woon
KWALITEIT
WOONKWALITEIT! IS EEN UITGAVE VAN VACPUNT WONEN
JAARGANG 1 • ZOMER 2014
Wat is woningkwaliteit? Het antwoord hierop hangt af van de vraag wie er belang bij heeft. Een column van André Thomsen.
Sybilla Dekker: “Kwaliteitsborging betekent dat kwaliteit houdbaar is.”
Aangepast wonen “Omdat de verzorgers altijd in de buurt zijn, kun je zelf bepalen wanneer je wilt douchen.” Jitske Rinzema Brandveiligheid Bij woningaanpassing voor ouderen wordt de brandveiligheid regelmatig over het hoofd gezien.
Bergruimte of machinekamer? Bergingen worden steeds vaker gebruikt om installaties te plaatsen.
woon
inhoud
KWALITEIT
2
Sybilla Dekker
“Het gaat om de manier waarop adviezen meegenomen worden.”
VAC in beeld Een fotoreportage over een bezoek aan de modelwoningen van Technologie Thuis Nu! (OTIB).
Ed de Groot LEKSTEDEwonen Vianen “Het VAC-werk is heel pragmatisch; daar hou ik wel van.”
De oplossing Berging of machinekamer?
WOONkwaliteit!
3
column Jaap Overeem
3 Column Jaap Overeem 4 De bewoner centraal
Jitske Rinzema woont in een aangepaste woning.
FOTO: ED VAN RIJSWIJK
6 Sybilla Dekker “Kwaliteitsborging betekent dat kwaliteit houdbaar is en niet van dat ene moment, waarop het er allemaal mooi uitziet, afhangt.” Jaap Overeem in gesprek met Sybilla Dekker over de commissie Dekker, private kwaliteitsborging en woonkwaliteit.
10 Traplift? Dan ook sprinkler!
Langer in eigen huis wonen kan vaak alleen als de woning wordt aangepast. Helaas wordt bij woningaanpassingen de brandveiligheid vaak over het hoofd gezien. Een interview met Joost Pothuis (Arcadis) en Nelleke Nelis (VACpunt Wonen)
12 Het knelpunt 13 VAC in beeld
Reportage over een studiebijeenkomst voor Adviescommissies Wonen naar de modelwoningen van Technologie Thuis Nu! van OTIB.
17 De oplossing
De aanwezigheid van bergruimte in een woning hoeft nog niet te betekenen dat de bewoner die ruimte als zodanig kan gebruiken. Bergruimten worden steeds vaker volgebouwd met installaties.
18 Ed de Groot, LEKSTEDEwonen
Ed de Groot, directeur LEKSTEDEwonen in Vianen, over verduurzaming van de bestaande woningvoorraad, de positie van de consument en de meerwaarde van het VAC-werk.
22 Column André Thomsen
Colofon en service
Uitroepteken Onze agenda is de laatste tijd beter te omschrijven als de VACpunt Wonen-roadshow. Het aantal afspraken met bedrijven, kenniscentra en collega-consumentenorganisaties groeit gestaag. En zo belanden medewerkers van VACpunt Wonen op een bijeenkomst van de Deense ambassade over energiebesparing & comfort. Werken ze samen met Arcadis aan de handreiking Bouwbesluit voor bewoners. Onderzoeken ze met de Woonbond en Iederin(in) hoe de consumenteninvloed op bouwregelgeving verbeterd kan worden. Of leiden ze minister Blok rond in een dementiewoning. Goede ontwikkelingen, die alles te maken hebben met de zware tijden in de bouwsector en de woningmarkt. Ik vergelijk de crisis in de bouw wel eens met een explosie: alles komt los van zijn vertrouwde plaats en vindt daarna weer een nieuwe plek in een vernieuwde sector met veranderde normen en waarden. Deze heroriëntatie in het werkveld is in het voordeel van de woonconsument. We zien duidelijk dat bedrijven en organisaties zich voorbereiden op hun rol in het nieuwe stelsel van de verbeterde kwaliteitsborging. Ook merken we dat er al flink wordt geanticipeerd op Blok’s beleidsplannen. Met name waar wordt gewerkt aan de (rechts) positie van de woonconsument. Bedrijven en organisaties die zich bezighouden met bouwen en wonen onderzoeken hoe zij beter kunnen aansluiten bij de wensen en behoeften van de bewoners en gebruikers. Het VAC-werk zet zich al jaar en dag actief in voor de gebruikskwaliteit van woning, woongebouw en woonomgeving. Het is dan ook zonneklaar dat VACpunt Wonen hierin het voortouw neemt én door marktpartijen wordt geraadpleegd. Omdat dit nog niet voor iedereen vanzelfsprekend is, brengt VACpunt Wonen het magazine Woonkwaliteit! uit. Onder het motto ‘bekend maakt bemind’ gaan we u twee keer per jaar informeren over de actuele thema’s op het gebied van woonkwaliteit. Woonkwaliteit met een uitroepteken; daar staan wij voor als VACpunt Wonen. Wij gaan niet voor de minimale woon- en gebruikskwaliteit. Wel voor een duurzame kwaliteit die aansluit bij de wensen en behoeften van bewoners en gebruikers. Een optimale woonkwaliteit kan alleen bereikt worden als wij onze krachten bundelen: VACpunt Wonen, de Adviescommissies Wonen en u. Samenwerking met een uitroepteken! Jaap Overeem directeur-bestuurder VACpunt Wonen
4
bewoner centraal foto ed van rijswijk
WOONkwaliteit!
5
Aangepast Vanwege een versleten rug is Jitske Rinzema uit Amersfoort al een aantal jaren rolstoelgebonden. Daarom woont zij in een volledig aangepaste gehandicaptenwoning van Fokuswonen. Om haar rug en knieën te ontzien is haar keuken voorzien van een laag aanrecht met een kraan aan de kopse kant en verlaagde kastjes. De badkamer beschikt over een toilet met douche-, föhn- en sta-op-functie en alle deuren in de woning zijn elektrisch te openen. Via een intercom kan Rinzema 24 uur per dag contact opnemen met verzorgers, die in een zorgunit in dezelfde straat verblijven. “Omdat de verzorgers altijd in de buurt zijn, kun je zelf bepalen wanneer je wilt douchen. Een kwestie van oppiepen!” Dankzij de gehandicaptenwoning kan Rinzema zelfstandig blijven wonen. “Deze woningen zijn nu alleen beschikbaar voor gehandicapten, maar ik vind dat ouderen die langer thuis moeten blijven wonen ook gebruik moeten kunnen maken van deze woningen en van de geboden service.” •
6
interview tekst olga ekelenkamp foto ed van rijswijk
Sybilla Dekker
‘Kwaliteitsborging betekent dat kwaliteit houdbaar is’
WOONkwaliteit!
7 De paden van Sybilla Dekker en VACpunt Wonen hebben elkaar in het verleden al diverse malen gekruist. Dekker was voorzitter van het Comité van Aanbeveling van het Landelijk Contact van de VAC’s (voorloper van VACpunt Wonen), reikte als minister van VROM certificaten uit aan allochtone woonadviseurs én schreef een inleiding in het jubileumboek van de VAC-organisatie. Ook was ze voorzitter van de commissie Fundamentele Verkenning Bouw; de aanbevelingen van deze commissie vormden de voorzet voor een compleet nieuw stelsel voor de bouwregelgeving. Reden genoeg voor Jaap Overeem, directeur-bestuurder van VACpunt Wonen, om in gesprek te gaan met Sybilla Dekker.
I
n 2008 verscheen het rapport ‘Privaat wat kan, publiek wat moet’ van de commissie Fundamentele Verkenning Bouw, ofwel de commissie Dekker. Onder leiding van Sybilla Dekker onderzocht een aantal deskundigen de mogelijkheden tot een fundamentele herbezinning op de huidige bouwregelgeving in Nederland. De opdracht: is het mogelijk om de bouwregelgeving minder en slimmer te regelen? “De reden om de commissie in te stellen was om eens heel goed te kijken of het bouwproces niet beter kon worden gestroomlijnd en wie de verantwoordelijkheid over wat had”, herinnert Dekker zich. “En wat je zou moeten doen om dat te verbeteren. Waarom stagneert het bouwproces aan de voorkant? Waarom een preventieve toets door de gemeente op het Bouwbesluit? Ons advies was: schaf het maar af, het heeft totaal geen zin. Wat is het nut van die
toets als hij wordt uitgevoerd terwijl het bouwproces al is gestart. Daar waren wij niet voor!” De Tweede Kamer was destijds echter minder enthousiast over het voorstel de preventieve toets te laten verdwijnen. Dekker: “Dat blijkt toch lastig, dingen afschaffen. Stapelen van wetgeving kunnen we goed, maar afschaffen niet.”
Houdbare kwaliteit Het ministerie van BZK is al enige jaren bezig om, met behulp van de aanbevelingen uit het rapport van de commissie Dekker, tot een nieuw stelsel in de bouwregelgeving te komen. De verbeterslag heet officieel private of verbeterde kwaliteitsborging in de bouw. Hoewel het rapport ‘Privaat wat kan, publiek wat moet’ de positie van de consument buiten beschouwing heeft gelaten, zet het ministerie met het nieuwe stelsel wél in op de verbetering van de rechtspositie van de bewoner.
8
interview tekst olga ekelenkamp foto ed van rijswijk
Wat zijn nu de voor- en nadelen van de private kwaliteitsborging voor consumenten, wil Overeem weten. “Kwaliteitsborging betekent dat kwaliteit houdbaar is en niet van dat ene moment, waarop het er allemaal mooi uitziet, afhangt. Het gaat om het duurzame gebruik en dat moet je zien te borgen. Daarom is ons advies geweest: kijk naar de bouwers, maar ook naar verzekeraars. Het nadeel kan zijn dat de private markt ermee op de loop gaat. Dat betekent dat je daar als rijksoverheid een kader aan moet meegeven. De overheid geeft het kader aan en de private sector gaat invullen. Dat is wat er moet gebeuren,” aldus Dekker.
Verantwoordelijkheid bij de markt Zowel in het rapport ‘Privaat wat kan, publiek wat moet’ als in de beleidsplannen rondom private kwaliteitsborging wordt aangestuurd op een grotere verantwoordelijkheid van de markt. Of zoals commissie Dekker in 2008 schrijft: ‘de commissie stelt bij het invullen van haar opdracht twee begrippen centraal: vertrouwen en verantwoordelijkheid. De overheid moet vertrouwen hebben in de kwaliteit die de bouwpraktijk kan en wil leveren. Daar staat tegenover dat de bouwpraktijk dat vertrouwen moet waarmaken en dus daadwerkelijk de verantwoordelijkheid hiervoor neemt.’ Overeem: “In diezelfde tijd lobbyde VACpunt Wonen voor de terugkeer van berging en buitenruimte in het Bouwbesluit, omdat eerdere pogingen van de overheid om dit onderdeel door de markt te laten oppakken, mislukten. Wat is er misgegaan?” “Het staat er niet meer in, dus we hoeven het niet meer te doen, was de gedachte”, aldus Dekker. “Ik vond het ontzettend kinderachtig en heb dat toen ook kenbaar gemaakt aan de bouw. Het staat er niet in, maar je wéét dat iedereen berging en bui-
“Stapelen van wetgeving kunnen we goed, maar afschaffen niet.”
tenruimte nodig heeft, dus waarom wordt het dan niet gebouwd? Kennelijk is het wel nodig om dat wettelijk te regelen.” Wellicht dat waarborgregelingen en verzekeringen, die onderdeel zijn van de beleidsplannen rondom private kwaliteitsborging, dergelijke situaties kunnen voorkómen.
Met de vuist op tafel
woningen waar ze veertig jaar in wonen vaak wel.” Wat betreft Dekker zou de consument vaker met de vuist op tafel moeten slaan. “Dat doet de individuele consument bijna niet, omdat hij overrompeld wordt door wat de bouw aandraagt. Kennelijk is de afhankelijkheid van degene die oplevert, bij de afname van een woning groter dan bij de autoverkoper.”
Zowel bij publieke als private kwaliteitsborging gaat het er uiteindelijk om dat bewoners en gebruikers tevreden zijn met hun woning of gebouw. Op het gebied van woningbouw lijkt de consument echter minder mondig en assertief dan bij andere productgroepen. Overeem vergelijkt: “Als ik morgen een auto koop en ik wil graag leren bekleding hebben, dan verwacht ik dat die auto met leren bekleding wordt geleverd. Als de autostoelen vervolgens met skai zijn bekleed en de verkoper zegt dat dit materiaal net zo goed is, dan accepteer ik dit niet. Eigenlijk gebeurt dat in de bouw heel veel. Je hebt een Nefit-ketel besteld en krijgt een Pools merk. Bij de auto accepteren mensen het niet, maar bij
Als minister van VROM bezocht Sybilla Dekker regelmatig diverse bouwwerken. Hoewel deze bezoeken na haar aftreden in 2006 zijn afgenomen, constateert zij de laatste jaren toch een verbetering in woonkwaliteit. “Je ziet dat we wel vooruit gaan. Er is een aantal eisen meegenomen: soms onder druk van Europa, maar toch vooral door de woonwensen van consumenten. Als ik wel eens in nieuwbouwwoningen kom, dan denk ik: we zijn toch een hele stap verder,” concludeert Dekker. “Er is laatst een heel mooi project in Wassenaar opgeleverd: een gezondheidscentrum met daarachter appartementen, ontwikkeld door een woningcorporatie samen met
WOONkwaliteit!
9
Als ik wel eens in nieuwbouwwoningen kom, dan denk ik: we zijn toch een hele stap verder. een een aannemer. Ik ben op de open dag geweest omdat ik nieuwsgierig was naar wat er was neergezet. Het zag er echt heel goed uit. Er is rekening gehouden met alle wensen en eisen van de deelnemers van het gezondheidscentrum, dus de artsen, het lab, de bloedprikbalie, noem maar op. Ik vroeg de directeur van die woningcorporatie hoe lang ze over de bouw hadden gedaan. Hij vertelde dat ze behoorlijk hebben moeten investeren in de voorkant van het proces vanwege alle vragen en wensen.”
VAC-advies
Verbeterde kwaliteitsborging in de bouw Commissie Dekker heeft met haar rapport ‘Privaat wat kan, publiek wat moet’ de voorzet gegeven voor het ontwikkelen van een nieuw stelsel in de bouw. Hierin stelt de overheid kaders en draagt de markt zorg voor de kwaliteit. Uitgangspunt van het stelsel is dat de preventieve toets aan het Bouwbesluit komt te vervallen. Een bouwvergunning wordt alleen nog getoetst aan het bestemmingsplan, welstand en omgevingsveiligheid. De bouw zorgt zelf voor het voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit. Aan de hand van drie risicoklassen, waartoe bouwwerken kunnen behoren, wordt bepaald aan welke eisen de kwaliteitsborging moet voldoen. Het ontwikkelen van instrumenten waarmee de kwaliteitsborging getoetst gaat worden, wordt ook aan de markt overgelaten. Het beoordelen van de instrumenten valt daarentegen onder de verantwoordelijkheid van de overheid.
Dekkers zijdelingse betrokkenheid bij het VAC-werk in de afgelopen jaren blijkt geenszins afgenomen. Gedurende het gesprek geeft zij en passant verschillende adviezen met betrekking tot het voortbestaan en de toekomst van het VAC-werk. Belangrijkste advies: wees als Adviescommissie Wonen niet te bescheiden! “Veel adviescommissies hebben zoiets van: wij adviseren slechts”, stelt Dekker. “Dat kan wel zijn, maar het gaat om de manier waarop die adviezen meegenomen worden. Daarom is het zo belangrijk dat er verschillende disciplines in een commissie zitten, maar dat ze wél dezelfde taal spreken. Er zijn twee punten die voor de VAC-organisatie de komende tijd aandacht behoeven. Eén: de organisatie moet zakelijker worden. En twee: de organisatie moet overtuigend zijn. Dus goed overdragen wat de VAC-organisatie is, kan zijn en betekenen.” Door de aanstaande wijziging van het bouwstelsel kan de positie van de VACorganisatie veranderen. Minister Blok zet in zijn plannen drie beleidslijnen uit; de markt krijgt meer verantwoordelijkheid, de aansprakelijkheid wordt beter verdeeld en er wordt gewerkt aan de vraaggerichtheid van de bouw. Dekker is van mening dat deze drie lijnen van invloed kunnen
CV Sybilla Dekker Geboren 23 maart 1942 in Alkmaar Opleiding Studie personeelswerk en management (1961-1965) Studie organisatiekunde, SIOO (1975-1976) Functies Onder meer Bedrijfsmaatschappelijk werker te Amersfoort (1965-1968) Inspectrice bij de Arbeidsinspectie te Arnhem (1968-1976) Werkzaam bij ministerie van Landbouw en Visserij, o.a. als adjunct-directeur Personeelszaken, directeur Facilitair bedrijf (1979-1989) Directeur van het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid (1989-1996 ) Algemeen Directeur Algemene WerkgeversVereniging Nederland AWVN (1996-2003 ) Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2003-2006) Diverse commissariaten en bestuursfuncties van 2007 tot heden o.a. Lid van de Raad van commissarissen BNG en RoyalHaskoning DHV en voorzitter Raad van Toezicht Kadaster Nevenfuncties Onder meer vanaf 1996 tot 2003 Diverse commissariaten bij o.a. Heineken, Rabobank en Nederlandse Spoorwegen Onder meer vanaf 2007 tot heden Voorzitter Stichting Talent naar de Top Voorzitter Strategische Adviesraad, Bouw en Ondergrond TNO Voorzitter Comité van Aanbeveling Landelijk Contact van de VAC’s Voorzitter Kennis voor Klimaat
zijn op de toekomst van het VAC-werk. “De minister geeft drie punten aan. Ik zou jullie aanraden om je positie te kiezen in die driehoek van kwaliteitsborging. De VAC-organisatie heeft geweldig veel ervaring en deskundigheid. Vind vormen die aansluiten bij deze tijd: creeër een digitale vraagbaak, ga werken met abonnementen of betaalde adviesgesprekken. Het kader is jullie meegegeven, dus be smart!” •
10 kennis tekst ruth bakker
Traplift? Dan ook sprinkler! Langer in eigen huis wonen kan vaak alleen als de woning wordt aangepast. De woningaanpassingen van tegenwoordig zijn vooral gericht op de toegankelijkheid en valpreventie. Denk aan drempelloze woningen, trapliften en veilige badkamers. Maar moeten we het dan ook niet hebben over de brandveiligheid van woningen voor ouderen?s
“I
n Nederland is de brandveiligheid van gebouwen in principe goed geregeld”, stelt Nelleke Nelis, adviseur gebruikskwaliteit bij VACpunt Wonen. Brandveiligheid is volgens haar één van de belangrijkste aandachtpunten in de bouwregelgeving. Ook Joost Pothuis, senior consultant bij Arcadis en co-auteur van het Bouwbesluit, is deze mening toegedaan: “In Nederland is het bij wet geregeld dat elke woning een afzonderlijk brandcompartiment is. Hierdoor wordt de kans dat een brand overslaat naar een buurwoning klein. Het zal dus niet snel gebeuren dat er slachtoffers búíten de brandende woning vallen. Bovendien zijn er eisen aan vluchtroutes en het brandgedrag van bouwmaterialen, zodat je bij brand de woning veilig kunt verlaten.”
Brandcompartiment De regels voor brandveiligheid variëren per gebruiksfunctie. Zo zijn de regels voor gebouwen waar niet wordt geslapen, zoals kantoren en scholen, minder streng dan de eisen voor woningen en hotels. De regels voor gevangenissen, ziekenhuizen en/of zorginstellingen zijn weer strenger dan die voor woningen. Bij deze gebouwen kunnen mensen zichzelf namelijk niet redden, terwijl bij de brandveiligheid in woningen ervan uit wordt gegaan dat men zelf uit de woning kan komen. En om die laatste aanname gaat het nu juist, vertelt Nelis. “Ouderen zijn lang niet altijd in staat om zelfstandig én op tijd de woning te verlaten. Vergeetachtigheid, het niet weten wat te doen bij brand en het niet meer zelfstandig kunnen vluchten, kunnen belangrijke oorzaken zijn.”
Meer ouderen langer thuis Door het scheiden van wonen en zorg en de decentralisatie van de zorg voor onder meer ouderen, moeten veel ouderen langer in eigen huis blijven wonen. Vaak kan dit alleen als de woning wordt aangepast. Gemeenten zijn ervoor verantwoordelijk dat senioren, eventueel met hulpmiddelen langer thuis kunnen blijven wonen De meeste aandacht gaat naar aanpassingen die gericht zijn op toegankelijkheid en valpreventie. Brandveiligheid lijkt geen prioriteit te hebben. Pothuis: “De wetgeving rond brandcompartimentering blijft hetzelfde, ook na de scheiding van wonen en zorg. Maar het ligt voor de hand dat ouderen meer tijd en/of hulp nodig hebben om de woning te verlaten dan jongeren. Dus als je meer mensen in de eigen woning oud laat worden, dan zullen ook meer oude mensen bij brand in de eigen woning om het leven komen. Veel mensen zijn zich hier niet van bewust.” Nelis vult aan: “De gemeente installeert een traplift bij mensen die moeilijk ter been zijn. Maar wie boven op bed ligt en afhankelijk is van zo’n lift, is in geval van brand reddeloos verloren. In een dergelijke noodsituatie snel het huis verlaten is dan onmogelijk. Al helemaal als de brand is ontstaan door kortsluiting en de lift niet meer te gebruiken is, omdat ook nog eens de elektra is uitgevallen.”
Bewustwording ‘Relatief veel doden door brand in eerste kwartaal 2014’, zo meldde de brandweer onlangs in een persbericht. Onder die doden bleken relatief veel ouderen te zijn. Is dat al een eerste gevolg van de scheiding van wonen en zorg? Pothuis: “Nee, niet direct.
WOONkwaliteit!
11
Goede voorbereiding De volgende middelen helpen mensen met een beperking zich goed voor te bereiden op een calamiteit: • Rookmelders voor doven en slechthorenden. Deze rookmelders zijn gekoppeld aan een trilplaat en flitslicht. Er zijn ook rookmelders met bluetooth, waardoor men het alarm kan doorkoppelen naar de buren. • Alarmnummer voor doven en slechthorenden (08008112). Met behulp van een teksttelefoon kunnen alarmmeldingen worden doorgegeven via een speciale dovencentrale. • Domotica kan branden voorkómen. Denk bijvoorbeeld aan camerabewaking, personenalarmering, spreek-luisterverbinding, valpreventie, toegangscontrole dwaaldetectie en integratie met de brandmeldcentrale en telefooncentrale. Er zijn fornuizen beschikbaar die men met één knop kan kan aan- en
uitzetten en die met een sleutel vergrendeld zijn. • Woningsprinkler: een sprinklerinstallatie in de woning kan een beginnende brand snel blussen. • Nabuurschap ofwel noaberhulp: is er iemand in de familie, buurt of vriendenkring die minder zelfredzaam is? Ga eens praten over hoe men samen kan zorgen voor meer brandveiligheid. Het kan nuttig zijn om minder zelfredzamen de digitale snelweg op te helpen, waar men met behulp van moderne apps vaak onverwacht zelfredzaam blijkt te zijn. • In verzorgingshuizen is het personeel door scholing veel alerter geworden op brandveiligheid. Het personeel haalt bijvoorbeeld de kaarsen uit de kerststukjes. Scholing in risicoherkenning aan thuishulpen zou ook een goed idee zijn!
De oorzaak ligt in de toename van de levensverwachting en de vergrijzing. Er is dus geen reden voor paniek. Maar het is wel zaak dat er gewerkt wordt aan bewustwording onder met name oudere bewoners en hun familie. Mensen moeten weer leren dat ze een eigen verantwoordelijkheid hebben. En met die verantwoordelijkheid wordt men meer geconfronteerd naarmate mensen minder kunnen leunen op een zorginstelling of gebouwbeheerder.”
Wetgeving? Bewustwording is één, maar moet brandveiligheid voor ouderen in eigen huis ook verankerd worden in wetgeving? Pothuis: “Nee, dat lijkt me geen goed idee. Dan zou de wetgever de bewoner namelijk voor de keuze kunnen stellen: óf u zorgt dat voorzieningen in uw woning worden aangebracht die in uw situatie nodig zijn om uw veiligheid te waarborgen, óf u zult moeten zoeken naar andere woonruimte. Het is namelijk niet automatisch zo dat deze verantwoordelijkheid bij de verhuurder of zorgaanbieder gelegd kan worden. Persoonlijk hecht ik veel waarde aan de mogelijkheid om oud te worden in mijn eigen woning en ben ik bereid om de risico’s die daaraan verbonden zijn te nemen. Waarom zou ik me laten dwingen om te verhuizen als ik minder zelfredzaam wordt? Kies ik er echter voor om te verhuizen en geef ik daarmee de zorg voor mijzelf in andere handen, dan ligt het anders. Als ik een woning aangeboden krijg gecombineerd met een zorgaanbod, dan verwacht ik een daarbij passend veiligheidsniveau.” Pothuis vervolgt: “Een voornemen om de verantwoordelijkheid voor een ontruimingsorganisatie in woonzorgcomplexen met een zwaar zorgaanbod te borgen in het Bouwbesluit spreekt me
12
het knelpunt tekst olga ekelenkamp Jaarlijks beoordelen Adviescommissies Wonen plannen voor duizenden woningen en woongebouwen op gebruikskwaliteit. Ze kijken of de woningen, woongebouwen en de leefomgeving wel zó ontworpen zijn dat de toekomstige bewoners hun dagelijkse activiteiten er goed kunnen uitvoeren. En dat blijkt lang niet altijd het geval te zijn! In de rubriek Het knelpunt beschrijven we situaties die voorkómen hadden kunnen worden als er een VAC-advies was aangevraagd.
daarom wel aan. Deze nieuwe regel zou betrekking krijgen op een beperkte groep en geldt niet voor de ‘doorsnee’ bewoner die op zichzelf blijft wonen. Dat hoeft geen probleem te zijn, want bewustwording heeft volgens Pothuis veel meer effect dan een ‘bouwpolitie’ die komt controleren of je huis wel brandveilig genoeg is. “Er is in bouwtechnische zin niets mis met je veiligheid in de woning. Maar er zijn wel aspecten die maken dat het brandgevaar toeneemt, zeker bij deze doelgroep”, aldus Pothuis.
Nieuwe tv Brandgevaar wordt groter naarmate mensen meer problemen krijgen met het geheugen en bedieningsfouten maken. Pothuis vertelt: “Soms willen oude mensen niet meer investeren in nieuwe apparatuur. Denk alleen al aan de tv: is men zich bewust van het brandrisico bij oudere apparatuur?” Waar veel mensen ook niet aan denken bij brandveiligheid: de meubels. Het brandgedrag van jaren vijftig eikenhouten meubels is totaal anders dan dat van voordelige nieuwe, maar zeer brandbare meubeltjes: in het laatste geval is de kans groot dat de bewoner bij brand de woning binnen drie minuten niet meer kan verlaten, terwijl dat bij degelijke oude meubels wel een half uur kan duren. “We zullen ons zelf weer verantwoordelijk moeten voelen voor de veiligheid van onze ouders. Het zou niet onverstandig zijn om voor opa en oma een Ipad aan te schaffen waarmee ze op afstand geholpen kunnen worden, bijvoorbeeld bij het instellen en bedienen van apparatuur, of als geheugensteuntje. En help eens met het ophangen van een rookmelder of het vervangen van de batterijen. Bij brand helpt elke seconde, zeker als je zo vlot niet meer bent”, aldus Pothuis. Daarom is het zaak dat er veel meer aandacht komt voor de brandveiligheid bij ouderen. Nelis: “Het start bij de gemeente. Bij het verlenen van hulpmiddelen zou er standaard moeten worden gekeken naar de consequenties voor de brandveiligheid.” Pothuis: “Adviescommissies Wonen zijn bij uitstek geschikt om ervaringen hiermee met andere partijen te delen, zoals zorgorganisaties, gemeenten en de brandweer. Maar zij kunnen natuurlijk ook oudere bewoners en hun familie informatie bieden.”
Ingrepen Welke ingrepen in de woning zijn denkbaar? Dat hangt af van persoonlijke omstandigheden. Nelis legt uit: “Wanneer men doof, slechthorend, blind of slechtziend is, is het lastig de signalen van brand, zoals vuur en rook waar te nemen. Wanneer er sprake is van een verstandelijke of psychische beperking, dan is het vaak moeilijk om adequaat te handelen. Bij conditionele problemen als gevolg van long-, hart- en vaatziekten of bij mobiliteitsproblemen door een handicap kunnen mensen moeilijk vluchten.” •
Gevaarlijke ramen en deuren Probleem
Oplossing
Een appartementencomplex wordt gebouwd met aan de rechterkant een uitbouw voor de lift met –technisch noodzakelijke- grijze luiken aan de buitenkant. Om de symmetrie te bewaren ontwerpt de architect aan de linkerkant nog een uitbouw, waarin zich slaapkamers bevinden. Om de grijze vlakken in de rechter uitbouw terug te laten komen, worden er grijze deuren gemaakt, die naar buiten openen. Zonder doorvalbescherming of Frans balkon.
Zowel de eigenaren van de woningen met de slaapkamer met openslaande deur naar buiten als de bewoners van de woningen met verdiepingshoge ramen zijn geholpen met ramen die naar binnen draaien en aan de buitenkant voorzien zijn van een Frans balkon. Als de ramen naar binnen draaien, kunnen de ramen eenvoudiger worden schoongemaakt door de bewoners zelf.
In hetzelfde project worden zes woningen opgeleverd met op de eerste verdieping drie verdiepingshoge ramen tot op de grond, die naar buiten openen. Ook ditmaal zonder doorvalbescherming of Frans balkon.
Kosten De extra kosten die nodig zijn om de ramen en deuren aan te passen zijn: - 6 woningen met drie verdiepingshoge ramen: € 7.480 per huis, in totaal: € 44.880 - 2 woningen met buitendeur in slaapkamer: € 3.190 per huis, in totaal: € 6.380 - Overlast voor bewoners
vac
in beeld foto’s ed van rijswijk
13
Modelwoningen onder de loep Door een ogenschijnlijk normaal straatje met Waalse klinkertjes wandelen elf leden van Adviescommissies Wonen. Met een plattegrond in de hand bekijken ze aandachtig een aantal woningen aan weerskanten van de weg. Aan een galerijhek hangt een bloempot met geraniums en even verderop staat een houten tuinsetje. Toch blijkt het straatje verre van gewoon: hier staan namelijk vijf modelwoningen. Het is de zevende keer dat VACpunt Wonen een studiebijeenkomst organiseert naar de modelwoningen van Technologie Thuis Nu!: een project van het Opleidingsen ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf (OTIB).
6
vac
I
in beeld tekst olga ekelenkamp
edere modelwoning richt zich op een specifieke doelgroep: vitale ouderen die zich voorbereiden op de toekomst, mensen met een visuele of motorische beperking, mensen met dementie en mensen met chronische longklachten.
Hoe kunnen ouderen en mensen met een psychische of lichamelijke handicap met behulp van technologie en een slimme plattegrond langer thuis wonen? Op die vraag krijgen de elf VAC-leden vandaag antwoord. Overigens niet in kant-en-klare brokken; na
een korte rondleiding van OTIB-projectleider Willem Bastein gaan ze in groepjes uiteen om in een modelwoning de aanpassingen van dichterbij bekijken. En om te onderzoeken of de woningen wel voldoen aan de VAC-visie. Margje Markerink van VAC Nijkerk
WOONkwaliteit!
onderwerpt de dementiewoning aan een grondige inspectie. Daar blijkt dat alleen al de draairichting van de deuren een wereld van verschil kan betekenen voor de bewoner. “Als je de deur van de slaapkamer opent, dan ontneemt deze je het zicht op de voordeur. En
7
de keukendeur draait open richting het keukenblok. Op die manier komen dementerenden ’s nachts niet op het idee om naar buiten te gaan of om te gaan koken. Vanuit datzelfde idee kan er ’s avonds een gordijn voor de kapstok en voordeur worden geschoven.”
Ook nieuw voor Markerink is de verlichting die stemmingswisselingen en verstoringen in het bioritme helpt voorkomen. Het lichtplan bootst het natuurlijke dag- en nachtritme na. “Dat verkleint de kans dat mensen op ongepaste tijden gaan spoken.”
16
vac
in beeld tekst olga ekelenkamp
Minister Blok Op 12 mei jl. heeft VACpunt Wonen minister Blok van Wonen en Rijksdienst rondgeleid in ĂŠĂŠn van de modelwoningen van OTIB. We hebben minister Blok uitgelegd hoe slimme woningaanpassingen kunnen bijdragen aan het welzijn en het vergroten van de zelfstandigheid van mensen met een zorgbehoefte. En hoe consumentenorganisaties dit samen met marktpartijen kunnen oppakken.
WOONkwaliteit!
de oplossing tekst olga ekelenkamp
Bergruimte? Jarenlang rapporteerden de Adviescommissies Wonen een te kleine berging of het ontbreken ervan als grootste knelpunt van de woning. Nu de aanwezigheid van berging en buitenruimte in het Bouwbesluit 2012 verplicht is gesteld, lijkt het met de grootte en aanwezigheid van bergingen beter te gaan. Er dient zich echter een volgend probleem aan: steeds vaker worden bergingen gebruikt om installaties te plaatsen. Vaak gaat dit ten koste van de ruimte voor het opbergen van andere spullen zoals levensmiddelen of huishoudelijke apparaten. Wat te doen?
Omdat een VAC-advies normaliter wordt uitgebracht op basis van plattegronden, is het beoordelen van de levensechte modelwoningen een welkome uitzondering voor VAC-leden. De kritische rondgang door de woningen levert een aantal verbeterpunten op. De slaapkamers blijken aan de kleine kant, stopcontacten achter het bed zijn onbruikbaar en het keukenblad in de woning voor mensen met een visuele beperking heeft nogal scherpe hoeken. De woninginspectie levert ook een andersoortige les op. Markerink: “Als je vanuit de verzorger naar de indeling van een woning kijkt, kom je soms tot andere oplossingen dan vanuit de VAC-visie.”
•
Eén kanttekening: het Bouwbesluit 2012 bevat wel minimum eisen voor bergruimten buiten, maar meldt niets over een inpandige bergruimte. Een dergelijke ruimte is dus niet verplicht. En juist die inpandige bergruimte wordt steeds vaker als opstelplaats voor apparatuur gebruikt. In afdeling 4.7 art. 4.38 staat: “de afmetingen van de opstelplaats zijn afgestemd op het te plaatsen toestel”. Bij vergaande energiebesparingsmaatregelen heeft de bewoner niet te maken met één, maar meerdere installaties die een plaats in de inpandige berging moeten krijgen. En dan te bedenken dat diezelfde berging ook de aangewezen plek voor de wasmachine, wasdroger en ventilatie-unit is. Er moet voorkómen worden dat het toenemende aantal (technische) installaties in de berging ten koste gaat van het minimale oppervlak van de bergruimte. Daarom adviseert de WoonKwaliteitWijzer, het handboek voor gebruikskwaliteit van woning, woongebouw en woonomgeving, het volgende: • Eventuele plaatsingsruimte van technische installaties (zoals de cv-ketel, warmtepomp en venti-
latie-unit) mag niet samenvallen met het minimale oppervlak (2 m2) van de bergruimte. • Wanneer de wasmachine en – droger in de bergruimte worden geplaatst, wordt de bergruimte vergroot met 1 m2. Machinekamer Een andere oplossing voor het behoud van het aantal vierkante meters bergruimte is vervangende bergruimte op zowel de begane grond als op de verdieping realiseren. Dit is toegepast bij het renovatieproject ‘de Poorters van Montfoort’. De voormalige buitenberging, met toegang van buitenaf, is een ‘machinekamer’ geworden waar alle installaties zijn geplaatst. Om het gemis aan bergruimte te compenseren, is in de achtertuin een grotere buitenberging geplaatst en zijn er extra opbergmogelijkheden op de verdieping gerealiseerd. Ook de energienotaloze woning, die VolkerWessels in het kader van De Stroomversnelling ontwierp, is voorzien een dergelijke machineruimte. In een uitbouw bij de voordeur, dat gelijk als luifel fungeert, komen alle technische installaties samen.
7
18 interview tekst ruth bakker fotografie lekstedewonen
Ed de Groot, LEKSTEDEwonen Vianen
“Soms ben ik verrast door de praktische instelling van onze huurders�
WOONkwaliteit!
19
Ed de Groot is directeur-bestuurder van LEKSTEDE wonen in Vianen, een kleine gemeente in de provincie Utrecht. De corporatie, goed voor een kleine 4.000 woningen, voelt de gevolgen van de crisis en de pijn van de verhuurdersheffing maar kan toch blijven investeren in nieuwbouw en (verduurzaming van) bestaande bouw. Daarbij heeft De Groot veel oog voor de positie van de woonconsument en is hij een grote fan van VAC Vianen. Een interview over verduurzaming van bestaand bezit, flexibele woningen, de meerwaarde van het VAC-werk en zijn eigen woonteleurstelling. Wat is voor u de kerntaak van corporaties? ”Een corporatie is vooral een volkshuisvestingbedrijf, dat mensen met een kleine beurs een goede woning biedt. En dat tegen een nette prijs. Waarbij ik wel wil opmerken dat kwaliteit geen absoluut begrip is: je moet het wel afzetten tegen de leeftijd van de woning. Een huis van vijftig jaar oud is niet vergelijkbaar met nieuwbouw. Je zoekt een optimum tussen de prijs die je rekent versus de kwaliteit van de woning.” “Kwaliteit betekent in elk geval dat een woning altijd schoon, heel en veilig is. Met name dat laatste is van groot belang. Ik denk dan vooral aan
brandveiligheid, de veiligheid van de elektra. Vroeger hadden woningen twee groepen; als huurder moest je er soms wekelijks nieuwe stoppen in zetten. Tegenwoordig worden er veel meer elektrische installaties en apparaten gebruikt, dus moeten er wel goede groepenkasten in de woning zitten. De kans bestaat dat huurders van oudere woningen zelf aan de installaties gaan sleutelen en dat wil je niet.” Werkt LEKSTEDEwonen aan de verduurzaming van bestaand bezit, en zo ja, hoe? “Sinds 2008 hebben we een energiebesparingsplan. Enerzijds letten we heel erg op duurzaamheid bij nieuw-
20 interview tekst ruth bakker fotografie lekstedewonen
bouwprojecten. Zo hebben we al drie keer een installatie voor warmte-koudeopslag geplaatst. Bij het bestaand bezit pakken we alle woningen die label E of lager hebben procesmatig aan. We kiezen vooral voor de ingrepen waarmee je de grootste klappers maakt: vloer- en dakisolatie. Woningen die nog enkelglas (boven) hebben, worden voorzien van dubbelglas.” “Overigens ben ik soms verrast door de praktische instelling van onze huurders; die zeggen soms: “Ik slaap al 25 jaar met mijn raam open en dat zal ik de komende 25 jaar ook doen. Het is zonde van het geld van de woningbouw en bij mij kom je er niet in!” Daar lopen we vaak tegenaan. Ook dakisolatie is voor huurders soms een probleem: die moet dan natuurlijk zijn hele zolder leeghalen. En bovendien krijg je er dan een lagere staruimte voor terug. Op zulk soort aspecten moet je dan in de communicatie extra gas geven.” Corporaties en overheid hebben afgesproken dat in 2020 alle corporatiewoningen energielabel B hebben. Is dat een haalbaar streven? “Ons huidige energieplan leidt tot gemiddeld energielabel C in 2017. In 2016 kijken we hoe ver we zijn, maar ook hoe de sector ervoor staat. De vraag is natuurlijk in hoeverre de sector doorgaat met dit soort maatregelen - ondermeer als gevolg van de net ingevoerde verhuurdersheffing. En een ander vraag is of de kosten voor fossiele brandstoffen echt zo hard stijgen als toen werd aangenomen. Tot nu toe lijkt het erop dat dat absoluut niet het geval is. De prijzen zullen wel onderhevig zijn aan de inflatie, maar ze zullen niet zo gek hard stijgen. Dan rijst de vraag of het wijze
investeringen zijn, zeker als je ze onrendabel moet doen. Dus we werken er wel aan, maar met kleine stapjes.” Minister Blok van Wonen en Rijksdienst stelt voor: een private gecertificeerde bouwplantoetsing, verbetering van de aansprakelijkheid en verbetering van de positie van de consument. Wat vindt u van deze plannen? “In het algemeen onderschrijf ik ze helemaal. Ten aanzien van de private bouwplantoetsing: we hebben wel een landelijke overheid, maar op lokaal niveau hebben we nog steeds te maken met verschillende interpretaties van het Bouwbesluit. Daar hebben we regelmatig last van. Laatst hadden we nog een discussie met de gemeente over de interpretatie van het Bouwbesluit op een bepaald punt. Je komt er altijd wel uit, maar het is wel lastig.” Wat vindt u van het derde voornemen van minister Blok om de positie van de consument te verbeteren? “Ik vind het heel belangrijk dat consequent naar het consumentenbelang wordt gekeken. Bij een sloop-nieuwbouwwijk, die overigens ook door de VAC beoordeeld is, hadden bewoners keuze uit een aantal typen woningen: keuken traditioneel afgesloten met grote doorzonwoonkamer, een open keuken in de woonkamer aan de voorzijde of een open keuken aan de achterzijde. Daar heeft iedere bewoner wel ideeën over. De een heeft lang genoeg in die bloemkoolluchtjes gezeten en kiest voor een afgesloten keuken, terwijl de ander liever een open keuken wil in verband met het contact met de anderen in de woonkamer.”
WOONkwaliteit!
21
“Het VAC-werk is heel pragmatisch; daar hou ik wel van.”
“In het algemeen streeft de corporatiesector naar doorstroming, zodat de woningen beschikbaar blijven voor alle doelgroepen. Harstikke leuk, maar ik heb net zo lief een huurder die dertig jaar in onze woning zit. Dan heb je de minste kosten, is de huurder veelal erg tevreden en vertelt dat aan de hele wereld. Daar doe je het toch voor? Je kunt als corporatie best een woning maken waar mensen heel lang en met veel plezier willen blijven wonen. De andere kant van de medaille is dat er jonge mensen zitten te wachten op woonruimte die dan door ouderen bezet wordt gehouden. Deze beleidsmatige kant moeten we oplossen.” Moeten het flexibele woningen zijn? “Daar heb ik geen uitgesproken mening over. Natuurlijk is het prettig als een woning met een beperkt aantal aanpassingen toch nog bruikbaar blijft voor de zittende bewoners. Dat betekent zo min mogelijk drempels en een keuken zo uitrusten dat je op dezelfde plek later een onderrijdbare keuken kunt maken. Daar help je de mensen mee. We hebben hier vrij veel eengezinswoningen die lang bezet worden door empty nesters. Maar ze hebben het naar hun zin, dus ik ga ze niet opjagen. Het zijn de klanten die het meest tevreden zijn. Natuurlijk bellen ze wel eens een keer, maar ze zorgen goed voor hun huis en de sociale structuur blijft intact. En als er een buurtbewoner vertrekt, zijn zij de sociale controleurs voor nieuwe bewoners en zeggen ze ‘hé, zo doen wat dat niet in deze buurt’.” Op welke wijze betrekt LEKSTEDEwonen bewoners bij haar plannen? “Bij renovatie van bestaand bezit en bij sloop-nieuwbouw trajecten betrekken wij vaak bewonerscommissies. Die ontstaan vaak pas op het moment dat er iets gaat spelen. Dergelijke commissies worden heel intensief bij de plannen betrokken: ze lopen mee met het ontwerp, maar ook met de sociale component.“
kijkt of wij geen domme dingen doen. Professionals krijgen toch op den duur last van verstarring in hun job. Dan is het goed dat je door buitenstaanders op dingen gewezen wordt, dat er mensen zijn die zeggen ‘waarom zou je dat niet anders doen’. Die rol vervult VAC Vianen voor ons en daar zijn we heel erg tevreden over. We hebben dan ook redelijk veel plannen door de commissie laten toetsen en veel adviezen hebben we over kunnen nemen. ” “Het VAC-werk is pragmatisch; dat vind ik een groot pluspunt. Het is geen hobbyisme; ze blijven niet tot in den treure aan bepaalde details vasthouden. Ik hou wel van die pragmatische houding.” Wat is uw grootste persoonlijke woonteleurstelling? “In ons vorige huis hadden we een heel klein badkamertje. Dat hebben we opgelost door de kleinste slaapkamer om te bouwen tot badkamer. Maar dat zou ik geen woonteleurstelling willen noemen. Je hebt een bepaalde woning en je accepteert gewoon dat daarin niet alles optimaal is. We hebben ook in een huis gewoond waar de kastdeuren tegen de slaapkamerdeuren aan kwamen. Ik zou het zelf nooit zo maken, maar je gaat het ook niet veranderen. Je lost het op met een lapmiddel als een stoppertje. Nou hebben wij geen fysieke beperking, dus misschien is het voor ons minder van belang.” “Onze huidige woning hebben we van tekening gekocht. We hebben veel zelf ingetekend en dan doe je toch nog dingen fout. Maar je kunt het wel maken zoals jij wilt dat het wordt. En dat is heel wat waard. De tijd dat de aanbodzijde de markt bepaalt, is wel voorbij. Gelukkig maar, want ik vind het belangrijk dat de vraagkant een stempel kan drukken.” •
Wat vindt u van het VAC-werk? “Ik vind het heel belangrijk dat een groep gebruikers bij nieuwbouw en renovatie meekijkt met wat wij aan het doen zijn, die
22 column andré thomsen
colofon
VACpunt Wonen is de landelijke koepel van alle lokale Adviescommissies Wonen. Al zo’n 50 jaar ondersteunt VACpunt Wonen de Adviescommissies Wonen via deskundigheidsbevordering, informatievoorziening en onderzoek. Daarnaast zet VACpunt Wonen zich landelijk in voor de gebruikskwaliteit van woning en woonomgeving.
Einde van de wederopbouw
De Adviescommissies Wonen zetten zich in voor de praktische bruikbaarheid van de woning en de wijk. Het gaat om zaken als een logische en praktische indeling van een huis,voldoende ruimte, goed schoon te maken en te openen ramen en praktische installaties. In zo’n 200 gemeenten in Nederland zijn Adviescommissies Wonen actief.
Wat is woningkwaliteit? Het antwoord hierop hangt af van de vraag wie er belang bij heeft. Voldoende veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid, zegt de overheid, die dat heeft vastgelegd in het Bouwbesluit. Wat goed in de markt ligt (en een goede marge oplevert), zegt de ontwikkelaar. Wat wij bouwen, zegt de bouwondernemer. Wat mensen blij maakt, zegt de architect. Dat allemaal, maar vooral wat aan mijn wensen voldoet, zegt de bewoner. Elke marketingdeskundige zal zeggen dat wat de consument wil het belangrijkste is. Maar op de bouw- en woningmarkt gaat dat nog steeds niet op. Dat heeft meerdere oorzaken. Wonen is een in wet- en regelgeving vastgelegd grondrecht. Hierdoor behoort de Nederlandse woningvoorraad nu na anderhalve eeuw overheidsinterventie tot de beste van de wereld. De woningnood na de Tweede Wereldoorlog noodzaakte tot een Sovjet-achtig wederopbouwprogramma waarin overheid en bouwsector een hechte bouwcoalitie vormden. Woningkwaliteit was een compromis tussen een minimale kwaliteit en een maximale bouwproductie tegen zo laag mogelijke kosten voor de overheid. Bewoners speelden daarin geen rol; hooguit als vrouwenadviescommissies die op bescheiden schaal mee mochten praten over, zoals de bouwers dat noemden, de lengte van het aanrecht. Dat verdienmodel werd eind vorige eeuw bijna ongemerkt overgenomen door gemeenten en projectontwikkelaars. Ruim een halve eeuw na het begin van de wederopbouw wordt het antwoord op de vraag wat woningkwaliteit is nog steeds door overheid en bouwsector bepaald. Het belang van de consument ligt weliswaar op ieders lip en woonconsumentenorganisaties mogen meepraten aan de beleidstafel. De macht ligt echter nog steeds bij een nauw met elkaar verweven coalitie van overheid en bouwsector. De gang van zaken met de privatisering van de bouwplanbeoordeling is daar een treffend voorbeeld van. Dat valt niet langer vol te houden. Het oude verdienmodel stokt. Niet de nieuwbouw maar de aanpak van de bestaande woningvoorraad staat nu centraal. En dus de bewoner. Het werd tijd. André Thomsen emeritus hoogleraar Woningbeheer verbonden aan het OTB-TU Delft
•
Colofon Woonkwaliteit! is een magazine over woonkwaliteit voor professionals in de wereld van bouwen en wonen. Het magazine wordt tweemaal per jaar gratis toegestuurd naar relaties van VACpunt Wonen en leden van Adviescommissies Wonen. Redactie: Ruth Bakker, Olga Ekelenkamp, Mónika Szöllösi en Jaap Overeem Vormgeving: AKIMOTO Drukwerk: Drukwerkdeal Advertenties Neem voor meer informatie over het plaatsen van een advertentie contact op met VACpunt Wonen, info@vacpuntwonen.nl. © Auteursrechten Overname van artikelen en illustraties is niet toegestaan zonder toestemming van de redactie. Contact VACpunt Wonen Brennerbaan 106 3524 BN Utrecht (030) 261 04 75 info@vacpuntwonen.nl www.vacpuntwonen.nl
Voor: • Nieuwbouwwoningen • Renovatiewoningen • Zorgcomplexen • Studentencomplexen • Kantoren • Scholen
Lübeckstraat 25 7575 EE Oldenzaal Nederland
BETER WONEN ZONDER ENERGIEKOSTEN?
+31 (0) 541 358 130 info@climarad.com www.climarad.com
Personenalarmeringssystemen van Bosch Uitgebreide veiligheid voor zelfstandig wonen
ONS HUIS vERDIENT HET Beter wonen zonder meer te betalen? Dat kan. Investeer het geld van je energierekening in een slimme verbouwing. Dan verbruikt je huis even veel energie als je nodig hebt.
www.bosch-healthcare.nl
Laat je stem horen Banken, bouwers en overheid kunnen die verbouwingen mogelijk maken. Maar dan moeten ze wel weten dat wij dat willen. Dat kan gemakkelijk op ONSHUISVERDIENTHET.NL Meld je huis aan en deel het op Facebook en Twitter.
ONSHUISvERDIENTHET.NL HTS_3-mensen_adv1_NL_kwartA4.indd 1
EP.003 adv VAC juni2014.indd 1
12-06-14 14:44
4-6-2014 15:33:59
Isolatieoplossingen van Termokomfort
Milieubewust en innovatief! Door alle aandacht voor energiebesparing en milieu in de media is het isoleren van woningen en gebouwen ‘hotter’ dan ooit. Bij Termokomfort is de isolatie van gebouwen pas echt in ‘groene’ handen. Dat komt onder andere omdat we recyclebare en biologisch afbreekbare grondstoffen voor onze isolatieproducten én -systemen gebruiken die zorgen voor een minimale belasting van het milieu. BioFoamPearls bijvoorbeeld is 100% plantaardig, cradle-to-cradle gecertifi ceerd en biedt de allerhoogste isolatiewaarde in de markt.
100% natuurlijk product Gecertificeerd energiezuinig Hoogste isolatiewaarden in de markt 100% veilig voor mens en milieu Flexibel in de verwerking Inzetbaar voor vele vormenakoestischedakisolatie spouwisolatie kruipruimteisolatie isolatie Bel vandaag nog voor een vrijblijvend gesprek en wij van isolatie vertellen u graag hoe Termokomfort de beste ‘groene’ isolatieoplossingen in de markt kan bieden! dakisolatie
spouwisolatie
kruipruimteisolatie
akoestische isolatie
✆ (036) 538 75 58 www.termokomfort.nl
maakt het behaaglijk