Renda 1904

Page 1

www.renda.nl

#4 Kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouw

Koppel transitie aan kansen kwetsbare bewoners” DAG VAN DE BEWONER 2019

FIJN DAT IEMAND VRAAGT HOE WE DE RENOVATIE ERVAREN

2019



In Nederland breekt er jaarlijks duizenden keren brand uit in appartementen.

Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek


Inhoud 10

26

#4 2019

36

ARTIKELEN

PROJECT

RENDA NETWERK

18 Modulaire kantoorrenovatie Een energieleverend huis 30 Verduurzamen van corporatiewoningen Interview met Marnix Norder van Aedes 40 Kracht in het familiaire Op pad met Moving In 50 Hoe gaat het met u? Over de Renovatiemeter 56 De bewoner is zo gek nog niet…. De kosten van de verduurzaming

10 Twee wijken van het gas af De Goede Woning renoveert

9 Vers bloed Nieuwe partners 26 Vlinders op het dak De groene bewoner over zijn daktuin 36 Beeldverslag Dag van de Bewoner 2019 64 Renda partners Partneroverzicht

Beeld cover Peter de Koning via JOOST

#4 2019

4

EN VERDER 6 Hoofdredactioneel Erna van Holland 48 Blijven leren Leerling & Leermeester


Kies een voordeur die niet alleen bescherming biedt tegen inbrekers en burenoverlast. Maar ook tegen meer dan 900 graden.

Bij brand is de belangrijkste taak van een woningtoegangsdeur ervoor te zorgen dat het vuur en dodelijke brandgassen zich niet verspreiden. Een veiligheidsdeur van Daloc houdt giftige brandgassen en brand minstens 30 minuten tegen. Deze is ook ontwikkeld om zowel inbraak als storende geluiden en luchtjes uit het trappenhuis effectief tegen te houden. Lees meer op daloc.nl/wooncomfort


WAAR WE HET VOOR DOEN Zo richting het einde van het jaar, overvalt mij wel eens de vraag: waar doen we het allemaal voor? Ik merk dat - met mij – iedereen het heel druk heeft. Alsof we nu nog de benen uit ons lijf moeten lopen voordat de stikstofproblematiek ons in de kraag heeft gevat. Het is lastiger om afspraken in te plannen en we zien bij onze events dat men zich optimistisch aanmeldt maar dat de agenda het ook niet altijd toelaat om daadwerkelijk te komen. Herkenbaar en begrijpelijk. Toch terug naar de vraag waar we het allemaal voor doen. In toenemende mate hoor ik om mee heen ‘ik wil ertoe doen, ik wil een bijdrage leveren aan de maatschappij’. We blijken hier meer behoefte aan te hebben nu we overspoeld worden met informatie en communicatie, veelal virtueel, soms met te weinig diepgang. Steeds meer mensen

Een mooie zoektocht ligt op mij te wachten” 6  #4 2019

in mijn omgeving maken de stap van de markt naar de overheid of naar organisaties waar het maatschappelijk verantwoorden ondernemen meer is dan een alinea in het jaarverslag. Waar doen we het bij Renda voor? Uiteindelijk doen we het voor de bewoners. Wij hopen de professionals zodanig te kunnen ondersteunen en inspireren, dat we samen een beter resultaat kunnen bereiken voor de bewoners. Zoals Renda partner ERA Contour het zo mooi verwoordde: samen buurten sterker maken. Hoewel de focus van onze partners van nature is gericht op het vastgoed, merken we dat als je het goed wil doen voor bewoners, je veel breder moet kijken en acteren. Wij zijn er trots op dat wij


HOOFDREDACTIONEEL

voor het derde jaar De Dag van de Bewoner organiseren. Het biedt ons en onze partners en leden de mogelijkheid om niet over de bewoner te praten maar ook met de bewoners te praten over hoe we het voor hen beter kunnen doen. Als ik naar mijzelf kijk, ben ik vereerd dat ik nu betrokken ben bij het proces om een nieuwe toekomst te vinden voor een klooster in Voorschoten. Enerzijds de vraag om een nieuw toekomst te geven aan het landgoed dat zij in bezit hebben, anderzijds de vraag hoe we de nog resterende zusters en broeders een goede oudedagsvoorziening kunnen bieden. In toenemende mate wil ik mij inspannen voor het cultureel erfgoed. Niet alleen de stenen en waardevolle elementen behouden, maar ook de verhalen die er onlosmakelijk mee zijn verbonden. Verhalen kleuren het vastgoed en maken het gedachtegoed makkelijk overdraagbaar. Een mooie

zoektocht ligt op mij te wachten naar manieren waarop die verhalen verder kunnen worden gebracht. Daar wil ik meer tijd voor vrij maken en dat betekent keuzes maken. Ik heb daarom ook besloten om na vijf jaar hoofdredacteurschap van Renda het stokje over te dragen. Het redactieteam van Renda is een warm bad waarin goed en zinvol met elkaar wordt gediscussieerd, geschreven en nagelezen. Dat ga ik missen, maar ik gun het ook een ander om hier onderdeel van uit te maken. En jullie hoop ik natuurlijk weer te zien bij een van de events van Renda volgend jaar. Want tja, daar doen we het voor!

ARTIKEL SCHRIJVEN?

Heb je een idee voor een artikel en past dit binnen de thema’s van Renda? Stuur dan een mail naar renda@aeneas.nl

#4 2019  7


RENDA MENUKAART 2020

renda.nl

Heb jij verstand van renoveren? Renda stelt professionals in staat hun werk beter te doen door betrouwbare vakkennis te delen. Is jouw bedrijf deskundig op het gebied van renovatie of een aspect daarvan? En wil je die kennis delen met woningcorporaties, renovatiebedrijven of toeleveranciers? Word dan partner van Renda. Eenpitters en start-ups Adviesbureaus, kleine bedrijven en corporaties Bedrijven

€ 989 € 1699 € 2699

Wat krijg je daarvoor? Redactioneel

Netwerk

Commercieel

• • • •

• Bepaal de koers van Renda • Gratis toegang tot besloten events voor tenminste 2 personen • Gratis toegang tot kennistafels • Korting op open events • Toegang tot de online community voor het hele bedrijf • Partnerlidmaatschap voor medewerkers • Renda Magazine (max 20) • Renda Banenruil

• Logo in nieuwsbrief, op website en Renda Magazine • 25% korting op advertentietarieven • Plaatsing in Innovatiedatabase • Plaatsing in Vacaturebank

Welkomstinterview Deel je nieuws met het netwerk Een plek in ons blogpanel Schrijf een artikel in Renda Magazine • Deelname aan Renda-rubrieken: - Hoe woon jij? - Passie voor vakmanschap - Leerling & Leermeester

Wil je nog meer zichtbaarheid? Redactioneel

Netwerk

• Een artikel geschreven door een Renda-journalist • Andere journalistieke uitingen mogelijk in overleg

• Organiseer een Renda Event • Renda Themadag: - Host - Deelsessie

€ 600

n.o.t.k.

Commercieel € 4650 € 3500 € 1600

• • • • • •

Advertentie in Renda Innovatie op homepage Innovatie in nieuwbrief Vacature op homepage Banner in nieuwsbrief Banner op website

Wil je meer weten over het partnerschap neem contact op met Elleke van de Westeringh: e.vandewesteringh@aeneas.nl Wil je graag meer informatie over de advertentieverkoop neem contact op met Stefan Terpstra: s.terpstra@aeneas.nl

€ € € € € €

1990 280 225 225 375 565


RENDA NETWERK VERS BLOED

VERS BLOED In deze laatste editie van 2019 verwelkomen we een aantal nieuwe partners. Wie zijn ze en waarom zijn ze aangehaakt bij Renda?

BMN Connect Erik Goossen

ladies@work

BMN Connect, de naam zegt het al. Wij willen graag de verbinder zijn in de bouwketen. Van fabrikant van bouwmaterialen tot en met corporatie, van (onder) aannemer tot en met bewoner. Binnen Renda willen we onze kennis van bouwprocessen en -materialen delen, behoeften peilen en weten wat er leeft. Zo kunnen we nieuwe efficiënte oplossingen ontwikkelen die bijdragen aan sneller en betaalbaar (ver)bouwen. Met als resultaat tevreden huurders.

Wij zijn allemaal op weg naar een duurzamere wereld. Ieder speelt daar een eigen rol in. Bij ladies@ work zijn wij ons ervan bewust dat wij een belangrijke speler zijn in de verduurzamingstrend. Voor onszelf zien wij een grote rol in de maatschappelijke en sociale transitie. De enorme opgave waar wij met z’n allen voor staan vraagt om innovatie en gedreven ondernemerschap. Met onze ervaringen hopen we andere partijen in het Renda netwerk te inspireren. Ook horen we graag hoe anderen het aanpakken.

#4 2019  9


TWEE WIJKEN VAN HET GAS AF EEN PROJECT MET VEEL GELEERDE LESSEN

Het doel van woningcorporatie De Goede Woning was om als eerste van het aardgas af te komen. En dat is ze gelukt! In Palenstein, een wijk in Zoetermeer, zijn nu 120 eengezinswoningen van het aardgas af. De woningen uit de jaren zestig waren aan een grondige renovatie toe. De Goede Woning besloot te renoveren naar Nul-op-de-Meter. "Later dit jaar helpen we nog eens 214 woningen in een andere wijk van het gas af", vertelt projectleider Saskia Dijkema trots. Tekst Dionne Verstegen

10  #4 2019


#4 2019  11


PROJECT TWEE WIJKEN VAN HET GAS AF

D

e 120 eengezinswoningen zijn niet de enige woningen in Palenstein die aangepakt worden. De hele wijk is door de gemeente Zoetermeer, corporaties De Goede Woning, Vestia en Vidomes en netbeheerder Stedin aangewezen als pilotgebied voor het aardgasvrij maken van de woningvoorraad en het onderzoeken van mogelijkheden voor (collectieve) duurzame warmtevoorzieningen. Een van deze mogelijkheden is Nul-op-deMeter. Dit bleek voor de 120 eengezinswoningen van De Goede Woning de beste oplossing. “We hebben verschillende berekeningen uitgevoerd en kwamen tot de conclusie dat NOM een mooie, rendabele manier was om deze woningen te verduurzamen. In andere delen van de wijk werden twee flats van ons gesloopt, waardoor bewoners tijdelijk moesten verhuizen. Gelukkig was dat bij deze eengezinswoningen niet nodig en konden we in bewoonde staat renoveren”, vertelt Saskia Dijkema, die als projectleider energie & planmatig

onderhoud bij De Goede Woning betrokken was bij deze renovatie.

Een flink pakket aan maatregelen

Voor de corporatie was dit het eerste NOM-project in bewoonde staat. Elke woning kreeg vloerisolatie, een nieuwe gevel, die tegen de bestaande gevel werd geplaatst, nieuwe kozijnen inclusief drievoudig isolatieglas, een nieuwe voordeur, en nieuwe dakplaten met 32 zonnepanelen. Daarnaast werd er in de voortuin, tegen de gevel aan, een iCEM energiemodule geplaatst. Daarin is onder meer de luchtwarmtepomp, de boiler met een warmwatervoorziening voor het warme tapwater, de mechanische ventilatie, de omvormer voor de stroom van de zonnepanelen en het monitoringsysteem ondergebracht. Daarnaast werden ook nog eens de badkamer, het toilet en de keuken van de meeste woningen vernieuwd.

Werkzaamheden in Palenstein.  FOTO LAURENS KUIPERS

12  #4 2019


Ik heb tijdens dit project wel gemerkt hoe belangrijk en essentieel het contact met bewoners is”

SASKIA DIJKEMA #4 2019  13


Het resultaat van de verbouwingen in P­­alenstein.  FOTO LAURENS KUIPERS

Al met al een hoop werkzaamheden, met veel impact voor bewoners. Allereerst werd de binnenkant van de woningen aangepakt en de badkamer, toilet en keuken in de meeste woningen vernieuwd. Deze werkzaamheden duurden twaalf dagen per woning. Bij bewoners die geen nieuwe keuken kregen, werd wel een nieuwe inductie-kookvoorziening geïnstalleerd zodat de woningen van het gas af konden. Vervolgens werd na twee maanden begonnen aan de buitenkant. Dijkema: “Volgens planning zou er eigenlijk een week zitten tussen de werkzaamheden in de woning en het opknappen van de buitenkant. Dat is met name door leveringsproblemen opgelopen tot twee maanden. “Dat was voor bewoners niet ideaal.”

14  #4 2019

Proefwoning

In Meerzicht, een andere wijk in Zoetermeer, wordt later dit jaar gestart met de NOM-renovatie van 214 woningen. De geleerde lessen uit Palenstein kunnen hier meteen in de praktijk gebracht worden. “Hier zijn de badkamer, toilet en keuken nog niet zo heel lang geleden onder handen genomen, dus die hoeven we nu niet te renoveren. Daarnaast gaan we niet alle woningen in een keer aanpakken. In Palenstein zijn we meteen van start gegaan en hebben we alle woningen in één bouwstroom aangepakt. Dat is een bewuste keuze geweest, maar achteraf gezien was het misschien beter geweest om eerst één blok als pilot te doen. Er was een modelwoning waar bewoners de nieuwe badkamer, keuken en toilet konden bekijken als die bij hen werd vervangen, maar ze kon-


PROJECT TWEE WIJKEN VAN HET GAS AF

den niet zien hoe de NOM-renovatie zou worden. Bij het nieuwe project in Meerzicht hebben we nu een proefwoning gemaakt om te kijken of we tevreden zijn met de aanpak. En bewoners zijn zo beter voorbereid op wat er staat te gebeuren met hun woning. Vervolgens zullen de werkzaamheden per straat of blok woningen uitgevoerd worden.” In Palenstein werden de werkzaamheden uitgevoerd door Bouwbedrijf Dura Vermeer. Aan de uitvraag deden vier partijen mee. De Goede woning beoordeelde alle plannen samen met de bewonerscommissie. “Hierbij hebben we met name gekeken hoe de aannemers wilden omgaan met bewoners en waar de nieuwe energiemodule kwam te staan. In het plan van Dura Vermeer kwam deze in de voortuin te staan. Bij het project in Meerzicht komt de energiemodule op zolder; dan verlies je geen ruimte in de tuin”, vertelt Dijkema.

Buitenkraan

Toen het project eenmaal van start ging, was er twee keer per week een spreekuur in de modelwoning. Hier konden bewoners terecht met vragen. Daarnaast had de corporatie elke twee weken overleg met de bewonerscommissie. “We hoorden graag ook van hen welke geluiden er uit de wijk kwamen. Deze geluiden waren heel divers. Zo waren er mensen die het jammer vonden om hun buitenkraan en zonnescherm kwijt te raken.” Deze laatste kon niet meer opgehangen worden aan de nieuwe gevel. Als oplossing werden er pergola’s geplaatst bij bewoners die een zonnescherm hadden. En door een extra geldpotje konden ook de buitenkranen weer teruggeplaatst worden bij bewoners die al een buitenkraan hadden. “We zijn blij dat we deze geluiden terugkregen en dat we hier ook iets aan konden doen. Helaas is de bewonerscommissie halverwege het project gestopt. Gelukkig hadden we tegen

die tijd al veel contact met bewoners en wisten ze ons goed te vinden.” Om bewoners nog beter te ondersteunen werd er halverwege het project een extra bewonersbegeleider ingezet vanuit Dura Vermeer. “Ik ben zelf normaal van de stenen, maar ik heb tijdens dit project wel gemerkt hoe belangrijk en essentieel het contact met bewoners is. Goede bewonerscommunicatie is cruciaal en maakt of breekt het project.

Bewoners zijn zo beter voorbereid op wat er staat te gebeuren met hun woning” Vooral bij bewoners die veel vragen hebben of extra hulp nodig hebben. Pas wanneer je bij mensen binnenstapt hoor je waar ze allemaal tegenaan lopen. Er komt veel boven tafel en het was erg fijn dat we bewoners mede door de inzet van de bewonersbegeleider persoonlijke aandacht konden geven”, vertelt Dijkema.

Duidelijke afspraken over de bewonerscommunicatie

Het is volgens Dijkema wel van belang om duidelijke afspraken te maken met de aannemer over bewonerscommunicatie. “Bij dit project was Dura Vermeer verantwoordelijk voor de bewonerscommunicatie, maar we merkten op een gegeven moment dat wij #4 2019  15


Goede bewonerscommunicatie is cruciaal tijdens een verbouwing.

Door alle isolatiemaatregelen hoor je veel minder geluiden van buiten of van de buren” andere wensen hadden. Dit hebben we met Dura Vermeer besproken en kunnen bijsturen. Ook was er een aantal bewoners die wel wat extra ondersteuning konden gebruiken. “Zo hebben we voor sommige bewoners een tijdelijke logeerwoning in de buurt geregeld.”

Energiecoach

Volgens Dijkema was het heel mooi om te zien hoe bewoners elkaar hielpen tijdens de aanpak. Ze ondersteunden elkaar waar dat 16  #4 2019

kon. Sommige bewoners waren na de renovatie in eerste instantie teleurgesteld omdat de nieuwe warmtepomp nog wat kinderziektes had, dat was heel begrijpelijk. Veel bewoners zijn heel blij met de gerenoveerde woning en wonen met nog meer plezier in hun woning. Sommige huurders moesten even wennen aan de veranderde situatie. Sommigen hebben bijvoorbeeld nog wat moeite met koken zonder gas, of met het gebruik van het nieuwe ventilatiesysteem”, aldus Dijkema. Om de bewoners hierbij te ondersteunen organiseerde De Goede Woning een kookworkshop. En konden bewoners gebruik maken van eenenergiecoach. Deze helpt bewoners bij vragen en geeft informatie over het juist gebruiken van de installatie.

Een lagere energierekening

Sandra de Zoete is een van de bewoners in Palenstein. “Was het een beetje rommelig tijdens de renovatie? Vast wel, maar het is net als met een bevalling: je bent het zo weer vergeten. Wat ik heel fijn vind is dat je door alle isolatiemaatregelen veel minder geluiden van buiten of van de buren hoort. We kunnen nu dus gerust een keer harde


muziek draaien. In principe zijn we tevreden met het resultaat, al vinden we het huis nu wel wat warmer geworden.” Betaalbaarheid en een lagere energierekening was een van de redenen voor de Goede Woning om voor NOM te kiezen. Om inzicht te krijgen in het energieverbruik wordt gebruik gemaakt van een monitoringsysteem. “Hiermee kunnen we zien of de installatie naar behoren werkt, maar we waarschuwen bewoners ook op het moment dat ze meer energie verbruiken dan in hun bundel zit. Zodat de energierekening niet onnodig hoog is. Zo zien we dat mensen bijvoorbeeld moeten wennen dat ze de temperatuur in de woning op één stand moet laten staan en niet de hele tijd van temperatuur moeten wisselen. Om huurders hier beter bij te kunnen begeleiden, hebben we een energiecoach ingeschakeld.

waardoor we meer tijd nodig hadden in de voorbereidingsfase. Daarnaast waren alle betrokken partijen nog onvoldoende op elkaar ingespeeld. Er hoeft maar één machine kapot te gaan en de planning loopt uit. Zo hebben we bijvoorbeeld drie weken vertraging opgelopen omdat de machine die de plakstrips aanbracht op de nieuwe gevels stuk was. Door de woningen in Meerzicht in fases aan te pakken, gaan we ervan uit dat we dit voorkomen.” Dijkema kijkt terug op een intensief, maar geslaagd project. “Ik vind het mooi om te zien hoe je een woning van de jaren zestig terug kunt brengen naar een woning die voldoet aan alle huidige kwaliteitsnormen en -eisen. Het is een flinke

Van gas naar all-electric

Ook van het gas af komen was een uitdaging. Hiervoor zocht De Goede Woning contact met netbeheerder Stedin. “Doordat er zonnepanelen werden geplaatst die stroom het net in pompen, was het noodzakelijk om het net te verzwaren. Daarnaast werden alle gasleidingen uit de grond verwijderd, net als de gasmeters in de woningen. Dat kon Stedin pas doen nadat alle andere werkzaamheden klaar waren. Het meest spannende bleek het administratieve werk. Pas als de energieleverancier kan zien dat dat de gasaansluiting verwijderd is, kan de gasrekening stopgezet worden. “Bij sommige mensen kwamen we er pas later achter dat dat nog niet gebeurd was. Bewoners moeten namelijk zelf bellen naar de energiemaatschappij, dat mogen wij helaas niet voor ze doen. De 120 woningen werden in december 2018 opgeleverd. In totaal duurde het project anderhalf jaar langer dan gepland. “De NOM-aanpak was echt nieuw voor ons,

Is NOM dan dé oplossing?” uitdaging om woningen te verduurzamen en van het gas af te halen, maar het resultaat is er dan ook en de bewoners zijn uiteindelijk heel positief.” Is NOM dan dé oplossing? Niet per se volgens Dijkema. “Bij de woningen in Meerzicht gebruiken we ook geen standaard NOM-oplossing. Er wordt bijvoorbeeld weinig prefab gemaakt, maar veel maatwerk op locatie gedaan. Het is dan ook belangrijk om per project te kijken wat de beste weg naar verduurzaming is.” Noot: Saskia Dijkema werkt inmiddels als adviseur Erfgoed en Architectuur bij de gemeente Zoetermeer. #4 2019  17


Modulaire kantoorrenovatie ENERGIELEVEREND HUIS ALS PROTOTYPE

18  #4 2019


Een studententeam van de TU Delft presenteerde tijdens de Solar Decathlon Europe een volledig zelfvoorzienend appartement dat meer energie produceert dan dat het gebruikt. Het MOR-team (Modulair Office Renovation) focuste zich op het renoveren van inefficiënte kantoorgebouwen naar netto-positieve multifunctionele gebouwen. Daarmee wisten de studenten acht podiumplekken te behalen in 10 categorieën en werd in het eindklassement een knappe tweede plek in de wacht gesleept. Tekst Julia Kapinga

#4 2019  19


MODULAIRE KANTOORRENOVATIE

D

e Solar Dectahlon Europe 2019 is een internationale competitie tussen universiteiten. Het doel is een huis te renoveren zodat het volledig zal draaien op zonne-energie. De gebouwde omgeving is een enorme verbruiker van energie en grondstoffen. Het Delftse MOR-team vindt dat dit anders moet. “Om een gezonde aarde te garanderen voor toekomstige generaties, moeten

gebouwen veranderen in producenten die meer teruggeven aan hun omgeving dan dat zij verbruiken”, aldus Siem van Sluijs, student bouwkunde en partnerships manager van het MOR-team. Het MOR-team wil twee problemen aanpakken; •• 55% van alle kantoren in Nederland hebben een energielabel hebben lager dan C. Door een recente verandering in de

SOLAR DECATHLON COMPETITIE

De Solar Decathlon competitie daagt studententeams van over de hele wereld uit om een op zonne-energie draaiend, zelfvoorzienend en duurzaam huis te ontwerpen, bouwen en opereren. Hierbij mogen de nieuwste ingewikkelde technieken getest worden en het doel is dan ook om op een zo innovatieve manier een duurzaam huis te creëren. Het MOR Team deed mee aan de 2019 Europe editie in Szentendre, Hongarije, waar het thema deze keer renovatie was. De competitie is een tienkamp en de teams worden dus beoordeeld in tien verschillende competities. Dit zijn de volgende tien: • Architecture: Samenhang van het ontwerp; Flexibiliteit in de plattegrond; Integratie van de techniek; Samenhang met de ruimtelijke en sociaaleconomische omgeving • Engineering & Construction Het ontwerp van de systemen en de implementatie ervan; Hoog niveau aan functionaliteit van de constructie, gebouwschil, mechanische en elektrische systemen en zonnesystemen; Veiligheid, haalbaarheid en integratie • Energy Efficiency Het ontwerp reduceert de energievraag; de functionaliteit en efficiëntie van de onderdelen van het huis • Communications De creativiteit en effectieve manieren om de

20  #4 2019

relevante onderwerpen van de competitie over te brengen; Een creatieve manier om het team en het project een eigen identiteit te geven Neighbourhood Integration & Impact De integratie van het ontwerp in de context; De meerwaarde die gecreëerd wordt door de renovatie voor de gemeenschap Innovation & Viability Veranderingen die ervoor zorgen dat er waarde wordt toegevoegd of prestaties; Innovatieve voorstellen die sociaal, technisch en economisch haalbaar zijn Circularity & Sustainability Omgevingsgevoeligheid om de negatieve invloed op het milieu te reduceren gedurende de levenscyclus van het huis Comfort Conditions Creatieve en effectieve manieren om de comfort condities over te brengen en te definiëren aan de hand van de identiteit van het Team en het project House Functioning Functionaliteit en efficiëntie van alle voorzieningen; innovatieve oplossingen waardoor alle voorzieningen de benodigde prestaties kunnen behalen Energy Balance De elektrische energie van het huis is zelfvoorzienend en efficiënt; het energieverbruik van het huis is zo laag mogelijk; Management van de belasting op het net en het beperken van piekvermogen


Bestaande kantoorgebouwen bieden veel potentie vanwege de flexibele plattegrond�

#4 2019  21


MODULAIRE KANTOORRENOVATIE wet zijn kantoren met een label lager dan C verboden vanaf 2023. •• Er is een enorme vraag naar betaalbare woningen voor starters. Tot 2040 moeten er ongeveer één miljoen woningen worden bijgebouwd.

Modulaire ontwerpstrategie

Deze twee problemen worden gecombineerd in MOR’s missie om een modulaire ontwerpstrategie te ontwikkelen om deze inefficiënte kantoorgebouwen te renoveren tot netto-positieve en multifunctionele gebouwen. De keuze voor bestaande kantoorgebouwen is geen toeval. Het gebouwtype biedt veel potentie vanwege de flexibele plattegrond. Daarnaast bezit de draagconstructie zo’n 60% van de totale klimaatbelasting en die is gemaakt om 250 jaar mee te gaan. MOR’s concept streeft naar het ontwikkelen van een strategie die deze kantoorgebouwen een nieuw leven geeft, gebaseerd op de principes van modulair en demontabel bouwen. Dat doet het team met behulp van een schaalbaar ontwerp, de integratie van de sharing-economy, het bevorderen van lokale gemeenschappen en het integreren van vijf netto-positieve elementen, energie+, water+, lucht+, biomassa+ en materialen+. Dat betekent dat het gebouw meer produceert dan het gebruikt, maar ook dat waarde wordt toegevoegd voor zowel huidige als toekomstige gebruikers. De studenten bouwden voor hun ontwerp een uitsnede van een verdieping van de Marconitoren in Rotterdam, een hoog gebouw met 22 verdiepingen uit de jaren ’70. Daarmee is een typologie geïdentificeerd dat veel voorkomt in de hele wereld. Het ontwerp kan dan ook makkelijk toegepast worden op een groot aantal bestaande kantoorgebouwen. In het begin heeft het team de prestaties van het bestaande kantoor geanalyseerd. Vanuit deze analyse is een voorstel gemaakt om de energie-, water-, ventilatie-, biomassa- en materialenvraag te reduceren tot 22  #4 2019

het minimum. Vervolgens is er gekeken hoe deze vraag op een passieve manier kan worden opgelost, alleen als deze niet afdoende zijn zullen er actieve systemen gebruikt worden. Daarnaast produceert het gebouw ook elektriciteit, schoon water en lucht, en recyclet biomassa en materialen om zo netto-positiviteit te waarborgen. Tijdens de Solar Decathlon-competitie in Hongarije afgelopen zomer, werd een uitsnede van de toren gepresenteerd waarin een appartement van 50 m2werd getoond. Alle aspecten van het ontwerp zijn daarin zichtbaar.

Energie

De gevel moet zich niet alleen gedragen als een passieve huid om het klimaat te reguleren, maar genereert ook de meeste energie door het gebruik van de geïntegreerde PV-panelen. Op deze manier wordt het gebouw een energieleverancier aan de buurt, in plaats van alleen aan de gebruiker.

Water

Een netto-positief systeem voor het water in het gebouw minimaliseert het gebruik van vers water en behandelt grijze waterstromen, zodat deze hergebruikt kunnen worden binnen het gebouw en in de buurt eromheen. Het systeem is zo ontworpen dat watergebruik wordt verminderd en dat er slim wordt omgegaan met het verzamelen en hergebruiken van water. Grijs water wordt behandeld in een helofytenfilter, om zo leverancier te kunnen zijn van water voor stadsparken en urban farming. Zwart water wordt behandeld om biogas en kunstmest te produceren, en zo voedingsstoffen en brandstof te leveren. Regenwater wordt gebruikt voor de bewatering van de kassen op het dak en om de wc’s door te spoelen.

Lucht

Binnen dit concept is er in de binnentuin geïntegreerde vegetatie aanwezig in de vorm van een groene wand die voornamelijk bestaat uit luchtzuiverende planten. In de


MODULAIRE KANTOORRENOVATIE

zomer komt de lucht die vanuit buiten wordt aangevoerd langs de groene wand om zo gefilterd te worden door de planten. Binnen de groene wand zijn op zout gebaseerde Phase Changing Materials (PCM) aanwezig die geactiveerd worden als de temperatuur binnen tussen de 23 en 26 graden komt. De PCM zal dan beginnen te smelten en de hitte wordt opgeslagen vanuit de lucht. Zo wordt de aangevoerde lucht gekoeld. Tegen het einde van de dag zal de PCM volledig gesmolten zijn en moet het weer opgeladen worden. Dit wordt gedaan door recirculatieventilator aan de bovenkant, die ’s nachts de koele nacht lucht gebruikt om de PCM weer terug te vriezen naar de originele staat. Hierdoor is de groene wand niet alleen een esthetisch deel van het huis, maar ook een essentieel deel van het klimaatconcept om de binnenlucht te reinigen en te verkoelen.

Biomassa

De integratie van biomassa in de gebouwde omgeving bestaat simpel gezegd uit twee vormen: voedselproductie in gebouwen om de voedselkilometers te verminderen en het gebruiken van organisch materiaal om de bodemvruchtbaarheid te herstellen. Het voorstel van MOR is om de Marconitorens een platform voor voedselproductie, innovatie en educatie in Rotterdam en haar buurt te laten zijn. De buurt en de publieke ruimte rondom de torens kunnen profijt hebben van de voedselproductie, gezien een deel hiervan zal worden verkocht in de nabijgelegen supermarkt en een restaurant in de plint van de torens. Dit sluit aan bij het urban farming programma dat is ontwikkeld voor het M4H gebied, waarvan bijvoorbeeld de floating farms in het Rotterdam Makers district al een voorbeeld zijn. Hierdoor wordt voedsel lokaal geproduceerd en verkocht. Ook de afvalcycli #4 2019  23


24  #4 2019


MODULAIRE KANTOORRENOVATIE van de torens worden lokaal verwerkt. De daken van de torens en de parkeergarage moeten ook een nieuwe functie krijgen, namelijk het produceren van voedsel door middel van urban farming. De buurt kan er gebruik van maken door het huren van een stukje dak om hun eigen voedsel, zoals groente en fruit, te verbouwen. Binnen het gebied van de Marconitorens, hebben maar weinig huishoudens een eigen tuin. In de gemeenschappelijke ruimten en de kern van de torens zal ook voedsel worden verbouwd. Door middel van een aquaponics systeem kunnen verschillende groentes, fruit en kruiden (onder water) worden verbouwd, terwijl er ook vissen leven. In de kern worden paddenstoelen verbouwd door het gebruik van

Demontabele componenten geven materialen een grotere kans op een tweede leven” koffiedik. Dit idee is geïnspireerd door een Rotterdamse startup die paddenstoelen produceert voor voedsel door het gebruik van CO2dat wordt geproduceerd tijdens het proces.

demontage zorgen ervoor dat individuele materialen een grotere kans hebben op een tweede leven. Bronnen en einde levensduur protocollen van materialen worden bepaald tijdens het ontwerpproces om zogeheten ‘materiaalpositiviteit’ te waarborgen.

Modulair ontwerp

De gehele renovatie van de kantoorgebouwen is mogelijk met vier modules; gevelmodule, badkamer/keuken-module, bed/ bureau-module en wandmodule. Dit zorgt ervoor dat het renoveren van de slecht presterende kantoren laagdrempelig en betaalbaar wordt. Daarnaast kunnen de modules gemakkelijk worden hergebruikt in andere gebouwen. Omdat bewoners individuele eisen en wensen voor hun woning hebben, kunnen de modules door de bewoners zo worden geplaatst dat de woning aan hun eisen voldoet. Het appartement kan bijvoorbeeld groter of kleiner worden en er kan een makkelijk een extra slaapkamer of badkamer aan worden toegevoegd. Hierdoor is het ontwerp erg toekomstbestendig. Ook is het team bezig met het concept ‘Gebouw als materialenbank’. Dit houdt in dat leveranciers van materialen eigenaar blijven van de producten en dat deze worden geleased aan de gebouweigenaren. Alle gebruikte materialen worden gedocumenteerd in een materialenpaspoort dat wordt gemonitord in een database. Dit zorgt ervoor dat leveranciers worden aangemoedigd om te investeren in duurzame gebouwcomponenten en geld verdienen op de lange termijn door de componenten te leasen aan gebruikers, terwijl ze zelf de eigenaar blijven.

Materialen

Bij het gebruik van materialen valt de keuze op biologische en technische materialen die makkelijk demonteerbaar en recyclebaar zijn. Componenten die ontworpen zijn op #4 2019  25


DE GROENE BEWONER

26  #4 2019


VLINDERS OP HET DAK

Tejo op zijn dakterras, foto: Yvette Vierhout

Tejo Verdonschot (69) loopt trots op het dak van SPACE-S, een appartementencomplex op Strijp S in Eindhoven. Het dak staat vol met plantenbakken gevuld met bloemen, kruiden en bomen. “Hier zie je salie staan, hier munt en citroenmelisse”, vertelt Tejo enthousiast. “Hier zie je echina, calendula, Valeriaan en goudsbloem.” Dankzij de daktuinen is Tejo tijdens de Dag van de Bewoner verkozen tot De Groene Bewoner. Tekst Birgit Barten

#4 2019  27


DE GROENE BEWONER Het Eindhovense appartementencomplex Space-S zit iets anders in elkaar dan de meeste complexen. Hoe meer betrokkenheid de toekomstige bewoners toonden, hoe eerder zij de keuze kregen voor een appartement. Aanwezigheid bij vergaderingen leverde bijvoorbeeld punten op, maar ook het leveren van ideeën en

vind het leuk om bewoners te verbinden. Ik heb altijd wel een moestuin gehad. Dat begon al sinds ik heel jong was.”

Zelfgemaakte meubels

Tejo is kartrekker van het eerste uur van de werkgroep groen. Van niets naar een plan voor een daktuin. Tejo

Het was een flink karwei om alle plantenbakken op het dak te krijgen” het opzetten van werkgroepen. Zo bedacht Tejo Verdonschot de daktuinen. Hij maakte een maquette en zette een werkgroep op. Hij is een van de genomineerden van de verkiezing voor de groenste bewoner. Zonder Tejo was deze tuin er waarschijnlijk niet geweest. Hij zette een werkgroep op en regelt het beheer en onderhoud van de tuin. “In de zomer kom je veel vlinders tegen en bij oud en nieuw heb je prachtig uitzicht over het vuurwerk.” Tejo is graag buiten. “Ik heb groene vingers en 28  #4 2019

heeft ook de meubels op het dak gemaakt. De tuin is een ontmoetingsplaats voor bewoners en is belangrijk voor de flora en fauna. Ook zijn er kruiden te vinden voor culinair en medicinaal gebruik. De keuze voor bepaalde plantensoorten zorgt voor een goede biodiversiteit.

Werkgroep

De werkgroep groen bestaat uit vijf bewoners die de drie daktuinen onderhouden. “Elke zondag is er iemand van de groep in de tuin aanwezig. Zij geven uit-

leg en begeleiden bewoners bij het werken in de tuin. Daarnaast houden ze elkaar op de hoogte via een appgroep met ongeveer 60 bewoners, over wie wanneer de planten water geeft. Het had nog heel wat voeten in aarde om de grote plantenbakken naar boven te krijgen. “Ik heb veel met de constructeur gepraat, want er komt nogal een gewicht op het dak. Wat kan wel en wat kan niet vroegen we ons af. Op basis van die gesprekken hebben we een ontwerp gemaakt.” Daar kwam nog eens de plaatsing van de plantenbakken bij. De bouwer heeft een grote kraan ter beschikking gesteld om de plantenbakken te plaatsen.”​​​​​​​ “Medebewoners houd ik op de hoogte via een nieuwsbrief. Zodra dingen geoogst kunnen worden, weten mensen dat ook en kunnen ze er wat lekkers mee koken bijvoorbeeld.”

Verkiezing groenste bewoner

De verkiezing van de groenste bewoner is mede mogelijk gemaakt door Constructiever. Tejo is verkozen tot De Groenste bewoner.


Er staan medicinale maar ook culinaire kruiden in de plantenbakken, foto: Yvette Vierhout #4 2019  29


Marnix Norder.  MANON VAN DE LEUR VIA GEMEENTE DEN HAAG

30  #4 2019


Verduurzamen van corporatie­ woningen Marnix Norder is begonnen aan zijn laatste maanden als voorzitter van Aedes. Volgens hem moet het woningcorporaties gemakkelijker gemaakt worden om warmte af te nemen. Een gesprek met Marnix Norder, voorzitter van Aedes, over de weg naar verduurzamen en de rol van warmtenetten daarbij. Welke kansen en drempels ziet hij? Tekst Joost Zonneveld

MARNIX NORDER

Hoe doen de corporaties het bij het behalen van de Parijse klimaatdoelen? “Het klimaat staat de laatste tijd breder in de belangstelling, maar voor corporaties is dit niet nieuw. Zij zijn daar al veel langer mee bezig, onze leden lopen voorop als het om het verduurzamen van de gebouwde omgeving gaat.”

Marnix Norder is nog een paar maanden voorzitter van Aedes. Daarvoor was hij ondermeer gedeputeerde bij de Provincie Zuid-Holland en wethouder stadsontwikkeling, volkshuisvesting en integratie bij de Gemeente Den Haag

Kunt u daar voorbeelden van geven? “Het aantal energielabelsprongen dat de corporaties in de laatste tien, vijftien jaar gemaakt hebben, is indrukwekkend. Des te beter het energielabel, des te beter voor het klimaat. De stappen die in de corporatiesector zijn gemaakt zijn zeer positief als je die vergelijkt met commerciële verhuurders of particuliere woningeigenaren. Aan de klimaattafel waar ik recent aan heb deelgenomen, hebben eigenaren van utiliteitsgebouwen, zoals #4 2019  31


INTERVIEW MARNIX NORDER scholen en ziekenhuizen, onze routekaart om in 2050 CO2-neutraal te zijn overgenomen. Op meerdere vlakken lopen wij denk ik voorop, ook al is duurzaamheid niet onze core business.” Wat is dan de kerntaak van corporaties? “De kerntaak van woningcorporaties is om voldoende en betaalbare woningen voor onze doelgroep te realiseren en om die te beheren. Duurzaamheid heeft voor ons in principe niet de hoogste prioriteit. En het wordt ons ook steeds moeilijker gemaakt om daar in te investeren.” Waarom is dat het geval? “We hebben al jaren te maken met steeds meer heffingen die het Rijk aan ons oplegt. De verhuurderheffing en extra belastingen lopen op tot een bedrag van tweeënhalf tot drie miljard euro per jaar voor de hele sector. Dat verhoudt zich niet tot onze maatschappelijke opgave en heeft ook gevolgen voor investeringen in duurzaamheidsmaatregelen ook al zijn de ambities er op dat vlak zeker wel.” Wat zijn die ambities precies? “Aan de klimaattafel hebben we die ambities samen met andere bouwende partijen in Nederland concreet gemaakt. We hebben geconstateerd dat er meer nodig is dan ‘de lieve, aaibare projecten’ waarbij enkele tientallen woningen als voorbeeldprojecten verduurzaamd worden. Er is echt een schaalsprong nodig om duizenden woningen aan te pakken en daar is voor de komende jaren vijfhonderd miljoen euro voor beschikbaar. En ik schat nu in dat we op koers zitten om in 2021 voor alle corporatiewoningen gemiddeld een energielabel B te hebben. Als dat lukt dan halen we onze doelstelling, ook wordt de financiering na 2021 een probleem vanwege de oplopende heffingen van het Rijk die ik eerder noemde.” Om welke duurzame maatregelen gaat het? “Dat kunnen verschillende maatregelen zijn. Warmtenetten spelen een belangrijke rol bij het verduurzamen van corporatiewoningen en dat geldt ook voor warmtepompen en all electric maatregelen. Afhankelijk van de situatie kunnen we voor verschillende systemen kiezen. Het is veel logischer om de dure infrastructuur voor warmtenetten in dichtbevolkte gebieden als steden aan te leggen. Als je veel mensen kunt aansluiten, dan is dat een relatief goedkope mogelijkheid. In kleine dorpen is all electric, hoewel per woning veel duurder, wellicht toch de beste optie. Dat zal maatwerk zijn. Ik verwacht dat op dat vlak in de komende paar jaar veel gaat gebeuren, want alle gemeenten zijn bezig te bedenken hoe zij hun wijken van het aardgas willen afkoppelen. En corporaties zijn natuurlijk als zij veel woningen in een wijk bezitten, nauw betrokken bij de wijze waarop dat het beste kan gebeuren.” Is betrokkenheid van corporaties logisch? “Het zou het beste zijn als woningcorporaties, als het bijvoorbeeld over warmtenetten gaat, simpelweg een product af kunnen nemen. Gewoon warm water met daarbij een prijs. Het zou wat mij betreft een stuk simpeler kunnen dan nu vaak het geval is.”

32  #4 2019


Het zou voor corporaties gemakkelijker moeten zijn warmte af te nemen”

MARNIX NORDER #4 2019  33


INTERVIEW MARNIX NORDER Waar denkt u dan aan? “Het zou woningcorporaties erg helpen als er voor iedere wijk die aangesloten wordt op het warmtenet niet drie jaar lang onderhandeld hoeft te worden, maar dat er modelcontracten komen. Een afvinklijstje waardoor het eenduidig wordt. Dat kan echt helpen om te versnellen en om kosten te besparen voor zowel corporaties als voor eigenaren van warmtenetten. Daarnaast vind ik het niet logisch dat risico’s van de aanleg van warmtenetten bij woningcorporaties gelegd worden. Eigenaren van warmtenetten zijn de leverancier, leg daar dan ook de financiële risico’s, of vanwege het grote belang om snel te verduurzamen, desnoods bij het Rijk. En bovendien denk ik dat warmtenetten gebaat zijn bij meer marktwerking.” Marktwerking op wat voor manier? “Ik zie in het land leveranciers van warmte die zich constructief opstellen, maar een deel gedraagt zich als monopolist. Ik denk dat we naar een systeem toe moeten waarbij met een concessietermijn van drie of zes jaar gewerkt wordt waarin een partij warmte levert en dat na die termijn opnieuw aanbesteed kan worden.” Waar is winst te behalen met warmtenetten? “Dat heeft te maken met de bronnen waar de warmte van afkomstig is. Het is een onderwerp waar ik mij niet direct mee bezig houd omdat anderen daar veel meer vanaf weten, maar het is algemeen bekend dat de restwarmte die gebruikt wordt om woningen te verwarmen nu vaak nog niet van duurzame bronnen komt. Mij wordt tegelijkertijd verzekerd dat daar op afzienbare termijn wel echt verandering in komt. En dat is denk ik een goede zaak.”

We lopen voorop, ook al is duurzaamheid niet onze core business” “Wellicht zie ik enkele mooie voorbeelden over het hoofd, maar ik weet dat in steden als Delft, Rotterdam, Tilburg en Amsterdam op het moment echt snelheid gemaakt wordt als het gaat om aanleg of uitbreiding van warmtenetten.”

34  #4 2019


Jan Rooijakkers   STICHTING WARMTENETWERK

JAN ROIJAKKERS

Jan Rooijakkers, voorzitter van Stichting Warmtenetwerk, een platform voor spelers uit de duurzame warmtesector, reageert op de oproep van Aedes voorzitter Marnix Norder om het corporaties gemakkelijker te maken aan te sluiten op warmtenetnetten: “In mijn ogen is dit een duidelijke uitnodiging aan de warmtesector om woningcorporaties op deze wijze te bedienen. Woningcorporaties willen wel stappen zetten als zij het juiste aanbod ontvangen om woningen van warmte te voorzien.”

Dit artikel verscheen eerder op Stichting Warmtenetwerk - www.warmtenetwerk.nl #4 2019  35


BEELDVERSLAG Op 14 november was de derde editie van de Dag van de Bewoner. We kijken terug op een geslaagde dag.

36  #4 2019


RENDA NETWERK BEELDVERSLAG

Beeld Marieke Wijntjes

#4 2019  37


38  #4 2019


RENDA NETWERK BEELDVERSLAG

#4 2019  39


BIJKOMEN IN EEN TIJDELIJK THUIS

KRACHT IN HET FAMILIAIRE 40  #4 2019


#4 2019  41


KRACHT IN HET FAMILIAIRE

Bij Moving-In in Almelo ligt het magazijn vol met allerhande meubels. Van banken, stoelen, stapelbedden, matrassen en witgoedapparatuur tot kleiner gerei als servies, bestek, wasrekken en strijkplanken. Vanuit hier worden wisselwoningen in het hele land ingericht. Eigenaar Ruben Oraile heeft een helder doel voor ogen: huurders even laten ontsnappen aan de hectiek van een renovatie. Tekst Dionne Verstegen

R

enovaties met een hoog ambitieniveau kunnen voor een hoop onrust zorgen. Daarom wordt bij sommige projecten heel bewust gekozen voor logeerwoningen. Meubelverhuurbedrijf Moving-In zorgt niet alleen voor de functionele inrichting van een dergelijke woning, maar realiseert een ‘tijdelijk thuis’. Ik mag een dagje meelopen met eigenaar Ruben Oraile.

Gigantische hoeveelheid meubels

Ik word ontvangen in Almelo, waar het kantoor van Moving-In zich letterlijk in het magazijn bevindt. Het is een enorme loods, later begrijp ik 2500 m2, met allerhande meubels. “Met de voorraad in dit magazijn kunnen we per direct ruim veertig woningen inrichten en in totaal hebben we genoeg meubels voor vierhonderd woningen”, vertelt Oraile. Die vierhonderd woningen staan gelijk aan een gigantische hoeveelheid aan meubels en andere huishoudelijke artikelen. Die gelukkig nooit allemaal tegelijk in Almelo hoeven te staan. Net als elke dag vertrok vanochtend de bus al om 06.00 uur, op weg naar Leiden om daar een wisselwoning in te richten. Oraile begon, net als vele ondernemers, een stuk kleiner. Toen hij nog studeerde werkte hij als bijbaantje bij een interieurver42  #4 2019

huurbedrijf voor particulieren. “De branche en het contact met klanten sprak me meteen heel erg aan, dus ik wist dat ik hierin verder wilde, ook met mijn eigen bedrijf. Puur en alleen meubels verhuren vond ik niet interessant genoeg. Je wilt juist die woning helemaal van A tot Z in orde maken. En die mogelijkheid kreeg hij toen hij ging werken voor woningcorporaties en bouwbedrijven. Die hadden de behoefte om die woning helemaal af te laten maken voor hun eigen klanten.

Pionieren in Rotterdam

En zo begon Oraile in 2013 Moving-In, in eerste instantie vanuit een klein kantoortje. Zijn eerste opdracht was het inrichten van een expatwoning. “Samen met mijn vader heb ik toen een aanhangwagen gehuurd om de meubels te verhuizen. Niet alles paste door de voordeur, dus we haalden via het balkon een aantal meubels naar binnen.” Al snel volgde de eerste projectinrichting. Woningcorporatie Havensteder te Rotterdam gunde het startende bedrijf de inrichting van 25 wisselwoningen. “Dat was een geweldige opdracht. Ik vond een investeerder en kon zo de eerste meubels kopen. Rotterdam is natuurlijk niet naast de deur, dus tijdens de projectinrichting sliepen we in de tijdelijke woningen. Dat waren mooie tij-


Met een bloemetje en een schilderij wordt het meteen een stuk huiselijker”

#4 2019  43


KRACHT IN HET FAMILIAIRE den.” Inmiddels is Oraile voor ongeveer 60% actief in de renovatiemarkt. Daarnaast worden er nog meubels verhuurd aan particulieren (voornamelijk expats) en helpt Moving-In bij het inrichten van modelwoningen. Wanneer de meubels na een huurperiode weer terugkomen in het magazijn wordt alles grondig schoongemaakt en waar nodig

RENOVATIE AGAATFLAT

Portaal renoveert de Agaatflat in Leiden naar nul-op-de-meter met stadsverwarming. In Nederland is dit de eerste hoogbouwflat waar wordt gekozen voor deze duurzame oplossing. Het flatgebouw uit 1970 gaat zelf energie opwekken. De woningen behouden hun aansluiting op het warmtenet. Zij krijgen, op termijn, CO2-vrije warmte. Het veertig jaar oude gebouw is na jaren van noodzakelijk onderhoud nu toe aan forse ingrepen om te zorgen voor comfortabele en energiezuinige woningen. In gesprekken met bewoners vroegen zij aandacht voor tocht-, vocht-, ventilatie- en geluidsproblemen. De woningen en het flatgebouw worden dan ook flink aangepakt. Met deze duurzame renovatie zorgt Portaal voor goed geïsoleerde woningen, waardoor de woonlasten voor de huurders stabiel blijven. Daarbij komt dat, door goed te isoleren, de CO2 uitstoot verminderd. Naast de woningen pakt Portaal ook de entrees, bergingen en galerijen aan. Dit verbetert de uitstraling en veiligheid van het flatgebouw. Zo wordt bijvoorbeeld de achterzijde van het gebouw opengesteld naar de omgeving door de twee entrees te verbreden. Bébouw Midreth, onderdeel van VolkerWessels voert de werkzaamheden in opdracht van Portaal uit. Popma & Ter Steege architecten tekende voor het ontwerp. Bron: Portaal

44  #4 2019

gerepareerd. Hierbij speelt duurzaamheid een belangrijk rol. “Als er een tafel kapot is, dan gooien we die niet meteen weg, maar kijken we of we het kapotte deel kunnen vervangen. En wanneer matrassen niet meer gebruikt kunnen worden halen we het koudschuim eruit, om daar vervolgens nieuwe loungekussens van te laten maken. Laatst hebben we studentenwoningen ingericht met gordijnen gemaakt van petflessen. Het uiteindelijke doel is om meubels zoveel mogelijk terug te brengen tot de grondstoffen. Om dit te realiseren werk ik samen met leveranciers die hier vooruitstrevend in zijn, of in elk geval de ambitie hebben om er de komende jaren mee aan de slag te gaan.”

Hechte club

Samen met Oraile rijd ik naar Leiden, waar Moving-In voor het project aan de Agaatlaan 18 wisselwoningen in richt. Woningcorporatie Portaal laat hier 226 sociale huurwoningen renoveren naar nul-op de-meter met stadsverwarming. Inmiddels zijn de werkzaamheden (zie kader) in volle gang. De werkzaamheden zijn dusdanig ingrijpend dat besloten is om bewoners voor een periode van vijf weken een ­wisselwoning aan te bieden. Onderweg praten we verder over het bedrijf van Oraile. De kracht zit volgens hem in het familiaire. Letterlijk, want de vader en moeder van Ruben Oraile zijn actief in het familiebedrijf, maar Moving-In is sowieso een hechte club, blijkt ook uit de wekelijks deelname aan de bedrijvenvoetbalcompetitie. “Daardoor zetten we graag net een stapje extra voor elkaar en zijn medewerkers flexibel als er ineens toch een extra woning moet worden ingericht. En datzelfde gevoel stralen we uit richting de klant van onze klant. Tijd maken om een praatje te maken, vriendelijke zijn. En als er een oudere vrouw moet verhuizen en er is even niemand om haar te verhuizen, dan helpen wij toch even. We zijn er toch. Dat stapje extra wordt gewaardeerd.


Ruben Oraile

Op maat gemaakte raambekleding

Aangekomen in Leiden zijn de mannen net klaar met het inrichten van de wisselwoning. Maar voordat we er een kijkje nemen, bezoeken we eerst een lege woning. Wie niet beter weet, zou denken dat de woning zo werd opgeleverd. Niets is minder waar. Oraile laat me op zijn telefoon een aantal foto’s zien van een paar weken geleden. Toen lag er nog geen vloer in de woning, en ook de muren waren kaal. “Dat is vaak hoe wij een woning aantreffen. Daarom hebben we onze eigen schilder en vloerlegger. Die zorgen ervoor dat de muren gesaust worden en er een zeil op de vloer komt te liggen. Zo ziet de woning er in de basis meteen netjes uit. Met op maat gemaakte raambekleding zorgen we ervoor dat het meteen al een stukje huiselijker aanvoelt.”

Het ingerichte eindresultaat bekijk ik even later in een van de andere wisselwoningen. Bij binnenkomst zie ik een zithoek bestaande uit twee banken, een tafel en een tv, en een eethoek met een tafel en stoelen. Maar als ik langer rondkijk vallen er meer details op. Op zowel de eettafel als de salontafel staat een bloemetje en er hangen schilderijen aan de muur. Het maakt het geheel meteen een stukje huiselijker. Wat ook opvalt is de map die op tafel ligt, met informatie over hoe de TV en het internet werkt. Het blijkt een extra service die Moving-In verzorgt. “In gesprekken met woningcorporaties kwamen we er al snel achter dat het een enorme administratieve klus is om het abonnement van de bewoner zelf tijdelijk om te zetten naar het nieuwe adres. En het is ook niet het eerste waar ze aan denken tijdens een ingrijpende renovatie. Om ook hierin te ontzorgen heb ik #4 2019  45


46  #4 2019


KRACHT IN HET FAMILIAIRE afspraken gemaakt met een aantal providers en inmiddels hebben we onze eigen voorraad routers die de mannen zelf kunnen installeren. En omdat het vaak net even anders werkt dan bij de bewoner thuis, hebben we voor het gemak ook een handleiding geschreven.”

Thuisvoelen in een wisselwoning Het is een mooi voorbeeld van de service van Moving-In. De bewoner hoeft alleen maar zijn persoonlijke spulletjes mee te nemen, de rest is geregeld. Om eenheid te creëren legde Oraile een vast assortiment aan. Zo zijn er drie verschillende stijlen beschikbaar voor de wisselwoning. Waar

Vanaf het eerste moment voelde het als thuis” nodig wordt gezorgd voor maatwerk. “Wanneer er een gezin met een kindje in de wisselwoning komt, zorgen we bijvoorbeeld voor een kinderstoel of campingbedje.” Zo ook in de wisselwoning van de familie Lopez, waar ik samen met Oraile even binnen mag lopen. Alfredo Lopez woont samen met zijn vrouw en zoontje van anderhalf in een van de wisselwoningen. “Alles ziet er heel netjes en schoon uit en de woning is van alle gemakken voorzien. Vanaf het eerste moment dat we hier binnen kwamen, voelde het als thuis. We kunnen hier echt even tot rust komen. En dat is zeker met zo’n kleintje geen overbodige luxe. Je hebt er toch last van als ze aan het boren zijn bij de buren. Deze woning is zelfs groter dan ons eigen appartement, dus

we hebben alle ruimte en die kleine kan zich helemaal suf rennen. En gelukkig is onze eigen woning op vijf minuten lopen, dus dat is ideaal. Zo zijn we vandaag nog daar geweest om wat spulletjes naar de opslag te brengen.” Oraile is blij dat Lopez en zijn gezin zich thuis voelen in de wisselwoning. “Een renovatie is vaak al heftig genoeg, dus ik ben blij dat wij er mede aan kunnen bijdragen dat bewoners even kunnen bijkomen. En dat ze straks met een goed gevoel op de renovatie terugkijken. Daar doen we het voor.”

KEUZE AAN DE BEWONER

Patricia Bleij is bewonersbegeleider Groot Onderhoud en Renovatie bij Portaal en in die hoedanigheid betrokken bij het project aan de Agaatlaan. “Vanwege de grote hoeveelheid maatregelen, kiezen we bewust voor een groot aantal logeerwoningen. Elke bewoner heeft zo de kans even aan de drukte te ontsnappen.” En die logeerwoningen worden gewaardeerd. “We zijn nog maar net begonnen, maar onderzoek wijst uit dat huurders de wisselwoningen met een 8 gemiddeld beoordelen.” Niet alle huurders kiezen overigens voor een tijdelijke verplaatsing. Bleij: “We bieden bewoners de keuze: thuis blijven, naar de logeerwoning of elders onderdak vinden.” Vanwege het grote aantal logeerwoningen heeft Portaal gekozen voor de samenwerking met Moving-In. “Bij kleinere projecten waarbij we één of twee woningen inrichten, doen we dat zelf. Dat is uiteraard goedkoper. Maar hier zou dat meer dan een fulltime baan zijn.” De samenwerking met Moving-In verloopt prettig. “Ze zijn heel servicegericht. Als er iets kapot is, regelen ze het meteen. Dat neemt mij werk uit handen.” #4 2019  47


BLIJVEN LEREN Cindy Faaij (47) werkt al 30 jaar in de timmerindustrie. “Ik ben nieuwsgierig en eigenwijs. Wil altijd weten hoe iets beter en slimmer kan”, zegt ze zelf. Dat komt goed van pas tijdens haar werkzaamheden voor Verweij Houttechniek. Dit jaar viert ze daar haar 10-jarige werkjubileum. Tekst en beeld Tamara Verheugen

Cindy heeft zich ontwikkeld van een zogenaamde krullenjongen (of beter: krullenmeisje) die met handgereedschap hout bewerkte - en daarna de krullen op mocht vegen - naar de verantwoordelijke voor de aansturing van alle gerobotiseerde machines binnen Verweij Houttechniek. Nu draagt ze haar specifieke kennis over op de volgende generatie. Lars Spiekman (24) is enkele jaren geleden ingestroomd als junior werkvoorbereider en wordt intern opgeleid als programmeur van deze machines. Dit is nodig, want robots nemen steeds meer werkzaamheden op zich en het bedrijf groeit gestaag door.

het werk en Lars moest een lastige wisselsponning voor een kozijn programmeren. Ik belde om te vragen hoe het ging en of ik hem kon helpen, maar hij wilde zich er liever zelf in vastbijten. Zo leer je ook het beste. Door het zelf te doen en niet op te geven.” Als ik vervolgens aan Lars vraag hoe het is met Cindy als leermeester, is hij kort en duidelijk: “Vier letters: GOED.” Als ik hem vraag waarom, somt hij moeiteloos een reeks complimenten op: “Ze heeft bergen geduld, ik mag altijd bij haar binnenlopen met vragen, ze neemt de tijd voor me, fouten maken mag én de humor blijft aanwezig.”

Geduld

De aansturing van de machines voor de productie van ramen, deuren en kozijnen gebeurt vanaf het bedrijfsbureau. Deze 2D-tekenin-

Lars is een gretige leerling en gaat een uitdaging niet uit de weg. Cindy vertelt: “Onlangs was ik thuis aan

48  #4 2019

gen worden omgezet naar 3D. Cindy vertelt: “Vanaf een platte tekening moet je kunnen bedenken hoe je de gereedschappen in de machine aanstuurt, zodat bijvoorbeeld een raamonderdeel goed geprofileerd wordt. Hier heb je inbeeldingsvermogen voor nodig. Lars heeft dit en weet het inmiddels goed door te vertalen naar de praktijk.” Lars: “Ik denk nu meer vooruit over wat kan in de aansturing van de machines. Dat maakt het werk efficiënter.”

Samen sparren Onlangs is een nieuwe computergestuurde productielijn voor ramen en deuren geïnstalleerd. Dit brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Lars heeft het goed opgepakt en is nu geslaagd. Cindy: “We gaan het programmeerwerk verdelen en zijn inmiddels meer sparringpartners dan leerling en leermeester”.

Van 2D naar 3D Leermeester: Cindy Faaij Leerling: Lars Spiekman Opleiding: CNC-programmeur Leerbedrijf: Verweij Houttechniek


LEERLING & LEERMEESTER

#4 2019  49


Hoe gaat het met u? TEVREDENHEID VAN HUURDERS METEN 50  #4 2019


Walter Schuurman (projectleider Hendriks Coppelmans), Krien van Splunder (projectconsulent van JOOST) en Hans van Vucht (Centrum voor Woononderzoek).

Groot onderhoud of renovaties zijn in woningcorporatieland risicovolle ondernemingen. "Er is veel geld mee gemoeid ĂŠn ze hebben impact op het dagelijks leven van mensen", vertelt Krien van Splunder, projectconsulent van woonstichting JOOST in Boxtel. Om het ongemak te minimaliseren, maakt JOOST sinds 2018 gebruik van de Renovatiemonitor van Centrum voor Woononderzoek. Die biedt al tijdens een project inzicht in de klanttevredenheid en geeft corporaties en aannemers de gelegenheid bij te sturen. Tekst Manon Pel, Beeld Peter de Koning via JOOST

#4 2019  51


HOE GAAT HET MET U?

D

e ervaringen die JOOST ermee opdeed, bewijzen dat deze aanpak werkt en de tevredenheid een impuls krijgt. Dat was precies het doel dat Hans van Vucht van het Centrum voor Woononderzoek uit Wijk bij Duurstede acht jaar geleden voor ogen had. Toen ontwikkelde hij de Renovatie­ monitor.

Onafhankelijke positie

“De onderzoeksmethode is anders dan veel andere manieren om klanttevredenheid te meten of de kwaliteit van werk en dienstverlening te toetsen”, vertelt Van Vucht. “We houden met deze monitor geen tevredenheidsenquêtes maar échte gesprekken. Dat doen we meestal in drie rondes: vóór, tijdens en na een project. Onze onderzoeksteams bestaan uit mensen met een serviceachtergrond die telefonisch met bewoners van een onderhoudsproject in gesprek gaan. Ze zijn getraind in gesprekstechnieken, zijn oprecht geïnteresseerd, bieden een luisterend oor en gaan niet in discussie. Onze belangrijkste vraag is ‘Hoe gaat het met u?’ Daarmee nodigen we mensen uit te vertellen over hun ervaringen en wat ze rondom die renovatie op hun hart hebben. Waar ze blij van worden, wat ze irriteert en waarom. Onze onafhankelijke positie blijft buiten kijf staan. Dat levert onder meer op dat bewoners open en eerlijk durven zijn.”

Tussentijds bijsturen

Het belteam behandelt in elk gesprek onderwerpen die met groot onderhoud en renovaties gepaard gaan: communicatie en informatie, uitvoering, gedrag (van werklieden) en het nakomen van afspraken. Zodra de oplevering is geweest, wordt bewoners ook naar hun oordeel over het eindresultaat gevraagd. Ze krijgen tevens – als ervaringskundige – de gelegenheid om tips te geven over hoe iets anders of beter kan. Corporaties en betrokken aannemers worden steevast op de hoogte gehouden 52  #4 2019

van alle bevindingen. Van Splunder: “We staan continu in contact met het Centrum voor Woononderzoek. Zodra een onderzoeker één van onze huurders heeft gesproken, krijgen wij een melding. Is er iets loos of heeft een bewoner het gevoel dat er iets niet ‘lekker loopt’, dan ondernemen we meteen actie. Dat tussentijds bijsturen heeft een enorm positief effect op de tevredenheid van huurders.”

De rol van de aannemer

In veel gevallen komt bij zo’n interventie de aannemer in beeld. “Bij JOOST nemen we alleen aannemers in de arm die de methode van de Renovatiemonitor onderschrijven”, aldus Van Splunder. “Die flexibiliteit tonen en snel paraat kunnen en willen staan zodra een bewoner overlast ervaart. Daarmee voegen we een extra dimensie toe aan de gangbare gedragscode die we al met aannemers afspreken.”

Contact met alle huurders in de wijk

Hendriks Coppelmans is zo’n aannemer van JOOST. In de Boxtelse wijk Selissenwal pleegde de bouwer in 2018 en 2019 groot onderhoud aan 62 van in totaal 118 woningen. “In dit project heeft de Renovatiemonitor overduidelijk haar waarde bewezen”, vertelt Walter Schuurman, projectleider bij Hendriks Coppelmans. “We begonnen hier namelijk met een fikse achterstand: de aannemer die de klus oorspronkelijk zou uitvoeren, was halverwege de renovatiewerkzaamheden failliet gegaan. Dat gaf natuurlijk onrust. Aannemer weg, huizen half klaar… Logisch dat bewoners mopperden en lokale media zich roerden.” Achter de schermen werkte JOOST hard aan een oplossing en schoof Hendriks Coppelmans naar voren om het groot onderhoud af te maken. Schuurman: “Tijdens en na afronding van het project heeft het team van Centrum voor Woononderzoek contact opgenomen met alle huurders in de wijk. De gesprekken ble-


Onze belangrijkste vraag is 'Hoe gaat het met u?'”

#4 2019  53


HOE GAAT HET MET U? ken erg goed te vallen. De gereserveerde, soms zelfs wantrouwende houding ten aanzien van het hele project nam af. Bewoners zagen dat er daadwerkelijk wat met hun onbehagen of ontevredenheid werd gedaan, mede dankzij onze medewerkers die snel op de bevindingen anticipeerden. Het eindoordeel na oplevering? Bewoners kijken na de roerige aanloop alsnog tevreden terug op de uitvoering van het groot onderhoud en zijn blij met hun vernieuwde woningen.”

Mensenkennis

Bij het oppakken van signalen van ontevredenheid werken JOOST en aannemers nauw samen. Schuurman: “Soms komt een klacht voort uit oud zeer of lastige privéomstandigheden. Daar kunnen wij als bouwer natuurlijk rekening mee houden, maar vooral de woningcorporatie speelt een rol bij de

gens is dit precies de reden dat we geen studenten inhuren om standaard enquêtes af te nemen. Ons oudste teamlid is 74 jaar en daar zijn we blij mee. We vinden dat levenservaring en mensenkennis erbij horen bij gesprekken van mens tot mens. Dat levert de meeste én meest waardevolle informatie op.”

Past bij onze individuele aanpak

Volgens Van Splunder is de Renovatiemonitor een uitstekend instrument om de klantstrategie van JOOST te verfijnen. “Deze methode past bij ons vanwege die individuele aanpak. We willen altijd dat mensen zich gehoord voelen, dat huurders zich echt klant voelen bij ons. We schakelen het Centrum voor Woononderzoek nu ook in bij twee andere grote onderhoudsprojecten. Dat geeft rust. We weten dat dit team continu een vinger aan de pols houdt en ons direct inschakelt als er actie nodig is.”

Proces is erbij gebaat

Tussentijds meten is natuurlijk fantastisch om een project soepel te laten verlopen” oplossing.” Van Vucht: “Vaak filteren onze belteams de motieven er al uit. Daar is een woningcorporatie natuurlijk goed mee geholpen. Die kan dan heel gericht met die bewoner om de tafel, desgewenst andere partners inschakelen zoals een buurtzorgorganisatie of maatschappelijk werk. Overi54  #4 2019

“Tussentijds meten is natuurlijk fantastisch om een project soepel te laten verlopen”, gaat Van Splunder door. “Want als je alleen achteraf meet, kun je de oorzaak van die ene klacht immers niet meer aanpakken. Toch is die derde belronde van de Renovatiemonitor, na oplevering van een woning, van belang: we krijgen zo een totaalbeeld van het project en hebben gemerkt dat het tevredenheidsgehalte hoger is, mede door de individuele aandacht. Ook tips die huurders in het onderzoek uiten, nemen we mee. Daarmee is de Renovatiemonitor óók een methode om de processen bij groot onderhoud en renovatie verder te optimaliseren.”

Doel: klanttevredenheid verhogen

Van Vucht: “Op de achtergrond van een project laten we een dashboard meedraaien, een applicatie waarop corporatie en aannemer kunnen inloggen om de resultaten uit de gesprekken in te zien. Zo weten


Bewoner Eric Heerkens: Het is prettig dat iemand je tijdens zo’n groot project vraagt hoe je het allemaal ervaart.

ze altijd welke facetten goed of minder goed ‘lopen’. We koppelen in dat dashboard bovendien data aan elkaar. Daarmee ontstaat een tijdlijn die per facet weergeeft hoe de tevredenheid zich ontwikkelt. Gecombineerd met de tussentijdse belronde zijn verklaringen voor een dip of een piek altijd terug te vinden. Dit helpt allemaal om het proces verder te verbeteren – en uiteindelijk de klanttevredenheid bij renovaties en groot onderhoud te verhogen.”

project vraagt hoe je het allemaal ervaart. Je kunt dan je verhaal kwijt hè? Ik vond dat een aangenaam extraatje in het geheel. Als lid van de bewonerscommissie weet ik dat anderen er ook zo over denken. Dat JOOST en Hendriks Coppelmans er na die telefoontjes meteen werk van maakten om knelpunten op te lossen, waarderen we zeer.”

Aangenaam extraatje

Bewoner Eric Heerkens woont in de Vaandelstraat, onderdeel van het groot onderhoudsproject ‘Gildenhof’. Hij is tevreden over het eindresultaat van alle werkzaamheden én over de Renovatiemonitor. “Het is heel prettig dat iemand je tijdens zo’n groot

Lees dit artikel ook online. #4 2019  55


De bewoner is zo gek nog niet…. WAT ZIJN DE KOSTEN VAN HET VERDUURZAMEN VAN EEN WONING?

Met verbazing las ik een artikel in de krant (1). De particuliere woningeigenaar zou de kosten voor verduurzaming veel te hoog inschatten. Gemiddeld schat de particuliere eigenaar in om €22.000 nodig te hebben om zijn woning te verduurzamen naar label A. Het artikel gaf aan dat dit in werkelijkheid maar de helft zou bedragen. Dat leidde er bij mij toe eens goed naar de bronnen te kijken en waar deze uitspraken op gebaseerd zijn. Immers als we de verduurzaming van woningen voor dat soort bedragen kunnen invullen dan worden de klimaatambities wellicht toch haalbaar. Zitten we dan met zijn allen zo fout met de prijzen? Tekst Haico van Nunen

56  #4 2019


#4 2019  57


DE BEWONER IS ZO GEK NOG NIET….

V

olgens het artikel’Huiseigenaren tasten in duister over kosten verduurzaming’, verschenen op 15 oktober 2019 in het Algemeen Dagblad(1) zouden bewoners de kosten van verduurzaming veel te pessimistisch inschatten. Het krantenartikel verwijst naar een onderzoek van ABN Amro(3)en laat zien dat particulieren uitgaan van kosten van gemiddeld € 22.000 om hun label te verhogen tot label A. Alles hangt natuurlijk samen met de uitgangssituatie. Het verbeteren van een woning van label B naar label A schat men in op € 13.000 en als het huidige label G/E is, denkt men € 33.000 nodig te hebben om tot label A te komen. Ter vergelijking kijkt de bank(2)naar een onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB)(4) waarin wordt gesteld dat het verduurzamen van een particuliere woning van label G naar label A € 22.000 kost. Conclusie: bewoners schatten de kosten voor verduurzaming te somber in. In plaats van de door bewoners geschatte € 33.000 zou € 22.000 toereikend moeten zijn. Het krantenartikel dat mijn aandacht trok, gaat zelfs nog verder en impliceert dat je een gemiddelde woning voor ‘grofweg de helft minder’ kunt verduurzamen, dus een koopwoning voor €11.000,- naar label A kan brengen. Maar dat is mijns inziens vooral de opvatting van die journalist, bronnen hiervoor heb ik namelijk niet kunnen vinden. Al deze verhalen maken de beeldvorming rondom verduurzaming niet transparanter. En juist dat zorgt voor veel verwarring over verduurzamen en de betaalbaarheid daarvan.

Wat is verduurzamen?

Als we voor nu even de genoemde prijzen laten voor wat ze zijn, dan blijft de hoofdvraag wat de verduurzaming van de woningvoorraad nu inhoudt. Het Klimaatakkoord stelt dat we in 2030 1,5 miljoen woningen (huur en koop gezamenlijk) verduurzaamd moeten hebben. Als we kijken naar de hoeveelheid CO2 die hiermee gereduceerd zou 58  #4 2019

moeten worden en de genoemde 1,5 miljoen woningen dan wordt duidelijk dat de gestelde ambitie in het Klimaatakkoord uitgaat van energieneutrale woningen. Dit gaat dus verder dan label A, waarmee gerekend wordt in de studies. In de diverse krantenartikelen wordt ervan uitgegaan dat verduurzamen gelijk staat aan het opwaarderen naar label A. Hoewel dit zeker een heel stuk op de goede weg is, komt het niet overeen met de aantallen en uitgangspunten in het Klimaatakkoord. Wanneer energieneutraal het doel wordt, dan is de gedachte van de bewoner, dat het eerder € 33.000 kost, zo gek nog niet en zelfs nog aan de lage kant…

Kosten

Terug naar de prijzen. Het EIB-rapport(4) noemt een aantal prijzen voor verduurzamen. De herkomst van deze bedragen is niet geheel duidelijk. Ervaring in de markt leert dat deze prijzen bij lange na niet gehaald worden. In de corporatiemarkt, waarin een professioneel opdrachtgever betrokken is en er vaak seriematig gewerkt wordt, wordt voor een gemiddelde woningverbetering van label E naar A circa € 55.000 besteed (aanneemsom excl. BTW). Volgens het EIB-overzicht zou dat voor € 17.000 moeten kunnen. Dat verschilt nogal met de genoemde prijzen. Daar komt dan bij dat de Nederlandse bouwmarkt nog lang niet zover is dat ze het kwaliteitsniveau van de corporatie aan kunnen bieden voor een gelijkwaardige prijs in de particuliere markt.

Eigendom

De kosten die gemoeid zijn met verduurzaming hangen uiteraard af van de aanvangskwaliteit, maar het EIB maakt ook onderscheid naar eigendomsvorm. De kosten bij de sociale huur liggen het laagst vanwege het serie effect (maar je kunt een serie ook op een andere manier ordenen, daarover verderop meer). Maar als we naar de verbeteropgave kijken en we nemen de verdeling van de labels over de woningvoorraad dan


Bewoners zouden de kosten van de verduurzaming van hun woning veel te hoog inschatten”

HAICO VAN NUNEN #4 2019  59


DE BEWONER IS ZO GEK NOG NIET…. lijkt het alsof de particuliere woningen gemiddeld een beter label hebben(5).Echter er zijn vier keer zoveel sociale huurwoningen gelabeld en de voorraad koopwoningen is (bij benadering) bijna twee keer zo groot als de sociale huur. Dat scheelt daarmee een factor 8! Dat betekent dus dat veel koopwoningen een slechter label hebben of nog helemaal niet gelabeld zijn (en meestal betekent dit een slecht label, de meeste particuliere labels worden uitgevoerd om een subsidie te krijgen bij verbetering). De energetische kwaliteit van de koopwoningen loopt achter op de sociale huur. Het is dus aannemelijk dat een groot deel van de particuliere woningen onderaan in de labelrange uitkomt, en daarmee zouden de kosten voor verduurzaming naar label A volgens EIB uitkomen op € 22.000.

Opgave

Als we dit zo zien dan moet er nog veel gebeuren. Als eerste moet de omvang van de ingreep gemeengoed zijn. Het stadium van dubbel glas zijn we allang voorbij. Zelfs label A is niet voldoende als uitgangspunt, wanneer we de klimaatdoelstellingen serieus nemen. Het klimaatakkoord suggereert al dat (Bijna) Energie Neutraal Gebouw de norm gaat worden, ook voor de bestaande bouw. De kosten voor verduurzaming voor de particulier bedragen (volgens EIB) daarmee niet €22.000, maar komen uit op € 45.000. Het helpt dan niet als in de omringende sectoren het beeld blijft bestaan dat je met label A klaar bent. Verwarring over de hoogte van de kosten leidt ertoe dat de consument het allemaal maar lastige materie vindt, en wegblijft van verdere actie. De consument moet het toch van de krantenberichten hebben. En eerlijk gezegd was ik al blij dat consumenten beseffen dat verduurzaming geld gaat kosten, en met € 33.000 kom je een heel eind. De volgende stap is om de consument te laten zien wát hij dan kan doen en hem de gelegenheid bieden om daarvoor te kiezen. 60  #4 2019

Prioriteit van duurzaamheid

Geld investeren in je woning staat bij de meeste mensen namelijk niet bovenaan het prioriteitenlijstje. Vakantie, nieuwe auto of studie van de kinderen hebben veelal een hogere prioriteit. Onderhoud ziet men wel als een gelegitimeerde uitgave (het moet, om erger te voorkomen) en voor een échte (zichtbare) kwaliteitsverhoging is men ook bereid te betalen. Dat betekent dat het moment van onderhoud een uitgelezen kans biedt om mensen te laten zien wát ze kunnen doen. Zoals gezegd spreken verbeteringen die men direct merkt meer tot de verbeelding dan nieuwe installatie of isolatie. Denk daarbij bijvoorbeeld bij onderhoud aan het dak aan die zolder waar je nu tegen het dakbeschot aankijkt, maar waar je met een dakvernieuwing niet alleen een hogere mate van warmte-isolatie krijgt, voorzien van PV, maar waar je een compleet nieuwe zolderverdieping, met afwerking en al, aan overhoudt. Dat ervaar je als gebruiker direct en zou zelfs tot een verhoging van je woningwaarde kunnen leiden. Het zijn die momenten en die kwaliteiten waar mensen gewezen moeten worden op de mogelijkheden die er zijn. Dit geldt voor het dak maar ook voor de gevel en installatie kan een dergelijke afweging gemaakt worden.

Financiering

Tot slot is financiering een knelpunt. Dat bewoners beseffen dat het €33.000 gaat kosten is een, of ze er daadwerkelijk over beschikken is een tweede. Dan komen we uit bij de financiële sector. En of dit nu banken zijn, of ander fondsen, er zal op voorhand geld beschikbaar moeten komen. Met verduurzamen verlagen we de energierekening, wat ruimte kan bieden om te investeren, maar dat geld komt pas na verloop van tijd beschikbaar. Er zal dus vooraf een financiering verstrekt moeten worden die voldoende is om die stappen te maken. De rapporten vanuit de financiële sector wijzen erop dat we met €22.000 kunnen


verduurzamen. Dat zijn bedragen die passen binnen de huidige financieringsvormen van de duurzaamheidslening (maximaal € 25.000)(6). Maar we hebben net kunnen lezen dat het vaak om grotere stappen gaat (van F naar A) en dat de stappen eigenlijk verder moeten gaan dan label A, richting BENG. De benodigde investering wordt daarmee groter en nadert eerder de € 45.000 volgens EIB. Dat zijn bedragen die niet meer gefinancierd kunnen worden binnen de huidige regelingen. Bovendien zullen banken een investering die twee keer zo hoog ligt (voor in hun ogen hetzelfde resultaat) niet snel accepteren. Het vraagt om verduurzamingsoplossingen, die de ambitie ‘verder dan label A’ faciliteren en waarvan de kwaliteit dusdanig betrouwbaar is dat financiers er hun geld in durven te steken. De

bouw en de financiële sector moeten daarvoor dichter bij elkaar komen, om te begrijpen welke stappen nodig zijn voor verduurzaming, maar vooral wat ze kosten.

Component renovatie

Het is mogelijk om niet alle stappen tegelijk te nemen maar om stap voor stap in componenten te werken. Als eerste deel je de investering op in de tijd. Door de opgave kleiner te maken wordt de opgave ook overzichtelijker voor de eigenaar-bewoner. Het gaat dan niet meer over ‘een renovatie’ maar bijvoorbeeld over een nieuw dak. Daarmee wordt het gesprek concreet, je weet waar je als financier geld in stopt. Componenten stellen je ook in staat om herhaalbare oplossingen te ontwikkelen. Aangezien de woningvoorraad grotendeels uniform is, kun #4 2019  61


62  #4 2019


DE BEWONER IS ZO GEK NOG NIET…. je met een beperkt aantal oplossingen veel woningen bedienen. Immers zoveel verschillende daken zijn er nu ook weer niet in Nederland. Het stelt je in staat om op een andere manier schaal te creëren (serie in

Door de opgave kleiner te maken wordt de opgave ook overzichtelijker voor de eigenaarbewoner” een wijk) en daarmee de prijs gunstig te beïnvloeden, niet in de laatste plaats doordat je ook niet elke keer het wiel hoeft uit te vinden. Wanneer je eenmaal een goede oplossing ontwikkeld hebt, kun je prijs en kwaliteit bij de financier voorleggen. Beproefde en beprijsde oplossingen kunnen financiers overtuigen van de kwaliteit en de lage investeringsrisico’s. Daarmee kunnen financieringsmogelijkheden ontwikkeld worden die toegankelijk zijn voor eigenaar-bewoners.

Zo gek nog niet

We hebben kunnen lezen dat bewoners al uit gaan van €33.000 als investering voor verduurzaming. Er wordt gezegd dat de kosten lager liggen, maar de praktijk laat zien dat door lage aanvangskwaliteit (label) van de woningen en een hogere eindkwaliteit (energieneutraal), deze kosten juist hoger liggen.

Ik denk dan dat de bewoner zo gek nog niet is en best goed inschat wat er nodig is. Berichten dat het allemaal wel meevalt en dat we voor €11.000 of €22.000 helemaal klaar zijn, wekken geen vertrouwen. Voor opschaling moet de sector de bewoners meer inzicht verschaffen. Inzicht in benodigde kwaliteiten, inzicht in gewenste oplossingen (vraag) met inzicht van de prijzen die bij die oplossingen horen. Vervolgens is er een aanbod nodig met ingrepen op het juiste niveau. Kozijnvervanging of isolatiefolie is niet waar het over gaat. Er is behoefte aan component oplossingen die in een keer een grote stap maken, als onderdeel van een energieneutrale renovatie. Dat hoeft niet de hele woning te zijn, maar het niveau van een product is te beperkt. En dat aanbod moet van een dusdanige kwaliteit zijn dat een financier het vertrouwen heeft om er een lening voor te verstrekken. De verduurzaming begint bij de eigenaar (de corporatie, maar vooral ook de particuliere eigenaar). Maar die zal daar alleen voor kiezen als er een duidelijk aanbod is, met de mogelijkheden om dat te kunnen betalen. Een reële inschatting van de kosten is een eerste vereiste. En de inschatting van de bewoner is volgens mij zo gek nog niet…

Bronnen 1 ’Huiseigenaren tasten in duister over kosten verduurzaming’, Algemeen Dagblad, N. de Groot, 15-10-2019 2 ‘Grote stappen nodig in verduurzaming woning’, M. Buijs, ABNAMRO, oktober 2019 3 ‘ Monitor duurzaamheid’www.insights. abnarmo.nl15-10-2019 4 ‘Klimaatbeleid tegen het licht’, Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), juli 2019. 5 Cijfers over Wonen en Bouwen, 2019, Hoofdstuk 6 Energie, 6 Energiebespaarlening, Nederlands Energiebespaar Fonds (NEF) #4 2019  63


PARTNERS De volgende partners zijn aangesloten bij Renda:

Founding partners

Partners

64  #4 2019


RENDA NETWERK PARTNERS

#4 2019  65


COLOFON

#4 2019

Vakredactie Erna van Holland (hoofdredacteur) Ad Straub Haico van Nunen Inge van Duijnhoven Jetske Thielen

Dit magazine is onderdeel van Renda, het kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouwsector. Het magazine verschijnt 4x per jaar. Meer informatie op www.renda.nl. Uitgave Aeneas Media bv Veemarktkade 8 ruimte 4121 5222 AE ’s-Hertogenbosch T 073 205 10 10 www.aeneas.nl, mail@aeneas.nl Renda Team Evamarije Smit (concept manager) Elleke van de Westeringh (community manager) Dionne Verstegen (content manager) Wikke Peters (vakredacteur)

66  #4 2019

Aan deze editie werkten verder mee Manon Pel, Tamara Verheugen, Joost Zonneveld, Birgit Barten, Julia Kapinga, Robert Dingemans Advertentieverkoop Aeneas Media Stefan Terpstra; s.terpstra@aeneas.nl T 073 205 10 23 Lezersservice lezersservice@aeneas.nl T 073 205 10 25 Lidmaatschap 2020 Kennismaking – 129 euro Light – 129 euro Standaard – 279 euro Meer weten over het lidmaatschap? Bel of mail met Elleke van de Westeringh; 073 205 10 12, E.vandewesteringh@aeneas.nl. Alle prijzen zijn exclusief BTW. Buiten Nederland geldt een toeslag voor extra porto. Lidmaatschappen lopen voor één jaar en kunnen elk gewenst moment ingaan. Opzeggen kan tot twee maanden voor verval­datum telefonisch via de Lezersservice, 073 205 10 25

Vormgeving Joke Boer, Twin Media bv Voorwaarden Renda wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen, e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze liggen bij de redactie ter inzage en zijn op te vragen. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud van het blad, zijn de redactie en uitgever van Renda niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke aard ook, van handelingen en/of beslissingen gebaseerd op de informatie in deze uitgave. Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald. Belanghebbenden kunnen contact opnemen met de uitgever.

ISSN 2211-5358



GEDICHT

Mijn energietransitie Mijn huis is enig doch voor transitie maakt n is meer een groot verschil.

Thuis eigen wijs in kleine stappen dezelfde reis die buren zetten.

Een samen wil zonder wetten. We schalen op met synergie.

Ad Straub


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.