Bol& TeeltActueel
Februari 2023 • Agrifirm-GMN
Twintig procent meer bloemstelen
Innovatie prikbakken Mopabloem
Tulpengalmijt
Klein beestje met grote impact
Aandacht voor de juiste spuittechniek en selectie
Virusbestrijding tulpen
Februari 2023 • Agrifirm-GMN
Innovatie prikbakken Mopabloem
Klein beestje met grote impact
Virusbestrijding tulpen
De bloembollensector is in teeltoppervlakte een bescheiden sector. In Nederland, maar zeker ook buiten onze landsgrenzen. Tegelijkertijd hebben ‘wij’ wereldwijd een ijzersterke reputatie en zijn we een belangrijke economische factor. Maar het feit dat we in omvang klein zijn, heeft een keerzijde. We moeten onze boontjes zelf doppen. Voor bijvoorbeeld fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen zijn onze ‘kleine’ teelten niet altijd interessant genoeg om veel geld in onderzoek te steken. Mede daarom doen we zelf onderzoek. Zo willen we het voor fabrikanten aantrekkelijker maken om die stap naar onderzoek wél te maken en in te zetten op nieuwe registraties.
Dat we elkaar nodig hebben, dat ziet u op meerdere plekken in deze Bol&Teelt Actueel terug. Bijvoorbeeld bij Mopabloem. We trokken samen op bij de ontwikkeling van een nieuwe prikbak. Of in Groningen waar Siebe Seepma vertelt dat telers graag met elkaar sparren over oplossingen. Duidelijk is dat als we de handen ineen slaan, we meer kunnen bereiken. En dat u daarbij kunt rekenen op Agrifirm-GMN: dat is een feit.
Dennis Meijaard Directeur sector bloembollenRegio Relatiedagen: bodem en water
Bij het op de mat vallen van deze Bol&Teelt Actueel heeft u misschien al één van onze relatiedagen in de regio’s bezocht. Dagen die dit keer in het in het teken staan van bodem en water, beide essentieel voor een goede teelt. Bodem en water vormen de basis en zijn zeker zo belangrijk als meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of biostimulanten. De zorg voor een goede basis is essentieel voor toekomstige geïntegreerde teeltsystemen waarbij zowel oog is voor natuur en milieu alsook voor de bedrijfsvoering van morgen.
Meer informatie over deze dagen vindt u op www.agrifirmgmn.nl/regio-relatiedagen
Expertisedagen
Na de Regio Relatiedagen volgen de Expertisedagen. Dan gaan we het veld weer in om de eerste inzichten van de proeven in de voorjaarsgewassen te beoordelen. Ook hier staat de toekomst centraal met volop aandacht voor groene middelen en schema’s. We ontmoeten u graag.
Dankzij nieuwe prikbakken weet tulpenbroeier Mopabloem de productie met maar liefst twintig procent te verhogen. We spreken Coen Haakman, operationeel directeur bij Mopabloem en John Vriend, specialist bloembollen bij Agrifirm-GMN over deze succesvolle co-creatie.
Dat de nieuwe prikbakken tot een productieverhoging van twintig procent zou leiden, dat had niemand vooraf verwacht. En toch lukt het. Door de prikbakken groter te maken én door het plantverband tot het uiterste te optimaliseren. Coen daarover: “Voor ons bleek de meest ideale maatvoering 86 x 63 cm.
Dit wat bijzondere formaat past goed in ons teeltsysteem met kweektafels die we eerder overnamen van een Bromelia kwekerij.”
We hebben dit samen gedaan Agrifirm-GMN brengt Mopabloem in contact met het Duitse Bekuplast dat de mal voor de nieuwe prikbak gaat ontwikkelen. Ook Havatec sluit aan. John: “Dit is echt een project dat we samen hebben gedaan. Kennis en ervaring van de verschillende bedrijven zijn gebundeld. Mopabloem was op zoek naar maatwerk. Dan heb je een partij nodig die daarop is ingericht. Het succes van dit traject is volledig toe te schrijven aan een unieke samenwerking. We kunnen oprecht trots zijn wat we samen hebben bereikt.”
Lees vooral het uitgebreide interview met Coen en John op: www.agrifirm-gmn.nl/mopabloem
Ritnaalden zijn de larven van de kniptor (ook wel koperworm genoemd vanwege de kleur). Ritnaalden leven van dood organisch materiaal en ondergrondse plantendelen.
Bij gladiolen manifesteert zich dat in het voorjaar door een verminderde opkomst en beschadigd blad als gevolg van vraat aan jonge spruiten en wortels. Vanaf de nazomer kan opnieuw schade voorkomen in de vorm van knolbeschadiging waarop, door aantastingen van bacteriën, makkelijk scab (of schurft) ontstaat.
De schade door ritnaalden neemt de laatste jaren toe en door het krimpende middelenpakket wordt het steeds lastiger om ritnaalden de baas te blijven. Genoeg aanleiding om actie te ondernemen. Daarom zijn in samenwerking met het Expertisecentrum Bloembollenteelt onderzoeken gestart. Op een perceel in Balkbrug werden in 2022 zowel chemische als groene middelen tegen ritnaalden ingezet. De chemische middelen hebben nog geen toelating. De proeven dienen onder meer als onderbouwing voor de aanvraag van een toekomstige toelating. De groene middelen die werden ingezet zijn Tercol (van Pireco®) en NEMguard® DE. Ook in 2023 wordt er weer onderzoek gedaan.
Verwacht u problemen met ritnaalden en/of wilt u meer weten over de ontwikkelingen in het onderzoek? Neem dan hierover contact op met uw adviseur.
Agrifirm-GMN bedient ongeveer twintig klanten in Groningen, waarvan zich er tien bezighouden met het broeien van tulpen. Voornamelijk aan de kust in het noorden en oosten van de provincie. Teelspecialist Siebe Seepma is er actief.
De tulpenteelt in Groningen is veelomvattend en uitdagend. De diverse grondsoorten, van lichte zavel tot zware klei en van jonge zeeklei tot oudere gronden, vragen om een specifieke aanpak. Bijvoorbeeld bij de grondbewerking, cultuurmaatregelen en bemesting. Kenmerkend is de lage luizendruk, zeker in vergelijking met die landinwaarts. “De meeste telers zitten hier aan de kust en de wind vanaf zee zorgt dat de luizendruk laag is”, aldus teeltadviseur Siebe. “Wat ook kenmerkend aan Groningen is, is de saamhorigheid en leergierigheid van de mensen. De bijeenkomsten van Agrifirm-GMN kunnen hier altijd rekenen op veel belangstelling. Daarbij wordt volop met elkaar gespard, bijvoorbeeld over omgaan met nieuwe wet- en regelgeving, de verwerking van het product of de uitdagingen in de teelt waar men voor staat.”
“De meeste telers zitten hier aan de kust en de wind vanaf zee zorgt dat de luizendruk laag is” Siebe Seepma
‘Nederland zet grote stappen in het terugdringen van het aantal normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater.’ Dit meldt CropLife in haar nieuwsbrief. Uit een recente evaluatie over de jaren 2018-2020 blijkt dat de positieve resultaten die in de jaren daarvoor al waren te zien, zich verder doorzetten.
Twee derde van de werkzame stoffen waarvoor een emissiereductieplan is opgesteld, laat een daling van het aantal normoverschrijdingen zien. Voor de werkzame stoffen waarbij de daling nog niet is ingezet, zien toelatingshouders toe op naleving van de maatregelen of ze onderzoeken extra stappen.
Meer weten over dit onderwerp? De Regio Relatiedagen staan in het teken van bodem en water. U bent van harte welkom: www.agrifirmgmn.nl/regio-relatiedagen
Ritnaalden in gladiool
Een groeiend probleem dat vraagt om oplossingen
Mancozeb was decennialang een van de belangrijkste middelen om vuur (Botrytis) te beheersen. In 2022 was het einde oefening. Hoe kijken we terug op dit eerste jaar zonder mancozeb? We vragen het teeltspecialist Arjo van den Berg.
“We hebben het verlies van mancozeb goed weten op te vangen”, vertelt Arjo. “Natuurlijk waren we goed voorbereid, en wat mogelijk meehielp is dat de ziektedruk in 2022 niet heel hoog was.” De plek van mancozeb, is opgevuld door andere preventieve (bedekkings)middelen als Solofol® (ws: folpet) en Royalcap Fleur® (ws: captan). Ze vormen een goede basis. Arjo: “Maar deze middelen missen de voedingscomponent. Met middelen als Hu-man 15 (met mangaan maar ook magnesium, zwavel en zink) en Multitrel™ (met koper, zink, mangaan, magnesium en stikstof), weten we goed te sturen op voedingsbehoefte.”
Optimalisatie van de teelt
Het vitaliserende effect van mancozeb mag natuurlijk niet onderschat worden. Hoe wordt dat nu in de praktijk opgevangen? Arjo daarover: “Met mancozeb hadden we een soort all-in-one oplossing. Die tijd is voorbij. Nu is het zaak om de juiste combinaties te vinden. Deels chemie, in de toekomst mogelijk vaker groen, deels via gerichte voeding en deels met biostimulanten. Als adviseur ben je samen met de teler altijd op zoek naar een optimaal schema. Optimaal als het gaat over gezonde groei en weerbaarheid, maar ook optimaal wat betreft het kostenplaatje. Die uitdaging gaan we in 2023 ook zeker weer aan.
Regelgeving, toelatingen en ook de naamgeving van middelen veranderen. Heeft u vragen over toelatingen en middelen? Raadpleeg uw adviseur. Onderstaand twee actuele ontwikkelingen:
Stapelen pyrethroïden
Dit jaar gaat het stapelen van een aantal middelen in. Voor de bloembollensector zijn de meest voorkomende voorbeelden Sumicidin® Super en Sumi-Alpha®
Beide middelen mogen samen nog 20 keer worden toegepast (dit was 2 x 20).
Mirage® Elan / Mirage® Plus
De uitverkooptermijn voor deze producten is inmiddels verstreken. De opgebruiktermijn vervalt op 30 juni 2023.
Heeft u vragen over regelgevingen, toelatingen of andere ontwikkelingen? Vraag ernaar bij uw adviseur.
Halverwege februari ontwikkelen de spruiten van tweejarige lelies zich al. Maar het duurt nog een aantal weken voor de lelies bovengronds staan. Daarom is het nu de tijd om de planten te beschermen tegen toekomstige nachtvorst.
“De meest gebruikte methoden om de lelies tegen vorst te beschermen zijn beregening bij nachtvorst of afdekken met acryl doek. Kiest u voor de eerste optie? Zorg dan dat de buizen op tijd zijn gelegd en controleer de beregeningsinstallatie.
Kiest u voor afdekken? Zorg dan dat u tijdig voldoende doek en grindslurven (of zandzakken) klaar heeft staan. Houd rekening met soms lange levertijden.
Door wind kan doek kapot en/of wegwaaien waardoor het gewas onbeschermd achterblijft. Ons advies: kies voor de kwaliteit van het merk HyJet®. Het is sterker, scheurt dus minder snel en het ‘klappert’, minder bij harde wind. Het beschermt dus beter dan andere doeken.
Afgelopen jaar hebben we kleinschalig ervaring opgedaan met tunnelboogjes waarmee we ruimte creëren boven de planten. Contact tussen gewas en doek, met daarbij de kans op vastvriezen, wordt zo voorkomen. Bovendien zorgt de luchtbuffer voor nog meer isolatie waardoor minder snel vorstschade optreedt. Kortom: begin tijdig met het nemen van maatregelen zodat u bij nachtvorst voorspellingen in het voorjaar rustig kunt slapen."
De tulpengalmijt komt voor in tulpen- en alliumsoorten. De mijt tast zowel bol, wortelkrans en bloem aan en zorgt voor uitval.
Daarbij is deze mijt ook nog eens een belangrijke vector voor tulpenvirus-X (TVX). Met de middelen Batavia® en Movento® wisten we de tulpengalmijt goed te beheersen. Maar deze middelen zijn na 2025 niet meer toegelaten.
De galmijt bestrijding is cruciaal voor een gezonde oogst. De bloembollensector staat daarom voor een belangrijke nieuwe uitdaging. Meerdere bedrijven doen momenteel onderzoek naar mogelijke alternatieven. Bijvoorbeeld door de CATT-behandeling (Controlled Atmosphere Temperature Treatment), warmtebehandeling en door het inzetten van roofmijten. Verder worden ook gewasbeschermingsmiddelen getest op hun effectiviteit.
Vanzelfsprekend is het Expertisecentrum Bloembollenteelt van Agrifirm-GMN actief betrokken bij deze onderzoeken en ontwikkelingen. Over de voortgang daarvan blijven wij u informeren.
Waarschijnlijk heeft u de politieke discussies over het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e AP) meegekregen. Nederland krijgt van de Europese Commissie geen uitstel voor de aanleg van bufferstroken en het inzaaien van een vanggewas op zand- en lössgrond. Dit betekent dat deze regelgeving per 1 maart 2023 in werking gaat in plaats van 1 januari 2024. Dat heeft gevolgen voor u als teler. Langs alle watervoerende- en droge sloten moeten bufferstroken worden aangelegd. De norm voor een bufferstrook langs een waterloop, is een breedte van 3 meter. In het geval van ecologisch kwetsbare waterloop, is de onbemeste breedte 5 meter. Voor de meest actuele informatie verwijzen we u graag naar de website van het RVO.
De inzet van biostimulanten voor een gezonde groei is een belangrijk speerpunt bij de verdere vergroening van de bollenteelt. Feit is dat ervaringen met deze middelen in bijvoorbeeld de akkerbouw en groenteteelt niet een-op-een te vertalen zijn naar de bollenteelt. Daarom doet Agrifirm-GMN samen met telers, en natuurlijk met het Expertisecentrum Bloembollenteelt, veel eigen onderzoek.
Bodem- en dompelbehandeling in lelies
SOIL-SET® is een van de veelbelovende biostimulanten. Er is in lelies gestart met een grondbehandeling. Dit laat al een paar jaar goede resultaten zien. Toch is er verder onderzoek gedaan naar optimalisatie en de juiste inzet van SOIL-SET® bij de dompelbehandeling. Met twee jaar dompelervaring zijn de resultaten meer dan hoopgevend. Zo zijn er in beide jaren plussen in de opbrengst vastgesteld. De werking van SOIL-SET® - afbraakmoleculen uit fermentatieprocessen - wordt toegeschreven aan stimulatie van microben die op hun beurt het wortelstelsel stimuleren. Dat verklaart mogelijk de hogere opbrengsten.
Ervaringen opdoen op het eigen bedrijf Biostimulanten ondersteunen een gezonde en weerbare plant en maken de sector minder afhankelijk van chemie. Meer kennis is nodig. Dat gebeurt veelvuldig met proeven op de proeflocaties. Maar minstens zo belangrijk is het opdoen van praktijkervaring op de eigen percelen. Niet per se door ineens volledig over te stappen. Maar bij voorkeur door te starten met kleinschalige objecten waarbij behandeld met onbehandeld wordt vergeleken.
In vooral tulpen zijn pyrethroïden nog altijd essentieel voor de virusbestrijding. Als gevolg van nieuwe eisen na herregistraties en door onzekerheid over het middelenbeleid, wordt efficiënte inzet nog belangrijker. Aandacht voor verbeterde spuittechnieken en robottechnologie kunnen helpen om het virusprobleem ook in de toekomst te blijven beheersen.
Een belangrijke ontwikkeling in 2023 zijn nieuwe maatregelen omtrent het stapelen van middelen. Dit houdt in dat het aantal toepassingen van verschillende middelen wordt opgeteld en gemaximeerd (bijvoorbeeld bespuitingen met Sumicidin® Super en Sumi-Alpha®). In de praktijk zijn er hierdoor minder behandelingen mogelijk. Belangrijk is dat u als kweker zo goed mogelijk met de middelen omgaat en waar mogelijk de spuittechniek verder optimaliseert. Kies daarbij vooral ook de juiste spuitmomenten. Vermijd bespuitingen overdag. Want zeker onder zonnige omstandigheden werken de middelen aantoonbaar minder lang. Door te kiezen voor een bespuiting in de avond, kan al snel een dag werking in het schema worden gewonnen.
Bekend is dat virusoverdracht grotendeels vanuit het eigen materiaal plaatsvindt. De selectie blijft daarom een belangrijk wapen tegen virusoverdracht. Hoopgevend is de doorontwikkeling
van de virusrobot. Onverminderd wordt door ontwikkelaars gewerkt aan de algoritmes die de machine in staat stelt om ziek van gezond te onderscheiden. Net als bij de mens gebeurt dit visueel. Bij de mens met het oog en op de robot met camera’s. Op een aantal relatiedagen wordt de werking van de robot uitgelegd. Alle reden om langs te komen.
Onderzoek in pioenrozen
“De pioenrozenteelt groeit sterk” vertelt Jeroen Groot, teeltadviseur bij Agrifirm-GMN. “Om onze klanten goed te adviseren, is onderzoek in deze teelt van groot belang. Bedenk dat veel toelatingen in pioenrozen onder de KUG-regeling vallen.”
"Dit betekent dat fabrikanten veelal geen onderzoek doen naar gewasveiligheid. Dat en meer pakken we op met het Expertisecentrum Bloembollenteelt waarbij naast gewasveiligheid ook de werking van nieuwe middelen wordt onderzocht.”
Vast onderdeel binnen het onderzoek is en blijft de onkruidbeheersing. In 2023 liggen er diverse screenings- en lage doseringsproeven op het proefveld in Hem en in de praktijk. Jeroen daarover: “Een mooi voorbeeld van hoe belangrijk deze proeven zijn, betreft de toepassing van herbicide Devrinol® Het Expertisecentrum Bloembollenteelt heeft dit middel al meerdere jaren beproefd in de teelt van pioenroos. Hierdoor kon het supersnel na de toelating al veilig worden ingezet. In veel situaties komt Devrinol hierdoor standaard terug in de onkruidadviesschema’s.”
In de proeven is ook veel informatie verzameld over toepassingen met de middelen Fresco® en Oblix® (eveneens tegen onkruiden) en Pitcher® (tegen fusarium en botrytis).
Stuk voor stuk middelen die het verschil kunnen maken!