Leiderschap
adriaan wagenaar brengt kinderen en bestuurders samen om creatieve oplossingen voor zakelijke problemen te vinden.
Adriaan Wagenaar meent dat bedrijven nog heel wat kunnen leren van kinderen. Door Willemijn Ruissen
P
Kinderen de baas 18
t h e o p t i m i s t. n l
Z at e r d a g 2 7 S e p t e m b e r 2 014
illen voor zelfvertrouwen, geluk of tegen
pesten. Als het aan kinderen van de montessorischool van Heerhugowaard ligt, worden deze zo snel mogelijk uitgevonden. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat ze er ooit komen, is het idee helemaal niet slecht. Tijdens een exercitie in filosofie werpen de scholieren op: waarom focussen we in de zorg op ziekte, en niet op gezondheid en geluk? Niet alleen over de zorg hebben kinderen goede ideeën, beweert Adriaan Wagenaar, oprichter van de Raad van Stuur. Kinderen kunnen volgens hem over de meest uiteenlopende onderwerpen meedenken en belangrijke inzichten verschaffen. Door met kinderen te filosoferen, kan het bedrijfsleven creatieve oplossingen voor problemen vinden. Daarom wil Wagenaar dat bedrijven regelmatig kinderen betrekken bij hun beleidvoering. Wagenaar: ‘Ik zie het als mijn missie om bedrijven te dwingen wakker te worden en nieuwe mogelijkheden te zien in hun organisaties.’ Wagenaar filosofeert in de Raad van Stuur met kinderen en beleidsmakers. Hij heeft dergelijke projecten onder meer gedaan bij Univé, Robeco en Eneco. Soms wordt het resultaat van de filosofiesessies opgenomen in de beleidvoering. Zo zijn de ideeën van kinderen bij Eneco opgenomen in het jaarverslag van 2008. Hierin stelt de voorzitter van de raad van bestuur dat volwassenen zich de kritische houding van jongeren meer aan zouden moeten trekken. Het energiebedrijf heeft zes ideeën van kinderen centraal staan in het verslag, waaronder het hergebruiken van bestaande energie, zoals restwarmte van de industrie, en het idee dat iedereen in de toekomst zijn eigen energie ‘vangt’ met behulp van kleine p rivéwindmolens. Ook het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem, waar Wagenaar onlangs een sessie hield, heeft enkele plannen van de kinderen van Raad van Stuur centraal staan in de meerjarenstrategie. Die variëren van praktische oplossingen, zoals een leukere ziekenhuiskamer waarin je je sneller beter voelt, tot een totaal andere kijk op zorg, waarbij niet ziekte centraal staat maar juist gezondheid. Wanneer kinderen en directieleden elkaar ontmoeten, is het belangrijk om operationele vragen te vertalen naar de eigen belevingswereld van de kinderen. Neem een beslissing over een groot aantal ontslagen. Ook in de wereld van kinderen komt ‘ontslag’ voor. In de groepsdynamiek van een klas verandert de samenstelling voortdurend. Soms passen kinderen niet meer binnen een bepaalde groep en worden ze ‘ontslagen’ of stappen ze er zelf uit. Volgens Wagenaar verschilt die situatie niet wezenlijk van hoe volwassenen naar ontslag kijken. De manier waarop kinderen met situaties omgaan, is wel anders. Kinderen hebben andere probleemoplossende eigenschappen dan volwassenen. Volgens Wagenaar maken kinderen zich niet zo druk om het ‘hoe’. ‘Kinderen beginnen gewoon en al experimenterend komen ze er wel’, zegt hij. ‘Volwassenen willen eerst precies uittekenen hoe ze het gaan doen en willen ook bewijzen hebben voordat ze beginnen.’ Daarbij zijn kinderen minder egogericht in hun denken. Die eigenschap is volgens Wagenaar van grote waarde bij een omschakeling naar maatschappelijk verantwoord ondernemen. ‘Volwassenen streven altijd meer na: meer kunnen, meer willen, meer hebben. Daar worden ze door hun omgeving ook toe gedwongen. Ze worden gewaardeerd op hun prestaties, hun ambities en hun bezit.’
foto: Femke van den Heuvel
de naïviteit van kinderen kan helpen om oude patronen bij organisaties te doorbreken.
Bij kinderen werkt het volgens Wagenaar anders. Zij ervaren juist groei als ze zich inzetten voor een groter geheel: ‘Laten we onze kwaliteiten bundelen om een groter doel te bereiken.’ Wagenaar ziet in die manier van denken de kern voor nieuwe samenwerkingen en oplossingen. Wagenaar, die onlangs het e-book Veranderen doe je in kringetjes publiceerde, meent dat ‘elk kind elke dag wel iets zegt waar nog een hele wereld achter zit’. Dat ontdekte hij toen hij begin jaren negentig zijn blik wilde verruimen voor een marketingonderzoek voor reclamebureau FHV/BBDO. Hij zag een filmpje waarin kinderen uit de achterstandsbuurt The Bronx in New York filosofische gesprekken voerden over vriendschap. De manier waarop de tienjarige kinderen in het filmpje over vriendschap en liefde praatten, verraste hem. In eerste instantie wilde hij filosofie op scholen stimuleren. Scholen toonden echter weinig interesse. ‘Kinderen denken al zo veel op school, waarom zou je hier nog meer tijd aan besteden?’, was een veelgehoorde reactie. Daarna verlegde Wagenaar zijn doelwit naar het bedrijfsleven. Bedrijven kunnen de verrassende inzichten van kinderen volgens hem goed gebruiken. Ook in die wereld valt het niet altijd mee om de waarde van kinderen te doen inzien, maar, zo zegt Wagenaar, ‘ik spreek de taal van het bedrijfsleven beter, dus ik besloot in die sector de strijd aan te gaan’. Jankees Cappon, directeur van het Rijnstate Ziekenhuis, zag wel de waarde van kinderen in. Toen Wagenaar hem benaderde met het idee om met kinderen van de montessorischool uit de buurt te filosoferen over de toekomst van het ziekenhuis, reageerde hij enthousiast. ‘We zijn altijd op zoek naar zoveel mogelijk creativiteit en nieuwe ideeën’, zegt Cappon. De kinderen hadden voor de filosofiesessie met Cappon plannen voor het ziekenhuis voorbereid en uitgewerkt. Zo hadden ze onder meer een kartonnen ziekenhuisbus meegenomen, die symbool stond voor de wens om de zorg dichter bij de patiënt te brengen. Ook hadden ze nieuwe, kleurrijke pillen meegebracht die niet ziektes konden
g enezen, maar juist gezondheid en geluk stimuleerden. De plannen presenteerden ze aan Cappon. De ideeën van de kinderen prikkelden volgens de directeur diep weggestopte gedachten. Bovendien was Cappon verrast over de concrete plannen die de kinderen presenteerden en was hij erg enthousiast over hun creatieve inbreng. ‘Nederlandse kinderen worden vrij opgevoed, waardoor ze heel vrij denken. In het bedrijfsleven is die manier van denken begrensd, dus dat moet je elders zoeken.’ Het Rijnstate Ziekenhuis heeft de adviezen van de kinderen ter harte genomen en gaat enkele ideeën verder uitwerken. Zo gaan ze zich meer richten op gezondheid en ziektepreventie, zodat minder mensen het ziekenhuis nodig hebben. Ook gaan ze op advies van de klas meer doen met de kracht van de natuur: het aantal zonnepanelen wordt flink uitgebreid en de natuur wordt naar binnen gebracht in de leefruimtes van het ziekenhuis. Bovendien komt er waarschijnlijk een digitale graffitimuur in de hal van het ziekenhuis. ‘Kunst en communicatie zijn belangrijk voor patiënten’, legt Cappon uit. ‘Op een graffitimuur kunnen met name kinderen zich creatief uiten.’ Wagenaar denkt dat de inbreng van kinderen iets kan toevoegen aan de bedrijfsvoering van organisaties. ‘Ik wil bedrijven duidelijk maken dat niet alleen het financiële rendement van belang is, maar ook het maatschappelijke rendement. Wat voeg je toe aan de wereld om je heen?’
‘In het bedrijfsleven is die manier van denken begrensd, dus dat moet je elders zoeken.’ adriaan wagenaar
Hiervoor moet vaak de conventionele denk- en werkwijze worden losgelaten. En dat is lastig, weet Wagenaar: er is angst om iets nieuws aan te gaan; angst voor het onbekende. Ook kennis en ervaring zitten hierbij in de weg. ‘We denken dat we iets weten, terwijl dat soms niet helemaal zo is’, legt hij uit. ‘Managers houden niet van vragen; die willen nu eenmaal juist antwoorden. En we zijn geneigd situaties telkens op dezelfde manier aan te pakken, want dat ging de vorige keer toch ook prima?’ Kinderen hebben volgens Wagenaar het weerwoord op deze struikelblokken. Hij is van mening dat je oude patronen kunt doorbreken door de tegenpolen van angst, kennis en ervaring toe te laten. ‘Kinderen hebben verbeeldingskracht, vindingrijkheid en een open geest’, zegt hij. ‘Ze helpen daarmee de andere kant van een organisatie tot bloei te brengen.’
Bedrijfskunde, door beginners • Experimenteer je weg naar de oplossing, teken niet alles van tevoren uit. • Gebruik je fantasie, ook voor ogenschijnlijk fantasieloze kwesties. • Vermijd vragen niet, maar ga op onderzoek uit. • Ga er niet van uit dat je dingen al weet, maar blijf nieuwsgierig.
t h e o p t i m i s t. n l
Z at e r d a g 2 7 S e p t e m b e r 2 014
19