7 minute read
aan sociale impact
from Renda 2 - 2020
by Aeneas Media
Helena Spits (midden) samen met haar collega's Ramona van den Berg (l) en Shanty Krikke.
Vrouw in de bouw
Advertisement
Eigenlijk is Helena Spits, oprichter van Bouwzorg Fryslân, een techneut pur sang. Hoe je huizen bouwt, dat hoef je haar niet uit te leggen. "Soms merk ik wel dat het in de bouw lastig gevonden wordt, een vrouw die technisch gezien haar mannetje staat." Maar die techniek, zegt Spits, is de uitdaging niet. "Onze opgave zit veel meer in de 'vermenselijking' van de sector."
Tekst Wikke Peters
Beeld Jeannette de Groot
Helena Spits is oprichter van Bouwzorg Fryslân, een organisatie die corporaties en onderhoudspartijen helpt met de sociale projectbegeleiding bij renovatie- en bouwprojecten.
Dit interview is eigenlijk een pleidooi voor méér aandacht voor de ontwikkeling van soft skills én voor meer vrouwen in de bouw. Spits: “Met méér techniek en innovatie alleen krijg je mensen niet mee, al helemaal niet in bijvoorbeeld de energietransitie. Mensen willen gezien, gehoord en begrepen worden. Dat geldt voor bewoners, maar zeker ook voor de jongens op de bouw. Vrouwen zijn daar sterk in, en die kracht moeten we meer benutten.”
Speelveld
“Het is een gegeven dat mannen en vrouwen niet gelijk behandeld worden. In de bouw is dat niet anders. Onze maatschappij heeft het niet zo op sterke vrouwen. Dat bedoel ik niet als slachtoffer: zo is de situatie nou eenmaal, en die wordt door zowel mannen als vrouwen in stand gehouden. Vroeger werd ik daar wel door geraakt, en kon ik er ook emotioneel op reageren. Nu besef ik, dat dit nou eenmaal de situatie is en dat ik die niet kan veranderen. Ik heb alleen invloed op mijn eigen reactie hierop, en mijn eigen gedrag”, vertelt Spits. “Als vrouwen kunnen we veel van mannen leren. Vrouwen zijn geneigd
hun werk heel serieus te nemen, alsof hun leven ervan af hangt. Die werken zich een slag in de rondte, omdat ze denken dat ze alleen door keihard werken zichzelf bewijzen en serieus worden genomen. En vergeten dan bijvoorbeeld aandacht te hebben voor netwerken, iets wat minstens zo belangrijk is in onze sector. Mannen snappen dat beter. Mannen zien werk meer als een spel. Met een vooraf vastgesteld speelveld, en bestaande spelregels. Hoe meer je de bal nét binnen de lijnen kunt spelen, hoe beter je het spel speelt. Ik probeer mijn werk ook als een spel te zien. Overigens zónder afbreuk te doen aan mijn idealen en drijfveren. Die heb ik nog steeds.” Want, zo vertelt Spits, soms mist ze in de bouwsector wel eens een doordacht antwoord op de vraag ‘waarom bouwen we eigenlijk?’
“Bouwen lijkt een doel op zich te zijn. Lekker praktisch: bouwen, meters maken, geld verdienen. Als klein meisje speelde ik met Lego en Playmobil en bouwde ik hele dorpen. Toen ontdekte ik: een mooie woonomgeving draagt bij aan het geluk van mensen. Na mijn studie Bouwkunde ging ik werken voor een architectenbureau. Daar verloor ik mijn drijfveer even uit het oog: het ging om scoren. Toen ik terugverhuisde naar Friesland en als bouwopzichter bij een corporatie ging werken, wist ik ineens weer waarom ik voor de bouw had gekozen. Het gaat om ménsen, om luisteren, om het creëren van een leefomgeving die past bij hun wensen en behoeftes. Bouwen is een middel om tot een doel te komen en geen doel op zich.” Spits volgde daarna ook een studie commerciële economie. “Ik leerde daar onder andere dat 1 en 1 helemaal niet altijd 2 is, maar soms ook 3, 5 of 7 kan zijn. Dat was even wennen voor mijn technisch brein. Maar die studie heeft me wel uitgedaagd meer te kijken naar de ontwikkeling van soft skills in deze door techniek gedreven branche.”
Zachte manier
Juist dat is de uitdaging waar we voor staan, zeker in de sociale woningbouw, zegt Spits. “Kijk, als je een nieuwbouwwoning koopt, dan kies je, en je wéét waarvoor je kiest. Mensen in de sociale huursector hebben die keuze niet. Je inkomen bepaalt waar je woont. Huurders hebben soms het gevoel dat ze iets door hun strot geduwd krijgen. Ze denken: ‘Waarom moeten wij óók nog opdraaien voor die energietransitie?’ Wij projecteren onze eigen visie teveel op hen: huurders moeten de energietransitie belangrijk vinden en eraan willen bijdragen. Maar zo werkt het volgens mij niet. Natuurlijk, de energietransitie is belangrijk, en de grote aantallen zitten in de sociale huur. Maar we zitten nu op het punt dat meer techniek en meer efficiëntie niet leiden tot een groter draagvlak. De sleutel tot draagvlak zit in inclusiviteit. Geen groepen mensen overslaan, maar hen juist deelgenoot maken van en mee laten beslissen in je afwegingen. Zonder oordeel naar hen proberen te luisteren, en hen op een zachte manier meenemen in de opgave waar we met z’n allen voor staan.”
Jongens van de bouw
Dat gezegd hebbende, vindt Spits dat niet alléén de bewoner centraal zou moeten staan in de opgave. “We hebben nu een volle focus op renovatie in bewoonde staat. Voor een individuele bewoner is dat tien dagen ellende, en dan is het weer voorbij. Voor de jongens die het werk uitvoeren, gaat het constant door. Hun werk heeft geen begin of eind, er is elke dag weer een nieuwe bewoner. Er is tijdsdruk, de planning moet worden gehaald, er is druk om zo efficiënt mogelijk te werken. Combineer
HELENA SPITS
dat met een steeds grotere groep kwetsbare bewoners, en je beseft dat we veel van de jongens in de bouw vragen. Daar moet je aandacht aan besteden, je moet juist ook bij deze jongens investeren in het ontwikkelen van soft skills. Hoe ga je om met kwetsbare bewoners? Wat doe je als iemand boos wordt?”
“Onlangs hebben we een casus gedeeld met jongens op de bouw. Er was een huurder met zware PTSS (posttraumatische stressstoornis). Renoveren bij hem was geen optie. Dat respecteerden we. Maar eigenlijk trok hij het renoveren bij de buren ook niet. Dat werd natuurlijk ingewikkelder. Dus we gingen met deze huurder in gesprek en maakten heldere afspraken. Over op welke tijden hij geluidsoverlast kon verwachten. Hoe hij op prikkels reageerde, en welke omgevingsreactie hij dan prettig vond. Voor de huurder in kwestie heel fijn. Eindelijk iemand die vraagt: ‘Hoe is het nou voor jou?’ Maar ook voor de uitvoerende jongens was het prettig. Het gaf inzicht, en een antwoord op de vraag: hoe kun je jouw eigen reactie aanpassen?”
Een intensieve manier van werken, beseft Spits. Niet iets wat je zomaar even naast je ‘gewone’ werk als uitvoerder doet. “De vraag is: willen we daarin investeren? Er is werk genoeg op het moment, zoveel dat je als bedrijf niet per se die inzet op soft skills nodig hebt. Maar ik denk dat de winst ook aan de andere kant zit: als je je personeel wilt behouden, is het belangrijk hen het gevoel te geven dat ze écht belangrijk zijn voor je bedrijf. Dat er aandacht is voor hen, dat ze gezien en gehoord worden. Dat je als het ware een gemeenschap bouwt waarin mensen zich thuis voelen.
We moeten meer dan ooit inzetten op persoonlijk contact met bewoners.
Soms zit dat in kleine dingen. Maak die bouwkeet eens schoon, zorg dat het er gezellig is, schenk goede koffie. Het bouwen van zo’n gemeenschap en het ontwikkelen van de soft skills, dat is iets waar vrouwen een rol in kunnen spelen. Nu verdwijnen ze nog te vaak uit de bouwsector omdat ze zich niet altijd thuis voelen. Dat is zonde. Mijn advies: hou vast aan waar je voor staat. Als dat geaccepteerd wordt, kunnen we veel bereiken. En daar heb je mannen én vrouwen voor nodig.”
Corona
Nét voor het ter perse gaan van dit nummer, tijdens de intelligente lockdown, belt Spits via Skype. “Ik ben ontzettend benieuwd naar de lange termijneffecten van deze
Volgens Helena Spits kunnen vrouwen een rol spelen in het bouwen van een gemeenschap en het ontwikkelen van de soft skills.
coronacrisis. Wat wij tot nu toe zien bij bewoners, een toch al kwetsbare doelgroep, is veel angst en onzekerheid. En die angst zal niet zomaar verdwijnen met het versoepelen van de maatregelen. Ik denk dat we meer dan ooit moeten gaan inzetten op het vertrouwen van bewoners, en op het persoonlijke contact. Zó maar iemand in je huis binnenlaten, daar zijn mensen toch een stuk voorzichtiger in geworden. Warme opnames, bouwvakkers over de vloer, het is allemaal niet meer zo vanzelfsprekend. We zijn al volop aan het experimenteren met nieuwe, andere communicatiemiddelen. Denk aan een mobiele ontmoetingsplek waar je veilig en toch persoonlijk het gesprek kunt voeren, of vlogs vanuit de modelwoning.”
“Met die laatste hebben we onlangs bij een project binnen drie weken de zeventig procent gehaald. Hoewel het eerst leek of het akkoord bleef steken op 65 procent. We kwamen erachter dat dat niet kwam omdat mensen de werkzaamheden niet zagen zitten. Nee: mensen wilden de werkzaamheden wel, maar geen vreemde mensen over de vloer. Dat los je alleen op door heel zorgvuldig met die angsten om te gaan en waar nodig je strategie aan te passen. Met alleen het invoeren van uitvoeringsgerichte regels red je het niet. Ik heb zelf ook niet alle antwoorden, hoor. Maar dat maakt het des te interessanter: gezamenlijk op zoek gaan naar passende strategieën. Dat daagt mij wel uit. Ik hou van de structuur van chaos.”