Bol&Teelt - Magazine voor klanten van Agrifirm-GMN

Page 1

Bol& Teelt

Magazine voor klanten van Agrifirm-GMN

Mulder kiest voor GMN Crop

Better together in de bloembollenteelt Dick Hordijk & Dennis Meijaard

Pioenroos: een teelt met flinke uitdagingen


Voorwoord

Samen het beste uit de bollenteelt halen Agrifirm en GMN: oorspronkelijk twee bedrijven met een eigen marktpositie en eigen specialismen. Nu: samen actief in de bloembollenteelt. Ruim een jaar na de samenvoeging kunnen we vaststellen dat het samengaan van beide bedrijven belangrijke voordelen oplevert. Dick Hordijk (CEO Agrifirm) en Dennis Meijaard (directeur sector bloembollen) vertellen daarover meer in deze Bol&Teelt. Als gevolg van corona was het afgelopen jaar lastiger om elkaar op relatiedagen en beurzen te ontmoeten. We wisten dat goed op te vangen door in kleine groepjes of zelfs individueel presentaties te verzorgen. Ook was er meer digitaal contact. Maar vanzelfsprekend waren onze adviseurs volop in het veld en bij klanten aanwezig. Dat contact is en blijft onmisbaar. Toch wilden we wat extra’s doen. Er is veel gebeurd en we hebben veel te vertellen. Daarom ligt nu het blad Bol&Teelt voor u. Met aandacht voor ontwikkelingen die een duurzame én economische teelt van bloembollen mogelijk maken. Met achtergrondinformatie, verhalen van telers en ook een reportage over ons Expertisecentrum Bloembollenteelt. Kortom een magazine voor u. Het beste uit de bollenteelt halen. Dat is waar wij graag samen met u voor gaan. Wij wensen u veel leesplezier met dit nummer van Bol&Teelt en kijken uit naar uw reactie. Agrifirm-GMN


Inhoud

4

In gesprek met Dick Hordijk en Dennis Meijaard over de voor de hand liggende samenwerking

Goede bolbehandeling is belangrijk om het plantgoed te beschermen

8 14

Expertisecentrum Bloembollenteelt in een nieuwe fase

Certificering almaar belangrijker

12 15 P roductontwikkelingen

07 M ilieu impact verlagen Biostimulanten in de bloembollenteelt

16 M ulder kiest voor GMN Crop In een gesprek aan de virtuele keukentafel vragen we naar zijn ervaringen

10 T eelt in beeld Pioenroos: een teelt met flinke uitdagingen

18 E en team van specialisten Onze adviseurs komen op de bedrijven en weten wat er speelt

11 V eilig omgaan met

19 Contact en agenda

gewasbeschermingsmiddelen

Colofon: Bol&Teelt is een uitgave van Agrifirm-GMN Redactie Frank van den Hoek en Laura Oosterbroek, Agrifirm-GMN Tekstbijdragen Arjo v.d. Berg, Jan Willem van der Meer, Jeroen Groot, Gerbrant Schilder, Klaas Troost, Paul Duindam, Jan Warmerdam, Dennis v.d. Schans, Jim Tol Interviews en tekstredactie Douwe Soepboer, Reach Brand Storytellers Ontwerp en opmaak Robert Luttikholt, Reach Brand Storytellers Fotografie Paula van der Post fotografie, Lex Broersen (Agrifirm-GMN), Illustraties Pauline Klein Paste Drukwerk Damen Drukkers.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

06 K lant aan het woord Kreuk BV al zestig jaar een hechte samenwerking

3


Interview

Better together in de bloembollenteelt Toen vorig jaar bekend werd dat Agrifirm en GMN gingen fuseren, was dat voor velen verrassend. In een gesprek met Dick Hordijk (CEO Agrifirm) en Dennis Meijaard (directeur sector bloembollen) wordt duidelijk dat de samenwerking juist heel erg voor de hand lag.

V

“Voor sommigen kwam het samengaan van Agrifirm en GMN misschien als een verrassing. Maar voor ons was al vanaf het begin duidelijk dat samengaan veel kansen oplevert”, zo steekt Dick Hordijk van wal. “De Nederlandse bloembollenteelt is toonaangevend in de wereld. Onze exportpositie is enorm en nergens is meer kennis van de bollenteelt dan in ons land. Tegelijk zien we ook vanuit diverse richtingen de roep om inkrimping van de landbouw, waarbij ook de bollenteelt onder een vergrootglas ligt. Die signalen kan je niet negeren. Daar moeten we op meebewegen en acteren. En het samengaan van Agrifirm en GMN gaat daarbij helpen.”

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Ondernemersgerichte aanpak

4

Dennis Meijaard (tegelijk met het samengaan begonnen als sectordirecteur) sluit daarop aan. “Wat mij vooral aanspreekt, is de landelijke dekking die we nu hebben met een breed team aan teeltspecialisten. Elke teelt en elke teler kunnen we nu nog beter met onze kennis en producten bedienen. Wat mij vanaf het allereerste moment opviel, is de ondernemersgerich-

te aanpak van onze adviseurs. Met daarbij de drive om van elkaar te leren en beter te worden. Better Together wordt hier echt in de praktijk gebracht.”

Duurzamer en winstgevend

Agrifirm is een groot bedrijf dat tot ver over de grenzen werkt. Met ruim 3.000 medewerkers en tientallen vestigingen. Wat dit betekent voor de sector bloembollen, daarover heeft Dick Hordijk een duidelijke visie. “Onze schaalgrootte biedt enorm veel voordelen. We hebben slagkracht, inkoopkracht en kunnen letterlijk over grenzen heen kijken. De bloembollensector is een van onze parels. Daar zijn we trots op. Ik ben ervan overtuigd dat we gezamenlijk de sector nog sterker gaan maken. Duurzamer en winstgevend. Innovatief en concurrerend. Wat daarbij helpt is onze organisatiestructuur met korte lijnen naar de leden. Dat past verrassend goed bij de cultuur van GMN waar telers veelvuldig contact hebben met de adviseurs en de ondersteunende diensten.”

Dick Hordijk CEO Agrifirm Voor ons was al vanaf het begin duidelijk dat samen verder gaan veel kansen oplevert.

Dennis Meijaard directeur sector bloembollen Wat mij vooral aanspreekt is de landelijke dekking met een breed team aan teeltspecialisten.


De bloembollensector is een van onze parels.

Expertisecentrum Bloembollenteelt Een sterke organisatie, met veel kennis en slagkracht. Wat dit de telers oplevert is uiteindelijk het allerbelangrijkste. “Wij zijn er voor de telers” maakt Dennis duidelijk. “Ik vat dat altijd als volgt samen. Onze kennis passen we toe met praktische adviezen. We moeten dus zorgen dat onze kennis bij de teler op het veld en in de schuur terechtkomt. In die zin was 2020 geen makkelijk jaar. Door corona was het organiseren van bijeenkomsten lastig en voor ieders veiligheid moesten contacten worden beperkt. Toch hebben we grote stappen gezet. GMN was altijd al sterk met proeven en proeftuinen. Met de introductie van het Expertisecentrum

Bloembollenteelt is dat nu uitgebouwd naar een landelijk netwerk waar we telers uit alle regio’s meenemen in nieuwe ontwikkelingen. Een ander voorbeeld is ons teeltregistratiesysteem GMN Crop. Dat ontwikkelen we door. Steeds meer telers ervaren de voordelen. Ook ons aanbod wordt breder met bijvoorbeeld bollennetten en prikbakken voor de broeierij vanuit de Agrifirm-kraam. En onze organisatie die nu al sterk is in logistiek, ict en communicatie, kunnen we nog beter maken.”

Schouder aan schouder

“Agrifirm-GMN staat”, vervolgt Dick Hordijk. “En dat is belangrijk. We kunnen trots zijn op wat we hebben bereikt. We zijn gewend om uitdagingen aan te gaan en ons

daarbij schouder aan schouder in te zetten voor een teelt die tegelijk duurzaam, toekomstbestendig en winstgevend is. Die uitdaging gaan we samen aan.” Dennis vervolgt: “Onze gezamenlijke kracht willen we ten volle benutten. Met adviseurs en teeltspecialisten die zich inzetten om ingewikkelde vraagstukken te vertalen naar de beste oplossingen. Bijvoorbeeld, hoe verder zonder mancozeb? Of zonder chlooroplossingen tegen onkruiden? Het is goed te weten dat we met deze en tal van andere vragen al in een vroeg stadium aan de slag zijn.”

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Dennis Meijaard en Dick Hordijk

5


Klant aan het woord

Kreuk BV Teelt circa 75 hectare bloembollen rond Callantsoog en Julianadorp. Het assortiment bestaat uit tulp, narcis, crocus, calla, allium en muscari. Het bedrijf zet in op duurzaam telen en nieuwe technologie. Veel aandacht is er voor bodemverbetering bijvoorbeeld door groenbemesters innovatief in te zetten.

Kreuk BV al zestig jaar een hechte samenwerking

Als klant wil je vooral een goed advies Kreuk BV is als sinds mensenheugenis klant bij GMN (Van der Meer). “Misschien wel 60 jaar” vertelt de huidige eigenaar Rob Kreuk. Jan Willem van der Meer is de vaste adviseur.

G Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Gemiddeld bezoekt Jan Willem het bedrijf van Rob elke drie weken. “Maar als er tussendoor vragen zijn, dan is het gerust vaker”, vertelt Jan Willem. Die hechte samenwerking is kenmerkend. Al decennialang. Rob daarover: “Ik ben in de eerste plaats klant voor het advies. Goede advisering is het allerbelangrijkst. Maar ook de snelheid van levering en flexibiliteit vind ik heel belangrijk.”

6

Jan Willem haakt daarop in: “Goede advisering is maatwerk. Rob heeft een aantal kleinere teelten zoals de muscari. Al meerdere keren heeft hij ons gevraagd om bepaalde middelen te beproeven in de proeftuin van het Expertisecentrum Bloembollenteelt. We spreken dan af dat Rob de bollen levert en wij het onderzoek doen. Zo onderzochten we al bladvoeding, onkruidbestrijding en ook alternatieven voor mancozeb waarbij we rekening houden met de uiterst gevoelige muscari teelt.”

Rob: “Dat is voor mij dus echt belangrijk. Het is gewoonweg te ingewikkeld om dergelijke proeven op je eigen bedrijf te doen. Ik ben daarom heel blij met de proeftuin. We weten zo wat er wel en niet werkt en kunnen daarmee ons voordeel doen in de praktijk.”

Nog beter advies door gewasspecialisten

Voor het samengaan tussen GMN en Agrifirm was Rob ook deels klant bij Agrifirm. “Die samenwerking verliep eveneens prima”, vertelt Rob. “Maar ik vind het samengaan perfect. Ik kan nu op één plek bestellen en krijg vanuit één bedrijf mijn adviezen. Bovendien is de aanpak nog breder. Zo helpt Stendert Schilder ons nu als adviseur in de calla’s.” Jan Willem daarover: “Dat is inderdaad een belangrijke volgende stap: het werken met gewasspecialisten. Kennis, ervaringen en adviezen kunnen we zo nog beter per klant afstemmen.”


Milieu impact verlagen

Biostimulanten in de bloembollenteelt

Nu of pas in de toekomst? Biostimulanten zijn relatieve nieuwkomers in de land- en tuinbouw. Binnen de reguliere teelt wordt vooral gestuurd met meststoffen om de groei te optimaliseren en met gewasbeschermingsmiddelen die ingrijpen bij ziekten en plagen. Biostimulanten zijn geen bestrijdingsmiddelen en ook geen meststoffen.

Wat zijn de bewijzen dat het werkt? De afgelopen jaren zijn tal van biostimulanten op de markt gebracht. Qua oorsprong en samenstelling zijn de verschillen enorm. Zo zijn er middelen op basis van bacteriën als (Rhizobium en Mycorrhiza) maar ook eiwitten, aminozuren en zeewierextract worden gebruikt. Biostimulanten kunnen zich zowel op de bodem als de plant richten. Zo zijn er producten die de plant weerbaarder maken tegen stress als gevolg van temperatuur of droogte. Andere maken de plant weerbaarder door betere beworteling. Verder zijn er biostimulanten die de plant minder afhankelijk van kunstmest maken en weer andere worden als bodemverbeteraar ingezet. Kort gezegd: biostimulanten zorgen voor een weerbaarder teelt door zowel de groeiomgeving als de plant sterker te maken.

Wat zijn de bewijzen dat het werkt? Het onderzoek naar biostimulanten is redelijk pril. Voortdurend komen er nieuwe middelen op de markt. Vanuit Agrifirm-GMN hechten we veel waarde aan onderzoek. Veelbelovende biostimulanten worden door ons Expertisecentrum Bloembollenteelt beproefd. Ook in de praktijk worden ze al ingezet om zo meer inzicht te krijgen in de effecten. Vanuit de kwekers is er veel interesse. Wij verwachten dat biostimulanten straks onmisbaar zijn in de bollenteelt, maar er is nog veel werk te verzetten.

1

Arjo van den Berg teeltspecialist Agrifirm-GMN “Biostimulant Agriculture+ wordt onder andere in de teelt van tulp en lelie toegepast en laat een vitaal gewas en een goede opbrengst zien. Biostimulanten hebben zeker toekomst in de bollenteelt.” Jan Ties Malda Specialist biostimulanten Cebeco (dochteronderneming van Agrifirm) “We kijken goed naar resultaten uit onderzoek van de fabrikanten. We selecteren producten waarvan wij meerwaarde verwachten. Zo scheiden we het kaf van het koren. Met het Expertisecentrum Bloembollenteelt doen we vervolgens aanvullend onderzoek om veelbelovende producten goed te kunnen positioneren in de schema’s.”

Hebben biostimulanten de toekomst? Biostimulanten gaan in toenemende mate bijdragen aan de geïntegreerde teelt van bloembollen. De middelen hebben geen residu en dragen dus bij aan het verlagen van de MRL en een nog duurzamere 5 teelt. Binnen Agrifirm-GMN investeren we daarom in kennis van biostimulanten.

Biostimulanten worden ingezet vanuit 5 thema’s 1 Bodemweerbaarheid 2 Beworteling/zetting 3 Temperatuur- en droogtestress 4 Plantweerbaarheid 5 Bewaarkwaliteit

4 3

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

2

7


Onderzoek & innovatie

Onderzoek en proeven gericht op praktische toepassingen

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Expertisecentrum Bloembollenteelt in een nieuwe fase

8

Afgelopen jaar, na het samengaan tussen Agrifirm en GMN kreeg de bestaande proeftuin de nieuwe naam Expertisecentrum Bloembollenteelt. Onder deze naam worden proeven en experimenten de komende jaren verder uitgebreid en uitgebouwd.

D

De bloembollenteelt in Nederland is circa 20.000 ha groot. Vergelijk je dat met akkerbouw of met de melkveehouderij, dan is dat een relatief klein areaal. Tegelijkertijd is de Nederlandse bloembollenteelt wereldwijd trendsettend en zeer kapitaalsintensief. Een belangrijke sector dus. Om de sector toekomstbestendig te houden, is onderzoek van groot belang. Bijvoorbeeld om nieuwe middelen toegelaten te krijgen tegen ziekten, plagen en onkruiden. Maar ook voor onderzoek naar bemesting, het optimaliseren van het bodemleven en het inzetten van biostimulanten. Het Expertisecentrum Bloembollenteelt is op al deze terreinen actief. Thijs Wester en Roos de Wit vertellen er graag over.

Kennis is ons belangrijkste doel “Als ik het mag samenvatten wat ons belangrijkste doel is?”, begint Thijs, “dan is dat het opbouwen van kennis. Kennis die we vervolgens beschikbaar stellen aan de teeltadviseurs en de klanten van Agrifirm-GMN.

Nieuwe teeltoplossingen

De kern van al dit onderzoek is om bestaande middelen zo effectief mogelijk in te zetten en waar mogelijk nieuwe middelen toegang te geven tot de markt. Dat beperkt zich al lang niet meer tot alleen chemie. Steeds meer worden biostimulanten, basisstoffen en biologie betrokken bij het onderzoek. Roos daarover: “We hebben minder chemie tot onze beschikking en daarom moeten we zoeken naar alternatieven. Die zijn er, maar van veel producten is nog weinig bekend. Dit geldt mogelijk nog meer voor toepassingen in de bloembollenteelt. Onze taak is om de beste middelen eruit te filteren. Dat doe je niet eventjes. Daar is vaak jarenlang onderzoek voor nodig, ook omdat de omstandigheden van jaar tot jaar enorm kunnen verschillen.”

Direct naar de praktijk

Het onderzoek door het Expertisecentrum Bloembollenteelt is heel praktijkgericht. Er liggen proeven in de eigen proeftuinen, maar ook bij kwekers is het veld. Vaak worden proeven opgesteld op basis van problemen waar een kweker tegen-


Kennis bouwt het Expertisecentrum Bloembollenteelt op met een breed programma aan proeven gericht op:

Middelen onderzoek (toelatingen) In opdracht van fabrikanten wordt toelatingsonderzoek verricht. Het Expertisecentrum Bloembollenteelt is hiervoor GEP- en TNG-gecertificeerd. Daarnaast richt onderzoek zich op KUG-toelatingen, vooral belangrijk voor kleine teelten.

Demo onderzoek Dit is vooral onderzoek naar specifieke problemen zoals Fusarium, Botrytis, onkruidbestrijding en virusoverdracht. In de proeven worden middelen en doseringen met elkaar vergeleken.

Onderzoek toepassingstechnieken De juiste toepassingstechniek is belangrijk bij zowel dosering als effectiviteit. Een voorbeeld is bolbehandeling.

aan loopt: Thijs: “Dan komt een adviseur naar ons toe met een specifieke vraag en wij kijken dan of er mogelijkheden zijn. De lijnen zijn dus superkort.” Die korte lijnen gelden ook voor de uitkomsten van het onderzoek. Resultaten worden aangeleverd bij de adviseurs die er daarna, in het veld bij de klant, hun voordeel mee doen. Dat kwekers betrokken zijn, blijkt vooral ook uit het bezoek aan de open dagen en demodagen. “Dat was dit jaar wat anders dan we gewend zijn,” merkt Roos op. “Door corona kwamen kwekers meer op uitnodiging. Ik vond dat heel goed gaan met veel ruimte voor persoonlijke gesprekken. Maar natuurlijk heb ik ook de

gezelligheid en het netwerken tijdens de open dagen gemist. Daar kijk ik echt weer naar uit.”

Prioriteiten in 2021

Een speerpunt is de vervanging van mancozeb dat in 2021 voor het laatst mag worden gebruikt. Elke kweker kent het grote belang van dit product en ervaart het gemis ervan. Daarom heeft dat dit jaar echt de allergrootste prioriteit. Ook op het terrein van onkruidbestrijding worden in 2021 tal van proeven aangelegd. Het middelenpakket wordt steeds smaller. Dat opvangen vraagt om een creatieve en innovatieve aanpak.

Thijs Wester Zoon van een bloembollenteler studeerde aan de HAS in Den Bosch Sier- en voedingstuinbouw. Na een aantal jaren op het eigen bedrijf maakte hij in 2006 de keuze voor zijn passie: het doen van onderzoek.

Roos de Wit Studeerde eveneens in Den Bosch (Research en innovatie) en deed onderzoekservaring op in de VS binnen het flower bulb research program. Sinds 2017 werkt zij bij het Expertisecentrum Bloembollenteelt.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

We hebben minder chemie tot onze beschikking en daarom moeten we zoeken naar alternatieven.

De drijvende krachten van het Expertisecentrum Bloembollenteelt

9


Teelt in beeld

Pioenroos: een teelt met flinke uitdagingen De teelt van pioenrozen is meerjarig. Dat brengt extra uitdagingen met zich mee. Agrifirm-GMN is vanaf het begin betrokken bij de teelt en onderkent het belang van meer kennis en onderzoek. Bijvoorbeeld bij het beheersen van onkruiden. Jarenlang onderzoek levert veel informatie op. Zo komt het middel Devrinol naar voren als veelbelovende oplossing tegen onkruiden.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Pioenrozen worden geteeld in een keur aan variëteiten, kleuren en bloemtypen. Dat maakt deze teelt bijzonder aantrekkelijk voor zowel supermarkten als bloemisten. Dat het product goed is te bewaren, is een voordeel. Dit alles maakt dat de teelt verder gaat toenemen in volume. Er zijn veel uitdagingen die ongetwijfeld door de kweker worden herkend. Onder andere op het terrein van onkruidbestrijding, Botrytis (in de knop), Phytophthora, hagelschot, bladaaltjes en op kleigronden de aantasting door slawortelboorder.

10

Jeroen Groot en Gerbrant Schilder zijn binnen Agrifirm-GMN de gewasspecialisten pioenrozen. Na jarenlang praktijkonderzoek in Wervershoof wordt het onderzoek nu voortgezet op een praktijkperceel in Hem onder de rook van

Venhuizen. Het Expertisecentrum Bloembollenteelt doet er onkruidbestrijdingsproeven (bodemherbiciden en rijenbespuiting), bemestingsproeven en middelenonderzoek tegen Botrytis. Ook maakt Agrifirm-GMN zich hard voor het behouden of verkrijgen van KUG-toelatingen. De regeling KUG (Kleine Uitbreiding Gewasbeschermingsmiddelen) is bedoeld om gewasbeschermingsmiddelen in kleine teelten toegelaten te krijgen.

Het delen van resultaten

In mei worden de eerste resultaten van de lopende proeven gedeeld. Bij voorkeur in het proefveld met bezoek. Mocht dat nog niet kunnen, dan worden klanten door de adviseur op de hoogte gebracht van de belangrijkste inzichten.

Het belang van praktijkonderzoek in pioenrozen

■D e onkruidbestrijding in de meerjarige teelt

van pioenrozen is uitdagend. Het middel Devrinol komt sterk uit de proeven. Deze winter werd dit product daarom bij veel bedrijven toegepast. Meestal op een deel van de pioenrozen om zo opnieuw te kunnen vergelijken. ■ I n Botrytis-proeven is vooral gekeken naar mogelijkheden om het schema groener te maken. Dit door de plant sterker en weerbaarder te maken met de inzet van biostimulanten, bacteriepreparaten, gisten en bladvoeding.


Veilig omgaan met gewasbeschermingsmiddelen Laat veiligheid voorop staan. In de opslag, op het erf en met de spuitmachine. Op deze pagina leest u een aantal ontwikkelingen.

Easyconnect Veilig vullen en reinigen van verpakkingen Easyconnect is een systeem waarmee een verpakking met gewasbeschermingsmiddel zonder morsen wordt geleegd. Plastic verzegelingen onder de dop zijn niet meer nodig en kunnen dus ook niet meer in water terechtkomen. De verpakking wordt automatisch gereinigd op de installatie. Het is dus veilig voor zowel het milieu als de gebruiker. ■ Minder emissie ■ Minder blootstelling ■ Eenvoudiger registratie

Veilige opslag

Veilige opslag van gewasbeschermingsmiddelen is van belang voor ieders veiligheid. Let daarbij goed op uw opslagruimte of kast. Deze moet: ■ stevig en afsluitbaar zijn en dus niet toegankelijk voor onbevoegden; ■ droog en koel zijn (wel vorstvrij), voorkom daarbij direct zonlicht op en in de kast; ■ ordelijk en overzichtelijk zijn ingedeeld waarbij de verpakkingen goed zichtbaar zijn; zo wordt beschadiging of vermenging voorkomen;

Easyconnect is een initiatief van de GBM-fabrikanten Adama, BASF, Corteva, Nufarm en Syngenta. Met Easyconnect zetten zij in op emissiereductie en het veilig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Door middel van een zogenaamd closed transfer system wordt blootstelling aan de middelen gereduceerd. Dit jaar zijn er nog pilots. Naar verwachting wordt het systeem vanaf 2021/2022 geïntroduceerd. Vanaf 2024 is het verplicht.

■ g eschikt zijn om vaste stoffen boven op te slaan en vloeistoffen onderin met daarbij een goede lekbakvoorziening.

400 kg of meer opslag Bovenstaande geldt bij een opslag tot 400 kg. Bij een opslag groter dan 400 kg zijn aanvullende richtlijnen opgenomen, onder andere inzake brandveiligheid, bouwkundige eisen en bodembeschermende voorzieningen. Wees hierop alert.

Emissie bij bolbehandeling Een tiental bloembollenbedrijven deed de afgelopen jaren mee aan het project schoon erf en schone sloot (een initiatief van KAVB). Zij zetten zich in om onnodige emissie van gewasbeschermingsmiddelen tijdens het ontsmetten van bollen te voorkomen. Gebleken is dat met een aantal relatief eenvoudige maatregelen de emissie naar riool en sloot sterk reduceert (tot wel 99 procent reductie). Alle reden om hier werk van

te maken. Per bedrijf kunnen de maatregelen verschillen, maar onderstaande maatregelen blijken zeer effectief: ■ werk in een overkapte ruimte; ■ gebruik droogrijmatten en roosters voor intern transport; ■ gebruik twee heftrucks, voor binnen en buiten en voorkom zo verspreiding; ■ laat de bollen lang en goed uitlekken.

Door bewust aan de slag te gaan en kritisch te kijken naar oorzaken en mogelijke oplossingen kan veel worden bereikt. Betrek hierbij de medewerkers!


Onderzoek & innovatie

Innovaties in bolbehandeling Om bloembollen te beschermen tegen schimmelziekten zoals Botrytis, Fusarium en Rhizoctonia, maar ook tegen mijten en aaltjes, worden de bollen behandeld voor het planten. De behoefte aan minder emissie naar het oppervlaktewater en minder blootstelling aan de toepasser bij deze behandeling wordt terecht groter.

A

Alle reden om te innoveren en onderzoek te doen naar nieuwe technieken om het plantgoed te behandelen. Agrifirm-GMN is met het Expertisecentrum Bloembollenteelt hierbij nauw betrokken en past samen met telers nieuwe technieken toe in de praktijk.

Een gezonde teelt begint met gezond uitgangsmateriaal Een goede bolbehandeling is belangrijk om het

plantgoed te beschermen en daarmee de kwaliteit van de oogst te optimaliseren. Traditioneel werd het plantgoed gedompeld. Later volgden douchen en schuimen, met als belangrijk voordeel dat kruisbesmetting, zoals in een dompelbad, kan worden voorkomen. Toevoeging van een foamcoat bij het schuimen zorgt dat het middel goed aan de bol ‘plakt’ waardoor er tijdens het planten geen stof vrijkomt. Dat is natuurlijk prettig voor de gebruiker.

Overzicht met eigenschappen

Douchen

• Vlak voor planten toe te passen • Weinig restvloeistof • Geringe opname dompelvloeistof door bij houten fust • Stabiele vloeistof concentratie door kleinere batches • Kleinere batches maakt wisselen in middelen gemakkelijk • Kans op kruisbesmetting • Lange uitdruiptijd

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Dompelen

12

Coaten

• Kan kort voor het planten worden uitgevoerd • Snelle hechting • Fust niet mee in behandeling • Geen stof tijdens planten • Weinig restvloeistof • Bollen moeten uit de kist om behandeld te worden

• Goede opnamen van de vloeistof • Vlak voor planten toe te passen • Kans op kruisbesmetting • Restvloeistof • Lange uitdruptijd • Opname dompelvloeistof bij houten fust


Nieuwe ontwikkelingen

Coaten Deze techniek komt voort uit de zaadcoatingindustrie. Het coatingproduct en de foamcoat zijn ontwikkeld door Agri Treat Projects. De vloeibare coating met daarin de beschermingsmiddelen wordt via een sproei-element op de bollen, die over transportrollen bewegen, aangebracht. De coating hecht zich aan de buitenkant en trekt langzaam in de bol. Door de hechtingscapaciteit is de kans op lekken vanuit de kist nihil. De transportrollen zorgen voor een goede verdeling. Onderzoek door het Experticecentrum Bloembollenteelt toont aan dat de coating het effect van boldompeling het meest benaderd.

In-Flow schuimen Deze techniek is gebaseerd op het traditioneel schuimen. De bollen gaan hier echter uit de kist en komen via een transportband in contact met een laag schuim met gewasbeschermingsmiddelen. Tijdens het ‘inrollen’ in de kist, wordt het schuim verder verdeeld. Met deze methode is optimaal doseren mogelijk en kan het doorlekken, of de productie van overtollig schuim, worden voorkomen.

Foamcoaten Een vervolgstap in de ontwikkeling van de coating is de foamcoat. Dit product heeft dezelfde hechtende waarde als het coaten maar is opgelost in schuim. Hierdoor wordt een betere verdeling gerealiseerd. Het schuim dat geproduceerd wordt, droogt op en komt niet meer los waardoor de productie van stof tot het minimum wordt beperkt.

De laatste jaren zijn er twee nieuwe technieken bijgekomen: In-flow schuimen en coaten. Beide technieken zijn ontwikkeld om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen verder terug te dringen en tegelijkertijd een optimale bescherming van de bloembol te realiseren. De nieuwste stap in de ontwikkeling van de coattechniek, is het foamcoaten, dit is coaten met behulp van schuim. Een nieuw schuimmiddel verbetert de hechting van de middelen. Dit seizoen doen verschillende kwekers ervaring op met coaten, foamcoaten en In-flow schuimen. De resultaten in het veld worden dit seizoen op de voet gevolgd.

Schuimen

Foamcoaten

• Kan kort voor het planten worden uitgevoerd • Snelle hechting • Fust niet mee in behandeling • Geen stof tijdens planten • Weinig restvloeistof • Bollen moeten uit de kist om behandeld te worden

Wat is de beste techniek?

In-flow schuimen

• Hoge doorloopsnelheid • Fust niet mee in behandeling • Weinig restvloeistof • Bollen moeten uit de kist om behandeld te worden • Wachttijd nodig voor het oplossen van het schuim • Vrijkomen van stof tijdens het planten

Dit is sterk afhankelijk van de teelten, het assortiment en de bedrijfsvoering. Veel factoren spelen hierbij een rol. De teeltspecialisten van Agrifirm-GMN adviseren hierin.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

• Hoge doorloopsnelheid • Wisselen in middelen eenvoudig • Geen kruisbesmetting buiten het behandelde fust • Vrijwel geen opname van vloeistof door het fust • Weinig restvloeistof • Wachttijd nodig voor het oplossen van het schuim • Goede fustkwaliteit is een voorwaarde • Vrijkomen van stof tijdens het planten

13


Certificering

Certificering almaar belangrijker De roep om certificering vanuit de markt wordt steeds luider. Twee jaar geleden is op initiatief van Anthos het Platform Duurzame bloembollenteelt opgericht. Ook de bloemenveiling speelt met een verplichte milieuregistratie actief in op wettelijke eisen ten aanzien van duurzaamheid. Agrifirm-GMN biedt klanten, onder andere met GMN Crop, advies en ondersteuning. In dit artikel zijn de voornaamste kenmerken van een aantal certificaten op een rijtje gezet.

Verplichte milieucertificatie bloemenveiling

GMN Crop helpt bij registratie en certificering

Voor meer informatie over de verschillende certificeerders kunt u terecht op de websites van de betreffende instanties. Op www.sustainablesuppliers.nl staat veel informatie over certificering in de bloembollenteelt. Neem ook gerust contact op met onze GMN Crop specialisten, of ga naar www.gmncrop.nl.

GMN Crop helpt telers bij het registreren van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Met het programma kunnen snel en eenvoudig rapportages worden aangeleverd bij controlerende instanties.

Belangrijke Certificaten MPS-ABC (Bedrijfscertificaat) • Registratie van verbruiksgegevens gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, energie, water en afval;

certificeringsschema is gelijkwaardig aan dat van GLOBALG.A.P. Eisen op het gebied van traceerbaarheid, milieu, veiligheid en hygiëne. • Gewasbescherming: registratie ver-

• Gewasbescherming: registratie verbruik gewasbeschermingsmiddelen (4-wekelijks). • Bodem en bemesting: teelt- en bemestingsplan/bodembeheer-

bruik gewasbeschermingsmiddelen

plan. Gericht op zo weinig mogelijk

(4-wekelijks).

(meststoffen)verlies. Registratie van

• Bodem en bemesting: teelt- en

meststoffen.

bemestingsplan/bodembeheerplan.

lat; een schaal van 0 tot 110 punten.

Deze dienen te zijn gericht op zo

PlanetProof (Bedrijfscertificaat)

weinig mogelijk (meststoffen)verlies.

• Is gericht op een duurzame teelt en

bruik gewasbeschermingsmiddelen

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Meer informatie

geeft een score op een milieumeet• Gewasbescherming: registratie ver-

14

GMN Crop voldoet binnenkort (naar verwachting in april 2021) ook aan de eisen voor verplichte milieuregistratie door de bloemenveiling. Met de koppeling van GMN Crop aan GlobalG.A.P. IDA wordt voldaan aan de veilingeis. Voor broeiers en kwekers van bloemen en vaste planten betekent dit een gebruiksvriendelijke oplossing.

Registratie van meststoffen.

• Bodem en bemesting: registratie verbruik meststoffen.

bedrijfsvoering. • Er moeten doelen (bovenwette-

(4-wekelijks).

GlobalG.A.P. (Productcertificaat)

lijke eisen) worden behaald op

• Voor bloembollen en vaste planten

tien onderwerpen waaronder

is GLOBALG.A.P. bloemen en plan-

gewasbescherming, biodiversiteit &

MPS-GAP (Bedrijfscertificaat)

ten van toepassing. Telersverenigin-

landschap en verpakkingen.

• Een geldige MPS-ABC kwalificatie is

gen en coöperaties kunnen zich als

een van de eisen van MPS-GAP. Het

geheel laten certificeren.


Productontwikkelingen

Knolcyperus onderschat het niet!

Wat maakt knolcyperus zo schadelijk? Niet de bloei waardoor zaden worden verspreid, is het probleem bij knolcyperus. Het zijn de knolletjes die zorgen voor problemen. Die kunnen tot wel 30 jaar in de bodem overblijven. Eén knolletje kan 10 tot 12 keer uitlopen en honderden bovengrondse planten aanmaken over een oppervlakte van diverse vierkante

meters. Waarna opnieuw weer honderden knolletjes worden gevormd. Vermeerdering gaat dus razendsnel.

Samen inzetten op bestrijding Een eenduidig effectief middelenpakket tegen knolcyperus is er (helaas) niet. Bij vaststelling van een besmetting wordt het perceel door de NAK geregistreerd en daarna gemonitord. Chemisch bestrijden is uitermate lastig, ook omdat er minder middelen beschikbaar zijn. Nieuwe opties zijn: biologische behandeling en elektrocutie. In een gecontroleerde omgeving (in afgesloten kisten) doet het Expertisecentrum Bloembollenteelt proeven die kunnen bijdragen aan een oplossing.

Na 2021 valt het doek voor mancozeb De landbouw als geheel, maar zeker ook de bollenteelt heeft met mancozeb een machtig wapen in handen. Sterk op onder andere Botrytis en Alternaria en tegelijk een middel dat de plant voedt met mangaan, zink, een fractie zwavel en stikstof. Nu mancozeb verdwijnt, is het belangrijk alternatieven te vinden. En die zijn er.

Minder milieubelasting, meer maatwerk Het verbod op mancozeb geeft, hoe gek het ook klinkt, de bollenteelt ook ruimte. De hoeveelheid werkzame stof wordt minder en draagt bij aan minder milieu impact. In de plaats van mancozeb komt er een breder pakket aan oplossingen met daarin: • biostimulanten die de plant sterker en weerbaarder maken; •b ladmeststoffen die de bemestende waarde opvangen; • v ervangende bedekkingsfungiciden zoals Solofol en Malvin. Het Expertisecentrum Bloembollenteelt voert ook komend seizoen weer tal van proeven uit om een bollenteelt zonder mancozeb te bewerkstelligen.

Wijzigingen

toelatingen bloembollen

Producten die verdwijnen Product

Fabrikant

Te leveren tot

Te gebruiken tot

Calypso

BAYER

-

3 maart 2021

Bariard®

BAYER

-

3 maart 2021

Montego®

BAYER

30 november 2021 30 mei 2022

Topsin M®

CERTIS

19 oktober 2021

®

19 oktober 2021

Producten met een gewijzigd etiket (toepassing) Product

Fabrikant

Wijziging

Amistar®

Syngenta

Bloembollen brede toepassing (3 ltr/ha)

Allstar®

BASF Uitbreiding met toepassing als veurbehandeling in lelie voor de onbedekte teelt (0,8 ltr/ha)

Vydate®

CORTEVA Uitbreiding met een toepassing in dahlia,

Asulam®

UPL Tijdelijke vrijstelling voor o.a. lelie, tulp

gladiool en zantedeschia (20-40 kg/ha) en hyacint (3 x 2 ltr/ha) Mirador ®

Adama Bloembollen brede toepassing (3 ltr/ha)

• De producten Amistar®, Allstar®, Vydate® en Mirador® hebben in deze teelten een KUG toelating. • Raadpleeg altijd het etiket voor de toepassing.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

De moeilijk bestrijdbare knolcyperus rukt op. Ook in de bollenteelt zijn de problemen aanzienlijk. Voldoende reden om met alle beschikbare kennis en middelen dit probleem aan te pakken. Belangrijk is dat de kweker de knolcyperus snel herkent en samen met adviseurs kijkt naar bestrijdingsmogelijkheden en het beperken of voorkomen van verspreiding.

15


Klant aan het woord

Mulder kiest voor GMN Crop Gijs Mulder is 23 jaar en beoogd opvolger van het familiebedrijf Mulder Tulips in Rutten (Noordoostpolder). Als klant van Agrifirm merkte hij dit jaar direct al de voordelen van het samengaan van Agrifirm met GMN. In een gesprek aan de virtuele keukentafel (Teams) vragen we naar zijn ervaringen.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Samen meer kennis in huis

16

Het samengaan tussen Agrifirm en GMN levert voordelen op, vertelt Gijs. “De bollenteelt is klein en vrij exclusief. Als je de beschikbare kennis bundelt, dan is dat gunstig. We zijn al enkele jaren volledig klant bij Agrifirm. Zij leveren zowel de gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en netten. Dat totaalplaatje zie ik als een voordeel. Met onze adviseur Siebe Seepma hebben wij goed contact. Het beeld dat ik van GMN heb is, dat het een gespecialiseerd bedrijf is met veel kennis. Dat is belangrijk voor ons als telers.”

Nieuwe gebruiker van GMN Crop

Nu Agrifirm en GMN zijn samengegaan, is het GMN Crop teeltregistratiesysteem ook makkelijker toegankelijk voor klanten van Agrifirm. Gijs is daar blij mee. “Tot vorig jaar maakten we gebruik van AgroVision met een aparte applicatie Comwaes voor de bollenteelt. Ik was niet heel enthousiast over het systeem omdat het invoeren omslachtig is. Toen duidelijk werd dat Comwaes stopte, was mijn keus snel gemaakt. Ik ervaar nu al dat GMN Crop veel overzichtelijker is. Het is natuurlijk ook perfect dat je met je telefoon op locatie al kunt registreren. Dat gebruiksgemak waardeer ik.”


Ik ervaar dat GMN Crop veel overzichtelijker is

Gijs vervolgt: “Zeker ook ideaal is de Cropeye, waarmee waarnemingen op locatie kunnen worden gedaan. Omdat Siebe (adviseur) ook toegang heeft, kan hij mij direct met foto’s inlichten over bijvoorbeeld ziekten of onkruiden die hij waarneemt.”

Verbeterpunten?

Zijn er nog wensen willen we weten? “Jazeker,” zegt Gijs “binnenkort wordt het voorraadbeheer van gewasbeschermingsmiddelen gekoppeld aan het gebruik. Dat scheelt weer administratie. Dat zou ik ook wel bij de meststoffen willen. Van Gerbrant (adviseur GMN Crop) begreep ik dat die vraag nog niet veel gesteld is. Maar misschien verandert dat als meer telers dit artikel lezen. Ik heb begrepen dat bij de ontwikkeling van dit systeem er veel is geluisterd naar de telers. Dus ook op dit punt zal dat waarschijnlijk wel gebeuren. Maar onder de streep ben ik nu al heel tevreden. GMN Crop biedt mij overzicht en gemak. Punt.”

Over het bedrijf De grootouders van Gijs hadden eerder een bollenbedrijf in Breezand, Noord-Holland. In 1984 gingen ze op zoek naar meer ruimte. Die vonden ze in de Noordoostpolder. In totaal teelt het bedrijf er tegenwoordig circa 40 tulpenrassen op 95 hectare.

Nettenteelt op zand en klei In de loop der jaren is het bedrijf meer op kleigrond gaan telen en werd spoelen noodzakelijk. Vooral voor export is er geen kruimel grond aan de bollen toegestaan. Maar door het spoelen ontstonden vaker problemen met Fusarium. Bij collega-bedrijven werd informatie ingewonnen over de nettenteelt. Spoelen is dan meestal niet meer nodig en Fusarium krijgt minder kans. Op basis van positieve reacties van andere telers werd relatief snel de overstap gemaakt.

GMN Crop Teeltregistratiesysteem voor de bloembollenteelt

Meer informatie? Wilt u net als Gijs Mulder ook aan de slag met GMN Crop? Of wilt u GMN Crop eerst een maand proberen? Dat kan. Ga naar gmncrop.nl of neem contact op met ons kantoor of uw adviseur.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Het GMN Crop teeltregistratiesysteem is samen met telers ontwikkeld voor de bloembollenteelt. Optimaal afgestemd op wat telers vragen. Met GMN Crop optimaliseert u uw bedrijfsvoering. Het levert u tijd en geld op. En u voldoet aan wettelijke eisen en (toekomstige) certificatie-verplichtingen.

17


Agrifirm-GMN

Eén team met vak- en gewasspecialisten Advies en teeltbegeleiding is in de eerste plaats mensenwerk. Onze adviseurs komen op de bedrijven en weten wat er speelt. Ze informeren u over actuele ontwikkelingen op het gebied van toelatingen, meststoffen, wetgeving en andere topics die in de sector spelen. Ook beschikken zij over de meest recente onderzoeksresultaten van het Expertisecentrum Bloembollenteelt. Daarbij kiest elke adviseur voor eigen specialisaties op het terrein van gewasbescherming, bemesting of biostimulanten. Maak hieronder kennis met twee van onze adviseurs:

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Dennis van der Schans Praktijkman en adviseur

18

Vooral telers in de provincies Groningen, Drenthe en Overijssel kennen Dennis. Inmiddels is hij ruim vier jaar werkzaam als adviseur. Dennis kent de praktijk, want daarvoor was hij tien jaar in dienst bij een bloembollenteler. Daar was hij verantwoordelijk voor het rooien en het spuiten. In de praktijk heeft Dennis veel te maken met vragen over onkruidbestrijding en bolbehandeling, bijvoorbeeld over wel of niet coaten. Hoofdzakelijk adviseert hij in lelies en tulpen maar in toenemende mate ook in gladiolen en pioenen. Belangrijk aandachtspunt voor Dennis is het verder optimaliseren van de teelt en dus zo effectief mogelijk omgaan met de beschikbare middelen.

Jan Warmerdam Het bollenvak is het mooiste vak ter wereld

Jan begon in 2018 bij (toen nog) GMN en deed in de beginperiode onderzoek naar mogelijkheden om de bollenteelt te verduurzamen. In het onderzoek naar meer biologische middelen leerde hij veel over de mogelijkheden en ook over de beperkingen. Als zoon van een kweker vindt Jan het bollenvak nog altijd het mooiste vak ter wereld. Dus na de HAS-opleiding in Dronten was de keus snel gemaakt. Het directe dagelijkse contact met de teler, dat is elke dag weer mooi en waardevol. Een van de uitdagingen die Jan ziet is de kwaliteit van de bodem. Een gezond gewas begint bij een gezonde bodem. Als de structuur en het bodemleven in balans zijn, wordt het gewas weerbaarder.

Teeltadviseurs Agrifirm-GMN is de specialist in de bloembollenteelt met een groot aantal teeltadviseurs en (gewas)specialisten. Op de nieuwe website www.agrifirm-gmn.nl maakt u kennis met hen.


Contact met ú is het allerbelangrijkste In ons vakgebied is persoonlijk contact nog altijd de beste manier om kennis over te brengen. In deze coronatijden worden daarom vooral bijeenkomsten en relatiedagen gemist. Gelukkig beschikken we over technische middelen die ons helpen om u zo goed mogelijk te informeren en van dienst te zijn. En onder veilige omstandigheden blijven wij u bezoeken en adviseren in het veld.

Spuitlicentie Onderdeel van onze service is het organiseren van bijeenkomsten voor het verlengen van de spuitlicentie. Door corona was dit lastig. Bureau Erkenningen heeft houders van een spuitlicentie, die in de afgelopen periode één of meerdere spuitlicentie punten moesten halen, daarom uitstel verleend. Het huidige uitstel geldt tot 1 mei 2021.

E-learning modules Om nu al een punt te behalen, bieden wij klanten de mogelijkheid om dit online te doen. In samenwerking met spuitlicentie.nl mogen wij u een waardebon ter waarde van € 20,- aanbieden voor één van de E-learning modules. Heeft u hierin interesse? Neem dan contact op met onze klantenservice, tel. 088 47 47 000.

Proeftuinbezoek in 2021 Mei en juni Proeven voorjaarsbloeiers Proeftuin Breezand & Proeftuin Voorhout

Proeven tulpen Proeftuin Zwaagdijk

Proeven pioenrozen Proeftuin Hem

September en oktober Proeven zomerbloeiers Proeftuin Breezand

Proeven lelie & gladiool Proeftuin ROL (Vledder)

Schuurbijeenkomsten bolbehandeling Diverse locaties in Nederland

Proeven zantedeschia Noordelijk zandgebied

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

In de loop van het voorjaar hopen we binnen de geldende richtlijnen weer bezoekers op de proefvelden van het Expertisecentrum Bloembollenteelt te ontvangen. De rondleidingen worden over meerdere dagen en onder begeleiding van onze onderzoekers en teeltspecialisten gegeven. Meer informatie volgt later, maar hiernaast alvast een voorlopige planning

19


19

Agrifirm-GMN staat voor een landelijk netwerk met adviseurs, distributiepunten en proefvelden. Met gewasen teeltspecialisten, onderzoek en een breed samengesteld pakket aan gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, biostimulanten en hulpmiddelen biedt Agrifirm-GMN kwekers in Nederland ondersteuning en advies in de teelt van bloembollen.

23

6 14 5

22

8

3

18 7 17

2

24 4 15

9

20

11 27

16 25

13

12 1

26

10

21

Hoofdkantoor Agrifirm

01 Apeldoorn

Praktijk onderzoeklocties

Onderzoeklocties

02 Andijk 03 Anna Paulowna 04 Bovenkarspel 05 Breezand 06 Julianadorp 07 Slootdorp 08 ‘t Zand 09 Ursem 10 Deurne 11 Heemskerk 12 Hillegom 13 Noordwijkerhout

Servicepunt Agrifirm

14 Breezand 15 Hem 16 Voorhout 17 Z waagdijk-Oost 18 Vledder

19 Den Burg - Texel 20 Emmeloord 21 Margraten

Servicepunt AgrifirmGMN

22 Breezand 23 Julianadorp 24 Zwaagdijk 25 Voorhout 26 Horst 27 Heemskerk


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.