde kroeg in. Ook de kroeg heeft speciaal voor de avond studentenaanbiedingen. We hopen dat de jongeren daardoor in het weekend niet terug naar huis gaan, maar in Ede blijven. Zo kunnen ze zich in Ede meer thuis gaan voelen en Ede beter leren kennen.”
Activiteiten
Er zijn voor de avond extra, speciale activiteiten geregeld. Zo hebben de kroegen samen een groot podium voor op het Museumplein, die zal dienen als een open podium. Daar kunnen beginnende bandjes en artiesten zich tentoonstellen en zich profileren met Ede. Ook de CHE Live band krijgt de mogelijkheid om daar op te treden. Maar de studentenavond is zeker niet alleen voor studenten uit Ede. Het is de bedoeling dat de jongeren in de omliggende plaatsen als Wageningen, Veenendaal en Bennekom ook naar de speciaal voor studenten georganiseerde avond komen. Marieke vertelt dat de gemeente dit niet voor zichzelf organiseert, maar voor de studenten. “We doen het niet om er als gemeente beter van te worden, maar om de gemeenschap te verbeteren. Het is niet vanuit de angst dat Ede straks leeg loopt, maar juist het luisteren naar je inwoners. De jongeren geven hun behoeften aan. Nu proberen wij het onbekende bekend te maken.”
Stabiele toekomst
De gemeente Ede verwacht dat veel studenten na het afronden van hun studie in Ede blijven wonen. Marieke: “In Ede en omgeving is relatief veel werk en de toekomstverwachting is dat de werkgelegenheid blijft stijgen. Het idee is dat veel ex-studenten blijven wo-
8 Ad Rem
Gastcolumn
ANGST VRAAGT MOED De toekomstverwachting is dat de werkgelegenheid in Ede blijft stijgen nen bij hun baan en de plek waar ze een band mee op hebben gebouwd. Terwijl aan de andere kant de bedrijven weer staan te springen om nieuwe studenten, om de bijbaantjes op te vullen.” Ook worden er in Ede nieuwe woningen voor verschillende doelgroepen gecreëerd. Volgens Laméris bevat Ede alles wat een stad nodig heeft zoals: banen, sportgelegenheid, scholen en een betrokken levendig centrum. Citymarketing ziet zichzelf als een tussenpersoon die de juiste partijen bij elkaar bracht. “Wij hebben gezorgd dat de verschillende stappen één geheel gingen vormen, hebben de juiste partijen bij elkaar gezet en samenwerking tot stand laten komen.” In de toekomst hoopt Citymarketing dat de studenten het organiseren zelf op zich zullen gaan nemen, zoals het nu al vanuit de studentenverenigingen gebeurt. “Als de mogelijkheden er zijn is het de meest logische manier dat de studenten het zelf zullen gaan organiseren. Zij weten zelf ook het beste wat ze graag willen.” Citymarketing is vooral in het begin van belang, om ‘Happen en Stappen’ tot een succes te maken. Marieke Laméris gelooft dat het voor het grootste gedeelte afhangt van de mond-tot-mondreclame. “Ik wil studenten uitdagen om te komen en zelf het te ervaren. Het moet groeien en als er goede reacties komen, komen er steeds meer jongeren uit de omgeving op af.”
Reactie student
Jonathan Bergmann, student aan de CHE vond het een geslaagde avond. “Ik vond het hartstikke gezellig. Tien bier voor vijftien euro is een goede deal. De live muziek die er was, was leuk. Ik vond het een leuk initiatief wat ook best vaker mag zodat het verder kan groeien. Allicht dat het dan ook studenten buiten de studentenvereniging aantrekt, volgens mij was het nu vooral NSEde in ‘De Sub,’ stukje Alpha-Ede in ‘De Compaen’ en verder alleen de vaste donderdagklanten. Of het andere studenten heeft getrokken vraag ik me af.”
Johan van Vugt, Docent Psychologie en Coaching, Academie voor Sociale Studies
Psychologie en filosofie vertellen ons, dat angst dé basisemotie is. Angst als gebrek aan vertrouwen is misschien wel dé verklaring voor het voortduren van de economische crisis. De vertrouwenscrisis heeft angst als basis. Ik ken die angst.
Ik vertrouw ook niemand meer. Is die charlatan aan de deur met zijn acties voor energie en isolatie wel echt? Ik heb het idee dat ik in een fuik zwem, waar ik niet in wil zitten. En die politieman die mij aanhoudt: is die wel echt? En die persoon die mij zo aankijkt in de trein: wat wil die van mij? Hoe harder Mark Rutte lacht, hoe minder ik hem vertrouw. Zelfs als Van der Staaij met het hele kabinet naar de Ark van Noach wil, vertrouw ik het niet. Wat weet hij, wat ik niet weet? Is hij net als Noach met iets bezig en mis ik straks de boot? Angst heeft verschillende effecten. Het verlamt. Of doet vluchten. In angst kan ik iemand aanvliegen. Angst beschermt, het is een signaal. Het spreekwoord zegt: “Angst is een slechte raadgever”. Gevoelens van angst confronteren mij met het feit dat ik leef en dat het kan ophouden. Angst kent vele verschijningsvormen, zoals de angst voor het niets, voor volwassenheid, voor binding, voor spinnen. En deze basisemotie is buitengewoon besmettelijk. Het heeft invloed om mensen om mij heen, mijn kinderen.
Ik kreeg deze week een mail onder ogen: onze twee grootste angsten zijn (1) de angst om de controle te verliezen en (2) de angst om niet geliefd te zijn. Confronterend!? Juist door je angsten onder ogen te zien, zal je je sterker voelen dan ooit en daarmee krijg je meteen meer (zelf) vertrouwen, zegt hetzelfde mailtje. Het Engels heeft daar een mooie uitdrukking voor: ‘The only way out, is to go in.’ Dealen met je angsten of onzekerheden, vraagt moed. En dat moet. Moeilijk, moeizaam! Het kan simpeler. Gewoon ontkennen dat de angst of onzekerheid er is. Overschreeuwen. Negeren. Op korte termijn de makkelijkste oplossing. Op lange termijn schadelijk en ongezond. The only way out, is to go in. Daar is moed voor nodig. Soms gaat dat niet alleen. Het hoeft ook niet alleen. De Bijbel zegt: Vreest niet, Ik heb alle macht. Als medelijdende Hogepriester ken Ik jouw angst. Ik ben erbij. Tot het einde! (Matth.28). Hij weet waar Hij het over heeft. Ook Hij ging erin en er doorheen. En overwon.
Ad Rem
9
Love is in the air
“Je moeder kan de boom in, ga maar alleen terug” Daniël van den Bos, docent recht aan de CHE, is al 38 jaar getrouwd met zijn Marijke. Hij is onafscheidelijk van zijn gitaar en zij is één van de
4
voorgangers van de oecumenische gemeente Emmaüs in Ede. TEKST niEnKE lEEndErTSE
“Marijke en ik kennen elkaar van kinds af aan. We groeiden op in de Christelijk Gereformeerde Kerk. Marijke was vijftien, ik zeventien. Er was al een vriendschap voordat we echt verliefd waren. Ik dacht dat ik verliefd was, maar ik wist eigenlijk niet wat dat was. Misschien had ik het niet in me om waanzinnig verliefd te worden. Ik maakte het tot twee keer toe uit. De derde keer vroeg ik haar in de Volkswagen Kever van mijn moeder en spraken we af om het een maand te proberen. We hadden hele gesprekken over God, maar ook over The Beatles. We overstegen verschillen en zaten al snel op één lijn. In die tijd had je geen seks voor het huwelijk, daar waren wij het helemaal mee eens. Toch is drieënhalf jaar verkering lang om vol te houden.
Voor altijd verbonden
In die Volkswagen Kever zijn we ook getrouwd. Daarna woonden we drie jaar in Israël. Er gebeurde veel in ons leven. Maar hoewel we samen waren, bleven we ook twee individuen. We ervoeren dingen soms anders. Marijke had heimwee en haar moeder wilde dat zij terugkwam. Maar ik kwam uit een gezin waarin ieder z’n eigen gang ging en ik dacht: ‘Je moeder kan de boom in, ga maar alleen terug’. Ik ben blij met Marijke tot op de dag van van-
10 Ad Rem
daag. We hebben samen kinderen, zijn op vele plaatsen geweest en hebben veel moeilijke dingen meegemaakt. Zij is steeds mijn maatje geweest, mijn beste vriendin. Dat noem ik lotsverbondenheid. Daarnaast is tederheid voor mij één van de belangrijkste dingen in het leven. Dat zou ik het meeste missen als dat er niet meer zou zijn. Een voorbeeld daarvan is dat mijn vrouw en ik elkaar elke week voor de sabbatmaaltijd zegenen. Die oude woorden maken een enorme indruk op mij,
dat gaat direct door mijn hart heen. God werkt door ons heen, in Marijkes aanraking is Hij heel dichtbij. Zij is de veilige haven bij wie ik mij altijd thuis voel. Zij zal mij nooit de grond inboren of uitlachen.
De geur van sleur
Ik vind het niet erg om elke morgen weer naast dezelfde vrouw wakker te worden, heerlijk toch? Een affaire zou ik me niet voor kunnen stellen. Je
Fictie
Relatietips
3
1. Leuk of niet leuk, we zijn allemaal beïnvloed door onze opvoeding en het gezin waarin we zijn opgegroeid. Leer niet alleen elkaar maar ook elkaars gezin kennen. 2. Blijf voor altijd naar elkaar op zoek, naar wie de ander is, wat de ander beweegt. Het zijn juist de afgezaagde vragen die je moet blijven stellen. 3. Seks is belangrijk maar maak het niet tot een big deal. Leer elkaar gewoon vast te houden en daar rust in te vinden. Oefen bijvoorbeeld door in elkaars armen te liggen en stil te zijn. Voel dat die ander er is, voel dat het goed is, voel dat je veilig bent.
Misschien had ik het niet in me om waanzinnig verliefd te worden moet naar elkaar op zoek blijven. Als ik kijk naar mijn vrouw, zie ik meer dan de vrouw met wie ik 38 jaar getrouwd ben. Het zijn juist de afgezaagde vragen die je moet blijven stellen. En doordat we ons eigen ding blijven doen hebben we elkaar altijd iets te vertellen.
Waar liefde is..
Ten slotte: leer elkaar goed kennen. En als je nog geen relatie hebt kun je ruimtes betreden waar je mensen ontmoet, op internet of in real-life, maar leer elkaar kennen! Dit geldt ook voor homo- en lesborelaties. Het doet mij pijn om te zien hoe weinig aanvaarding er voor hen is in veel kerken. Mensen worden gedwongen te doen alsof ze hetero zijn of moeten levenslang alleen blijven. Hetero’s moeten bij zichzelf nagaan hoe discriminerend ze zijn. God is liefde. Waar liefde is, daar is God. Ook moeten wij mannen tederheid leren. Door (porno)films is seks een big deal geworden. Mannen met geweldige seks zijn het helemaal en vrouwen moeten die geweldige seks waarmaken. Zij moeten voldoen aan het schoonheidsideaal, één pukkeltje is al fataal. De energie die daarvoor nodig is kun je beter in een relatie stoppen. Leer om voorzichtig te zijn, elkaar gewoon vast te houden en rust te vinden, je hoeft geen show op te voeren.”
Josefien en het verband voor de ziel Een lichte sluimering maakte zich tegen de avond meester van de ruimtelijk omgeving van de CHE. Toch scheen er door één raam van de CHE een klein lichtje. Een verpleegkundestudente was in alle wirwar van het leren, vergeten de school te verlaten. Ze bevond zich nu moederziel alleen in een bed, zich opmakend om te gaan slapen. Na haar gebedje en een bemoedigend stukje Bijbel, het verhaal van Jozef in de put, vond ze genoeg kracht om zich bij de situatie neer te leggen en te gaan slapen. Morgen zou alles weer hetzelfde zijn.
R
Ontmoeting bij de deur Na vijf dankbare minuten in haar bed, hoorde ze een geluid uit de gang. Het geluid was schrikken, maar het kreunende gemurmel dat volgde, maakte dat de rillingen over haar lijf liepen. Ze schoot wit weg, behalve haar blauwe ogen die nog helderder schenen dan de kleine sterretjes aan de hemel. En natuurlijk een bruin plekje in het blauwe gedeelte van haar linkeroog dat er al sinds haar geboorte zat. Was dit een ongenodigde gast?! In de gang klonken stappen en voor haar deur hielden ze stand. “&#@$@”, dacht ze bij zichzelf. Waarom wil ik ook altijd met licht aan slapen? De deur ging zachtjes open en een hese, maar mannelijke stem zei vragend: “Hallo, is daar iemand?” Haar stem stokte, waarop de deur openging en een silhouet verscheen die vroeg: “Wie ben je?” Hoewel ze zichzelf niet wilde identificeren aan deze onbekende, sprak ze moedig: “Josefien. Ik studeer verpleegkunde en in al mijn studeren vergat ik de tijd. Nu ben ik gevangen tot de volgende morgen.” Ontknoping Een kort gegrinnik, een doffe klap en in een flits waren alle lampen gericht op de scene die zich afspeelde. “Mijn naam is Ruben. Ik ben ook gevangen en mijn touw vergeten. Al is dat een bewuste keuze. Ik studeer journalistiek en ik kom waar dingen vergeten worden. Ik heb mijn onderwerp gevonden, zo te zien.” Terwijl de nachtelijke donkerheid zich buiten verschanste, ontwikkelde er in hun binnenste een nieuw lichtje. Ze bespraken alle docenten, de saaie vakken, de nog saaiere vakken en de laatste bijbelbespreking die nergens over ging. Maar het maakte niet uit. Ze hadden elkaar, voor één nacht. Tot dan toe natuurlijk. Want na al haar gedachtes bleek de volgende dag niet meer dezelfde te zijn.
B
Wordt vervolgd.
TEKST rEiniEr huiSman Ad Rem
11
Portret
“Ik voel nog steeds wat voor spannende ervaring dat was”, aldus oudCHE-student Simon de Ridder over het project aan het eind van zijn eerste studiejaar. Tegenwoordig is hij hoofd Communicatie van Deli XL. Hoe is dat zo gekomen? TEKST Simon Fousert Foto Dave de haan
12 Ad Rem
Simon was een slimme jongen. What’s in a name, zeg ik maar. Het vierde jaar van het vwo verliep echter niet zoals gepland. Het niveau kon hij wel aan, maar de motivatie was hij compleet kwijt. Het jaar daarop ging Simon verder met jaar vier van de havo, en oriënteerde hij zich alvast op de toekomst. Geschiedenis en journalistiek waren opties die hem aanspraken, maar bleken voor hem toch niet de juiste studies. “Ik wilde toch meer bezig zijn met het heden en de toekomst. Bovendien kwam ik erachter dat ik meer iemand ben die zelf de regie wil, het liefst aan het stuur zit en mede wil bepalen in plaats van verslag doen en ergens achter aan lopen. Toen koos ik met volle overtuiging voor communicatie.” Goed, je weet wat je wilt maar je moet nog wel een hogeschool kiezen die bij je past. Waarom koos Simon in 2000 voor de CHE en niet voor Windesheim Zwolle? Was dit uiteindelijk de juiste keuze? “De CHE is gewoon een rete-goeie school. Vanaf mijn bezoek aan de open dag voelde ik me meteen thuis. De kleinschaligheid sprak me aan, terwijl ik het in Zwolle op dat moment onpersoonlijk en rommelig vond. Ook zag ik op de CHE het goede contact tussen een docent en student.
Column
De christelijke identiteit speelde een rol, maar geen hoofdrol. Ik geloof dat je moet gaan voor waar je hart ligt. Je moet niet voor de CHE kiezen omdat je dan in je eigen wereldje blijft dobberen. Ik koos voor de inhoud en het onderwijs. Maar als er in Zwolle een betere communicatieopleiding was, koos ik voor Windesheim. Ik wil namelijk goed zijn in wat ik doe. Ik had een hele goede tijd in Ede en de identiteit van de school was goed voor mijn persoonlijke ontwikkeling en geloof.”
VAN DER G. IS EEN LAFFE LEFGOZER
Van student naar werknemer
Voor veel net afgestudeerde studenten is een fulltime bestaan als werknemer wel even aanpoten geblazen. Simon ervoer die overstap niet op die manier. “De overgang van het vrije, speelse leven van een student naar een hardwerkende burger was voor mij heel geleidelijk. Ik ben een vrij zakelijk persoon en ook de discipline die bij een werkend leven hoort, had ik al in me zitten. Onder andere door het opstarten van een communicatiebureau met een studiegenoot. Daarnaast had ik de ervaring van twee uitdagende stages op zak.” Na een tijd werken bij een advocatenkantoor werkt hij nu bij foodservice groothandel Deli XL: “Ik ben verantwoordelijk voor de corporate communicatie bij Deli XL. Dat betekent dat ik verantwoordelijk ben voor de reputatie en uitstraling van Deli XL naar buiten toe. Ik doe onder meer de interne communicatie en sta de media te woord. Dit doe ik in mijn eentje, de drie collega’s die ik onder me had zijn helaas wegbezuinigd. Die werkzaamheden vang ik nu op, wat een grote uitdaging is. Deli XL is een grote organisatie; vijftien vestigingen in Nederland met tweeduizend werknemers. Onze vestigingen hebben veel eigen ondernemerschap. Het is mijn taak om een consequent merk neer te zetten voor alle verschillende doelgroepen voor wie we werken”. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Zeker niet met de extra uitdaging van de laatste jaren die bekend staat als ‘de economische crisis’. Ook Deli XL heeft te maken met dit fenomeen. “In de zorg bezuinigen ze op een maaltijd en in de horeca gaan er minder mensen uit eten. Werknemers nemen eerder een broodje van huis mee, in plaats van te genieten van de bedrijfscatering. Daar hebben wij last van. De containers in onze vrachtwagens zitten nu minder vol. De chauffeur, magazijnmedewerker en vrachtauto blijven echter wel nodig. Het kostenniveau werd te hoog en daarom hebben we zo’n zeventig á tachtig man in de staf moeten laten gaan. Voor één communicatieadviseur kun je twee magazijnmedewerkers aan het werk houden. Hierdoor blijft de werkgelegenheid in lagere delen van de organisatie wel redelijk op peil. Of ik al lichtpuntjes zie? Nee. Voor het komende jaar, misschien zelfs in anderhalf jaar zie ik nog geen verbetering.” Met Deli XL gaat het dus goed, hoewel het geen makkelijke tijd is. Zo is het ook met het leven.“We nemen het zoals het komt, maar vaak komt het niet”, zong Brigitte Kraandorp al eens. Simon ervoer dat het erg belangrijk is om goede begeleiding om je heen te hebben: “Als persoon groei je niet alleen door bezig te zijn met vakinhoudelijke dingen, maar juist ook door met mensen mee te gaan die al een stuk verder zijn dan jezelf. Ik had het geluk dat ik tijdens mijn stages, mijn eerste baan en nu ook bij Deli XL goede begeleiders en leidinggevenden heb gehad van wie ik ook op persoonlijk vlak veel leerde. Aan de ene kant had ik de ambitie en daadkracht. Aan de andere kant heb ik de steun en support van anderen om me heen. Dat is ook wat ik studenten en anderen wil meegeven: zoek inspirerende voorbeelden om mee op te trekken.”
Jeroen Schalk is een nondualistische, niet-gelovige cultuurkatholiek.
Een leeftijddifferentiatie mag er dan wel zijn op de CHE, toch moet iedereen zich nog helder voor de geest kunnen halen dat Pim Fortuyn op 6 mei 2002 vermoord werd. Politieke moord, een schrijnende primeur in Nederland. Milieuactivist Volkert van der Graaf was de dader, waardoor hij sindsdien als Van der G. door het leven gaat. In gevangenschap; op het moment van schrijven is de discussie rondom zijn proefverlof in volle gang. Ik heb de daad altijd verafschuwd. Niet omdat de moord politieke motieven heeft, maar omdat het om moord gaat. Dat het om levensberoving gaat en de ernst ervan, behoeft geen uitleg. De interpretatie ervan vind ik wel het uitgraven waard. Getuigt zijn daad van angst of moed, van lef of laf? Deze laatste twee schelen één letter, zoals literair schrijver Maarten ’t Hart in zijn boek De Nakomer schreef. Van der G. is een held op sokken, gemaakt van diervriendelijk materiaal. Hij was beslist niet pro-Pim en kwam zo tot zijn daad. Eén die ik afkeur op basis van de daad, niet het motief. Zonde is zonde, daarin moeten de christenen van de CHE het toch met deze religierelativist eens zijn. Dat Fortuyn, medio 2002 de politicus waar het allemaal om draaide, het slachtoffer was, doet daar niets aan af. De status van Fortuyn. Juist dát speelde mee in de strafeis in 2003, namelijk 18 jaar cel. En het zal ongetwijfeld meespelen in de discussie rondom het proefverlof van de dader. De autoriteit van het slachtoffer benadrukken, zodat Van der G. er nog meer bekaaid vanaf komt. Dus straf voor de moordenaar, maar dan op basis van status en emotie. Twee fundamenten waarop een rechtsstaat onmogelijk kan bestaan. Angst en moed schelen weinig, voor slachtoffer én dader. De moord op Fortuyn is hier een schitterend en gruwelijk voorbeeld van. Dat Nederland hopeloos verdeeld is over Fortuyn, Van der G., diens daad en zijn mogelijke proefverlof laat zien dat alles weer relatief is. Om niet te verdwalen in dat relativisme, moet jurisprudentie de basis zijn voor rechtspraak. Altijd. Straffen om te straffen ontneemt iedere angstgegner er namelijk van om heldenmoed te verzamelen. Schuldig of niet.
Ad Rem
13
Dag eli j ks du rf om te gaan
14 Ad Rem
Ho Ch i Minh. Vietna m
Pag.
27
Beeld: Eline Lie ftink vertelt het verhaal achter d eze foto Ad Rem 15
Grensverleggend
“In Suriname is tekst en foto´s Arjanne Aleman
Lief reisdagboek, Geloof het of dat eerste ritje ten midden in moeten zijn).
niet, ik ben in Suriname! Geen herfst voor mij dit jaar. Gelijk met de taxi naar mijn nieuwe huis was al een belevenis. We zaeen tropische storm (too much voor de droge tijd, die er nu zou Halve bomen op de weg, waar we zigzaggend omheen reden.
Qua teksten kwam je ook de gekste dingen tegen. Gasbom te koop, zag ik staan. Huh, een bom? En daar maken ze reclame voor? Maar dat blijkt dus gewoon een gasfles te zijn. Straten hebben hier de meest wonderlijke namen. Nieuw Weergevondenweg bijvoorbeeld. Hoe is die naam tot stand gekomen? De straat was kwijt en ze hebben ‘em weergevonden? Ook kwam ik een begraafplaats tegen. De zeven padvinders. Waren de eerste klanten wellicht ‘zeven padvinders’? Maar misschien zoek ik er teveel achter. En dan de taal. Lekker makkelijk, Nederlands. Nou… niet altijd. ‘Meisjes schijnen’ bijvoorbeeld, kwam ik laatst tegen. Vrij vertaald? Verlekkerd naar een meisje kijken. Zijn de jongens hier bijzonder goed in trouwens. Verder zeg je hier niet: “Jo, ik ga er weer eens vandoor.” Maar: “Jo, ik ga weer opstijgen.” Ja en de persoon in kwestie was gewoon met een brommer, niet met een vliegtuig. Daarnaast gebruiken ze werkelijk overal de werkwoorden gaan en zetten in een zin. “Als je wat minder wilt gaan zweten, zet je eerst even wat talkpoeder na het baden.” Ga ik nu eerst maar eens doen dan, want oi, wat is het warm! “Gezellig hapje eten bij Zus & Zo.”
Ik moet echt gaan minderen met de Borgoe-cola
“Prachtige lucht aan de Waterkant.”
16 Ad Rem
Grensverleggend
zelfs voetbal leuk” Lief reisdagboek, Ik ben vandaag superbrak na het stappen van vannacht. Geloof dat het weer half 6 is geworden. Wel grappig trouwens, de discotheken hebben hier geen vaste sluitingstijd. Ze blijven open tot het niet meer gezellig is. Maar ik moet echt eens gaan minderen met de Borgoe-cola, cola met heerlijke Surinaamse rum, want mijn maag protesteert er ietwat tegen. Na het bed uitgezweten te zijn rond 12 uur kwam mijn huisgenoot met het idee om naar een voetbalwedstrijd te gaan, De Presidents Cup. Ik geloof dat het vergelijkbaar is met de Super Cup maar eerlijk is eerlijk: als ik ergens geen verstand van heb is het wel voetbal. Doet er verder niet toe, want het was toch erg leuk. De President deed de kick-off.
“De jungle in tijdens een tripje naar het binnenland.”
In de laatste tien minuten van de wedstrijd, scoorde een team zijn derde doelpunt. Het publiek werd helemaal gek en zeker twintig man renden gewoon het veld op. Ik dacht eerst dat de wedstrijd was afgelopen, maar dat was helemaal niet zo. En ze lieten het gewoon toe. Na de wedstrijd op het veld, gewoon samen met de spelers. Wat een sfeer man, in Suriname is zelfs voetbal leuk! Geen supporters die met elkaar op de vuist gaan. We waren vrijwel de enige blanken daar. Wat een soort wonder is in deze door stagiair(e)s overspoelde stad. Leuke ervaring!
Tips voor grensverleggende studie tekst reinier huisman CHE-studenten Ceylan en Roos van de opleiding Communicatie studeren af aan de Bilgi Universiteit in Turkije. Ze vertoeven in een appartement in de oude stad. Hieronder vertellen ze kort over hun voorbereiding: • Zes maanden voor vertrek begonnen wij te overleggen met Marcel Catsburg, de Internationale coördinator voor Communicatie. • In de International Office op school hebben we alle bureaucratische zaken geregeld, zoals Erasmusbeurs aanvragen, formulieren versturen voor de instanties, et cetera. • Wij hebben zelf een appartement in Istanbul geregeld. Het is ook mogelijk om op de campus van de universiteit te wonen. • Afhankelijk van je levensstijl, is het financieel prima te redden met de Erasmusbeurs, OV-vergoeding en een spaarcentje. “Huis waar ik woon en redactie waar ik stage loop.” Ad Rem
17
18 Ad Rem
Levenslessen
Mank en Moedig Hoe Marja van Helden haar handicap handlet
Je zou zeggen dat een duidelijk zichtbare en vrij oncharmante handicap voor onzekerheid zorgt. Dit is niet het geval bij docente Marja van Helden. Haar loopje ziet er apart uit, maar ze is een van de meest zelfverzekerde personen die ik heb ontmoet. Hoe zit dat? TEKST FEMMEKE RIEZEBOSCH foto’s dave de haan Een vrolijke sessie ringzwaaien in de garage van Marja’s ouders eindigt dramatisch wanneer ze valt. Een dwarslaesie is het gevolg. De elfjarige Marja is tot haar nek verlamd. Gelukkig revalideert ze snel en kan ze tegen alle verwachtingen in binnen vijf maanden weer lopen, fietsen en zwemmen. Maar niet zoals vroeger. Het lopen ziet er apart en moeizaam uit en kost haar veel energie.
andere mensen niet was. Haar handicap riep vragen op, maar daar deed ze weinig mee. Inmiddels pakt ze dat anders aan. “Als ik aan het begin van het schooljaar een nieuwe groep studenten ontmoet met wie ik wat langer op ga trekken, vertel ik altijd kort iets over mezelf. ‘Jullie zien dat ik slecht ter been ben. Dat komt door een ongeluk, ik ben er aan gewend...’ Je weet wel, ik licht het even toe.”
36 jaar later is Marja onderwijscoördinator bij de opleiding voor godsdienstleraar, na te hebben gewerkt als onderzoeker voor de Universiteit Utrecht en als docente bij de Wittenberg. Ze staat voor groepen en geeft leiding. Niet een bepaald gehandicapt leven. Hoe beïnvloedt Marja’s beperking haar zelfbeeld? Is ze veel bezig met welke indruk ze maakt op mensen?
Maar op bijvoorbeeld een open dag, waar ze mensen maar een keer ontmoet, vindt ze dat niet relevant. “Dan noem ik mijn handicap niet. Omdat ik contact wil of moet maken laat ik duidelijk zien wie ik ben. Als mensen aarzelen om met mij contact te maken, ben ik proactief en neem ik initiatief om mensen aan te spreken.” Marja noemt die proactieve houding haar handicap ‘hanteren’, een kwestie van aanvaarden en bespreekbaar maken.
“In mijn gymnasiumtijd was ik me niet zo bewust van hoe ik overkwam. Mijn ouders deden ook niet alsof ik zo bijzonder was. Naar voren lopen in de klas voor een spreekbeurt was geen probleem, het was voor mij allemaal heel normaal. Natuurlijk merkte ik wel dat mensen op straat raar reageerden. Dat was vervelend, maar het waren incidenten.”
Hanteren
Marja’s beperking was voor haar zo vanzelfsprekend dat ze lange tijd niet doorhad dat dat voor
Liefdeswandelingen
Dat doet ze niet alleen in werksituaties maar ook in de liefde. Een van de eerste dingen die ze met haar man Arko deed, was wandelen. “We bespraken met een groep vrienden of we ergens lopend heen zouden gaan of niet. Ik zei: ‘Ik wil wel te voet als er iemand is die in mijn tempo wil gaan’. Dat was Arko. Op dat moment was voor mij heel duidelijk: als je iets met mij wilt, dan moet je je aanpassen. En dat doet ie nog steeds.”
De meeste stappen in haar carrière heeft Marja gezet door aanmoediging van anderen. Ze werd voor functies gevraagd of docenten zeiden tegen haar: ‘Promoveren kun jij wel, ga dat maar doen’. Tot er een tijd kwam waarin Marja onzeker werd. “’Menen mensen dit wel echt of ontzien ze me omdat ik een beperking heb? Zijn ze daarom sneller tevreden over mijn prestaties?’ vroeg ik me af.” Mede door de support van mensen om haar heen kwam Marja erachter dat die gedachte raar was. “Ik draag verantwoordelijkheid, ook voor anderen. Dan kun je niet zeggen ‘die is nou eenmaal gehandicapt, dus we laten haar maar aanmodderen’. Het vraagt wel moed om niet wantrouwend te zijn. Ik kies ervoor om complimenten serieus te nemen.”
Les
Veel studenten hebben wel iets wat hun functioneren beïnvloedt, ook dingen die niet zichtbaar zijn. Zware dyslexie, ADHD, autisme of een chronische ziekte. Voor deze studenten heeft Marja een waardevolle les. Het kostte haar zelf jaren om die onder de knie te krijgen. “Hanteer je beperking. Aanvaard dat iets een issue is en verzin een oplossing.” Geef bijvoorbeeld als ADHD’er bij groepswerk al vooraf aan dat structuur voor jou belangrijk is. Maak als pabostudent met gehoorbeschadiging aan de kinderen duidelijk waarom geroezemoes vervelend is. “Doe je net alsof er niets is of maak je een keuze’. ”
Ad Rem
19
Studentikoos
Als ezels bepakt met bagage komen we het terrein op fietsen. Met onze oranje truien, leggings en haren, waar een feesthoedje op prijkt, zien we eruit alsof we klaar zijn voor Koninginnedag. Toch gaan we geen feestelijke avond tegemoet. Integendeel. TEKST anonymous foto dave de haan
Als we de dreigende woorden van de ontgroeners mogen geloven, is het keihard afzien. “Jullie zijn te laat! Veel te laat”, snauwt een van de sinistere figuren, gehuld in een zwarte cape. Haar ogen gaan schuil achter een donkere zonnebril. Omdat ons haar niet oranje genoeg is en nog blonde of bruine plukken vertoont, krijgen we er een extra laag oranje verf ingespoten. We lopen over het weidse grasveld, grote tassen met zware tenten meezeulend. In het midden
20 Ad Rem
staat een oranje partytent. Aan de overkant van het veld herrijzen de eerste koepeltentjes, die nauwelijks bestand lijken tegen het geweld dat de ‘beulen’ over ons uit gaan storten. Ik passeer een groepje ‘nuldejaars’ dat gestraft is. Ze liggen languit in het gras, op commando komen hun lichamen moeizaam omhoog. Vlug zoek ik mijn teamgenoten op, die het tentenkamp aan het opbouwen zijn. Gekleed in zwarte gewaden, struinen de ontgroeners over het grasveld. Hun bulderende lach werkt aanstekelijk op de ene nuldejaars, terwijl de ander met angstige ogen beschutting zoekt achter zijn tent.
Column
Bierkratten
Dan gaat de lange nacht van start. Zoals de vorige avond, stellen we ook deze keer bierkratten in rijen op. Het ritueel is ons inmiddels bekend. Staande op de kratjes brengen we het verenigingslied ten gehore. Ik zing het refrein uit volle borst mee, de rest van de tekst playback ik, omdat mijn geheugen hiaten vertoont. “Houd uw hand tegen uw hart”, schreeuwt een ontgroener. Tegen een teamgenoot die zijn hand aan de verkeerde kant houdt: “Waar is uw hart? Heeft u soms een omgekeerd lichaam?” Na dit plechtige moment is het woord aan een van de ontgroeners. Een lichtbundel, afkomstig van zijn zaklantaarn, beschijnt het regelement. De oranje partytent, die op het midden van het terrein is geïnstalleerd, blijkt de enige sanitaire voorziening te zijn waar alleen degenen die verkeren in grote nood gebruik van mogen maken. De regels zijn ook aangescherpt. Waar gisteren de schermpjes van smartphones oplichtten als een baken in de nacht, zijn deze nu verboden.
Menselijke kruiwagens
Na het zingen van het verenigingslied, is elk team aan de grillen van een ontgroener overgeleverd. De scoutingkamp-achtige oefeningen zijn voor een deel hetzelfde als tijdens de eerste ontgroeningsavond. “Ze mogen wel meer unieke spellen bedenken”, merkt een groepsgenoot schamper op. We tijgeren door het vochtige zand, in een wanhopige poging een hopsende slang te imiteren. Dat een slang niet hopst maar kruipt, lijkt weinig indruk op het zwarte spook te maken. We ploeteren door het gras tijdens de kruiwagenrace, als menselijke kruiwagens. Uitgeput bereiken we de overkant. We strijden om een handjevol pinda’s, die vaak naar het andere team gaan. Daarna terug naar de kratten, die ‘gebrast’ zijn door andere nuldejaars. Dat blijft niet onopgemerkt bij onze ‘beulen’. “Waar is uw krat?” “Gestolen.” Als het schuldige team wordt ‘getuchtigd’, grijpen we onze
kans en grissen het krat terug. Tijdens het krat-staan haalt een teamgenoot onopvallend een zilverkleurige wikkel tevoorschijn. Blokjes chocolade gaan zwijgend door de rij. Het zoete spul heeft nooit beter gesmaakt.
IK HEB DUIKPLANKEN KOORTS Bas Derks ziet zichzelf als een schrijvende Tarzan.
Kikkersprongen en ketchup
Met het vallen van de avond daalt de temperatuur. De drie lagen kleding die ik over elkaar heen heb getrokken, blijken niet bestand tegen de kou. Klappertandend verlaten we de kratten om de volgende reeks oefeningen te doen. Kikkersprongen, push-ups en sit-ups maken onze stijve spieren warm. We rennen en rollen door het gras, aangevuurd door de figuren in zwarte capes. Als we in opstand komen omdat we geen zin hebben om weer te rennen, zijn de rapen gaar. “Oh nee, ketchup”, kreunt een teamgenoot als ze de rode plastic fles in zijn hand ziet, waarmee hij dreigend op ons afkomt. Gisteren werden we voor onze opstandigheid gestraft met de rode kleverige substantie. Met de rode striemen die ons gezicht ontsierden, in combinatie met de besmeurde feesthoedjes en kleding, zagen we eruit alsof we een veldslag achter de rug hadden. Ook nu zijn de ontgroeners meedogenloos. “Liggen! Met je neus in het gras!” De rode smurrie regent op ons neer. Ik voel, dwars door alle kledinglagen heen, hoe het kleeft op mijn trui. Slierten ketchup lekken langs mijn haar. We zien eruit alsof we uit een horrorfilm zijn ontsnapt. De limiet is voor sommige teamgenoten bijna bereikt. De een hult zich in stilzwijgen, anderen maken elkaar verwijten. Moe van de fysieke inspanning, stinkend naar de ketchup en verkleumd van de kou, maar trots dat we de beproeving tot nu toe hebben doorstaan, kruipen we die nacht onze slaapzakken in. Dat horen bij een studentenvereniging offers vraagt, is duidelijk geworden. Een warme douche is een ongekende luxe, die verder lijkt dan ooit…
Ja, ik ga springen! Teentjes over de rand. Handen los van het ijzeren hekwerk. Onder mij het golvende meer van wolkentranen. Elk briesje zorgt ervoor dat ik luttele tellen tussen twee werelden zweef, om vervolgens hardhandig te ontwaken in het koude onderwateruniversum. Ik loer naar beneden. Het water rent weg. Ik spring niet. Het is 25 graden in Zuid-Frankrijk. Temperatuurtje voor een spetterend waterpartijtje. Ik meng mijn blauwe zwembroek tussen de gezapige gezinnetjes. Handdoek neer, slippers afschudden, buik inhouden en hop het water in. Al snel zoek ik naar afleiding. Ik hoor geschreeuw en geplons. Mijn hoofd volgt het geluid. Een duikplank met drie verschillende hoogtes verschijnt in mijn blikveld. Dat zocht ik! Nu sta ik op het uiteinde van zo’n ruwe plaat. Geenszins van plan om zomaar naar beneden te duikelen. Een drietrapsduikplank is de ideale metafoor voor angst: de onderste plank - anderhalve meter boven het wateroppervlak - is de lichte vrees. De angst wanneer je even opschrikt van een hard geluid, de trein die plotseling stopt tijdens het plassen of het moment van verkering vragen. Een duik van deze hoogte is een klein hartensprongetje, die het warme water direct opvangt. Niets aan de hand. De middelste – circa vier meter hoog – staat voor hoogspanning. De angst vlak voor het beslissende examen, tijdens de sollicitatie voor de McDrive-praatpaalstem of het moment dat een muis langs je voeten glipt. Tenminste, dat geldt voor dames. Bij mannen moet er minimaal een driekoppige lerares Frans met trouwambities over onze voeten stormen. Een duik van deze plank is een heerlijke adrenalinestoot, die lang genoeg duurt om ervan te genieten, zonder er iets blijvends aan over te houden. De bovenste – op zes meter hoogte – is doodsangst. Het gevoel dat jullie allemaal bekend is, maar hopelijk nooit hebben ervaren. Doodsangst doet verstijven, fabriceert de meest mysterieuze lichaamsbewegingen en toont het ware karakter. Deze sprong laat praktisch altijd zijn sporen na, uit- of inwendig. Zelfs het water is niet meer het warme bad van weleer, maar voelt als beton. Het is een duik voor de pure waaghalzen. Die laatste angst ervaar ik nu. Trillende voetjes zuigen zich vast. Het is te hoog, te gewaagd. Ik richt mijn hoofd omhoog voor een schietgebedje. In plaats van Hem, zie ik een vragend kinderhoofd. ‘Meneer, gaat u nog springen? Anders wil ik.’ De knul die twee etages hoger staat, wacht mijn antwoord niet af en springt. Ik zie hem anderhalve meter onder mij in het water verdwijnen. Nee, ik spring niet. Ik heb duikplankenkoorts. Ad Rem
21
Recensies
Moedig maar angstig, eigenzinnig maar gedesillusioneerd. Een heldin maar tegelijk een antiheldin. Gooi deze eigenschappen bij elkaar in één romanpersonage en je krijgt Vera Zagt, de hoofdpersoon van het boek Tegenlicht van Esther Verhoef. Herkenbaar om haar emoties en verlangen naar liefde, maar onmogelijk in je hart te sluiten door alle verkeerde keuzes die ze maakt. Vera is eind dertig, dierenfotografe en al 20 jaar samen met Lucien. Een veilig ingedekte wereld, die ze heeft gecreëerd om nooit meer in dezelfde positie te komen als in haar jeugd. In flarden leert Verhoef de lezer die jeugd kennen. Vera werd gepest op school, haar moeder zat in een inrichting, haar vader was een onverschillige militair en haar strenge oma voedde haar op. Te angstig om de uitdagingen van het leven aan te gaan, zoekt Vera haar veiligheid in haar huis –’t Ford-, haar relatie en haar werk. Maar dan gebeurt er van alles wat haar leven totaal overhoop haalt en moet Vera leren om moediger te zijn. Verhoef weet dit treffend te beschrijven door allerlei plotwendingen aan het verhaal te geven die het boek spannend maakt. Telkens wanneer het lijkt of Vera haar leven weer op de rit heeft, gebeurt er iets waardoor haar leven weer op z’n kop staat. De auteur laat haar lezers in de huid de hoofdpersoon kruipen. Ze zorgt ervoor dat je kippenvel op je arm krijgt bij sommige plotwendingen. Nog dagenlang blijft Vera in je hoofd rondspoken nadat je het boek uit hebt. Dat Esther Verhoef gewend is thrillers te schrijven – dit is haar eerste roman – is te merken aan de expliciete manier van schrijven. Letterlijk niets laat aan de verbeelding over, en mededelingen worden soms drie, vier keer in andere woorden herhaald. Na een moeizaam bezoek aan haar vader lees je bijvoorbeeld: ‘Het is onmacht, weet ik. Hij kan het gewoon niet aan.’ Dan: ‘Mijn vader kan niet omgaan met menselijke emoties. Die zijn hem te zweverig en ongrijpbaar.’ Vervolgens: ‘Psychologische lagen vormen een onoplosbare puzzel voor hem, hij kan er niets mee.’ Drie zinnen die op hetzelfde duiden, en waarvan er dus eigenlijk twee overbodig zijn. Het boek heeft 569 pagina’s, maar zonder alle overbodige zinnen zou er een beter boek van 350 bladzijden overblijven. Tegenlicht is een absolute aanrader als je van emoties en psychologische romans houdt. Dan lees je een verhaal over een cocon van neppe veiligheid, verleiding, strijd maar ook kwetsbaarheid, onmacht en verschillende vormen van liefde. Erger je je echter aan opstapelingen van identieke mededelingen en kan je niet tegen teveel emoties, dan kun je dit boek beter links laten liggen.
24 Ad Rem
Na het eerste album van The City Harmonic zijn de mannen nu klaar voor een standje hoger. Het tweede album Heart schiep dan ook hoge verwachtingen. Rustig, kalm en beheerst gaan de eerste klanken van start. De ongelooflijk mooie stem van Elias Dummer versterkt het kippenvelgevoel. En dan op het moment dat je het niet meer verwacht: BAM. De snaren, drumstokjes en longen doen hun werk. Dit is The City Harmonic, hard maar gevoelig, zacht maar sterk. Praise The Lord is een prachtig liedje dat prima mee kan in een kerkdienst. Het daaropvolgende nummer Strong is een absolute meezinger voor concerten. Tijdens deze track kun je de longen uit je lijf zingen met de tekst ‘you’re strooo-hooo-hooong’. Het nummer heeft qua geluid wat weg van Coldplay. Anders dan Coldplay komen de bandleden van The City Harmonic uit Canada. De band bestaat ongeveer vijf jaar en bezit nu al vier muziekprijzen. In 2010 kwam hun allereerste single Manifesto uit en nog geen paar weken later stond het nummer in de top van de christelijke hitlijsten. Met dit tweede album Heart kan er gerust een vijfde prijs aan de rij worden toegevoegd. Let wel op: dit is een cd in de categorie ‘nooit of te nimmer in shuffle luisteren’. Want oh, wat is Heart ongelooflijk veel mooier wanneer je de juiste volgorde aanhoudt. Het loopt perfect in elkaar over, bouwt op en brengt pauzes. De klassieker My Jesus I love Thee is een goede keuze. Klassiek met een eigen draai eraan. Het nummer City On a Hill is geïnspireerd door het bijbelboek Mattheüs 5 en was radio single van de nieuwe plaat. Het mooie aan dit album is dat het te luisteren is in elke situatie. Wanneer je het liefst de hele dag je handen in de lucht gooit om God te bedanken, is deze cd fantastisch als aanbiddingsmateriaal. Wanneer je het niet meer ziet zitten of bang bent, biedt deze cd troost en rust. “Wij zien onze muziek en optredens als een discipelschap”, vertelde zanger Elias Dummer eens. Na het horen van deze cd weet je dat hij geen woord loog. Het is geweldig hoe The City Harmonic in geen enkel nummer afwijkt van wie ze zijn en waar ze voor staan; namelijk voor Jezus.
Recensies
Uitagenda Hollywood kan overal een film over maken, zolang ze maar geld ruiken. Ook de G.I. Joe actiefiguurtjes van Hasbro ontkomen hier niet aan. In 2009 werd dus G.I. Joe: The rise of Cobra gemaakt. De film werd niet al te best ontvangen, maar bracht genoeg geld in het laatje voor een vervolg. Ook in deze film moeten de elitesoldaten, oftewel ‘Joes’, het weer opnemen tegen hun aartsvijanden van Cobra. Eén van de cobraleden heeft echter de Amerikaanse president ontvoerd en zijn plaats ingenomen. Zodoende hebben de Joes ook een vijand aan hun eigen regering. Deze neppresident (Jonathan Pryce) stuurt de soldaten op een missie, waarbij hij op een onbewaakt moment een massale militaire aanval op ze afstuurt. Bijna alle Joes, waaronder Duke (Channing Tatum) held uit deel één, komen hierbij om. Roadblock (Dwayne Johnson), Jaye (Adrianne Palicki) en Flint (D. J. Cotrona) overleven de ramp wel en zweren wraak. Hierbij krijgen ze hulp van de ninja Snake Eyes (Ray Park), die eerst zijn eigen vetes nog moet uitvechten, en oudgediende Joe Colton (Bruce Willis). Het verhaal klinkt als een typisch Amerikaanse actiefilm en dat is ook precies wat de kijker voorgeschoteld krijgt. De film weet niet trouw te blijven aan de eerste film. Zo blijven bijna alle hoofdpersonages uit Rise of Cobra zonder uitleg buiten beeld. De film zit daarnaast vol onwaarschijnlijkheden. Zo wordt even tussendoor heel London verwoest door een kernwapen, maar van alle hoofdpersonages is er geen haan die er naar kraait. Het lijkt de makers meer om de spectaculaire plaatjes te gaan. Die zijn meestal vooral lawaaierig en onoverzichtelijk, met als uitzondering een achtervolging in de Himalaya. De scène waarin een paar ninja’s het tegen elkaar opnemen terwijl ze aan kabels langs bergwanden scheren mag er zeker zijn. Het is dan ook letterlijk het eenzame hoogtepunt van de film. De dialogen en het acteerwerk zijn verder ook nogal houterig en cliché. Bruce Willis acteert op de automatische piloot en ook de rest van de cast breekt geen potten. Dwayne Johnson doet nog enigszins zijn best als actieheld. Regisseur Jon M. Chu’s vorige werk was de Bieber bio Never say Never, die al gemengde reacties kreeg. Met G.I. Joe: Retaliation, is M. Chu’s uitstapje naar het actiegenre ook niet bepaald een doorslaand succes gebleken. Deze missie mogen we best laten schieten.
Ad Rem
25
Charlottes Creative Cooking
Pasta met geitenkaas à la Ellen Wat moet je doen als je niet meer weet met welke maaltijd je je huisgenoten kan verrassen? Als je indruk wilt maken op je schoonfamilie? Of als je gewoon een keer iets anders wilt eten? Ik dacht: een nieuw schooljaar, nieuwe kansen. tekst charlotte de groot foto eline lieftink Ik vond dat het na een jaar op kamers zitten wel eens tijd was voor iets nieuws dan alleen maar ‘standaard studentenmaaltijden’. Vol enthousiasme zocht ik naar een geschikt recept, maar dat lukte niet heel goed. Of het was te duur, te ingewikkeld of gewoon te simpel. Een echte gezonde goedkope, lekkere maaltijd neerzetten, dat is toch wel iets lastiger dan ik dacht. Toen ontdekte ik pasta’s van Ellen en er ging een wereld voor me open. Als er iemand een pastafan is dan is Ellen het wel. Soms eet ze het zelfs als ontbijt. Onder het motto ‘ik doe maar wat’, kookt ze de lekkerste gerechten. Als ze met vrienden eet en er moet bedacht worden wat ze gaan eten is de standaardreactie: “Ellen wil zeker pasta eten.” Ik vind dat jullie hier meer van moeten weten en daarom stel ik jullie voor aan: Ellen Verstraten, vijfdejaars communicatiestudent. Ze is druk bezig met afstuderen, dus ik voel me vereerd als ik een plekje in haar agenda weet te bemachtigen. Een week later zit ik in een gezellige keuken met mijn notitieblok, terwijl ik alle ingrediënten van de pasta opschrijf. Om mij heen dwarrelen een paar huisgenoten, die af en toe suggesties geven. “Je moet schrijven dat je er ook knoflook bij kan doen. Maar als je een date hebt is dat natuurlijk niet zo handig, haha.” Ellen
gaat ondertussen gewoon door met snijden en roeren in pannen. Hoe langer ze bezig is hoe meer het op een pasta lijkt en hoe groter de glimlach op haar gezicht. Over Ellen kun je zeggen: een dag zonder pasta, is een dag niet geleefd. Binnen twintig minuten wordt het gas alweer uitgedraaid en ruikt het heerlijk. Als we later genieten van een frisse, gezonde pasta vertelt Ellen over haar liefde voor pasta’s. “Op zondag maak ik altijd iets met het eten wat ik nog in huis heb, ik zorg er voor dat ik wat basisdingen heb. Zoals fusilli, pesto en iets van vlees en een groente, dan kom ik er meestal wel uit.” Ook geeft ze als tip om recepten aan te passen. Door zelf ingrediënten te skippen en toe te voegen kook je echt wat jij lekker vindt en is het elke keer weer anders. Recepten zijn leuk, maar ze aanpassen is nog leuker. “Vaak zijn de pasta’s die ik maak van restjes het lekkerst”, geeft Ellen aan. Ook handig zodat je je pasta zo gezond en makkelijk mogelijk kan maken als je zelf wilt. Haar mondhoeken krullen op als ik vraag of ik nog een beetje mag. Of je nou van pasta’s houdt of niet, die van Ellen zijn echt onverslaanbaar. Genoeg over Ellens liefde voor pasta’s, hier komt het recept en vul het dus vooral aan met ingrediënten die jij lekker vindt!
Voor vier personen heb je nodig: Een grote kop broccoli (800 gram) 300 gram kipfilet 300 gram fusilli 100 gram geitenkaas 45+ cashewnoten (ongeveer 100 gram) 3 tomaten 2 uien Zakje geraspte kaas
En zo maak je het:
Zet de fusilli op het vuur en laat deze 10 minuten koken. Tip: doe een paar druppels olijfolie bij de fusilli zodat deze niet gaat plakken. Snijd de broccoli in kleine stukjes en kook deze beetgaar (8 minuten). Door met een vork erin te prikken kun je checken of ze goed zacht zijn. Snijd ondertussen de kip en de ui. Bak met een beetje bakboter de kip gaar en voeg de stukjes ui eraan toe. Giet de fusilli en de broccoli af en doe dit bij elkaar in een kookpan. Zet de pan op een laag vuur en voeg dan de rest van de ingrediënten toe. Snijd de geitenkaas in stukjes en meng deze samen met de kip en ui er doorheen. Dan voeg je de in stukjes gesneden tomaat toe. Voeg de cashewnoten als laatste toe want anders worden ze taai. De geraspte kaas kan apart geserveerd worden. O ja, je kan er dus ook wat knoflook bij doen. Veel kookplezier!
26 Ad Rem
Achter de schermen
Belevenissen van de redactie
Hanneke van Olst – Interview Harmen van Wijnen
Ik ben zo’n type mens die het heerlijk vindt om via-via mensen te kennen. Dat de tante van mijn huisgenoot de beste vriendin is van de oma van mijn klasgenootje bijvoorbeeld. Als ik achter zo’n feitje kom, maakt dat mijn dag altijd helemaal goed. Gelukkig gebeurt zoiets redelijk vaak in het christelijke wereldje. Het was dan ook heel leuk om er tijdens het interview met Harmen van Wijnen achter te komen dat hij opgegroeid is in Zwolle, waar ik vlakbij woonde en al mijn vrije uurtjes doorbracht in het winkelcentrum. Dubbel zo leuk was het toen bleek dat hij redelijk dicht bij mijn vriend in de buurt woont en ik altijd met de bus langs zijn ouderlijk huis rijd. Driedubbel zo leuk was toen hij vroeg of ik een tante had die Reinie heet. En ja, die heb ik. De nieuwe voorzitter van het College van Bestuur van de CHE bleek vroeger de oppas van mijn neefjes en nichtjes te zijn geweest. Ik heb weer iets leuks om over te praten op familiefeestjes en verjaardagen!
Eline Lieftink, fotograaf
verbleef van 4 oktober tot 25 oktober in Vietnam Scooters met achterop kasten, dozen, bierkratten, planten, koelkasten, een dood varken, ladders, glasplaten en eigenlijk alles wat je kunt bedenken. Dagelijks manoeuvreer ik tussen deze scooters door. Zebrapaden en stoplichten lijken niet meer te bestaan. Iedereen rijdt kriskras door elkaar. Het is een grote chaos. Het lijkt wel of er in Vietnam maar twee dingen zijn die je moet kunnen om je rijbewijs te halen: toeteren en sturen. Hoewel ik soms bang opzij spring als er weer een scooter voorbij zoeft, lijken de Vietnamezen geen angst te kennen in het verkeer. Soms zitten ze met z'n vijven op één scooter. Waarschijnlijk zijn ze deze wilde ritten al vanaf jongs af aan gewend. Want regelmatig zie ik zelfs een peuter in een rieten kinderstoeltje voor op de scooter. Ingepakt met mondkapjes, capuchon en zonnebril. Dit als bescherming tegen luchtvervuiling en opwaaiende dingetjes. Daar zijn ze dan weer wel bang voor. Ik niet, ik adem straks weer frisse Hollandse lucht in.
Simon Fousert – Interview alumnus Simon de Ridder
Voor de zekerheid besloot ik Google Maps in te schakelen. Ik wist wel waar ik ongeveer moest zijn voor mijn interview, maar toch. Prompt werd ik een bos in gestuurd. Een gedeelte waarvan ik niet wist dat het er was. Blijkbaar het deel met de extreem smalle paadjes. Ik raakte een beetje in paniek. Moest moeite doen om overeind te blijven en reed ook nog een paar keer verkeerd. Daarnaast begon de tijd te dringen. Door alle inspanning werd ik van top tot teen bevangen door angstzweet. Bang om te laat te komen, want dat kan écht niet. Bovendien had ik nu ook geen tijd meer om bij te komen. Vooral dat laatste was echt een probleem. Ik was niet nerveus, maar had wel het gevoel dat mijn glimmende, natte voorhoofd anders deed vermoeden. Het voelde alsof ik getroffen werd door een zware, lokale plensbui. Daar zat ik dan in het bedrijfsrestaurant. Al zwetend tegen over een zakenman. Precies op dat moment dat je een serieus gesprek wilt beginnen. Wat zou de beste man wel niet denken?
Colofon Hoofdredactie Lisa Middelkoop Anne Vader Eindredactie Sophie Hol Ruth van der Kolk Joël Oosterhagen Carina den Otter Redactie Arjanne Aleman Simon Fousert Charlotte de Groot Hendriëlle de Groot Reinier Huisman Lennart de Jong Nienke Leendertse
Hanneke van Olst Carina den Otter Femmeke Riezebosch Gioia Tolmeijer Kenneth Watson Fotografen Dave de Haan Eline Lieftink Xander de Rooij Opmaakredactie Sanna de Boer Debora Post Acquisitie Eric Wubs
Ad Rem
27
De galspuwer
tekst lennart de jong foto eline lieftink
Alsof de desbetreende docent het verslag met plezier gaat lezen
28 Ad Rem