9 minute read
Transitievisie warmte
from Energie+ #1 2022
by Aeneas Media
TRANSITIEVISIE WARMTE Meekrijgen van bewoners of participatie?
‘t Ven, Eindhoven. BEELD KICK SMEETS
Advertisement
Vrijwel elke gemeente stelde in 2021 een eigen Transitievisie Warmte vast. Een document waarin de gemeente beschrijft hoe de gemeente aardgasvrij wordt, uiterlijk in 2050. Uit alle visies spreekt het belang van betrokkenheid van bewoners, van plannen maken tot en met de uitvoering. Ik was een van die actieve en betrokken inwoners van de gemeente Eindhoven, waar ik woon. Terugblikkend heb ik zo mijn twijfels over de inbreng van inwoners in de Transitievisie Warmte en vraag ik me oprecht af of deze een solide basis vormt voor de zogenoemde wijk uitvoeringsplannen (WUP). Ik ben bang van niet.
Tekst Kees Bakker
Op het eerste gezicht lijkt het volop over burgerparticipatie te gaan. In de teksten en berichtgeving de bekende ronkende zinsneden: ‘we doen het samen’, ‘we willen.’, ‘we gaan…’. Aandacht voor ‘voldoende draagvlak’. Een enkele gemeente organiseerde een ‘stads brede digitale dialoog’ of een ‘gemeentelijke klimaattafel’. Veel gemeenten zetten de enquête onder de bewoners in: ‘vindt u het belangrijk dat de gemeente aardgasvrij wordt?’. Burgerparticipatie op zijn smalst, als je het mij vraagt.
Corona
Elk nadeel heeft zijn voordeel, dat blijkt maar weer. Door de beperkende maatregelen organiseerde gemeente Eindhoven de betrokkenheid van bewoners online. De ontwikkeling van de transitievisies kreeg daarmee een grote transparantie: iedereen kon sessies gaan volgen. Ik heb dat gedaan, ik volgde ook een aantal sessies waarin andere gemeenten hun bewoners meenamen in de ontwikkeling van hún visie. En ik ontwaarde een grote kloof tussen de wereld van de gedreven beleidmakers en de leefwereld van bewoners.
Een greep uit de onlinesessies die ik zag: sheets met ambities en uitgangspunten vliegen langs. ‘We moeten van het aardgas af’. Verre tijdshorizonnen: 2030, 2035, 2050. ‘Parijs’ en ‘Klimaatakkoord’ steevast opgevoerd als legitimatie. Kansen en technische oplossingen (‘warmtenet’, ‘all electric’) in fraaie infographics. Soms een filmpje met een vrolijk muziekje over hoe je in stappen aardgasvrij kunt wonen (‘…plaats kanalen voor ventilatie met warmteterugwinning…’), gevolgd door een analyse van de wijken en buurten, compleet met plankaarten en voorkeursvarianten. Het geheel verpakt in het verhaal van ‘Wij doen graag ons best om een goed plan voor u te maken. We horen graag uw mening, we houden u graag op de hoogte’. Gemeenten, beleidmakers en hun adviseurs lijken gevangen in hun eigen systeemwereld.
Eindhoven: waarom vraagt de gemeente bewoners niet om sámen een plan te maken?
De gemeente Eindhoven presenteerde medio augustus 2021 de inspraakversie van haar transitievisie. Natuurlijk, toegelicht in een online sessie. Ik stuurde een kritische reactie (‘zienswijze!’). Het Eindhovens Dagblad plaatste een samenvatting op haar opi-
ENERGIETRANSITIE WOONLASTEN NEUTRAAL? Het klimaatakkoord kent de afspraak dat de energietransitie woonlastenneutraal moet worden uitgevoerd. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid gekregen te zorgen voor een woonlastenneutraal alternatief voor bewoners in die wijken die van het gas af gaan. De praktijk blijkt weerbarstig. VNG stelde in februari 2021 (bron: Binnenlands Bestuur): ‘Gemeenten kunnen onmogelijk de financiering opbrengen voor het woonlastenneutraal uitvoeren van de energietransitie’. Voormalig minister Ollongren publiceerde in juli 2021 de resultaten van een onderzoek naar de betaalbaarheid van de energietransitie. Zij stelde ‘Maar de onderzoeken laten ook zien dat de betaalbaarheid nog verder verbeterd moet worden en er nog flinke investeringen nodig zijn om de doelen van 2030 te halen’ (bron; nieuwbericht rijksoverheid 06-07-2021). Niet voor niets dat gemeenten met het vaststellen van een transitievisie in een lastig pakket zitten: woonlastenneutraliteit is een uitgangspunt waarvoor zij vooralsnog niet zelf borg voor kunnen staan. Terecht dat zij dit aankaarten bij de rijksoverheid.
KEES BAKKER
niepagina. De kern van mijn reactie: waarom niet méér inzetten op het delen van het probleem? En: de visie is te veel te lezen als een prioriteitstelling voor warmtelevering in (start) wijken / buurten met voornamelijk corporatiewoningen? Een benadering vanuit de gedachte dat de energietransitie met technische middelen te realiseren is waarbij, om draagvlak te verkrijgen, bewoners ‘serieus betrokken moeten worden’.
Als neveneffect signaleerde ik dat bewoners van andere wijken kunnen denken: in mijn wijk gebeurt er niks voor 2035! Doet mijn gemeente daarmee voldoende recht doet aan de urgentie van het klimaatvraagstuk?
Mijn reactie sneed hout. Tot mijn verbazing - ik was er blij mee - kwam de wethouder in de raadsvergadering met een belangrijke aanvulling. Hij presenteerde aanvullend op de concept transitievisie een energiebesparingsprogramma gericht op een groot aantal van de niet-startbuurten. De definitieve visie heeft daarmee een veel bredere focus die meer recht doet aan de urgentie van het klimaatvraagstuk.
Echte participatie in uitvoeringsplannen?
Ondanks de moeite van gemeenten en inzet van beleidsmakers is de participatie van bewoners op uitzonderingen na beperkt van de grond gekomen. De indruk ontstaat dat gemeenten hun hoop op het betrekken van bewoners vestigen op de volgende fase van de energietransitie: het uitwerken van de buurtuitvoeringsplannen voor de aangewezen startbuurten. En dat zijn meestal buurten met een groot aandeel corporatie-woningen. Met de focus op een afgebakend gebied lijkt een gesprek met betrokken bewoners beter te organiseren. Dat er dan al een voorkeursvariant is (‘er is nog geen besluit hoor!’), wordt óf als voordeel gezien óf op de koop toe genomen.
Of de veronderstelling dat een buurtuitvoeringsplan meer kans op succes biedt in het betrekken van bewoners ook in de praktijk zo uitpakt? Wellicht geeft een evaluatie van de aanpak in de Proeftuinen Aardgasvrij daar inzicht in.
Drijfveren en tijdhorizonnen
Waarom is betrokkenheid, participatie bij een transitievisie zo lastig te realiseren? Als je die vraag stelt wijzen beleidsmakers vaak naar de complexiteit van de opgave, de
KAN HET OOK ÁNDERS? Zéker! Er zijn voorbeelden van gemeenten waar bewoners een actieve rol spelen bij het tot stand komen van de transitievisie warmte. Het Programma Aardgasvrije Wijken geeft voorbeelden. In gemeente als Gouda, Goeree Overflakkee, Tilburg is veel moeite gedaan om inwoners actief te betrekken bij de ontwikkeling van de transitievisie. Fraaie voorbeelden zijn er van bewonersinitiatieven op niveau van wijk, buurt of dorp. Denk aan Horst aan de Maas (burgercollectief EnergieKronenberg) en Terheijden (Traai’s Energie Collectief).
CONCLUSIE Heeft elke gemeente een eigen transitievisie warmte? Het lijkt eind 2021 grotendeels gelukt. Hoewel gemeenten erg hun best hebben gedaan – waarvan een aantal meer dan dat – lijkt de betrokkenheid van de bewoners in de gemeenten vooralsnog niet heel groot. Of dat erg is? Niét als je de warmtevisie opvat als een startpunt, waarin vooral mogelijkheden in beeld zijn gebracht. Wél als terug moet worden gegrepen op de warmtevisie om bij weerstand in de startbuurten voor voorkeursvarianten te legitimeren. Beleidsmakers en regisseurs doen er in ieder geval goed aan hun systeemwereld te spiegelen aan de leefwereld van huurders en huiseigenaren.
BEELD KEES BAKKER
opgave ‘aardgasvrij’. Met de berusting dat daar nu eenmaal niet veel aan te doen is.
Ten onrechte gaan beleidmakers hierbij voorbij aan het onderliggende knelpunt: de systeemwereld van de beleidsmakers en hun adviseurs sluit niet aan bij de leefwereld van de bewoners. Een paar voorbeelden: • Waar de zorg voor het klimaat hen drijft tot het streven naar aardgasvrij hebben bewoners heel andere drijfveren voor hun handelen. Zeker, zorg om klimaat wordt gedeeld, maar vooralsnog niet vertaald naar de wil en noodzaak om hun woning aan te pakken, om te investeren in hun woning. Huurders en particuliere eigenaren hebben andere drijfveren.
Intrinsieke drijfveren zijn verlangen, noodzaak en, in mindere mate, voordeel halen. Vooralsnog is er een zeer kleine groep die de zorg om het klimaat als intrinsieke drijfveer heeft ontwikkeld. Individuele huishoudens stellen zich niet voor de opgave ‘van het aardgas af te gaan’. Zij laten zich niet sturen door ‘Parijs’ en het landelijke ‘Klimaatakkoord’.
OVER DE AUTEUR Kees Bakker werkt als zelfstandig onderzoeker en adviseur in de wereld van energietransitie en duurzaamheid. Onderzocht afgelopen jaren de routes en drijfveren van particuliere woningeigenaren in Zuidoost Brabant (EnergieHuis Slim Wonen). Kijkt met persoonlijke én professionele belangstelling naar de ontwikkelingen in de energietransitie.
Quirijnstok, Tilburg. BEELD KICK SMEETS.
• Waar beleidmakers uit de voeten kunnen met verre tijdhorizonnen (2030, 2050) is voor een huishouden een periode van enkele jaren te overzien. Huishoudens met kinderen zien wisseling van scholen, afronding studies, kinderen het huis uit als tijdhorizon. In andere levensfasen vormen wisselen van banen, pensioenfase de tijdshorizonnen. 10 jaar of meer vooruitkijken is bijna onmogelijk. • Waar beleidmakers scenario’s voor aanpak en technieken in de vingers hebben, is dat voor huishoudens vaak volledig nieuwe materie.
De notie van maakbaarheid
Een opvallend punt in de transitievisies, is de notie van de maakbaarheid die eruit spreekt. Kop van een infographic: ‘Onze route naar een aardvrije gemeente’. Tek-
sten als ‘We willen op tijd beginnen om alle buurten van het aardgas af te krijgen. Wat gaan we doen en wanneer?’ Hoe maakbaar wil je het hebben?
In dat licht is de optie van een warmtenet aantrekkelijk. Niet voor niets domineert de optie van ontwikkeling van warmtenetten de eerste tranche van de proeftuinen aardgasvrij. Een warmtenet komt immers gunstig uit berekeningen over maatschappelijke kosten en een warmtenet is een oplossing met belofte van maakbaarheid. Breng enkele partijen bij elkaar en doe bewoners een aanbod ‘dat je niet kunt weigeren’. Voor andere opties – individuele oplossingen met isolatie en warmtepomptechnieken - is maakbaarheid veel minder aanwezig.
De notie van maakbaarheid doet de burger achteroverleunen in zijn of haar stoel en vormt een drempel voor betrokkenheid. ‘Prima, laat maar horen als het zover is’. En als dat de perceptie is, zal de opmerking ‘We doen het samen, we hebben iedereen nodig’ geen uitnodiging zijn voor een daadwerkelijke samenwerking.
Natuurlijk kunnen beleidsmakers, met een krachtige persoonlijke drijfveer en met legitimatie van landelijke en internationale akkoorden, niet anders dan inzetten op maakbaarheid. Maar met de weerbarstigheid van de opgave, de belofte van woonlastenneutraliteit (zie kader Energietransitie woonlasten neutraal) én het gebrek aan grip op juist de particuliere huishoudens is die maakbaarheid ook een behoorlijk valkuil. Waarom is er geen enkele gemeente die zegt: wij kunnen het niet waarmaken?
In het verlengde hiervan speelt de discussie over hoe gewenst of noodzakelijk betrokkenheid of participatie is. En wat het verschil daartussen is. Interessant zijn de bewonersinitiatieven die – vaak los van de ontwikkeling van de transitievisie – in Nederland op gang zijn gekomen. Hoewel beleidsmakers dergelijke bewonersinitiatieven herkennen en waarderen, lukt het nauwelijks uit die systeemwereld te stappen. Dat laatste is echter nodig om écht met bewoners samen aan de slag te gaan!
TIPS EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GESLAAGDE SAMENWERKING VAN OVERHEID EN BEWONERS Wat kunnen de overheid en bewoners doen om effectief samen te werken bij de aanpak van de energietransitie? • Maak bij iedere stap in een buurttraject (uitvoeren onderzoek, opstellen van een uitvoeringsplan en aanpak) afspraken over hoe de overheid, bewoners, woningcorporaties en welzijnsorganisatie gaan samenwerken. • Geef de bewoners een deelnemende rol in het overleg, die bij hen past. • Besteed niet alleen aandacht aan de technische opgave, maar ook aan de sociale aspecten van het traject. • Stel budget beschikbaar voor het onderzoek, voor buurtbijeenkomsten en voor voorlichtingsactiviteiten. Geef bewoners ook eigendom over het budget. • De gemeente houdt de eindverantwoordelijkheid en accordeert de inspanningen van de bewoners. Die kunnen meebeslissen over communicatie en hun meedoen. • Zorg er voor dat de samenwerking werkt op basis van vertrouwen van alle betrokken partijen. Maak dit ook regelmatig bespreekbaar in het overleg met alle partijen.