Bol & Teelt februari 2024 - Magazine voor klanten van Agrifirm-GMN

Page 1

Bol& Teelt

De mannen van de logistiek
“Goed aan de wedstrijd beginnen”
Jonne van der Hulst

In de bollenteelt telt elk detail

Agrifirm-GMN
Magazine voor klanten van

Voorwoord Elk detail telt

2023 was een uitzonderlijk nat jaar, met bovendien veel wind. Het was af en toe spitsroeden lopen om het gewas goed te beschermen. Voeg daaraan toe de restricties waar we mee hebben te maken. Het maakt ons vak er niet altijd makkelijker op.

Maar tegenwind maakt je sterker en creatiever. Misschien is dat wel de rode draad in deze Bol&Teelt. De manier waarop we telen wordt almaar verfijnder. We besteden daarom ook in dit nummer veel aandacht aan de optimale inzet van middelen en spuittechniek. Met in toenemende mate gebruik van data en nieuwe technologie.

Kleine aanpassingen in adviezen kunnen het verschil maken. Samen met diverse partners en binnen het Expertisecentrum Bloembollenteelt zoeken we naar oplossingen. Centraal bij dit alles staat u als teler en relatie van Agrifirm-GMN.

Tot slot nog even dit. Dit jaar verschijnt het magazine drie keer met achtergrondinformatie uit het vakgebied. Nieuws dat snel bij u binnen moet zijn, publiceren wij via de website en natuurlijk via onze e-mail nieuwsbrieven. Want ook wat betreft de informatievoorziening geldt: elk detail telt.

06 Samen in de coöperatie

Totaal Gewasaanpak

07 Fabrikant aan het woord

Pireco vertrouwt op de kracht van de natuur

10 Teelt in beeld Galanthus

11 Product, veiligheid en innovatie

14 Techniek en toekomst Effectiever met minder emissie

18 Een team van specialisten

Onze adviseurs komen op de bedrijven en weten wat er speelt

19 Product, veiligheid en innovatie

Colofon: Bol&Teelt is een uitgave van Agrifirm-GMN Redactie Frank van den Hoek en Eline Klaver, Agrifirm-GMN Tekstbijdragen Dennis Meijaard, Ruth de Groot, Willem Unger, Willem Piet, Jonne van der Hulst, Arjo van den Berg, Thijs Wester, Stendert Schilder, Patrick Lankamp, Aad van Zanten, Mark Smit, Dennis van der Schans, Erik Hogervorst, Maarten Houtenbos, Gert-Jan van Saase, Marco Jonkman, Lex Broersen, Gerbrant Schilder Interviews en tekstredactie Douwe Soepboer, DoorDouwe.com Ontwerp en opmaak Robert Luttikholt, Reach Brand Storytellers Fotografie Paula van der Post, Eline Klaver, Istockphoto Drukwerk Damen Drukkers.
pad met de mannen van logistiek
de bollenteelt telt elk detail
12 16
Inhoud Loonwerkersbedrijf Gebr. De Groot Op
In
4 8
3 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN
in de zomerbloeiers
Bolbehandeling

Loonwerkersbedrijf Gebr. De Groot BV

Specials in loonwerk voor de bloembollenteelt

De geschiedenis van loonbedrijf De Groot gaat bijna 70 jaar terug. Mechanisatie staat dan nog in de kinderschoenen. Maar de ontwikkelingen gaan snel en De Groot draagt tot op de dag van vandaag bij aan nieuwe ontwikkelingen. We spreken Ruth de Groot op het Bulb Trade Park in Noordwijkerhout waar het bedrijf sinds 2021 is gevestigd.

De rol van de loonwerker

Als er iets enorm is veranderd in de agrarische sector, en zeker ook in de bollenteelt, dan is het wel de schaalvergroting. Maar wat betekent dat voor de rol van de loonwerker? Ruth daarover: “Er is natuurlijk veel veranderd en bedrijven zijn gemiddeld groter dan toen ik begon. Tegelijkertijd zijn er ook nog altijd kleinschalige gespecialiseerde spelers actief. Beide type bedrijven kiezen voor de inzet van een loonwerker omdat ze zo kunnen beschikken over de beste machines; én over vakmensen die het materiaal perfect weten te besturen. Wat ik vaak terug hoor is dat onze klanten kiezen voor loonwerk om meer tijd en aandacht te hebben voor alle andere bedrijfsprocessen. Om ons werk zo goed mogelijk te doen, investeren wij niet alleen in machines en medewerkers, maar vooral ook in relaties. Onze klanten moeten altijd op ons aan kunnen. Ofwel afspraak is altijd afspraak.”

In het hart van de bollenstreek

In 2021 verhuist het bedrijf van Hillegom naar Noordwijkerhout. “Dat was een mooie stap”, vervolgt De Groot. “Het Bulb Trade Park biedt uitsluitend plek voor bollen gerelateerde bedrijven. Dat levert natuurlijk altijd mogelijkheden op om samen te werken, in ons geval is dat met een mechanisatiebedrijf. In de tweede plaats konden we onze gebouwen op deze plek helemaal naar deze tijd inrichten. Maar als belangrijkste voordeel zie ik nog altijd de ontsluiting, we zitten dichter dan ooit bij onze klanten.”

Specialist in bloembollen

“Bloemen en planten zitten in ons DNA”, vertelt De Groot enthousiast. “Als specialist willen we van toegevoegde waarde zijn in de bollenstreek. We willen telers volledig kunnen bedienen en ontzorgen. Daarom zijn we ook op het terrein van bemesting en plantverzorging zo compleet

Loonwerkersbedrijf Gebr. De Groot BV

In 1958 legt Johan de Groot de hand op een holder waarmee het loonwerk start. De vraag naar loonwerk is groot en het bedrijf groeit snel. In 1989 en 1990 komen de zoons Ruth en Henk in het bedrijf. Zij nemen de zaak in 1995 over. Het bedrijf groeit uit, met tegenwoordig een team van ca. dertien vaste medewerkers, tot een stabiele partner voor telers in het bollengebied. Met de verhuizing in 2021 naar het Bulb Trade Park is De Groot nog beter voorbereid op de toekomst.

Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 4 Klant aan het woord

mogelijk ingericht. Om een voorbeeld te geven. We kunnen voor onze klanten beregenen. Maar in een ‘normaal’ jaar is dat in dit gebied niet nodig. In de droge mei/ juni periode van 2023 bijvoorbeeld hebben we niet of nauwelijks beregend. Maar als het wel nodig is, dan zijn we er. Wij accepteren kortom dat niet elke machine altijd rendabel moet zijn. Omdat een deel van onze klanten ook grond buiten het gebied in gebruik heeft, zijn we ook daar actief. Tot aan België toe.”

Samenwerking met Agrifirm-GMN

Omdat de bollensector relatief klein is, heb je elkaar nodig. De Groot daarover: “De samenwerking met Agrifirm-GMN is daarbij belangrijk. Het aanbod aan middelen verandert. En daarnaast ligt het spuiten onder een vergrootglas. Jonne van der Hulst is mijn vaste adviseur. Met hem spreek ik de spuitschema’s door en regel-

matig lopen we samen door de teelten. Ik denk dat onze jarenlange spuitervaring en de kennis en nieuwste inzichten van Agrifirm-GMN mooi samenkomen.

Tussen telers zie ik overigens wel verschillen. Er zijn telers die de schema’s volledig aan ons overlaten en daarmee vertrouwen op onze kennis en kunde. Anderen zijn bovengemiddeld geïnteresseerd in plantgezondheid en zijn goed geïnformeerd over actuele ontwikkelingen. Ik vind dat belangrijk, want zo houd je elkaar scherp. De algemene trend is dat we met minder middelen hetzelfde willen bereiken. Dat vraagt ook veel van ons als loonwerker. Ik houd me zelf met het spuitwerk bezig. Zo blijf ik dicht bij de praktijk en weet ik wat er wel en niet kan.”

De sector verder vooruithelpen

Een van de grootste knelpunten in de sector is de beschikbaarheid van arbeid. Ruth de Groot hierover: “Het wordt steeds

moeilijker om vakmensen te vinden en te houden. Een belangrijk antwoord hierop is verdere automatisering en mechanisatie. Ook daaraan willen wij zeker ons steentje bijdragen. Zo zijn we samen met een mechanisatiebedrijf bezig met het ontwikkelen van een machine die hyacinten geautomatiseerd rechtop zet. Ook hebben we, eveneens samen met een mechanisatiebedrijf, een automatische kistenwisselaar achter de rooimachine bedacht. Het zijn vindingen die vanuit knelpunten of vragen vanuit de praktijk zijn ontstaan. Een nieuwe vinding waar we zeker trots op zijn, is een Amaryllis plantmachine die geautomatiseerd de plantgaten maakt met daarachter de plantkar. Het is een forse investering waarmee we opnieuw de sector vooruit willen helpen.”

5
Bol & Teelt | Agrifirm-GMN
Ruth de Groot

Totaal Gewasaanpak

Het antwoord op ecologische en economische vragen

De Europese landbouw staat voor grote veranderingen. Onder andere maatschappij en politiek eisen een ecologische transitie die voor telers soms als een vrijwel onmogelijke missie voelt. Willem Unger is directeur plantaardig bij Agrifirm. Hij deelt graag zijn visie met u als bollenteler.

R“Royal Agrifirm Group is een coöperatie van circa 10.000 Nederlandse boeren. Op diverse niveaus worden boeren geconfronteerd met toenemende eisen en regelgeving. Als Director Plant-Based Solutions bij Agrifirm bied ik onze klanten ondersteuning bij uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd en help ik kansen te benutten. Wij geloven in verantwoorde (voedsel)ketens voor toekomstige generaties, maar geloven ook dat dit alleen mogelijk is als we erin slagen om naast de ecologische, ook de economische impact van de agrarische sector te verbeteren. Ik ben ervan overtuigd dat dit mogelijk is door middel van een geïntegreerde teeltaanpak, ondersteund door data en digitalisering.

Milieu-impact en economie

Gewasbeschermingsmiddelen waren afgelopen decennia de sleutel voor productiviteit en efficiëntie. De ongemakkelijke waarheid is dat de (financiële) voordelen vooral ten goede kwamen aan de consument. De teler (de producent)

profiteerde veel minder. Hierdoor zijn de financiële middelen voor vergaande aanpassingen beperkt. Logisch dat nieuwe eisen en regels niet enthousiast worden omarmd. Daar komt bij dat we aan de grens zitten van onze productiviteit. Wij geloven daarom dat we pas een succesvolle transitie kunnen realiseren als we een goede balans weten te vinden tussen het verlagen van de impact op het milieu enerzijds en economische duurzaamheid anderzijds.

Groeicyclus als systeem

Als coöperatie nemen wij onze verantwoordelijkheid richting een duurzame teelt. Als we minder middelen tot onze beschikking hebben, kunnen we plagen en ziekten niet langer, of slechts deels, reactief bestrijden. De groeicyclus van gewassen kan worden gezien als een systeem waarbinnen we kunnen sturen en genezen. Dat is de essentie van de Totaal Gewasaanpak waarmee we op duurzame wijze opbrengsten en winstgevendheid op peil willen houden. Binnen deze aanpak

worden vernieuwende teelttechnieken zoals groene gewasbescherming, natuurlijke plaagbestrijding, mechanisch wieden of genetische resistentie gecombineerd met nieuwe (digitale) technologie en data. Of zoals op de website van Agrifirm staat te lezen: ‘Er wordt op basis van de specifieke doelen van de teler gestuurd op het eindresultaat. Denk bijvoorbeeld aan de verhoging van de opbrengst, een duurzame bedrijfsvoering of een verbetering van de kwaliteit van producten.’

Duurzame oplossingen

Uiteraard zijn dit grote uitdagingen. Maar er liggen veel kansen. Er is vanuit de markt veel vraag naar duurzame oplossingen met minder milieu-impact. Het is belangrijk dat we aan die eisen tegemoet kunnen komen. En de toegevoegde waarde ook weten te verzilveren. Als we daarnaast de gewasopbrengsten op peil kunnen houden, dan bereiken we ons doel: een economisch duurzame (of duurzaam economische) landbouwsector.”

Samen in de coöperatie Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 6

Pireco vertrouwt op de kracht van de natuur

De bloembollensector is relatief klein. Samenwerking is daarom belangrijk. Zeker bij het verder verduurzamen van de sector. Een van onze partners is Pireco. We spreken Willem Piet, technisch adviseur (glas)tuinbouw & bloembollen bij Pireco. Centraal staan twee biostimulanten. Nemater, een product dat de weerbaarheid in de bodem vergroot, ontwikkeling van haarwortels bevordert en dat door het verdwijnen van Vydate® met aandacht wordt gevolgd. En Folisec, een biostimulant die de gezondheid van de plant verhoogt, waardoor de kans op virusoverdracht door bladinsecten wordt verkleind.

Weerbare bodem met Nemater

“Door het verdwijnen van Vydate is er meer belangstelling voor Nemater”, aldus Willem Piet. “We trekken al langere tijd op met

Agrifirm-GMN om de toegevoegde waarde in de bollenteelt aan te tonen. We zien goede resultaten, ik durf te zeggen qua opbrengst vergelijkbaar met Vydate. Echter het werkingsprincipe is anders. Waar Vydate de aaltjes doodt, zorgt Nemater voor gezonde bodemomstandigheden, onder andere door de aanwezigheid van het kruid Tagetes. Na toepassing ondervindt de bol minder groeiremming door aantasting van nematoden. Ook stimuleert Nemater de ontwikkeling van het wortelgestel. Daardoor kan de plant meer voedingsstoffen en vocht opnemen en is beter bestand tegen stress.”

Gezonde plant met Folisec

Een ander veelbelovend Pireco product is Folisec dat de weerbaarheid van het blad verhoogt. Door het product samen met de standaard chemie toe te passen, hopen we het gewas voor vliegende luizen onaantrekkelijk te maken. Willem Piet: “Het aanbod aan insecticiden wordt minder. Samen met Agrifirm-GMN en het Expertisecentrum Bloembollenteelt onderzoeken we alternatieven. Folisec bevat onder andere het extract van de walnootboom. Het aroma van deze boom staat bekend om de werende werking op verschillende bladinsecten. In proeven hebben we Folisec gecombineerd met halve doseringen Sumicidin®. Dat leverde goede resultaten op. In hoeverre we met minder chemie kunnen? Dat is nog niet te zeggen. Maar we zijn wel op de goede weg.”

Visie

Met de producten van Pireco krijgen we nieuwe mogelijkheden om de plant weerbaarder te maken, waardoor we ondanks minder chemie en met een aangepaste strategie de plant gezond kunnen houden. Goed onderzoek is daarbij essentieel. Voor Nemater geldt dat we op basis van de actuele situatie, en de goede resultaten die we zien in de praktijk, het middel breder willen inzetten. Voor Folisec geldt dat we dit jaar wederom de effectiviteit in verschillende combinaties willen onderzoeken. Om straks mogelijk de bredere stap naar de praktijk te maken. Ons belangrijkste advies: bespreek vooral de mogelijkheden met uw adviseur en maak zo de juiste afwegingen.

het woord
Fabrikant aan
7 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN
Op pad met de mannen van de logistiek

Spoed of geen spoed: uw bestelling op tijd geleverd

Met één druk op de knop middelen, meststoffen of andere benodigdheden bestellen via de app of de adviseur; en kort daarna rijdt de vrachtwagen al bij u op de dam. Het lijkt zo logisch en eenvoudig. Maar er komt heel wat bij kijken om dit proces goed te laten verlopen. Om u een kijkje achter de schermen te geven, loopt de redactie een dag mee met Patrick Lankamp en Aad van Zanten, twee mannen van de logistiek.

PPatrick Lankamp is chauffeur op de vestiging in Limmen van Agrifirm-GMN. Daar begint zijn werkdag. Dagelijks vervoert hij de producten naar een grote groep vaste klanten. Maar de route is elke dag anders. “Dat is de vrijheid die ik zo waardeer in mijn werk” vertelt hij lachend. Zo’n 1,5 jaar geleden is Patrick begonnen als chauffeur bij Agrifirm-GMN, maar de transportsector is voor hem niet onbekend. “Ik zit al jaren op de vrachtwagen en maakte in het verleden lange dagen met veel verschillende klussen. Nu maak ik echt deel uit van een team en voel ik me veel meer betrokken bij de klanten die ik regelmatig bezoek.”

Laagdrempelig en persoonlijk Nadat de eerste vracht is geladen, gaat Patrick richting het noorden en doet hij zijn eerste leveringsronde bij klanten in Kennemerland en het Noordelijk Zandgebied. Bij aankomst op vestigingslocatie Julianadorp, staat Aad van Zanten hem al op te wachten met de volgende vracht. Aad is geen onbekende in de regio. Met de nodige ervaring in de sector begon hij vier jaar terug als vestigingsmedewerker in Julianadorp. “Mijn eerder opgedane kennis en ervaring komen hier goed van pas”, vertelt hij. “Ik ben natuurlijk geen adviseur, maar het is toch wel erg handig als je wat

meer weet over de werking en toepassing van middelen.” Aad ziet klanten regelmatig nog even langskomen. “Bestellingen gaan via de bestelomgeving of de adviseur, maar klanten kunnen ook langsrijden om hun middelen te halen. Als ze van tevoren hun order doorgeven, zet ik het direct klaar. Dat is denk ik ook de kracht van de vestigingen: laagdrempelig en persoonlijk contact met de klant.”

Spoedlocatie Julianadorp Logistiek is en blijft in beweging. Dat geldt zeker ook voor de locatie in Julianadorp. Sinds kort is deze namelijk ingericht als

8 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN Op pad met

Diverse locaties

Met locaties verspreid over Nederland draagt Agrifirm-GMN bij aan het behoud en versterking van de sterke positie van de Nederlandse bloembollensector. Vanuit de servicepunten worden producten bij klanten geleverd. Ook kunt u er terecht voor het afhalen van producten en voor advies door deskundige medewerkers. Kijk voor meer informatie op https://www. agrifirmgmn.nl/over-ons/locaties/

Nu maak ik echt deel uit van een team en voel me betrokken bij

de klanten

spoedlocatie. “Bestellingen worden in principe verstuurd vanuit een centraal distributiecentrum in het midden van het land”, vertelt Aad. “Maar het kan zomaar zo zijn dat de klant direct een bepaald product nodig heeft. Daarom versturen we vanuit deze locatie de orders die nog dezelfde dag geleverd moeten worden. Ook verzorgen we zogenaamde spoedjes die binnen drie uur na bestelling op de dam staan.”

Van pilot naar praktijk Omdat de verandering tot spoedlocatie nogal wat aanpassingen en uitdagingen

met zich meebrengt, is er vorig jaar in november een pilot gestart. “Daaruit hebben we ontzettend veel geleerd”, vertelt Aad.

“Een van de aanpassingen is de keuze voor een sectorbreed spoednetwerk voor zowel bollentelers, akkerbouwers en fruittelers. Het is mooi dat op basis van deze ervaringen er binnenkort door heel Nederland meerdere spoedvestigingen worden geopend.” Patrick vult aan: “Het voordeel hiervan is dat we snel en flexibel kunnen schakelen en onze klanten naar behoefte

kunnen leveren, dus snel als het nodig is. Natuurlijk blijven we alert of het in de praktijk net zo werkt als uitgedacht op papier. Feit is dat we graag willen meegroeien met alle veranderingen die op ons afkomen en dat we daarbij de klant optimaal willen blijven helpen.”

Na het laden is het tijd voor een laatste kop koffie en klimt Patrick weer op de wagen om richting West-Friesland te gaan. Op naar de volgende klant.

9 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN

Galanthus Continu in ontwikkeling

Als een van de eerste voorjaarbloeiers schieten ze de grond uit: de Galanthus, in de volksmond meestal sneeuwklokjes genoemd. Het voorjaarslandschap, vaak dor en grauw, wordt dan fraai gekleurd door de kleine witte bloemen. Agrifirm-GMN is bij diverse klanten betrokken bij het telen van dit bijzondere bijgoed gewas.

Meer dan 500 cultivars

Al eeuwenlang zijn sneeuwklokjes geliefde sierplanten die de naderende lente aankondigen. Bekend zijn de soorten die in tuinen en gemeenteperken pronken. Maar wist u dat er meer dan 500 cultivars in omloop zijn met een variatie in vorm, kleur, grootte en geur? En er komen er nog steeds bij. “Dit is een teelt die continu in ontwikkeling is”, vertelt Stendert Schilder, teeltspecialist bij Agrifirm-GMN. “En dat is ook nodig en logisch. De bollen in de tuin bij particulieren hebben immers met totaal andere omstandigheden te maken dan die op de percelen. Dat is een van de belangrijke uitdagingen in deze teelt. De Galanthus houdt over het algemeen van beschutting, daarom zie je ze ook veel in een bosrijke omgeving. Op het open land mis je deze beschutting. Daarom zie je dat sommige telers rijen aanplanten in het bos of groenbemesters zaaien die voor beschutting zorgen.”

Kleine teelt en onderzoeken

Onderzoek in deze teelt is hard nodig. “Galanthus is een kleine, specialistische teelt. Voor fabrikanten is er daarom vaak geen financiële prikkel om veel onderzoek te doen”, vertelt Stendert. “Sommige middelen hebben wel een KUG-toelating, maar zijn in de praktijk niet getest. Als teler moet je dus eigenlijk zelf uitzoeken wat wel of niet het gewenste resultaat geeft. Daarom ondersteunen wij onze klanten juist wel met onderzoek.”

Onkruidbestrijding

Galanthus is niet echt een ziekgevoelige teelt. Eén van de uitdagingen in de teelt is het beheersen van onkruid. Stendert Schilder tot slot: “Omdat het gewas laag blijft, krijgen onkruiden meer kans. Met het Expertisecentrum Bloembollenteelt testen we komend seizoen enkele producten die een KUG-toelating hebben, maar waar nog geen onderzoek naar gedaan is. Op deze manier krijgen we voor én met de klant waardevolle informatie over hoe je deze producten op de juiste manier kunt toepassen.”

Meer informatie?

Heeft u teeltspecifieke vragen over de teelt van Galanthus? Neem dan contact op met uw adviseur.

Bol& Teelt | Agrifirm-GMN 10 Teelt in beeld

Product, veiligheid en innovatie

Virusrobot gaat nieuwe fase in

Bij H2L en Smit Constructie zijn de voorbereidingen voor het nieuwe selectieseizoen in volle gang. Alle bestaande machines worden voorzien van de nieuwste updates en 30 nieuwe robots worden klaargemaakt voor hun eerste seizoen op het veld. Hiermee staat de teller op 73 machines. We spreken Mark Smit, eigenaar van Smit Constructie, over de uitdagingen voor het komende seizoen.

Bestrijding galmijt met Ultra Low Oxygen

Eerder heeft u in de Bol&Teelt kunnen lezen over ons onderzoek naar de bestrijding van tulpengalmijt. AgrifirmGMN vervolgt dit maar het blijft uitdagend. Ongetwijfeld leest u in de vakbladen regelmatig over ULO (Ultra Low Oxygen) als wapen om tulpengalmijt te bestrijden. Zeker is dat deze behandelingen succesvol zijn. Consequenties hiervan zijn de investeringen in stikstof generatoren en gasdichte cellen. Ook de logistieke planning is belangrijk om herinfectie te voorkomen (dit geldt overigens niet alleen voor ULO). Gericht op verder aanvullend onderzoek werkt Agrifirm-GMN samen met Besseling Group. We willen bijvoorbeeld meer komen te weten over de impact op de groeikracht van de tulp als er jaarlijks een ULObehandeling wordt toegepast.

Wenst u meer informatie? Uw adviseur weet meer over de techniek en kan samen met u kijken naar de mogelijkheden en kosten voor uw bedrijf.

“Dat er steeds meer robots komen, betekent niet dat er niet meer gesleuteld hoeft te worden”, vertelt Mark. “Vorig jaar bleek dat de virusdetectie bij sommige cultivars in bepaalde stadia onvoldoende was. Tot augustus hebben we daarom veel verbeteringen doorgevoerd in zowel de hardware als de software. Om nog nauwkeuriger en plaatsspecifieker te kunnen detecteren, is er een extra camera op de robot geplaatst die ziet waar de steel en het blad zit. In de praktijk is dit soms nog lastig als twee planten dicht naast elkaar staan.”

Testen in Nieuw-Zeeland

Een van de grote uitdagingen voor de ontwikkeling van de robot is het groeiseizoen. “Daarom zijn we zo blij dat we in september in Nieuw-Zeeland de doorgevoerde aanpassingen hebben kunnen testen. Het slagingspercentage is flink verbeterd, en daarbij zijn er de afgelopen maanden verdere verbeteringen doorgevoerd waardoor ik het komende seizoen met vertrouwen inga.”

Selector 225

Ook staan dit jaar nieuwe testen gepland (bij A.F. Kolken & Zn in Dirkshorn) met de spoorbreedte 225 cm robot: de Selector 225. Dit nieuwe type heeft een meer geavanceerde cameratechniek en de capaciteit van de behandelrobot is verdubbeld. Afhankelijk van de resultaten in 2024 wordt besloten of deze machine voor 2025 in productie gaat.

Drift Zelf Scan

Emissiereductie en behoud middelenpakket

De Kaderrichtlijn Water stelt de bloembollenteelt voor een flinke uitdaging. Een belangrijke kwestie binnen deze richtlijn betreft de emissie van gewasbeschermingsmiddelen. Helaas worden er nog regelmatig te hoge concentraties aangetroffen in het oppervlaktewater. Naast het streven naar schoner oppervlaktewater, is het behoud van het assortiment gewasbeschermingsmiddelen van essentieel belang. Alle reden voor aandacht voor dit vraagstuk. Want als gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terechtkomen, heeft dat direct het verlies van middelen tot gevolg. Zoals bij Stomp® waar een directe relatie ligt tussen aanwezigheid in het oppervlaktewater en het mogelijke verbod.

Om die reden nodigt Agrifirm-GMN u uit om gezamenlijk onderzoek te doen naar ‘verspreidingsroutes’ van middelen op uw bedrijf en mogelijke maatregelen daartegen. Wij bieden praktische tips en kunnen drift op uw bedrijf met de Drift Zelf Scan meetbaar maken. Neem contact op met uw adviseur voor meer informatie.

11 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN
Steeds meer puzzelen bij het vinden van de beste oplossing

Bolbehandeling zomerbloeiers

Binnenkort gaan bollentelers aan de slag met het planten van de zomerbloeiers. Daarvoor worden de bollen ontsmet. Met de verschraling van het middelenpakket wordt de schimmelbestrijding een steeds grotere uitdaging en nog meer maatwerk.

NNa het verdwijnen van Topsin M® als middel in het bad, verdwenen dit jaar ook Mirage® Elan en Mirage® Plus van het toneel. Dit komt niet als een verrassing. Alle reden voor het Expertisecentrum Bloembollenteelt, om diverse alternatieven te onderzoeken. Jonne van der Hulst daarover: “Als adviseurs zijn we bekend met de middelen die ter discussie staan of in de nabije toekomst gaan verdwijnen; daarnaast weten we ook het belang van die middelen bij de bolbehandeling. Toen bekend werd dat Mirage zou gaan verdwijnen, hebben we meteen proeven ingezet om te kijken naar goede alternatieven. Om die reden is het afgelopen jaar vooral gekeken naar nieuwe combinaties met in de basis Rudis®, Securo® en captan. We hebben vast kunnen stellen dat we met deze middelen fusarium en rhizoctonia kunnen beheersen.”

Maatwerk in advisering

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het verlies van Topsin M® en Mirage® Elan (en Mirage® Plus) in de bolbehandeling hard aankomt. Jonne daarover: “De advisering was al maatwerk, maar wordt steeds ‘fijnmaziger’ en gebaseerd op zowel de situatie op het bedrijf als op de bodem en voorvrucht waarop de gewassen geplant gaan worden. In overleg met de teler worden vervolgens keuzes gemaakt. Dit, tezamen met een zo breed mogelijk werkend middelenpakket in de bolbehandeling, biedt de meeste zekerheid voor een goede bescherming.”

Toevoeging biostimulanten

Een belangrijk speerpunt bij het onderzoek van het Expertisecentrum Bloembollenteelt is onderzoek naar de effectiviteit van biostimulanten. “Biostimulanten kun-

nen zeker van toegevoegde waarde zijn”, stelt Jonne. “We zijn ons zeer bewust dat chemie onder druk staat en blijft staan. Het zou mooi zijn als we de heilige graal tegen fusarium zouden kunnen vinden. De praktijk is anders. Met de bestaande ziektedruk hebben we chemie nog altijd nodig. Biostimulanten, de naam zegt het al, zorgen voor een meer weerbare plant. Ze kunnen daarmee helpen de inzet van chemie te reduceren. In de proeven hebben we dit al meermaals aangetoond. Biostiumulant SOIL-SET® is een van de producten die toegevoegde waarde laat zien in de bolbehandeling van lelies. Ook ligt er dit jaar een nieuwe veelbelovende biostimulant in de proeven.”

Goed aan de wedstrijd beginnen Minstens zo belangrijk als behandeling is preventie. “Goed aan de wedstrijd

Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 12
Producten assortiment

beginnen” zoals Jonne het benoemt. Gezond uitgangsmateriaal is daarbij van het allergrootste belang, natuurlijk naast aandacht voor bodem en vruchtwisseling. In feite is dat een korte samenvatting voor de Totaal Gewasaanpak waar Agrifirm-GMN voor staat. “We moeten daarin steeds opnieuw schakelen”, legt Jonne uit. “We zijn ons nu bijvoorbeeld al bewust dat bepaalde middelen onder het vergrootglas liggen. Bijvoorbeeld captan. Als we dat middel moeten missen, is het belangrijk om tijdig een alternatief voorhanden te hebben. Daarover voeren we dan ook overleg met fabrikanten van middelen. Samen kijken we naar de mogelijkheden en alternatieven.”

Adviezen per teelt

De belangrijkste zomerbloeiers zijn lelie, gladiool en zantedeschia. Zoals eerder genoemd in dit artikel is er steeds meer sprake van maatwerk. Toch kunnen we hier een paar belangrijke tendensen benoemen:

“Biostimulanten kunnen zeker van toegevoegde waarde zijn.”
Jonne van der Hulst, teeltadviseur bloembollen

Lelie

Bij het ontsmetten van kale schubben waren de Mirage Elan of Mirage Plus vaak de standaard. In de proeven hebben we gezien dat met Rudis® goede resultaten te bereiken zijn als de juiste maatregelen worden genomen. In leverbare lelies worden veel proeven gedaan met biostimulant SOIL-SET. Met erg goede resultaten. Afgelopen jaren is het middel ook in de praktijk toegepast met positieve resultaten.

Gladiool

In de kralenteelt werd Rudis vanwege de scherpte nooit ingezet. Omdat we het middel hard nodig hebben om fusarium te onderdrukken, zijn er afgelopen jaar proeven gedaan met verschillende doseringen. Daarbij is vastgesteld dat er wel goede resultaten mogelijk zijn met Rudis in het bad, mits de juiste spelregels worden gevolgd.

In de teelt van pitten speelt dit ‘scherpte-probleem’ niet, daar was Rudis vaak al de standaard.

Zantedeschia

De proefresultaten van zantedeschia zijn op dit moment nog niet bekend. Als er interessante resultaten zijn, dan worden deze tijdens een bijeenkomst in maart aan de telers getoond.

De nieuwste inzichten

Het beheersen van schimmelziekten als fusarium en rhizoctonia vraagt in toenemende mate om kennis, vakmanschap én maatwerk. Niet voor niets blijft AgrifirmGMN investeren in onderzoek en in opleiding van adviseurs. Twijfelt u over een toepassing of wilt u meer achtergrond? Weet dan dat onze adviseurs bekend zijn met de nieuwste inzichten.

13 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN

Effectiever met minder emissie

Met de juiste spuittechniek

Er is sprake van emissie als het middel niet op de beoogde plek komt. Zowel op het erf, bij bolbehandeling als bij een bespuiting in het veld is het zaak emissie tot een minimum te beperken. Maar zeker is dat het ook vaak balanceren is en keuzes maken. In dit artikel gaan we in op emissie in het veld.

Het vinden van een evenwicht

Dennis van der Schans, teeltspecialist in Drenthe, heeft als voormalig loonspuiter veel affiniteit met spuittechniek. Hij vertelt: “Er wordt steeds kritischer naar de bollenteler gekeken. En de eisen worden almaar hoger. Te hoge en te vaak aangetoonde residuwaarden in het grondwater kunnen direct gevolgen hebben voor toelatingen. Daarbij geldt dat middelen die te vaak en/ of te hoog worden gemeten worden, vaak niet meer toegelaten worden bij herregistratie. Een goede spuittechniek met de juiste doppen is daarbij essentieel. Voor het milieu zou je het liefst altijd met een grove drup spuiten. Maar voor de effectiviteit, met name een goede bedekking, heeft een fijnere drup de voorkeur. Het wordt steeds meer een evenwichtsspel om emissie te voorkomen en toch een goed resultaat te behalen.”

Belangrijke tips

In grote lijnen heeft u als teler een aantal middelen en mogelijkheden tot uw beschikking die hieronder kort zijn samengevat:

Spuitmoment

Let vooral op de maximale windsnelheid van 5 meter per seconde. Ook de hoeveelheid spuitvloeistof en de relatieve luchtvochtigheid hebben impact op de kans op drift. Houd hier rekening mee. Natuurlijk is spuiten onder windstille omstandigheden ideaal. Maar deze momenten zijn schaars. Zeker langs de kust. De vroege ochtend en de avond zijn meestal de beste momenten voor vrijwel elke bespuiting.

Middelengebruik

Wat niet gespoten wordt, kan ook niet in het milieu terechtkomen. Dus spuit met lage doseringen waar het kan.

Emissiebeperkende adjuvanten

Er zijn tal van middelen beschikbaar om drift te voorkomen. Door een uitvloeier toe te voegen kan er met een wat grovere drup worden gespoten. Hechters voorkomen dat het middel na een regenbui afspoelt. Een bodemhechter meespuiten met een bodemherbicide helpt bij het voorkomen van uitspoeling naar het grondwater en de sloot. Een mooi voorbeeld is toepassen van Squall® bij de bodemherbiciden, zodat er minder drift veroorzaakt wordt. Andere aandachtspunten zijn bijvoorbeeld spuiten met minimaal 600 liter water en een lagere versnelling gebruiken.

Vakmanschap en meten

Een goede spuiter weet hoe het middel moet werken, maar heeft ook inzicht in het voorkomen van emissie en drift. Een hulpmiddel is door met watergevoelig papier in het gewas te kijken naar het spuitbeeld. Door dit papier ook naast het gewas langs de slootkant te leggen, ontstaat inzicht in de mate van drift. Met een goede spuittechniek wordt bovendien bespaard op middelengebruik.

Spuittechniek en doppen

Ons advies is helder. Laat u altijd goed informeren en laat u ook bijpraten door collega’s, uw adviseur of uw spuitmachine leverancier.

Mechanisatiebedrijven over driftreductie

Voor leveranciers van spuitmachines is driftreductie al jaren een speerpunt. Welke machine u als teler of loonwerker aanschaft, is een persoonlijke keuze. In dit artikel laten we drie mechanisatiebedrijven aan het woord.

Bol& Teelt | Agrifirm-GMN 14 Techniek en toekomst Bol &

Erik Hogervorst (Hogervorst, creating solutions)

Superieure techniek en hoogwaardig vakmanschap

“Sinds 1991 ben ik actief binnen ons familiebedrijf en feitelijk houd ik me al vanaf de eerste dag bezig met driftreductie. Met ons bedrijf stonden we aan de basis van de overkapte beddenspuit. En daarna zetten we in op de voordelen van luchtondersteuning. Inmiddels gebruiken we tal van technieken om drift verder te reduceren. Is daarbij één innovatie die ons verder vooruithelpt? Ik denk dat het vooral een samenspel is. Wij kijken daarbij vooral naar de teelt en de teeltmethode. Het is zaak om daar de spuittechniek op af te stemmen. Een halve cm meer of minder afstand tussen de doppen kan zorgen dat de druppels exact op of tussen het gewas komen. Het gaat dus om details. Daarbij willen we met onze oplossingen aansluiten op het vakmanschap van de spuiter. Want hoe superieur de techniek ook is, de mens is altijd degene die zorgt voor de optimale inzet.”

Maarten Houtenbos (Van der Sluis)

Meer effectiviteit en minder emissie

“Ik werk nu 7 jaar bij Van der Sluis. Ik heb me in die tijd veelvuldig beziggehouden met het optimaliseren van spuittechniek. Een belangrijke visie van onze leveranciers is dat we in de toekomst vaker moeten spuiten omdat de middelen minder krachtig en effectief zijn. Waar we effectiviteit wel kunnen verbeteren is met een nog betere spuittechniek en het verder ophogen van de capaciteit. Want het aantal momenten waarop je kunt spuiten, is door regen en wind altijd beperkt. Daarbij willen we emissie zo veel mogelijk beperken. Ontwikkelingen als pulserende doppen, maar ook bestaande technieken als een ringleidingsysteem (rondpompsysteem in de ringleiding) helpen ons om emissie te voorkomen. Ook de ontwikkeling van spotsprayen, nu nog in de kinderschoenen, draagt zeker bij. Ik zie het als een uitdaging om de innovaties die er zijn, samen met loonwerkers en kwekers maximaal te benutten.”

Gert-Jan van Saase (Hollands Noordkop BV)

Op zoek naar de optimale spuittechniek

“Sinds 1,5 jaar werk ik voor Hollands Noordkop. Vanaf de eerste dag ervaar ik dat er veel aandacht is voor spuittechniek. Het houdt telers echt bezig. Binnen het bedrijf Noordkop is veel kennis aanwezig, en dat geldt ook voor het merk dat wij verkopen. Wat wij zien is dat de teler op zoek is naar de perfecte balans tussen maximale effectiviteit en minimale drift. Je hebt daarbij met diverse variabelen te maken zoals de hoeveelheid water die je spuit maar vooral ook de weersomstandigheden zoals wind en luchtvochtigheid. De techniek biedt tal van mogelijkheden om drift te minimaliseren. Denk aan de spuitboomhoogte, doppenkeuze of spuitdruk. Maar juist de veelheid aan variabelen maakt het ook best ingewikkeld om steeds de juiste afwegingen te maken. Ik denk dat aanvullende software in de toekomst daarbij toegevoegde waarde kan bieden. Software die op basis van alle variabelen de spuiter op elk moment helpt met het instellen van de optimale spuittechniek.”

15 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN

Actualiteiten

in

onderzoek In de bollenteelt telt elk detail

Aan het begin van een nieuw groeiseizoen staat de bollenteler opnieuw voor uitdagingen. Belangrijk doel is en blijft optimalisatie van de teelt ondanks veranderingen in regelgeving, het verdwijnen van middelen en/of aanvullende restricties. Agrifirm-GMN vervolgt samen met Expertisecentrum Bloembollenteelt ook dit seizoen ingeslagen wegen met nieuw onderzoek gericht op een toekomstbestendige, duurzame én economische teelt. Arjo van den Berg, Gerbrant Schilder en Thijs Wester leggen uit waarom elk detail telt bij de ontwikkelingen en onderzoeken.

Optimale stikstofbemesting

Een belangrijk deel van de bollenteelt speelt zich af in gebieden die vallen in het NV (stikstof verontreinigend) gebied. Een reductie van de stikstofgift kan invloed hebben op de uiteindelijke opbrengst en inhoud van de bollen. Alle reden om in te zetten op meer stikstof efficiëntie. Bijvoorbeeld door te kiezen voor organische oplossingen waarbij mineralen minder snel uitspoelen. Daarnaast wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar de inzet van gecontroleerd vrijkomende meststoffen en naar stikstofbinding uit de lucht.

Gecontroleerd vrijkomende meststoffen

Uitspoeling van mineralen kan worden beperkt door het coaten van meststoffen. Al een aantal seizoenen test het Expertisecentrum Bloembollenteelt een nieuwe coating die aan de huidige regelgeving voldoet. Met de coating wordt gestuurd op de groeibehoefte van de plant.

Afhankelijk van temperatuur en bodemvocht komen mineralen gefaseerd vrij. De gecontroleerd vrijkomende meststoffen combineren zo twee zaken: minimale emissie naar het grondwater en maximale benutting door de teelt.

Stikstofbinding uit de lucht

De atmosfeer bestaat uit ca. 78 procent

stikstof. Bekend uit de biologie is dat Rhizobium bacteriën en Azobacter stikstof uit de lucht weten te binden en beschikbaar maken voor de groei. We zien hiervoor ook mogelijkheden in de bollenteelt maar meer onderzoek is nodig. Er zijn enkele veelbelovende producten die, zowel via het blad als via de bodem, stikstof beschikbaar voor de plant kunnen maken.

Virusbestrijding

Het effectief beperken van virusoverdracht is en blijft een groot aandachtspunt. Want deklassering van partijen of exportbeperkingen wil elke teler natuurlijk voorkomen. Feit is dat vrijwel alle pyrethroïden/insecticiden in een traject van herregistratie zitten. Daarbij wordt aan de sector gevraagd om drift verder te reduceren. Spuiten met een wat grovere druppel helpt daarbij, maar gaat ten koste van de effectiviteit van de bespuiting. Zaak is dat we zo efficiënt mogelijk met de beschikbare middelen omgaan. Daarnaast kijken we naar nieuwe middelen en strategieën om virusoverdracht te beperken.

Werking middelen verbeteren en verlengen

Om beschikbare middelen beter en langer te laten werken, moeten we goed nadenken over hoe en wanneer welke producten moeten worden ingezet.

Vandaar dat het Expertisecentrum

Bloembollenteelt ook proeven doet met bijvoorbeeld adjuvanten als hechters en uitvloeiers, maar ook met uv- blockers die zorgen dat het middel onder invloed van zonlicht minder snel afbreekt.

Groene(re) middelen en methodes

Op pagina 7 van dit magazine kunt u lezen over de inzet van het middel Folisec dat de plant weerbaarder maakt en een werend effect heeft op luizen. Een andere methode die wordt onderzocht is een gewasbehandeling met mineraal silicium. We willen meer weten over het effect van toepassingen in combinatie met de reguliere producten. Verder doet het Expertisecentrum Bloembollenteelt onderzoek naar een aantal nieuwe ‘groene’ luizendoders. Dit betekent niet dat we nieuwe chemie uitsluiten in onze onderzoeken. Integendeel. Ook dit blijft vast onderdeel binnen het onderzoeksprogramma.

Bladmeststoffen

Een derde belangrijke pijler van het Expertisecentrum Bloembollenteelt is optimalisatie van de inzet van bladmeststoffen. Een van de speerpunten is onderzoek naar langetermijneffecten. Dit doen we bijvoorbeeld door in dezelfde uitgangspartij meerdere jaren achtereen proeven uit te voeren. Het middel Hu-Man

Onderzoek & innovatie
Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 16

(mangaan en zwavel) wordt inmiddels breed toegepast met goede resultaten. Met aanvullend onderzoek willen we toekomstige toepassingen verder optimaliseren. Het middel Turan is een ander, voor veel telers nieuwer, product. Turan biedt een combinatie van mangaan, enkele (andere) sporenelementen én polyfenolen. Deze laatste groep heeft een zogenaamde elicator werking die het plantafweersysteem activeert en de weerbaarheid verhoogt. Afgelopen jaar zagen we met name in lelies goede resultaten met de inzet van Turan.

Vooruitgang boeken

Zoals u kunt lezen in dit artikel doet het Expertisecentrum Bloembollenteelt op tal van terreinen proeven. Om conclusies te kunnen trekken is vaak meerjarig onderzoek nodig en een brede variëteit aan onderzoeksopzetten met aandacht voor elk detail. Stap voor stap boeken we vooruitgang. En daarvan houden wij u op de hoogte. Via de Bol&Teelt, via de Expertisedagen die we ook in 2024 organiseren; en natuurlijk ook via de adviseurs die u persoonlijk informeren over belangrijke ontwikkelingen.

17 Bol & Teelt | Agrifirm-GMN

Agrifirm-GMN

Eén team met vak- en gewasspecialisten

Advies en begeleiding is in de eerste plaats mensenwerk. Onze adviseurs komen op de bedrijven en weten wat er speelt. Zoals Marco Jonkman. Hij informeert u over actuele ontwikkelingen op het gebied van toelatingen, meststoffen, wetgeving en andere topics die in de sector spelen. Ook kunnen Marco en alle andere adviseurs beschikken over de meest recente onderzoeksresultaten van het Expertisecentrum Bloembollenteelt; én over belangrijke data die Lex Broersen (data analist), dagelijks analyseert. U maakt hier met beiden kennis.

Marco Jonkman

Samen komen we verder

Marco kreeg het vak van huis uit mee. “Op het gemengde bedrijf in Bovenkarspel waar ik ben opgegroeid, teelden we onder andere tulpen en irissen”, vertelt hij. “Na de hogere tuinbouwschool ben ik het vak ingerold.” Nu is hij teeltspecialist actief in de regio’s West-Friesland en Noordelijk Zandgebied. Beide gebieden liggen dichtbij elkaar, maar de teeltverschillen zijn groot” Marco daarover: “Telen op zand of op klei? De uitdagingen daarin verschillen nogal. Daar komt bij dat ik actief ben in veel verschillende teelten met een hoofdrol voor tulpen en lelies, maar ook hyacinten, narcissen en andere bijzondere bolgewassen. Dit maakt mijn werk uitdagend. Want elk gewas vereist specifieke kennis. Ik vind het leuk om me daarin te verdiepen.” Ondanks zijn eigen enthousiasme om ergens in te duiken, is volgens Marco vooral de samenwerking de sleutel tot succes. “Samenwerken met de klant, maar ook binnen het team. Want we moeten goed voorbereid zijn. Zo zijn de huidige toelatingen van middelen geen garantie voor de toekomst. Veel zie ik ook in de samenwerking met technologie. Met de CROP EYE app leg ik veldwaarnemingen vast en deel deze met mijn klanten. Zo kom je samen echt verder!”

Lex Broersen Het gaat om de details

Weersvoorspellingen, bodemvocht of satellietbeelden. Data worden steeds belangrijker binnen de sector. “Een mooie ontwikkeling”, aldus Lex. “Maar uiteindelijk valt of staat het bij de praktische toepasbaarheid. Dus het verhaal achter de cijfers. Want de teler moet het wel in de praktijk kunnen toepassen.” Vanaf de start is Lex betrokken bij teeltregistratiesysteem GMN Crop, maar momenteel ligt zijn focus meer op de pilot Totaal Gewasaanpak. “We verzamelen binnen deze pilot veel data. Overigens niet alleen in de bloembollenteelt, maar ook in akkerbouw en fruit. Aan mij de taak om al deze data te verwerken. Aan het einde van een teelt toetsen we alle onderdelen om zo onze focus steeds verder te verscherpen. Het is een tijdrovend proces. De kleinste details hebben we nodig om tot een goedwerkend systeem te komen. Ofwel ‘the devil is in the detail’. Dat Agrifirm groot inzet op een goede data-infrastructuur is belangrijk. Geen boekwerk aan cijfers, maar praktisch toepasbare modellen waar de klant écht mee is geholpen. Dat is mijn belangrijkste drijfveer.”

Agrifirm-GMN is de specialist in de bloembollenteelt met een groot aantal teeltadviseurs en (gewas)specialisten. Op de website www.agrifirmgmn.nl/over-ons/onze-adviseurs/ maakt u kennis met hen.

Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 18

Product, veiligheid en innovatie

Nu ook inzameling van restanten

Het doel van STORL is om duurzaam en kostenefficiënt lege verpakkingen van gewasverzorgingsproducten en van restanten gewasbeschermingsmiddelen in te zamelen. Steeds meer telers en loonwerkers, vanaf de start al ruim 1.500, leveren de lege cans van gewasbeschermingsproducten in bij STORL. Nieuw dit jaar is dat ook de restanten van gewasbeschermingsmiddelen worden ingenomen. STORL verzamelt nu dus twee stromen:

1. Lege plastic cans. Naast cans van gewasbeschermingsmiddelen worden ook cans van (blad)meststoffen, biostimulanten en hulpstoffen ingezameld.

2. Restanten gewasbeschermingsmiddelen.

Meer informatie of aanmelden voor de eerstvolgende inzameling? Op www.storl.nl staat alle informatie die nodig is voor de inzamelingen.

Product

Nieuw in GMN Crop: berichtenfunctie

Binnen GMN Crop is ‘berichtenuitwisseling’ als nieuwste functie toegevoegd. De teler kan hiermee een waarneming in het veld middels een bericht uitsturen. Bijvoorbeeld met een vraag over de aantasting. Alle aan het account gekoppelde personen, kunnen vervolgens met hun expertise reageren. Groot voordeel is dat de informatie gekoppeld is aan de betreffende teelt en het perceel. Hierdoor is de informatie gemakkelijk terug te vinden. Dit is bijvoorbeeld met WhatsApp niet mogelijk. Van elk nieuw bericht ontvangen de gekoppelde personen een melding (notificatie). Andere aanpassingen in GMN Crop zijn de verbeterde voorraadregistratie en de mogelijkheid om nu alle waarnemingen te printen. Verder kunnen alle Agrifirm leveranties betrouwbaar en volledig automatisch worden opgehaald en in de voorraad worden opgenomen.

Biostimulant in lelies voor een gezonde bol en bodem

SOIL-SET® is één van de biostimulanten die wordt ingezet om het bodemleven en het wortelgestel in lelies te bevorderen. Proeven met bolbehandeling door het Expertisecentrum Bloembollenteelt laten al een aantal jaren goede resultaten zien.

De voordelen van SOIL-SET®

• Verbetert het wortelgestel

• Helpt de microflora te optimaliseren en de bodemstructuur te verbeteren

• Vermindert de effecten van stressvolle situaties die plantengroei beperken

• Goede aanvulling op chemie

Doe zelf ervaring op Proeven zijn belangrijk. Maar praktijkervaring op uw eigen percelen eveneens. Bij voorkeur door te starten met kleinschalige objecten waarbij behandeld met onbehandeld wordt vergeleken. Maak samen met uw adviseur een plan.

Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 19
in beeld: SOIL-SET®
Resultaten uit proef Weerbare Bol en Bodem uitgevoerd door het Expertisecentrum Bloembollenteelt. Relatieve opbrengst Lelie Weerbare Bol en Bodem Onbehandeld Standaard Amistar Amistar + chitine Grond exp. A Dompeling SOIL-SET + exp. A grond 120 115 110 105 100 95 90
100 101 108 104 118

Regio Relatiedagen 2024

DDe Regio Relatiedagen zijn bijna allemaal achter de rug. We zijn blij dat we ruim 650 bezoekers hebben kunnen ontvangen op diverse locaties verspreid door Nederland. Via deze weg willen wij u bedanken voor het bezoek en de enthousiaste reacties. De Regio Reatiedagen hadden we niet kunnen organiseren zonder hulp van onderstaande gastheerbedrijven: Boltha BV, Borst Bloembollen, Gebroeders Hopman, Loonwerkersbedrijf Gebr. De Groot, Loonbedrijf Van Dun en Seubring Bloembollen Drenthe.

Deze bijeenkomsten werden verder georganiseerd in samenwerking met: Adama, Bayer, Syngenta, BASF, Hogervorst, STORL, W.N. Kramer B.V., Blok Mechanisatie, Homburg Holland, Daan Hachmang, PPS Bollen@Bodem & Aaltjes, Besseling Group B.V., Landbouwportaal Noord-Holland en Rijnland, Van der Sluis BV, AguroTech, Smit Constructie, Hollands Noordkop, Agro Techniek, Voets, Agrab, WeeversNieuwstad.

Wij bedanken iedereen voor zijn bijdrage.

Ontmoeten Bol & Teelt | Agrifirm-GMN 20

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.