Magazine voor agrarisch ondernemers | nummer 3 | oktober 2019
Better Together Meststoffen als onderdeel van een circulaire landbouw PAGINA 10
Wie betaalt de prijs voor een duurzame landbouw? PAGINA 16
Akkerbouwer Jan Willem Wollerich over goed bodembeheer
“Er is geen ruimte voor laksheid� PAGINA 6
Een gezamenlijk belang Het hoofdartikel in deze editie van Better Together start met de vraag: wie betaalt de prijs voor een duurzame landbouw? Samen met agrarische ondernemers, retailers, overheid én de consument werkt Agrifirm aan het beantwoorden van deze actuele vraag. Met als belangrijkste uitgangspunt: het ontwikkelen en behouden van een gezond verdienmodel voor de agrarische ondernemers. Vandaag de dag lijkt er een groot verschil te zijn tussen wat de maatschappij wil en wat de boer doet. Er is een beeld ontstaan dat er tegenstrijdige belangen zijn tussen burger en boer. Maar ik denk dat dat een misverstand is. Er zijn geen tegenstrijdige belangen; zowel de boer als de burger willen een duurzame sector met oog voor milieu en dierenwelzijn. Boeren en telers hebben hier al grote stappen in gezet de laatste jaren – vaak meer dan andere sectoren. Maar de maatschappij blijft zich ontwikkelen, en dus onze sector ook. Retailers hebben het regelmatig over de verschillen tussen ‘burgers’ en ‘consumenten’. De burger uit zijn zorgen over het milieu en dierenwelzijn. De consument doet de boodschappen en beoordeelt voedsel mede op betaalbaarheid. Tussen consument en burger zit gek genoeg een verschil van inzicht. Als burger verwacht je een duurzame landbouw, als consument wil je eigenlijk niet meer betalen voor de extra kosten die de agrariër moet maken om te kunnen voldoen aan die duurzaamheidseisen. Dat moet veranderen. Agrifirm pleit daarom bij de overheid voor financiële ondersteuning voor agrariërs die verregaande duurzaamheidsprojecten willen opstarten. Projecten die zonder subsidie soms te risicovol zijn voor een individueel bedrijf, maar die mét ondersteuning wel verandering teweeg kunnen brengen. Voor de lange termijn zijn deze subsidies niet de oplossing. Daarom gaan we ons als coöperatie ook inzetten voor meer bewustwording bij de consument. We willen dat mensen zich realiseren dat, als je in de supermarkt kiest voor ‘goedkoop’ in plaats van voor ‘duurzaam’, dit gevolgen heeft voor de hele keten. Dit inzicht moet ervoor zorgen dat we samen met retailers, slachthuizen, melkverwerkers en groente- en fruittelers duurzaam geteelde producten beter kunnen verwaarden. Dat is een belangrijke sleutel voor de verdere verduurzaming van onze sector.
Dick Hordijk CEO Royal Agrifirm Group 2
inhoud 4
10
Innovatie Meststoffen als onderdeel van een circulaire landbouw
11
360°
Familie Boomsma uit Ried (FR)
Innovatie Nieuw vleesvarkensassortiment
12
5 vragen aan Michel de Haan over eiwit van eigen bodem
6
16
Wie betaalt de prijs voor een duurzame landbouw?
20
Tweegesprek Louise Vet in gesprek
Akkerbouwer over goed bodembeheer
met Jan Reinier de Jong 23
Over Agrifirm Snel optimaliseren door maandelijkse
13
klanttevredenheidsmeting 24
jong
Lise van den Broek (11) uit Nederweert houdt van biggen voeren
Over Agrifirm Jongeren bezoeken akkerbouwbedrijf Rik Beuling
26
Over Agrifirm Maak kennis met uw Agrifirm districtsbestuurders
14
28
Lef!
mooi werk
Kalveren meten
COLOFON
Better Together is het relatiemagazine van Agrifirm en verschijnt 4 keer per jaar. Contact communicatie@agrifirm.com | T 088 -4881000 Fotografie Agrifirm, Ivo Hutten, Ingrid Sweers, Wouter Borre, iStock Concept en realisatie JEEN communicatie Drukwerk Bek, Veghel
3
Familie Boomsma Klaas-Pieter Boomsma uit Ried (FR) Woont samen met zijn ouders op een akkerbouwbedrijf in het noorden van Friesland. Ze hebben 60 hectare grond in gebruik, waarvan 25 hectare aan de boerderij grenst.
6 1 “Dit jaar hebben we voor de tweede keer
een akkerrand ingezaaid. We hebben dit aan de rand van het uienperceel gedaan. Zo hebben we ook meteen de spuitvrije zone ingericht. Ik krijg positieve reacties. Zo vroeg er laatst iemand of ze wat zonnebloemen kon plukken en ze wilde er ook nog voor betalen. Betalen hoefde natuurlijk niet, het is alleen maar leuk dat iemand er zo blij mee is.”
2 “Mijn vader woont hier al heel zijn leven, ik word
4 “Ons erf is omsloten door bomen. De meeste
de derde generatie akkerbouwer op deze boerderij.
bomen stonden al, een deel hebben we zelf
Toen mijn vader begon, was het nog een gemengd
aangeplant. Hier in het noorden kan het hard
bedrijf. Hij was geen koeienman, dus zijn de koeien
waaien, dus het is fijn om bomen te hebben die de
in 1976 van het bedrijf vertrokken. Het gedeelte van
wind tegenhouden. Ook maakt het het aanzicht van
de schuur dat je op de foto ziet, wordt gebruikt als
de boerderij beter. Nu hoeven de achterburen niet
opslag. We hebben er onlangs een nieuwe betonnen
tegen een groene loods aan te kijken.”
vloer in gestort, nu is er plek voor 600 kisten pootgoedopslag.”
3 “De sloot die je op de foto ziet maakt deel uit
5 “De kisten voor de pootaardappelen staan nog
van de Elfstedentocht. Het zou mooi zijn als de
buiten. Het sorteren van de aardappelen doe ik
tocht hier weer eens langskomt. Het land dat aan
samen met een andere akkerbouwer. Hij heeft een
de sloot grenst, aan de rechterkant van de brug,
palletiseermachine. We deden dat eerst altijd zelf,
hoort bij onze boerderij. Dat is dit jaar in gebruik
met de hand, maar dat is heel belastend voor je
voor pootaardappelen.”
lichaam. De kisten draaien nu mee in het hele circuit en ik help hem bij het sorteren. Zo kom je samen verder. Op deze manier wil ik de komende tijd ons bedrijf nog verder optimaliseren.”
4
BEDRIJFSONTWIKKELING: VERLEDEN, HEDEN, TOEKOMST
360°
3
2 5
4
6 “De twee graspercelen hebben we geruild met
een melkveehouder. Er stonden eerst aardappelen op dit perceel. Voor de rotatie is het goed dat er nu twee jaar gras op staat. Zo blijven het bodemleven
1
en de bodemstructuur op peil. We moeten allemaal gaan vergroenen, en het gras telt daarvoor mee. We zetten er Italiaans- en Engels raaigras op. Italiaans gras is een tweejarig gewas, maar dat is geen probleem, want dan zetten wij er weer een gewas op.” 5
Akkerbouwer Jan Willem Wollerich over goed bodembeheer
“ Er is geen ruimte voor laksheid�
Ondernemer Jan Willem Wollerich (Drouwenermond, GR) Bedrijf Samen met zijn broer Roelof Jan teelt Jan Willem zetmeelaardappelen, consumptieaardappelen, suikerbieten, tarwe, zaaiuien en plantuien, parijse wortelen en bloembollen (tulpen).
6
interview
“We moeten zuinig zijn op de bodem, het is tenslotte de fabriek van waaruit je moet produceren. Het is de basis van je bedrijf.” Aan het woord is Jan Willem Wollerich. Samen met zijn broer Roelof Jan heeft hij een akkerbouw- en bloembollenbedrijf in Drouwenermond. De broers hebben de zorg voor de bodem van hun vader meegekregen. En houden die zorg in stand. “Je wilt ook zelf een bedrijf kunnen nalaten voor toekomstige generaties.”
Investeren in een goede bodem. Het is jullie met de paplepel ingegoten? “Ja, eigenlijk wel. Mijn broer en ik hebben het bedrijf 10 jaar geleden van mijn vader overgenomen. Het was eerst alleen een akkerbouwbedrijf, wij hebben verbreed met onder andere uien, wortelen en tulpen. Mijn ouders hebben het bedrijf altijd zo gerund dat ze het konden nalaten aan een volgende generatie. Met daarbij het besef dat de bodem de basis is van het bedrijf, daar kom je elk jaar op terug. Dat moet je koesteren.”
>>
7
>> Hebben jullie veel profijt van het werk van je
groenbemesters waar kan. Dit resulteert in een
ouders?
uitstekend organisch stofgehalte van de bodem en
“Absoluut. Mijn vader heeft veel geïnvesteerd in het
het rijke bodemleven en een goede weerbaarheid.
egaliseren van de percelen en het realiseren van
De afgelopen zomers hebben we te maken gehad
een waterberging. Onze eigen percelen zijn mooi
met extreme omstandigheden. Natuurlijk was
vlak en door het peilgestuurde drainagesysteem
het voor ons ook heel moeilijk om met deze
dat hij heeft aangelegd, hoeven we minder snel te
omstandigheden om te gaan. We hebben ook moeite
beregenen. We kunnen het waterpeil in de sloten
moeten doen om de gewassen goed te houden.
voor een groot deel reguleren. De wortels van de
We zien dat op de plekken waar we geïnvesteerd
gewassen profiteren hiervan. De gewassen groeien
hebben in de bodem, de gewassen het beter doen.
daardoor beter.”
Ze houden het langer vol of ze herstellen beter. Dat maakt het de moeite waard.”
“We zien dat op de plekken waar we geïnvesteerd hebben in de bodem, de gewassen het beter doen.”
Is er een verschil in aanpak van de bodem tussen de akkerbouw- en tulpenteelt? “Naast onze eigen percelen huren we nog percelen in de buurt voor de tulpenteelt. We behandelen deze grond gewoon als eigen grond. Om een goede, egale teelt te kunnen realiseren maken we scans van de bodem en brengen we de behoefte van de bodem in kaart. De verhuurder kan deze gegevens gebruiken de nateelt van tulpen en zo ook weer stappen maken. In dit gebied is de bodem bijna nooit gelijk. Het is zaak om de extremen uit het perceel te krijgen. We kunnen het ons niet veroorloven dat een deel van
Op welke wijze zijn jij en je broer nu met de
de teelt verdroogt of juist verzuipt. Aan de hand van
bodem bezig?
de kaarten gaan we, al dan niet plaatsspecifiek, aan
“Voor ons is goed bodembeheer onderdeel
de slag met onder andere diepe grondbewerking,
van onze dagelijkse bedrijfsvoering. Het is
bekalken of een andere vorm van bemesting.
geen speciaal thema voor ons, het is meer een
Onze eigen percelen hebben we ook op deze manier
vanzelfsprekendheid. Het is tenslotte letterlijk de
aangepakt. Die percelen kennen we inmiddels door
bodem voor een succesvolle teelt. Er is geen ruimte
en door.”
voor laksheid, als je de bodem niet op orde hebt,
8
word je afgestraft. Het is een continu proces van
Welke uitdagingen zie je voor de toekomst?
verbetering. We zien nu op onze eigen percelen het
“De grootste uitdaging vind ik om alle kennis die
resultaat van jarenlang hard werken en investeren
we opdoen over de bodem, met behulp van scans
in de bodem. We gebruiken al jaren compost op onze
en bodemkaarten, te vertalen naar praktische
percelen. We bekalken waar nodig en we zaaien
handelingen in de praktijk. We zijn al heel ver in het
Jan Willem (l) en zijn broer Roelof Jan
monitoren en de kaartering, maar er zijn nog maar
Is duurzaamheid een belangrijk item voor
weinig instanties die de vertaalslag naar de praktijk
jullie bedrijf?
kunnen maken. Met de moderne technieken hopen
“Duurzaamheid, het is een soort modewoord van
we ook de komende jaren de bodem en de teelten
nu. Ik denk dat onze sector al heel lang bezig is
naar een hoger niveau te tillen.
met duurzaamheid. Dat is de basis van agrarisch
Verder hoop ik dat we ons bedrijf op een natuurlijke
ondernemerschap. Door met duurzaamheid bezig
manier kunnen blijven ontwikkelen. Dan bedoel ik
te zijn, is het gelukt om onze bedrijven generatie op
vooral in ons eigen tempo, passend bij ons bedrijf.
generatie door te geven. We begrijpen steeds meer
Er gebeurt op dit moment veel in onze sector.
over onze teelten, het klimaat en de bodem. Deze
We moeten de tijd krijgen nieuwe dingen te
kennis gebruiken we om onszelf, onze teelten en
ontwikkelen en te toetsen in de praktijk. Zo werken
onze bedrijven verder te ontwikkelen. Ik denk dat
we bijvoorbeeld al enige tijd met biologische
we het heel goed doen. ‘We’ is niet alleen ons bedrijf,
gewasbeschermingsmiddelen. De praktijk moet
maar ik bedoel meer als sector. We hoeven onszelf
uitwijzen of deze middelen effectief zijn. Mensen
niet constant een schouderklopje te geven, maar
willen vaak vandaag of morgen al resultaat
we mogen af en toe best stilstaan bij hoe ver we al
zien. Geef ons als ondernemer de ruimte om te
gekomen zijn. We mogen trots zijn op de kwaliteit
ondernemen. Dat is een uitdaging voor de toekomst.”
die we leveren.”
9
innovatie
Meststoffen als onderdeel van een circulaire landbouw Het ministerie van LNV presenteerde een jaar geleden haar visienota ‘Nederland koploper in de circulaire landbouw.’ Een belangrijk onderdeel van een circulaire landbouw zijn meststoffen. “Als coöperatie is het onze rol om klanten en leden te ondersteunen bij het maken van de vertaalslag naar de praktijk”, vertelt Mijke Horneman, productmanager ruwvoer.
10
Bij kringlooplandbouw hoort
Leo Tjoonk, nutritionist rund-
belovend, maar past het niet
onder andere het gebruiken van
vee, legt de aanpak rondom
bij de teler of melkveehouder.
grondstoffen uit andere (agrari-
circulaire meststoffen uit:
Er kunnen te veel verliezen van
sche) ketens en reststromen uit
“Eerst brengen we de werking
nutriënten zijn, of het product
de voedingsmiddelenindustrie.
van de verschillende producten
kan te veel fosfaat bevatten.”
“Dit is op zich niet nieuw. De
in kaart en kijken we in welke
Tjoonk concludeert: “We leveren
uitdaging is om nog een stap
teeltsystemen en seizoenen de
niet alleen de producten om
verder te gaan dan dat we gewend
producten passen. Vervolgens
circulair werken mogelijk te
zijn. Zo werken we al enige tijd
brengen we de business case
maken, maar ook de kennis om
aan proeven en pilotprojecten
en het rendement voor de
de producten op een optimale
rondom circulaire meststoffen.
agrariër in beeld.” Karin Oonk,
manier in te zetten.”
De resultaten vertalen we naar
senior kenniscoördinator
een aanpak op maat voor de
gewasverzorging, vult aan:
ondernemer”, licht Horneman toe.
“Soms is een product veel-
innovatie Een greep uit het Agrifirm assortiment circulaire meststoffen: Digestaat van Suikerunie Een goed voorbeeld van een circulaire meststof is digestaat. Agrifirm levert digestaat uit reststromen van de suikerbietenindustrie. Digestaat kan op verschillende manieren worden ingezet. Gewassen en groenbemesters groeien er goed op. Het grote voordeel van dit product is dat het jaarrond mag worden uitgereden, omdat het geen dierlijke meststof is. Cirkal
Klaar voor de toekomst met nieuw vleesvarkenassortiment
Een ander voorbeeld van een circulaire meststof is Cirkal. Dit is
Voer met hogere energiewaardes
vleesvarkenshouders. Het meest
een kalkmeststof, waarbij de kalk is
en meer mogelijkheden om in
opvallend daarbij zijn wel de
gewonnen uit de zuivering van water.
te spelen op ontwikkelingen
hoge EW-voeders uit onze Top
Het karakter van dit product is traag
op de afzetmarkt en in
Line. Heel efficiënte voeders, dus
werkend. Het product past goed in
genetica. Deze behoeftes van
met een lagere voederconversie
het najaar, wanneer de pH van de
vleesvarkenshouders komen
en een betere stikstof- en
bodem langzaam omhoog gebracht
naar voren uit een enquête
fosfaatefficiëntie. Deze voeders
moet worden.
van Agrifirm en vormen
zijn uitgebreid getest op ons
de basis voor het nieuwe
praktijkbedrijf en bij klanten.”
Compost
vleesvarkensassortiment, dat
Een derde optie is compost, dat is
vanaf dit najaar beschikbaar is.
bij uitstek een circulair product.
Stoutjesdijk benadrukt echter dat een goed aanbod meer is dan
Agrifirm biedt verschillende soorten
“Behalve de uitkomsten van
voer alleen. “Uit de enquête bleek
compost aan. Laco-keurcompost is
deze enquête hebben we door
bijvoorbeeld dat ondernemers
afkomstig uit steden, bijvoorbeeld
de vernieuwing van de fabriek in
behoefte hebben aan data om
gemaaide bermen en gft afval.
Veghel ook nieuwe mogelijkheden
hun keuzes beter te kunnen
De natuurcompost is afkomstig van
op het gebied van techniek en
onderbouwen. Ook dat zijn zaken
snoeiafval, dat ook geschikt is voor
kwaliteit. Samen is dat de basis
waar we mee aan de slag gaan.
de biologische landbouw.
voor het nieuwe assortiment”,
Daarnaast bieden wij natuurlijk
vertelt product marketing
een totaalpakket op het boerenerf
manager Michiel Stoutjesdijk
aan, middels onze specialistische
van Agrifirm. “Dat bestaat uit
kennis via onder andere Exlan en
voeders die aansluiten bij de
Bonda. Hiermee zijn wij perfect
praktijk en de verschillende,
uitgerust om elke uitdaging van
specifieke behoeftes van
onze klanten aan te gaan.”
11
5 vragen aan
Michel de Haan over eiwit van eigen land
“ 65 procent eiwit van eigen land is uitdaging” Melkveehouders halen in 2025 minimaal 65 procent eiwit van eigen land. Dat is de doelstelling van de Commissie Grondgebondenheid, die steeds breder wordt omarmd door zuivelverwerkers en retailers. Michel de Haan, projectleider bij WUR, beantwoordt 5 vragen over eiwit van eigen land. Is die 65 procent een regel of een richtlijn?
gaan telen, maar ook minder eiwit gaan voeren.
“Het is nu nog een richtlijn. De overheid wil naar
Dus breder dan alleen maar de teelt van eiwit.
een grondgebonden veehouderij en de sector wil dat
Aan beide onderdelen kun je aanpassingen doen.
bewerkstelligen met dit kengetal. In het programma
Elke aanpassing moet bij je bedrijf passen.”
‘On the way to Planet Proof’ speelt eiwit van eigen land ook een rol. Hier is het doel echter wel lager
Hoe kun je in de teelt sturen?
dan 65 procent.”
“Om letterlijk meer eiwit van eigen land te halen kun je ervoor kiezen om eiwitrijke ruwvoergewassen
Is 65 procent niet erg hoog?
te telen: gras in plaats van mais of veldbonen als
“Het is zeker een hoog percentage, veel boeren
krachtvoervervanger. Een andere manier is ook om
zullen hard moeten werken om dit te halen.
méér ruwvoer te telen, door bijvoorbeeld extra grond
Het is niet gemakkelijk om de gewasopbrengst
te huren of kopen.”
van je land te verhogen. Zeker niet de afgelopen jaren, door de droogte lukte dat absoluut niet.
En met voer?
Sterker nog, in 2018 is er een lager percentage
“Minder eiwit voeren is een uitdaging. Als je tevreden
eiwit van eigen land gehaald dan in 2017. Maar
bent over de melkproductie en de diergezondheid,
het draait niet alleen om de opbrengst van het
sta je niet te springen om het voer aan te passen.
eigen land. Voeding van eiwit speelt ook een rol.”
Toch blijkt uit onderzoek dat de eiwitgehaltes in het voer gemiddeld nog wel omlaag kunnen zonder
12
Hoe kun je een hoger percentage eiwit van eigen
gevolgen voor de productie of de gezondheid. Ik denk
land realiseren?
dat hier nog veel te winnen is. Ook minder dieren
“Het kengetal ‘Eiwit van eigen land’ wordt bepaald
houden (onder andere jongvee) verlaagt natuurlijk
door enerzijds de hoeveelheid eiwit die je teelt,
de hoeveelheid eiwit die je voert. Dat zou voor
anderzijds de hoeveel eiwit die je voert. Om het
ondernemers ook een optie kunnen zijn, zeker
percentage te verhogen, kun je dus meer eiwit
gezien de discussie rondom fosfaatrechten.”
j ng
Lise van den Broek (11) UIT NEDERWEERT
'Ik vind biggen heel erg leuk. Ze zijn schattig, hebben
Als de varkens groot genoeg zijn,
een grappige snuit en ze zijn lekker nieuwsgierig.
gaan ze met de vrachtwagen naar
Op het bedrijf van mijn vader help ik vaak mee met
de slacht. Soms vind ik dat wel zielig,
het voeren van de biggen. Met een emmer gooi ik dan
maar het hoort erbij. Anders hebben wij
voerkorrels in een bakje. Eerst rennen de biggen dan
niks te eten. Wij hebben varkens van “Beter
allemaal weg, maar als ik een hok verder ben, komen
Leven 1 ster”. Op school heb ik er wel eens een
ze heel nieuwsgierig neuzen wat ik heb gedaan.
spreekbeurt over gehouden. Mijn vader had een
Ik vind het ook altijd mooi als de biggen bij moeder
spreekbeurtkoffer van Agrifirm geregeld. Dat was
liggen te drinken. Ze kruipen dan allemaal over
heel handig.’
elkaar heen en vallen daarna lekker in slaap. 13
Wie?
Kees Schoenmakers heeft samen met zijn vrouw Ellen een
Kees Schoenmakers
melkveebedrijf. Monique Oostvogels is 4e jaars student Dier en
(56) en Monique
Veehouderij aan de HAS in ’s-Hertogenbosch. Het meten van
Oostvogels (20)
het jongvee is haar bijbaan bij Agrifirm. Op zaterdag (en soms op een doordeweekse dag) gaat ze bij een aantal boeren langs om het
Wat?
jongvee te meten. De student meet, de veehouder noteert de scores.
Jongvee meten
Op het formulier staan de nummers van de koe, de naam en de leeftijd in maanden. Ze meten de kruishoogte en bepalen
Waar?
de Body Conditie Score (BCS). De metingen vinden twee
Dongen (NB)
tot drie keer per jaar per bedrijf plaats. Het meten is belangrijk om de groei te monitoren. De insteek is
Wanneer?
om het jongvee met 13 maanden drachtig te
7 september 2019
hebben. Het meten gebeurt vanaf ongeveer drie maanden.
14
mooi werk
15
Wie betaalt de prijs voor een duurzame landbouw? Een toekomstbestendige manier van boeren is in het belang van burgers, consumenten, NGO’s, overheid Ên boeren. Maar hoe komen we tot die nieuwe manier en hoe financieren we die transitie?
Nieuwe revolutie Spreken over een nieuwe, toekomstbestendige, landbouw, betekent dat dat de huidige landbouw niet toekomstbestendig is? Agrifirm CEO Dick Hordijk nuanceert deze claim. “Ondernemers in onze sector hebben de afgelopen jaren veel stappen gemaakt. Maar de maatschappij verandert, de vraag vanuit de maatschappij verandert. Als sector kun je niet achterblijven. Je moet de kennis van nu gebruiken om je te blijven ontwikkelen om ook in de toekomst te kunnen blijven ondernemen.” Hoogleraar Carla Koen is één van de leden van de Taskforce Verdienvermogen. Ze heeft jarenlange ervaring met transities in verschillende sectoren en bedrijven en benadrukt dat de thematiek in veel verschillende branches speelt. “We staan voor een nieuwe industriële revolutie. Dat geldt voor de landbouw, maar ook voor de chemische industrie, de autobranche, de energiesector. De werkwijze is niet veranderd, de markt wel, en dat geeft spanningen. Het zorgt dat de verdienmodellen voor de ondernemers niet meer kloppen en dan is transitie nodig.” Een verdienmodel voor toekomstbestendige landbouw. Het was het thema van het jaarlijkse
Beter, zuiniger en goedkoper
Agrifirm CSR-symposium afgelopen juli, en is tevens
Koen vergelijkt de huidige situatie in de agrarische
de opdracht van een Taskforce die speciaal voor dit
sector met de ontwikkeling van Philips in de jaren ‘90
doel in het leven is geroepen door het ministerie
van de vorige eeuw. Philips had jarenlang succes op
van LNV. Ruud Tijssens, Agrifirm Director Corporate
het gebied van gloeilampen. Gloeilampen die steeds
Affairs, R&D en CSR is op persoonlijke titel lid van
beter, zuiniger en goedkoper werden. “Je kunt ergens
deze Taskforce.
nog zo goed in zijn, uiteindelijk verandert de context.
De discussie over de agrarische sector anno 2019
Je krijgt te maken met andere consumenten, een
staat vooral in het teken van nieuwe wegen inslaan.
andere vraag, klimaatverandering, technologische
Maar hierbij mag niet uit het oog worden verloren
vooruitgang, toenemende concurrentie….”
dat een nieuwe weg alleen succesvol kan zijn als die
De redding van Philips bleek uiteindelijk wetgeving
ook economisch rendabel is. Zoals het ministerie
die de productie en import van gloeilampen aan
van LNV schrijft: “De weg naar kringlooplandbouw
banden legde. Dit gaf Philips de kans om echte
zal alleen slagen als de boer de nodige investeringen
innovatiekracht te laten zien en opnieuw voorop
kan opbrengen en terugverdienen, zij economisch
te gaan lopen. “Ook DSM is een mooi voorbeeld:
gezond kunnen werken en een goed inkomen
zij maakten van de kolenmijnen de transitie naar
verdienen.”
chemie, en van daar weer naar voeding.”
>>
17
>> Gedeelde verantwoordelijkheid
Ook voor ondernemers die maatschappelijke
Het zijn voorbeelden die illustreren dat boeren
diensten uitvoeren, zoals onderhoud van natuur en
niet de enige ondernemers zijn die voor dergelijke
landschap, zou Koen een overheidsfonds op zijn
uitdagingen komen te staan én dat het echt
plaats vinden. “Dit is een mooi voorbeeld van een
kan, sterker uit een transitie komen. Dat vergt
mogelijk verdienmodel waarbij ondernemers nieuwe
wel betrokkenheid van alle partijen, benadrukte
diensten uitvoeren. Het is niet meer dan logisch dat
Hordijk tijdens het symposium. Hij bepleit een
daar een redelijke vergoeding tegenover staat.”
campagne die consumenten bewust maakt van de keerzijde van goedkoop voedsel. “Het bewustzijn
Sector aan zet
over de gevolgen van die lage voedselprijzen moet
Ondanks de verantwoordelijkheid die zowel Hordijk
omhoog. Het is toch waanzin dat er in Nederland
als Koen zien voor overheid en ketenpartners, ligt
zo weinig wordt uitgegeven aan voedsel, terwijl
er uiteindelijk ook een grote verantwoordelijkheid
boeren aan zoveel eisen moeten voldoen.” Ook
bij de sector en bij ondernemers zelf. Een voorbeeld
Koen benadrukt dat de systeemverandering een
van sectorverantwoordelijkheid is het ontwikkelen
gezamenlijke verantwoordelijkheid is. “Iedereen
van (nieuwe) markten. Koen: “Het is te makkelijk om
is verantwoordelijk voor het systeem, maar het is
te zeggen dat bepaalde (niche)markten verzadigd
te gemakkelijk om te zeggen ‘de consument wil
zijn. Neem bijvoorbeeld de biologische markt. Daar
niet betalen’. We hebben mensen decennialang
liggen zeker kansen, maar dat gaat niet vanzelf.
verwend met goedkoop voedsel, dan wordt dat de
Marketing, het bespelen van de markt, is ook
norm. We moeten consumenten beter voorlichten,
ondernemerschap.” Koen ziet hierin bijvoorbeeld een
maar ook bijvoorbeeld supermarkten op hun
rol voor de coöperaties, net als in het uitstippelen
verantwoordelijkheid wijzen. Stunten met agrarische
van de globale route van de transitie.
producten is wat mij betreft echt uit den boze.” Zowel volgens de bezoekers van het symposium als
Durf los te laten
volgens hoogleraar Koen, is ook de overheid daarvoor
Toch zullen ondernemers uiteindelijk ook zelf aan de
aan zet, bijvoorbeeld wat betreft minimumprijzen
slag moeten met hun individuele bedrijf en plannen.
van producten.
Koen doet daarvoor een beroep op hun creativiteit, lef en ondernemerschap. “Ga de wereld in! De
Overheidsfondsen
kansen liggen er, pak ze en durf los te laten wat je
Behalve in regelgeving ziet Koen ook op financieel
al kent. Dat je lange tijd op dezelfde manier bollen
vlak een mogelijke rol van de overheid. Een eerste
teelt of varkens houdt, wil niet zeggen dat je dat
stap in de transitie naar een circulaire economie is
moet blijven doen, of dat het het enige is wat je kunt.”
om te zoeken naar mogelijke verliezen en daarmee
Koen raadt daarbij aan om ook externe begeleiding
naar kostprijsbesparing. Dat is echter geen lange
te zoeken om het verdienmodel te vinden dat past
termijn oplossing en de agrarische sector is
bij de ondernemer.
bovendien zo efficiënt, dat er weinig ruimte is voor
18
kostenbesparingen. “Investeren in langere termijn
Als ondernemerscoach bij Agrifirm Exlan begeleidt
oplossingen levert uiteindelijk voordeel op, maar
Sieto van Houten ondernemers bij vraagstukken
vergt eerst investeringen. Het vraagt om anticiperen
zoals deze. “Eén van de belangrijkste factoren
en innoveren en dat kost eerst geld. Dat geld is er
om tot een geschikt verdienmodel te komen is de
in veel agrarische bedrijven niet. Een fonds van
ondernemer. Gek genoeg wordt dat nou juist vaak
de overheid kan daarbij uitkomst bieden.”
vergeten”, ziet Van Houten in de praktijk. “Waar de
ene ondernemer graag de verbinding met de markt op zoekt en heel geschikt is om een eigen merk in de markt te zetten, zoekt de ander het liever in samenwerking. Aansluiten bij een gesloten keten samen met andere ondernemers is dan misschien geschikter dan zelf een nichemarkt te verkennen en ontwikkelen. Uiteindelijk gaat het erom dat je als individuele ondernemer het pad kiest wat bij jou past.” Transitie doet pijn De allereerste stap is echter meteen één van de moeilijkste: een mentaliteitsverandering. Openstaan voor verandering en vernieuwing, iets waar de mens van nature niet goed in is, aldus Carla Koen. “Transitie doet pijn”, waarschuwt ze. “Dat is onvermijdelijk. Maar blijf niet achterom kijken, kijk vooruit!”
Taskforce Verdienvermogen Wat is er nodig om een financieel gezonde kringlooplandbouw te realiseren en welke randvoorwaarden moeten daarvoor gecreëerd of veranderd worden? Dit wordt onderzocht door de Taskforce Verdienvermogen die is ingesteld door minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Deze Taskforce werkt onder leiding van Hester Maij, oud-gedeputeerde van de provincie Overijssel. De volgende leden hebben op persoonlijke titel zitting in de taskforce: Ruud Tijssens (Agrifirm Director Corporate Affairs, R&D en CSR) Carla Koen (hoogleraar Technologie Strategie & Entrepreneurship) Barbara Baarsma (directievoorzitter Rabobank Amsterdam) Henk Volberda (hoogleraar Strategic Management & Innovation) Gert van Dijk (professor Cooperative Business Administration and Management) Sander Thus (varkenshouder en akkerbouwer, voormalig bestuurslid NAJK) Marijn Vermeulen (projectteam Nieuwe Boerenfamilie) Hans van Trijp (hoogleraar Marktkunde en Consumentengedrag)
19
Deltaplan Biodiversiteitsherstel Achttien partijen uit onder andere land- en tuinbouw, retail en natuurorganisaties hebben in het Deltaplan Biodiversiteitsherstel afspraken vastgelegd over het herstel van biodiversiteit in Nederland. Louise Vet is voorzitter van deze groep kwartiermakers, Ruud Tijssens neemt deel namens Agrifirm.
20
Louise Vet en Jan Reinier de Jong over biodiversiteitsherstel
“Het kan alleen werken als de boer er beter van wordt�
tweegesprek
Hoe belangrijk is biodiversiteit voor Nederland, en welke rol speelt de landbouw in de achteruitgang én het herstel? Het was één van de thema’s tijdens het Agrifirm CSR-symposium en onderwerp van discussie tussen Jan Reinier de Jong en Louise Vet. Voor Better Together spraken ze verder door over dit onderwerp.
Het gesprek tussen Louise Vet, directeur van het
en tussen planten en andere organismen. Met
Nederlands Instituut voor Ecologie, en akkerbouwer
de enorme oppervlaktes aan hetzelfde gewas die
Jan Reinier de Jong begint niet met koetjes en
we nu hebben maken we dat haast onmogelijk.”
kalfjes. Vrijwel direct gaan ze verder waar ze
“Hoe grootschalig is de landbouw in Nederland
tijdens het CSR-symposium van Agrifirm waren
nou eigenlijk? Als je het vergelijkt met landen als
gebleven: in een discussie over het verdwijnen van
Brazilië”, kaatst De Jong terug. “Je hebt helemaal
landschappelijke elementen. “Overal wordt maar
gelijk, daarmee vergeleken is het peanuts”, beaamt
geroepen dat boeren het landschap verpesten en
Vet. “Maar toch te grootschalig om goed gebruik
dat vind ik niet terecht”, trapt De Jong af. “Ik word
te maken van de natuur. De lieveheersbeestjes die
afgerekend op de voorgaande generaties, maar
bladluis bestrijden bijvoorbeeld, die komen echt niet
vroeger was helemaal niet alles beter. Ik denk dat
verder dan de eerste paar meter van het perceel.”
veel hervormingen in de afgelopen decennia nog beter zijn geweest voor de natuur dan voor de
Andere manier van telen
landbouw.”
Vet slaat het tijdschrift ‘Leve de natuur’ open en legt het voor De Jong op tafel. “Dit zat toevallig
Niet naar Ot en Sien
vanochtend bij de post, met een artikel over
“Dat betwijfel ik”, reageert Vet. “Jij bent natuurlijk
strokenteelt. Een perfect voorbeeld van een andere
een jonkie, maar ik wil ook echt niet terug naar
manier van telen met een prima opbrengst, veel
Ot en Sien. Mijn punt is dat met het verdwijnen
minder last van ziektes en veel beter voor de
van de kleinschaligheid ook veel biodiversiteit
biodiversiteit. En het mooiste: dit verhaal gaat over
is verdwenen. Struweel en andere landschaps-
een coalitie van boeren die hiermee aan de slag
elementen hebben een functie, dat zijn we vergeten.
gaan, die het willen proberen.”
Het stond in de weg, maar leverde ook natuurlijke
“Er zijn heel veel boeren die dit soort dingen
vijanden voor plagen, organische stof voor de
wel willen proberen, veel meer dan je denkt.
bodem, een gezond microklimaat.” Het levert haar
Maar niet als ze het uit eigen zak moeten financieren
een uitnodiging op om langs te komen in Odoorn.
en de risico’s zelf dragen”, weerlegt De Jong.
“In Drenthe zijn overal juist dat soort elementen
“En er komen zeker technieken waardoor dit op een
teruggeplaatst. En toevallig had ik vanmorgen nog
praktische manier kan, met robotica bijvoorbeeld,
een overleg over het nieuwe GLB en daarmee gaat de
maar dat kost tijd. Je bent zo twintig jaar verder.”
deelname aan natuurbeheer alleen maar toenemen.”
“Natuurlijk!”, reageert Vet onmiddellijk. “Het hoeft ook echt niet van vandaag op morgen. Maar we
Interactie
moeten wel een duidelijke stip op de horizon zetten
Goed nieuws, vindt ook Vet. “Maar we hebben het
en van start gaan. Zodat de volgende generaties
nu over landschap. Minstens zo belangrijk is wat je
er volop van kunnen profiteren. En je hebt absoluut
teelt en hoe je dat doet. We krijgen vanuit onderzoek
gelijk. Het kan alleen werken als de boer er beter
steeds meer inzicht in de interactie tussen planten,
van wordt.”
>> 21
>> Financiële waardering
een ander teeltsysteem kunt proberen en het
Het brengt het gesprek op een gedeeld stokpaardje
fonds het risico voor zijn rekening neemt. Dan kun
van beiden: verdienmodellen om verduurzaming
je als boer op een veilige manier ontdekken of het
mogelijk te brengen. “Want: hoe gaan we dat
werkt. En het mooiste: dan zul je zien dat het wel
aanpakken?”, vraagt De Jong zich af. “Ketendenken
samengaat met een fantastische opbrengst. Dat is
is volgens mij niet de oplossing. In alle projecten
de enige manier om echt iets te veranderen, je kunt
zie je dat de ketenpartner aan de afnemerskant
als maatschappij niet verwachten dat boeren dit
zich terugtrekt. En dan sta je als boer met lege
helemaal zelf gaan dragen.”
handen. Volgens mij moet men de landbouw veel minder als oorzaak zien van het probleem, maar
Creatieve oplossingen
als de oplossing. Die waardering mis ik wel eens.”
“Er zijn echt wel heel veel boeren die wel wat
“Helemaal mee eens, en de financiële waardering
willen. We rijden niet allemaal voorop in de Tour de
mis ik ook”, vult Vet aan. “Toch zul je daarvoor
France, maar veel boeren fietsen wel. Veel willen
moeten praten en samenwerken. Misschien dan
wel wat, al gaat het om ander soort machines,
niet met de keten, maar met andere partijen,
andere tijdstippen van zaaien en oogsten, minder
zoals overheden, waterschappen. Soms kunnen
grondbewerking”, aldus De Jong. “Dat is toch
onverwachte combinaties verrassend veel opleveren,
fantastisch. Er zijn zoveel manieren waarop we
of onverwachte oplossingen. Neem nou de handel in
met elkaar creatieve oplossingen kunnen vinden.
gewasbeschermingsmiddelen. Dat levert natuurlijk
Hopelijk leidt het ergens toe, en houden we er lol
geld op, maar de inkoop ervan kost bedrijven als
in”, besluit Vet. “En stuur me je adres, dan kom ik
Agrifirm ook gigantisch veel geld, net zoals het de
binnenkort een keer kijken.”
boer geld kost om het te kopen. Stel dat je spuitvrij kan telen en het risico bij Agrifirm kon afdekken. Dan bespaar je beiden. Zou je dat doen?”
“Het hoeft ook echt niet van vandaag op morgen.” Risico’s afdekken “Natuurlijk zou ik dat doen”, lacht De Jong. “Ik spuit liever niet. Ik heb ook al 3 jaar een proef liggen met een biologische schimmelbestrijder in aardappels. Maar een chemisch middel werkt altijd. Een biologisch middel is een natuurproduct en werkt meestal, maar soms niet. Ik loop dus het risico op opbrengstderving en dat risico zal ik op de een of andere manier moeten afdekken.” Vet reageert: “En stel, er is een biodiversiteitsfonds, waarbij je
22
over agrifirm
Snel optimaliseren door maandelijkse klanttevredenheidsmeting “Het is echt een goede thermometer. We kunnen
Bestelmogelijkheid
continu zien hoe we ervoor staan en krijgen veel
“Hetzelfde hebben we gedaan voor onze
waardevolle informatie waar we direct mee aan de
online bestelmogelijkheid. Met klanten die
slag kunnen om onze klanten en leden nóg beter
verbeterpunten hadden aangegeven in het
te bedienen.” Aan het woord is Danique Couprie,
klanttevredenheidsonderzoek, zijn we om tafel
coördinator Klantinzichten, die enthousiast
gegaan om dieper met hen de online omgeving
vertelt over het continu monitoren van de
in te duiken. Op basis van deze diepte-interviews
klanttevredenheid, waar Agrifirm nu zo’n twee
zijn we de bestelomgeving aan het aanpassen,
jaar mee bezig is.
en zien we ook dat deze een hoger cijfer krijgt in het klanttevredenheidsonderzoek”,
“Iedere maand krijgt een twaalfde deel van
vertelt Couprie tevreden. “We hopen vooral
onze klanten een uitnodiging voor het online
dat u als klant en lid mee blijft doen aan ons
klanttevredenheidsonderzoek. Dus in plaats van
klanttevredenheidsonderzoek, zodat we onze
een jaarlijks onderzoek waarbij een deel van de
dienstverlening en producten kunnen blijven
verbeterpunten al ouder zijn, zitten we er nu veel
verbeteren.”
meer bovenop.” Iets dat niet alleen Couprie en haar collega’s opvalt, maar ook door klanten wordt gewaardeerd. “We pakken specifieke verbeterpunten of klachten die veehouders of telers doorgeven direct op. Als ze het onderzoek niet anoniem ingevuld hebben en we contact met hen op mogen nemen kunnen we dit zelfs met hen bespreken”, vertelt Couprie, die aangeeft dat klanten positief verrast zijn door deze aanpak.
OPROEP:
Doe ook mee met LedenStem! Vindt u het leuk om vaker mee te denken en uw mening te geven over bedrijfsmatige zaken
Duidelijkere rol van coöperatie
en ontwikkelingen in de markt? Schrijf u dan
Een van de signalen die bijvoorbeeld mede uit het
in voor ons klantenpanel AgriOpinion, via
continue onderzoek naar voren kwam, was de
www.agrifirm.nl/klantenpanel.
onduidelijke rol van de coöperatie. “We hebben daarom kleinschalige sessies met leden georga-
Wilt u als lid meedenken over de rol van de
niseerd om dieper met elkaar op de vraag in te gaan
coöperatie, geef u dan op voor ons ledenpanel
wat de leden van onze coöperatie verwachten.
LedenStem via www.agrifirm.nl/ledenstem.
Dit was de basis van de nieuwe positionering van
Deelname aan beide panels is uiteraard ook
de coöperatie. We organiseren nu regionale Boeren-
mogelijk. U kunt bij elk individueel onderzoek
en telersbijeenkomsten. We zien dat het tevreden-
beslissen of u mee wil doen of niet.
heidscijfer voor de coöperatie mede daardoor gestegen is”, aldus de coördinator Klantinzichten.
23
over agrifirm
Jongeren bezoeken akkerbouwbedrijf Rik Beuling
‘ Ervaringen uitwisselen en je horizon verbreden’ Begin juni bezochten zo’n 20 agrarische jongeren het akkerbouwbedrijf van Rik Beuling in 1e Exloërmond. Ze bespraken daar een breed scala aan onderwerpen, van praktische teelttips tot lastige vragen rondom bedrijfsovername.
Rik Beuling werkt in het akkerbouwbedrijf van zijn
ontwikkelden ze het idee om jonge agrariërs
vader Dirk Jan en is lid van de Jongerenraad van
uit de regio te nodigen op het bedrijf van Rik’s
Agrifirm. Hij legt uit hoe hij op het idee kwam om
vader. Niet alleen akkerbouwers, maar jonge
agrarische jongeren uit te nodigen op zijn bedrijf.
ondernemers uit de hele sector. En met succes,
“Ik heb de afgelopen jaren regelmatig met mijn vader
zo’n 20 jongeren in de leeftijd 16 tot 28,
bijeenkomsten bezocht. Daar doken ze vaak meteen
accepteerden de uitnodiging. “Er kwamen veel
vol de cijfers en details in. Vaak interessant, maar
verschillende jongeren op af, van jongens die
soms begreep ik maar half wat ze bedoelden. Ik had
meewerken op het bedrijf tot bedrijfsopvolgers.
meer behoefte aan laagdrempelige bijeenkomsten.
Niet alleen akkerbouwers, maar ook
Ik merkte dat dit ook leefde bij jonge agrarisch
melkveehouders en bollentelers. Tijdens het
ondernemers in mijn omgeving.”
bezoek aan mijn bedrijf hebben we een rondje over het bedrijf gemaakt en heeft Agrifirm een
24
Inspirerend
presentatie gegeven over de kracht van de
Rick Beuling besprak dit met zijn collega
coöperatie onder het motto ‘Samen bereiken
akkerbouwer Stein Smit uit Nieuw Buinen
we meer’. De sfeer was gemoedelijk, open en
en Agrifirm adviseur Bart Bartelds. Samen
inspirerend.”
over agrifirm Ontdek de Agrifirm Boerenen telersbijeenkomsten Agrifirm organiseert verspreid door Nederland diverse Boeren- en telersbijeenkomsten. Elke bijeenkomst heeft zijn eigen sectorspecifieke programma waarin praktijkgerichte masterclasses en workshops worden gegeven. Bekijk welke bijeenkomsten er de komende periode op de agenda staan op www.agrifirm.nl/bijeenkomsten. Horizon verbreden Het doel van de bijeenkomst is simpel, aldus Beuling: je horizon verbreden en kennis delen.
Aanmelden
“Daarom vind ik het mooi om te zien dat er niet
Deelname aan een bijeenkomst is gratis.
alleen akkerbouwers waren. Soms blijf je als
Aanmelden kan via de registratiepagina:
agrariër een beetje te veel op je eigen erf hangen.
www.agrifirm.nl/evenementen
Op deze manier kun je ook een kijkje nemen op het bedrijf van een ander. Ik vond het in ieder geval erg leerzaam. Ook vond ik het interessant om te zien of er mogelijk in de toekomst mogelijkheden zijn om samen te werken met andere ondernemers in de regio. Bijvoorbeeld met een veehouder om teeltrotatie toe te passen op de percelen. Als je met
Save the date: Agrifirm Jongerendag 8 januari 2020
ondernemers in de regio een band opbouwt, kun je
Het enorme succes van de laatste Agrifirm
zoeken naar een samenwerkingsvorm die voor beide
Jongerendag willen we volgend jaar over-
partijen nuttig en rendabel kan zijn.”
treffen. Het thema wordt: ‘Samen bereiken we meer’. Als Agrifirm zijn we trots op de
Succes
prestaties die onze boeren iedere dag weer
Naast een bezoek aan het bedrijf van Beuling,
leveren voor een verantwoorde voedselketen
brachten de jongeren de afgelopen maanden ook
voor toekomstige generaties. Samen willen we
een bezoek aan het bloembollenbedrijf van Jacob
de stem van de jonge boeren laten horen.
Hospers in Nieuw Buinen en melkveebedrijf Vedder. De volgende keer gaan we naar het bedrijf van
Programma:
Fokko Prins, een adviseur van Agrifirm. Zijn bedrijf
Op de Jongerendag vertellen boeren over de
zit midden in de omschakeling naar biologisch.”
lopende coöperatieve projecten. Ook het
In de regio van Beuling zijn de laagdrempelige
onderwerp ‘bedrijfsopvolging’ komt aan bod.
bijeenkomsten een succes, zou het ook in andere regio’s kunnen werken? Beuling denkt van wel.
Noteer nu alvast in de agenda: woensdag
“Onze deelnemers zijn enthousiast. Het delen van
8 januari 2020, vanaf 9:30 uur bij Theater
ervaringen is enorm waardevol, hoe oud of jong je
Orpheus in Apeldoorn
ook bent.”
25
over agrifirm
Maak kennis met uw Agrifirm districtsbestuurders Begin 2019 is Agrifirm gestart met de zoektocht
De nieuwe districtsbestuurders zijn tijdens de
naar nieuwe districtsbestuurders voor de ledenraad.
ledenraadsvergadering van 17 september van
Voor het eerst konden leden hun voorkeursstem op
harte welkom geheten. Maak kennis met de
de voorgedragen kandidaten digitaal brengen.
zeventien nieuwe districtsbestuurders:
In totaal brachten 426 leden hun stem uit.
DISTRICT Friesland
DISTRICT: Groningen Pieter van der Burg (Oostwold) - sector: vleespluimvee en akkerbouw Arjan Prins (Meeden) - sector: akkerbouw, omschakeling naar biologisch Hero Havenga de Poel (Kloosterburen) - sector: biologische akkerbouw DISTRICT: Friesland Sietse de Boer (De Tike) - sector: melkvee DISTRICT: Drenthe
DISTRICT Noord- en Zuid-Holland
Bart Boxen (Eeserveen) - sector: melkvee Tanja Beuling - Timmer (Exloërmond) - sector: akkerbouw Agnes Lensing - Van de Ven (Gasselternijveen) - sector: melkvee Frank de Wildt (Roswinkel) - sector: varkens DISTRICT: Overijssel en Flevoland Peter Verhage (Luttelgeest) - sector: fruit Jolanda Kieftenbeld (Haarle) - sector: legpluimvee DISTRICT: Noord- en Zuid-Holland Eva Rademaker - van Klink (Langelaar) - sector: melkvee Jaco Kastelein (Bodegraven) - sector: melkvee René Sonneveld (Muiderberg) - sector: melkvee Wim Balder (Sint Pancras) – sector: bloembollen DISTRICT: Utrecht en Gelderland Gerben van Woudenberg (Harmelen) – sector: fruit Corné Vermaat (Hei en Boeicop) – sector: melkvee Evert Luchtenbelt (Wapenveld) - sector: melkvee
26
Bekijk op www.agrifirm.nl/ledenraad video’s van de nieuwe ledenraadsleden.
DISTRICT Groningen
DISTRICT Drenthe
In memoriam Janet Breembroek We zijn diep geschokt en erg bedroefd door het bericht dat Janet Breembroek op 30 augustus als gevolg van een ernstig verkeersongeval is overleden, terwijl ze onderweg was naar haar werk op het hoofdkantoor in Apeldoorn.
DISTRICT Overijssel en Flevoland
Janet werkte sinds 2003 bij Agrifirm en is destijds begonnen in Meppel op de Verkoopbinnendienst en later op Afdeling Dier. Na de fusie met Cehave Landbouwbelang verhuisde haar werkplek naar Apeldoorn, waar ze sindsdien werkzaam was op de afdeling enkelvoudige Grondstoffen
DISTRICT Utrecht en Gelderland
en Handelsartikelen. Haar aandachtsgebied bestond uit de artikelen inkuilmiddelen, kuilfolie, maatmineralen, strooisels, smulsiroop en alle andere enkelvoudige grondstoffen. Omdat Janet in deze functie veelvuldig contact had met klanten van Agrifirm is dit ook een passende plaats om u te informeren. Er is een zeer betrokken en gepassioneerd collega uit ons midden getrokken, een behulpzaam persoon die altijd voor een ander klaarstond. Janet was Agrifirmer in hart en nieren en het gemis zal groot zijn.
27
lef!
Wie? Kees Lambalk Stap? Hij is één van de 21 leden van coöperatie Boeren van Amstel. Deze coöperatie heeft als speerpunt
Kees Lambalk
natuur- en weidevogelbeheer en brengt zijn eigen zuivel op de markt. En verder? Heeft een melkveebedrijf van 45 hectare grasland met 75 melkkoeien en
Brengt zijn eigen zuivel op de markt onder de naam Boeren van Amstel
70 jongvee. “Boeren van Amstel is zo’n drie jaar geleden gestart, als initiatief van de Agrarische Natuurvereniging De Amstel, de Vogelbescherming, boeren en een aantal externe partijen. De 21 betrokken veehouders zijn allemaal lid van de coöperatie AmstelNatuurZuivel (ANZ). Het idee achter Boeren van Amstel is dat we van natuurbeheer een verdienmodel maken. Een deel van onze melk vermarkten we onder het label Boeren van Amstel. Er komt enorm veel kijken bij het zelf vermarkten van je melk. Van goede afspraken met je huidige afnemers, tot het vinden van een geschikte fabriek, het regelen van een stabiele afzetmarkt en het zoeken naar geschikt personeel. Onze fabriek draait vanaf juni van dit jaar. De focus ligt nu op gangbare melk. Geen halfvolle of volle melk, gewoon melk zoals het ook uit de koe komt. Natuurlijk wel gepasteuriseerd. De melk is niet gestandaardiseerd, de smaak kan dus wat wisselen. Dat is er zo mooi aan, het is een puur product. Op een later moment willen we ook yoghurt en kwark gaan produceren. Het materieel ervoor hebben we al. Op dit moment is onze melk op zo’n 10 plekken in het Amstelland te koop. Natuurlijk willen we dat verder uitbreiden. We willen ook yoghurt en kwark gaan maken en ook kijken we naar mogelijkheden om samen te werken met horeca of bedrijven. Het vermarkten is een proces van vallen en opstaan, het zit zeker niet altijd mee. Maar we geloven in ons product en onze werkwijze. En geven het niet zomaar op!” www.boerenvanamstel.nl