76
Nieuwe Langendijk 26, Delft JOHANNES VERMEER IS NA REMBRANDT DE BELANGRIJKSTE SCHILDER VAN DE GOUDEN EEUW. HIJ GROEIT OP IN DELFT EN KRIJGT DE LIEFDE VOOR DE KUNST MET DE PAPLEPEL INGEGOTEN. VERMEER HEEFT EEN UITZONDERLIJK TALENT EN WORDT EEN MEESTER IN HET SCHILDEREN VAN LICHT EN PERSPECTIEF. Maar hij werkt zo gedetailleerd dat hij slechts enkele schilderijen per jaar kan maken. Daardoor zit Johannes Vermeer vaak in financiële problemen. De verantwoordelijkheid voor zijn elf kinderen drukt zwaar op hem. Op een dag geeft hij de bakker zelfs enkele schilderijen als onderpand, in ruil voor brood. Vermeer kan het hoofd nauwelijks boven water houden.
76
#
Nieuwe Langendijk 26, Delft JOHANNES VERMEER IS NA REMBRANDT DE BELANGRIJKSTE SCHILDER VAN DE GOUDEN EEUW. HIJ GROEIT OP IN DELFT EN KRIJGT DE LIEFDE VOOR DE KUNST MET DE PAPLEPEL INGEGOTEN. VERMEER HEEFT EEN UITZONDERLIJK TALENT EN WORDT EEN MEESTER IN HET SCHILDEREN VAN LICHT EN PERSPECTIEF.
Het geheim van de sfinx van Delft ontrafeld
Maar hij werkt zo gedetailleerd dat hij slechts enkele schilderijen per jaar kan maken. Daardoor zit Johannes Vermeer vaak in financiële problemen. De verantwoordelijkheid voor zijn elf kinderen drukt zwaar op hem. Op een dag geeft hij de bakker zelfs enkele schilderijen als onderpand, in ruil voor brood. Vermeer kan het hoofd nauwelijks boven water houden. 1500
1600
1700
1800
1900
2000
De mecenas van Vermeer
Gedurende zijn korte leven bouwt Johannes Vermeer aan een klein maar uniek oeuvre. Er zijn slechts 36 schilderijen van hem bekend. Zijn handelsmerk is een geraffineerd samenspel van heldere en donkere kleuren, een bijzondere lichtinval en een bijna fotografisch perspectief. Elke cent die hij verdient, investeert hij het liefst in nieuwe schildersspullen of dure pigmenten. De kunstenaar mag van geluk spreken dat hij een rijke schoonmoeder heeft. Ze redt het gezin uiteindelijk van de financiële ondergang.
Pieter Claesz van Ruyven is in de 17e eeuw één van de rijkste inwoners van Delft en hij verzamelt schilderijen. Hij is slechts een paar jaar ouder dan Vermeer en wordt al snel zijn mecenas. Van Ruyven leent zijn nieuwe vriend honderden guldens, en koopt uiteindelijk tweederde van diens schilderijen, ongeveer een stuk per jaar. Dan volgt de grootste crisis die de Republiek ooit heeft bedreigt: de gezamenlijke aanval in het ramplaar 1672 vanuit Frankrijk, Engeland en Duitsland. Het volk is redeloos, radeloos en reddeloos. Toch wordt de aanval op het laatste moment afgeslagen. De handel stort in. Luxe-objecten zoals schilderijen zijn moeilijk verhandelbaar. Daar boven op komt de plotselinge dood, in 1674, van Pieter Claesz van Ruyven. Voor Johannes Vermeer is de dood van zijn gulle bewonderaar een grote. In zekere zin is het dubbele drama de opmaat naar de tragedie die het gezin Vermeer een jaar later treft.
300
Johannes Vermeer schildert rond 1658 het schilderij Gezicht op huizen in Delft. Het is beter bekend onder de naam Het Straatje. Het is een olieverf op doek en meet 53,5
* 43,5 cm. Het huis rechts heeft model gestaan voor KLM-huisje # 76.
301
Meisje met de parel (omstreeks 1665-1667), Johannes Vermeer.
Een uitbarsting van ‘razernij’
kaanval stort hij compleet in en hij overlijdt een dag later. Johannes Vermeer wordt maar 43 jaar oud.
Johannes Vermeer zit na het overlijden van zijn beschermheer in zak en as. Door de economische crisis worden er nog nauwelijks schilderijen verkocht. Uit geldnood is hij met zijn vrouw Catherina en hun elf kinderen bij haar moeder ingetrokken. Half december 1675 krijgt Vermeer een enorme woedeaanval. Catherina herinnert zich die dag als een uitbarsting van ‘razernij’. Vermeer is gefrustreerd over zijn armoedige bestaan en hij draait volledig door. Ondanks zijn vakmanschap en reputatie is hij niet in staat om zijn eigen kinderen te onderhouden. Na een panie-
Topstukken naar de veiling
Na zijn dood blijft Catherina met een grote stapel onbetaalde rekeningen achter. Noodgedwongen geeft de weduwe daarom enkele schilderijen aan zijn schuldeisers. De doeken verdwijnen al snel uit het zicht en zijn tot op de dag van vandaag onvindbaar. Datzelfde lot treft ook enkele schilderijen uit de unieke verzameling van Pieter Claesz van Ruyven.
302
KLM-huisje # 76 wordt aan het publiek gepresenteerd op 7 oktober 1995. Het Delfts blauwe miniatuur is gemodelleerd naar een huis op het schilderij Het Straatje van Johannes Vermeer. Dat KLM in 1995 juist voor dit huis kiest, houdt verband met een grote overzichtstentoonstelling over Johannes Vermeer in het Mauritshuis in Den Haag en in The National Gallery of Art in Washington.
Verdwenen schilderijen
Schoonzoon Jacob Dissius erft na zijn dood de bijzondere collectie, maar hij zet de werken liever om in klinkende munt. In 1696 brengt hij de hele verzameling per koets naar Amsterdam. Op 16 mei worden 21 schilderijen van Johannes Vermeer geveild. Daaronder zijn topstukken als Het Melkmeisje, Gezicht op Delft, Meisje met de Parel en Het Straatje. De collectie brengt in totaal 1.503 gulden en 10 stuivers op.
In de veilingcatalogus uit 1696 staat het schilderij Het Straatje omschreven als: ‘Een Gesicht van een Huys staende in Delft, door J. vander Meer’. Het wordt verkocht voor 72 gulden en 10 stuivers. Het daaropvolgende lotnummer is overigens een schilderij met eenzelfde onderwerp. Dit doek wordt geveild voor 48 gulden. Het verdwijnt na de veiling uit beeld en is nooit meer teruggevonden (het is niet bekend of het schilderij ‘Het Straatje’ in het Rijksmuseum het goedkopere of duurdere exemplaar is). Omdat Vermeer zo’n klein oeuvre nalaat, raakt hij na zijn dood in de vergetelheid. Zijn werk wordt zelfs toegeschreven aan andere kunstenaars. Een uitzonderlijk hoog aantal schilderijen doorstaat de tand des tijds omdat het zulke topwerken zijn. Pas in de 19e eeuw wordt Johannes Vermeer herontdekt door een oplettende kunstkenner, Théophile Thoré-Bürger. Omdat er zo weinig over Vermeer bekend is, en zijn leven één groot mysterie lijkt, krijgt hij later de bijnaam de Sfinx van Delft. In al zijn eenvoud is het schilderij Het Straatje een fascinerend hoogstandje. Via vererving komt het werk in 1822 in bezit van de Amsterdamse regentenfamilie Six. Een eeuw later biedt een nazaat Het Straatje op een veiling te koop aan. Het Louvre in Parijs is geïnteresseerd, maar men vindt de vraagprijs van 2 miljoen Franse Francs te hoog. Uiteindelijk koopt de Nederlandse zakenman Henri Deterding het doek voor 625.000 gulden. Hij schenkt het aan het Rijksmuseum in Amsterdam. Sindsdien behoort het tot de topstukken van de collectie.
303
Uit röntgenonderzoek van het schilderij blijkt dat Vermeer oorspronkelijk nog een figuur heeft geschilderd, bij de ingang van het steegje. Hij heeft deze persoon later overgeschilderd, mogelijk omdat het de compositie verstoorde.
Een spannende thriller
Laatgotische bouwstijl
Eeuwenlang is er gespeculeerd over de locatie van de huizen die op Het Straatje zijn afgebeeld. Kunsthistoricus Kees Kaldenbach en deskundigen van de Technische Universiteit (TU) in Delft hebben diepgravend onderzoek gedaan naar alle denkbare details van het schilderij, en ze komen tot opmerkelijke conclusies. Met name de research van Kaldenbach leest als een spannende thriller.
De architectonische elementen geven belangrijke informatie over de locatie van het huis. Het pand is gebouwd in een laatgotische stijl, de gevel heeft zogenaamde ‘klimmende kantelen’. Deze stijl verwijst naar een bouwperiode van eind 15e eeuw of begin 16e eeuw. Lange tijd wordt gedacht dat de Voldersgracht in Delft model heeft gestaan voor Het Straatje. Het is de plek waar Vermeer in 1632 is geboren. Maar er is een steekhoudend argument waarom dit onmogelijk de juiste locatie kan zijn …
De camera obscura
Een van de eerste zaken die aan het schilderij opvalt, is de compositie. Het lijkt alsof het doek is afgesneden, want de rechterkant van het huis ontbreekt. Ook mist de top van de gevel. Maar uit röntgenonderzoek blijkt dat Vermeer de afbeelding rond 1658 met opzet zo geschilderd heeft. Door deze uitsnede te kiezen, vestigt hij de aandacht van de toeschouwer op de mensen in de voorgrond. Bij het röntgenonderzoek ontdekt men ook dat de gebruikelijke schetslijnen onder de verflagen ontbreken. Dit voedt de theorie dat Vermeer bij het schilderen van de juiste verhoudingen mogelijk een voorloper van het fototoestel heeft gebruikt. Maar met of zonder gebruik van deze camera obscura, het tweedimensionale perspectief van Het Straatje klopt tot in de details.
304
Heeft Johannes Vermeer op Het Straatje nóg een persoon afgebeeld, die zich schuilhoudt achter een van de kantelen?
Vlammenzee verwoest Delft
Brood op de plank
De smalle bakstenen muren zijn tegen een middeleeuws houtskelet aangebouwd. De constructie is met muurankers aan elkaar vast geklonken. Dit is een gebruikelijke methode om te voorkomen dat de gevel ‘inknikt’. Er zijn in Delft weinig huizen van dit type bewaard gebleven. En dat heeft te maken met een verwoestende stadsbrand.
De vrouw van Johannes Vermeer geeft de Delftse bakker Hendrick van Buyten na de dood van haar man in 1675 een schilderij. Hij heeft het gezin dan al bijna twee jaar brood geleverd, zonder dat hij ooit een cent heeft gekregen. De schuld is inmiddels opgelopen tot 617 gulden. Met het schilderij De Gitaarspeelster voldoet Catherina in 1676 de betalingsachterstand.
In 1536 wordt de Nieuwe Kerk van Delft door bliksem getroffen. De houten kerktoren vliegt in brand en het vuur slaat al snel over naar de omliggende huizen. Uiteindelijk verwoest de brand bijna vier vijfde van de stad. Ook alle huizen aan de Voldersgracht gaan in vlammen op. Een houtskelet kan de brand onmogelijk overleefd hebben. Omdat het oostelijk deel van Delft gespaard is gebleven, is het veel waarschijnlijker dat de locatie van Het Straatje hier gezocht moet worden.
De schoonheid van het verval
Een aanwijzing dat het huis echt heeft bestaan, zijn de beschadigingen aan de gevel. De door de tijd veroorzaakte vervalschade is heel realistisch en gedetailleerd geschilderd. Overal zitten logische scheuren, sommige bakstenen zijn beschadigd en hier en daar bladdert de verf van het hout af. De details kunnen natuurlijk wijzen op achterstallig onderhoud. Maar aannemelijker is dat de beschadigingen zijn ontstaan bij de zogenaamde Delftse Donderslag. En er is een goede reden waarom Johannes Vermeer zo aangeslagen is door deze nieuwe ramp …
De weduwe van Johannes Vermeer lost in 1676 met het schilderij De Gitaarspeelster een schuld bij de bakker af.
305
De kunstenaar Carel Fabritius wordt opgeleid door Rembrandt en is later mogelijk de leermeester van Vermeer. Fabritius komt in 1654 om bij de Delftse Donderslag.
De Delftse Donderslag
De Nieuwe Langendijk ligt tot 1890 inderdaad aan het water. Daarna wordt de gracht gedempt. Ook dit detail komt overeen met de situatie op het schilderij. Vermeer heeft een gootje voor afvalwater geschilderd, dat vanaf de steeg naar de rand van het doek loopt. De gracht waarin deze goot uit komt, valt net buiten het schilderij.
Op 12 oktober 1654 explodeert in Delft een kruithuis, maar liefst 90.000 pond buskruit vliegt in een klap de lucht in. De ontploffing is tot op het eiland Texel te horen, zo wordt later gezegd. Er vallen honderden doden en gewonden. Ook de kunstenaar Carel Fabritius overlijdt, juist op het moment dat hij in zijn atelier aan het werk is. Hij was een leermeester van Johannes Vermeer. Misschien is Vermeer zo onder de indruk van deze ramp dat hij enkele jaren later de nog steeds zichtbare schade aan de huizen, als stille getuigen, heeft willen vastleggen. Onderzoekers van de TU Delft hebben berekend dat de beschadigingen die op Het Straatje staan afgebeeld, precies op de plekken zitten die als eerste ten prooi vallen aan verval. En dat is opnieuw een aanwijzing dat Vermeer een echt bestaand huis heeft geschilderd.
Archeologisch onderzoek
Wellicht komt het belangrijkste argument over ‘Het Straatje’ uit archeologisch onderzoek. Studenten van de TU Delft doen in 1982 onderzoek in een huis dat op de nominatie staat om gesloopt te worden. Een oplettende student, Wim Weve, ontdekt later dat de verhouding van de muren en de fundering van Nieuwe Landendijk 22 en 26 precies overéén komen met de afmeting van de huizen op het schilderij van Johannes Vermeer. Het huis op nummer 24 is pas rond 1830 gebouwd. Voor die tijd liep hier een steeg, net als op het schilderij. Handtekening van Johannes Vermeer.
306
Johannes Vermeer overlijdt in december 1675. Hij wordt begraven in een familiegraf in de Oude Kerk in Delft. Op zijn lijkkist wordt een kleiner kistje geplaatst, met het lichaam van een eerder overleden kind. Ook zijn zwager en schoonmoeder worden later in dit graf begraven. Naderhand is het familiegraf geruimd. Veel later kon aan de hand van een register zeer nauwkeurig de plaats worden bepaald en als eerbetoon aan de kunstenaar wordt in de Oude Kerk opnieuw een grafzerkje geplaatst. In 2007 opent bovendien in Delft het Vermeer Centrum.
Bakstenen tellen
Bij het onderzoek in 1982 vinden de studenten op de Nieuwe Langendijk resten van een houtskelet. Het hout wordt na technisch onderzoek gedateerd rond 1450. Dit jaartal past bij de laatgotische stijl van het door Vermeer geschilderde huis. De Nieuwe Langendijk ligt bovendien in het deel van Delft dat bij de grote stadsbrand van 1536 gespaard is gebleven. De onderzoekers tellen ook het aantal bakstenen op het schilderij. De geschilderde gevel moet, omgerekend naar een echte situatie, zo’n 6,58 m breed zijn geweest. Bij het opmeten van de fundering van het adres Nieuwe Langendijk 26 blijkt dat de deze gevel 6,83 m is, een miniem verschil ten opzichte van het huis op het schilderij. Kunsthistoricus Kees Kaldenbach komt aan de hand van bovenstaande onderzoeksgegevens en andere feiten tot de conclusie dat het adres Nieuwe Langendijk inderdaad de locatie van Het Straatje van Vermeer is. Maar de huizen aan deze straat zijn in de jaren tachtig van de vorige eeuw gesloopt. Pas bij nadere bestudering van de feiten is de cultuurhistorische waarde van de locatie ontdekt.
Van dit schilderij wordt wel gezegd dat het mogelijk Johannes Vermeer zelf is, die hier aan het werk is. Adolf Hitler kocht het schilderij in 1940, door de verkoper onder druk te zetten. Hij hing het op in zijn bergwoning in Berchtesgaden. Sinds 1946 maakt het doek deel uit van de collectie van het Kunsthistorisches Museum in Wenen.
307