6 minute read

Opname en behandeling

Next Article
Over Amsterdam UMC

Over Amsterdam UMC

Dag van opname Op de dag van de opname wordt u verwacht op de verpleegafdeling waar u wordt behandeld. Elke afdeling heeft behalve een naam ook een letter (van het gebouwdeel of de ‘toren’) en een cijfer (van de etage) en achter het streepje een tweede cijfer (van de kamer). De receptionist in de centrale hal kan u uitleggen hoe u op de afdeling komt en waar u verwacht wordt.

Op de verpleegafdeling Op de verpleegafdeling meldt u zich bij de receptiebalie. Een verpleegkundige maakt u wegwijs op de afdeling. Heeft u nog vragen, dan kunt u altijd terecht bij de balie of receptie van de afdeling, of bij een verpleegkundige. Ook spreekt de afdelingsarts met u. Misschien wordt er nog aanvullend onderzoek bij u gedaan, dat is afhankelijk van de reden van uw opname.

Advertisement

Checklist • Waar moet ik zijn, hoe laat? • Welke papieren neem ik mee (ook pen en papier om eventuele vragen te noteren)? • Kloppen al mijn gegevens nog (adres, telefoon, zorgverzekering enz.)? Polsbandje U krijgt ook een polsbandje. Daarop staan uw naam en uw patiëntregistratienummer. Vanwege de veiligheid is het verplicht om gedurende uw verblijf dit bandje te dragen. Bij onderzoeken en in situaties waarin u zelf niet kunt praten, controleren we daarmee altijd de patiëntgegevens.

Als u een ingreep of operatie moet ondergaan De behandelend arts vertelt u over de ingreep en eventuele pijn of andere bijeffecten. Was u in de periode voorafgaand aan uw opname in de polikliniek? Dan bent u waarschijnlijk al doorverwezen naar het spreekuur van de anesthesioloog voor de preoperatieve screening

(kortweg POS). • Heb ik alle medicijnen mee? • Heb ik spullen voor mijn persoonlijke verzorging mee? • Heb ik een handige (opvouwbare) tas om alles in te doen? • Leesvoer, andere ontspanning? • Vervoer regelen?

Op dit POS-spreekuur bespreekt de anesthesioloog de verschillende mogelijkheden van verdoving (narcose) met u. De arts met wie u voor de operatie spreekt, hoeft overigens niet de arts te zijn die de operatie uitvoert.

Voorafgaand aan de operatie (of bij een bloedafname) kan het zijn dat u meerdere malen om uw naam, geboortedatum en de ingreep wordt gevraagd. Dit is een veiligheidscontrole die elke zorgverlener moet uitvoeren.

Uw bed en kamer Bij het indelen van de kamers wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met uw ziekte en uw persoonlijke omstandigheden. De één- en tweepersoonskamers zijn voor patiënten die ernstig ziek zijn en veel rust nodig hebben.

De verpleegkundige legt u uit hoe de knopjes op en rond uw bed werken. Dat zijn knopjes om uw bed in te stellen, een verpleegkundige op te roepen en voor de bediening van radio, tv, telefoon en verlichting. Het kan gebeuren dat u in de loop van de opname van kamer of verpleegafdeling moet wisselen, met het oog op uw behandeling of om een andere belangrijke reden.

Wie komen er aan uw bed? Amsterdam UMC leidt artsen, specialisten, verpleegkundig specialisten en verpleegkundigen op. Allemaal krijgen die hun scholing voor een belangrijk deel ‘op de afdeling’. U krijgt dus niet alleen met doorgewinterde professionals te maken, maar ook met zorgverleners in opleiding.

Daarnaast ziet u voedingsassistenten en mogelijk nog andere hulpverleners, bijvoorbeeld de fysiotherapeut. Al die hulpverleners hebben één doel gemeen. Ze willen u zo goed mogelijk behandelen en verzorgen en uw verblijf zo prettig mogelijk maken. De mensen rond uw bed zullen zich met naam en functie voorstellen. Als het voor u onduidelijk is wie iemand is en wat hij of zij komt doen, vraagt u er dan gerust naar.

Uw hoofdbehandelaar Uw hoofdbehandelaar is de arts die het overzicht houdt over uw toestand en behandeling tijdens de opname. De hoofdbehandelaar is op de hoogte van het verloop van uw aandoening en ‘regisseert’ uw behandeling. Alles wat u daarover wilt weten kunt u aan haar of hem vragen. U krijgt ook te maken met andere specialisten en arts-assistenten. Zij onderzoeken en behandelen u en rapporteren hun bevindingen aan de hoofdbehandelaar. Als de hoofdbehandelaar niet aanwezig is, wordt hij/zij vervangen door een collega behandelend arts, die ook volledig op de hoogte is van uw situatie.

Medicijngebruik tijdens uw opname Tijdens uw verblijf krijgt u medicijnen van het ziekenhuis. De behandelend arts schrijft deze voor na overleg met u. Misschien herkent u sommige medicijnen niet, terwijl het toch de medicijnen zijn die u thuis ook al gebruikte. De reden kan zijn dat medicijnen van de ziekenhuisapotheek er vaak anders uitzien of anders heten, terwijl ze wel dezelfde werkzame stoffen bevatten.

Tijdens uw opname kunt u de verpleegkundige vragen om een overzicht van uw ziekenhuismedicijnen. Van elk medicijn is een informatiefolder beschikbaar. Vraagt u ernaar als u meer wilt weten.

Bijwerkingen Als u denkt last te krijgen van bijwerkingen van medicijnen, meld dit dan direct bij de arts of verpleegkundige. Heeft u vragen over uw medicijnen, stelt u die dan gerust aan de arts of verpleegkundige.

‘Visite’ en onderzoek Elke dag komt de behandelend arts samen met de verpleegkundige van de afdeling bij u langs om te bespreken hoe het gaat. We noemen dat ‘artsenronde’ of ‘visite’. De visite is ook het moment voor u om vragen te stellen over uw ziekte en/of behandeling. Soms verricht de arts een onderzoek of een behandeling bij u aan bed.

Het kan ook voorkomen dat u voor onderzoek en behandeling op verschillende plaatsen in het ziekenhuisgebouw moet zijn. Waar u ook naartoe gaat, u wordt altijd begeleid door een verpleegkundige of door een medewerker van patiëntenvervoer. Waar kunt u terecht met vragen? Tijdens de visite kunt u vragen over uw behandeling of ziekte stellen aan uw behandelend arts. Ook kunt u met vragen terecht bij de verpleegkundige. Als er op een ander moment vragen bij u opkomen, is het handig die even op te schrijven. Zo vergeet u ze niet. Heeft u een dringende vraag, legt u die dan voor aan de zorgverlener die op dat moment aanwezig is. Zo nodig speelt hij of zij uw vraag door aan de behandelend arts of verpleegkundige.

Uitstel van een ingreep Het kan voorkomen dat een operatie of onderzoek op het laatste moment moet worden uitgesteld. Dat gebeurt nooit zonder zwaarwegende reden.

Hoewel wij zoveel mogelijk volgens een planning werken, kan er iets gebeuren dat we niet verwachten. Denk bijvoorbeeld aan een spoedeisende operatie. We begrijpen dat dit voor u heel vervelend is. Daarom proberen we uw ingreep dan zo snel mogelijk opnieuw in te plannen. Soms kan dit binnen dezelfde opname, soms wordt u ontslagen en later opnieuw opgenomen.

Gespreksonderwerpen

• uw ziekte • uw behandeling • uw operatie • uw zorgen • uw vooruitzichten • uitslagen onderzoek • mogelijke problemen na de operatie (complicaties) • medicijnen • dieet • herstelperiode (leefregels, beperkingen) • wanneer naar huis? • controlebezoeken op de polikliniek?

Tips voor een gesprek met de arts of verpleegkundige

• Bedenk van tevoren wat u verwacht van het gesprek. • Is er iets wat u dwars zit, is iets onduidelijk, heeft u pijn, wilt u iets weten over een ingreep, duidelijkheid over de uitslag van een onderzoek? • Soms is het handig als een familielid aanwezig is bij het gesprek. Door uw ziekte of een ingreep bent u misschien gespannen of minder helder. Twee horen meer dan één! U kunt het met de verpleegkundige afspreken als u wilt dat er iemand bij is. • Voel u vrij om te vragen wat u wilt weten over uw ziekte, behandeling, vooruitzichten en om zaken aan de orde te stellen die u hoog zitten! Het is volkomen begrijpelijk als u vragen hebt, ook als het gaat over dingen die al eerder zijn besproken.

This article is from: