Nr 83

Page 1

83

Keizersgracht 672, Amsterdam DE FRAAIE STADSPALEIZEN AAN DE AMSTERDAMSE GRACHTEN ZIJN VAN EEN BIJNA KONINKLIJKE ALLURE. DE 17E-EEUWSE HUIZEN ZIJN NIET ALLEEN BEDOELD OM IN TE WONEN, MAAR OOK OM ZAKENRELATIES MEE TE IMPONEREN. DE WAPENHANDELAAR JEREMIAS VAN RAEY IS GEVOELIG VOOR UITERLIJK VERTOON. Hij geeft in 1671 opdracht voor de bouw van een ‘extera fraay huys’ aan de Keizersgracht. Bij de oplevering een jaar later is de Republiek in oorlog met Engeland en Frankrijk. Er heerst een economische crisis en Amsterdam wordt geteisterd door de pest. Het jaar 1672 gaat de boeken in als een rampjaar. Jeremias van Raey


83

#

Keizersgracht 672, Amsterdam DE FRAAIE STADSPALEIZEN AAN DE AMSTERDAMSE GRACHTEN ZIJN VAN EEN BIJNA KONINKLIJKE ALLURE. DE 17E-EEUWSE HUIZEN ZIJN NIET ALLEEN BEDOELD OM IN TE WONEN, MAAR OOK OM ZAKENRELATIES MEE TE IMPONEREN. DE WAPENHANDELAAR JEREMIAS VAN RAEY IS GEVOELIG VOOR UITERLIJK VERTOON. Hij geeft in 1671 opdracht voor de bouw van een ‘extera fraay huys’ aan de Keizersgracht. Bij de oplevering een jaar later is de Republiek in oorlog met Engeland en Frankrijk. Er heerst een economische crisis en Amsterdam wordt geteisterd door de pest. Het jaar 1672 gaat de boeken in als een rampjaar. Jeremias van Raey laat standbeelden van vier goden op het dubbele woonhuis plaatsen om het onheil te bezweren.

Het Huis met de Paarse Ruiten, een stijlvolle oase in hartje Amsterdam

1500

1600

1700

1800

1900

2000

Een beroemde huurder

Jeremias van Raey is naast wapenhandelaar ook reder. Hij heeft een eigen schip, De Gele Beer, waarmee hij ijzer, graan en rijst vervoerd. De beelden aan de dakrand verwijzen naar de herkomst van zijn fortuin en naar de turbulente tijd waarin het pand is gebouwd. De oorlogsgod Mars, Vulcanus (de god van het vuur), Ceres (de godin van de akkerbouw) en Minerva (de godin van de wijsheid) waken over de bewoners.

De wapenhandelaar verhuist in het voorjaar van 1672 met zijn 14-jarige dochter Sara naar de Keizersgracht. Hij is dan al zes jaar weduwnaar, zijn vrouw Susanne is in 1666 gestorven. Aan de zandstenen gevel hangt het familiewapen van Van Raey. Bezoekers die vanaf de straat naar boven kijken, zien onder het balkon de letters JVR staan, de initialen van de bouwheer. Jeremias van Raey

338


Zelfportret Ferdinand Bol (1669).

is alom aanwezig. De percelen achter de dubbele woning zijn ook van hem. Timmermannen zijn er druk bezig met de bouw van een koetshuis en twee paardenstallen. De rechterkant

van het dubbele huis wordt vanaf mei 1672 verhuurd aan Ferdinand Bol en zijn tweede vrouw. Bol is een leerling van Rembrandt en als kunstschilder buitengewoon succesvol.

Rechtszaak Ferdinand Bol

Van Raey laat in het huurcontract met Ferdinand Bol opnemen dat hij de hele zolderverdieping kan gebruiken voor de opslag van rijst. Zijn zolder heeft een open verbinding met de zolder van het echtpaar Bol. En daarmee begint de irritatie tussen de huisbaas en zijn beroemde huurder. Ferdinand Bol heeft ook de paardenstallen gehuurd, maar de bouw is nog steeds niet afgerond. Toch moet de kunstschilder alvast huur betalen. Bol is woedend en spant een rechtszaak aan tegen zijn huisbaas. Jeremias van Raey delft het onderspit.

Van Raey failliet verklaard

Initialen onder het balkon

De eerste eigenaar van het dubbele woonhuis is Jeremias van Raey. Onder het balkon van het linker pand (Keizersgracht 674) staan zijn initialen. Het huis met de karakteristieke gevel van Bentheimer zandsteen is ontworpen door Adriaan Dortsman. In 1705 schenkt Jeremias van Raey het aan zijn kleinzoon Jonas Witsen. Na diens dood wordt het in 1715 verkocht voor 32.000 gulden. Het huis blijft tot 1793 in het bezit van de familie Witsen. Daarna betaalt de volgende eigenaar er 71.000 gulden voor. Door een economische crisis zakken de huizenprijzen, voor Keizersgracht 674 wordt in 1818 nog maar 32.000 gulden betaald. Zestig jaar later moet de kok Johannes Jacobus Couturier er meer dan het dubbele voor neertellen. Hij vestigt er een exclusief restaurant dat tot 1928 in bedrijf blijft. De familie Couturier verkoopt het pand in dat jaar voor 205.000 gulden aan de NV Hollandse Koopmansbank. Twee jaar later koopt de Handel en Exploitatie Maatschappij Rion het en betaalt, inclusief het koetshuis en de paardenstallen, 314.204 gulden. In 1930 blijft alleen de gevel nog staan, de achterkant wordt totaal verbouwd en vernieuwd.

339

In 1675 trouwt Van Raey’s dochter Sara met Jonas Witsen, een ambitieuze jongen uit een deftig regentengeslacht. Van Raey blijft alleen achter in het huis op de Keizersgracht. Nog steeds gaat het slecht met de economie. De oorlog duurt voort en de handel is compleet ingestort. Net als veel andere mensen kan hij zijn schulden niet meer betalen. Eind 1677, op de dag voor Kerstmis, wordt hij failliet verklaard. De Amsterdamse handelaar staat voor 304.966 gulden in het krijt bij zijn schuldeisers. Hij doet afstand van zijn schip De Gele Beer en treft een betalingsregeling. Enkele jaren later moet Van Raey het rechter deel van zijn dubbele huis, Keizersgracht 672, noodgedwongen verkopen.


Huurhuis Bol geveild

Arts trouwt rijke patiënte

Als de vrouw van Ferdinand Bol overlijdt, verhuist de schilder naar een ander adres. Keizersgracht 672 staat nu leeg en wordt geveild. De 30-jarige François Le Gillon doet het hoogste bod. Voor 40.000 gulden wordt hij eigenaar van het pand. Van Raey krabbelt naderhand financieel weer een beetje op en blijft tot zijn dood in het huis op nummer 674 wonen.

Van Hagen is dan net twee maanden getrouwd met Catherina Trip. Ze is een patiënt van hem en al haar hele leven ziekelijk. Keer op keer denkt ze dat ze dood gaat en maakt dan telkens een testament op. Catherina komt uit een rijke familie en haar broers bekijken hun nieuwe zwager met argusogen. Abraham van Hagen maakt ondertussen zijn vrouw het hof. Hij verrast haar met een indrukwekkend trappenhuis, als cadeau. In het smeedwerk van de trapleuning staan de letters van hun namen in elkaar verstrengeld. Het huwelijksgeluk van de arts en zijn rijke patiënte duurt overigens maar kort. Vijf jaar na de bruiloft overlijdt Catherina, op 42-jarige leeftijd. Haar echtgenoot erft een half miljoen gulden, tot ontzetting van zijn schoonfamilie.

François Le Gillon woont vanaf 1682 met zijn vrouw Christina en hun zoontje Abraham op de Keizersgracht. Het echtpaar krijgt nog vier kinderen. Maar lang duurt het gezinsgeluk niet. François overlijdt in 1689. Christina blijft achter met vier zonen en een dochter. In de jaren daarna overlijdt het ene kind na het andere. De weduwe overleeft uiteindelijk het hele gezin, op haar dochter Geertruyd na. Christina overlijdt in 1734 en wordt begraven in het familiegraf in de Oosterkerk.

Voor het eerst verliefd

Geertruyd Le Gillon wil niet meer geconfronteerd worden met het verdriet van haar familie. Ze gaat op een landgoed buiten de stad wonen. Het huis op de Keizersgracht wordt verhuurd. Geertruyd is dan nog steeds vrijgezel. Pas op 66-jarige leeftijd wordt ze voor het eerst van haar leven verliefd. Na haar dood in 1751 gaan de wildste verhalen dat een onbekende minnaar 100.000 gulden heeft geërfd, maar dit is onjuist. De enige erfgenamen van Geertruyd Le Gillon zijn haar trouwe vrienden. Ze verkopen het huis in november 1752 aan de arts Abraham van Hagen, voor 85.000 gulden.

340


KLM-huisje # 83 wordt gepresenteerd in 2002. Het eerste exemplaar wordt overhandigd aan mevrouw Martine van Loon-Labouchêre. Ze is de grootmeesteres van koningin Beatrix tot aan haar aftreden op 30 april 2013.

Smaakvolle inrichting

In de twintig jaar dat Abraham van Hagen alleen aan de Keizersgracht woont, blijft hij het pand verbouwen en verfraaien. Een aantal kamers is ingericht op kleur, met namen en thema’s die verwijzen naar (afbeeldingen op) het behang. De exotische tapijten, gordijnen van damast en de zijden meubelstoffen zijn zorgvuldig op elkaar afgestemd.

Het pand wordt tegen het eind van zijn leven getaxeerd op 120.000 gulden. Maar na het overlijden van de dokter in 1773 is er niemand die dit bedrag wil betalen. De erfgenamen krijgen voor het huis uiteindelijk slechts 78.000 gulden. Voor het overnemen van het meubilair moet 8000 gulden worden betaald.

Een inhalige schoonzoon

De nieuwe bewoner van Keizersgracht 672 is Hendrik Coenraad Sander, de vertegenwoordiger van Christiaan IV, Zijne Doorluchtige Hoogheid de hertog van Palts-Tweebrugge. Sander is net als de vorige eigenaar weduwnaar. Maar in tegenstelling tot Abraham van Hagen heeft Sander twee zonen en een dochter. Omdat zijn dochter Anna met een klaploper is getrouwd, doet hij er alles aan om het familiekapitaal uit handen van zijn schoonzoon te houden. Hendrik Coenraad Sander overlijdt nog geen drie jaar later, in 1777. De verdeling van de erfenis leidt tot een familieruzie. Zonder hun zusje Anna te informeren, zetten haar broers in 1778 een advertentie om vaders sieraden te verkopen. Tot woede van hun zwager bieden ze onder andere een ‘paarl wegende 578 caraat’ van een leeuw en een ‘uitmuntende schoone brillant van volmaakt formaat’ aan. De grote edelsteen zit in een gouden ring en is maar liefst 33.000 gulden waard. Er moet een deurwaarder aan te pas komen, om de veiling te verhinderen.

Aankondiging van de veiling. Amsterdamse Courant, 21 mei 1778.

341


Een gat in de hand

De 24-jarige Jan Trip, een ver familielid van de ziekelijke Catherina Trip, wordt de volgende bewoner. Om op dit adres te kunnen wonen, betaalt hij in 1778 de hoofdprijs. Voor 112.500 gulden wordt Trip eigenaar van het huis. Het bijbehorende meubilair kost 12.000 gulden. De erfgenamen van Hendrik Coenraad Sander worden in maandelijkse ter-

mijn afbetaald. Maar zij weten dan nog niet dat de nieuwe eigenaar een gat in de hand heeft. Trip gaat op de Keizersgracht 672 wonen met zijn vrouw Anna Maria Schuijt en een dochtertje van één jaar oud. Trip is vaak in de stallen en het koetshuis te vinden, want hij is een enorme paardenliefhebber.

Maar als hij wat meer aandacht voor zijn financiële situatie zou hebben gehad, dan had hij kunnen weten dat dit huis boven zijn stand is. Twee jaar later wordt hij failliet verklaard. Zijn schoonvader Albert Schuijt helpt hem uit de brand en koopt het pand voor 82.500 gulden, hij betaalt zijn schoonzoon 12.000 gulden voor de inventaris.

Het dubbele woonhuis op Keizersgracht 672 en 674 wordt in 1671 ontworpen door de architect Adriaan Dortsman. Hij is ook verantwoordelijk voor de bouw van de beroemde koepelkerk aan het Singel in Amsterdam, de Oosterkerk (waar hij zelf in 1682 wordt begraven) en kasteel Nyenrode in Breukelen.

342


Het Huis met de Paarse Ruiten

Een onbezonnen echtpaar

Als Albert Schuijt in 1792 overlijdt, verkoopt zijn weduwe het pand voor 100.000 gulden. Anthonie van den Bergh, heer van Lexmond betaalt de vraagprijs in contanten; hij is tenslotte niet voor niets een van de rijkste inwoners van Amsterdam. Het huis krijgt in 1810 een fl inke opknapbeurt, waarbij onder andere de ramen aan de voorzijde worden vervangen. Omdat er in het glas mangaan zit, verkleuren de ramen in de loop van de tijd en krijgen ze een paarse gloed. Keizersgracht 672 wordt daardoor later ook wel het Huis met de Paarse Ruiten genoemd. Van den Bergh blijft tot zijn dood in 1842 op de Keizersgracht wonen.

De verkoopprijs van het grachtenpand stijgt in 1872 naar 80.000 gulden, tien jaar later komt het opnieuw op de markt voor 100.000 gulden. Het jonge echtpaar Fock wordt in 1883 eigenaar van Keizersgracht 672. Ze lijken in hun doen en laten op het onbezonnen echtpaar Trip, dat hier een eeuw geleden ook ver boven hun stand leefde en het huis gedwongen moest verkopen. Ook Abraham Fock wordt failliet verklaard, al vlak na de koop van het huis. Hij verlaat halsoverkop zijn vrouw Julie en vlucht met een minnares naar Parijs. Met de komst van de adellijke familie Van Loon keert in 1884 de rust terug op de Keizersgracht.

‘Jan de werkmeid’

Een verre nazaat van mr. Johan Witsen (die in de 17e eeuw met de dochter van Jeremias van Raey is getrouwd) wordt in 1843 de nieuwe eigenaar. Baron Straalman betaalt voor het monumentale huis slechts 36.800 gulden. Voor een set van twaalf spiegels moet hij 1200 gulden extra betalen. Door het personeel wordt hij smalend ‘Jan de werkmeid’ genoemd, omdat het poetsen van zilver zijn dagelijkse hobby is. Elke dag controleert hij met een witte doek het personeel om te zien of er nergens stof ligt. Na het overlijden van de baron betalen de volgende eigenaren in 1860 bijna 50.000 gulden voor het huis, en nog eens 1300 gulden voor de inboedel.

In 1810 krijgt het woonhuis op Keizersgracht 672 nieuwe ramen. Omdat er in het glas mangaan zit, verkleurt het onder invloed van zonlicht en krijgt het een paarse gloed. Jonkheer Maurits van Loon geeft het het huis daarom later de bijnaam het Huis met de Paarse Ruiten.

343


Familiewapen van de familie Van Loon.

Vertrouweling Wilhelmina

De perfecte gastvrouw

Bankier jonkheer Hendrik van Loon koopt het Huis met de Paarse Ruiten voor 95.000 gulden, als huwelijkscadeau voor zijn zoon Willem en diens vrouw. Thora Nanna Egidius komt uit een goed milieu en is de dochter van de Noorse consul. Het paar krijgt twee kinderen, Henk en Daisy.

Thora van Loon is een perfecte gastvrouw en gaat altijd tot in de puntjes gekleed. Ze krijgt voor haar ceremoniële werk niets betaald, maar reist regelmatig naar Parijs om kleding te kopen die bij haar functie past. Haar man Willem van Loon overlijdt in 1935, Thora blijft alleen achter in het grote huis. De paarden worden in 1939 gevorderd door het leger, de koetsen worden verkocht.

Thora van Loon wordt in 1897 benaderd om dame du palais van koningin Wilhelmina te worden. Het is een ceremoniële titel die de status van de familie Van Loon in Amsterdam bevestigt. Ze is vijftien jaar ouder dan de jonge vorstin, maar ondanks het leeftijdsverschil kunnen de vrouwen het direct goed met elkaar vinden. Thora van Loon vergezelt Wilhelmina vanaf dat moment bij officiële feesten en ze vertegenwoordigt haar bij belangrijke gebeurtenissen. Mensen die bij de koningin op audiëntie willen, worden eerst bij haar thuis in de Blauwe Salon uitgenodigd voor een uitgebreide maar informele kennismaking. Dit gebeurt tijdens een wekelijkse jour (ontvangdag). Pas na goedkeuring van Thora van Loon gaan de deuren van het paleis open.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zit koningin Wilhelmina in Engeland, terwijl haar Dame du Palais op de Keizersgracht bevriende Duitse relaties ontvangt. Ook al heeft Thora geen verkeerde bedoelingen, de proDuitse houding wordt door de koningin niet gewaardeerd. Na de bevrijding laat Wilhelmina in de kranten een advertentie plaatsen, waarin ze het ontslag van haar Dame du Palais aankondigt. Thora van Loon sterft nog geen vijf maanden later, op 80-jarige leeftijd. Haar twee kinderen overlijden enkele jaren na hun moeder. Daisy sterft in 1947 en haar oudere broer Henk in 1949.

344


Museum Van Loon

Staatsbezoek Putin

Huis Van Loon blijft in handen van de familie. Jonkheer Maurits van Loon, de zoon van Henk, richt in 1960 een stichting op om het monument te restaureren en er een museum van te maken, met erfstukken uit de familiecollectie. Het pand moet zoveel mogelijk in de originele staat worden teruggebracht. In 1973 opent Museum Van Loon zijn deuren voor het publiek. Het Huis met de Paarse Ruiten biedt een intiem inkijkje in het dagelijks leven van vervlogen tijden.

Martine Labouchêre, de echtgenote van Maurits van Loon, is sinds de jaren tachtig grootmeesteres van koningin Beatrix. Ze vertegenwoordigt de vorstin bij belangrijke gebeurtenissen en begeleidt haar bij buitenlandse staatsbezoeken. Ook onderhoudt ze de buitenlandse contacten van de koningin. Martine van Loon-Labouchêre beweegt zich bescheiden op de achtergrond en is een ster in het improviseren bij lastige situaties. In 2005 is het Koninklijk Paleis op de Dam gesloten in verband met een renovatie. In de agenda van koningin Beatrix staat tegelijkertijd een ontvangst van de Russische president Vladimir Poetin. Het hof organiseert daarom een ceremoniële ontvangst op de Keizersgracht. Het hoge gezelschap dineert in de Rode Salon van Museum Van Loon.

Aandacht voor details

Maurits van Loon is een man van tradities. Hij werkt aanvankelijk als diplomaat, maar hij vindt zijn passie in de archeologie en klimt uiteindelijk op tot hoogleraar archeologie. De jonkheer koestert zijn familiegeschiedenis met zorg en aandacht voor historische details. Hij is oorspronkelijk niet aan de Keizersgracht opgegroeid, vanaf de zestiger jaren woont hij met zijn gezin in het tot woning omgebouwde koetshuis. In 1994 betrekt hij met zijn tweede vrouw Martine van Loon-Labouchêre een appartement in het voormalige huis van Jeremias van Raey, op nummer 674. Dit pand heeft alleen nog de originele façade uit 1672, maar het interieur en de achterzijde zijn in de jaren dertig van de 20e eeuw verbouwd.

345


Het oude behang van Beatrix

Advocaat Coert Simon Sander groeit als kind op in het huis op de Keizersgracht 672. Na de dood van zijn vader koopt hij in 1779 met zijn erfdeel Drakensteyn. Het achthoekig kasteel wordt in een advertentie aangeprezen als ‘een modern en kostbaar nieuw getimmerde heerenhuizinge’. Sander laat twee kamers bekleden met handbeschilderd behang. Prinses Beatrix koopt Kasteel Drakensteyn bijna twee eeuwen later om er te gaan wonen. Maar eerst moet het van binnen en buiten gerenoveerd worden. Het behang verkeert in zo’n slechte staat dat Beatrix de wandschilderingen laat verwijderen. Het is dan nog onbekend door wie het behang is geschilderd. De doeken worden opgeborgen bij haar ouders op paleis Soestdijk. Jonkheer Maurits van Loon is in de jaren zestig op zoek naar handbeschilderd behang, ter verfraaiing van het Huis met de Paarse Ruiten. Met dit soort behang waren eeuwen geleden de muren in het huis bekleed. Van Loon mag het behang van de kroonprinses kopen. De linnen doeken worden gerestaureerd en ingekort, om de afbeeldingen passend te maken voor een salon van Museum Van Loon. Na de plaatsing van de muurschilderingen wordt de kamer vanaf 1970 de Drakensteynkamer genoemd. Pas bij een uitgebreide restauratie in 2003 ontdekt men dat het behang is geschilderd door de bekende kunstenaar Jurriaan Andriessen.

Het Delfts blauwe miniatuur Drakensteyn wordt in 1966 gemaakt, ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus.

Appartement

Ferdinand Bol, de eerste huurder van Keizersgracht 672, spant in 1672 een rechtszaak aan tegen zijn huisbaas als blijkt dat het koetshuis nog steeds niet af is. Het ontwerp is, net als het huis, van Adriaan Dortsman. Er is ruimte voor twaalf paarden. De bovenverdieping is bestemd voor de koetsier en zijn gezin. Op de zolder slapen de staljongens. De beelden naast de ingang stellen Bacchus (de god van de wijn) en Flora (de godin van de bloemen) voor. Boven de deur is een buste van Apollo, de god van de muziek Uitzicht vanuit de Drakensteynkamer van

en levensvreugde. De standbeelden

Museum Van Loon. Achter in de tuin staat

zijn hier geplaatst in 1775, in de tijd

het koetshuis.

dat Hendrik Coenraad Sander op de Keizersgracht woont. Het koetshuis is in 1916 verbouwd tot autogarage. In de jaren dertig wordt er een appartement van gemaakt.

346


Restauratie koetshuis

In 2006 komt jonkheer Maurits van Loon in Frankrijk ongelukkig ten val en overlijdt. Met zijn overlijden sterft ook de mannelijke opvolgingslijn van het adellijke geslacht uit. Zijn dochter Philippa zet sinds 2006 het werk van haar vader voort. Onder haar leiding wordt het bij het huis horende koetshuis in 2009 aangekocht en gerestaureerd. Samen met de in 17e-eeuwse stijl aangelegde tuin vormen Museum Van Loon en het daarachter liggende koetshuis een stijlvolle oase in de hectiek van Amsterdam.

De ramen van het koetshuis aan de tuinzijde zijn op de muur geschilderd. De bewoners van het huis willen in de 19e eeuw niet dat ze door de staljongens of de koetsier worden bespied.

347


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.