61
Keizersgracht 439, Amsterdam MEESTER-TIMMERMAN CLAES DIRCKZ VAN HOUTEN BOUWT IN 1683 DRIE NAAST ELKAAR GELEGEN KOOPMANSHUIZEN AAN DE KEIZERSGRACHT. VOOR DE BOUW GEBRUIKT HIJ STANDAARD BOUWMATERIALEN ZODAT DE KOSTEN LAAG BLIJVEN. De panden zijn 4,95 m breed en krijgen alle drie een halsgevel, een segmentvormig fronton met schelpversiering, festoenen op de vleugelstukken, sierlijke guirlandes en een gevelsteen met het jaartal 1684. Nog voor de oplevering verkoopt Van Houten verkoopt twee van de drie panden door aan de steenrijke handelaar, speculant en bankier Joseph Deutz. Net na de aankoop van de twee huizen overlijdt Deutz plotseling.
61
Het turbulente en tragische leven van een van de rijkste vrouwen van Amsterdam
#
Keizersgracht 439, Amsterdam MEESTER-TIMMERMAN CLAES DIRCKZ VAN HOUTEN BOUWT IN 1683 DRIE NAAST ELKAAR GELEGEN KOOPMANSHUIZEN AAN DE KEIZERSGRACHT. VOOR DE BOUW GEBRUIKT HIJ STANDAARD BOUWMATERIALEN ZODAT DE KOSTEN LAAG BLIJVEN. De panden zijn 4,95 m breed en krijgen alle drie een halsgevel, een segmentvormig fronton met schelpversiering, festoenen op de vleugelstukken, sierlijke guirlandes en een gevelsteen met het jaartal 1684. Nog voor de oplevering verkoopt Van Houten verkoopt twee van de drie panden door aan de steenrijke handelaar, speculant en bankier Joseph Deutz. Net na de aankoop van de twee huizen overlijdt Deutz plotseling. 1500
1600
1700
1800
Zijn jongste zusje Agneta Hofdijk van Beresteyn erft het bezit van haar broer. Ze is de enige nazaat van de familie Deutz, alle veertien broers en zussen zijn inmiddels overleden. Agneta kent de buurt goed, want haar ouderlijk huis bevindt zich op Keizersgracht 121 en daar heeft ze haar jeugd doorgebracht.
Wapenbord geschilderd in 1674, ter gelegenheid van het tweede huwelijk van Agneta Deutz. Het wapen van de familie Deutz bestaat uit twee gekruiste gouden hakbijltjes tegen een groene achtergrond.
Steenrijk maar ongelukkig
Als Agneta in 1684 eigenaar wordt van Keizersgracht 439 is ze 51 jaar oud en door alle familieerfenissen de rijkste vrouw van Amsterdam. Maar ze is ongelukkig en heeft een verdrietig leven met de nodige tegenslagen achter de rug. Drie kinderen uit haar eerste huwelijk zijn kort na elkaar overleden en met haar zoon Jan heeft ze een slechte relatie. Haar tweede huwelijk, met Zacharias van Beresteyn, heer van Hoffdijck en Middelharnis en burgemeester van
238
1900
2000
Het Deutzenhofje op de Prinsengracht in Amsterdam wordt betaald uit de nalatenschap van Agneta Deutz.
Delft, heeft niets veranderd aan de moeizame verstandhouding tussen moeder en zoon. Jan is onhandelbaar, hij steelt en pleegt inbraken.
Oudste zoon onterfd
Portret Agneta Deutz (1995), Marianne Letterie. De penning is gemaakt ter gelegenheid van het derde eeuwfeest van het Deutzenhofje. Op de andere zijde staat het motto van Agneta Deutz: ‘In vrede en liefde met elkander leven’.
Op 42-jarige leeftijd is Agneta nogmaals zwanger geworden en bevallen van een jongetje, Cornelis. Maar Jan moet niets van zijn halfbroer hebben. Agneta stuurt hem brieven waarin ze hem verwijt dat hij zich met zijn ‘woest leven en woedende conduyte’ (gedrag) van haar vervreemd heeft. Jan antwoordt dat haar man en halfbroer kunnen doodvallen en de duivel Agneta ‘in de hel aan haar haren mocht voortslepen’. Agneta heeft genoeg van zijn gedrag en besluit hem te onterven. De schrik slaat haar om het hart als ze eraan denkt dat het familiekapitaal er straks doorheen wordt gejaagd door haar oudste zoon.
239
Achtervolgd door het noodlot
In 1674 overlijdt ook haar tweede man. Agneta verhuist vervolgens met haar zoon Cornelis van Delft terug naar Amsterdam. Ze gaat met het kind in haar ouderlijk huis wonen. Tien jaar later wordt ze, door het overlijden van haar broer Joseph, eigenaar van Keizersgracht 439. Ze verhuurt het huis.
Per testament bepaalt Agneta dat haar tweede zoon Cornelis na haar dood alle bezittingen erft. Maar het noodlot blijft de weduwe achtervolgen. Cornelis overlijdt op 13-jarige leeftijd aan de pest. Het schrikbeeld dat haar oudste zoon Jan nu alsnog haar fortuin krijgt, vindt ze onverdraaglijk. Bij haar dood in 1692 blijkt dat Jan slechts recht heeft op zijn legitieme erfdeel. Van de rest van het familiekapitaal, ter waarde van 340.000 gulden, wordt onder andere een hofje voor verarmde vrouwelijke familieleden en dienstboden van de familie Deutz aangelegd.
Monogram van Agneta Deutz.
Hollandse renaissance
Keizersgracht 439 wordt na de dood van Agneta Deutz geërfd door Elias Coijmans en zijn vrouw Catherina. De waarde van het huis wordt in 1702 getaxeerd op 14.000 gulden. Constantia, de enige dochter van het echtpaar Coijmans, erft Keizersgracht 439 na hun dood. Ze trouwt met Balthazar Scott, een oud-burgermeester van Amsterdam en bewindhebber bij de VOC. Uit dit huwelijk worden geen kinderen geboren en na het overlijden van Constantia verkopen de zaakgelastigden het huis in 1743 voor 23.827 gulden aan Isaak Walraven. Twintig jaar later is deze eigenaar ook overleden en Walraven heeft geen nazaten. Op een ‘publieque veijlinge’ komt Keizersgracht 439 daarop in bezit van de familie Van Onna. Willem van Onna koopt voor 29.035 gulden niet alleen het huis maar krijgt er ook de inboedel van Walraven bij. Dertig jaar later erven Samuel Etter en zijn vrouw de woning. In de daaropvolgende eeuw verandert het grachtenhuis diverse keren van eigenaar, waarbij het in 1828 wordt verkocht voor 9600 gulden. In de daarop volgende vijftien jaar stijgt de waarde van het pand snel. In 1835 wordt het verkocht voor 12.500 gulden, drie jaar later gaat het voor 20.000 gulden van de hand en in 1840 wordt er 22.200 gulden voor betaald.
Het fortuin van Joseph Deutz
Testament met een
Joseph Deutz, de eerste eigenaar van Keizersgracht 439, is een gewiekste handelaar met een goed zakeninstinct. Hij speculeert met grond en belegt zijn geld in nieuwe huizen. Deutz handelt ook in aandelen (onder andere van de VOC) en leent geld uit tegen rente. Zijn echte rijkdom vergaart hij na zijn huwelijk met Lucretia Ortt, als hij in 1662 met zijn schoonvader Christoffel van Gangelt in zaken gaat. De mannen slepen een lucratief contract in de wacht voor de invoer van pek en teer uit Zweden. En misschien nog wel belangrijker: ze krijgen het monopolie op de lucratieve handel. Joseph Deutz sterft als een rijk man. Zijn zus Agneta is erfgenaam van het familiekapitaal.
overzicht van de bezittingen van Elias Coijmans.
Portret van de koopman Joseph Deutz, geschilderd door Michael Sweerts in 1650.
240
Brief van Agneta Deutz aan haar zoon Jan Meerman, uit 1677.
241
Familiewapen Agneta Deutz.
242
KLM-huisje # 60 is voor het eerst uitgegeven in 1991.
‘Bal-masqué-costuums’
Josephine Baker op bezoek
In 1895 wordt het pand op verzoek van eigenaar P. Gouda onder handen genomen door de architect Salm. Hij ontwerpt een nieuwe gevel van witte zandsteen in de dan populaire Hollandse renaissancestijl. Met de verbouwing verdwijnt ook de jaartalsteen van Keizersgracht 439. Naderhand komt het pand in bezit van de aardoliehandelaar Hendrik Cornelis Arondeus, die van zijn moeder (!) een ander en vooral schoner beroep moet kiezen. Hij neemt de firma J. Leeger over, een verhuurbedrijf in historische kostuums. De oude bedrijfsnaam blijft gehandhaafd, op de gevel staat ‘Bal-masquécostuums-firma J.Leeger’.
Het buurpand op nummer 437 krijgt eind 19e eeuw een andere façade, waardoor nu geen van de oorspronkelijke drie huizen nog op elkaar lijkt. Alleen de jaartalstenen bij de buren op Keizersgracht 437 en 441 verwijzen nog naar het jaar van oplevering, 1684. Tot in de jaren dertig van de 20e eeuw blijft de waarde van Keizersgracht 439 min of meer stabiel, in 1935 wordt er 16.000 gulden betaald voor dit ‘heerenhuys met achterhuis, tuin, tuinhuis en erf’. Het buurhuis op nummer 441 is nog het meest in de originele staat. Het is in 1942 zorgvuldig gerestaureerd en geeft een indruk van hoe de drie panden er destijds in de 17e eeuw uitzagen.
Bekende namen uit de toneel-, film- en televisiewereld weten het verhuurbedrijf van de familie Leeger te vinden, voor als ze op zoek zijn naar iets bijzonders. Het pand zelf is volgepakt met bijzondere historische kostuums, van middeleeuwse harnassen tot theaterkostuums van Fien de la Mar. Eén van de bekendste klanten is de danseres Josephine Baker, die in 1964 voorafgaand aan een optreden in het Concertgebouw een tiara met nepdiamenten koopt op de Keizersgracht 439. In 1991 valt het doek voor de firma Leeger, alle kostuums worden verkocht op een veiling. Sindsdien wordt het pand alleen nog als woonhuis gebruikt.
243