Welke toekomstvoor het duale systeem van private en publieke omroepen?

Page 1

Welke toekomst voor het duale systeem van private en publieke omroepen? De positie van de publieke omroep Dirk Wauters, CEO VRT De VRT – De Vlaamse Radio- en Televisiemaatschappij De VRT is een NV van publiek recht sinds 1996 en de omroep van de Vlaamse Gemeenschap. De mediadecreten stellen dat de VRT zich met zijn aanbod moet richten op 6 openbare omroepdomeinen: nieuws & informatie, sport, cultuur, kennis & wetenschap, Vlaamse identiteit en ontspanning. De omroep heeft een vijfjarige beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid. Daarin zijn doelstellingen en concrete bepalingen opgenomen waaraan hij moet voldoen: - De overeenkomst bevat de missie van de omroep, de performantiemaatstaven die moeten behaald worden en een financieel plan. - Het document geeft de duidelijke opdracht van de VRT weer: de VRT moet met een kwalitatief hoogstaand aanbod over de verschillende media (tv, radio, internet en mobiel) op maandbasis minstens 90 % van de bevolking bereiken. - De omroep moet ook bijdragen aan het project Digitaal Vlaanderen van de Vlaamse Gemeenschap. De openbare omroep heeft een gemengd financieringsmodel: 68% van de middelen zijn dotaties van de Vlaamse overheid. De overige 32% zijn eigen (commerciële) inkomsten. De financiering is gekenmerkt door ondercompensatie, dit wil zeggen dat de dotatie van de Vlaamse overheid lager is dan de nettokosten van de publieke opdracht.

De VRT – 1989-2008 In de figuur zijn de TV-marktaandelen van de drie grootste Vlaamse omroepen opgenomen. Hiermee wordt ook de historiek van de VRT geschetst: - Vanaf 1989 - de intrede van het eerste commerciële net VTM - tot 1996 kende de VRT televisie een dalend marktaandeel en werd uiteindelijk de existentie van de publieke omroep in vraag gesteld. - In 1996 werd VRT omgevormd tot NV van publiek recht. Zijn openbare omroepopdracht is vastgelegd in een 5-jarige beheersovereenkomst. Tot 2006 was het belangrijk dat de VRT conform de beheersovereenkomst focuste op een vergroting van zijn bereik. - Vanaf 2007, in de derde beheersovereenkomst, blijft bereik vanzelfsprekend belangrijk ook om zijn relevantie aan te tonen maar ligt veel meer dan vroeger de klemtoon op de versteviging van de democratische, sociale en culturele meerwaarde.

1


Evolutie van het duale TV-systeem in Vlaanderen Het duale systeem in Vlaanderen heeft in de TV markt de laatste jaren tot een consolidatie van de belangrijkste netten geleid, in tegenstelling tot de fragmentatie in andere landen. Dit kunnen we afleiden uit de figuur waarin de evolutie van de televisie marktaandelen van de twee grootste Vlaamse TV-kanalen is opgenomen. (Eén van VRT resp. VTM van VMMa). Waar elders in Europa het TV landschap fragmenteert zien we dat in Vlaanderen het gezamenlijke marktaandeel van de 2 grootste TV-netten (Eén en VTM) stijgt van 50,3% in 2006 tot 53,2% in 2008. Deze hoge en stijgende marktaandelen zijn het gevolg van: - de permanente investeringen van beide organisaties in nieuws & informatie; - de investeringen in een kwalitatieve programmering op basis van een gemengd schema - het inzetten op lokale content: ongeveer twee derde van het aanbod op Eén en VTM is van Vlaamse makelij; - focus van beide netten op de verschillende doelgroepen. Deze evolutie zet zich ook door bij de top 6 netten van de 3 grootste actoren (1 publieke en 2 commerciële). Het totale marktaandeel van deze netten is gestegen van 77,6% in 2006 tot 78,4% in 2008. De wereld digitaliseert De verspreiding van platformen en toestellen In de figuur is de penetratiegraad van diverse eindgebruiker-toestellen opgenomen in het Verenigd Koninkrijk. We zien een duidelijke opgang, gespreid in de tijd, van het gebruik van 3 ‘schermen’ in de digitale wereld: - Het eerste scherm, Digitale tv, startte eind de jaren negentig: eerst heel langzaam, daarna heel snel. Tegen 2005 had ongeveer 80% van de mediagebruikers digitale tv. - Het tweede scherm, breedband-video, startte in de eerste jaren van deze eeuw ook traag. Eind 2006 was het aandeel opgelopen tot ongeveer 30%. De komende jaren zal de verspreiding sterk toenemen. - Verwacht wordt dat het derde scherm, mobiele video, dat in de UK in de ‘3G’ norm op de markt kwam in 2006, eenzelfde trend zal volgen. Er is nu al convergentie tussen verschillende platformen. Een Europese fabrikant brengt bijvoorbeeld dit jaar digitale televisietoestellen op de markt met internettoegang. Teneinde de mogelijkheden van convergentie niet te beperken is het essentieel dat de regulering vanuit de EU en de lidstaten het principe van ‘technologieneutraliteit’ respecteert.

2


Inspelen op de behoeften van de (digitale) consument Elke regulering dient ultiem het belang van de burger, de mediagebruiker te dienen. Het digitale tijdperk laat de gebruiker toe om beter te voldoen aan zijn of haar mediabehoeften. Het snel veranderende mediagedrag van de Europese mediagebruiker is niet zozeer gedreven door een snelle verandering van de noden van de gebruiker maar veeleer door de mogelijkheid die de digitale technologie nu biedt om zijn/haar niet-vervulde vraag te voldoen. (Bijvoorbeeld Video-on-Demand). De gebruiker speelt immers in op zijn mediabehoeften door een “én-én-houding”. Dat betekent dat hij de media zowel passief als actief benadert. De passieve benadering betekent dat de kijker of luisteraar gebruik maakt van de omroepactiviteiten van omroepen. De actieve benadering betekent dat hij gebruik maakt van het niet-lineaire aanbod-op-aanvraag, dat hij zelf content maakt en deelt, dat hij actief participeert aan programma’s, enzovoort. Op die manier worden mediagebruikers steeds meer “bipolair”. Een hoog bereik kan sneller en goedkoper worden gerealiseerd door het inzetten van meer diensten en platformen met de zelfde ‘content’. Om als openbare omroep relevant te blijven en te voldoen aan zijn democratische, sociale en culturele missie, moet hij daarom zowel actief zijn in alle digitale media als toegankelijk zijn in passieve en actieve (niet-lineaire) vormen.

De aanwezigheid van openbare omroepen in de “nieuwe media” dient aangemoedigd eerder dan beperkt te worden Meerdere argumenten pleiten ervoor dat de aanwezigheid van publieke omroepen op de ‘nieuwe media’ eerder aangemoedigd dan beperkt dient te worden: -

-

-

-

Het onderzoek van Eurobarometer 64.2, ZA 4414 toont aan dat de Europese burger een merkelijk hoger vertrouwen heeft in die media (radio, televisie) waar de openbare omroep prominent aanwezig is versus het vertrouwen in de geschreven pers en in internet. Ook is het vertrouwen in internet hoger dan het Europese gemiddelde, hoger in landen zoals Nederland, Denemarken en in Vlaanderen waar de publieke omroep leidinggevend is in de internetmarkt. De openbare omroep kan en dient dus zijn rol als betrouwbare gids wel degelijk te spelen in de nieuwe media. De openbare omroep kan maar zijn rol van betrouwbare gids opnemen als hij aan alle behoeften van zijn mediapubliek kan voldoen. Pas dan kan hij ook door het publiek in die rol herkend worden en kan hij zijn opdracht vervullen. Het argument van technologieneutraliteit, zoals voorheen vermeld, pleit voor een aanwezigheid van publieke omroepen op nieuwe media. Tegelijk is de pluriformiteit van de pers belangrijk. Een publieke omroep is niet alleen een aggregator van nieuws maar ook een bron van informatie in nieuws en duiding. Deze bron moet consulteerbaar zijn op alle relevante media. De openbare omroep speelt tevens een sleutelrol in de ontwikkeling van nieuwe mediamarkten.

3


-

-

Het is om die redenen dat de aanwezigheid van de openbare omroep in de nieuwe media in de meeste lidstaten van de EU opgenomen is in zijn openbare opdracht. Het is niet de opdracht van de Europese Commissie zich te mengen in de definiëring van de openbare omroepopdracht. Die bevoegdheid is gereserveerd voor de lidstaten conform het Protocol van Amsterdam. Als laatste argument mag worden aangestipt dat de snel veranderende digitale evolutie alle omroepen verplicht om zich opnieuw uit te vinden (‘Re-invention’). Niet ten koste van andere mediaspelers maar om het belang van de mediagebruiker beter te dienen. Ook publieke omroepen moeten de kans krijgen om deze veranderingen door te voeren.

De bijdrage van de openbare omroepen in het duale systeem De openbare omroep kan en moet zijn bijdrage blijven leveren in het duale systeem. 1. De openbare omroep is maatschappelijk relevant: (1) hij voldoet aan democratische, sociale en culturele behoeften, (2) hij voldoet aan de behoeften van alle mediagebruikers en (3) hij levert een belangrijke ‘Return on Society’ 2. De openbare omroep zet tevens de standaard voor kwaliteit in de media-industrie. 3. De openbare omroep is ook belangrijk voor de innovatie in de media. De omroep kan immers op een onafhankelijke manier zoeken naar nieuwe aanpakken en methoden zowel in content als in technologie en marktbenadering. Hij is daarom ook een catalysator in marktontwikkeling. En dit komt ook de commerciële sector ten goede. De recente voorstellen van de BBC inzake in het afsluiten van partnerships met andere (commerciële) spelers, zijn daarvan een illustratie. Een win-win partnership in het belang van de Europese mediagebruiker realiseert een meerwaarde voor de industrie in zijn geheel. 4. De openbare omroep is ook cruciaal als stimulator voor de investeringen in lokale content. Gelet op het heterogene medialandschap in Europa, moeten de lidstaten hun prioriteiten qua marktbenadering en publieke financiering eigenhandig vastleggen (subsidiariteitsprincipe).

4


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.