55
Oude Sluis 19, Schiedam SCHIEDAM (OF SCYEDAM ZOALS DE STAD IN DE 13E EEUW HEET) ONTSTAAT ALS ROND 1245 EEN DAM WORDT AANGELEGD BIJ DE MONDING VAN DE SCHIE. ALS DE DOCHTER VAN GRAAF FLORIS IV, ALEID VAN HENEGOUWEN, TROUWT, KRIJGT ZE ALS BRUIDSSCHAT DE DAM CADEAU. Nadat ze bij de Scyedam een kasteel heeft laten bouwen, ontstaat er rondom het Huis ter Riviere een nederzetting. In 1275 verleent de gravin het dijkdorp stadsrechten. Vanaf dat moment mogen de bewoners tol vragen voor het passeren van de dam. Schiedam groeit in de 14e eeuw uit tot een belangrijke handelsstad.
55
#
Oude Sluis 19, Schiedam SCHIEDAM (OF SCYEDAM ZOALS DE STAD IN DE 13E EEUW HEET) ONTSTAAT ALS ROND 1245 EEN DAM WORDT AANGELEGD BIJ DE MONDING VAN DE SCHIE. ALS DE DOCHTER VAN GRAAF FLORIS IV, ALEID VAN HENEGOUWEN, TROUWT, KRIJGT ZE ALS BRUIDSSCHAT DE DAM CADEAU. Nadat ze bij de Scyedam een kasteel heeft laten bouwen, ontstaat er rondom het Huis ter Riviere een nederzetting. In 1275 verleent de gravin het dijkdorp stadsrechten. Vanaf dat moment mogen de bewoners tol vragen voor het passeren van de dam. Schiedam groeit in de 14e eeuw uit tot een belangrijke handelsstad. 1500
1600
1700
1800
Zakkendragers dobbelen om werk na een race tegen de zandloper
Zakken en smakken
Goederen als graan, mout, hennep, haring, teer en kolen worden per schip aangevoerd en moeten eerst de dam over voordat de handel het achterland bereikt. Dragers uit Schiedam verdienen geld door de koopwaar over de dam naar de stad te brengen. Deze zakkendragers organiseren zich in de 15e eeuw in een gilde, het Dragersgilde van Sint Anthonis. Op het moment dat er een schip in aantocht is, luidt de gildemeester de klok en draait een zandloper om. Zakkendragers die zich binnen zeven minuten melden, komen in aanmerking voor werk. Maar eerst wordt er gedobbeld wie de zakken mag sjouwen. Dit dobbelen wordt ‘smakken’ genoemd, naar de trechtervormige houten bak waar de dobbelstenen in gesmakt worden.
Eigen bevolking eerst
Nadat in de 16e eeuw de noordelijke Nederlanden zich uit de greep van de Spaanse koning Filips II hebben losgeworsteld en het gebied zelfstandig wordt, vluchten duizenden buitenlanders naar de jonge Republiek. Veel mensen zijn op zoek naar werk. Ter bescherming van de eigen bevolking bepaalt het stadsbestuur van Schiedam dat het zakken dragen alleen nog mag worden gedaan door poorters van de stad, mits ze lid zijn van het zakkendragersgilde. Om de werkgelegenheid te stimuleren, heft het stadsbestuur vanaf 1671 lagere belastingen op de invoer van mout, gerst en rogge. De moutbranderijen
222
1900
2000
Schoonhoven Keramiek heeft Het beeld de Zakken-
van het Zakkendragershuisje
drager is gemaakt door
in Schiedam een eigen Delfts
kunstenaar Hans van
blauwe versie gemaakt. Het
de Plas en wordt in 1987
miniatuur is groter dan het
onthuld. Het staat vlak bij
KLM-huisje en is geproduceerd
het Zakkendragershuisje,
in een oplage van vijfhonderd
bij de oude sluisdeuren.
exemplaren.
Dobbelstenen in de Schie
en jeneverstokerijen schieten daarop als paddestoelen uit de grond en zorgen voor meer werk voor de zakkendragers.
Rond 1795 komt er met de Franse bezetting van de Republiek officieel een einde aan de gilden. Het Sint Anthonisgilde ontkomt aan opheffing door verder te gaan als coöperatie. De industrialisatie van Nederland betekent in de 19e eeuw de genadeklap voor het ambacht van zakken dragen. Het draagwerk wordt feitelijk overbodig door nieuwe laaden lostechnieken en andere manieren van transport.
Het Zakkendragershuisje
In 1699 koopt Zakkendragersgilde Sint Anthonis voor 175 gulden een voormalige branderij, bij de Oude Sluis. Het pand doet vanaf dat moment dienst als gildekantoor. In 1725 wordt het Zakkendragershuisje herbouwd. Het krijgt drie verdiepingen en een pakzolder. Op het tentdak komt een klokkentoren met een vergulde windvaan in de vorm van een zakkendrager. Het gaat goed met het gilde, er is werk in overvloed. Begin 18e eeuw zijn er al 124 moutbranderijen en jeneverstokerijen in Schiedam.
In Schiedam neemt het aantal zakkendragers snel af. Het Sint Anthonisgilde telt in 1938 nog slechts zeven leden. De klokken van het gildekantoor worden nauwelijks meer geluid, de traditie met het omkeren van de zandloper is folklore uit een ver verleden. Bij gebrek aan werk heffen de leden het gilde op. In een baldadige bui worden de twee middeleeuwse dobbelstenen in het water van de Schie gegooid. Het Zakkendragershuisje komt in 1946 formeel in handen van de stad. De houten smakbak, een zilveren schild en het gildevaandel verhuizen naar het Schiedams Stedelijk Museum en het Jenevermuseum.
223
KLM-huisje # 55 wordt voor het eerst uitgegeven in 1987. In hetzelfde jaar wordt in Schiedam ook het beeld van de Zakkendrager onthuld, schuin tegenover het Zakkendragershuisje.
Bijnamen
Bij het zakkendragersgilde Sint Anthonis is het traditie dat alle leden een bijnaam krijgen. Zo ontstaat geen persoonsverwarring bij het uitbetalen van loon. Enkele tot de verbeelding sprekende bijnamen van Schiedamse zakkendragers zijn Het Mariabeeldje
en
De
Omge-
keerde. De bijnaam Pa is Lam spreekt wat dat betreft ook
Renovatie door krakers
In de jaren vijftig wordt het Zakkendragershuisje als opslag gebruikt en raakt het monument langzaam in verval. De gemeente Schiedam maakt zelfs plannen om het pand af te breken. Maar nog voordat de slopers hun werk kunnen doen, nemen krakers het Zakkendragershuisje in 1967 in bezit. Onder leiding van de cineast Jan Schaper wordt het monument gered en door de krakers zorgvuldig gerestaureerd. Schaper blijft tot zijn overlijden in 2008 in het historische pandje wonen. Het Sint Anthonisgilde herrijst in de jaren tachtig van de vorige eeuw weer uit zijn as. Sinds 1985 bestaat het gilde uit enthousiaste vrijwilligers die bij evenementen het ambacht van zakken dragen demonstreren.
boekdelen.
Presentiebord.
224