JUBILEUMMAGAZINE
INHOUD COLOFON Dit is een uitgave van Fresh Publishers, Stevinweg 2, 4691 SM Tholen Copyright © 2022 Alle rechten voorbehouden Redactie Thijmen Tiersma Vormgeving Viola van den Hoven Fotografie Simon Voogt, Thijmen Tiersma, Vortus Acquisitie Thijmen Tiersma Druk Tinto Media Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele onvolkomenheden. Het reizende leven van Simon Voogt Teler kiest toch voor LED Advies in paprikateelt Barend Löbker: van jongste adviseur naar eigenaar Henk Koot: adviseur gaat kennis verkopen De gezichten achter Vortus pagina 2 pagina 24 pagina 14 pagina 10 pagina 30 pagina 18 01 04 03 02 05 #
Het is me een genoegen u dit boekje aan te bieden. De aanleiding van deze uitgave is bijzonder, het 40-jarig bestaan van Vortus bv.
Al 40 jaar lang helpen wij u met onze adviezen naar een hoger plan. Al 40 jaar werken wij samen met toonaangevende bedrijven in de internationale glastuinbouw. Samen met u hebben wij deze 40 jaar volbracht. In deze jaren zijn er vele hobbels op de weg geweest die we gezamenlijk hebben genomen. Begin jaren tachtig, toen Simon Voogt en Henk Koot begonnen met Vortus bv, was er ook een energiecrisis. Toen was er ook een slogan van ‘gasprijs omhoog, glastuinbouw ten onder’.
Momenteel hebben we met een vergelijkbare crisis te maken. Ook deze hobbel zal weer genomen worden ondanks dat we nu soms denken: Hoe dan...?
Mijn dank gaat uit naar het Vortus-team dat uiteindelijk Vortus bv vormt. Zonder deze groep ‘eigenwijze’ mensen waren we niet zover gekomen. In een onzekere wereld die snel verandert, is het van belang om niet altijd met elke wind mee te waaien. Standvastigheid is belangrijk, maar je moet wel op het juiste moment met nieuwe ontwikkelingen meegaan. Selectief de nieuwe ontwikkelingen omarmen die niet voor ons, maar voor onze klanten van meerwaarde zijn.
Al 40 jaar is onze grootste kracht onze onafhankelijkheid. Doordat we alleen onze kennis aan de man brengen, kunnen we zeggen wat voor onze klanten het beste is. Ons uiteindelijke doel is en zal altijd blijven: zorgen dat de klant tevreden is, doordat hij een goed renderend bedrijf heeft.
Zeker in de huidige tijd is het soms moeilijk om voet bij stuk te houden zonder uitgemaakt te worden voor ouderwets. Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen die commercieel voor veel bedrijven interessant zijn als ze toegepast worden. Veelal worden deze ontwikkelingen vergezeld met goed bedoeld ‘onafhankelijk’ advies. Wij zien het als onze taak om juist hierin voor onze klanten de goede ontwikkelingen eruit te pikken zodat we samen verder komen.
Uiteindelijk zijn wij ook ontstaan uit een nieuwe ontwikkeling die heel veel meer bracht voor onze klanten, de steenwolteelt. Dit bracht veel meerwaarde in de vorm van productie. De onwetendheid onder de kwekers was de start van Vortus bv.
Duik in de mooie verhalen die in dit boekje staan, misschien is het een inspiratiebron voor u of een moment om eens even na te denken hoe moeilijke tijden toch elke keer weer overwonnen zijn.
Barend Löbker,
VOORWOORD
Het reizende leven van Simon Voogt: “Als ik gezond blijf, stop ik over vijf jaar”
22.000 kilometer stond er aan het eind van het jaar 1982 op de teller van de Peugeot van Simon Voogt. De oprichter van adviesbureau Vortus bezocht in het eerste jaar veel telers. Dat is hij altijd blijven doen, tot op de dag van vandaag. De ‘semi-retired’ teeltadviseur volgt de ontwikkelingen in de tuinbouw nog altijd op de voet. Tegenwoordig vanuit het Amerikaanse Tucson, in de staat Arizona waar hij woont. Een verhaal over zijn carrière, het ontstaan van Vortus, reizen en groeiland Mexico.
Simon Jan Voogt werd op 8 juli 1948 geboren in Rozen burg. Hij groeide er op in een tuindersgezin. Vader Pieter had samen met zijn vrouw ‘een van de grotere kassen in het dorp’, onder de rook van Rotterdam. Daar teelden zij allerlei soorten gewassen, waaronder tomaten. Het was hard werken. Zijn twee oudere broers werden later tuinder. Simon niet. “Mijn vader zei: ‘Ga jij maar studeren. In de tuinbouw valt niets te verdienen.’”
Het reizende leven van Simon Voogt
Leermeesters
Simon kwam op de middelbare tuinbouwschool in Naaldwijk terecht. Ook studeerde hij aan de Universiteit van Wageningen, waar hij zich specialiseerde in bodem wetenschappen. Zijn studie leverde hem titels in botanica en als chemisch analist op. Op dat moment was Simon al werkzaam bij het Proefstation Naaldwijk. Hij begon er in 1968 als onderzoeker. “Ik heb er veel gezien en gehoord en vooral ook veel geleerd van goede leermeesters zoals Cees Sonneveld en Joost van der Ende. Ook had ik des tijds veel contact met Dick Klapwijk van de afdeling fysio logie. Van hem heb ik veel over plantfysiologie geleerd. In de ruim tien jaar dat ik er werkte, tot 1979, heb achteraf de basis gelegd voor mijn latere werk als teeltadviseur.”
De kas van de ouders van Simon Voogt in Rozenburg
2 | Het reizende leven van Simon Voogt 01
In het begin vloog ik iedere drie weken vanuit Amsterdam naar New York
Pioniers
In 1979 ging Simon aan de slag bij toeleverancier Brink man, als teeltadviseur. Het was de tijd van de omschake ling van teelt in de grond naar telen op substraat. “Ik had vanuit het Proefstation al de eer gehad telers te mogen helpen bij de omschakeling. Pioniers waren destijds toma tentelers Kees Damen en Jan van Zijl uit Wateringen en Kwintsheul en Jacob Bijl uit Maasdijk. De eerste komkom merteler die op grote schaal op steenwol ging telen was Wil Haket in de regio Delfgauw-Pijnacker.” Bij Brinkman was Simon ook veel in Drenthe en Groningen te vinden.
“In Erica, Klazienaveen en later Hoogeveen en Sappemeer schakelden veel telers ook om. Ik reisde er veel heen voor presentaties over dit onderwerp bij studieclubs.”
Samenwerken met Henk Simon kwam bij Brinkman Henk Koot tegen. “Henk werkte eerst bij toeleverancier Codri. Dat bedrijf fuseerde met Brinkman. Automatisch kwam Henk daardoor onder mijn hoede. Cor Brinkman vroeg mij toen of ik goed met Henk kon werken. Dat kon ik zeker. Henk en ik kenden elkaar al goed vanuit de vergaderingen op Proefstation Naaldwijk. Daar kwamen de onderzoekers, van wie ik er een was, elke week samen met de voorlichters, waaronder Henk. Hij viel mij daar al op als een man met veel kennis, die ook veel goede vragen stelde.”
Behoefte aan advies
Net als Henk die er verderop in dit magazine in zijn ver haal (vanaf pagina 30) ook bij stilstaat, merkte Simon na verloop van tijd dat hij naar de teler wilde kunnen gaan in een verkooprol. Eerder was ook het ambtelijke leven bij het proefstation, met ‘al haar regeltjes’, hem tegen gaan staan. In 1982 werd Vortus opgericht. “Ik had bij het Proef station al een flink netwerk opgebouwd door het houden van lezingen en het bijwonen van studieavonden. Toen al kreeg je veel vragen, waardoor je merkte dat er veel behoefte was aan advies.”
Eigen bedrijf
Vortus was voor Simon zijn eerste eigen bedrijf. “Henk werd mijn eerste adviseur. Daarna zijn we vrij snel uit gebreid naar zeven adviseurs. Rien Rodenburg was de tweede die in dienst kwam. Rien kende ik nog uit mijn periode in Naaldwijk. Hij was actief in Noord-Nederland, waar destijds met name de overschakeling naar de teelt op substraat plaatsvond. Ze hadden er moeilijke grond, veengrond. Dat Rien erbij kwam, lag voor de hand.” Als
Het reizende leven van Simon Voogt
Simon Voogt in de kas bij Hein Lansbergen
3
|
paprikaspecialist in het Westland kwam Daan Boonman erbij. “Ik wilde graag een specialist in die teelt.” Tineke Goebertus was als vrouw voorlichtster in Bleiswijk. “Ik kende haar al en zij bleek zeer geïnteresseerd om zich bij ons aan te sluiten.”
Gebrekverschijnselen
Met Bram Noordam, een bekende uit de tijd bij Brinkman, en Wout Hogendam, eveneens bekend uit de Brinkman tijd, erbij telde Vortus al snel zeven adviseurs. Een zevental gespecialiseerd in de vruchtgroenteteelt, zoals Vortus dat tegenwoordig nog steeds is. Simon zelf had echter altijd ook veel onderzoek gedaan naar gerbera. “Dit vond ik een mooi gewas vanwege de interessante gebrekver schijnselen die het gewas snel liet zien. Ik heb later ook veel bedrijven in gerbera begeleid en heb dat voortgezet zodra ik met Vortus ben gestart. Hein Lansbergen uit Delfgauw was een van de telers die ik adviseerde. Hij ging als eerste over naar de teelt op roltafels op substraat. Dat ging, achteraf bezien, net iets te snel, dus slaagde het niet. Hein was echter wel een goede teler. Hij is ook een goede vriend. En sportman. We hebben veel samen gefietst.”
Voedingsschema’s
De gerberateelt vroeg een heel andere voedingsaanpak dan de teelt van tomaat, paprika of komkommer, leerde Simon al snel. “Gerbera is gevoelig voor een gebrek aan mangaan en ijzer. Daarom moest je er heel specifieke voeding op loslaten om het gewas groen te houden. Ik heb er veel schema’s voor gemaakt.” De schema’s die Simon maakte voor allerlei gewassen komt hij vandaag de dag nog steeds wereldwijd tegen. “Wel zijn ze natuurlijk in de loop der jaren steeds verder bijgeschaafd.”
Harde les Gaandeweg ontdekte hij wel dat er internationaal andere schema’s nodig waren dat in Nederland. “In klimaten met hoge lichtintensiteiten kom je in januari en februari bij voorbeeld een veel hogere verdamping tegen dan in Ne derland. Hier in Arizona haal je begin maart al 3000 watt. Dan is het gevaar dat je, omdat de watergift toeneemt, ook de aanvoer van meststoffen meestijgt. Op een gegeven moment is genoeg echter genoeg. Te veel is niet goed. Dat heb ik in het begin ook moeten leren. De schema’s in tomaat en komkommer voor Nederland waren bijvoor
| Het reizende leven van Simon Voogt
Henk Koot en Simon Voogt
In dit pand huisde Vortus in de beginjaren
4
beeld te kalirijk voor teelten internationaal. Dat kreeg je problemen met de calciumopname. In Arizona en Mexico liep ik daartegenaan. Dan kreeg je neusrot. Een harde les, maar sindsdien weet je wel hoe het moet.”
Kijkje over de grote plas
In zijn eerste jaar werkte Simon vanuit huis in Rozenburg. “Henk kwam elke week bij mij thuis vergaderen.” Een jaar later werd een kantoor in Maassluis betrokken. “Dat was een mooi pand, aan de Veerstraat. Vanaf 1983 kwam de hele groep hier elke week bijeen.” Nog weer later ging Vortus naar Schiedam, naar een ander pand. “Schiedam lag iets centraler voor iedereen en was makkelijker te bereiken.” Simon zelf ging na verloop van tijd ook telers in Noord-Amerika adviseren. “In het begin vloog ik iedere drie weken vanuit Amsterdam naar New York. Ik wilde eerst eens kijken hoe het daar was. Vanuit New York vloog ik dan naar Ontario, waar ik veel projecten begeleidde. Ik bouwde er veel contacten op. Je had er al grote bedrijven zoals Windset en Houwelings bij wie ik langsging.”
Emigratie
In 1993 emigreerde Simon naar British Columbia. Hij zette er Vortus Greenhouse Consultants op. “Omdat ik snel veel contacten met ook grote bedrijven had weten te leggen, besloot ik er mij te vestigen, definitief.” Over het vele reizen neemt hij een pragmatisch standpunt in. “Ik heb een geweldig interessant beroep, maar de planten zitten wel vast uiteindelijk. Jíj moet naar hén toe. Je moest dus reizen om iets te zien. Binnen onze groep wilde ik dat wel doen.
Ik heb er geen spijt van en vind het nog steeds boeiend, al zie ik het reizen zelf vooral als noodzakelijk kwaad.”
9/11
11 september 2001, 9/11, is Simon altijd bijgebleven. Ten tijde van de aanslag op de Twin Towers in New York begeleidde hij een project voor Houwelings in Californië. “Ik heb hen geholpen bij het opzetten van dat project en heb ze zeventien jaar lang begeleid. Destijds vloog ik iedere twee weken vanuit Vancouver die kant op, naar Los Angeles. Rond 9/11 had ik een vlucht waarbij ik als gold member eerste klas vloog. Mijn vele vluchten hadden mij zoveel vliegpunten opgeleverd dat dat kon. Op die vlucht ontmoette ik mijn tweede vrouw. Zij was Amerikaanse en stewardess. Mijn eerste vrouw had het in Canada na onze emigratie niet meer zo naar haar zin. Achteraf was die vlucht mijn beste vlucht.”
Arizona
Met zijn tweede vrouw verhuisde Simon in 2004 van British Columbia naar Californië. Natuurrampen noopten Simon en zijn vrouw drie keer te moeten evacueren. “Twee
Het reizende leven van Simon Voogt
Belichting in tomatenkas bij teler in Owatonna waar Simon Voogt adviseur is
Achteraf was die vlucht mijn beste vlucht
| 5
6 |
Het reizende leven van Simon Voogt
Onder meer in deze kas in Owatonna is Simon Voogt nog als adviseur actief
keer kwamen de bosbranden heel dichtbij en de derde keer was er een gigantische modderstroom. Die laatste keer raakten 23 mensen onder de modder bedolven. Zij zijn nooit meer teruggevonden.”
Het was voor Simon en zijn vrouw het moment om over een verhuizing na te denken. De keuze viel in 2019 op Ari zona. “Ik kende het klimaat daar al vanuit mijn werk. Ik heb veel samengewerkt met Johan van de Berg van Eurofresh. Hij startte het bedrijf op met Wil van Heyningen, toenter tijd eigenaar van de grootste glastuinbouwonderneming in het Verenigd Koninkrijk. Over die tijd zou ik een boek kunnen schrijven. Helaas is het bedrijf, dat snel groeide in Willcox in Arizona, ten onder gegaan. Ze hadden een areaal van 110 hectare. Een tekort aan mensen die in de kassen wilden werken, brak hen op.” Simon weet nog dat Johan een deal sloot met de lokale gevangenis. “Mensen uit de gevangenis kwamen werken in de kassen. De gevangenen bleken echter enorm ongemotiveerd en hadden geen enkel respect voor hygiëne. De gewassen werden besmet met virussen. Met tussenplanten werd geprobeerd de producties gaande te houden, maar dit liep niet goed af.”
Zaagsel
Vanaf het moment dat Simon voor het eerst voet aan wal zette, was hij onder de indruk van een aantal telers in Ontario. “Bedrijven zoals Houwelings en Windset waren destijds al behoorlijk uitgebreid. Ze teelden er in zaagsel. Het was hun substraat, afkomstig uit de houtindustrie die er groot was. Met dat zaagsel hadden ze echter al snel ook problemen. Eenmaal nat en warm liep de kwaliteit van het substraat met zaagsel snel terug. Dan begon het te verteren en werd de waterhuishouding slecht.”
Unieke combinatie
Telers besloten er over te stappen op kokos en steenwol.
Vanuit Nederland kon Simon er een stukje kennis inbren gen. Hij had hiervoor in 1993 al Vortus Greenhouse Con sultants in Canada opgezet en datzelfde jaar ook Voogt Greenhouse Consultants. “Met de juiste voedingsschema’s
slaagden telers erin de producties met dertig tot veertig procent op te schroeven.” Simon is ervan overtuigd dat van mei tot september telers in Canada qua product niet te verslaan zijn. “Vanaf 1 mei zijn de dagen er veel langer dan in Nederland. 18 uur licht bij een hoge lichtintensiteit is ongeëvenaard. Bovendien hebben ze fantastisch water, regenwater uit de bergen. Heel laag in bicarbonaat, laag in chloor en natrium, echt uniek water. Buiten is het er koud, maar met de ramen dicht kun je er goed telen. Bovendien blijven de CO2-gehaltes in de kas op die manier hoog. Die combinatie van licht, water en CO2, dat kan echt niet op. Je haalt er makkelijk drie kilo tomaten per vierkante meter per week. Dat is zeer uniek en wekenlang mogelijk, tot eind augustus. Daarna gaat het licht ‘uit’ en is het te don ker. Van november tot januari kun je er eigenlijk niet telen. Dan moet je naar kunstlicht toe en dat is duur.”
Blijven leren
Momenteel heeft Simon wel een paar projecten die hij begeleidt waar ze belichten. Projecten die Simon ‘semi-re tired’ begeleidt. In 2020 stopte Simon met Voogt Green house Consultants, terwijl hij in Nederland eerder in 2006 en 2007 al zijn aandelen in Vortus aan Barend Löbker verkocht en in 2012 voor Vortus in Canada aan Tineke Goebertus en Willem Vesseur. De projecten die Simon nu nog bezoekt, liggen nabij Minneapolis. “Tussen september en maart is het er erg donker. Ze belichten er met HPS en LED. Dat is nieuw en daarmee boeiend voor mij. Ik bezoek ze elke maand. Het is er erg koud, tot wel min dertig graden Celsius. Je vriest er uit je broek,” lacht Simon. “Het contrast met Arizona is groot. Maar het project is erg inte ressant, dus ik kom er graag.”
Afbouwen
Het typeert de teeltadviseur die van geen ophouden weet. “Planten telen is het interessantste wat er is. Planten lie gen ook niet, mensen wel. Planten laten precies zien wat er is, als je ze kunt lezen. In de afgelopen veertig jaar heb ik dat wel een beetje geleerd. Je leert wat je wel en niet kunt doen met een plant.” Ondanks zijn boeiende beroep heeft Simon inmiddels wel een einddatum voor zijn werk zaamheden als teeltadviseur in gedachten. “Als ik gezond blijf, stop ik over vijf jaar als ik 79 jaar word. Ik probeer de laatste jaren al wel meer thuis te zijn. Ik moet mijn vrouw gelukkig houden. Zij steunt mij in alles wat ik doe, maar afbouwen wil ik nu ook zelf.”
Het reizende leven van Simon Voogt |
Als ik gezond blijf, stop ik over vijf jaar als ik 79 jaar word
7
Het reizende leven van Simon Voogt
Groeiland Mexico
De komende vijf jaar verwacht Simon dat met name de tuinbouw in Mexico zich enorm uit gaat breiden. “Je hebt daar de zon en de arbeid is er goedkoper dan in de Verenigde Staten. Zoals Nederland concurreert met Spanje en Marokko, zo zie je hetzelfde gebeuren in de Verenigde Staten met Mexico. Grote Amerikaanse telers lopen tegen de hoge energieprijzen aan en ook arbeid is schaars en duur.” Simon heeft de laatste jaren via een goede Mexicaanse vriend uit Tucson, die een groot distributiecentrum voor tomaten en komkommers runt, in Mexico veel contacten op weten te bouwen. “Met de groei die de tuinbouw er doormaakt woon ik nu gunstig en relatief dichtbij. Ik zal er nog veel komen, zelfs met ontwikkelingen zoals autonoom telen blijft dat zo, denk ik. Ik geloof er zeker in, maar denk ook dat je in de kas moet blijven komen om te zien wat de planten doen. Daar kan geen techniek tegenop.” De vriend van Simon weet de weg in Mexico en spreekt de taal. “Ik heb goede ondersteuning aan hem. Zonder Spaans te spreken kom je anders nergens.”
Woestijn
In Arizona woont Simon met zijn vrouw en hond middenin de woestijn. Waar Henk druiven teelt thuis in Rotterdam, zit dat er in het droge, hete klimaat er niet in voor Simon in zijn vrije tijd. “Cactussen heb ik hier veel. Die vergen niet veel onderhoud. Tomaten telen in een moestuin heb ik geprobeerd, maar bij hoge temperaturen verbrandden die direct. In plaats van tuinieren als hobby loop ik graag ’s ochtends buiten met de hond.” Fietsen doet Simon ook nog steeds graag. “Op bezoek bij een van mijn dochters, die in de Franse Alpen woont en werkt, heb ik eens het peloton van de Tour de France voorbij zien trekken. Dat was mooi, vanachter een glaasje bier. Hier in Arizona probeer ik tegenwoordig wel de vlaktes op te zoeken als ik fiets. Ik ben geen twintig meer. Gelukkig voel ik mij nog gezond. Ik doe alles wat ik doe nog steeds met veel plezier.”
8 |
Wij feliciteren Vortus! 1982 2022 40 JAAR Growing is always better together De Ruiter team feliciteert Vortus!
AAB NL ADVISEURS INGENIEURS MAKELAARS T. +31 (0)174 637 637 WWW.AABNL.NL AAB feliciteert Vortus met haar 40-jarig jubileum Engineering your sustainable growth Enza Zaden feliciteert Vortus met zijn 40-jarig bestaan.
Barend Löbker: van jongste adviseur naar eigenaar
“Ons werk blijft mensenwerk”
Het werk van teeltadviseur doet voor de leek soms misschien wat technisch aan, maar ondertussen is het ook echt een sociaal vak. In het verhaal van Barend Löbker, sinds 1999 bij Vortus in dienst en sinds 2007 eigenaar en directeur, komt juist dat persoonlijke telkens weer terug.
Barend kwam in mei 1999 in dienst bij het adviesbureau. Dat vergeet hij niet snel, want het is het jaar van de ge boorte van zijn zoon. “Ik kende Vortus al via het teeltbedrijf van mijn vader. Simon Voogt en Daan Boonman, een van de ‘nestors’ bij ons tegenwoordig, kwamen al bij mijn vader in de paprika- en tomatenkas langs als adviseur van Vortus.” In die kassen groeide Barend op, zoals zovelen is hij als het ware ‘in de kas geboren’. Toen Vortus een nieuwe adviseur zocht, kwam Barend in beeld. “Daan tipte Tineke Goebertus en vervolgens zaten we niet lang daarna al om tafel. We waren er snel uit. Ik wilde graag advies geven, zonder verkoop van producten erbij. Precies dat idee lag ook ten grondslag aan de vorming van Vortus, dus daarin vonden we elkaar meteen.”
Voor de stap naar Vortus was Barend, net als Simon (verhaal in dit magazine vanaf pagina 2) en Henk Koot (verhaal vanaf pagina 30) voordat ze met Vortus begon nen, werkzaam bij een toeleverancier. In het geval van Barend was dat Maasmond. “Dat bedrijf bestaat niet meer. Ik was adviseur in gewasbescherming. Wij gaven advies, maar het was niet onze hoofdtaak. Dat was, logischerwijs, de verkoop van producten. Advies geven vond ik echter leuker. Dus toen de vraag van Vortus voorbijkwam, was 1+1 voor mij al snel 3.”
Emigratie
Tineke, met wie hij om tafel zat omdat oprichter Simon zich al in de Verenigde Staten had gevestigd, trok in 1999 ook naar Noord-Amerika, naar Canada in haar geval. De klantenkring van Tineke in West-Nederland kon Barend overnemen. “Iedere adviseur had een eigen gebied en een eigen klantenkring.” Vortus was destijds met zes adviseurs, met naast Henk en Simon dus ook Tineke en Daan en daarnaast nog Rien Rodenburg en John Potters.
Het toeren langs telers in West-Nederland was van korte duur voor Barend. Begin 2000 vonden er veel uitbrei dingen bij telers in Noord-Nederland plaats. Er was een flinke schaalvergroting gaande. “Voor die tijd was de bouw van kassen van zo’n 3 tot 5 hectare tegelijk echt serieus. Simon vroeg mij die kant op te gaan.” Barend herinnert
10 | Barend Löbker: van jongste adviseur naar eigenaar
Barend en vader Art poten tomaten
02
zich dat hij toen met zijn vrouw die kant op is gereden om een rondje te rijden en direct ook een huis te zoeken. “Dat vonden we in Emmen. In die stad wonen we nog steeds. Vlakbij de glastuinbouwgebieden daar.” Barend ‘emi greerde’. “Net als veel telers eerder al deden toen zij een bedrijf op gingen zetten in Drenthe, zijn wij toen daarheen vertrokken. Rien zat daar al in de regio. Met hem heb ik in het begin veel opgetrokken, totdat hij naar Azië vertrok voor zijn werk.”
Uitgetest
Dat was 2001. Barend nam opnieuw een klantenkring over, deze keer van Rien. Daarmee gingen zijn klanten in West-Nederland over naar een collega. “Ik heb uit die tijd nog één klant overgehouden, in Waddinxveen kom ik nog steeds bij een teler die ik ook toen al adviseerde.” Vanwege de stevige groei onder zijn nieuwe klanten had Barend het direct druk. Terugdenkend aan zijn begintijd als adviseur weet Barend dat hij toen flink werd uitgetest door telers. “Je moest laten zien wat je kon, zo ging dat. Dan wist de teler dondersgoed wat hij wilde, maar hield hij zich tegenover mij van de domme om te kijken waarmee ik zou komen. Op die manier werd je uitgetest. Daarbij is het belangrijk om het ook te durven zeggen als je iets niet weet. Je kunt altijd dingen navragen. Dat advies geven wij nieuwe adviseurs nog steeds.”
Zelf maakte Barend in het Noorden voor het eerst echt kennis met de komkommerteelt. “Daarin waren veel dingen nieuw voor mij. Ik heb daar toen veel geleerd. Daar ben ik altijd eerlijk in geweest. Als ik iets niet wist, belde ik Henk of een van onze andere adviseurs. Zo kon je goed advies geven én was je betrouwbaar. Dat laatste is in ons werk misschien wel het allerbelangrijkste.”
Stoute schoenen
Na een aantal jaren in dienst bij Vortus begon het bij Barend te kriebelen. Met een vader als teler heeft hij on dernemersbloed, geeft hij er als verklaring voor. “Ik wilde iets voor mijzelf. Toen heb ik in 2007 de stoute schoenen aangetrokken en heb ik Simon gevraagd of ik de zaak kon overnemen.” Net als toen Barend solliciteerde, was het een vrij kort gesprek. “We waren het opnieuw snel eens. Achteraf denk ik dat het voor Simon misschien wel een opluchting was dat ik mij meldde. Hij zat al in de Verenig de Staten, hier liep alles goed en dus was hij minder met Nederland bezig. Ik heb toen een deel van de aandelen overgenomen. Ik weet nog dat op 13 juli 2007 de handte keningen hiervoor zijn gezet.”
Een jaar later, in 2008, trok Barend nog een keer de stoute schoenen aan. “Toen heb ik alle aandelen overgenomen. Vanaf dat moment was ik eigenaar en directeur. Op dezelf de dag als dat Henk afscheid nam als adviseur, zaten we
hiervoor bij notaris. Het was wel een verandering. Ik was de jongste adviseur binnen Vortus en opeens eigenaar. Uiteraard heeft dat tijd gekost om eraan te wennen, voor ons team en voor mij, maar problemen heeft het nooit gegeven. Het was ook niet dat ik opeens alles wilde gaan veranderen. Net als Simon denk ik dat ik vrij nuchter in ons vak sta en niet direct op alle hypes vol inspring. We zeiden altijd en zeggen nog steeds dat we in dienst van de teler zijn. Dat klinkt misschien saai, maar zo is het wel.”
Voorzichtig met vernieuwing
Innovaties, nieuwe technieken moeten voor de teler wer ken. “Dat kost tijd en soms blijkt dan ook dat niet alles wat nieuw is altijd direct beter is.” Als voorbeeld geeft Barend Het Nieuwe Telen. Geen techniek, maar een nieuwe manier van telen. “Daar zitten allerlei goede aspecten in, maar volgens mij is het niet zo dat telers hierdoor in één keer alles anders moeten gaan doen.” Hij haalt het werk van zijn vader aan, die tegenwoordig in het Westlands Museum werkt. “De kasjes die je daar ziet, die werken nog steeds met veel van dezelfde principes als de veel hogere, modernere kassen nu. Je zet er planten in en die moeten optimaal renderen. Met de jaren zijn we vooral meer vanuit de plant gaan kijken.”
Wie niet beter weet, zou denken dat Vortus conservatief is. Barend ontkent dat met klem. “Zo zou ik het niet willen noemen. We omarmen nieuwe technieken echt wel. In novaties zijn goed, die zijn nodig. Twintig jaar terug zag je nauwelijks schermen en nu zijn het er soms al drie in één kas. Het uitgangspunt blijft echter dat de plant goed moet groeien en het gewas in de kas optimaal moet renderen. Dat is nog steeds hetzelfde als toen Vortus ooit begon en ook daarvoor was dat al zo. Wij zijn misschien alleen wat voorzichtiger met vernieuwing.”
Barend Löbker: van jongste adviseur naar eigenaar
Een jonge Barend is kistjes aan het papieren
11
|
Advies voor iedereen
In het licht van innovaties, van vernieuwing, valt een samenwerking met kassenbouwer Kubo op. Die samen werking loopt sinds 2014 en is in 2019, met een hand druk op de internationale tuinbouwbeurs GreenTech in Amsterdam, verlengd. Vortus helpt telers die investeren in een nieuwe semi-gesloten Ultra Clima-kas van de kassenbouwer met teeltadvies. “Het is in ieders belang dat het goed gaat op een nieuwe tuin. Zo moet je de samen werking tussen ons zien. Het is een samenwerking, maar wel eentje waarbij wij onze onafhankelijkheid behouden. We zijn vaak genoeg tegen allerlei potentiële koppelingen van ons advies aan producten aangelopen, maar dat doen we bewust niet.”
Barend haalt een voorbeeld uit het klantenbestand van Vortus aan. “Wij adviseren zowel plantenkwekers als telers. Die partijen hebben samen een commerciële relatie, waarbij de teler planten koopt bij de plantenkweker. Natuurlijk hebben wij weleens de vraag gekregen van de plantenkweker om bij de teler zijn planten aan te prijzen. Dat doen we nooit. Met zowel de teler als de plantenkwe ker willen we samen het best mogelijke product maken, maar dat doen we ook voor andere plantenkwekers. Daar om adviseren wij, als zo’n vraag van een plantenkweker komt, altijd in één adem de planten van meerdere planten kwekers. De teler moet altijd zelf kiezen. Dat is en blijft ook een persoonlijke keuze waarin wij ons niet mengen.”
Niet té persoonlijk
Met hun eigen visie op tuinbouwontwikkelingen trekt Vortus volgens Barend klanten aan die dezelfde visie delen. “Ons vak is persoonlijk. Het moet met de klant, met de teler, klikken. De teler zoekt een adviseur met wie het klikt en andersom zoeken wij, misschien ook wel onbe wust, telers die bij ons passen. Zonder dat het niet af en toe schuurt natuurlijk. Je moet elkaar wel scherp kunnen houden en elkaar niet naar de mond praten. Net zo goed als dat je altijd enige afstand als adviseur moet zien te bewaren, omdat anders het gevaar kan bestaan dat je in de emotie van de teler meegaat.”
Zulke emoties komen voor wanneer er zich problemen voordoen in de teelt. Iedereen snapt dat bijvoorbeeld een virus in de teelt grote zorgen met zich meebrengt. Ook voor de adviseur. “Eén van onze adviseurs heeft weleens aangegeven wakker te liggen van de problemen bij de
Barend in een kas met komkommers
Gevoel vang je niet in cijfers of algoritmen
klant. Op zich is dat hartstikke goed, want het laat je persoonlijke betrokkenheid zien. Toch is het niet goed als je er als adviseur wakker van gaat liggen. Op zo’n moment is het fijn om als adviseur in een team te werken en erover te kunnen praten. Zeker ook een les van Henk en Simon. In een groep kan uit onverwachte hoek via een collega ook een oplossing aangereikt worden waaraan nog niet gedacht is.”
Hoofd adviseur kan niet op slot
Voor adviseurs is het leuk om in elke kas weer tegen an dere uitdagingen aan te lopen, samen met de teler. Daar oplossingen voor vinden geeft voldoening. In tijden van toenemende concurrentie komt het voor dat de adviseur daarbij de vraag van de klant krijgt om kennis binnen de kas te houden. “Het is niet iets van deze tijd. Ook twintig jaar terug heb ik weleens een papiertje voor mijn neus ge kregen om te tekenen voor geheimhouding, een exclusivi teitsverklaring. Dat gaat in ons werk niet. Je kunt je hoofd niet op slot zetten. Het is juist ons werk om veel te zien, er algemene lessen uit te trekken en die lessen elders, in ieders belang, toe te passen.” Uiteraard is het daarbij wel belangrijk de balans te houden. “Soms kom je dingen te gen die te persoonlijk zijn. Die blijven dan binnenskamers, natuurlijk.”
Het veertigjarig jubileum van Vortus en de groei die het bedrijf sinds de oprichting is blijven doormaken, laat zien dat het (betaald) advieswerk bestaansrecht heeft. Maar hoe zit dat in de toekomst? Barend ziet dat de laatste jaren het aantal bedrijven dat óók advies geeft toeneemt. Hij noemt dat een ‘positieve ontwikkeling’. “Op de visite kaartjes van vertegenwoordigers staat vaker ook ‘adviseur’. Dat is prima. Zeker internationaal, waar ook toeleveran ciers inspelen op de groeiende tuinbouw, is de vraag naar kennis groot. Adviseurs hebben daarin een belangrijke rol. Wij werken, nationaal en internationaal, als tuinbouw vaak samen, waarbij iedereen zijn of haar steentje bijdraagt aan een project. Wij doen dat met onafhankelijk advies. Zo zijn wij ontstaan en dat blijft zo.”
Mensenwerk
Allerlei ontwikkelingen in de tuinbouw, of het nu auto noom telen, robotica of het instappen van investeerders is, blijven volgens Barend vragen om advies, om bege leiding. Hij is niet bang dat met de snelle opmars van nieuwe technieken de mens en daarmee ook de adviseur uit de kas verdwijnt. “Mijn opa deed alles met de hand, mijn vader maakte de introductie van klimaatcomputers mee en nu zie je bijvoorbeeld technieken voor autonoom telen echt opkomen. Wij houden dat scherp in de gaten en voeren er regelmatig gesprekken over met specialisten.
Wij vinden, los van de techniek, uiteindelijk echter vooral interessant wat de teler ervan vindt. Die moet er in de praktijk mee werken.”
Lang niet alle innovaties die gepresenteerd worden, halen ook de praktijk. “Dat was vroeger ook zo met de technie ken op de proefstations. Ik denk daarom ook niet dat ons werk nu opeens verandert in computerwerk. Natuurlijk is het goed dat telers tegenwoordig met nieuwe systemen vanuit één locatie bijvoorbeeld meerdere kassen tegelijk kunnen aansturen. Ook wij maken gebruik van moderne technieken in ons werk. Zo kunnen we tegenwoordig de nodige dingen van op afstand aansturen. En zijn video verbindingen mogelijk. De mens heeft volgens mij van nature echter vaak de neiging om het allerslechtste niet te laten zien. Dus dan blijft het minst fraaie hoekje kas buiten beeld als je aan het videobellen bent. Terwijl juist daar dan de grootste winst te boeken is. Toch zien telers ons gelukkig nog steeds graag komen. Dat zal niet zomaar veranderen. Gevoel vang je niet in cijfers of algoritmen. Ons werk blijft mensenwerk.”
Vortus verlengt samenwerking met kassenbouwer Kubo. Wouter Kuiper en Barend Löbker schudden elkaar de hand op GreenTech Amsterdam 2019
Barend Löbker: van jongste adviseur naar eigenaar |
13
Advies in paprikateelt
De vuilniszak gaat niet meer mee: veertig jaar advies in de paprikateelt
Kwekerij A. Ammerlaan uit Bleiswijk is al klant sinds teeltadviseur Daan Boonman bij Vortus werkt. De teeltadviseur van begin zestig komt al sinds december 1987 bij de paprikatelers over de vloer. Dit najaar is dat voor het laatst. Niet omdat Daan ermee stopt, maar omdat teler Ard zijn bedrijf heeft verkocht aan een col lega-paprikateler. Op kantoor op het paprikateeltbedrijf aan de Wilgenlei in Bleiswijk schudden we eind mei kort de hand van teler Ard, die ’s middags op excursie is met collega’s, alvorens we met Daan en zijn collega Ruud van den Berg verleden, heden en toekomst bespreken aan de hand van de paprikateelt.
Daan en Ruud hebben samen een lange historie in de paprikateelt, die ooit begon in de tijd dat Ruud zelf nog paprikateler was. In 2011 sloot hij samen met zijn broer Mark het laatste rondje gele paprika’s af in de kas aan de Groendalseweg in Bleiswijk. Daarna was Ruud enkele ja ren actief als bedrijfsleider, totdat hij bij Daan liet vallen ‘op zoek te zijn naar iets anders’. Een gesprek met directeur Barend Löbker van Vortus volgde, net als een uitnodiging om aanwezig te zijn op de viering van het 35-jarig jubile um van Vortus. Daar sprak Ruud, toen nog niet in dienst, onder meer met de vader van teler Ard, Arie Ammerlaan. Hij overleed helaas vorig jaar en maakt het nieuwste jubi leum van Vortus niet meer mee.
03 14 | Advies in paprikateelt
Ard, Daan en Ruud wel. Alle drie delen zij het paprikaspe cialisme, maar ook op een andere, toevallige manier zijn de mannen ‘aan elkaar verbonden’. Ruud: “Ik woon tegenwoordig in een nieuwbouwhuis op de plek waar Arie Ammerlaan ooit nog in ‘Bleiswijk dorp’ begon met telen.” Daan: “Ik was daar al adviseur.” In 2007 verhuisden de paprikatelers Ammerlaan naar de Wilgenlei. Daan ging vanzelfsprekend mee. En nu, vijftien jaar later, zit ook Ruud in het kantoor bij de ruim zes hectare kas met sorteerhal. Niet meer als teler, maar als adviseur van Vortus.
Daan: “Ard belde mij als een van de eersten na het afronden van de verkoop van zijn bedrijf vorig jaar zomer. Hij wilde dat mij persoonlijk vertellen, voordat ik het van andere telers zou horen. Dat hij mij belde, geeft wel aan wat voor relatie je met klanten opbouwt. Je bent naast adviseur soms ook vertrouwenspersoon voor de teler en spreekt over veel meer dan alleen de teelt. Het gaat over sociale, persoonlijke zaken, investeringsplannen, proble men in de omgeving, noem maar op. Telers vragen je naar je mening.” Ruud herkent het. “Je wordt gevormd als teler door wat je meemaakt (in het geval van Ruud onder meer het na een aantal moeilijke jaren na het uitbreiden van het bedrijf noodgedwongen moeten stoppen). De teelt is de basis in je gesprekken als adviseur, maar er zijn genoeg klanten waar je het niet alleen over de teelt hebt. Dat maakt het werk mooi. Je werkt ook met heel verschillende soorten mensen.”
Steenwol
Daan kwam in 1983 van de Hogere Tuinbouwschool. “Op 1 juli kreeg ik mijn diploma, op 15 juli had ik al een baan. Zo snel ging dat toen.” Daan kon aan de slag als consu lent bij Kring Westland in dienst van de rijksoverheid. “Bij toeval werd ik al snel verantwoordelijk voor een deel van de paprikatelers in de regio. Als consulent volgde ik veel
cursussen, maar de echte paprikapraktijk leerde ik daar toen echt kennen.” Afkomstig van een Zeeuws landbouw bedrijf was het telen Daan niet vreemd, maar paprika was nieuw voor hem.
Voor Ruud lag dat anders. Hij liep als klein jongetje al in de kas bij zijn vader Dick. Die teelde eerst tomaten, maar ging ‘toen het tussenplanten hem te veel werd’ over op de paprikateelt. We spreken over midden jaren tachtig. In de paprikateelt de periode waarin telen op substraat opkwam. Daan: “Voor paprika was dat een enorme plus. De voor delen waren legio: minder bodemziektes, geen grondont smetting meer. Telers schakelden in rap tempo om. Zij waren snel overtuigd van het nut van telen op steenwol. Zoals nog steeds neemt een teler die investeert een risico, maar zij die het destijds deden, maakten snel zulke grote stappen voorwaarts. Dat zag iedereen, en dus volgden velen snel. Zij die niet volgden, hadden de mogelijkheden niet of misten de ondernemerslust, denk ik nu.”
De vader van Ruud ging wel over. “Volgens mij had je al snel nauwelijks grondtelers in de paprika’s meer. Ik denk dat omschakeling in een paar jaar geschied was.” Voor telers was het echt een stap vooruit en ook een veel scho nere teelt volgens Ruud met ‘steenwolmatjes en plastic op de grond’. “De tijd dat mijn vader ’s nachts nog druk bezig was met grondontsmetten, was voorbij.” De tegenwoordi ge teeltadviseur weet nog welk ras zijn vader toen teelde. “Mazurka, van Rijk Zwaan. Dat ras was écht megagrof.”
Tegelijk met de teelt op substraat kwamen ook hybride rassen op, weet Daan. “In de jaren zeventig en tachtig had je veel zaadvaste rassen en ook nog telers met eigen rassen. Zij teelden voor productie, maar gebruikten de mooiste planten met de beste paprika’s om eigen zaad te winnen.”
Daan en Ruud in de kas bij Kwekerij A. Ammerlaan in Bleiswijk
Niet alleen in de paprika’s vond een omschakeling naar telen op steenwol plaats. Ook de andere vruchtgroenten volgden. Daan: “Daar waar de teelt op steenwol voor paprika een flinke plus opleverde, was dat in aubergine nog veel sterker het geval. Beide gewassen waren toen ongeveer gelijk in omvang in Nederland.” Ruud: “De wortel kon in aubergine dankzij de teelt op steenwol nog veel beter zijn ding doen.” Komkommer- en tomatentelers gingen ook over. De hogedraadteelt kwam ook op. Daan: “In tomaat waren daardoor hogere kassen nodig. Telers die die mogelijkheid niet hadden, kozen dan soms voor paprika.”
Schermdoek
Bij welke teler Daan begin december 1987 als eerste over de vloer kwam als kersverse Vortus-adviseur, weet hij niet meer. “Op 1 december tekende ik het contract en de dag nadien bezocht ik al de eerste telers. Ik nam de klanten kring van Eef Maassen over. Hij startte toen zelf een eigen teeltbedrijf op. Na zo’n tien dagen had ik er al groot rondje
op zitten.” Ruud: “Ja, Daan, zeg maar gerust een heel groot rondje. Toen had je nog echt veel telers.”
Na de opmars van de substraatteelt begon de paprikateelt flink te groeien in Nederland. Daan: “De oudste papri kateelten werden gedaan onder vast plastic of folie. Van daaruit is de teelt doorontwikkeld, van beweegbaar folie (dat in het begin van de teelt gebruikt werd en na 6-8 weken niet meer nodig was voor energiebesparing) naar beweegbaar schermdoek en nu zelfs dubbel schermdoek.”
In de kas bij teler Ard hangen vandaag de dag twee schermdoeken. Al toen hij in 2007 een nieuwe kas liet bouwen, werd erover nagedacht. Daan: “Ik weet nog dat Ard toen al met de gedachte speelde. Ik geloofde er niet zo in. Ik vroeg mij vooral af wat Ard ermee dacht te gaan besparen op energie.” Hij lacht. “Inmiddels zit het scherm doek er alweer zo’n tien jaar in. We hadden het er laatst nog over.”
16 | Advies in paprikateelt PAPRIKATEELT | oogst en teeltoppervlakte Bron: CBS TUINBOUW ONDER GLAS | oppervlakte en aantal bedrijven Nederland OOGST in mln. kg OOGST in m2 AANTAL bedrijven OPP. in hectare2017 370 2005 2969654 2199741 6262441 931000 2005 119 146 268 67 2017 1319355 2018 3114935 2042040 7417460 1426722 2010 74 77 182 53 2010 1311 2018 415 2019 2570494 1334291 6334624 1390828 2015 65 44 148 64 2015 1504 2019 430 2020 3143917 1340389 8496517 2340909 2020 70 38 133 98 2020 1532 2020 440 2021 3114204 1531666 9041708 2593658 2021 71 38 141 105 2021 1628 2021
Daan doelt op de energiecrisis. “Bij de bouw is de kas toen klaargemaakt voor installatie van een dubbel schermdoek. Dat komt nu goed van pas.” Ruud: “Een dubbel scherm is bíjna de standaard tegenwoordig. Niet alleen in papri ka, maar bijvoorbeeld ook in tomaat. Telers waren daar huiverig voor vocht bij dichte schermen, maar nu zie je schermen overal. Telers telen veel zuiniger tegenwoordig. Je komt geen maximumbuis van 60 of zelfs 65 graden Celsius meer tegen in de paprika’s. Het kan tegenwoordig, door nieuwe manieren van telen, met veel minder. Met een lagere, gelijkmatigere buis realiseren telers alsnog de gewenste temperaturen in de kas. Telers hebben vooral
minder pieken in de nacht en alsnog de gewilde etmaal temperaturen.”
Crisis
De energiecrisis is sinds het najaar van 2021 een telkens terugkerend onderwerp als Daan en Ruud met telers spreken. Ruud: “Telers hebben op kantoor op hun ene computerscherm de kasklimaatgegevens staan en op een ander scherm de gas- en elektraontwikkelingen. Dat typeert deze tijd. Ik zei pas nog tegen mijn vrouw dat het fijn is dat ik al een stukje bagage heb vanuit mijn tijd als zelfstandig teler. De tijd waarin we nu zitten vergt veel van telers. Psychologisch hebben sommigen het zwaar. Je moet goed naar ze luisteren, ze informeren waar mogelijk en meedenken. Vooral over de korte termijn.”
Eind mei kun je over 2022/2023 seizoen nog niet eens nadenken, zijn beide teeltadviseurs stellig. Ruud: “Zoveel factoren zijn nog onzeker.” Daan: “Veel telers weten nu nog niet wat hun zaai- en plantdata voor komend seizoen gaan zijn. Normaal is dat bij tachtig procent van de telers vaste prik: eind november of begin december planten om dan tot pakweg half oktober te oogsten. Het is een vast stramien, maar in deze tijd niet meer. Wij als teeltadvi
Telers hebben op kantoor op hun ene computerscherm de kasklimaatgegevens staan en op een ander scherm de gas- en elektraontwikkelingen. Dat typeert deze tijd
17Advies in paprikateelt |
Naam: Barend Löbker Functie: Eigenaar Vortus bv en adviseur komkommer, tomaat en bio In dienst sinds: 01-06-1999
Naam: Daan Boonman Functie: Adviseur paprika, tomaat en opkweek In dienst sinds: 01-12-1987
Naam: Marinus van der Lugt Functie: Adviseur paprika, tomaat, aubergine, opkweek en kruiden In dienst sinds: 01-12-2000
Naam: Judith van Dijk Functie: Office Manager In dienst sinds: 01-09-2016
Samenwerkingsverband met Sweet Pepper Consultancy
De gezichten achter Vortus
18 | De gezichten achter Vortus #
Naam: Ruud van den Berg Functie: Adviseur paprika en komkommer
In dienst sinds: 01-11-2017
Naam: Ton Peters Functie: Adviseur paprika, komkom mer, opkweek en bio
In dienst sinds: 01-08-2019
Naam: André Becker (Duitsland) Functie: Adviseur tomaat en komkommer
In dienst sinds: 01-11-2018
Naam: Pieter van Staalduinen Functie: Adviseur tomaat en komkommer
In dienst sinds: 01-03-2020
Naam: Tineke Goebertus Functie: Vortus greenhouse consultants Inc. Canada
In dienst sinds: 01-08-1989
19De gezichten achter Vortus |
seurs bij Vortus zeiden afgelopen najaar al tegen elkaar: ‘Wij gaan veel leren, dingen die we nooit hebben gezien en gedaan, gaan nu wel gebeuren. Vaste kennis die nooit ter discussie heeft gestaan, zullen we nu mogelijk wel ter discussie moeten stellen.’”
Voor zowel Daan als Ruud geldt dat het niet de eerste ‘cri sis’ is die zij meemaken. ‘Reken de guldencenten kosten stijging van begin jaren tachtig maar om naar euro’s,’ klinkt het om maar aan te geven dat crisissen, en ook ener giecrisissen, van alle tijden zijn. Na enig nadenken over grote en kleinere hobbels in de groei van de paprikateelt in Nederland komen ‘magere jaren’ voorbij met ‘lage uitbe taalprijzen’. De jaren na 2008 werden al genoemd. Daan: “Zulke periodes hakken erin. Met een net woord heet dat dan ‘koude sanering’. Het gevolg was dat veel telers noodgedwongen moesten stoppen en alleen de sterke bedrijven door konden.” Het waren ook de jaren waarin de schaalvergroting heel snel doorzette. Ruud: “Misschien elk jaar wel tien procent. Ook mijn broer en ik zijn toen nog uitgebreid toen de kans zich voordeed.”
Ziekten en plagen liggen ook voor de hand als het over hobbels in het groeipad gaat. Daan noemt flesjesschim mel. “Eind jaren negentig en begin jaren nul was dat een
probleem waar veel telers, maar zeker niet alle telers, mee te maken hadden. Telers vingen het drainwater op in de grond. Nadat het de mat was uitgelopen, liep het een opvangsysteem in, soms bovengronds, maar vaak ook de oude, bestaande bemaling. De schimmel besmette daarmee het water en dat gaf vervolgens problemen.” Ook virussen, zoals het paprikamozaïekvirus, staan de mannen bij, net als het opduiken van vervelende beestjes zoals recent de stinkwants en luis, de paprikasnuitkever in 2012 en vervelende tripsen. Ruud: “Flink wat bedrijven zijn toen geruimd.”
Mobieltje
Voor Daan en Ruud geldt dat zij juist op zulke momenten graag voor hun klanten klaar staan. Al betekent dat soms dat je eerst beter even weg kunt blijven, zo blijkt uit twee voorbeelden die zij geven gevraagd naar momenten die ze niet snel zullen vergeten. Daan gaat terug naar het jaar 1990. “Wat ik toen op een stormdag allemaal meemaakte, dat staat nog altijd op mijn netvlies. Ik was die dag, eind januari, op bezoek bij een teler in het Westland. Het was, denk ik, rond een uur of drie. Flink wat glas lag er daar uit, dus hij stuurde mij naar huis. Ik kon er toch even niets doen. ’s Avonds zouden we nog even bellen. Ik naar huis dus. Ging om zeven uur de telefoon thuis in Steenber gen, maar ik was er niet. Pas om tien uur kwam ik thuis. Wat ik toen allemaal onderweg gezien heb, niet normaal: omgewaaide bomen, gekantelde vrachtwagens, versper de bruggen. Het telefoonnet was helemaal overbelast. Thuis zat al die tijd een ongeruste vrouw met twee kleine kinderen. Sindsdien heb ik een mobieltje. De eerste mo biele telefoon die ik kocht was er zo eentje met zo’n kast,” glimlacht Daan als hij een formaat liniaal uitbeeldt met zijn handen.
Ruud kan zich die stormachtige periode ook nog goed herinneren. “Hele kascomplexen zijn toen ingestort.” Daan: “Ik denk dat er toen in een korte opeenvolgende periode vanaf eind januari tot februari zo’n tien stormen over Ne derland trokken.” In de tijd dat Ruud adviseur werd, waren mobiele telefoons al ingeburgerd. Het was begin februari 2018 dat hij als kersvers adviseur op bezoek ging bij een teler. “Bij aankomst stond hij met een rol bubbeltjesplastic in zijn handen. Zij gezichtsuitdrukking zei genoeg. In een stuk kas waren er zo’n zeshonderd ruiten uitgevlogen door een windhoos. Ik heb de teler toen gedag gezegd, succes gewenst en ben snel weer weggegaan. De teler had wel wat anders aan zijn hoofd. Zulke momenten maken indruk. Die teler heeft toen zelfs een deel over moeten zaaien en
| Advies in paprikateelt
20
pas veel later opnieuw geplant. Ik denk dat ik toen goed gehandeld heb. Wat wij verkopen is een brok aan kennis en ervaring. Gelukkig is die teler van toen nog altijd klant.”
Persoonlijke band
Met het oog op de toekomst verwachten Daan en Ruud nog altijd veel bezoeken aan de kas te brengen. Daan: “Het is vaak eerst de kas in en dan een bakkie. In het begin van corona heb ik vier dagen thuis gewerkt. Er kan tegenwoordig van alles zoals inbellen op klimaatcomputers met toestemming van de teler of beeldbellen, maar je mist het gevoel en kunt lastiger de vinger krijgen achter problemen in de teelt. Voor mij is er dan één oplossing: de
kas in en kijken.” Lachend: “Thuiswerken vanwege corona was voor mij daarom ook snel klaar. Als telers het goed vonden, kwam ik graag weer langs.” Datzelfde geldt voor Ruud. “Ook ik ben snel de kas weer ingegaan. Ik heb één rondje Duitsland in twee dagen op afstand gedaan, maar daarna heb ik de draad weer opgepakt zoals voorheen. Dat is ook onze kracht volgens mij: kijken, ruiken, voelen, luisteren en meedenken op locatie.”
Daan haalt nog een stukje historie aan. In zijn tijd als consulent in overheidsdienst vonden er al veel reorganisaties plaats. “Er werd zelfs gesproken over privatisering van het consulentschap. In die periode kwamen ook de eerste particuliere bureaus op, waaronder Vortus. Overheidsvoorlichting was altijd kostenvrij. Er stond geen tarief voor. De keerzijde was onder meer dat het verloop groot was. Telers zagen niet altijd dezelfde adviseur. Dat wilden zij logischerwijs wel. Particuliere bureaus boden die vastigheid.” Uit economisch oogpunt zou het soms misschien logischer zijn om één adviseur alle telers in één regio te laten bezoeken. Toch is dat niet hoe Vortus werkt. Daan: “Juist vanwege die band die je hebt opgebouwd of opbouwt met een teler. Dat betekent ook dat je er tijd in steekt als er een probleem is. Extra tijd ook, wat kan betekenen dat je dagplanning in de war raakt.” Ruud knikt: “Dat komt voor, maar mijn ervaring is dat hier vanuit
andere telers begrip voor is. Daar waar het goed gaat, kan een bezoek weleens wat korter. En als het later weer eens andersom is, gaat dan naar die ander weer wat speciale aandacht uit.”
Vuilniszak
Alweer heel wat jaren terug noemde een teler Daan ooit gekscherend ‘een pastoor’. “Hij zei: ‘Je bent net meneer pastoor. Als je komt, moet ik opbiechten wat ik niet goed gedaan heb en vertel jij me weer hoe het de komende tijd verder moet.’ Het is een anekdote van flink wat jaren terug. De afgelopen twintig jaar heb ik veel zien veranderen. De tijd dat ik op bedrijven de klimaatcomputer instelde, met toestemming van de teler, is wel geweest. Dan stond je achter zo’n klimaatcomputer, formaatje sigarettenautomaat, aan de knoppen te draaien.” Ruud herkent het beeld. “Dat is steeds minder denkbaar. De gemiddelde teler heeft nu veel meer in huis, en heeft op allerlei vlakken ook specialisten in huis.” De teeltadviseurs hebben ook niet altijd meer met de teler zelf te maken. Grotere bedrijven werken met bedrijfsleiders. Daan lachend: “Ik heb klanten met meerdere locaties waarbij je soms zelfs een beetje politiek moet bedrijven om dingen aan te kaarten en misschien ook wel gedaan te krijgen.” Ruud: “Dan zeg je: ‘Ga eens een keer met die en die praten.’ In de hoop dat mensen tot nieuwe inzichten komen. Voor ons werk heb je mensenkennis nodig.” Daan knikt: “Sommige klanten bellen vaak,
In de hal op de huidige locatie van de paprikateler hangen nog foto’s van de locatie waar de vader van Ard nog teelde.
Hij zei: ‘Je bent net meneer pastoor’
21Advies in paprikateelt |
sommigen weinig tot nooit. Maar als die laatsten dan toch eens bellen, weet je ook dat je de auto bij wijze van spre ken al gestart moet hebben. Als zij bellen, dan is er écht iets aan de hand.”
Dankzij de moderne mobiele telefoons hebben de teeltad viseurs altijd een camera bij de hand. Het betekent dat de vuilniszak niet meer mee hoeft. Daan: “Aan het eind van een dagje telers bezoeken, waarbij je vroeger nog mak kelijk zo’n zeven à acht telers op een dag kon bezoeken, had ik een vuilniszak vol plantmateriaal. Daar waar je iets tegenkwam, nam je iets mee. Zo ging dat. Op vergaderin gen besprak je je vondsten.” Net als de belevenissen die adviseurs, die op veel plekken komen, meemaken. Daarin is weinig veranderd. Ruud: “Als er ergens per ongeluk toch weer eens bitterzout in de A-bak is beland, dan hoor je dat ook. Het is nog altijd een fout die voorkomt.”
Daan en Ruud zetten zeven ontwikkelingen in de paprikateelt door de jaren heen op een rijtje:
1 De kas is veranderd: hoger, lichter, groter oppervlak, andere lengte- en breedtematen.
2 Door grote bedrijfsomvang veel meer mensen op de werkvloer.
3 Veel moderne hulpmiddelen, van pluksystemen tot intern transport en van elektrokarren tot padregistratie.
4 Veel grotere focus op biologische bestrijding.
5 Niet veranderd is de basis van bemesting! Het is vooral de omgang met drainwater die de bemesting wel bemoeilijkt of dwarszit.
6 20 kilogram per vierkante meter was een topproductie in 1985. Nu is dat 35 kilogram voor gekleurde paprika’s.
7 Neusrot als kwaliteitsprobleem is wat op de achtergrond geraakt. Binnenrot treedt daarentegen juist meer naar de voorgrond.
22 | Advies in paprikateelt
BLUE RADIX FELICITEERT VORTUS MET HET 40-JARIGE BESTAAN! +31 (0)180 203 203 - info@oxin-growers.nl oxin-growers.nl Oxin Growers is een fl exibele en slagvaardige telerscoöperatie die de afzet van groenten en fruit voor haar leden verzorgt. Op het nieuwe moderne kantoor (Handelscentrum ZHZ 40d Barendrecht), regelt ze daarbij niet alleen de contracten, facturatie, betaling en betalingszekerheid, maar zorgt ze ook voor de inkoop van teeltbenodigdheden en verpakkingsmaterialen. Alle verse producten van Oxin Growers worden met zorg en aandacht geteeld door vakkundige telers. Het veelzijdige assortiment wordt geproduceerd op teeltbedrij ven in Nederland en België. Onze telers verwerken en verpakken de groenten en fruit precies zoals de afnemer het wenst. In een eigen verpakking, in de juiste winkelsorteringen of aantallen. De leden leveren de producten volledig winkelklaar af, voor optimale versheid. KUBO GROUP FELICITEERT VORTUS MET HAAR 40-JARIG BESTAAN! www.kubogroup.nl
Teler kiest toch voor LED
Komkommerteler kiest tóch voor LED: “Dit lijkt op wat jij in je hoofd hebt”
“Loop maar door, rechtsaf en dan dat gangetje door.” Op de achtergrond klinkt het geluid van het sorteren van komkommers. We stappen het kantoor binnen en treffen op de hoofdlocatie in IJsselmuiden telers André en Kees Vahl.
Als we aan een bakkie zitten, loopt ook Dries even langs. Met z’n drieën vormen zij de directie van de komkommer–kwekerij, met ook nog een bio-teeltlocatie voor tomaten en paprika’s even verderop en een nevenvestiging in Duitsland. Het is half april, de teelt is overal in volle gang. Niet veel later sluit Leo Lansbergen van Fluence aan en, net terug na een bezoek aan telers in het Verenigd Koninkrijk, schuift ook Barend Löbker aan. Daarmee is het ‘team’ achter de keuze van de komkommertelers om tóch voor LED-belichting te kiezen compleet.
In het najaar van 2019 zaten Barend en Leo voor het eerst samen met teler Kees om tafel. Hoe kwam dat zo?
Barend: “Ik mocht in oktober 2109 in het Amerikaanse Austin spreken op de PHOTOx Summit georganiseerd door Fluence. Ik was gevraagd er te vertellen over mijn ervaringen met belichte teelt. Dat deed ik samen met Ep Heuvelink van Wageningen University & Research. De universiteit deed proeven met full LED-belichting in kom kommer. Ik had die proeven gevolgd. Op het evenement kwam ik Leo tegen. Hij was écht net bij Fluence in dienst.”
Leo: “Klopt, het was letterlijk mijn eerste week. We raakten aan de praat. Op het evenement ging het over full spec trum LED-belichting. Barend kende dat al uit proeven, vertelde hij.”
04 24 | Teler kiest toch voor LED
Barend: “Het was bij de WUR in Wageningen dat ik dat jaar voor het eerst komkommers een normale groei had zien doormaken onder LED-belichting. Dat was tot dan toe nooit echt gelukt. Ik had het in ieder geval nog niet gezien. Met full LED lukte het in die proef wel.”
De gebroeders Vahl waren destijds ook al enige tijd bezig met eigen proeven met belichting. In een deel van hun kas hingen al HPS-armaturen. Ook waren al proeven met LED-belichting gedaan. Bevielen die niet?
Kees: “In onze komkommerteelt hebben we meermaals met LED-belichting getest. Telkens met een rood-blauwspectrum. Dat viel ons elke keer niet mee. Door die proeven hadden we eigenlijk LED in komkommer al afge schreven. Totdat Barend belde. Hij zei: ‘Kees, ik heb nu iets gezien wat je toch nog een kans zou moeten geven. Dit lijkt op wat jij in je hoofd hebt.’ Toen heb ik toch Leo maar eens gebeld.”
Barend: “Ik stond nog maar nauwelijks buiten of ik belde Kees al.”
Het resultaat was niet veel later dus een eerste ge sprek. Ging dat niet heel snel?
Leo: “Ja, zeker! Gelukkig bleek dat zowel Vahl als Vortus graag kennis wilden delen. Net als wij. Bovendien bleken we allemaal bereid elkaar te voeden met informatie. Daarmee vind ik het een mooi voorbeeld van hoe het hele ecosysteem bij elkaar komt.”
Barend: “Zowel Leo als ik zijn teelttechnische mensen. Hierdoor kunnen we goed samen sparren, ook samen met Kees. We namen allebei een stuk kennis mee naar IJssel muiden, maar het is Kees die samen met André en Dries uiteindelijk de keuze maakt. Zij zitten aan de knoppen.” Kees knikt. “Voor ons is de teeltadviseur iemand die infor matie aandraagt. Iemand met wie je overleg kunt voeren, zonder dat de teeltadviseur de teler zíjn manier van telen opdringt. Wij moeten uiteindelijk de verantwoordelijkheid dragen. Dagelijks neem je als teler veel beslissingen. Goed advies krijgen is dan fijn.”
Leo beaamt dat. “Voordat ik bij Fluence aan de slag ging als servicespecialist werkte ik bij een veredelingsbedrijf én daarvoor als teeltadviseur. Uit die tijd weet ik hoe belang rijk communicatie is. Volgens mij is het voor een voorlich ter of adviseur net zo belangrijk om je oren te gebruiken als je mond.”
Samen kwamen de mannen overeen een proef op te starten op 2000 vierkante meter. Maar toen was het al winter. Was het niet al te laat?
Leo: “Nee, maar er was wel enige haast geboden om het laatste deel van de donkerste vier maanden mee te pak ken in de proef. Op 2 januari is er geplant. Op 3 februari gingen de lampen aan in een kas waarin zoveel mogelijk
apart gestuurd kon worden. Hiervoor kwamen een apart stookvak, aparte beluchting en watergift van pas. Apart CO2 toedienen en EC-meten kon er niet.”
Barend: “Met de proef begon het leren telen met full LED voor ons pas echt. In de kas bij Kees hebben we geleerd wat we met de lampen konden doen. Bij de WUR had ik het tot dan toe vooral gezien.”
Leo: “We zijn vanaf het begin heel veel gaan registreren.” Barend: “Er is eerst standaard gepoot. Al na één week zagen we echter al dat er een stengel bij moest. De plan ten groeiden zó hard. Van collega Tineke (Goebertus red.) van Vortus uit Canada had ik hier al over gehoord. Zij liep er tegelijkertijd in een vergelijkbare proef, ook qua opzet, met full LED. Ook daar hing Fluence. Leo wist dat nog niet eens toen we voor het eerst aan tafel zaten. Met Tineke kon ik, net als met Kees en Leo, ook goed sparren. We za gen veel dezelfde dingen gebeuren. Eén van de conclusies die we trokken was dat je in een full LED-belichte teelt een enkele plant nodig had. Geen getopte plant. Er komt zóveel energie uit zo’n lamp dat het fundament, de plant, heel sterk moet zijn om alle energie om te kunnen zetten in komkommers.”
Kees: “Voor ons was die proef nodig om op te durven schalen. Full LED in komkommer was nog zoiets nieuws dat we niet alleen op proeven bij proefstations af wilden gaan. Wij wilden het echt ook eerst met eigen ogen in onze eigen kas zien. Toen dat goed bleek te gaan, zijn we voor 2,1 hectare gegaan.”
Wat maakt deze full LED-teelt in komkommer zo bijzonder?
Leo: “Gebaseerd op degelijke proefresultaten in een goede samenwerking met voorlichter, teler en LED-leve rancier werd dit de eerste komkommerteelt van het lange type dat onder full top-LED in Nederland wordt geteeld. Erg speciaal is dat de gebroeders Vahl overgeschakeld zijn vanuit een onbelichte teelt naar volledig LED.”
Barend: “Voor ons was het een risico om, toen het een maal goed ging in de teelt bij Vahl, te zeggen: ‘Full LED van Fluence is goed.’ Wij blijven graag onafhankelijk als
Als er al een draaiboek voor belichten met full LED in komkommer was, dan kon dat afgelopen winter de prullenbak in
25Teler kiest toch voor LED |
adviesbureau. Anderzijds vinden wij ook dat als iets goed is, je dat ook moet zeggen. Dat betekent ook niet dat wij dan niet meer onafhankelijk zijn. We bedienen ook plan tenkwekers en telers tegelijk. Daarbij geldt hetzelfde. Wie goede planten heeft, doet het goed en als ons daarnaar gevraagd wordt, zullen wij noemen wat goed is. De teler zelf moet altijd nog zelf kiezen.”
Dat laatste geldt ook voor de teeltadviseur met wie de teler wil werken, toch?
Barend: “Zeker. Het was via toenmalig adviseur Rien Rodenburg dat telers kennis met mij maakten. Ik zou zijn klanten over gaan nemen.” André Vahl, die tijdens het ge sprek in de kantine computerwerk doet, herinnert het zich nog goed. André, lachend: “Barend kwam eerst niet bij alle telers direct binnen toen hij de klanten van Rien overnam. Sommigen vonden hem nog te jong en onervaren. Daar kwamen zij echter snel op terug. Al snel was hij wél overal welkom, toen ze zagen wat hij in zijn mars heeft.”
Kees: “Het is met telen hetzelfde als met je rijbewijs halen. Uiteindelijk leer je het vak in de praktijk. Ook voor voor lichters geldt dat.”
De mannen komen te spreken over de krapte op de arbeidsmarkt en het moeilijk vinden van nieuwe, bekwame mensen.
Leo: “Toen ik nog op school zat, had je makkelijk zestig man in een studiejaar op een tuinbouwopleiding zitten. Nu is de spoeling veel dunner.”
Kees knikt: “Ik zie het bij mijn dochter op school. Daar kiezen er maar weinig voor de tuinbouw. Dat betekent ook dat er zich minder nieuwe, jonge voorlichters aandienen.”
Wanneer de mannen met elkaar om tafel zitten, gaat het lang niet alleen over teelttechnische zaken. Zoveel is duidelijk. Hoe kwam Kees eigenlijk als teler in Duitsland terecht?
Barend: “Een Duitse klant van mij kreeg te maken met het plotseling overlijden van een bedrijfsleider. De andere bedrijfsleider en eigenaar schrok daar zo van, dat hij de geplande uitbreiding niet meer voort durfde te zetten in zijn eentje. Even daarvoor had Kees iets laten vallen in de trant van het ‘weleens in het buitenland willen kijken’. Door dat tragische overlijden moest ik daar weer aan denken. Ik besloot Kees te polsen.”
Kees: “Een dag later ben ik, na overleg met mijn vrouw, die kant opgereden. Uiteindelijk heb ik er 5,5 jaar gezeten. We zijn er gaan wonen. Ik werd er aandeelhouder in de kwekerij in Bralitz. Nog steeds ga ik er regelmatig heen, al woon ik inmiddels wel weer naast een van onze locaties hier in IJsselmuiden. Dat ik ook in Duitsland ging telen, was dus zeker dankzij Barend.”
In gesprekken over de stap naar LED-belichting werd het complete plaatje uitgebreid bekeken en besproken. Welke onderwerpen passeerden de revue?
Kees: “We hebben voorafgaand aan het project alles doorgesproken en met veel zaken vooraf rekening gehou den. Een winterteelt met belichting begint bij afzet. Als die er niet is, begin je er niet aan. Het heel duur worden van de elektriciteit was desondanks een onvoorzien scenario” Kees doelt op de energiecrisis die zich sinds afgelopen najaar laat voelen in de glastuinbouw. Niemand ontkomt eraan.
26 | Teler kiest toch voor LED
Barend: “We maken nu dezelfde afwegingen die we eer der maakten over belichting, maar nu over energie. Je hebt met heel veel variabelen rekening te houden. Plantdata, de hoeveelheid stuks die je wilt halen... Je moet hiervoor een plan hebben, maar wel zo’n plan dat je daarna alsnog wel flexibel bent om te reageren op wat er gaande is. Dat is de uitdaging, altijd weer.”
In de tuinbouw zijn jullie wel wat gewend, nietwaar?
Kees: “Helaas wel. De Ehec-crisis van 2011 herinner ik mij nog goed. Toen hebben we één miljoen komkommers weg moeten gooien. Precies in de periode dat we ook met de eerste boring naar aardwarmte bezig waren. Die hectische tijd vergeet ik niet meer.”
Leo: “En uiteindelijk lag het niet eens aan de komkom mers. Maar ja, dat bleek pas later.”
Barend, met gevoel voor understatement: “Dat heeft toen heel wat geld gekost.”
De aardwarmte-activiteiten van Vahl zijn genoemd. Vahl was er vroeg bij.
Kees: “Je moet je blijven ontwikkelen, hè.”
Barend: “Als vader Vahl vroeger zijn oudere kassen niet vervangen had voor hogere kassen, met minder losse paadjes, dan was het nu heel anders geweest. Nu staat er hier in IJsselmuiden een modern, innovatief bedrijf. Het geeft de mogelijkheid te belichten.”
Kees: “Het vervangen van de oudere kassen was een
stap die mijn vader zette toen bleek dat ik en Dries in het bedrijf kwamen. Na het uittreden van mijn vader hebben wij geïnvesteerd in aardwarmte.”
Leo: “Innovatief zijn en duurzaamheid, dat zit in dit bedrijf. Dat vind ik mooi.”
Kees knikt: “Wij denken daarbij ook echt als familiebedrijf. Je hoopt dat de volgende generatie het overneemt en wilt dat er dan iets goeds staat. Een tweede aardwarmtebron is hier belangrijk. Die bron zat er al een tijd lang aan te komen, maar nu is het écht zover. Het duurde langer dan gehoopt.” In het licht van de huidige crisis gevolgd door: “Eigenlijk hebben we geluk dat we altijd kunnen slapen.”
Is dat nooit anders geweest?
Barend: “In de tijd dat clavibacter aan een opmars bezig was in tomaat heeft André echt wel kopzorgen gehad. Het was in de tijd dat ook Vahl tomaten had staan. In de herfst. Herfsttomaten. Hiervoor werd gekozen vanwege virusdruk in komkommer.”
Kees: “Met die herfsttomaten hebben we ook echt goede jaren gehad. De tomaten leverden in die jaren mooie prij zen op. Totdat de belichte teelt opkwam.”
Was tomaat destijds nieuw voor Vahl?
Kees: “Tomaat hadden we altijd wel als hobbyteelt gehad. We wisten dus dat we het konden.” Ook vandaag de dag is tomaat nog niet helemaal uit het oog. In de kas staat een rijtje op proef.
Barend, Kees en Leo
27Teler kiest toch voor LED |
Kees: “Als teler houd je altijd enkele opties open. Zeker in deze tijd is dat handig. Met wat er nu speelt zou een belichte tomatenteelt een optie kunnen zijn. Als teler pro beer je altijd te zoeken naar wat nog niemand of nog maar weinigen doen. Dat is niet makkelijk, maar je probeert het wel. Met herfsttomaat was dat zo, met aardwarmte en nu met full LED opnieuw.”
Het rijtje tomaten staat in de kas waar in de winter van 2021/2022 op 2,1 hectare met full LED komkommers werden geteeld. Het valt op dat de planten relatief jong zijn.
Kees: “Dit voorjaar is de teelt er vervroegd uitgegaan in de belichte kas en hebben we er een nieuwe teelt ingezet. In november hadden we dat nog niet gedacht, maar twee maanden later kozen we hier toch voor omdat de kosten ons te gortig werden, zelfs mét gebruik van aardwarmte. Stroom werd zó duur. Vervolgens hebben we een reken–som gemaakt, snel een nieuwe teelt erin gezet, zijn we de lampen anders in gaan zetten en op die manier toch vroeg aan de markt geweest. Dat ging goed. Tot we in april een hele donkere periode tegenkwamen. Toen wilde je de lampen gelet op de kosten gewoon niet aandoen.” Leo knikt. “Zelfs als je een plan hebt, moet je flexibel blijven. De tuinbouw kenmerkt zich immers door veel fluc tuaties. Daar moet je tegenkunnen. Een klankbord helpt dan. Dat is mijn rol, maar zeker ook die van Barend.” Kees: “Vrienden van mij uit andere sectoren snappen het niet als ik zeg dat je in de tuinbouw pas vaak heel laat weet wat je precies gaat verdienen. Je hebt goede en min
der goede jaren. Het is zaak dat die minder goede jaren niet te vaak achter elkaar voorkomen. En dat je als het eens iets minder gaat, uit kan leggen waardoor dat komt. Zolang je dat kunt, komt het wel goed.”
Eenmaal in de kas is de nieuwe teelt in de kas met LED-lampen in volle gang. Kees, Leo en Barend lopen een rondje. Tevreden?
Kees: “Wat ik nog het meest bijzonder vind, is dat er nagenoeg geen abortie is, ook hoog zomer niet. Hier zie je mijns inziens echt het effect van LED, zeker als je het jaarrond inzet.”
Leo: “Veel telers hebben nog een HPS-mindset. Nu zij ook LED in de zomer inzetten, probeer je er het maxima le uit te halen. We zijn gestart met maximaal belichten, maar nu de energieprijzen zijn gaan stijgen ligt de focus op optimaal belichten. Ook daar is nog veel over te leren. Het eerste jaar werd hier in de kas gedimd op instraling, nu dimmen we op energieprijzen. Het is een kwestie van flexibel zijn.”
Kees geeft een voorbeeld: “Als ik een maandje terug had geweten dat de komkommer richting Pasen voor 80 euro cent weggingen, had ik de lampen aangezet. Maar ja, dat kun je niet voorspellen.”
Barend: “Als er al een draaiboek voor belichten met full LED in komkommer was, dan kon dat afgelopen winter de prullenbak in. Bij wijze van spreken. We hebben samen al heel veel waardevolle kennis vergaard en die ook opgesla gen. Het draaiboek bewaren we dus echt wel.”
28 | Teler kiest toch voor LED
Full LED-armaturen boven de komkommers bij Vahl
HET FLUENCE-TEAM WENST VORTUS EEN GELUKKIG 40-JARIG JUBILEUM Lees meer en praat vandaag nog met een Fluence-expert, of bezoek www.fluence-led.com/case-studies @Fluence_Global © Copyright 2022 Fluence Bioengineering, Inc. GlobePlantbv|Veckdijk62b3237LVVierpolders|+31(0)181409090|www.globeplant.nl feliciteert Vortus ...metzorgopgekweekt ! methun 40jarigjubileum Samenwerken voorplantenvandebestekwaliteit, datiswaarwijbeidenvoorstaan.
adviseur gaat kennis verkopen
“Bij mijn introductie als voorlichter had ik geluk dat ik al sla kon snijden”
Tientallen jaren gaf Henk Koot teelttechnisch advies in de glastuinbouw en kwam hij bij veel telers over de vloer. Eerst in overheidsdienst, later namens Vortus, een adviesbureau dat hij zelf opzette samen met Siem Voogt.
Sinds 2008 is Henk met pensioen. Sindsdien is ‘het echte fanatisme er wel vanaf’, zo vertelt hij wanneer wij hem in de zomer van 2021 opzoeken bij hem thuis. Toch blijkt, als hij ons mee terug in de tijd neemt voor de serie Andere Tuinbouwtijden, dat Henk de verhalen van toen nog goed paraat heeft. En dat de druivenstruik nog goed onderhou den wordt. “Ik heb de groeipunten er net uitgehaald.”
Twee pijpen, twaalf kinderen Henk, 79 jaar oud, werd geboren als zoon in een gezin van twaalf. Een tuindersgezin in Berkel en Rodenrijs. Vader had een groenteteeltbedrijf samen met zijn broer, Gebroe ders Koot. Daar maakte Henk onder meer de teelt van tomaten en komkommers mee. “Ik heb de tijd van telen onder platglas nog meegemaakt.”
Samen met zijn jongere broer was hij de enige van twaalf kinderen die door mocht studeren. Dat deed Henk aan de Mulo in Pijnacker. Ook ging hij, zoals dat destijds ging, in dienst. “Daarna heb ik een paar maanden meegewerkt op het familiebedrijf. Ons bedrijf telde twee hectare glas, groot in die tijd. We hadden twee schoorstenen, zoals ze toen vooral in het Westland zeiden.”
Collega’s, geen concurrenten Zijn carrière als adviseur begon voor Henk in 1964. Op 1 oktober om precies te zijn. “Ik heb gesolliciteerd op een vacature voor destijds hulpassistent bij het Proefstation Naaldwijk. Dat was een semioverheidsinstelling. Ik werd er ambtenaar en moest eerst proefdraaien.”
Op 1 september 1965 werd Henk vervolgens voorlichter. Hij kreeg het rayon Rotterdam-Oost toegewezen. “Ik werd er de opvolger van Ser Kamerling. Onze taak als voorlich ter in een rayon was om kennis uit het Proefstation naar de praktijk, naar de telers te brengen.”
05 30 | Henk Koot: adviseur gaat kennis verkopen
Henk Koot:
Henk thuis bij zijn druivenstruik, zomer 2021 De kans om destijds rustig eerst te leren zonder direct omzet te hoeven draaien, die krijgen adviseurs vandaag de dag volgens mij niet of nauwelijks meer
Elk rayon had een studieclub. Daar vond kennisoverdracht plaats. “Er werden avonden georganiseerd en daar werd door ons als voorlichter informatie gedeeld uit rassenproe ven, die we zelf uitvoerden, over teelttechniek en ook wer den er lezingen georganiseerd waarvoor wij specialisten uitnodigden. Telers waren toen nog echt collega’s en geen concurrenten. Het was hier dat de basis van het succes van de Nederlandse glastuinbouw is gelegd.”
De voorlichtingsdienst kwam voort uit de Marshallhulp die na de Tweede Wereldoorlog werd opgezet. Met het geld uit het omvangrijke hulpplan op initiatief van de Amerika nen werd (deels) de dienst gefinancierd. “Telers konden vervolgens gratis een beroep op ons doen. Zij belden ons, wij gingen er dan heen en probeerden hun problemen op te lossen. Lukte dat niet, dan haalden wij alsnog de speci alist uit Naaldwijk erheen. Zo ging dat.”
Etter en bloed zweten Henk herinnert zich nog goed zijn eerste lezing als voor lichter. “Dat ging over slarassen. Voor tachtig man sterk mocht ik toen vertellen welke rassen er goed waren en wat onze resultaten uit de proeven waren. Je mag best weten dat ik toen etter en bloed heb staan zweten.”
Minstens even spannend waren de eerste bezoeken aan telers in zijn rayon. Een daarvan, destijds een slateler uit Nieuwerkerk aan den IJssel, vroeg vrijwel direct toen ik daar kwam: ‘Kun je sla snijden?’ Ik moest mij omkleden en kon direct mee gaan werken. Na twintig minuten sla snijden was het vervolgens tijd voor koffie. De teler had genoeg gezien. Ik bleek het te kunnen. Ik had geluk dat ik het thuis nog had geleerd. Ook mijn vader had sla geteeld. Later begreep ik van Ser dat toen hij zich ging voorstellen bij deze teler hij postelein moest helpen maaien. Dat is veel lastiger en had ik nooit gekund. Zo ging dat destijds. Je werd getest, maar daarna was het ijs wel gebroken.”
Economisch werk
Tot halverwege de jaren ’70 was Henk, naar volle tevre denheid, volop teelttechnisch bezig. Met de opkomst van rentesubsidieregeling veranderde dat. “Telers moesten toen een investeringsplan hebben, waarin zij konden aan tonen dat ze winst gingen halen. Als het plan goed was en werd goedgekeurd, dan kon de hypotheekrentelast bij de teler met de helft omlaag.” Als gevolg van deze regeling moest Henk vanaf dat moment veel investeringsplannen en doorlichtingsrapporten van bedrijven maken. “Vanuit de overheid moesten we veel meer de nadruk leggen op economie. Ook moesten we steeds meer vergaderen. Dat vond ik jammer. Ik was veel liever met de teelt bezig.”
In 1980 stopte Henk als voorlichter in overheidsdienst. Hij ging bij toeleverancier Codrie, een bedrijf van Cor van Driel uit Bleiswijk, werken. Nog datzelfde jaar werd dat bedrijf overgenomen door Brinkman. Daar kwam Henk Siem (zo werd Simon veel genoemd) Voogt weer tegen. Al bij het proefstation in Naaldwijk had hij hem leren kennen. “Siem was er onderzoeker. Ik heb nog les van hem gehad. Hij was specialist in voedingsschema’s en met de omschakeling van het telen in de grond naar telen in substraat werden die steeds belangrijker.”
Advieswerk kreeg een gezicht Heel lang bleef Henk niet bij Brinkman werken. “Ik kwam er al snel achter dat ik geen verkoper ben, maar wel goed kennis kan verkopen.” Er schiet hem een voorbeeld te binnen. “Ik kwam destijds als adviseur voor Brinkman bij een tuinder in de kas. Die kas stond vol onkruid, omdat de grondontsmetting met methylbromide mislukt was. Hij vroeg mij wat ik daarvan vond. Ik gaf hem gelijk. In mijn rol als vertegenwoordiger van Brinkman was dat niet ‘handig’, zo snap ik nu. Het was de tijd waarin er veel problemen waren rondom grondontsmetting. De teelt moest uit de grond, op substraat, en daar hadden ze watergeefsyste men voor nodig. In die tijd was daar veel vraag naar en de snel stijgende vraag werd door de levering niet bijge houden. Er werd meer verkocht dan dat er geïnstalleerd kon worden. Ik werd daarom boodschapper van ‘slecht’ nieuws, ‘vertragingsnieuws’. Daar baalde ik van. Ik was minder teelttechnisch bezig en telers gingen aan mij twij felen, terwijl ik juist naam had opgebouwd als voorlichter.”
Samen met Siem werd in 1981 binnen Brinkman een aparte adviesdienst opgezet, de voorloper van het tegen woordige Vortus Greenhouse Consultancy. “Op die manier gaven wij ons advieswerk een gezicht.” Eén jaar later nam Siem Vortus over van Brinkman. “Hij werd directeur en ik ging met hem samenwerken. Siem wist alles over voeding en water en ik had kennis en ervaring met rassen, teelt en klimaatbeheersing. Dat bleek een goede combinatie.”
Het was, zoals gezegd, de tijd van de omschakeling naar substraat. “Er waren destijds drie opties, zo dacht men. Steenwol, veenbalen of stromend water. Onderzoekers dachten eerst dat het stromend water ging worden, maar het werd steenwol.” Een andere ontwikkeling was de opkomst van klimaatcomputers. “Vervolgens regelde de computer het klimaat. Maar als teler bleef het zaak aan de stand van het gewas te blijven controleren of alles goed ging. Daar bleef vakmanschap voor nodig.” Het was ook de tijd van discussie over de voornachtverlaging. “Daarover werd fel gediscussieerd in die tijd. Vanwege de
Henk Koot: adviseur gaat kennis verkopen
31
|
opmars van klimaatcomputers ging dat spelen. Om de lichtafhankelijke etmaaltemperatuur te behalen, kon dat geregeld worden via een verlaging van de voornacht. Voor ons was het een uitgemaakte zaak dat dit goed was voor het gewas.”
Zwart-op-wit verslag
In de eerste vijf jaar groeide het team van adviseurs van twee naar zeven man. Henk wijst hiervoor een cruciaal moment aan. “Er was in die begintijd van de teelt op steenwol een paprikateler in Bleiswijk die problemen had met zijn teelt. Halverwege het seizoen belde zijn vrouw ons. Haar man was overspannen aan het raken omdat het niet goed ging met de teelt. Van allerlei kanten was al advies ingewonnen, maar men kreeg de boel niet aan de praat. Toen zijn Siem en ik langsgegaan en wij kregen de boel wel aan de praat. Onder ander de pH bleek veel te hoog en de unit die de teler gebruikte, werd niet goed gebruikt. Vanaf het moment dat het bij die teler weer ging draaien, was dat in het wereldje het sein dat voor het telen van vruchtgroenten op substraat je altijd bij Vortus aan kon kloppen.”
In 2008 stopte Henk als adviseur. 1 november was zijn officiële pensioendatum. Telers werden steeds meer ma nagers, kassen groter en daarmee verdween steeds vaker ‘het simpele contact met de teler’, juist datgene wat Henk zo in zijn functie aantrok. Hij herinnert zich nog die ene keer dat hij in Canada was. “Ik was er met collega Tineke Goebertus bij een tomatenteler. Het was het begin van deze eeuw. Daar spraken wij, zoals je nu steeds vaker ziet, met de teler, maar ook met de directeur en de manager erbij. Die laatsten praatten ook mee over de teelt, maar hadden er, althans dat vond ik, (te) weinig verstand van. Bij de directie ligt de focus op geld, op financiën.” Zoals al tijd na een bezoek, werd zwart-op-wit verslag uitgebracht. Ook deze keer. “Anderhalve maand later bleek die teler met problemen te kampen. Ons advies was genegeerd. De teler kreeg er de schuld van. Dat vond ik kwalijk.”
Weinig internationaal, niet digitaal
Dat Henk destijds in Canada was, was een uitzondering. Anders dan bijvoorbeeld Siem, die veel in Noord-Amerika te vinden was, reisde Henk maar weinig. Althans, over de eigen landsgrens. “Ik kwam wel regelmatig net over de grens in België, maar was daarnaast toch vooral in Nederland te vinden. Ik wilde mijn telers goed in het oog
houden. Als ik was geweest en er mij iets niet beviel, dan wilde ik drie dagen later terug kunnen gaan om opnieuw te kijken. Internationaal ging dat niet. Gelukkig reisde Siem graag en makkelijker dan ik, dus dat was ideaal.”
Vandaag de dag opereert Vortus vooral ook veel interna tionaal. En daarbij komt steeds vaker ook digitaal advies geven kijken. Henk heeft het nooit echt hoeven doen. “Eén keer vroeg een teler mij tijdens een videosessie, toen hij een plant in beeld hield, wat ik ervan vond. ‘Niets’, was mijn korte antwoord. Ik kon er digitaal niets mee. Ik heb op school nog van docent Isak Baalde geleerd dat je als je een kas binnenkomt eerst vijf minuten je zintuigen het werk moet laten doen. Het kasklimaat moet je voelen. Je bril moet beslaan bij binnenkomst. Dan zit het goed. En als het gewas goed groeit, dan ruik je dat. Dat, samen met de basis die ik in Naaldwijk heb kunnen leggen, heeft mij in mijn hele loopbaan goed geholpen. De kans om destijds rustig eerst te leren zonder direct omzet te hoeven draai en, die krijgen adviseurs vandaag de dag volgens mij niet of nauwelijks meer. Zonde, want op die manier leg je de basis. En die basis, die is en blijft altijd de teelt.”
Zoals Henk al aangaf, is het fanatisme van destijds er te genwoordig wel af. “Ik ben ook direct helemaal gestopt. Ik wilde namelijk niet de ene teler nog wel en de andere niet meer van advies voorzien. Dat vond ik niet eerlijk. Ik wilde niemand voortrekken. Alleen voor een paar komkommers of het lenen van een aanhanger kom ik nog weleens bij een klant.” En af en toe gaat Henk nog eens bij Vortus, dat in 2022 veertig jaar bestaat, langs. “Afgelopen maand was ik er nog, zegt Henk in de zomer van 2021. “Toch leuk om dan te horen hoe het gaat. Bijvoorbeeld met nieuwe teelten zoals vertical farming. Of, nou ja, nieuw, er staat mij nog wel vaag iets bij van een teler in Limburg die toen wij begonnen al planten in verticale torens teelde.”
Henk Koot op bezoek bij een komkommerteler
| Henk Koot: adviseur gaat kennis verkopen
32
Net als Vortus B.V. zien wij het belang van een goede teeltbegeleiding in onze vruchtgewassen. We hopen van harte onze prettige samenwerking te kunnen blijven voortzetten. www.rijkzwaan.nl Rijk Zwaan Nederland B.V. feliciteert Vortus B.V. met het 40-jarig jubileum.
KANTOOR: ABC WESTLAND 206 - K1 2685 DC POELDIJK | NEDERLAND T +31 (0)6 150 157 68 | E VORTUS@VORTUS.EU WWW.VORTUS.EU AL 40 JAAR STAAN WIJ VOOR UW GEWAS KLAAR