€ 4 - nr 3 - april 2010
ED TEMPLETON ROBERT DOWNEY JR AUTECHRE OLivER sTONE CARiBOU BALTHAZAR
MGMT
POP OP TRIP
Spanje Costa Brava Tunesië Griekenland Rhodos st Italië Adriatische Ku eer Hongarije Balatonm a Turkije Turkse Rivièr
Lloret de Mar Hamamet Rhodos-stad Rimini Siofok Alanya
Vanaf €179 Vanaf €359 Vanaf €399 Vanaf €179 Vanaf €214 Vanaf €374
Alleen bij TMFtravel vind je de hotste partyplaces met de meeste zon, het lekkerste strand en natuurlijk de vetste feesten! Voor info en voorwaarden, ga naar tmftravel.be en boek er meteen jouw topvakantie!
Incoming
cover story
MGMT 10
Features
Rubrieken
robert downey jr 16 autechre 26 ed templeton 72 drums are for parades 88 www.apollo.be
4 stardates 6 exposed 6 blog party 8 barely legal 8 local hero 9 av maria 33 page 33 girl 40 hardware store 41 reviews 70 la confidential 92 sure shot 96 de platenboer 98 abo & colofon Cover Beeld Š Josh Cheuse
3
StarDates 05/04 05/04 06/04 08/04 09/04 09/04 09/04 10/04 10/04 10/04 11/04 12/04 13/04 13/04 14/04 15/04 15/04 15/04 16/04 16/04 16/04 16/04 17/04 18/04 18/04 19/04 19/04 19/04 20/04 21/04 22/04 22/04 22/04 22/04 23/04 23/04 23/04 24/04 24/04 24/04 28/04 28/04 04/05 04/05 05/05
BALTHAZAR / AB THE SONICS, THE WRONG / Handelsbeurs MOS DEF / Vooruit MARBLE SOUNDS, THE BEAR THAT WASN’T / AB AUTECHRE, ROB HALL, RUSSELL HASWELL / AB HYPNOTIC BRASS ENSEMBLE, HUDSON MOHAWKE / Vooruit PANTHA DU PRINCE, AGORIA / Petrol RAIN MACHINE, FOOL’S GOLD, THE STRANGE BOYS / AB BALKAN LOKAL FESTIVAL / Zuiderpershuis FUCK BUTTONS / De Kreun 65DAYSOFSTATIC, FUCK BUTTONS, MOUNT EERIE / AB HANS TEEUWEN ZINGT / Vooruit DANIEL JOHNSTON / AB DAN LE SAC & SCROOPIUS PIP / AB THE SOPHOMORE JINX / Video SHELA SUE / Botanique YACHT, MY CHEAP LITTLE DICTAPHONE / Petrol GRACE JONES / Sportpaleis WILD BEASTS, VILLAGERS / Botanique LARRY GRAHAM & GRAHAM CENTRAL STATION / Trix BALKAN BEAT BOX / AB SHINING, DRUMS ARE FOR PARADES / Vooruit THE GO! TEAM, DIVORCE / De Kreun THE UNTHANKS / Botanique DEERHOOF, THE KIDS / De Kreun FEMI KUTI / Depot VALGEIR SIGURDSSON, SAM AMIDON, BEN FROST / Vooruit EVERYTHING EVERYTHING / Botanique KILLING JOKE / AB RODRIGO Y GABRIELA / Vorst THE VAN JETS / Depot CARIBOU, GOLD PANDA / Beursschouwburg WOODEN SHJIPS, MASTER MUSICIANS OF BUKKAKE / Trix HOLLY MIRANDA / Botanique FIELD MUSIC, ROADBURG / Petrol NEW YORK DOLLS / Depot MIDLAKE / Trix CRYSTAL CASTLES / Botanique DJ KRUSH / VK* HINDI ZAHRA / Arenberg LIGHTSPEED CHAMPION / Botanique THE RESIDENTS / AB THE SKATALITES / Depot LOS LOBOS / AB KONONO N°1 / Roma
TUNNG
“Nicolas Cage is absoluut te mijden” Hun vrienden waren into hiphop, maar zij kozen voor folk. Al vijf albums lang (het laatste …And Then We Saw Land is pas uit) bewijst Tunng dat folkmuziek ook kan zonder sandalen en baarden. Tijdens hun energieke live-shows wordt al eens een mandoline met de tanden bespeeld of kwistig met samples gestrooid. Zanger-gitarist Mike Lindsay zet voor Apollo vijf van hun invloeden op een rij. Pentangle “Pentangle was een van die groepen die eind jaren zestig de folkmuziek revolutioneerden. Ze kruidden hun songs met jazz- en rockinvloeden; het instrumentale Bells uit 1968 is een heel mooi voorbeeld. Mannen als gitarist Bert Jansch en de geweldige bassist Danny Thompson hebben een grote invloed gehad op de hele Britse muziekscene.” The Wicker Man “Een existentiële horrorprent uit 1973 met onder anderen Christopher Lee en Britt Ekland; een echte cultfilm. Zowel de plot als de soundtrack zijn completely far out. Op ons eerste album Mother’s Daughter And Other Songs hebben we er enkele dialogen uit gesampled. Pas op voor de remake met Nicolas Cage, absoluut te mijden!” Haruki Murakami “De Japanse schrijver is een meester in fantasievolle, onwerkelijke verhalen die diep in de werkelijkheid verankerd zitten. Iedereen in de groep is weg van zijn boeken. Mijn favoriet is The Wind-Up Bird Chronicle, een simpel maar rijk verhaaltje over een man en zijn weggelopen kat.” Led Zeppelin “Ik was twaalf toen ik het voor het eerst Good Times, Bad Times hoorde en ik wist meteen dat ik iéts in de muziek wou doen. Jimmy Page speelt hier de beste gitaarsolo aller tijden! Op onze nieuwe plaat staat een track, By Dusk They Were In The City, waarin ik een ode aan Page verstopt heb.” Spanky Wilson “Onze zangeres Becky is een verstokte soulfan. Al jaren zeurt ze om een divamoment in de live-show, maar het komt er nooit niet van. Ik had evengoed Aretha Franklin kunnen vernoemen, maar de laatste tijd is ze helemaal wild van Spanky Wilson, en in het bijzonder de song You.” (JB) 21 april / Botanique / Brussel
NEW YORK-ADDIS-LONDON-BORGERHOUT Als Mulatu Astatke niet op tournee is met de Britse cosmic-funkband The Heliocentrics, dan zit hij wel in de studio met het Either/Orchestra uit Boston, of is hij onderweg naar Addis voor opnames met traditionele muzikanten. Tot voor kort een geheim wapen in de platenbak van dj’s zonder vliegangst, zet de vibrafonist tegenwoordig de stijfste jazzfestivals in beweging of trekt hij een verfrissende groove door stoffige festivalweides. Dat Jim Jarmusch de soundtrack van Broken Flowers vulde met zijn originals, deed ook geen kwaad – de muziek was beter dan de film. Hier op de foto zie je hem met Duke Ellington. Bij een bezoek aan Addis was Mulatu door de ambassade gevraagd de Amerikaanse jazzvedette te escorteren. “Ik bewonderde hem mateloos als arrangeur, componist en bandleider”, vertelt Mulatu erover. “Tijdens mijn studies had ik zijn werk tot in detail ontleed. Nu was het mijn beurt om onze cultuur te tonen; vooral onze instrumenten fascineerden hem. Ik troonde hem mee naar het paleis waar hij een medaille ontving uit handen van keizer Haile Selassie. De laatste avond vroeg ik hem of hij een arrangement wilde spelen dat ik speciaal voor zijn band had geschreven; een bewerking van Dewel met hele mooie blazers. ‘Dit is echt goed’, zei hij. ‘Dat had ik niet verwacht van een Afrikaan.’ Een hoogtepunt in mijn leven.” (JF) 10 april / Trix / Borgerhout (Antwerpen) 4
www.apollo.be
The Hundred In The Hands
Iets met een vogel
BO ZAr FES TI VAL ! 08 > 10 & 11.04.2010
Eén jongen en één meisje, woonachtig te Brooklyn. Beetje punk, beetje disco en gesignaleerd in de buurt van DFA en TV On The Radio. Been there, done that, horen we u denken. Wacht, er is meer! The Hundred In The Hands zijn getekend op Warp, hét label in vorm, en aan de microfoon staat de verrukkelijke Eleanore Everdell geposteerd. Jammer genoeg beantwoordt haar collega Jason Friedman de de telefoon. Hoe moeilijk is het om er bovenuit te steken in het muzikaal verzadigde Brooklyn? Ik zou het niet weten, wij zijn ‘ontdekt’ in Engeland. (lacht) Brooklyn is een interessante plek voor artiesten net omdat er zoveel creatieve mensen met goede smaak wonen. Je vindt er dus snel steun als je goed bezig bent, maar als je muziek suckt, zal je het ook geweten hebben. Jullie hebben één single uit en beginnen al aan een kleine tournee door Europa. Is dat niet veel te vroeg? Dit is een kleinschalige clubtournee in aanloop naar de release van onze nieuwe ep in mei. We zijn getekend op een Brits label; het lijkt dus logisch om op tijd af te zakken naar de UK en het vasteland. Je moet wel oppassen dat je niet té snel de hype opzoekt. We willen meer zijn dan een eendagsvlieg. Dressed in Dresden werd positief onthaald, maar hoe vervelend vond je de vergelijking met Bloc Party die iedereen maakte? We hadden zelfs nog nooit naar Bloc Party geluisterd! Blijkbaar doet Dressed in Dresden denken aan hun Banquet. Ik ben het nummer dan maar gaan zoeken op iTunes. Een andere naam die ik veel hoorde vallen, was Gang Of Four, en die hebben dan weer Bloc Party beïnvloed. Zo zie je maar. Onze nieuwe nummers klinken trouwens helemaal anders, met veel dub en reverb.
Gypsy Queens and Kings Stelios Vamvakaris Toni Kitanovski & Cherkezi Orchestar TCHA Limberger & the Budapest Gypsy Orchestra Kal • Oana Catalina Chitu & Bucharest Tango • Nadejda Balkan Trafik Sound System • Va Fan Fahre • DJ Soko ...
Films • Workshops • BRASSBANDS • Wine Bar • Party
Beïnvloed door de aankomende lente? Precies! In Brooklyn zit iedereen gezellig op de stoep in de zomer; daar wilden we de ideale soundtrack bij maken. Hoe zit het eigenlijk met die vreemde groepsnaam? Nogal wat mensen schijnen te denken dat het iets met dollarbriefjes te maken heeft. Alsof we willen zeggen: we doen het voor de poen! Een andere theorie is dat de naam verwijst naar het spreekwoord ‘beter één vogel in de hand…’ Dan je hand in een vogel? Euh, zoiets. (lacht) Voor de echte uitleg moet je onze MySpacepagina maar checken. (JB) 24 april / AB Club / Brussel
www.apollo.be
Logo officiel : à utiliser en priorité
Logo à n'utiliser que dans les cas définis dans la charte graphique ci-jointe.
Exposed
TAKESHI KITANO
De Japanse regisseur van Sonatine, Kids Return, Hana-Bi, Dolls en Zatoichi is ook een plastisch kunstenaar – en comedian, acteur, auteur... Hana-Bi gezien? Dan herinnert u zich zeker die intens-kleurrijke schilderijen. Takeshi’s werk valt onder de noemer ‘naïeve schilderkunst’. Zijn expo Gosse de Peintre oogt als een pretpark, een grote interactieve kermis met bizarre machinerieën, video’s, decorstukken en schilderijen. Het is voortdurend balanceren tussen nostalgie en geweld, satire en het imaginaire, kitch en verbluffende schoonheid, traditie en een dikke fuck you aan het elitarisme van de kunstwereld. Tot 12 september in Fondation Cartier, 261 Boulevard Raspail, Parijs / Info: +33 1 42 18 56 50 / fondation.cartier.com
LUCIAN FREUD De nu 88-jarige Britse kunstenaar Lucian Freud is een van de meest invloedrijke hedendaagse kunstenaars. Zijn portretten en naakten lijken in verwrongen posities te zitten. Hun geslacht is prominent aanwezig. Freuds kleurgebruik is sober. Zijn schilderijen onbetaalbaar. Zo werd een portret van Kate Moss geveild voor
Piet Goethals
3,9 miljoen Britse ponden. Freuds oeuvre is monumentaal en laat een verpletterende indruk na. Tot 19 juli in Centre Pompidou, Parijs / Info: +33 1 44 78 12 33 / www.centrepompidou.fr
iedereen herkenbaar zijn, maar lekker in de schemerzone van het onderbewuste peuteren. Tot 17 april in Aeroplastics Contemporary, Rue Blanche 32, 1060 Brussel / Info: 02 537 22 02 / www.aeroplastics.net
KLAAS VAN DER LINDEN FRANCES GOODMAN
De Zuid-Afrikaanse Frances Goodman laaft zich aan de trivialiteit van dagdagelijkse handelingen. Ze onderzoekt hoe de maatschappij activiteiten als shoppen, eten of het innemen van medicijnen in gevaarlijke angsten, verslavingen en obsessies doet ontaarden. In Aeroplastics brengt ze recent en oud werk. Haar oeuvre is al even grillig als de popdeuntjes die haar stemming bepalen. Goodman bezigt verschillende media - video, geluidsinstallaties, sculpturen - en werkt met sloganeske woorden en voorwerpen die voor
Blog Party
De jonge Belg Klaas Van der Linden leefde zich jaren uit als graffitikunstenaar, ’s nachts met zijn spuitbussen. De uitgesproken donkere sfeer van zijn werk is inherent aan zijn levenswijze. Zijn (zelf)portretten roepen Lucian Freud en het expressionisme voor de geest, zijn reeks met doodshoofden doet denken aan Ensor, maar Klaas’ oeuvre draagt wel degelijk een eigen signatuur. Zijn poses met een gezicht vol bloed, schuim of plakkers zijn indrukwekkend. Evenals de sfeerbeelden met straatwerkers, spoorwegarbeiders of nachtbrakers, en de zelfportretten die poëzie en nostalgie ademen. Van 9 tot 25 april in Quartier A, Burgemeesterplein 10, Aalst / www.quartiera.com Alex Deforce
78 TOEREN TAMBURITZA ”Jack is a demon-fiend, obsessive-compulsive jazz record collector. He has to have every side ever cut!” Zo begint een American Splendor-episode uit het leven gegrepen van cultstripheld Harvey Pekar, krachtig neergezet door Robert Crumb, zelf een notoir vinylverzamelaar. Het verhaal schetst een doordeweekse dag op kantoor in Cleveland, Ohio, waar Jack The Bellboy een cent bijverdient door stiekem platen te verkopen op de werkvloer.
6
Haalt Cleveland echt het demonischobsessieve in de platenverzamelaar naar boven? Eén blik op Tamburitza and more volstaat om die stelling te bevestigen. Steven Kozobarich plaatst systematisch zijn collectie 78-toerenplaten online, met oog voor detail, scans van de labels en waar mogelijk een woordje uitleg. Kozobarich’ collectie bestaat voornamelijk uit Tamburitza, een Kroatische folkvariant die gespeeld wordt op de tambura, een verre neef
van de Russische balalaika en de Italiaanse mandoline. De blog is doorspekt met nostalgie naar de jaren twintig van de vorige eeuw, toen de meeste nummers zijn opgenomen. Voor wie het zich zou afvragen: een Tamburitza-orkest heeft geen vaste bezetting, de enige voorwaarde is dat er op zijn minst enkele tambura’s aanwezig zijn. Fair enough! http://tamburitza78s.blogspot.com/
www.apollo.be
EASTER SUNDAY 04/04 || CAFÉ CAPITAL || ANTWERPEN
FLY BUDGET SPACE TRAVELLING intergalactic celebrity MYSTERY GUEST* cosmic outlaw SASHA (THE BROWN ACID) quantum controller ANTON PRICE mothership’s finest VIC & LLOYD rocket man BEN VAN ALBOOM commander STEKKER & autopilot O’BRIEN
Barely Legal
Alex Deforce
Gauthier Deleersnijder Oostende, de koningin der Vlaamse badsteden? Allicht, maar toch ook een beetje Chicagoaan-de-kust. Gewapend met een handycam legt de 17-jarige Gauthier Deleersnijder de lokale ziel bloot, gezien door de ogen van jonge inwoners. Zijn kortspeelfilm ’t Slicht Voorbeeld bereikte duizenden Youtubers, een langspeler moet er tegen de zomer zijn. Monoloog van een aanstormende cinemawolf. ”Ieder weekend film ik. Als ik een week oversla, word ik nerveus, omdat ik dan achterloop op mijn planning en de film misschien niet afgeraakt.” ”Op mijn dertiende ben ik beginnen filmen. Ik had een videocameraatje op mijn PSP gemonteerd en maakte kleine, grappige dingen. Tot ik op een dag naar mijn moeder stapte en vertelde dat ik een langspeelfilm zou maken. Ze lachte me vierkant uit, maar liet me begaan. Een jaar later speelde mijn eerste langspeelfilm in Ciné Rialto in Oostende: Billy Boring, een komedie. Na de vertoning zeiden vrienden dat ze graag een hooliganprent wilden maken; daaruit vloeide ‘t Slicht Voorbeeld, een film tegen geweld. De film is in zes delen, één na één op Youtube geplaatst. Nu werken we aan deel twee.” “Bij de eerste vechtscène die we opnamen, is de politie tussenbeide gekomen. Ze dachten dat we aan het dealen waren en dat het ontaard
Local Hero
Chris Knox
Qua local heroes zijn er weinigen zo dapper als Chris Knox. Eind jaren 70 is hij zowat de eerste punk in Nieuw-Zeeland. Als zijn eerste album tegen zijn wil véél te netjes gemixt wordt, besluit hij alleen nog zijn eigen zin te doen. Hij werkt zich binnen bij
8
was in een bendeoorlog. We hebben nooit toestemming gevraagd aan het stadsbestuur, daarom dat er zoveel buiten gefilmd is - je kan niet zomaar in het station staan vechten, ik snap dat wel.” “Het liefst maak ik fictie die dicht bij de realiteit staat. Er gebeurt zodanig veel hier in Oostende, dat ik mij afvraag waar het naartoe gaat. Iedere dag is er geweld, iedere dag wordt er gedeald.” “Oostendenaars herkennen zich er helemaal in. Sommigen vinden de acteurs te jong, en ik heb al eens een taalfout gemaakt in de ondertitels, maar verder is er weinig kritiek.” “Budget? Er is geen budget. Nepbloed halen we in de carnavalswinkel - soms gebruiken we zelfs Aquarius als bloed. Moeders peterselie was de weed en als coke heb ik een zakje bloem uit de keuken genomen.” (lacht)
Sid Meuris
het beginnende Flying Nun-label en wordt er een spilfiguur. Als dat avontuur eindigt in verwijten, is hij de enige die met ongebreideld enthousiasme terugkijkt. Terwijl de rest van de hoofdrolspelers in de documentaire Heavenly Pop Hits – The Flying Nun Story (2002) zit te zuchten en hoofdschudden, glinsteren zijn ogen en lacht hij al z’n tanden bloot. Zelfs een hersenbloeding op 11 juni 2009 krijgt hem niet klein. Knox kan nog amper praten, maar toch is hij momenteel bezig met de opnames voor een nieuwe Tall Dwarfsplaat. Hij is ze zelfs al aan het inzingen zonder woorden - want het moet vooruitgaan. Na het horen van de Sex Pistols begint Knox in 1977 de punkband The Enemy, die met zijn zelfdestructieve podiumact furore maakt op het tot dan toe rustige eiland. In 1979 transformeren ze in het meer songgerichte Toy Love; dé oerband van de Kiwipopscene. Hun directheid zal veel invloedrijker blijken dan het internationaal succesvollere Split Enz, maar na dat bewuste album - waarmee ze Australië moesten veroveren - zetten ze er wel een punt achter. Knox en gitarist Alec Bathgate worden dan het experimentele edoch poppy lofi-duo Tall Dwarfs, dat alles zelf doet en liefst opneemt
in een slaapkamer met een oude 4-track recorder. Het is met datzelfde apparaat dat de eerste singles van Flying Nun-bands als The Chills en The Clean gemaakt worden; die Knox ook eigenhandig naar de platenhandels brengt. Ondanks fantastische songs als Nothing’s Going to Happen schopt Knox het buiten NieuwZeeland nooit verder dan cultfiguur, maar zijn uitgebreide oeuvre wordt wél gesmaakt door collega’s. Als men een tribuutplaat aan hem gaat wijden, om zijn medische kosten te dekken, staan artiesten als Will Oldham, Yo La Tengo, Lou Barlow, Bill Callahan, Lambchop en de Finn-familie te springen. Het ondertussen ook bij ons verschenen dubbelalbum Stroke – Songs for Chris Knox bevat zelfs de laatste opname van Jay Reatard. Bij de voorstelling van Stroke gaf Knox een interview aan de Nieuw-Zeelandse televisie. Dat wil zeggen: zijn vrouw voerde het woord en hij vulde aan met ‘yeah’, ‘yes’ en natuurlijk met die gekende van oor tot oor reikende “big shit-eating grin”.
www.apollo.be
Column
Patrick De Witte
A V M AR IA DJ-festivals waar duizenden mensen dartelen op dezelfde beat en high zijn van dezelfde drug? Nee, nee, driewerf nee. Voeg een uniform en een ‘speciale groet’ toe, en het wordt allemaal een toefje té Riefenstahl. Laatst bekeek ik het populaire muziekmenu dat we kennen als de Ultratop en het besef drong langzaam tot me door - als lag ik al uren in een pittige marinade van inzicht, bevattingsvermogen en een teentje of twee inspiratie - dat het de hoogste tijd is om de blender van het ongenoegen op stand 5 te zetten en het pureren van een hardnekkig malentendu een aanvang te laten nemen: dj’s zijn en blijven de kelners van de muziekindustrie die eventueel tot de rang van maître d’ kunnen opklimmen. Dat ze stilaan de status van sterrenchef genieten, geeft absoluut geen pas en is al jaren een vlieg, nee, een daas die in de minestrone van mijn humeur zwemt. Na herlezing van het bovenstaande heb ik een nota aan mezelf geschreven: minder naar Mijn Restaurant kijken. Desalniettemin: eat my words! Welzeker zijn Tiësto, Felix da Housecat, Sven Väth, David Guetta, Paul Oakenfold en co allemaal kundige kerels die met draai- en mixtafel nogal een beetje overweg kunnen en ja, schijnbaar moeiteloos krijgen ze het voor mekaar dat diverse beats elkaar bevrienden
www.apollo.be
en aldus des dansliefhebbers bekken zodanig bekoren dat hij of zij een geslaagde impressie geeft van wat er gebeurt als men blootsvoets de badkamer betreedt en een practical joker punaises op de badkamervloer heeft gestrooid. Goed gedaan mannen, bravissimo en mogen de klokken regelmatig bimbammen ter ere van uw bijzondere vaardigheden met gesofisticeerde hifi-apparatuur. Maar dj-festivals waar duizenden mensen die dartelen op dezelfde beat en high zijn van dezelfde drug, een man adoreren die eenzaam op het grote podium met een koptelefoon, enkele Lenco-draaitafels en een DAT-speler in de weer is? Nee, nee, driewerf nee. Voeg een uniform en een ‘speciale groet’ toe, en het wordt allemaal een toefje té Riefenstahl naar mijn smaak. Heeft Keith Richards hiervoor zijn bloed laten verversen in Zwitserland? Heeft Billie Holiday hiervoor jarenlang de ‘blacks only’-ingang moeten nemen? Zijn Bon Scott, Jimi Hendrix, Janis Joplin en John Bonham hiervoor in hun eigen kots gestikt? Heeft Mick Jagger hiervoor een Mars in de scheur van Marianne Faithful gepositioneerd? Is Herman Brood hiervoor van een hoteldak gesprongen? Ik dacht het niet.
DJ’s zijn obers. In principe serveren ze wat anderen hebben gemaakt. Stop met hen als muziekgoden te vereren. Ik heb nog nooit een Duvel gedronken – en ik geef u op een briefje: ik heb al veel Duvels gedronken – waarbij ik dacht ‘deze Duvel is veel lekkerder dan alle Duvels die ik voordien heb genuttigd dankzij de ober die hem aan tafel heeft uitgeschonken waarbij hij een hoogstpersoonlijke toets aan het gebeuren heeft verleend’. En nu ik toch bezig ben: remixes. Wank. Neem het combo Florence & The Machine. Hun debuut-cd Lungs heeft een rist remixes opgeleverd – er is de Optimo Remix, de XX Remix, de Slof Man & Jor-One Dubstep Remix, de Leo Zero Remix, de Breakage Remix – om ‘what a load of bollocks remixes!’ tegen te zeggen. Een keutel van een deun blijft immers een keutel van een deun, hoe behendig hij ook wordt hermixt. Het is als een voetbalwedstrijd herspelen zonder de eindscore te veranderen. ‘Véél beter verdedigd mannen, maar wél weer verloren met 3-1.’
9
Cover Story
MGMT HET MANAGEMENT vs
“De ‘meest verwachte’ plaat van het jaar? Alsof het om een vaccin gaat.” 10
www.apollo.be
Frédéric Vandecasserie
Te veel succes: het is een klacht die je niet vaak hoort in popkringen. Met hun nieuwe album Congratulations bedanken Ben Goldwasser en Andrew Vanwyngarden voor de schouderklopjes en kijken ze uit naar een weerzien met de echte fans. “Onze vorige plaat was een cv voor het grote publiek, maar dat moet niet blijven duren.” Je zal maar het management van MGMT wezen. Het nieuwe album heet Congratulations - best met een korrel zout te nemen? BEN GOLDWASSER: Het is sarcastisch bedoeld, jawel. Het is een verwijzing naar al die mensen die ons geniaal zijn beginnen vinden toen we succes kregen. Als je te veel waarde hecht aan wat ze over je zeggen als je het gemaakt hebt, dan begin je jezelf onaantastbaar te wanen en wordt het gevaarlijk. We zijn blij dat we niet toegegeven hebben aan de schouderklopjes die enkel de bedoeling hadden om ons een kopie te doen maken van de vorige plaat. We zijn erin geslaagd onze eigen muziek door te drukken, tegen alle weerstand in. ANDREW VANWYNGARDEN: Congratulations is helemaal anders, en op zijn manier even eerlijk. Het album reflecteert perfect wat we erin wilden leggen, zonder het minste compromis. Dat is voor ons de grootste luxe van het succes: onszelf kunnen laten horen en de mond snoeren van wie zich te veel met ons artistiek werk probeert te moeien. Dit album richt zich in het bijzonder tot de fans van het eerste uur, zij die ons kenden voor de singles uit Oracular Spectacular. Deze plaat wordt de ‘meest verwachte’ van het jaar genoemd. Voelden jullie de druk? GOLDWASSER: Die druk komt van jullie, de media. Het idee op zich dat een plaat ‘lang verwacht’ wordt, lijkt me heel ongepast. Alsof het om iets vitaals gaat, een vaccin of een medicijn. Al hebben wij ongetwijfeld ook genezende krachten. (lacht) VANWYNGARDEN: We hebben vrij snel opgenomen na de Oracular-tournee om niet van onze kleine wolk te tuimelen en die koorts kwijt te raken die ik tot op een bepaald punt best opwindend vond. Er was dus een grens aan wat jullie aankonden qua succes? VANWYNGARDEN: Af en toe voelden we dat het boven onze hoofden dreigde uit te stijgen. Zoals aangekondigd worden op concerten en tv-shows zonder dat we er ooit over aangesproken waren. Euforisch en toch heel dubbel. We hebben nooit zo populair willen zijn. Niemand is daarop voorbereid. Maar ik weet dat ons succes geen leven lang zal duren. Binnen een paar jaar zal MGMT alleen voor de echte fans staan spelen, en zo zal het goed zijn. Congratulations wisselt poppy, directe titels af met lange, atmosferische lappen - vreemd genoeg klinkt alles heel MGMT, zonder jullie
www.apollo.be
sound precies te kunnen definiëren. GOLDWASSER: Ik zou er ook mijn vinger niet op kunnen leggen. Ik weet alleen dat we elke song van genre veranderen terwijl we toch meteen herkenbaar blijven. Een beetje zoals Queen of The Cure. We houden evenveel van pop als van experimentele muziek. In essentie denk ik we ons succes te danken hebben aan het feit dat we nooit iets normaal kunnen doen. Vaak krijgen we het etiket ‘psyche’ of ‘geek-rock’ opgeplakt, maar dat zijn slechts twee aspecten van een groep die een heel gamma bestrijkt. Dit is een album in de echte zin van het woord, met een begin en een eind. Het vorige klonk meer als een compilatie, een soortement cv om ons voor te stellen aan het grote publiek. Nu hebben we onze oogkleppen afgetrokken en zijn we alle richtingen uitgestoven. Een van de nieuwe songs heet Brian Eno. Ligt het er niet iets te dik op als hommage aan de geniale producer? Ondubbelzinnig respect, is dat überhaupt wel iets voor jullie? GOLDWASSER: Er is een verschil tussen niets respecteren en met alles kunnen lachen. Wij zijn fervente aanhangers van het tweede. Deze song bengelt inderdaad ergens halverwege tussen hulde en ironie. Serieus: wij zijn echt fan van zijn muziek. Maar die politiek correcte flauwekul dat bepaalde personen boven alle kritiek verheven zijn, wat ze ook doen - zoals Brian Eno - daar krijgen we het van op de heupen. Iedereen maakt fouten. Hij evengoed. En hij erkent het zelf ook, maar sommige van zijn fans willen er niet van horen. Hij kan de knalpot van zijn auto opnemen en nog toegejuicht worden als een genie. VANWYNGARDEN: Het is een liefdesverklaring met zoveel cynisme dat het er uiteindelijk geen meer is. (lacht) Mensen te veel ophemelen, maakt ze ongenaakbaar. Zoals Bowie of Lou Reed. En de instrumental Lady Dada: hulde of ironie? VANWYNGARDEN: Ik ben verslingerd aan videoclips op televisie! En aan haar is geen ontsnappen aan. Het is net omdat het instrumentaal is en zich aan de andere kant van het stijlspectrum van Lady Gaga bevindt, dat we het uiteindelijk zo gedoopt hebben. Lady Dada is Lady Gaga, maar in het D-systeem, met de middelen die voor handen waren en een spotgoedkope productie, als contrast met een artieste opgetrokken uit bling-bling.
Hebben jullie nu al schrik dat er te weinig tijd is om al jullie wensen waar te maken? VANWYNGARDEN: Ik ben van nature nogal een angsthaas. Ik zit met zoveel projecten en verzuchtingen dat ik zelfs op mijn 27ste al vrees niet alles te zullen kunnen doen. Volstrekt pathologisch en belachelijk op mijn leeftijd, laat daar geen twijfel over bestaan, maar het is zo. Twee jaar touren heeft mij niet genezen van dat syndroom, wel integendeel. Ik kwam tot de vaststelling dat de tijd nog sneller gaat wanneer je bekend bent, misschien omdat mensen je op een heel andere manier bekijken, alsof je tien jaar ouder geworden bent in plaats van die twee. Eerlijk: ik heb zelfs geen tijd gehad om een appartement te kopen. Deze jaren zijn de meest chaotische uit mijn leven. Hoe verdelen jullie het werk tussen jullie beiden? GOLDWASSER: Ik schrijf geen teksten, maar dat is geen creatieve frustratie. Ik moet er vooral over waken dat we nooit een muzikale richting uitgaan die te veel voor de hand ligt. Omdat we maar met z’n tweeën zijn, hadden we soms behoefte aan een scheidsrechter; dat was de rol van coproducer Sonic Boom (Spacemen 3, red.). Hij heeft zich niet echt met de muziek bemoeid, maar hij was er wanneer we zijn raad nodig hadden. VANWYNGARDEN: Sonic Boom had zeker niet de teugels in handen bij Congratulations; hij hielp ons gewoon de best mogelijke opties te kiezen. Liggen jullie nog altijd in proces met Nicolas Sarkozy, nadat hij Kids had laten horen op twee partijmeetings van zijn UMP zonder jullie te betalen of toestemming te vragen? VANWYNGARDEN: De procedure is achter de rug. Eerst had hij ons één symbolische euro aangeboden - dat hebben we geweigerd. Het is niet omdat hij president is dat hij zomaar gratis muziek kan gebruiken. Uiteindelijk hebben we 25.000 euro gekregen, rechtstreeks doorgestort aan een organisatie die legale downloads promoot en opkomt voor muzikanten. Het was wel grappig om in proces te liggen met Sarkozy over het onrechtmatig gebruik van intellectuele eigendomsrechten net op het moment dat zijn land zich profileerde als spreekbuis voor de verdediging van artistieke rechten. Schone schijn… (lacht) Congratulations komt half april uit via Sony
Het album begint met de woorden: “I see the signs of aging.” Jullie zijn nog geen dertig!
11
een trip in 9 tracks
Smeekbedes, steekpenningen, dreigementen, het haalde niks uit. Sony hield de nieuwe MGMT klemvast als een dobermann zijn honderdste postbode. Als een lottowinnaar zijn winnend biljet. Als een… You get the picture. Maar de band op onze cover zonder het album gehoord te hebben? Geen sprake van! Onze correspondent in Philadelphia bracht redding. Via de website van MGMT maken fans kans op een ‘very special experience’. De eerste zes die zich binnen het uur op coördinaten X/Y melden, mogen Congratulations exclusief voorbeluisteren. Dit is zijn verslag.
12
www.apollo.be
Helmut Hicks
Het is heet in het busje, zweet druppelt van ons voorhoofd en doorweekt de strakke blinddoek. De lucht prikt van sigarettenrook en lichaamsgeuren. Rijden we in cirkels? Er port een elleboog in mijn ribben als was het de speer waarmee Longinus in de zij van Jezus van Nazareth stak. Dit is een grap, een smakeloze reality-show, een studentendoop from hell. Het begon nochtans goed. Precies 25 seconden na de coördinaten verschenen op de website, hadden we de locatie beet: City Hall. Eén blok naar het zuiden. Perfectomundo! Ons attachékoffertje gevuld met hulpmiddelen. Vierentwintig minuten later arriveerde ik met piepende banden aan de trappen van het stadhuis. Op de parking zwaaide een Mexicaan met een vlag met daarop de letters M-G-M-T in regenboogkleuren. Het gouden ticket! Nu tuffen we samen met vijf andere ‘gelukkigen’ rond in een schimmelende sauna. Op de radio speelt Hurdy Gurdy Man van Donovan in een eindeloze loop. We zetten in gedachten nog eens de feiten op een rijtje. Ben Goldwasser en Andrew VanWyngarden leerden elkaar kennen aan de universiteit in Connecticut, geboortestad van George W. Bush, de joker in Satans kaartspel. In 2007 verscheen hun debuut Oracular Spectacular. Rolling Stone had het over “fluffing glitchy daydream rock into an intergalactic odyssey” en “sixties nostalgia both acid-tinged and bluesy”. Met de singles Time To Pretend, Electric Eel en Kids scoren ze een onverwachte hattrick. Paul McCartney is fan (tof), net als Nicolas Sarkozy (niet zo tof). MGMT legt het muzikaal aan met Kid Cudi, The Flaming Lips en Beck. Het busje stopt, de Hurdy Gurdy Man zwijgt. Frisse lucht reanimeert onze neus. Ik voel zon op mijn gezicht en hoor de oceaan. Onmogelijk, we zitten in fucking Philadelphia! Als een zombie uit Guantanamo Bay word ik binnengeleid, de blinddoek mag af. Terwijl mijn ogen wennen aan de nieuwe omgeving, trap ik op de tenen van de vendelzwaaiende Mexicaan. Mijn gesauteerde metgezellen zijn nergens te bespeuren. Is dit hoe het eindigt, in een grauwe personeelsingang, met een nekschot van een Mexicaanse huurling? In een bijrol van een zieke snuffmovie? ¡Viva la Revolución! El Bandito wijst naar het eind van de gang. Op een deur hangt een wit blad: ‘MANAGEMENT ONLY’. Een bewakingscamera zoemt aan het plafond. Met een droge klik opent de deur. ‘Take me to a far off place/Where there’s no rich or poor/And every house has got an ever open door’, zong Supertramp in 1985. Wat goed genoeg is voor Rick Davies, is goed genoeg voor mij. Een zwart kamertje. Achter een ontvangstbalie gebiedt een dame in een paarse sluier ons dichterbij. Liz Taylor in een boerka. Ik geef haar mijn jas en hoed, overhandig het koffertje. Voorzichtig monstert ze de inhoud: één voorgerolde joint, een handvol cocabladeren die mijn broer meebracht uit Guatemala,
www.apollo.be
een zilveren heupflesje met tequila, een 3D-brilletje dat we meeritsten bij Alice In Wonderland, een Playboy, september 1976, een pakje American Spirits, twee capsules mescaline, een notitieboekje plus pen, een pakje Stimorol. Achter onze rug gaat een lampje branden en met dezelfde automatische klik opent zich een tweede deur. We staan in een rood gedrapeerde kamer. Hoogwollig tapijt kietelt door onze sandalen. Aan de muur, in flikkerende gloeilampen: ‘CONGRATULATIONS!’ Het ding is minstens een halve meter hoog en ziet eruit als een reliek van een verjaardagsfeestje voor Frank Sinatra. Tegen de muur een replica van Salvador Dali’s Mae West-sofa. Daarnaast straalt een exotisch aquarium zijn ultraviolette gloed door de kamer. We gaan zitten in de sofa en klappen het koffertje open. Nergens een asbak. We maken een rolletje van cocabladeren en beginnen te kauwen. Op de koffietafel een afstandsbediening en een menukaart: ‘PRESS PLAY’ staat erop en negen songtitels. Hier gaan we. Bongo’s ratelen er op los, een klavecimbel draait pirouettes en vibrerende gitaren drijven mee op een schuimende golf van falsetstemmen. ‘Feel my poison!’ sommeert Vanwyngaarden. We voelen het, beste jongen! It’s Working heeft z’n titel niet gestolen. Even naar adem happen tijdens een Phil Spectorachtig intermezzo en dan spat de golf uiteen in een boeket van fusees en paradijsvogels. Alsof de bastaardzonen van ELO zich aan een surfsymfonie wagen. In een voetbalstadion. Op een cocktail van xtc en poppers. Waar is de tequila?! Intussen is Song For Dan Treacy aan zijn passage begonnen. Een aanstekelijk rommeltje hippiepunk met orgeltjes van Fisher Price en een baslijn funky als Bootsy Collins’ zonnebril. En meer bongobongo-bongo. Tijd voor track drie, Someone’s Missing. Vanwyngaarden zingt alsof er een kolibriekolonie honing zoekt in zijn keelgat, een sitar wringt zich naar de voorgrond. ‘Lost revelations that are never found.’ ‘Purple smoke into my internal shrine.’ We spoelen onze eerste mescalinecapsule door met een flinke slok tequila. Laat maar komen die vlinders! Nummer vier is Flash Delirium. De ene seconde horen we een slangenbezweerder in duet met een drumcomputer, dan synths die zoemen als een zwerm killer bees. We schrijven snel “Mirwais en Of Montreal samen op een AAafterparty” in het notitieboekje. We slaan de Playboy open. Op pagina 57 een interview met David Bowie. Ik citeer: “Acid only gives people a link with their own imagination. I already had it. It was nothing new to me. It just sort of made a lot of fancy colors. Flashy lights and things.” Er zwemt een school elektrisch geladen palingen onder het tapijt. Alles onder controle. I Found a Whistle strijkt de plooien in onze neocortex weer glad. Astrale
kampvuurmelodieën met een bombastisch staartje. Hoe zou het nog met The Polyphonic Spree zijn? ‘Paint the walls with the blood of the young, the faithful and the good.’ Breng ons niet op ideeën! Siberian Breaks begint als een streepje softrock. We bidden met het gezicht richting Woodstock. Na twee minuten vervlechten jinglebelletjes zich met nonchalante gitaarlicks. Nog eens twee en een halve minuut later kondigen paukenslagen Iets Groots aan. Na de zesde minuut mengen strijkers zich op het strijdtoneel. Ladies and gentlemen, we are floating in space. Acht minuten en 25 seconden: fuzzy gitaren voeren een charge uit. Negen minuten voorbij en synthesizers borrelen op als een feniks uit hete lava. And the beats goes on. Een rockopera in zes bedrijven, afgeklokt op twaalf minuten en negen seconden. Nog even en we zijn voorbij de regenboog. We hadden al Clint Eastwood van Gorillaz, Andy Warhol van David Bowie en Buddy Holly van Weezer; nu is er ook Brian Eno van MGMT – ‘he promised pretty birds and all the silence I could dream of’. Geen stille vogels of vogelende stilte, wel een pogonummertje met rockabillyroffels en Zappaiaanse tempowissels. New wave op maat van drag queens en benzeensnuivers. “Agressive music can only shock you once”, liet Eno ooit optekenen. “Afterwards its impact declines.” Tijd voor een moment van bezinning. Hoewel. Lady Dada’s Nightmare (nu al op onze shortlist ‘stomste titel van het jaar’) is een instrumentale koortsdroom. Het orkest van de zinkende Titanic speelt de finale van A Day In The Life, in een regie van Dali. De zeepaardjes in het aquarium doen een elegante paringsdans. De titelsong. En die klinkt als… MGMT. Twee dudes die hun stoutste visioenen werkelijkheid zagen worden: ‘As strange as it seems, I rather dissolve and have you ignore me’. De onzichtbare man walst onder begeleiding van een vibrafoon richting melkweg. ‘To fall in hell or soar angelic, you’ll need a pinch of psychedelic’, zei de goede dokter Humphry Osmond. Een helder moment: op Oracular Spectacular zetten ze nog rocksterclichés in de zeik, nu is MGMT zelf een mikpunt op de rode loper. Fans van Kids en Electric Eel staat een helse rit te wachten. Congratulations zwelt naar zijn sluitstuk. De kamer tolt, de gloeilampen flikkeren. Als een kinderkoor uit Lord Of The Flies zingt iedereen uit volle borst mee – de lippen van Mae West, zeepaardjes, zelfs David Bowie: ‘All I need is a little congratulations…’ www.whereismgmt.com
13
LOOK HOES TALKING Het geflipte hoesontwerp van Congratulations staat op naam van Anthony Ausgang, geboren in Trinidad & Tobago als zoon van een Welshe vader en een Nederlandse moeder. Hij woont in Los Angeles en is een van de bekendste afgevaardigden van de lowbrow-kunst. Ausgang werkte al in opdracht voor Queens Of The Stone Age, Boredoms en The Warlocks. Nog meer bewonderaars? Perry Farrell (Jane’s Addiction, Porno For Pyros), Mark Mothersbeugh van Devo en LSD-goeroe Timothy Leary. referentiepunt. Het artwork is een ouverture bij de muziek.”
Over schilders vs. muzikanten: “Ik bewonder een geweldige muzikant meer dan een geweldige schilder, want ik weet wat er voor nodig is om een goed schilderij te maken. Hoe een sterke song ontstaat, is een mysterie voor mij. Toch zijn muzikanten jaloers op mijn job. Omdat ik alleen werk en geen rekening moet houden met andere karaktergestoorde pippo’s om iets klaar te krijgen. Zelfs graffiticrews komen beter overeen dan sommige bands.”
Over lowbrow art: “Lowbrow betekent niet automatisch antihighbrow. De beweging staat op zich, ook zonder actieve afkeer van opera of abstracte kunst. Wij refereren gewoon aan informatiebronnen die door de Schone Kunsten-maffia uitgespuwd worden. Voor lowbrow-kunstenaars zijn subculturen als rock-’n-roll, skaten of surfen even belangrijk als Hellenistische beeldhouwwerken.”
Over MGMT:
Over het hoesontwerp:
“Ik ontmoette Ben en Andrew via Sonic Boom, hun coproducer. Op visite in LA hebben ze de hele dag mijn verzameling hot rod-spullen en nazi-memorabilia gemonsterd. Ze vroegen me de pieren uit de neus. Het klikte meteen. We willen elk op onze manier de hedendaagse cultuur een schop onder de kont verkopen.”
“Het eerste idee was om de hoes te ontwerpen als een loterijticket, maar uiteindelijk besloten we het surfthema centraal te stellen. De meeste muzikanten willen een foto van zichzelf op de hoes, een ego-kwestie. Ik vind het een enorm compliment dat MGMT mij uitkiest om hun identiteit mee vorm te geven. Voor je een cd uit het doosje haalt, is de hoes het enige
14
www.apollo.be
Jonas Boel
Onder invloed Ze hadden ons gewaarschuwd: er staan géén singles op de nieuwe MGMT. “De mensen zullen schrikken”, liet Andrew Vanwyngarden zich ontvallen in SPIN. “Congratulations ligt veel dichter bij wie we écht zijn.” Om de schok bij de onschuldige luisteraar toch ietsje te dempen, bokst Apollo een ouverture ineen.
Over kunstverzamelaars: “Gisela Betty (telg van de gefortuneerde Gettydynastie en moeder van acteur Balthazar Getty, red.) bezit een paar van mijn schilderijen. Ze kocht een doek waarop een kat uit z’n dak gaat op een parking. Op de voorgrond staat een grote hondendrol, je kan er moeilijk naast kijken. Na een week kreeg ik Gisela aan de telefoon; ze had een etentje georganiseerd en verschillende tafelgasten maakten haar attent op het hoopje stront. Ze was in alle staten en vroeg of ik het kon camoufleren. Geen sprake van, zei ik. Ze heeft het schilderij dan maar doorverkocht aan Nicolas Cage, die had blijkbaar minder moeite met drollen.”
Pink Floyd - Astronomy Domine/See Emily Play (Pipers At The Gate Of Dawn, 1967) Voor de dino’s van Pink Floyd zich vergrepen aan pompeuze conceptplaten en dito concerten, nam hun eerste frontman Syd Barrett (RIP) de groep op sleeptouw doorheen zijn LSDvisioenen.
Spacemen 3 - Honey (Playing With Fire, 1989) De keuze voor producer Peter Kember (alias Sonic Boom) was geen toeval. Samen met Jason Pierce van Spiritualized richtte hij in 1985 Spacemen 3 op. Hun credo: ‘Taking drugs to make music to take drugs to’. Muzikaal vertaald: in emmers reverb gedrenkte shoegaze, met sixties garage en surfrock als voornaamste invloeden.
Brian Eno - St. Elmo’s Fire (Another Green World, 1975) Oprichter van Roxy Music, producer van Bowie en Talking Heads, uitvinder van de term ‘ambient music’, muziektheoreticus en zo verder. De adelbrieven van Eno strekken zich zo ver uit als zijn invloed reikt. Dat hij als geen ander pop met avant-garde wist te mengen, is ook MGMT niet ontgaan.
George Harrison Awaiting On You All (All Things Must Pass, 1970) Het meest mystiek aangelegde lid van The Beatles en auteur van transcendente meesterwerkjes als While My Guitar Gently Weeps en het psychedelische magnum opus Without You Without You. Op zijn eerste solo-album gaat George ook de Spectoriaanse surftoer op.
Television Personalities - I Was A Mod Before You Was A Mod (s/t, 1995) Frontman Dan Treacy had een obsessie voor subculturen uit de jaren zestig en schreef neo-psychedelische popsongs met een serieuze hoek af. Klinkt bekend? Met Song For Dan Treacy betuigt MGMT respect aan deze eeuwige outsider.
Dukes Of Stratosphear - What In The World (25 O’Clock, 1984) Het tongue-in-cheek zijproject van XTC, een hommage aan meesters van de psychedelica zoals The Zombies, The Byrds en Jefferson Airplane. Compleet met achterwaarts afgespeelde gitaren, fuzzy vocals en barokke arrangementen.
David Crosby Laughing (If I Could Only Remember My Name, 1971) De titelsong van Congratulations is een tedere hippieballade over ‘beroemd zijn en de wereldwijde economische crisis’. Zouden de jongens ter inspiratie naar David Crosby geluisterd hebben? De wandelende walrus van The Byrds en Crosby, Stills, Nash & Young weet zich van opvolging verzekerd. Todd Rundgren International Feel (A Wizard, A True Star, 1973) Gevierd producer (Meat Loaf, XTC, New York Dolls,
www.apollo.be
Patti Smith), maar vooral een geniale weirdo die van de pot gerukte soloplaten maakte. Kosmische spacerock, synthetische soul, symfonische synthpop of excentrieke pianoballades, een koud kunstje voor de stiefpa van Liv Tyler.
The Sleepy Jackson Good Dancers (Lovers, 2003) Momenteel maakt Luke Steele furore met Empire Of The Sun, maar zeven jaar geleden had de Australiër al een neus voor zeemzoete California dreams en nostalgische zomerpop. The Flaming Lips – Worm Mountain (Embryonic, 2009) Ze deelden al een producer (Dave Fridmann) en vorig jaar een studio – zou MGMT tijdens de opnames van Worm Mountain ook aan de paddo’s van Wayne Coyne gezeten hebben? (JB)
15
De softie in Iron Man
ROBERT DOWNEY JR: “De bullshit is bijna bedwongen”
16
www.apollo.be
Celebritext
Vielen dubbel op tijdens de Oscars vorig jaar: Mickey Rourke en Robert Downey Jr. Al ging geen van beide naar huis met een Academy Award, ze waren wat blij dat ze er opnieuw bij waren. Voor Robert Downey Jr. ziet het er met Iron Man 2 ook naar uit dat de lange terugweg naar de top eindelijk is beslecht en dat de belofte van Chaplin, waar hij in 1993 zijn eerste Oscarnominatie voor kreeg, verzilverd wordt. Rourke en Downey Jr. schitteren samen in Iron Man 2, naast een sterrencast met Scarlett Johansson, Sam Rockwell, Samuel L. Jackson, Paul Bettany, Don Cheadle, Gwyneth Paltrow en Iron Man-bezieler Stan Lee als, euh, Larry King. De gesmaakte vertaling van de Marvelheld naar het grote scherm is een van de twee grote franchises waarin Downey de hoofdrol heeft; de kaskraker Sherlock Holmes, waarvan eveneens een tweede deel is gepland, is de andere. Een paar grote Hollywood-namen hebben hun schouders gezet onder de comeback van Downey Jr.: Mel Gibson, George Clooney, David Fincher en superproducer Joel Silver, die hem bleef steunen tijdens zijn donkerste dagen – tussen 1996 en 2001 werd de acteur ontelbare keren gearresteerd en veroordeeld voor het bezit en gebruik van drugs. Silver was een van de eerste om hem een tweede kans te geven door hem de hoofdrol aan te bieden in de (flauwe) thriller Gothika. Op de set leerde hij Susan Levin kennen, met wie hij in 2005 trouwde. Sindsdien is zijn carrière in een stroomversnelling geraakt, met als (puur commercieel) hoogtepunt Iron Man 2, de te kloppen favoriet van het Amerikaanse blockbusterseizoen. Het ziet eruit alsof je opnieuw veel plezier hebt beleefd aan de opnames van Iron Man 2. Zat je dit keer ook beter in het vel van je personage? Het zelfvertrouwen was groter, absoluut. Maar plezier is misschien niet meteen het juiste woord, want we voelden meer verantwoordelijkheid omdat er dit keer ook meer werk is ingestoken. We hebben de cast en de horizon gevoelig verbreed. Het verhaal is ook opvallend complexer en subtieler – en het werkt! Nee, ik zou niet zeggen dat het één en al dolle pret was. We voelden elke slag, elk moment, elke lach – geen sinecure om alles rond te krijgen zoals we het wilden. Waar zat het venijnigste addertje onder het gras? Hoe krijgen we het beste uit al die waanzinnig getalenteerde mensen die het gewend zijn om zelf de hoofdrol te spelen? Hoe geven we hun verhaal een begin, midden en einde? Hoe kunnen we hen in een groter verhaal trekken dat we evengoed hadden kunnen vertellen met een doorsnee slechterik en veel actie? Het moeilijkste was om die ambities waar te maken.
www.apollo.be
Hoe zit de plot dit keer eigenlijk in elkaar? Helemaal in het begin wordt Tony benaderd door Nick Fury, die zich afvraagt hoe hij zich voelt zonder ruggensteun. Rhodey (Don Cheadle) zei altijd: “Hey, waarom kom je niet bij ons werken?” Tony staat ook onder druk van de Senaat, die wil dat hij zijn pak afstaat – hij heeft het ontworpen, toen hij daar nog onder contract lag. Maar voor hem was dat pak geen overheidscontract, maar een manier om zijn leven te redden. In de eerste scenariobesprekingen probeerden we het voor de hand liggende te vermijden en de boeiendste, meest onderhoudende en eerlijkste evolutie uit te stippelen. Tony staat deze keer voor een veel grotere opdracht dan wanneer hij gewoon aan zijn eigen leven moest denken.
Showstopper Was er sprake van een ontgroening op de set? Nee, want veel closer konden we eigenlijk niet worden. In dit kleine dorp bestaat er een soort broeder/zusterschap van talenten. Neem nu Don: iedereen kent de topprestaties die hij heeft afgeleverd over de jaren heen. Als die dan mee in een project stapt omdat hij gelooft dat mijn directe betrokkenheid een belangrijke factor is in het welslagen ervan, dan voel ik me bijna verplicht om hem te garanderen dat we ons stinkendste best zullen doen om hem een mooi personage te geven. Het probleem was dat ik dat tegen alle vier de nieuwelingen zei. Regisseur Jon Favreau en ik bezwoeren Mickey (Rourke) dat hij niet zomaar een tweedimensoniale nemesis zou zijn. Idem Scarlett (Johansson): “Je gaat heel wat meer zijn dan een spin-off in een Marvel B-comic. We willen echt een hete stoot die haar mannetje staat.” Ik denk dat we daar ook in geslaagd zijn. En Sam (Rockwell) is zo’n rotgetalenteerde kerel; hij vult knap de ruimte op die mijn personage vrijmaakte toen hij in de eerste film zei geen wapens meer te zullen maken. Maar de echte uitdaging was Don, die mijn sidekick wordt. Als we zeggen dat niemand een eiland is, komt het er altijd weer op aan hoe je dat aanpakt als het moment van de waarheid er is: “Tony, je staat er echt niet alleen voor.” Ik had bij de comics ook altijd het gevoel dat als die twee samen optrokken, ze erom zouden tossen wie het eerst iemand in bed krijgt. Don heeft daar de humor en de intuïtie voor. Als we buiten wat rondhingen
en elkaar steken gaven, voelde ik meteen de juiste connectie. Hij is niet geïntimideerd door mij, op geen enkele manier, en dat moest ook in de film te zien zijn. Moesten jullie hem overtuigen om mee te doen? Twee jaar geleden verkocht Iron Man zichzelf op de Comic-Con-beurs. In tegenstelling tot wat sommige cijferneukers dachten, werd het nadien ook een groot commercieel succes. Maar als acteur krijg je wel vaker een mooi bundeltje aangeboden, dat op één of andere manier toch de beloftes niet kan waarmaken – en dat heeft zelden met foute intenties te maken. Ik heb het zelf meermaals meegemaakt. Jon, ik, de mensen van Marvel, iedereen die er de vorige keer bij was, we weten dat we een creatief verbond hebben dat in staat is om het opnieuw waar te maken. Dat boezemt iemand als Don of Mickey voldoende vertrouwen in. Tussen haakjes: zat het pak beter deze keer? (lacht) Een beetje toch. Is er eigenlijk sprake van een driehoeksverhouding tussen... Bijlange niet genoeg, als je het mij vraagt. (lacht) …tussen Tony, Pepper (Paltrow) en Black Widow (Johansson)? Ik denk dat we in eerste instantie uitgingen van een driehoeksverhouding. Waarna we ons realiseerden dat driehoeksverhoudingen heel erg typisch zijn voor superheldenfilms. We wilden iets geschifters dan dat. Black Widow is een zalig personage omdat ze niet is wat ze lijkt – een buitenkans! Er sluimert zoveel onder de oppervlakte, en dat komt er ook uit.
Marvel-machine Heeft het je verrast dat mensen je sinds Iron Man anders bekijken als acteur? Jazeker. Spreek gerust van een mirakel – een gigantisch groot mirakel! Maar zo werkt de filmindustrie nu eenmaal, en ik ben er eerlijk gezegd niet rouwig om. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik iets als dit wilde en kon doen, en nu heb ik eindelijk ook die kans gekregen. Binnenkort kruip je nog eens in de huid van Iron Man, maar dan in de remake van The Avengers. Al mee bezig? Ik ben nooit bezig met te ver vooruitkijken. Ik weet alleen dat we op dit moment goud in handen hebben, en het is aan ons om dat niet te verkwisten. Ik luister naar de professionals en totdat ze me iets anders opdragen, blijf ik zeep verkopen. Iron Man, Tropic Thunder, Sherlock Holmes, Iron Man 2, The Avengers: je maakt een persoonlijke renaissance mee. Het beste wat ik kan doen – en dat heeft me door al mijn problemen geholpen – is dat ik
17
mezelf beschouw als een werkkracht tussen de andere werkkrachten. Telkens ik daar van afweek, liep het spaak. Op het einde van de jaren negentig stond je in de media gebrandmerkt als een junkie. Was je verbaasd dat ook het publiek je een tweede kans heeft gegeven? In zekere zin wel, maar het is een felbevochten tweede kans. Zoveel domheid, zoveel ego, zoveel afkeer van een regulier leven... Nu begrijp ik pas wat de waarde is van afspraken en principes. Nederig zijn, eerlijkheid, geloof hebben, wat dat ook moge betekenen voor ieder van ons. Het is krankzinnig: vroeger deed het woord ‘hoop’ mij gal spuwen. ‘Oh, hoop. Hier gaan we weer.’ Nu besef ik dat het geen moer uitmaakt wat ik van dat woord vind. Het is de reflectie van iets waarachtigs. Ik ben totaal geen pessimist meer. De bullshit is bijna bedwongen. Je begint als een herboren christen te klinken. In mijn tienerjaren was ik al spiritueel gemotiveerd: boeken lezen die ik zelfs nu nog niet begrijp. De laatste jaren ben ik bezig met Shaolin-kungfu. Ik dacht dat het niet meer dan een sport was, zelfverdediging en zo. Niet, dus. Het is een denksport, een soort religie die verbindingen legt waardoor je de echte strijd kan strijden, echt kan interageren, echt kan luisteren. Ik weet het, dat klinkt allemaal
18
heel Neo en The Matrix, maar voor mij werkt het. (lacht)
Stelen in schoenwinkels In een aflevering van Star Trek wordt beweerd dat Spock misschien een nazaat is van Sherlock Holmes. Bestaat de kans dat Sherlock zijn opwachting maakt in de volgende Star Trek? Een derde franchise!? Ik kan je garanderen dat er geen kat is die dat wil zien. Bovendien wil ik af en toe ook nog wel eens iets anders dan grote actiefilms. Ook al word ik voor die laatste belachelijk veel betaald. Enkele jaren geleden, toen je kampte met een drugsprobleem, waren de loonbriefjes minder buitensporig. Had je het toen moeilijk om rond te komen? Absoluut. Ik woonde toen in Hell’s Kitchen in New York, samen met John Melfi, die mee de productie deed voor Sex and the City. Eigenlijk betaalde hij de rekeningen. Op een bepaald moment belde mijn ex Sarah Jessica Parker: “Wat ben je aan het doen? Hoe ziet je woonplek eruit?” Waarop ik: “Euh, het is een loft, ik ben net een quiche aan het maken.” Toen ik inhaakte, voelde ik me als Riggs in Lethal Weapon – je beseft dat je niet langer deel uitmaakt van de wereld waarin je zolang hebt gewerkt. Gelukkig kreeg ik niet lang
“Het is niet showfun, maar showbusiness, zei Joel Silver. Ondertussen lag ik te blowen en naar History Channel te staren.” daarna een paar telefoontjes uit Los Angeles and that was that: ik moest niet meer stelen in schoenwinkels of in clubs werken. Werkte je in clubs? Ja. Wil dat zeggen dat je dat van die schoenwinkels al wist? (lacht) Genoot je van je beginperiode in de business? The early days? Yeah, it was fun. En vandaag is het hard werken. Als je hard werken wil vermijden, vlucht dan tien jaar in de verdovende middelen. Maar vergis je niet: ik heb mij altijd volledig gegeven in mijn werk en zo professioneel geweest als ik kon. Je zou het niet altijd zeggen van de stappen die ik genomen heb: ik heb meermaals mijn eigen schoenveters aan elkaar gebonden.
www.apollo.be
Maar gelukkig word ik vandaag vertrouwd als nooit tevoren. Nu je levensstijl zo veranderd is: kan je je nog amuseren tijdens premières of interviews? Weet je, het is een pak aangenamer met een helder hoofd dan met een benevelde kop. En ik spreek uit ervaring. Tegenwoordig kan je je carrière zelfs appreciëren… Het is zoals Joel Silver zegt: “Het is niet showfun, maar showbusiness.” Ik had er nooit rekening mee gehouden, vooral niet na Chaplin, dat er zoiets bestond als een periode van achttien maanden waarin ik verondersteld werd niet te zitten blowen en naar History Channel te staren; ik moest de volgende zet plannen. Wat een domper! Je probeert je voor te doen alsof het je allemaal niets kan schelen, maar in essentie wordt je leven bepaald door je werk en je vrienden, en natuurlijk door je familie en je relaties. En het zijn een goede job en goede maten die je overeind houden. Ik zat gevangen in mijn narcisme; ik gaf er zogezegd geen bal om. Komt daar nog de neiging bij om te experimenteren en mezelf lam te leggen. Het is een understatement dat je dan niet op volle kracht fungeert. Zo wordt het geen rat race, maar een rally.
Silver lining
alchemie, then it’s a fucking love affair.
Je liet de naam al vallen, Joel Silver. Hij duikt vaak op als men het over jou heeft. Veel goeie dingen in mijn leven zijn een rechtstreeks gevolg van Weird Science, met Joel als producer. Samen deden we Kiss Kiss Bang Bang, en daarvoor had je Gothika en leerde ik Susan (Downey, filmproducer bij Silver Pictures en mevrouw Downey Jr, red.) kennen – het beste wat me kon overkomen. Ze heeft ook mijn carrière vooruitgeholpen. Ik herinner me dat Susan thuiskwam en hard moest lachen met een scenario dat ze aan het lezen was. Ik dacht: vreemd voor een Silverfilm; misschien iets ironisch of zo? Het bleek Kiss Kiss Bang Bang.
Naar wie heb jij opgekeken in je leven? Moeilijk onderwerp. Mijn vader was wellicht mijn eerste rolmodel, maar om je de waarheid te vertellen, denk ik veel aan mijn vrouw in dat opzicht. Ze heeft me doen beseffen hoe knap het wel niet is om een relatie op te bouwen en wat een opoffering het soms vergt. En dan is er mijn zoon. Hij wil niets liever dan naar Coachella gaan en rondgereden worden in een mini-van. Als ik deze film heb voorgesteld in Los Angeles, knijp ik er tussenuit en koop ik die mini-van. En dan ga ik cruisen met mijn zoon en zijn vriendjes.
Je hebt met zoveel straffe regisseurs gewerkt. Wat verlang je van een regisseur als je in een project stapt? Altijd hetzelfde. Ik zoek een man of vrouw met wie ik samen een derde persoon kan creëren: het personage. Discussiëren interesseert me niet. Ik bekijk mijn status niet anders vandaag. Het is een regisseursmedium en ik ben daar om hem te dienen. Maar als je personage een belangrijk deel van het verhaal is, dan ben je altijd ook een beetje regisseur. En krijg je een regisseur voor je die inzicht heeft in die
Papa spelen? Whatever. Zolang ik maar iemand ben die de hele dag loopt te glunderen. Heeft je zoon belangstelling voor acteren? Niet te veel. Hij heeft al een paar dingen gedaan. Ik moedig hem aan, want hij is een natuurtalent. Zijn hoofd staat stevig op zijn schouders. Hij is niet bezig met planning of ambitie – heel bewonderenswaardig in een stad waar iedereen denkt dat ze in de entertainmentsector moeten stappen, dat je in het middelpunt van de aandacht moet staan, sloten geld moet verdienen, succes en mislukking moet kennen, of een geweldige curve die dat allemaal omvat, en pas dan gelukkig kan zijn. Je bent trots op hem, da’s duidelijk. Hij is uitgegroeid tot een buitengewoon kind. Maar de meeste vaders zeggen natuurlijk dat ze apetrots zijn op hun zoon. Wie dat niet meent, is een idioot en helemaal geen echte vent. Zie je jezelf ooit in de regisseursstoel? Op dit moment voel ik me bevoorrecht om deel uit te maken van het hele Marvel-universum. Maar eerlijk: ik wil best iemand zijn met twee paarden in de race, en dan ook nog regisseren en schrijven. Realistisch gezien kan je het als veertiger of prille vijftiger geen jaren meer trekken als leading man. Ik bedoel niet dat ik geen show van de Rolling Stones meer wil zien, maar wel dat ik de piste waardig moet verlaten voor ze beginnen zeggen: dat is die kerel die altijd blijft plakken op feestjes. Kan het alleen maar bergaf gaan hierna, zoals veel van je collega’s denken? Slaag je erin ten volle te genieten van de goede momenten? Maar kan je ook de slechte momenten naar waarde schatten? Ongeacht wat er gebeurt, kan je een fijne dag hebben. De druk wordt groter om je goed te voelen wanneer de dingen meezitten – omdat je verondersteld wordt je goed te voelen. Maar als dat niet zo is, betekent dat dan dat er iets mis is met je? Nee toch. Euh, nee zeker?
www.apollo.be
19
ZWIEP! PAW! BENG! beyond batman: de toekomst van de superheldenfilm Veel zekerheden zijn er niet meer in Tinseltown, behalve dat superheldenfilms en de afgeleide merchandising het publiek diep in de buidel doen tasten. Maar nu camp het lijkt af te leggen tegen pastiche, en de superheldenfilm inspeelt op het post-9/11-tijdperk, met Gothams gemaskerde wreker op kop: “Will a new breed of superheroes rise?” Deze maand fileert Layer Cake-regisseur en Claudia Schiffer-eega Matthew Vaughn het superheldengenre in Kick-Ass, een adaptatie van Mark Millars cultcomic. Niet veel later krijgt Robert Downey Jr. af te rekenen met een Russische Mickey Rourke in Iron Man 2. In Hollywood staan er momenteel zo’n twintig comicbookverfilmingen op stapel: sequels, prequels, remakes én reboots. De stripverfilming was in de noughties het enige genre waarbij winstmarges certitudes bleven, en daar lijkt vooralsnog geen verandering in te komen. Stripverfilmingen worden grauwer en intenser, met Batman Begins en The Dark Knight als lichtende voorbeelden: aardedonker, spelen zich af in een getroebleerd Amerika in de greep van terrorisme. Het reboot-model dat regisseur Christopher Nolan introduceerde, kon op kritische bijval rekenen en het leverde twee van de meest lucratieve films uit de geschiedenis op. Logisch dus dat de studio’s de origineverhalen van superhelden nog wel even zullen blijven oprakelen. The Dark Knight bewees bovendien dat het publiek niet langer geïnteresseerd is in the all American Superhero. Verwacht in de toekomst meer films over de deconstructie van de superheld, met emotionele besognes en morele ambiguïteit. Op die trend speelt Vaughns Kick-Ass (over een twintiger in een quarterlife crisis) reeds duchtig in.
Apollo kijkt in de glazen bol. Welke superhelden zullen het in de toekomst doen stuiven aan de bioscoopkassa’s? The Losers Net als The A-Team (deze zomer in de bioscoop), zijn The Losers leden van een CIAteam dat voor dood wordt achtergelaten en op wraak zint. De Vertigo-comic wist sinds 2003 een schare fans te vergaren, dus kon een verfilming niet uitblijven. Jeffrey Dean Morgan (Watchmen), Chris Evans (Fantastic Four) en 20
Avatar-babe Zoë Saldana gaan ondergronds, terwijl Stomp The Yard-prutser Sylvain White de regie voor zich neemt. To the rescue: 30 juni 2010
achter de Spider-Man-trilogie (Sam Raimi, Tobey Maguire en Kirsten Dunst) dat ze het voor bekeken hielden. “Reboot!” dachten ze bij Marvel Comics. In 2012 verschijnt een nieuwe episode in de spinnenmancyclus, die Batman Begins-gewijs terug bij af begint. Zodiacscribent James Vanderbilt schrijft, 500 Days of Summer-regisseur Marc Webb regisseert. Maar houdt een reboot na zo’n korte tijd eigenlijk wel steek? “Ja”, zegt Hollywood, want ook Tomb Raider krijgt er één. To the rescue: 4 juli 2012
Thor
The Avengers
Shakespeare-adept Kenneth Branagh zet de tanden in de verfilming van Thor, de blonde adonis van de Marvel-stal. Vreemde combinatie, maar de Brit bewees in het verleden prima overweg te kunnen met literaire zwaargewichten. Aussie Chris Hemsworth mag zich de blonde manen aanmeten, Anthony Hopkins vertolkt – voor de verandering – de getormenteerde vader en Nathalie Portman tekende voor de ongetwijfeld ravissante love interest. To the rescue: mei 2011
Spider-Man Medio januari verkondigde het triumviraat
Welke zelfverklaarde geek passeert straks niet langs de kassa om The Hulk, Iron Man, Captain America en Thor een robbertje te zien www.apollo.be
Sven De Hondt
vechten in The Avengers, zowat het summum van de Amerikaanse superheldenfilm? Doen al zeker mee: Robert Downey Jr, Don Cheadle, Samuel L. Jackson en Scarlett Johansson. Doet misschien mee: Jeremy ‘The Hurt Locker’ Renner. Doet hopelijk niet mee: Edward Norton. To the rescue: 4 mei 2011
The Green Lantern Al jaren is het uitkijken naar de verfilming van DC Comics-heldin Wonder Woman, maar Catwoman en Elektra hebben de toekomst van de vrouwelijke superheld zwaar gehypothekeerd. Een DC-superheld die wel een verfilming krijgt, is The Green Lantern, een testpiloot die door toedoen van een magische ring over superkrachten beschikt. Melkmuil Ryan Reynolds mag de strijd aanbinden met kwaadaardig schorriemorrie – in eye-popping 3D! To the rescue: juni 2011
The Green Hornet Een buitenbeentje in de reeks nakende stripverfilmingen is deze update van de groene gemaskerde wreker, die in de jaren ’40 voor het eerst zijn opwachting maakte op de radio. Met videoknutselaar Michel Gondry (Eternal Sunshine of the Spotless Mind) in de regiestoel mag je je verwachten aan een flinke scheut pastiche, en met Seth Rogen in de titelrol hoef je voor een keer niet te rekenen op een gecoiffeerde pretty boy. Cameron Diaz en Inglourious Basterds-booswicht Christopher Waltz doen eveneens mee. To the rescue: 22 december 2010
EEN ESSENTIELE COLLECTIE AC/CD KLASSIEKERS BESCHIKBAAR VANAF 19 APRIL OOK BESCHIKBAAR IN CD/DVD DELUXE EDITIE MET O.A. EEN HERDRUK VAN DE STRIP “THE INVINCIBLE IRON MAN” #1(1968) VERY LIMITED EDITION
Captain America Captain America, een gladde superheld die perfect de Amerikaanse moraal belichaamt, moet de nieuwe melkkoe van Marvel Comics worden. Studiohuurling Joe Johnston (The Wolfman) werd aan boord gebracht om het zootje in te blikken en Hugo Weaving doet al zeker mee als de gemenerik Red Skull. To the rescue: 21 Juli 2011
SURF NAAR WWW.ACDCROCKS.COM EN WIN FANTASTISCHE PRIJZEN! www.apollo.be
FILMRELEASE: 28 APRIL 2010 IRONMANMOVIE.MARVEL.COM
21
Kick-Ass
TUSSEN ONS: DIT IS GEEN PARODIE
Een pseudosuperheld die keer op keer in elkaar getimmerd wordt, een elfjarig meisje dat elke boef op haar pad meedogenloos executeert en een wraakzuchtige vader met een Batmancomplex. Ziedaar de geschifte hoofdpersonages uit Kick-Ass, de subversieve hype waarvan Hollywood aanvankelijk niks moest weten. “De meeste studiobonzen weten niks van cinema af.” Wanneer puisterige puber Dave Lizewski voor het eerst zijn groengele duikerspak en bijpassend masker aantrekt, en als pseudosuperheld Kick-Ass tegen het kwade ten strijde trekt, wordt hij neergestoken én omvergereden. Ook filmmaker Matthew Vaughn liep de nodige kleerscheuren op toen hij de studiobonzen wou overtuigen een film over deze allesbehalve vanzelfsprekende superheld te maken. “Ze verklaarden me allemaal gek”, aldus de producent van Guy Ritchie’s eerste drie films en regisseur van onder meer het gangsterdrama Layer Cake. De bezwaren van de Tinseltown-wolven waren
22
niet onbegrijpelijk. Hedendaagse comic-god Mark Millar (zie kaderstuk) bedacht naast de compleet incompetente titelfiguur nog twee andere van de pot gerukte personages: Hit Girl en Big Daddy. De eerste is een elfjarig meisje dat meer slachtoffers maakt dan een leger bloeddorstige ninja’s en vaker vloekt dan de gemiddelde matroos. De tweede – knap gespeeld door Nicolas Cage – loopt rond in de Aldi-versie van het Batman-pak en belooft dochterlief een ijsje, als ze geen kik geeft wanneer hij haar beschiet. “Ik had dit al eens meegemaakt”, vertelt Vaughn in het Londense Claridge Hotel. “Ten
tijde van Lock, Stock and Two Smoking Barrels geloofde niemand in Guy en mij. Uiteindelijk bracht die film ons allebei zo’n tien miljoen pond op.” Samen met Snatch-buddie Brad Pitt hoestte de Brit zelf het budget op – zo’n dertig miljoen dollar. “Heerlijk: zo zonder studioinmenging werken”, glimlacht de cineast. Tegelijk is hij zich erg bewust van het risico dat hij nam. “Vergelijk het met een architect die een geweigerd bouwplan uitvoert om de kopers met het eindresultaat te overtuigen.” Daarover hoeft Vaughn zich deze keer geen zorgen te maken. Na de vertoning van een paar scènes tijdens Comic-Con, de grootste
www.apollo.be
Steven Tuffin
comic- en filmbeurs ter wereld, ontstond een heuse hype. “Plots hing elke studio aan de lijn.” Geheel terecht, zo blijkt. Films als KickAss krijg je zelden te zien: deels grappig, deels tragisch, deels parodiërend, deels hartbrekend, honderd procent onvergetelijk. Van de manier waarop de protagonist zichzelf introduceert tot de onverwacht spectaculaire finale: Kick-Ass is subversief topentertainment dat herinnert aan de Hollywood-films van Paul Verhoeven. Dat laatste hoort Vaughn maar al te graag. “Bedankt voor het compliment! Robocop is een van mijn lievelingsfilms. Onlangs werd ik gevraagd om er ’n remake van te maken. Ik herbekeek het origineel en vond ‘m nog steeds perfect. ‘Waarom zou je van zo’n pareltje een nieuwe versie willen maken?’, vroeg ik. Toen de producenten daarna begonnen over een minder gewelddadige versie, stapte ik onmiddellijk op. Dat over-the-top-geweld maakt die film net zo onvergetelijk.”
“Blote tieten! Romantische subplots!” Van over-the-top-geweld ben je duidelijk niet vies. De film heet Kick-Ass. Alleen idioten weten niet wat dat impliceert. Eigenlijk is het simpel: ik zou het publiek voor wie ik deze film gemaakt heb ontzettend beledigen, indien ik het geweld en het bloedvergieten had ingeperkt. Ze zouden nog furieuzer zijn dan diegenen die de film nu veroordelen. Je gaat toch ook niet aan de makers van The Hurt Locker vragen om er wat blote tieten en een romantische subplot in te verwerken? Was je van dag één overtuigd dat je de film van de grond zou krijgen? Als ik dat niet was geweest, was ik er nooit aan begonnen. Superman, Batman en alle andere wereldberoemde superhelden werden decennia terug bedacht. Ik vind het vreemd dat we nog steeds films over die toch wat gedateerde personages maken. Nog een voorbeeld: Watchmen, een fantastische graphic novel, toen hij in de jaren ’80 uitkwam. Zack Snyder heeft hem meer dan degelijk verfilmd, maar je zag en hoorde dat het huidige bioscooppubliek het moeilijk had met al die verwijzingen naar de Koude Oorlog en Richard Nixon. Kick-Ass leek me met al zijn gebreken – om niet te zeggen ‘totale onkunde’ – de perfecte superheld om het genre nieuw leven in te blazen. Ondanks die narratieve noviteiten valt het op dat je mise-en-scène bijzonder klassiek oogt. Daarover hebben mijn cameraman en ik ontzettend lang gediscussieerd. Ik wou dat de prent er even gepolijst uitzag als de recente Spider-Man-films, terwijl hij een donkere, handgehouden look in gedachten
www.apollo.be
had. Uiteindelijk kon ik hem overtuigen. Zijn aanpak zou perfect bij de toon van ons verhaal gepast hebben, maar ik wou de kijker in verwarring brengen. Bovendien leven we in een postmodern tijdperk. Je kan geen film meer maken zonder – bewust of onbewust – te verwijzen naar wat voorafging. De beste resultaten krijg je door oude en nieuwe ideeën te combineren. Postmodernisme impliceert toch vaak een soort cynische afstandelijkheid, niet? De meeste postmodernisten zijn inderdaad geen fans van wat ze becommentariëren. Ze komen niet verder dan een analytische deconstructie. Kick-Ass is in de eerste plaats een liefdesbrief aan een genre waarvan ik zielsveel hou. We zetten Spider-Man en konsoorten misschien wel te kakken, we steken onze passie voor hen niet onder stoelen of banken. Dus Kick-Ass is geen parodie? Als ik nu met een advocaat zat te praten, zou ik ‘nee’ moeten antwoorden. Op die manier kan niemand me een proces aandoen. Maar tussen ons: Kick-Ass is allesbehalve een parodie. Heb je schrik voor eventuele rechtszaken? Helemaal niet. Het gaat om een parodie! (klein lachje) Nee, ik heb vooraf een leger advocaten ingeschakeld om te onderzoeken wat al dan niet kon. Klopt het dat er amper computereffecten in de film zitten? Zo weinig mogelijk – ik haat CGI. Op het bloed en de achtergrondshots van New York na, is alles echt. Het bloed liet ik digitaal invullen omdat het geknoei van het makeupdepartement ons teveel tijd kostte. De Big Apple-beelden moesten we tijdens de postproductie toevoegen omdat we wegens het beperkte budget in Engeland hadden gedraaid. Nooit gedacht aan product placement om het budget op te krikken? Als het aan mij had gelegen, hadden we een kanjer van een logo op de borst van Kick-Ass geplaatst. We hebben het ook aan merken als Quicksilver, Adidas en Nike gevraagd, maar niemand wou iets met ons te maken hebben. Timberland heeft ons zelfs verplicht om hun logo digitaal van Kick-Ass z’n schoenen te verwijderen. Nu er rond de film een hype is ontstaan, willen ze natuurlijk allemaal opnieuw praten. Het gevaarlijke aan hypes is dat ze in je gezicht kunnen ontploffen. Dat risico neem ik er graag bij. We komen op ongeveer hetzelfde moment als de CGI-orgie Clash of the Titans in de zalen. In vergelijking met die – heb ik van horen zeggen – stinker, zijn we de underdog. Maar wist je dat de producenten van Clash of the Titans zo wanhopig waren toen ze het eindresultaat zagen dat ze beslisten om hem van 2D naar 3D
Mighty Millar Over de kwaliteiten van Wanted, het actievehikel met Angelina Jolie en James McAvoy als kogelbaanafbuigende huurmoordenaars, valt urenlang te twisten. Over één ding zijn comicliefhebbers het echter eens: het door Mark Millar gepende bronmateriaal was onderhoudender, uitdagender en geflipter. De hoofdpersonages leken verdacht veel op Eminem en Halle Berry, en van de weefgetouwflauwekul uit de bioscoopversie was geen sprake. De comic gaat over een groep superslechteriken die de naïeve protagonist proberen in te lijven. Punt. Net door dat soort ongebruikelijke premissen groeide de Schotse Millar uit tot een van de populairste comicschrijvers van het moment. Hij lag aan de basis van Ultimate X-Men en The Ultimates, twee titels uit de Ultimate Marvelreeks, waarin korte metten wordt gemaakt met de achtergrond van klassieke superhelden. Een al even controversiële reeks was Civil War, waarin de superhelden uit de Marvel-stal verplicht worden zich te laten registreren door de Amerikaanse overheid. Wanneer sommigen dit weigeren, breekt een burgeroorlog van ongeziene proporties uit. De subversieve ondertoon van Millars oeuvre – Civil War is een rake commentaar op het post9/11-beleid van de Verenigde Staten – roept vergelijkingen op met de ontregelende aanpak van Alan Moore, de Brit die de comicwereld in de jaren ’80 op zijn kop zette met titels als V for Vendetta, From Hell en Watchmen. “In vergelijking met Moore, is Millar echter een commerciële hoer”, meent Vaughn. Het klopt ook. Waar Moore niks met de Hollywoodadaptaties van zijn werk te maken wil hebben – hij moet zelfs geen geld voor de rechten hebben – staat Millar te huppelen als een geil hondje om met Tinseltown in zee te gaan. Millar: “Mijn grootste droom? Ooit zelf een film regisseren!”
om te zetten? Op die manier hopen ze er toch nog wat geld mee te verdienen. Ach, that’s Hollywood: de hoge piefen weten niets van cinema af. Een lastige om af te ronden: vind je de scène waarin Hit Girl een drugsbende uitmoordt niet een tikkeltje overdreven? Zelfs de dude die stilletjes aan een waterpijp zit te lurken, moet het met de dood bekopen. Vergis je niet: Hit Girl is een kleine psychopaat. Big Daddy heeft haar zo opgevoed dat ze geen verschil ziet tussen soft- en harddrugs. Maar zou jij zo stom zijn om een joint boven te halen in de buurt van een elfjarige moordmachine? Die idioot werd gewoon op verkeerde moment stoned. (lacht) Kick-Ass komt op 21/4 in de bioscoop.
23
Sasha Van der Speeten
WE HAVE BAND Nu nog publiek
verkeerd beeld van ons. DARREN: Grappig dat men nu al vooroordelen heeft over We Have Band. Dit is ons debuut, mensen! (lacht) Ik ben blij dat er een hele resem van onze invloeden in doorschemeren: ESG, LCD Soundsystem, Doves, Radiohead. DEDE: Onlangs hadden we het nog over Sympathy For The Devil van The Rolling Stones omdat die tekst zo briljant is. We bewonderen artiesten die sterke teksten schrijven: David Bowie, Kate Bush, Fleetwood Mac. Je kan je er helemaal in verliezen.
Solange Knowles DARREN: Ja hoor, het zusje van Beyoncé Knowles is fan! Toen we op het Texaanse rockfestival SXSW speelden in een rhythm‘n-bluesbar, zagen we Solange als een gek dansen op Oh!. Vanuit het publiek was zij ‘oh! oh! oh!’ aan het tweeten. (lacht) Dat meisje kent echt iedereen. Toen we in Australië moesten spelen, kregen we een berichtje van Solange: “Hey jongens, ik ben ook in Australië, samen met Ed van Grizzly Bear. We moeten eens afspreken. Ed kan trouwens fantastisch koken!” (schatert) Zie je, we kennen die mensen helemaal niet en het idee om bij hen op de barbecue te komen, leek ons nogal surrealistisch. DEDE: Een intrigerend personage, die Solange. Ze houdt haar vinger aan de pols van alles wat relevant is. THOMAS: Ik hou erg van haar versie van Stillness Is The Move van Dirty Projectors. En ze sleepte Jay-Z en haar zusje mee naar een concert van Grizzly Bear in New York. Te gek. Wedden dat Solange en Grizzly Bear samen muziek zullen maken?
No NME Alweer een punkfunkbandje? Not quite. Het Londense We Have Band experimenteert op zijn debuut WHB even gretig met etherische popsongs die Talk Talk en Elbow in gedachten roepen. Opmerkelijk: het koppel Thomas WP en Dede WP ontmoetten het derde WHB-lid Darren Bancroft toen de drie voor EMI werkten. DARREN: Bij EMI deden we een saaie bureaujob: we waren verantwoordelijk voor Britse rockbands. Werken in de muziekindustrie is niet altijd zo glamoureus. Van Santigold weten we dat ze ooit een A&R-functie had. Dat is pas een coole job. Thomas en Dede hebben EMI verlaten omdat ze wilden reizen. Ik had er al eerder de brui aan gegeven. EMI is een gigantische machine. Er zitten enorm veel goeie bandjes onder contract. Anderzijds huizen er ook groepen waarvan je echt niet begrijpt dat een platenfirma er geld inpompt.
24
DEDE: We hebben heel wat bands zien passeren die de buitenwereld nooit heeft gezien. Allemaal verloren investeringen.
Verkeerd beeld THOMAS: Wie ons kent van onze singles op Kitsuné, zal schrikken bij de ambient-achtige openingstracks Piano en Buffet. We hebben die nummers in het begin van de plaat gezet om te tonen dat we niet alleen een dance & party-band zijn. Te veel mensen hadden een
THOMAS: Ik zou een moord doen voor een carrière als die van Hot Chip. Die band is rustig kunnen groeien en kan overal spelen. Ze blijven ook evolueren. Of kijk naar Soulwax: die jongens hebben zich op een formidabele manier kunnen heruitvinden zonder hun identiteit te verliezen. Denk maar niet dat we na dit album zullen transformeren in een commerciële variant van We Have Band. Daar hebben we geen zin in. We willen niet krampachtig in de dagprogrammering van de radiostations terechtkomen en we hebben ook geen zin om de volgende coversterren van NME te worden. DARREN: Tenzij het per ongeluk gebeurt. Kijk naar The XX: die zijn nooit wanhopig op zoek gegaan naar het grote succes. ‘WHB’ verschijnt bij Naïve
www.apollo.be
AUTECHRE
“Mensen zijn toch ook complex?”
Of je krijgt een punthoofd van zoveel caprices, of je valt op je knieën voor hun bouwdrift. Rob Brown en Sean Booth van Autechre vinden het allemaal best, zolang ze je maar kunnen overbluffen.
Tien albums al houden ze de boog gespannen, maar op Oversteps zijn ze verrassend mild voor hun toehoorders. Niet dat je fidget voorgeschoteld krijgt op maat van Flanders Expo, maar de veertien tracks vormen wel een totaalervaring, en geen bezoek aan de tandarts aan het eind van een gang vol abstracte kunst, in een spookhuis waar je achter elke hoek een robotvuist in je gezicht of een spin op mechanische poten moet vrezen. Voor u het zich afvraagt: nee, de uitverkoop is niet ingezet, de gitaarbands op Warp hebben niet tot vreemde crossovers geleid en op dubstep hebben zij nog altijd meer invloed dan omgekeerd. Oversteps is een verrassend evenwichtig werkstuk geworden, een soort synthese van de vorige negen albums. Je hoort ze in een track als Treale spelen met echo’s uit Detroit, vroege IDM en de Britse bleep-scene - hun beginjaren, zeg maar. Er is Eraserhead-ambient waar Burial aandachtig naar zou moeten luisteren; diep-
26
donkere, industriële dub uit geautomatiseerde assemblagefabrieken; klavecimbels met noten als ijskristallen; over elkaar heen tuimelende beats, kliks en klokjes; contouren die oplichten in white noise. Moeilijk doen: ook als je over Autechre schrijft, loop je gevaar. Terwijl Rob Brown en Sean Booth eigenlijk nog altijd die twee maatjes zijn uit Rochdale bij Manchester. Twee BMX’ers die steeds grilliger parcours bedenken. Een stel hiphopheads die onafgebroken aan de ultieme mixtape sleutelen met hun visie op eighties-electro – looking for the perfect beat, Afrika Bambaataa en Mantronix dreven er zichzelf ook al hoorndol mee. Rob Brown: “Sean en ik zijn ervan overtuigd dat we gewoon geweldige dansmuziek maken – of je nu met je benen of met je hersenen danst, een mens is een complex organisme, dus mag het al eens uitdagend zijn.”
In de beginjaren waren jullie een obscure act op een indielabel. Gaandeweg is Warp uit zijn voegen gebarsten en jullie profiel alleen maar gestegen. In de ogen van al die youngsters op Youtubelabels zijn wij nu een grote artiest op een major en ben ik van de oude stempel. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk dat artiesten betaald worden voor hun ideeën – als je nu opgroeit, voel je die verplichting niet. Onze situatie is ook stabieler dezer dagen. Wereldwijd zijn er een paar duizend mensen die ons appreciëren. Al weet je nooit wat er om de hoek loert. Jullie wonen niet meer bij elkaar in de buurt. Maakt dat iets uit? Na tien jaar Londen ben ik verhuisd naar Bristol, terwijl Sean weer in Manchester woont. Bristol is een fijne plek. Denk ik toch, want ik zit altijd in de kelder aan tracks te sleutelen - in het donker dan nog. Waar ik precies woon, maakt dus weinig uit. Toen ik indertijd naar Londen
www.apollo.be
Johan Faes
trok, had dat niets te maken met carrièreplanning; ik volgde alleen mijn vriendin. Eerlijk gezegd was het daar een grotere opgave om muziek te maken, omdat er altijd wel iemand als Jeff Mills om de hoek speelde. De hele wereld passeert via Londen. En ik kon er niet van genieten, omdat ik me op mijn eigen werk moest concentreren. Voor jullie doen klinkt Oversteps verrassend gelijkmatig, bijna als een afgerond geheel. In de zomer van 2008 zat de tournee rond de vorige plaat Quaristice erop en hadden we Seans studio ingericht en ik de mijne. Zoals altijd waren we tracks beginnen maken zonder aan een album te denken. Maar waar we in het verleden al die variatie op een bepaald moment wel moesten bundelen omdat we anders geen album hadden, ontstond er nu vrij snel zoiets als een rode draad. Die wilden we verder uitdiepen en min of meer stabiel houden. In tegenstelling tot Quaristice, dat een collectie live-tracks was die we hadden nagebouwd in de studio, vrij rauwe jams met veel noise and hiss.
MRCD 314
Het is dus ook een technische keuze? Dat is het altijd. Nieuwe software biedt je enorme flexibiliteit, maar oude apparatuur blijft zijn waarde hebben. Het is altijd interessant om hardware te introduceren in een nieuwe omgeving, en zien wat er gebeurt. In een ideale wereld zou je alles bijhouden - computers, effecten, native software - in plaats van het keer op keer te vervangen door nieuwe generaties met nieuwe besturingssystemen en nieuwe software. De laatste jaren situeert de evolutie zich louter op het vlak van kracht, snelheid en opslagcapaciteit; de ideeën erachter zijn nauwelijks veranderd sinds de jaren 80. Jullie muzikale universum lijkt puur elektronisch, zonder akoestische instrumenten of stemmen - alsof er geen mens mee gemoeid is. Vergis je niet: in veel tracks gebruiken we een stem die we verknipt en bewerkt hebben. In Basscadet bijvoorbeeld zit ergens een mens verscholen uit een oude politie-opname. Wij genieten ervan een wereld te creëren waarvan je niet weet wat je juist ziet. Half antiek en half futuristisch. Tijdloos met een soort bevreemdende nostalgie. Je herkent iets, al heb je het nog nooit in je leven gehoord. Op Oversteps is er meer ruimte voor ambient en melodie. Voelen jullie dat ook zo aan? Dat is tegelijk toevallig en opzettelijk. Zoals ik daarnet aanhaalde, ontstonden er tracks met een sterke identiteit die als het ware stamvaders werden van een idee dat extra aandacht verdiende. Als schoonheid de dominante factor wordt, krijg je een heel bijzonder, fragiel verhaal. Kwetsbaarheid als drijvende kracht. Maar wat zalvend is voor het gehoor, kan een aanslag zijn op je brein. Wij houden van die sinistere, fluisterende agressie. Maar je hebt wel gelijk als je bedoelt dat de energie van Oversteps meer wordt opgewekt door spanningsvelden, dan door beats of ritmes. Met Known, See on See en Redfall staan er zelfs titels op die je kan lezen en denkt te kunnen begrijpen. (lacht) Maar zelfs dan mijden we directe betekenis. De woorden die we verzinnen, kan je vergelijken met vrije tags in graffiti: je denkt dat het letters zijn, maar het zijn abstracte symbolen geworden. Onze titels drukken een sfeer, een gevoel uit, zonder het te willen benoemen. Oorspronkelijk was Autechre ook de titel van een track. Het lijkt iets te betekenen, maar het bestaat niet. Eigenlijk draait het daar om: de mensen uit hun tent lokken en ze vervolgens bespringen. ‘Oversteps’ is uit via Warp. Autechre speelt op 9 april in de AB tijdens het Domino-festival.
www.apollo.be
Distributie: MuNiCH reCOrDs n www.MuNiCHreCOrDs.COM
Richard Hawley in X-Factorland
© Wim Van Acoleyen
“Happy songs zijn shit”
28
www.apollo.be
PJ Symons
Omdat United en Wednesday steeds verder wegzakken en Jarvis Cocker het te druk heeft met bassen bij Spinal Tap, is Richard Hawley vandaag hét uithangbord van Sheffield. De Britse classicist rijmt Santo & Johnny met Sinatra en Hazlewood, wat meesterwerken als Cole’s Corner en nu Truelove’s Gutter opleverde. Wie hem enkele maanden geleden in Brugge aan het werk zag, weet dat een avondje Hawley een keerpunt kan zijn in het leven van ons, simpele aardlingen. In de Brugse Stadsschouwburg werd je zowaar één met de concertzaal. De nieuwe plaat verdient het in zo’n rennaissancetheater gespeeld te worden. Van zodra je binnentreedt, word je bevangen door een diepe sfeer. Of daar nu een artiest op het podium staat of niet, het karakter van de zaal blijft overeind. De nummers van Truelove’s Gutter werken ook op een staand publiek, maar ik verkies een gezellige ruimte waar mensen laidback zijn. Ik hou niet van een metalen geraamte onder een plastic dak - alsof je in een vliegtuighangar speelt. De nieuwe plaat is beduidend sfeervoller, zonder singles die er bovenuit steken. Als je een jingle van drie minuten in het album stopt, steekt die uit als een etterende duim. Het kan de sfeer van het album kraken. Nu ik weet dat mijn muziek toch geen airplay krijgt, was dat een keten die ik graag afwierp. Radio is een gevangenis voor creativiteit geworden en dat is het ergste dat ons kan overkomen. Nummers als Riders On The Storm, Hey Jude of zelfs Bohemian Rhapsody worden niet meer geschreven omdat je ze toch niet verkocht krijgt. Er zit een fascistisch geurtje aan: er wordt muziek gemaakt voor de marketeers en niet voor de luisteraars. Het mag niet te speciaal klinken of je wordt gepasseerd. Je adoratie voor rockers als Chuck Berry en Elvis valt wel erg op. Ik hou ook van Kraftwerk en Cabaret Voltaire, hoor. Maar die rock-’n-roll komt inderdaad telkens terug. Als kind ben ik verliefd geworden op die muziek, het zit in mijn DNA. Ik luister naar postpunk, maar dat zit niet diep genoeg onder mijn huid om op verder te bouwen. Eigenlijk maak ik moderne folk.
www.apollo.be
De songs draaien rond gebeurtenissen en mensen in mijn directe omgeving. Ik kan toch niet staan zingen over het leven in Los Angeles met een zwembad en een fuckin’ Ferrari!? Folk is vertellen over wat je voor je ziet. Dingen die losstaan van de tijd. Je klinkt ook erg bevrijd. Had je platenmaatschappij iets van: oké, je hebt bewezen dat je kan verkopen, laat je nu maar eens volledig gaan? Nee, ze hebben mij nooit verplicht iets te doen. Met dit album wilde ik experimenteren en bij Mute zeiden ze gewoon: ga ervoor! Een houding tegenover artiesten die je niet vaak meer tegenkomt. Het punkethos is in rook opgegaan. Ook dat aggressieve kantje is verdwenen; niemand doet nog moeite om dingen te veranderen. Ze plegen liever creatieve zelfmoord in een stroom strontmuziek. This is X-Factorland. En net op dat moment zet Richard Hawley zijn muziek onder een reclamespotje van HäagenDazs. Ja goed, ik eet graag ijsjes. Bekijk het filmpje eens; het is erg romantisch en het idee dat het om een altruïstische daad gaat, spreekt mij enorm aan. En het zijn máár ijsjes, geen bommen of auto’s. Mijn vrouw verplichtte me er bijna toe, voor de gratis ijsjes. Toen ik terugkwam van tournee, bleef er alleen een houten lepeltje over en had mijn vrouw vier maten meer. (lacht) Mis je Sheffield op tournee? Ja, maar niet om de gebouwen, het is gewoon mijn thuis. De mainstreamcultuur dringt ons op te ontsnappen aan wie we zijn. Which is bollocks! De hardste les die het leven in petto heeft, is jezelf accepteren. En in Sheffield is dat wel erg makkelijk. (lacht) Ik mis mijn hond. En mijn vrouw en kinderen, natuurlijk. Ooit was Sheffield de socialistische hoofdstad van Engeland. Vroeger wapperde er een rode vlag fier boven het stadhuis. Het heeft een serieuze invloed gehad op hoe ik naar de wereld kijk. Ik kom uit een familie van staalwerkers, allemaal vakbondsmensen. Mijn grootvader zei altijd: “Let op voor -ismes en -isten.” (lacht) Maar de basisprincipes van het socialisme lijken mij juist. Ik zie dat de minderheid profiteert van het lijden van de meerderheid, en dat kan niet. Het is fundamenteel fout dat zakenmannen hun fabrieken in China en Taiwan bouwen, waar de mensen vijf pond per week verdienen en in shitholes wonen. Heel wat artiesten stoppen hun politieke visie in hun creaties. Mensen die dat doen, zijn daar veel beter in dan ik - ik zou een erbarmelijke politieke tekstschrijver zijn. Je zal ook niet snel ‘Richard Hawley For President’ op uithangborden langs de weg zien staan. Ik geloof niet in leiders. Er zijn geen goden in de hemel, en op aarde
hebben we ze al zeker niet nodig. Glass harmonica, morsecode: op de nieuwe plaat kan elk geluid muziek worden. Ik verzamel geluiden. Opa Albert was violist, maar als we ons verveelden, haalde hij de zingende zaag boven. Hoe kreeg hij muziek uit een verdomd werktuig? Neem nu de glass harmonica; uitgevonden door Benjamin Franklin in de 18de eeuw klinkt ze vreemd genoeg heel futuristisch. Dat is net het interessante: oude instrumenten gebruiken om een moderne sound te creëren. Ik las ergens dat dit mijn technoalbum was. (lacht) Dat aparte instrumentarium draagt bij tot de melancholie. Ben je niet in staat om happy songs te schrijven? Happy songs zijn shit. Obla-di, Obla-da, dat lijkt toch nergens op. Happy songs zijn voor dwaze mensen die elke zaterdag op commerciële house dansen. Het heeft zijn plaats in deze wereld, maar niet in de mijne. Ze stimuleren het denkproces allesbehalve. En toch vind ik dat er heel wat optimisme in mijn songs zit. Neem nu Open Up Your Door dat gaat over hoe mannen de signalen die vrouwen uitzenden, totaal verkeerd begrijpen. Een man komt dronken thuis en probeert binnen te geraken. Misschien is hij over de tuinkabouter gestruikeld en zijn z’n voeten nat van de vijver. In Brugge speelde je een cover van Hushabye Mountain. Zie je je songs soms als slaapliedjes? In zekere zin. Donkere slaapliedjes. Ik wil dat mensen zich comfortabel en veilig voelen wanneer ze er naar luisteren. Ik schreef ze ook om me zelf zo te voelen in een oncomfortabele en onveilige wereld. Alsof ik ‘het komt allemaal goed’ in het oor van de luisteraar fluister. Stoort het je dat mensen je nog steeds zien als de Pulp-gitarist die solo gaat? Het is nu eenmaal een deel van mij, één waar ik heel trots op ben. Het was een van de invloedrijkste bands ooit. Maar ik heb zeven jaar in Pulp gezeten tegenover tien jaar solo nu. Muzikaal gezien heeft het niets meer te maken met wat ik doe. Je wordt ouder: wil dat zeggen dat het je allemaal minder kan schelen? De echt belangrijke zaken trek ik me net meer aan. Je kan verdrinken in dwaze, triviale dingen. Als je alleen money & fame wil, is dat precies wat je krijgt. Mensen verkijken zich op dat hele gedoe rond bekendheid - het heeft geen enkele meerwaarde. Ik ben gewoon Richard Hawley, de muzikant. Die af en toe een ijsje eet. Richard Hawley speelt op 17 mei in het Koninklijk Circus tijdens Les Nuits Botanique.
29
Dennis Van Dessel
OLIVER STONE
De lange reis naar de middelmaat Ooit waren de films van Oliver Stone uitdagende stukjes cinema; politieke thrillers en oorlogsdrama’s met een passie die je maar weinig zag in Hollywood. Stone was een liberale agent provocateur die zijn eerste grote successen uitgerekend scoorde tijdens het oerconservatieve Reagan-tijdperk. Terwijl president Reagan de Contra’s steunde in Nicaragua, maakte Stone Salvador – een vlammende aanklacht tegen de Amerikaanse politiek in Zuid-Amerika. Een jaar later regisseerde hij het eerste deel van zijn Vietnamtrilogie, Platoon, waarin hij het nationale trauma rond die oorlog oprakelde. Met Wall Street maakte hij brandhout van het ongebreidelde kapitalisme en in Born on the Fourth of July toonde hij de betekenisloosheid van de Vietnamoorlog. De controverse was echter nooit zo groot als toen JFK uitkwam – een complex verhaal over de moord op Kennedy, als antwoord op de officiële versie die zei dat Lee Harvey Oswald alleen handelde. Iedereen was er bij betrokken: de FBI, de CIA, Cubaanse bannelingen, de maffia, zelfs het Witte Huis. Stone kreeg een stortvloed aan kritiek over zich heen, omdat hij halve waarheden en complete verzinsels presenteerde als feiten. Jack Valenti, het hoofd van de MPAA, vergeleek Stone met Leni Riefenstahl. In The New York Times stond bijna wekelijks een artikel dat hem afschilderde als paranoïde gek. Maar JFK scoorde goed aan de kassa’s en president Bush Sr. richtte The Assassination Records Review Board op, om de conclusies van de Warren Commission na te gaan. Binnenkort komt Wall Street 2 in de zalen, na een decennium dat niet zo gunstig is geweest voor Stone. Alexander was een strontvervelend epos, en nog erger was zijn melodrama World Trade Center. Slechts vijf jaar na 9/11 kon je natuurlijk moeilijk verwachten dat Stone konkelende Arabieren, CIA-agenten met voorkennis en een complot van het militairindustriële complex zou opvoeren. De regering betichten van de moord op een president: dat kan nog net. Een bewonderende documentaire maken over Fidel Castro (Commandante): geen probleem. Maar 9/11, daar zeg je best geen woord over als het niet is om de moed te eren van iedereen die er bij betrokken was. Stone heeft WTC altijd verdedigd als een apolitieke film. Maar ondertussen krijgen we wel een ex-marinier te zien die vroom zit te bidden wanneer hij het nieuws van de
30
Oliver Stone met Hugo Chavez op het Festival van Venetië - alleen zijn vrienden zijn nog controversieel.
aanslagen hoort, prompt de tondeuse in zijn haar zet en naar New York vertrekt om te gaan helpen. Aan het einde van de film zien we hem op het puin van de torens verkondigen dat “deze daad gewroken moet worden”. Geen wonder dat de right wing-critici die Stone vroeger rauw lustten, opeens niet wisten hoe ze de film genoeg konden prijzen. “Door die verhaallijn hebben mensen de conclusie getrokken dat ik de oorlog in Irak steun”, vertelde Stone. “Maar mensen verwarren de boodschapper met de boodschap. Dat is wel vaker gebeurd met mijn films.” Daarna kwam W. – een film die gemaakt werd tegen de snelheid van het licht om uit te komen voor het einde van de tweede ambtstermijn van George W. Bush. Het bleek een tragikomedie over een intellectueel
kneusje met zware daddy issues dat zich laat manipuleren. Stone waagde zich ditmaal niet aan scherpe politieke analyse – hij lachte louter wat met een president die het woord nuclear uitspreekt als nucular. De rechtse pers tikte Stone op de vingers, maar leek de film niet de moeite te vinden om uitgebreid op te reageren. En nu is er dus Wall Street 2. De timing van de prent zit in ieder geval goed – een terugkeer van Gordon Gekko ten tijde van de economische crisis. Maar het is lang geleden dat Stone nog eens echt zijn tanden durfde te tonen. We geven Stone nog één kans om te bewijzen dat hij het heilig vuur nog steeds voelt branden. Volgende maand weten we u te vertellen of dat ook zo is.
www.apollo.be
B en bassis
-
-
j i w n e g o m , s n a m e r e u h c S n a m r e Mr. H ? r e t h c r e W p o n e d e r t p o r e m o z e dez . e b . r o o v r e a g p o n e t e w s t e i s eet. n o Laat t van Zonder Plan ent aan HU ud st , as om T , ci er -M
WAT JE OOK WIL BEREIKEN, GA ERVOOR. Optreden op Werchter? Of de opleiding van je leven? Bij Hogeschool-Universiteit Brussel vinden we dat je er altijd 100% voor moet gaan. Wij doen er dan ook alles aan om jouw ambitie mee te realiseren. Volg of ‘Zonder Planeet’ mag optreden op Werchter via www.gaervoor.be. En, ontdek wat je zelf kan bereiken op onze infodag van woensdag 17 maart.
Sasha Van der Speeten
NIGHT OF THE CLASH OF the
VERMIN TWINS Modeselektor aan de R&B? Chicks On Speed na een chupito de tequila te veel op? Adult in een psychedelische koortsdroom? Zo ongeveer kan je het debuut Exoskeleton van Vermin Twins omschrijven. Achter het elektronische duo uit Hasselt gaan Micha Volders (drummer bij El Guapo Stuntteam) en Lotte Vanhamel (de zus van Tim) schuil. Hun grote troef: een creepy visuele stijl die Cronenberg en Cunningham verweeft.
heeft me enorm geïnspireerd. De vibe van Guust Flater: zijn knullige gadgets, het rebelse dat hij uitstraalt. Ik denk vooral dat we dat soort verwondering willen triggeren bij de mensen. We willen hen iets voorschotelen waar ze geen blijf mee weten. Ik vond het heel spannend om onze promoposter aan de kleine Ring rond Hasselt te zien hangen. Normaal hangt er een affiche van een cultureel centrum of van Douwe Egberts. Nu hingen wij er freaky te wezen.
DAVID CRONENBERG
“In het begin vond ik het echt spannend om mijn gezicht te verbergen”, zegt Lotte Vanhamel. Spannend is het naar horror en cyberpunk knipogende imago van Vermin Twins zeker. We vroegen het duo naar de invloeden achter hun extravagante kledingcollectie en hun freaky visuals.
CYBERPUNK Micha: Cyberpunk is een grote invloed. Niet alleen Mad Max, maar ook de allereerste anime-films. Ik ben daar mee opgegroeid. De postapocalyptische sfeer van een film zoals Akira spreekt mij enorm aan. We leven trouwens in een soort postapocalyptische wereld. Niet zoals in Blade Runner, maar op een hedendaagse manier.
RAY HARRYHAUSEN / TIM BURTON Lotte: Ik hou enorm van Clash Of The Titans van Ray Harryhausen, uit 1981. De remake van die film is lang niet zo indrukwekkend als het origineel. Het was een van de eerste films die indruk op me maakte als kind. Ik vond het
32
onvoorstelbaar creepy, vooral die sater die erin voorkomt. Dat soort films hebben me ertoe aangezet om animatie te gaan studeren. De stop-motionfilms van Henry Selick en Tim Burton vind ik ook geweldig, hoewel die laatste tegenwoordig iets te veel compromissen moet sluiten. Maar de muziek en de aankleding kloppen perfect.
GEORGE ROMERO / DARIO ARGENTO Micha: George Romero! Night Of The Living Dead! Evil Dead! Goh, ik kan ze blijven opnoemen. De horrorfilms uit de jaren zeventig inspireren ons. En die uit de jaren vijftig, zoals het werk van Ed Wood. Dario Argento, wat een fantastische regisseur. En de muziek van zijn huisorkest Goblin heeft ons evenzeer beïnvloed. Fantastisch! Tegenwoordig stelt horror niets meer voor. Het zijn aaneenschakelingen van schokeffecten.
FRANQUIN
Micha: Cronenberg ligt voor de hand, denk ik. Vooral Naked Lunch, met de levende schrijfmachine. Videomaker Chris Cunningham is ook een veelgenoemde invloed. Maar geloof me, we kunnen even hard genieten van een oude Disneyfilm of van een Tex Avery-cartoon. Uit de jaren tachtig slepen we nog meer invloeden mee: Tron, Back To The Future, poppenfilms van Jim Henson zoals Labyrinth en The Dark Crystal.
FUNKADELIC Lotte: We zeulen een hele kleerkast mee als we gaan optreden omdat we net voor het optreden beslissen wat we gaan dragen. Wat zit daarin? Hoodies in verschillende kleuren, kousenbroeken, stukken stof, een hele hoop schoenen. Micha: Zo extravagant is onze klerencollectie niet. We staan niet op het podium in een carnavalspak uit Rio, vol pauwenveren. Het is veel casual wear, uit de Wibra. Trek zo’n truitje achterstevoren aan, knip er een stuk uit of smeer er wat verf op, en je krijgt iets aparts. Het hoeft niet ontworpen te zijn door een hippe couturier. Als we ooit geld hebben, wil ik wel outfits zoals die van Funkadelic in de seventies. ‘Exoskeleton’ verschijnt bij Inner Child
Micha: Ik ben opgegroeid met de grote Vlaamse en Franse striptekenaars. Franquin
www.apollo.be
Page 33 Girl
vanessa del rio
Snoop Dogg wou ermee naar bed, Ice Cube en Busta Rhymes hebben er nummers over gemaakt, en voor Lil Kim en Foxy Brown was ze een rolmodel. Als eerste niet-blanke pornoster groeide Vanesse del Rio in de jaren ’70 en ’80 uit tot een popicoon. De amazone blikte meer dan honderd vijftig xxx-films in – ‘voor de fun, nooit voor het geld’ – en kreeg ook gastrollen aangeboden in respectabele tv-series als NYPD Blue. Haar belangrijkste wapenfeiten – naar wat wij ons hebben laten vertellen – zijn Fire In Francesca, Fulfilling Young Cups en Good Neighbors Come In All Colors. Drie jaar geleden bracht Taschen de Art en de Collector’s Edition uit van ‘Vanessa del Rio – Fifty Years of Slightly Slutty Behavior’. Kostprijs: respectievelijk 1000 en 500 euro. Voor de minder gegoede geilaard ligt sinds vorige maand ook een ‘gewone editie’ van het boek (+ dvd) in de winkel. Kostprijs: 40 euro.
www.apollo.be
33
Muziekarcheologen Miles Cleret (Soundway Records) en Ziya Ertekin (alias DJ Blue Flamingo) graven onder extreme omstandigheden naar zwart goud.
CONTINENTAL DRIFTERS
34
www.apollo.be
Guuz Hoogaerts
Miles Cleret, de directeur van het Engelse Soundway Records, heeft de meest schitterende compilaties op zijn conto. Met zinderende afrobeat uit Nigeria, hemelse highlife uit Ghana en opwindende biguines uit de Franse Antillen. Keurig toegelicht in de cd-boekjes, alles ook nog eens op lekker dik vinyl, overduidelijk met liefde uitgezocht en uitgebracht. Zo iemand moet toch gepassioneerd kunnen vertellen over zijn muzikale reizen, en bijna bezeten zijn om al die onbekende parels op te duiken? Nou, dat valt tegen. Het kan zijn dat Cleret zijn dag niet had, maar hij klonk als een suffe ambtenaar die van zijn vrouw elke dag twee boterhammen met kaas en ham meekrijgt naar kantoor en net nog wat stempels op vergunningen heeft gezet. “Naar platen zoeken is best saai. Soms kom je dagenlang niks tegen, het andere moment tref je wat aan bij muzikanten thuis, of op zolder bij radiostations. Een compilatie samenstellen, neem de twee Ghana Soundz-delen waarmee het allemaal begon, daarvoor moet je engelengeduld hebben.” Euh, oké, maar je komt tijdens je reizen naar West-Afrika of de Caraïben natuurlijk wel op de meest idiote plaatsen de prachtigste muziek tegen? “Ach, dat moet je niet overschatten. Het is vooral een kwestie van rondvragen, aan zo’n beetje iedereen die je tegenkomt. De meeste muziek vind je bij radiomakers en voormalige platenbazen of muzikanten. En ja, in die laatste groep zitten helden van me. Zoals Ebo Taylor, een Ghanese gitarist. Goeie kerel!” Veel meer komt er niet uit. Als Cleret zich dan ook nog verliest in een tirade tegen bloggers die muziek gratis weggeven en dalende verkoopcijfers (“Ik weet niet hoe lang ik dit nog volhoud”), prijs je jezelf gelukkig dat je een week later tegenover Ziya Ertekin mag zitten.
“Muziek laat je reizen zonder je te verplaatsen.” De Turkse Nederlander is een uitermate beleefd en bijzonder bevlogen promotor van latin, rumba, gospel en hot jazz zoals gemaakt in de eerste decennia van de vorige eeuw. Zijn tweede compilatie Congo Jazz (Excelsior Records) is pas verschenen en ook voor die cd kwam alle muziek van 78-toeren platen. Die hij allemaal heeft opgeduikeld in stoffige zolders en bedompte kelders. Hij is net terug van een reis naar New Orleans, en is daar nog helemaal vol van. “Ik ben op zoek geweest naar plekken waar de jazz is geboren, naar de Eagle Saloon waar Buddy Bolden nog heeft gespeeld. Veel is weggevaagd door orkaan Katrina, maar ook door de slooplust van het stadsbestuur. Maar ik heb nog met mijn schoenen over de drempel kunnen wrijven waar Bolden moet hebben gelopen, zodat ik toch het gevoel had dat ik dicht bij hem was.”
www.apollo.be
Ziya woonde een zondagsdienst bij in een zwarte kerk, moest gelijk met de congregatie in een kring staan en voelde de goddelijke energie door zich stromen. Hij mocht meedansen met een jazz-funeral en nam deel aan Mardi Gras, kortom, hij had de tijd van zijn leven. “Ik wil zo weer terug!” Miles Cleret kreeg de verzamelwoede mee van zijn vader, die grote collecties platen, boeken en kunst bezat. Ziya, kind van een immigrantengezin dat in Oss verzeild was geraakt, maakte zijn eigen verzamelwoede wakker met televisie en radio. “In Oss gebeurde niet zoveel, dankzij muziekprogramma’s van de VPRO op tv werd een luik naar de rest van de wereld geopend. Ik ben altijd een dromer geweest - muziek laat je reizen zonder je te verplaatsen. Ik wilde meer weten over de muziek die ik mooi vond, en als je lang genoeg graaft, kom je uiteindelijk bij 78-toerenplaten terecht.” Die platen vindt hij in een loods in Nederland, op zolders in Port of Spain (Trinidad), maar ook in een boekhandel nabij de AB in Brussel. “Ik was als dj geboekt, en de programmator vertelde me dat zijn vriendin enkele 78-toerenplaten had zien liggen in een winkel verderop. Tien minuten voor sluitingstijd kwam ik binnen. Er lagen 180 platen, al bij de eerste die ik pakte, moest ik aan de beademing. Bijna alles wat er lag, was puur goud. Ik heb een bod uitgebracht, de winkelier was blij dat hij er vanaf was. In de AB heb ik pas kunnen zien hoe geweldig de vondst was.” België speelt ook een rol op Ertekins nieuwe compilatie. Een van de drie mixen bevat Congo Jazz, rumba gemaakt in de jaren veertig van de vorige eeuw door bands die in de bars van Léopoldville en Brazzavill speelden. “Die steden trokken destijds gelukszoekers en handelaars van over de hele wereld aan, en zij brachten latin-platen mee. Rumba sloeg enorm aan en plaatselijke groepen probeerden zich de stijl eigen te maken. Twee Griekse broers bouwden een studiootje en begonnen Ngoma Records. Helaas zijn veel platen van dat label verloren gegaan, maar ik heb er nog drie kunnen vinden.” Naar muziek luisteren die zo oud is, vereist een andere state of mind, die volgens Ziya “vergelijkbaar is met het kijken naar zwartwitfilms uit dezelfde periode. Je moet je eraan overgeven. Ik wil nieuwsgierigheid opwekken, ik word niet moe om over de geschiedenis van deze muziek te vertellen. Die schijnbaar niets te maken heeft met commerciële pop van nu, maar in feite de voorloper was van wat er vandaag in de hitlijsten staat.” Ertekin maakt zelf ook muziek, op gitaar en banjo, die totaal anders is dan wat hij in zijn mixen gebruikt. “Ik ben niet iemand die alleen maar naar oude muziek luistert, ik houd ook enorm van de muziek op het Warp-label. Wist je dat Warp een tijdje terug een 12-inch heeft uitgebracht die alleen op 78-toeren afspeelbaar is? Van Vincent Gallo, ook een diehard verzamelaar.”
Audio quattro Vier recente compilaties met muziek die u wellicht niet kent, en dat is een gemis.
Brazilian Fuzz Guitar Bananas (Tropicalia in Furs) Deze compilatie opent met een doorgetripte cover van het Batman-thema die zo out there is dat hij op de maan gemaakt lijkt te zijn. Maar hij stamt uit Brazilië en de jaren zestig. De andere sambafunknummers op de cd zijn minder weird, maar minstens zo goed. Samengesteld door de eigenaar van de New Yorkse platenwinkel Tropicalia in Furs. Nigeria Afrobeat Special (Soundway) Alleen al de moeite waard vanwege de vroege Fela Kuti-single van dik acht minuten waarmee deze plaat opent. De damp slaat er vanaf. Bijdragen van onder meer Orlando Julius en Madman Jaga laten horen dat trance-opwekkende muziek al gemaakt werd toen Tiësto nog moest geboren worden. Murder – Songs from the Dark Side of the Soul (Trikont) Het Trikont-label uit München stelt uiteenlopende compilaties samen, van Finse tango tot Cambodjaanse pop. Voor Murder werden 23 Amerikaanse bluesliedjes uit de jaren dertig, veertig en vijftig gekozen waar het bloed vanaf druipt. Nick Cave-fans zullen enkele originals herkennen, anderen verbazen zich over blues-oma Memphis Minnie die nietsontziend afrekent met een rivale in Biting Bug Blues. Good God: Born Again Funk (Numero) Godvrezende gospel op een James Brown-beat. Numero, specialist in het heruitbrengen van vergeten soulplaatjes op piepkleine labels, verzamelde onbekende gospelfunkartiesten die je knieën en kuiten net zo lang bewerken tot je wel moet toegeven dat ook God enorm funky is.
35
CARIBOU 100 METER VRIJE SLAG Als je dacht dat Dan Snaith, het brein achter Caribou, een moderne hippie was met een overdreven liefde voor de jaren 60, dan heb je het hard mis. Al klonk zijn vorige album Andorra inderdaad zoals de sixties hadden moeten klinken, toch is het niet Dans ultieme passie. Hij wilde gewoon even een perfecte popplaat afleveren, zoals mijn moeder tussen de soep en de patatten pudding maakt. Swim, de nieuwe, is een psychedelische benenschuddelaar geworden, een dansplaat met een wel heel apart geluid.
36
www.apollo.be
Ringo Gomez-Jorge
Doorwinterde Caribou-fans weten dat meneer Snaith altijd al een voorliefde heeft gehad voor elektronische muziek. Inspiratiebron voor dit pareltje? Zwemmen! En dat terwijl schaatsen voor een Canadees zo veel meer voor de hand ligt. Met Swim dompelt Caribou de luisteraar onder water, om hem even te laten ademhalen en weer kopje-onder te duwen. Het geluid zweeft op en neer en volgt onzichtbare golven, terwijl de beat aangeeft dat we een dansje mogen plaatsen. “Ik had een stapel beats liggen waar ik iets mee wilde aanvangen en ik had een andere stapel met samples en geluiden voor een volgende Caribou-plaat. Eerst hield ik de twee hoopjes netjes gescheiden en dacht ik voor die beats een zijproject te starten. Gaandeweg merkte ik echter dat het één het ander niet hoefde uit te sluiten en heb ik de boel samengegooid. Dat is deze plaat geworden.” Het is dansmuziek, maar met een geheel eigen smoel. Mensen denken dat dansmuziek aan de hand van strikte formules gemaakt wordt met alle typische clichés erin verwerkt. Dat is niet waar. Er is heel veel vrijheid binnen het genre. Dansmuziek moet een beat hebben, de rest kan je zelf invullen. Je kan doen wat je wil en de gekste geluiden verzinnen, zolang er maar een beat onder zit. Zal je weer het podium delen met andere muzikanten zoals bij de vorige plaat? We zullen met dezelfde vier personen op het podium staan. Ooit heb ik een solotournee gedaan met de laptop: ik verveelde me steendood. Het publiek heeft niets om naar te kijken. Er is geen interactie, geen energie. Met deze plaat zou je je ‘sonisch vocabularium’ gevonden hebben, zeg je. Wil je zo klinken voor de rest van je dagen? Bij Andorra was vooral het schrijversgedeelte belangrijk: componeren en produceren. Bij dit album was het geluid prioritair. Ik wilde iets maken dat in de eerste plaats mijn stempel droeg, muziek waarbij de mensen denken: dit kan alleen maar Caribou zijn. Toen ik naar Swim luisterde, wist ik niet waarmee ik het moest vergelijken. Ik vond niet meteen een genre of een stroming waarin ik het kon plaatsen. Missie geslaagd. Je moet toch ergens inspiratie gehaald hebben? Het waren vooral sonische ideeën die ik had voor dit album. Ik wilde een vloeiend geluid maken. Naar groepen heb ik niet speciaal geluisterd, maar ik heb wel een boek gelezen: The Rest is Noise. Het gaat over klassieke muziek in de 20ste eeuw. Ik heb muziek gemaakt op basis van in het boek beschreven stukken, zonder die stukken ooit beluisterd te hebben. Verwijst de titel Swim naar het vloeiende geluid van de plaat? Ja. Ik wilde dat alle elementen van de nummers
www.apollo.be
een vloeibaar gevoel uitstraalden. Alles moest in elkaar overlopen. Grappig genoeg heb ik onlangs leren zwemmen - dat is er natuurlijk ook niet vreemd aan. Als je zwemt, kom je afwisselend met je oren onder en boven water. Het geeft een aparte sensatie. Je gaat heen en weer tussen twee verschillende geluidswerelden, tussen dof en scherp. Dat heb ik gebruikt in Swim.
“Soulwax is vooral crowdpleasing. Geef mij maar een klarinetsolo van 20 minuten.” Doe je buiten muziek nog andere dingen? In 2005 heb ik mijn PHD in wiskunde behaald. Ik heb ook een paar verre reizen gemaakt; onder andere naar China en Ethiopië samen met mijn vrouw. De titels van de liedjes zijn plaatsen die we gepasseerd zijn. Onderweg heb ik Tibetaanse bellen opgepikt, vandaar het nummer Bowls. Vreemd eigenlijk, want ik ben nogal een kluizenaar. Ik kom amper buiten en zit de hele tijd achter mijn computer geluidjes te maken. Mijn leven is een beetje schizofreen: ofwel zit ik alle dagen thuis, ofwel zit ik een jaar te touren in het buitenland. Hoe ben je bij wiskunde terechtgekomen? Mijn vader, mijn zus, mijn moeder en mijn groootvader zijn allemaal wiskundigen. Ik dacht dat ik ook wiskundeleraar zou worden. Ken je de Belgische dancescene een beetje? Niet echt. Soulwax ken ik wel, al is het niet mijn ding. Ze doen het goed, maar het is toch
vooral crowdpleasing. Ik vind vreemde en totaal gestoorde muziek veel interessanter. Pak een geflipte klarinetsolo van 20 minuten. Het summum is een artiest die iets unieks en vreemds doet, en ondanks zijn gekheid geapprecieerd wordt en radioplay krijgt. Jij bent gegarandeerd een kraut-liefhebber! Ja! Geweldige muziek! Vooral Kraftwerk, omdat zij bizarre muziek maakten en toch populair waren. Inderdaad. Dat heb ik nooit begrepen. Ach ja, het moet gewoon opgepikt worden door de mensen. Vijf jaar geleden deed Animal Collective een tournee in de UK: elk concert werden ze uitgejouwd! Nu staan ze voor 5000 man te spelen. Eerst heette je project Manitoba, maar je hebt het in Caribou veranderd omdat een zekere meneer Manitoba van punkgroep The Dictators je gerechtelijk vervolgde. Heb je zijn muziek ooit beluisterd? Haha! Nee, nooit. Het is ongelofelijk slecht. Cool. Manitoba is niet eens zijn echte naam! Hoe vreemd is het dat een punker een indie vervolgt? Dat slaat toch nergens op? Blijkbaar had hij een bekende advocaat als vriend. Ik heb dan ook maar een advocaat gebeld en die zei dat het me een half miljoen dollar ging kosten. Toen heb ik het maar wijselijk laten varen. Best. Caribou klinkt exotischer en rijker aan alcohol. ‘Swim’ komt op 19 april uit bij City Slang, op 22 april speelt Caribou in de Beursschouwburg in Brussel.
37
BALTHAZAR Let’s get lyrical
Weinig Belgische bands die zo lang de stempel up-and-coming opgedrukt kregen als Balthazar. Het Kortrijkse zootje ongeregeld kwam vijf jaar geleden als laureaat uit de bus bij de Kunstbende, won vervolgens de publieksprijs van Humo’s Rock Rally, werd onder de vleugels genomen door Raymond van het Groenewoud, zag de haast toevallig uitgebrachte single This is a Flirt naar de hoogste regionen van de Afrekening doorstoten en werd door Flip Kowlier als poulain binnengehaald. “En toch hebben we nu pas het gevoel dat we iets te vertellen hebben.” Ook Plato wist al eeuwen geleden dat ‘Wijze mensen spreken omdat ze iets te zeggen hebben, idioten omdat ze denken iets te moeten zeggen’. Van de Griekse wijsgeer naar een bijbelse Wijze is geen grote stap, van Balthazar naar een in Gent gestationeerde groep al evenmin. Met Applause leverde de groep rond Maarten Devoldere en Jinto Deprez een intrigerend debuut af, waarop soberheid een troef is en teksten je meetronen naar de puinhopen van de liefde. We moeten plechtig beloven dat we ‘I can’t remember a dispute with a nude prostitute who smells like ember’ uit 15th Floor niet in zijn gezicht zullen slingeren (“Er is niets gebeurd, met geen enkele hoer”), maar verder mogen we ongebreideld grasduinen in de lyrics. Hoewel Devoldere daar snel op zal terugkomen: “Fuck man, ik stond er niet bij stil dat mijn teksten zo persoonlijk waren.”
Always pretending Motherfuckin’ Disney endings (15th Floor) DEVOLDERE: Dit is de enige tekst die over niets concreets gaat. Ik voel er ook minder affiniteit mee. De song is bedoeld als één
langgerekte trip, een web van associaties. Alices konijnenpijp, waar je doorheen moet om de rest van de plaat te horen. En bovendien passen geen twee woorden mooier bij elkaar dan ‘Disney’ en ‘motherfucking’. Het gebeurt dat ik in een roes flarden neerschrijf, waarvan ik de volgende dag niet meer weet waarom. Niet zelden zijn dat de beste zinnen.
DEPREZ: Onze favoriete hoofdzonde moet wel luiheid zijn. In de afgelopen vijf jaar hadden we vier cd’s kunnen uitbrengen. Dat geloof ik echt. Maar de studentenfase is een luchtbel: zonder echt streefdoel voor ogen, raak je in een spiraal van de eeuwige roes en verzinken in het nachtleven. Al dat uitgaan slorpte onze energie op.
We live in the city of norms Spoonfed from the day we were born (Hunger At The Door)
Would you bring me The head of all the girls that I’ve met? (Blues For Rosann)
DEVOLDERE: Nee, die zin slaat niét op de bourgeoisie van Kortrijk, maar gaat over het studentenleven van Gent. Het is al te gemakkelijk om student te zijn: je krijgt geld van je ouders en op het eind van de rit moet je een diploma op zak hebben. Piece of cake. Dit nummer gaat over verveling, en je kicks zoeken in nachtenlang uitgaan, jezelf lam zuipen en rondneuken. Het gaat ook over de leegte die dat leven achterlaat: met een zware kater ga je écht geen nieuwe song componeren op de piano.
DEVOLDERE: Toen een vroeger liefje - ze heet niet Rosann, maar ik noemde haar zo vertrok naar China, maakten we de afspraak dat eeuwige trouw géén belofte zou zijn. Ik heb toen ook serieus rond gefoefeld, maar ik vroeg me tegelijk af: als ze terugkomt, gaat ze ermee kunnen leven? Ik voelde me totaal niet schuldig, maar het lied is onbewust toch een schuldbekentenis. Ik schreef de tekst toen ze wegging - bij wijze van afscheidscadeau. Of het na haar terugkeer goed is gekomen tussen ons? Euh, ze is intussen mijn ex-lief.
foto's: Tom Cornille
38
www.apollo.be
Gunter Van Assche
I felt like shit before But when I think of my baby leaving I can’t take this smell anymore. (Blues for Rosann) DEVOLDERE: Een zin die pure liefde omvat. Ik voel niet de behoefte om over asielzoekers te zingen, of een tekst te schrijven à la ‘kill for peace and peace will die’ zoals The Black Box Revelation. Noem dat gerust onverschilligheid. De wereld in mijn hoofd, en de wereld waarin alle mensen rondom me in voorkomen, volstaat. Ik lees de krant ook niet dagelijks. Om goeie songs te schrijven, moet je geen witte vredesvlag rondzeulen zoals Bono, of de wereld willen veranderen zoals de jonge Dylan. Hij is mijn held, maar ik hou veel meer van zijn latere werk, zoals Blood on the Tracks – de perfecte break-upplaat.
I remember when we first met And children gathered around our bed With torches (Intro) DEPREZ: Waarom onze intro niet vooraan belandde op de plaat? Wel, eigenlijk is het de intro van Blood Like Wine. Die twee liedjes gaan over hetzelfde meisje. DEVOLDERE: Mijn lief dus. Toen we samen iets begonnen, was niemand daar erg gelukkig over. “Waarom begin je nu met de die? Da’s geen goe meiske!” Soit, alle clichés van de verboden liefde, à la Romeo & Julia: vandaar dat beeld van een boze menigte die met vuisten in de lucht staat te zwaaien rond ons bed. We hadden echt het idee dat het us versus them was.
© Munich Records
DE DRIE WIJZEN
Wie wees Balthazar de weg?
FILM Fucking Åmål DEPREZ: Het verhaal over een onooglijk gehucht waar nooit iets gebeurt en jongeren zich vervelen, zit ook erg vervat in onze muziek. Het gevoel van onthechting in die film spreekt me het meest van al aan. MUZIEK Bob Dylan en Beatles Geen goed idee, deze vraag. Voor onze ogen ontspint zich een heroïsche discussie over Bob Dylan. De twee vrienden leken het hele gesprek zielsbroeders, maar nu loeren Kaïn en
Abel om de hoek. De woordenwisseling eindigt met Devoldere die het op een mokken zet, wanneer Deprez zich niet alléén in loftuitingen uitlaat over de Meester. DEPREZ: Ik haat mensen die de Beatles minder hoog inschatten dan Bob Dylan, omdat de Fab Four over minder diepe zaken zongen. John, George en Paul vertelden een minstens even sterk verhaal met betere melodieën. LITERATUUR Nick Cave – The Death of Bunny Monroe DEPREZ: Ik vond het boek goed tot aan de laatste hoofdstukken. Maar Cave moet er gewoon bij, omdat ik door zijn songteksten voor het eerst een échte aanvechting voelde om boeken te lezen. Ik herinner me dat ik heel trots was over een bepaalde tekst, en de volgende dag zijn lyrics las. Ontnuchterend hoor.
One way or the other She will drink my blood like wine (Blood Like Wine) DEVOLDERE: Weet je, mijn lief is een beetje een gevaarlijk geval. (glimlacht mysterieus) In de meeste liedjes is het meisje het onschuldige schaap, maar in dit geval ben ik het schaap. Geloof me. Blood Like Wine klinkt als een break-upsong, maar dat is niet zo bedoeld. Eigenlijk vat ik de song zelfs op als een ode. Of ken jij iets intiemers dan iemand je eigen bloed aanbieden? Foto: Tom Cornille
www.apollo.be
39
Hardware Store
Dimitri Dewever
Blaaskapel “The surround system that kills all other surround systems”, zo stelde een medewerker van de Amerikaanse elektronicafabrikant Crestron de nieuwe Procise 7.3 high definition-surroundversterker voor aan de internationale pers. En we kunnen de man geen ongelijk geven. Met een vermogen van 400 watt per kanaal en de mogelijkheid tot het aansluiten van niet één maar drie subwoofers blaast dit systeem brutaal én letterlijk de meest veeleisende muziek- en filmfans van z’n sokken. Schuif een subwoofer onder de sofa en voel hoe die pompende bassen je hele lichaam meesleuren in de driedimensionale draaikolk van geluid die op indrukwekkende wijze tot stand komt. Zes HDMI-ingangen bieden overvloedige aansluitmogelijkheden voor Blu-rayspelers, dvd-lezers, digitale televisiedecoders en spelconsoles. Hoewel deze digitale versterker over een shitload aan geluidsvermogen beschikt, is hij met een stroomverbruik van maximaal 55 watt erg zuinig. Dit high-end beestje is leverbaar vanaf april 2010, maar moet het voorlopig stellen zonder prijskaartje. We kunnen ons best voorstellen dat je voor dit soort audiofiel machtsvertoon stevig in de geldbeugel zal mogen tasten, alsook over een riante luisterruimte zal dienen te beschikken. Richtprijs: onbekend
Mini-heli Wie genoeg heeft van al dat fileleed op onze oververzadigde Vlaamse wegen, kan binnenkort op een veel snellere manier op het werk geraken. Met de Nieuw-Zeelandse Martin Jetpack beschik je over je persoonlijke heliservice. Neem plaats in de rugzakachtige cockpit en vlieg met een volle tank tot 60 kilometer ver aan een topsnelheid van 100 per uur. Benzine tanken doe je gewoon met super 95 bij het lokale pompstation. Hoe het zit met de verkeersregels in de lucht, welke verzekeringsmaatschappij een mogelijk ongeval dekt en welke politiecombi je tot stilstand zal dwingen bij een snelheidsovertreding, blijft nog maar de vraag. Maar cool is het wel, dit peperdure hebbeding. Leverbaar vanaf september 2010. Richtprijs: € 40.000
Bulletproof Bendeleden die binnenkort een knalparty organiseren, zullen bijzonder opgetogen zijn met de kogelvrije Thodio A-Box. Qua design grijpt het legergroene muzieksysteem terug naar de jaren vijftig, terwijl de technische specificaties onmiskenbaar geworteld zitten in de 21ste eeuw. Een iPod kan zowel aan de buitenzijde als aan de binnenzijde van het toestel bevestigd worden. De met kevlar beklede woofers zijn verkrijgbaar in een 2 x 50 en een 2 x 70 wattuitvoering. Het duurdere model beschikt tevens over oplichtende woofers, wanneer een te luid geluidsvolume distortie veroorzaakt. Een bijgeleverde oplaadbare batterij rondt de funky specificaties af. Bulletproof van La Roux klinkt een stuk authentieker als je het afspeelt op dit geluidssysteem. Richtprijs: vanaf € 350
40
www.apollo.be
OU R VIEWS
JOHN CASSAVETES / DUM DUM GIRLS / CARIBOU / FRANÇOIS OZON / AUTECHRE / JON SPENCER BLUES EXPLOSION / MATTHEW HAWTIN / FENECH-SOLER / AL PACINO / ANTON PRICE / RACHEL WEISZ / TAMIKREST / FOOL’S GOLD / AJAMI / RED SPAROWES / K-OS / SHE & HIM / MATT DAMON / CULTS / THE CHASER / CHAPELIER FOU / MAX VON SYDOW / THE SOULJAZZ ORCHESTRA / ROBERT DOWNEY JR. / THE DAREDEVIL CHRISTOPHER WRIGHT / BENOÎT POELVOORDE / THOMAS FEHLMANN / NINJA ASSASSIN / VERMIN TWINS / THE IT CROWD / BALTHAZAR / LIV ULLMANN / MARK VAN HOEN / GREEN ZONE / ALI FARKA TOURÉ & TOUMANI DIABATÉ / FEDERICO FELLINI / SCUBA / MISS PLATNUM / PETER JACKSON / CROOKERS / AGORA / THE IRREPRESSIBLES / ARNO / MARCO BELLOCCHIO / BURZUM / JOHNNY DEPP / MESHELL NDEGEOCELLO / INGMAR BERGMAN / CYPRESS HILL / LE REFUGE / JONAS REINHARDT / MORGAN FREEMAN / PANIEK IN HET DORP / BLACK FRANCIS / PAUL GREENGRASS / MELISSA AUF DER MAUR / RAIN / DURAN DURAN / CAPRICA / JOHN GRANT / FORMER GHOSTS / LA STRADA / TRENTEMØLLER / BRENDAN GLEESON / SLY STONE / ALEJANDRO AMENÁBAR / JENNY WILSON / DONNIE BRASCO / NORTH ATLANTIC OSCILLATION / RON MOORE / BREAKAGE / THE RUNAWAYS / LORD OF THE RINGS / GOLDFRAPP www.apollo.be
41
Muziek
Matig
Goed
Uitstekend Gunter Vanassche
THE IRREPRESSIBLES IN THIS SHIRT MIRROR MIRROR (V2)
Het lijkt er op dat Antony Hegarty zijn theatrale evenknie heeft gevonden in Jamie McDermott: contratenor en componist van het tienkoppige ensemble The Irrepressibles, dat popsongs op kamermuziekformaat brengt. Melodrama, pathos en barok zijn de codewoorden om beider universum te mogen betreden.
BURZUM GLEMSELENS ELV BELUS (Byelobog)
Varg Vikernes - moordenaar, sociopaat en kerkenpyromaan - heeft zijn tijd binnen de gevangenismuren nuttig doorgebracht. Belus is een intrigerend werkstuk geworden, met dit elf minuten durende gitaarepos over de Noorse god Baldr als onheilig pièce de résistance.
JOHN GRANT DREAMS QUEEN OF DENMARK (Bella Union)
De voormalige frontman van The Czars sloeg op z’n solodebuut de handen in elkaar met Midlake. Dat huwelijk levert een schat aan fluwelen songs op, met Dreams als orgelpunt: romantische strijkers brengen Scott Walker en Patsy Cline spontaan voor de geest.
BALTHAZAR Hunger at the Door APPLAUSE (Munich)
De Kortrijkzanen tonen met de nodige branie dat ze rock, electro en hiphop binnen eenzelfde song kunnen smokkelen, zonder dat iemand zich een buil valt aan zoveel jeugdige overmoed.
42
MELISSA AUF dER MAUR OUT OF OUR MINDS OUT OF OUR MINDS (MAdM)
Out Of Our Minds wordt een driedimensioneel, conceptueel en multimediaal project, met een eigen geregisseerde korte film (inclusief soundtrack) en een comic book. Opmerkelijk - of gelukkig - genoeg klinkt deze eerste single van Hole en Smashing Pumpkinsoudgediende Auf der Maur toch weer bijzonder conventioneel.
FOOL’S GOLD SURPRISE HOTEL FOOL’S GOLD (PIAS)
Ze zouden de Talking Heads uit het zwarte continent kunnen zijn, ware het niet dat Fool’s Gold eigenlijk gewoon Los Angeles als postadres heeft. Dit vijftienkoppig ensemble gaat aan de slag met twee saxofonisten, vier percussionisten, Hebreeuwse zang en vat de term wereldmuziek wel erg letterlijk op: uit werkelijk élk continent stelen deze jongens hun tunes.
BLACK FRANCIS WHEELS NON-STOP EROTIK (Cooking Vinyl)
“De vagina is bijna alles, en al het overige zou kunnen herleid worden tot wat lul en zaad te bieden hebben”, orakelt de Pixies-zanger bij zijn nieuwste plaat. Het leitmotif van de cd indachtig, begrijp je meteen wat ome Frank bedoelt met “We’re not afraid to ride” in zijn versie van de Flying Burrito Brothers-classic.
FENECH-SOLER STOP AND STARE STOP AND STARE - SINGLE (Vulture Music)
Alan Braxe releasete hun debuutsingle en Groove Armada wierp zich mee op als songsmid in Paper Romance: geen wonder dat de derde single van Fenech-Soler de synthese vormt van beide acts. Deze Londenaars vinden het evenwicht tussen onderkoelde synthpop, spacedisco en zomerhitgevoel.
TRENTEMøLLER SYCAMORE FEELING (Gui Boratto Remix) SYCAMORE FEELING – 7”SINGLE (N.E.W.S.)
De cd Into The Great Wide Yonder verschijnt pas volgende maand, maar tot dan kan deze single van de Deense superproducer soelaas brengen. Trentemøllers versie is zonder meer superbe, maar ook de remix van Gui Boratto mag er wezen: de sinister-sensuele vocals van Marie Fiser werden opgeknipt in deze clubtrack die kiest voor een lichter kleurenpalet.
CULTS GO OUTSIDE Cults 7”
(eigen beheer) Hun eerste 7” zou pas op 23 december 2012 in de winkels liggen, maar de eerste digitale single van dit New Yorkse duo moet die tijd zien te overbruggen: argeloos komt deze boterzachte sing-a-long aangetrippeld, gevolgd door een luilekkere bas en naïef glockenspiel. Maar schijn bedriegt: wie goed luistert, hoort cultleider Jim Jones (van de Jonestown-massazelfmoord) zijn visie over de dood uit de doeken doen.
www.apollo.be
Download
Online Content
Wedstrijd Jonas Boel
She & Him Volume Two
(Double Six Records)
Voor alle duidelijkheid: wij behoren niét tot het mannenkransje dat per definitie smelt voor de mooie ogen van Zooey Deschanel - en we zijn al helemaal op onze qui-vive als Hollywoodsterren de muzikale toer op gaan. Denk maar aan Bruce Willis, Scarlett Johansson, Billy Bob Thornton, Jared Leto en – the horror! – Kevin Costner. Maar ze is toch zo schattig, meneer! Wanneer het zusje van Bones samen met M. Ward himself hun vederlichte, naïeve folkpop serveren, borrelt het in ons achy, breaky heart. De i-Generatie heeft hun eigen Lee Hazlewood en Nancy Sinatra beet. She & Shim scoren bovendien extra bonuspunten voor hun cover van de bitterzoete oldie Gonna Get Along With Ya Now.
Jenny Wilson Hardships! (Gold Medal)
Dum Dum Girls I Will Be
(Sub Pop)
Wat is er nu niét leuk aan Dum Dum Girls? Ze zien eruit als vier kostschoolgrieten die net de baard van moeder overste in de fik hebben gestoken. Hun aanvoerster heet Dee Dee (!) en de groepsnaam verwijst naar een song van Iggy Pop en een album van The Vaselines (!!). Ze hebben hippe vrienden - Nick Zinner van Yeah Yeah Yeahs ramt een eind mee - en laatst maar niet in het minst: I Will Be werd geproducet door Richard Gottehrer, de meneer die zowel I Want Candy als My Boyfriend’s Back schreef - toch niet twee van onze favoriete
V/A Pomegranates
(Finders Keepers)
Poolse prog-rock, Turkse flowerpower of obscure Pakistaanse filmmuziek, bij Finders Keepers zit je altijd goed voor een portie
www.apollo.be
sixties-songs ever zeker! Gottehrer zat ook achter de knoppen bij de eerste twee Blondiealbums en recentelijk bij The Raveonettes. Wie maalt erom dat de drumster maar één ritme kent (tam-tamtam-tam) of dat met elf songs net geen dertig minuten vol gemaakt worden. Zolang ze maar met vuur en stijl hun eresaluut aan het hele spectrum van de meidenpop brengen, van The Shangri-La’s tot The Bangles. Tegelijk is hun debuut een ode aan oerpunkrockers als Richard Hell en The Modern Lovers. Geen omwegen bij The Dum Dum Girls, gewoon vanuit de startblokken recht op het refrein af. We hadden vroeger in onze te korte turnbroek maar wat graag de Coopertest gelopen op zweepslagen als Jail La La en Bhang Bhang, I’m A Burnout. Om dan achteraf, na het hilarische want in behaard Duits gezongen Oh Mein Me, buiten adem uit te hoesten: heil, heil rock’n’roll!
geestverruimende exotica. Voor de jongste compilatie op zijn label dook gerenommeerd crate digger en muzikaal antropoloog Andy Votel in de platenarchieven van Iran. Perzische duivelsverzen over liefde, seksualiteit en andere taboes uit een cultureel turbulente samenleving, gespreid op een bedje van psychedelica. Een zeer funky en groovy bazaar, en 100% halal!
Trivia: de song You Take My Breath Away op Deep Cuts, het doorbraakalbum van The Knife, gaat over Jenny Wilson. De Zweedse chanteuse debuteerde bovendien in 2005 op Rabid, het label van Karen ‘Fever Ray’ Andersson. Tot zover de raakvlakken tussen beide dames. Want terwijl Andersson de donkerste krochten van haar voodoonachtmerries op cd stanst, kiest Wilson voluit voor pop. Destiny’s Child op de thee bij Roisin Murphy-achtige pop. Het perfecte tegengif voor Lady Gaga.
Goldfrapp Head First (Mute)
Een moestuintje aanleggen. Catalaans leren. Alle gedichten van Charles Bukowski lezen. Een cursus lithografie volgen. De voltallige back catalogue van Black Sabbath achterstevoren afspelen. Brussel-HalleVilvoorde splitsen. We kunnen wel nog meer dingen bedenken waaraan Alison Goldfrapp en Will Gregory hun tijd beter hadden besteed dan aan Head First. Oké, de synthriff in Rocket is een geestige knipoog naar Jump van Van Halen, en links en rechts moesten we aan de minst tenenkrullende solosingles van Stevie Nicks denken. Ook de titeltrack valt nog nipt langs de juiste kant van de kitschgrens, maar voor de rest? Eén woord: Roxette.
43
Jonas Boel
THE TALLEST MAN ON EARTH Nu we er naast staan, blijkt The Tallest Man On Earth helemaal niet zo groot. Inclusief wollen muts schatten we hem een flinke Stef Wauters. Wat hij mist aan lengte maakt Kristian Matsson goed met zijn stem. Een indringend instrument dat vergelijkingen oproept met de jonge versie van dat gewezen folkicoon, u weet wel. “Deze plaat verschilt niet zo veel van de vorige: ik zing mijn liedjes, speel gitaar en af en toe banjo. Wat ik met wolken heb? We hadden toevallig twee mooie foto’s van een wolkenhemel en het leek me leuk om een soort catalogusgevoel te creëren. Twee simpele hoezen die passen bij simpele muziek.” We bespeuren slechts een zweem van een Zweedse tongval, daar zal het vele toeren in Amerika voor iets tussen zitten. Toen Bon Iver hem op sleeptouw nam, bouwde The Tallest Man On Earth er een solide fanbasis op. Die verzilvert hij momenteel met een twee maanden lange solotournee dwars door het continent. Wat als de in de VS beruchte hecklers zijn pad kruisen? “Hecklers zijn fun! Ik hou van interactie. De kunst is om verbale stoorzenders zelf in de zeik te zetten tot ze van schaamte door de grond zakken. Hetzelfde geldt voor een luidruchtig publiek. De truc is om heel zacht te spelen, dan schrikken ze van zichzelf en valt het kabaal stil.” We doen ons best om Zijn Naam niet te laten vallen, dus polsen we naar de favoriete mannen-met-gitaar van Kristian: “John Prine
B-Kant
Singles only Met welke single willen jullie begraven worden? MAURO: Dead and Buried van Alien Sex Fiend. Op de begrafenis verkies ik Sails of Charon van The Scorpions. SVEN: Et les oiseaux chantaient van Sweet People. Tijdens mijn kinderjaren passeerde het regelmatig de revue in Vragen staat vrij met Lutgart Simoens, een zeemzoet programma waarin mensen plaatjes aanvroegen om elkaar te bedanken. Met mijn zusje bootste ik dan altijd de koekoek na. De perfecte tune voor mijn begrafenis. Aan mijn lotgenoten: hij zit bij de instrumentals. Tegenwoordig heb je singles aan 33-toeren: kan dat eigenlijk wel? SVEN: Ik heb er zo ook, met lessen Frans op en
vind ik erg goed, en Justin Vernon van Bon Iver, natuurlijk. En heb je al van een zekere Bob Dylan gehoord?” Betrapt! “Ik heb gisteren vijf uur interviews gegeven en de meest gestelde vraag was ‘vind je het niet vervelend om constant met Bob Dylan vergeleken te worden?’ Jij hebt het onderwerp lang kunnen mijden, waarvoor dank!” Vindt hij zelf dat hij klinkt als Dylan? “Natuurlijk hou ik van Bob Dylan, who doesn’t? Net als Dylan heb ik intensief naar de oude bluesmannen geluisterd en dat hoor je in mijn gitaarspel. Maar zeggen dat mijn stem zó hard op de zijne lijkt? Dat laat ik aan journalisten over.” Moet hij hard werken om zijn songs op papier te krijgen? “Ik doe mijn best om hard en veel te werken. Overal in huis slingeren gitaren rond, zo kan ik verder werken terwijl de quiche in de oven zit. Daar schrijf ik mijn beste songs: aan tafel in de keuken. Yeah, between the soup and the potatoes.” ‘The Wild Hunt’, vanaf 13 april via Dead Oceans/Konkurrent. Johan Faes
Sven Mes en Mauro Pawlowski willen hun liefde voor de 7-inch single met u delen. Voortaan belichten ze hier elke maand drie obscure kortspelers. Maar eerst dit. luisterspelen van Rikske & Fikske. Ik vind het veel erger als er een klein gaatje in de single zit in plaats van een groot. Is er een heilige graal waar jullie naar op zoek zijn? MAURO: Ik zou een vuist in de lucht steken als ik Strange Love van Bad Actors en The Elephant Man/Jeffrey I Hear You van The Girls tegenkwam. SVEN: Ik vind het verrassingseffect van een vondst leuker dan op zoek te gaan. Alhoewel, I Put a Spell on You van Screaming Jay Hawkins staat bovenaan de hitlist. Als we nog eens een gouden plaat de ruimte inschieten: wat moet er zeker mee? En wat zeker niet, om een alien attack te vermijden?
MAURO: Zeker mee: Slow Death van The Leather Nun, Panik van Metal Urbain én SPK, Roundabout van Yes en Ride Like The Wind van Christopher Cross. Zeker niet: benefietsingles. SVEN: Aliens zijn zeer welgekomen, zeker als ze Ingeborg en alle kopies van haar single Ping Pong mee terugnemen. Jullie hebben een single opgenomen met The Erotic Voice of Joe Berluck. Wie mag de volgende zijn? Zonder de doden te negeren. MAURO: James Brown, Michael Jackson, Johan Sebastian Bach, Lux Interior, Beyonce, Jandek, Wolf Eyes en Michel Daerden. SVEN: Dan Lacksman van Telex! samenwerking komt er trouwens aan.
Die
De mobiele discobar van B-kant kan je treffen in Walvis, Brussel (08/04), Stuk, Leuven (16/04), Lafayette, Oostende (24/04) en Theatercafé, Turnhout (30/04).
44
www.apollo.be
Sasha Van der Speeten
Meshell Ndegeocello DEVIL’S HALO (Downtown)
Meshell Ndegeocello heeft zich de voorbije vijftien jaar geprofileerd als de Radiohead van de hedendaagse urban music. Vergezocht? Kent u nog R&B-artiesten die zich bij elke plaat heruitvinden? Die van afro-centrische hiphopsoul naar funk schakelen, van donkere ballads à la Sade naar hardcore hiphop, van obscure dub naar fusion en van punk naar radiovriendelijke pop? Dacht van niet. Ndegeocello zag er trouwens geen graten in om live Everything in it’s Right Place van Radiohead te coveren, in een grillige jazzfunkversie. We zien het Erykah Badu niet meteen doen. Op Devil’s Halo, haar achtste album, kiest de Amerikaanse zangeres-bassiste voor de synthese. Fluwelen, diepmelancholische passages worden afgesneden door ruige rockgitaren en nerveuze postrockdrums (Lola) schurken zich tegen lounge (Hair Of The Dog) aan. Nog? Belegen funkrock, afrobeat, Bill Laswell-achtige dubreggae, introverte folkpop: het is, goed bekeken, een beetje too much. Ndegeocello’s stijloefeningen gooien nu en dan hoge ogen, maar we zitten pas op het puntje van onze stoel als ze een diepkervende soulsong zingt, zoals de sleper Tie One On. Harde noot, maar het kraken loont.
CYPRESS HILL RISE UP (Priority)
Cypress Hill? Echt waar? Waren de spliffs op? Als dat Fred Durst of The House Of Pain maar niet op ideeën brengt. Rise Up is exact datgene waar we voor vreesden: een schaamteloos aan de duffe ninetiescrossover van rock en hiphop refererende smurrie. “I’m unorthodox like Lenny Kravitz”, bralt een van de dopeheads aan het begin van dit onding. Er is vreselijk gedateerd gitaarwerk van Tom Morello en Mike Shinoda van Linking Park laat zijn broek maar weer eens zakken. Back to the Temples Of Shame.
K-OS YES!
(Crown Loyalist)
We hielden erg veel van Joyful Rebellion, de tweede plaat van de Canadese rapper K-Os. Nog steeds trouwens: Crabbuckit wurmde Tom Waits en A Tribe Called Quest in een kokende pot blues en Man I Used To Be is nog steeds één van onze favoriete R&B-funktracks. Yes!, K-Os’ vierde wapenfeit, houdt stug vast aan de eclectische stijl van toen, maar de mix van stijlen doet geforceerd aan. Goed, dat flardje Love Buzz van Shocking Blue in Uptown girl is een fris idee, maar al te vaak overdrijft K-Os (trance-synths en There’s Something Going On van Frida op flauwe elektrobeats!?). Yes? Euhmmm… no.
MISS PLATNUM THE SWEETEST HANGOVER (Four Music)
The Sweetest Hangover klinkt alsof Shantel de Sugababes bestijgt. Gestroomlijnde urban pop in een krampachtige vrijpartij met Balkanbeats? Ziet er op papier misschien spannend uit, maar de Duits-Roemeense zangeres Miss Platnum slaagt er niet in de hybride overeind te houden. Ze gaat schaamteloos te leen bij M.I.A. en Santigold, maar mist de chutzpah van die dames, evenals de juiste producers. En toch, en toch! Die mix van Balkanpop en r&b… daar zit iets in. Goed dan, één ster voor de branie. Een interessante mislukking.
TELEX Op zoek naar goeie dijenkletser voor in de dvd-speler? Probeer dan Malice N Wonderland eens, de kortfilm die als extra schijf bij Snoop Doggs More Malice EP zit. We zien Snoop als een soort moderne Robin Hood the hoodz van L.A. doorkruisen en de strijd aanbinden met een karikaturaal gemene maffiabaas. Oh ja, Snoop beschikt over superkrachten: uit zijn gigantische, Muppet-achtige hondenklauwen schiet hij blauwe lasers. Lachen! Bijna zo hilarisch als R.Kelly’s meesterlijke Trapped In The Closet. *** Geloof niet dat Return Of The Wu een volwaardig Wu Tang-album is. Wat dan wel? Een knullige mixtape van Mathematics. Skippen. *** Niet onaardig is Black Sands, het vierde album van downtempo-wizzard Bonobo. Tussen de krachtige beats huizen wolkjes jazzy soul en koffietafelexotiek. Alleen: wie in de nineties opgroeide met labels zoals Mo’Wax en G Stone zal eens luid geeuwen. *** Beatmaster Kid Loco en keyboardspeler Guillaume Metenier zijn de breinen achter Soul Sugar, een instrumentaal funkproject dat op Nothing But The Truth Minimoog, Rhodes en Hammond het hoogste woord laat voeren. Rauwe productie, lekkere vibes, elastische grooves. *** Het Londense Healer Selecta schurkt zich iets te gretig tegen de acid-jazz van vijftien jaar geleden aan. Hun mengelmoes van funk, reggae, latin en sixtiesrock zorgt live ongetwijfeld voor vonken. Edoch: hun plaat Let’s Get It Started laat ons koud. Perfect behang voor onze volgende barbecue, dat wel.
www.apollo.be
45
Dagobert Sondervan
ALI FARKA TOURÉ & TOUMANI DIABATÉ ALI & TOUMANI (World Circuit)
Als zanger maakte de in 2006 overleden Ali Farka Touré gebruik van allerlei Afrikaanse dialecten. Als gitarist raakte de man wiens muziek klinkt alsof de Mississippi door Mali vloeit, nog meer gevoelige snaren, getuige de Grammy’s die hij meegraaide voor zijn samenwerkingen met Ry Cooder (Talking Timbuktu) én Toumani Diabaté (In the Heart of the Moon), zonder twijfel de bekendste koraspeler van dit moment. Ali & Toumani bevat de laatste opnamen die de twee Afrikaanse grootmeesters samen maakten. Ze bleken achteraf ook het testament van de Afrikaanse John Lee Hooker. Een wondermooie uitgave vol fijnzinnige, ingetogen muziek.
THOMAS FEHLMANN GUTE LUFT Thomas Fehlmann is een in Berlijn residerende Zwitser die al sinds de jaren tachtig het vizier op vernieuwing heeft staan. De originele soundtrack van de tv-documentaire 24h Berlin nodigt zowel uit tot dansen als luisteren. Schwerelos bijvoorbeeld voert u mee naar het ochtendlijke moment waarop de laatste deejay zijn beste danstracks bovenhaalt in de Panoramabar, een nachtclub op de bovenste verdieping van het beruchte Berghain. Na de roes baadt Berlijn in warme soundscapes die alweer doen dromen van de volgende wilde nacht. Jammer wel dat de Zwitserse precisie even gedribbeld werd door de ruis die in de de rustigste hoekjes gekropen is.
© Youri Lenquette
(Kompakt)
in mekaar. Houden ons gelukkig nog wakker: de nummers van de Sleepers EP van MLO, die een hele poos geleden uitgebracht werd op het San Francisco-label van Jonah Sharp, Reflective.
CHAPELIER FOU 613 (Rough Trade)
MATTHEW HAWTIN ONCE AGAIN, AGAIN (Plus8)
Voor de broer van de onnavolgbare Rictchie ‘Plastikman’ Hawtin gaat de lat vanzelf al wat hoger, maar met deze mix-cd wandelt Matthew Hawtin er rustig onderdoor. De 29 tracks op Once Again, Again lokken u 1 uur en 15 minuten lang richting chill-outroom, maar doen vooral naar de slaapkamer verlangen. De dj-set opent nochtans sterk en heeft zo zijn mooie momenten, maar is als geheel te weinig gevarieerd en zakt onderweg volledig
46
Chapelier Fou is een Fransman die naar de Balkan loenst terwijl hij een plaatje oplegt van Philip Glass, Mike Oldfield, µ-Ziq of Max Tundra. Op zijn debuut serveert hij een vermakelijke potpourri van elektronische en akoestische instrumenten. Verhakkelde stemmen vergezellen op hol geslagen faxmachines ondersteund door net niet helemaal juist gestemde kampvuurgitaren, terwijl maffe strijkers een kaartje leggen met dronken drums. Grappig, speels, soms melancholisch. Luister maar eens naar Les metamorphoses du vide, waarin le Chapelier erin slaagt om 8 bit casio-geluidjes aandoenlijk te doen klinken.
THE SOULJAZZ ORCHESTRA RISING SUN (strut)
Afro-beat waar een noordenwind doorheen waait: vanuit de Canadese hoofdstad Ottawa mikt The Souljazz Orchestra op kippenvelmomenten met gelijke delen jazz, latin, afro en funk. En dus zijn Fela Kuti, Manu Dibango en Pharao Sanders, van wie ze de klassieker Rejoice lenen, nooit ver weg op Rising Sun, de vierde langspeler van het zeskoppige orkest. De nummers grooven zoals het hoort, de band swingt zoals de groepsnaam klinkt en de vibes variëren van feestelijk tot donker. Enkel de productie van Rising Sun doet vermoeden dat The Souljazz Orchestra in de studio sneller verloren loopt dan op een podium. Hou ze toch maar in de gaten.
www.apollo.be
Dimitri Vossen
Red Sparowes
The Fear Is Excruciating, But Therein Lies The Answer (Conspiracy Records)
Vorig jaar kropen van onder de toch wat denigrerende noemer ‘drone’ een paar bands met verhoogde ambities de mainstream binnen. SunnO))) kreeg bij een trendy publiek plots het statuut van revolutionaire
Tamikrest Adagh
(Glitterhouse Records)
Wat, wat! Krijgen we nu ook al de beduchte ‘wereldmuziek’ op deze pagina? What’s in a name. Woestijnrock is woestijnrock, of het zand nu in Nevada of in Mali ligt. Tamikrest zijn Toearegs van een jongere generatie dan hun voorgangers Tinariwen, en dat hoor je. Ze trekken inspiratie uit dezelfde bezwerende, ongrijpbare smeltkroes van Malinese roots en westerse rock, maar de variant van Tamikrest puurt de groove nog wat dieper uit, met een stevige bedding van bas en drum, de gaatjes gevuld met uitdeiende feedback en subtiele dubeffectjes.
Mark Van Hoen Where Is The Truth (City Centre Offices)
De naam zegt u niets? Think again. Zowel met Seefeel als met Locust heeft Van Hoen al van in de nineties zijn stempel gedrukt op de elektronica zoals u die vandaag kent. De
www.apollo.be
geluidskunstenaars, en Isis en Pelican vonden hun weg tot bij de rechttoe-rechtaan metalfans. We wensen Red Sparowes met The Fear... eenzelfde sprong toe. Niet dat er hier een knieval wordt gemaakt met het oog op een groter bereik - Red Sparowes blijft instrumentaal, en houdt zich ver van traditonele songstructuren. In wezen blijft het geluid dus als voorheen, maar dit keer wordt er geschoven met de schaal waarop het zich ontwikkelt. Terwijl de golf van muziek voorheen daadwerkelijk de hele duur van een album bestreek, zijn de afzonderlijke titels
warme gebroken klank die hij cultiveerde, valt te traceren tot Aphex Twin of Boards Of Canada. Wie nu de oren spitst, weet meteen wat te doen met dit plaatje. Trillende elektronica buiten categorie, met een hoofdrol voor licht kaduke keyboards en schilferende echo’s. Soms wordt het wat poppy, en de toevoeging van vocals zijn daarbij niet altijd een goed idee. Maar op de beste momenten is dit van een aangrijpende schoonheid.
Jonas Reinhardt Powers of Audition (Kranky)
Die naam, die sound, die hoes! U zal zweren dat herr Reinhardt van Teutoonse afkomst is, maar daar heeft hij u goed liggen. De mens komt uit San Francisco, en wat u zou verslijten voor authentieke krautrock, is gewoon het geluid dat hij maakt wanneer hij met z’n collectie analoge synths in de weer is. En tja, dat komt nu eenmaal uit bij een blauwdruk van vroege Tangerine Dream - kan hij het helpen? We laten de vraag in het midden, want de gulden regel geldt: er bestaat nóóit genoeg goeie geestverruimende spacerock. Nooit!
nu als miniatuurtjes, die telkens een nieuwe variatie op de eb- en vloedbewegingen van de band ontplooien. Het resultaat: een werkstuk dat zich zowel in korte teugen als met één lange zwelg laat genieten. En geniéten is het woord. Het samenspel klonk nooit zo vanzelfsprekend, de harmonieën nooit zo moeiteloos ambitieus, en regelmatig kruipt een melodie zinderend door de ruggengraat. Het onderscheid tussen ‘hard’ en ‘zacht’ is niet meer van tel: zelfs met het volume op maximum houdt de band alle subtiliteit in handen. Dit is origami met graniet en ivoor.
North Atlantic Oscillation Grappling Hours (Snapper/Kscope)
Het openingsnummer Marrow begint met majestueuze strijkers en ijle vrouwenzang, gaat na een minuut over in een paar maten overstuurde drumbeat, om dan in de overblijvende minuut een hoekig refrein af te werken dat herinneringen oproept aan Shudder To Think. Outro van drumbeat, en gedaan. Zo breng je een song anno 2010! Jammer dat die onbezonnen durf al eens leidt tot bedenkelijke wendingen, maar de ambitie overwint: Grappling Hours is een aanstekelijk potje muzikaal ravotten, zonder het hysterische randje dat ons bijvoorbeeld bij Animal Collective doet afknappen. Ook fans van Minus The Bear willen dit horen.
47
Joris Jonckheer
BREAKAGE Foundation
(Digital Soundboy)
Ten tijde van zijn debuut This Too Shall Pass beperkte Breakage zich nog tot gesofisticeerde jungle en drum-‘n-bass, maar anno Foundation is de Londenaar in meerdere uithoeken van de elektronische dark side actief. Koortsige dubstep, onderkoelde R&B, grime, dubtechno, jungle: you name it! Dankzij die afwisseling liggen zijn rauwe grootstadssounds niet te zwaar op de maag, en door er links en rechts nog een interessante gast bij te sleuren, is hij ook de minder ontwikkelde concentratiebogen te snel af: de collab met Burial had zo op diens magistrale Untrue kunnen staan, en de nummers met Roots Manuva, Zarif en Erin blijven vlotjes in de buis van Eustachius kleven. Enkel nog een stuk of drie vullertjes overboord kieperen en Foundation is de perfecte soundtrack voor uw nachtelijke verplaatsingen door schimmige metrostations, ongure steegjes en desolate industrieterreinen.
SCUBA Triangulation (Hot Flush)
Bass is nog steeds the place, zo leert ons de shitload aan prima releases die zich dezer dagen laven aan roestige dubstepbeats en machinale smeerlapperij. Op zijn tweede album trekt Scuba de lijn door van Substance, de geniale mixcompilatie die de naar Berlijn uitgeweken Brit eind januari in alle stilte uitbracht. Veel gitzwart gekraak, gedobber en gekletter dus, maar hier en daar ook zachte, narcotische klanktapijten en zelfs gedempte engelengeluiden, die in een onbewaakt moment een flinke hap uit de ziel nemen. Op Before en So You Think You’re Special raakt Scuba snaren die voorheen enkel Burial en Martyn wisten zitten, maar helemaal op zijn best is de Engelsman wanneer hij zijn digitale troosteloosheid inplugt op een technomotor, en de nijdige grooves alle kanten uitspatten. Ons gebruiksadvies: play it loud!
VERMIN TWINS Exoskeleton (Rough Trade)
Liefhebbers van ranzige electro-mayhem, Prince en kakkerlakken kunnen hun hartje ophalen aan het debuut van Lotte Vanhamel (yep, de zus van) en Micha Volders (zie ook El Guapo Stuntteam). De Limburgers gaan wild tekeer met ontregelde stemmetjes, Ed Bangerherrie en sputterende Gameboys. Niet bepaald easy listening om uw zondagse kater mee te lijf te gaan, maar wie zich een weg baant door de beatsalvo’s en synthesizerdrukte hoort verrassend sexy songs. Ten bewijze: Suffocate klinkt als funk van de planeet Zyrgon, Expectations is een zwaar verontreinigde hightechballad en de titeltrack had evengoed een joint venture tussen Justice, Aphex Twin en Britney kunnen zijn. Uitchecken!
CROOKERS Tons of Friends (Southern Fried)
De berichten die ons in de aanloop naar het debuut van Crookers bereikten, stemden ons allerminst hoopvol: de populaire fidgethooligans uit Milaan wilden zonodig bewijzen ook een popplaat te kunnen fabriceren en riepen daartoe de hulp in van een stuk of dertig vrienden, kennissen en toevallige passanten. Het resultaat klinkt wisselvallig, maar saai is het allerminst: Soulwax beukt de boel op gang, Roísín Murphy kronkelt zich sierlijk rond bliepende synths, Tim Burgess van The Charlatans zingt de blues en Kelis manifesteert zich onverwachts als het uitgelezen bindmiddel tussen dubstep en hitparade. Soms pakt de mayonaise, vaak ook niet, maar in navolging van N.A.S.A. en Major Lazer bricoleerden Crookers and friends een kleurrijk plaatje voor de fastfoodgeneratie.
TELEX Uitstekend gerief voor wie een floor te fillen heeft: voormalig drum-‘n-bassfabrikant Redlight klutst op Stupid alles door elkaar wat de razendsnel evoluerende UK funky-, bass- en weten-wij-wat-nog-allemaal-scene zo boeiend maakt. Behoorlijk massive! *** Minder baanbrekend is de debuutelpee van Culture Club-residents Hermanos Inglesos. The Wander of You telt weliswaar een handvol potente electrohooks, maar is bovenal een overbodige kopie van wat Alex Gopher, Autokratz en andere Shameboys hen al uitvoerig voordeden. *** Wie ook zo genoten heeft van het Renaissance-mixalbum van Gui Boratto, moet zeker de nieuwste uitgave van de compilatiereeks Balance uitproberen, deze keer met Agoria achter de decks. De Fransman hallucineert twee cd’s lang vakkundig tussen intergalactische soundscapes, klassiek, uitgebeende techno en ijle pop, en etaleert daarmee evenveel meesterschap als voorgangers James Holden en Joris Voorn. *** Het bastaardgenre van de maand heet moombahton, een vindsel van Dave Nada (de helft van Nadastrom) die Hollandse electrohouse vertraagt en er een reggaetondraai aan geeft. De eerste bootleg-EP is gratis neer te laden via tandarecords.com.
48
www.apollo.be
Dimitri Cologne
MEMORY TAPES “De laptop mag dicht” Dayve Hawk uit Philadelphia baarde een goed jaar geleden opzien met remixes voor Phoenix, Yeah Yeah Yeahs en Britney Spears. Onder de aliassen Weird Tapes en Memory Cassette experimenteerde Hawke er nog op los, met Memory Tapes komt hij tot rust bij melodieuze wegdroompop.
Seek Magic is een verdomd genietbare en vrolijke debuutplaat. Nochtans ben ik een pessimist. Ik straal zeker niet de levensvreugde uit die je op de plaat hoort, maar toch is ze niet geforceerd. Wanneer ik muziek maak, voel ik me immers opperbest. Trek je die lijn door op het podium? Ik moet je teleurstellen: ik ben niet de meest flamboyante performer. Eigenlijk ben ik geen performer, punt. Toeren en optreden maken deel uit van het muzikantenbestaan, maar het is niet mijn geliefkoosde bezigheid. Ik heb een dochtertje en uitgesproken vliegangst. Daardoor duren de reizen langer en zie ik zelden meer dan de zaal waar ik speel. Voor Memory Tapes was je actief als sampleknutselaar Weird Tapes. Hoe ging dat in zijn werk? Vergelijkbaar met de Amerikaanse hype Girl Talk? De werkwijze is dezelfde, maar de samplekeuze totaal verschillend. Girl Talk recycleert hitparademateriaal terwijl ik deeltjes ontleen uit folksongs en minder voor de hand liggende genres. Weird Tapes staat voorlopig on hold. Gebruik je nu nog samples? Seek Magic klinkt als geheel eigen werk. Dat klopt. Tegenwoordig valt het me makkelijker om muzikant te zijn en de laptop dicht te laten. Van nature uit maak ik liever muziek dan dat ik op mechanische wijze produceer en kopieer. Je invloeden strekken zich uit tot Cocteau Twins en The Cure. Wie inspireert je om elektronische muziek te maken? Niemand specifiek. Vandaag ben ik vooral fan van de dubstep van Joker en Mount Kimbie. Stel: je mag een samplecompilatie maken met filmfragmenten. Uit welke prenten ga je selecteren? Met voorsprong scènes uit Brazil en een groot deel uit het oeuvre van Stanley Kubrick, althans tot en met The Shining. Maar ik zou ook gulzig samplen uit de zombiefilms van George Romero. Filmregisseur Spike Jonze is fan van jou. En het is wederzijds. Ik kijk er stiekem naar uit om ooit met hem samen te werken. Seek Magic is uit bij Republic of Music
www.apollo.be
49
Johan Faes
Caribou Swim
(City Slang)
Cellist Arthur Russell die zich destijds even goed op zijn gemak voelde – en vaak niet al te goed – in een New Yorkse disco als tussen de noise-makers in Knitting Factory, is een lichtend voorbeeld voor velen, niet in het minst voor zowat de hele DFA-stal. Maar het is de Canadees Dan Snaith die bij momenten neus tegen neus komt - die falset in Kaili, Found Out en Hannibal. De plaat gloeit van de licht-psychedelische grooves zoals in Bowls, dat tippen loopt tussen de quirky technominimalist Fred Giannelli en Four Tet met zijn loshangende carrosserie. Caribou is minder nerd dan Hot Chip en wereldser dan Pantha Du Prince. A good place to be.
Autechre Oversteps (Warp)
Rabiate fans lezen alleen reviews van een nieuwe Autechre om van mening te kunnen verschillen en hardnekkige haters overtuig je allang niet meer. Oversteps, het tiende studioalbum, is echter complex genoeg voor de eerste groep en zet tegelijk de deur open voor de tweede. De plaat voelt als één organisme van intrigerende ambient, ijzig mooie beatbewerkingen en de gekende ritmevariaties, die voor de verandering niet bedacht lijken om de toevallige passant onverhoeds in de kuiten te bijten. Niet dat je er een argeloze wandeling van moet maken.
Voel je dat mensen opnieuw complexere dansmuziek aankunnen? Nee. Ik voel wel dat mensen complexere ‘luistermuziek’ aankunnen. Ik kan vandaag dingen draaien in een café waarmee ik het in 1994 binnen de tien minuten zou hebben doen leeglopen. Nu verslikt niemand zich in zijn pintje. Ik ben het laatste halfjaar op prospectie gegaan in clubs en moet eerlijk zeggen dat ik lichtjes teleurgesteld ben. Een uitzondering zijn dubstepavonden zoals die van Untitled. Van dubstepproducers verwacht ik het meeste heil de komende jaren.
Anton Price 1998-2018
Patronen in graniet
De digitale compilatie ‘1998-2018’ is uit via Morse Records, net als de vinyl-ep ‘Black Railway’.
Vinyl Vault Apollo-medewerker Dagobert Sondervan heeft een jazzquintet waarin hij drumt en Chet Baker zingt, als dj introduceerde hij jungle in technoclub Fuse, hij maakte twisted electro als Bohr Bug, heeft nog getoerd met een repertoire van Randy Newman en 40 stringspelers, en brengt dezer dagen een Anton Price-anthologie uit met zijn beste elektronische escapades van de afgelopen tien jaar. Om de belangenvermenging compleet te maken, legde ik hem als goeie vriend deze vragen voor. Je was verrast toen je de nieuwe Autechre hoorde: waarom? Autechre zijn meesters in het creëren van experimentele beats en sounds. Zelf ben ik al een hele tijd bezig met het genereren van harmonisch materiaal door middel van fractals; het levert melodielijnen op die zich blijven ontvouwen. Vanuit de elektronica ging
50
ik terug naar een manier van componeren die gelinkt is aan barokmuziek. Dat verzoende ik met een fusion-mentaliteit. Voor veel mensen waren die experimenten toen te ingewikkeld, vrees ik. Nu ook Autechre met gelijkaardige elementen aan de slag is gegaan, wordt dat misschien anders. Jouw elektronische muziek omzeilt makkelijke climaxen en 4/4 structuren: maak je het jezelf en de luisteraars niet te moeilijk? Ik heb geen enkele intentie om het makkelijk of moeilijk te maken, voor de luisteraar, noch voor mezelf. Wat ik te bieden heb, is patroonherkenning. Ik maak ruw materiaal aan waar ik iets in zie. Voor 99 procent van de mensen is dat complete chaos. Wat ik erin hoor, probeer ik op een elegante manier te omlijnen, gebruikmakend van echo’s van stijlen. Een beeld tevoorschijn toveren uit een blok graniet.
ACTRESS - PAINT, STRAW & BUBBLES Sticky taster voor album Splazsh op Honest Jons. SORENG SANTI - IRON MAN Thaïse psyche-versie van Black Sabbath. ALTERED NATIVES - BELIEVE IN ME Deep-step-house met kinky percussie. WOODS - I WAS GONE Lo-fi-blues voor vleermuis-spotters. MUHSINAH - LOSE MY FUSE Future soul met de groeten van FlyLo. VIRGO - VIRGO Trax-classic heruitgebracht. KING & HOUND #6 Eighties-parels voor dance-zwijnen. SHAKE - THOUGHT PROCESSES EP Anthony Shakir schampt en schuifelt. THE PINCH - SHOT OUT Synthetic funk zoals Dam-Funk graag reanimeert. TRANQILL - HIDDEN TREASURES EP Van solide naar solid gold dankzij Paul White.
www.apollo.be
Repo Girl
The Runaways
The Mercury Albums Anthology (Mercury)
Binnenkort verschijnt er een film en - ch-chch-cherrybomb! - dat vonden ze bij Mercury reden genoeg om een Runaways-verzamelaar op de markt te gooien, met de vier platen die de ultieme all girl rockgroep tussen 1976 en 1977 uitbracht: The Runaways, Live In Japan (beste albumtitel ooit!), Queens Of Noise en Waiting For the Night. The Runaways waren een product van het L.A. van de jaren zeventig, toen Rodney Bingenheimer er zijn English Disco openhield op de Sunset Strip. Een van de vaste tienerklanten was de platinablonde Cherie Curry, die zo’n grote Bowie-fan was dat ze vaak uitging met Aladdin Sane-make-up op. Samen met gitaristes Joan Jett, wier grote idool Suzi Quatro was, en Lita Ford, een adepte van de Richie Blackmore-school, en verder nog drumster Sandi West (fan van Queen) en bassiste Jackie Fox, die dan weer Gene Simmons van Kiss verafgoodde, vormde ze nog voor haar zestiende verjaardag The Runaways. Vandaag klinkt de mix van hard-rock, (proto) punk en glamrock ietwat gedateerd, maar
Duran Duran Duran Duran (EMI)
Duran Duran Rio (EMI)
Duran Duran Seven and the Ragged Tiger (EMI)
Lang geleden dat ik zo groen van jaloezie zag als die keer dat ik een sms kreeg van een vriendin: ‘Op persreis in Zweden. Er is een feestje met Duran Duran in het hotel. Wie is wie?’ Het draaide erop uit dat ze een drankje aangeboden kreeg van John Taylor, in de jaren tachtig dé womanizer in de pop. Ik beken: I was a Durannie. Het jaar was 1984, The Reflex was de hit van het jaar, en het was uren naar het tv-scherm turen, hopend op een heruitzending van die (ondertitelde!) videoclip van Save a Prayer in Club Veronica Clip. Twee albums van Simon Le Bon en co worden deze
www.apollo.be
songs als Cherry Bomb, Little Sister, Take It Or Leave It en You Drive Me Wild (die ridicule solo’s, dat prepubescente gekreun, die onnozele achtergrondkoortjes) blijven ideale achtergrondmuziek voor een slumber party en bijhorende kussengevechten. En weet ook: mastermind achter The Runaways was evil genius Kim Fowley, producer van
psychedelische culthits, entrepreneur, provocateur en vooral voyeur. Hij zag z’n Runaways het liefste bubblegumpop zingen over semi-onschuldige onderwerpen; Joan Jett leidde haar meisjes dan weer liever richting hardrock en punk, waarna ze uiteindelijk solo ging. Met de bekende gevolgen.
maand heruitgebracht, met bonus-dvd’s en extra versies: hun eerste Duran Duran – met Girls On Film en Planet Earth – en hun derde Seven and the Ragged Tiger. Van die laatste overgeproducete plaat hoeft u alleen The Reflex te downloaden, de eerste is wel nog steeds de moeite. Duran Duran is dé blauwdruk van het new romantics-geluid, en mannelijke lezers zullen wat blij zijn met de fameuze moddercatch-video van Girls On Film op de dvd. Let wel: de perfecte balans tussen synth-experiment en catchy föhn-pop is te vinden op de tweede plaat Rio, waarvan
enkele maanden geleden een absoluut aan te raden remaster verscheen. En ik vond Simon Le Bon toch toffer dan John Taylor, nah.
Sly Stone Listen To The Voices (1965-70) (ACE)
Heerlijk hoe deze plaat begint: je hoort de intro van Dance To The Music, maar wanneer het even later tijd is aan de vocale intrede van Sly Stone en z’n familie, hoor je Dance à la musique. Een eenmalige interpretatie door The French Fries! Listen To The Voices: Sly Stone in the studio 1963-65 verzamelt niet alleen verrassende covers (en is dus géén grappige kitschplaat), maar ook vroege opnames van The Family Stone en producties waar Sly een hand in had. Zo val je van Dance à la musique in stuwende garagerock met de legendarische Beau Brummels, over swingende soul met Billy Preston en Little Sister (een bandje met Sly’s zussen Vaetta en Tiny), in rare tracks van de man zelve, waaronder de aardige demo’s For Real en Man Does Not Live. Feestjuh.
51
Alex Deforce
BREAKAGE
Flippin’ the game
Backstage op Untitled! in het Antwerpse Trix kwam Apollo basbewerker Breakage tegen. Op Foundation, zijn tweede album, waagt hij zich steeds verder van zijn veilige drum-’n-basshaven. Dubstep met meer melodie dan wobbles, en met plaats voor vocals (Roots Manuva, Donae’o) en zelfs gitaren. Het lijkt erop dat dubstep volwassen is. Mensen willen meer dan alleen harde bangers, en ook producers willen echte liedjes maken. Een gezonde evolutie die ieder genre doormaakt. Heb je vaste routines in de studio? Ik creëer minstens één loop per dag. Voor Foundation had ik er tweehonderd, waarvan ik meteen de helft geschrapt heb - they were rubbish. Daarna was de helft nog altijd rubbish, en de helft daarvan ook weer. En zo ging het door tot ik genoeg echte tunes had. Had je last van het gevreesde tweedealbumsyndroom?
Hoe langer ik muziek maak, hoe vaker ik te kampen heb met writers’ block. Het wordt steeds moeilijker om dingen te vinden die ik nog niet heb gedaan. Soms spendeer ik dagen aan een track, terwijl ik sneller had moeten inzien hoe slecht het oorspronkelijke idee wel niet was. Wat zijn je guilty pleasures, in muziektermen? I’m a massive rock fan! Led Zeppelin! (stroopt mouw op en toont trots drie LedZep-tattoos, red.) Ik luister veel naar pop, soms naar hele foute dingen, maar ik noem geen namen. (lacht) En trance! Fenomenaal hoe die dj’s in gigantische stadions tienduizenden mensen doen springen. En mijn favoriete nummer aller
tijden, Little Spanish Flea - het belachelijkste nummer ooit, maar een fantastisch stukje muziek. Er staat ons nog wat te wachten bij het derde album! Tegen dan gooi ik er een Hongaars koor tegenaan en maak ik dubstep met harde accordeonsounds. I’ll find ways to flip the game! ‘Foundation’ is uit bij Digital Soundboy. 8 mei is het weer tijd voor Untitled! met o.a. N-Type, Joker en Starkey.
Kon&Amir
Brooklyn-Belgium
Open Sky Unit - Sunshine Star AMIR: Dit was de eerste Belgische band die ik ontdekt heb. Iemand liet me hun Valerie horen en ik was meteen omvergeblazen! De vinyl heb ik nog steeds niet gevonden. Marc Moulin - Tohu Bohu (Sam Suffy) KON: Alle Belgen hebben deze plaat zeker? (lacht) Herbie Hancock, Chick Corea en Michel Sardaby, ik vind ze allemaal geweldig, maar ik moet zeggen dat Marc Moulin een van de beste toetsenisten is die ik al gehoord heb. Liefst 150 dollar heb ik hiervoor betaald - veel geld - maar ik heb er geen moment spijt van. Puur vakmanschap! Later ontdekte ik zijn Placebo-albums 52
© Lizairo/snap-photography.be
Stoffige collecties in duistere achterkamers, gestoorde verkopers en louche online-dealers, Kings of Diggin’ Kon & Amir kunnen ervan meepraten. Maar wij gooiden onze Fisher Pricespeler op tafel en polsten naar hun favoriete Euro-breaks. en was ik helemaal fan. Michel Sardaby Welcome New Warmth (Gail) AMIR: Moulin is cool, maar mijn favoriet is toch Sardaby. Hij komt uit Martinique, zijn albums zijn in Frankrijk opgenomen. Qua compositie is dit de absolute top. Cortex - Huit Octobre 1971 (Troupeau Bleu) AMIR: Toen ik nog bij Fat Beats werkte, had ik ook een parttime job bij A1 Records in New York. Mijn loon kreeg ik in platen uitbetaald en op een dag stopten ze me deze in handen. Mijn baas was een Italiaanse Fransman, zo kende hij groepen als Cortex.
Briljante plaat, van begin tot eind. The J.J. Band - Love In Them There Hills KON: Yeah, de Jess & James Band! Jurassic 5 heeft die break nog gesampled. Ik heb het album, maar niet met de witte cover zoals ze is heruitgebracht. Op de mijne staan de groepsleden voor een gebouw. ‘Off Track Vol. III: Brooklyn’ komt eind april uit bij BBE
www.apollo.be
Sid Meuris
JON SPENCER BLUES EXPLOSION DIRTY SHIRT ROCK ‘N’ ROLL (Majordomo)
Ooit was Jon Spencer de coolste mens ter wereld. Begin jaren negentig is zijn mix van New York cool, greasy swagger en knipogende braggadocio exact de juiste dosis seks en glam die de met grunge in slaap gesukkelde rockscene nodig heeft. Met enkel wat kale rockabilly, streepjes noise, semi-lukrake hiphopkreten en pure wellust creëert hij
ARNO BRUSSLD
een onweerstaanbaar hybride monster. Op een gegeven moment verliest hij daar spijtig genoeg de teugels over en ontsnapt het in een warrelwind van ironie en remixen. Maar tijdens hun hoogtepunt zijn weinig bands zo opwindend als de Blooze Explozjun. Deze compilatie schetst hun evolutie van noisy narigheid via tegendraadse funkiness tot ronkende groove en terug. Met een focus op het iets toegankelijkere werk, dat snedig gegarneerd wordt met meer lillende, rauwe brokjes energie. Nog steeds fabulous en uiteraard most groovy.
parodiëert. Misschien maar goed dat die Pixies-reünieplaat er nooit zal komen.
(Naïve/PIAS)
Arno is blijkbaar een échte charlatan. Nadat hij zowat alle geloofwaardigheid verliest met die ridicule autorcampagne, komt hij aanzetten met zijn sterkste album in jaren. Niet dat er grote verrassingen op staan, maar BRUSSLD is een vlotte trip doorheen de grootstedelijke residentie van le plus beau. De teksten vol Arnoïsmen zitten zoals altijd op de rand van de zelfparodie, maar gelukkig zijn ze ook lekker wrang en behoorlijk lollig. De songs piepen en kraken, funken ondergronds of wankelen breekbaar rond. Klassiekers staan hier niet tussen en het vliegt minder makkelijk uit de bocht dan een Lancia, maar koop dit in hemelsnaam, dan moet hij in de toekomst zijn broek niet meer afsteken.
BLACK FRANCIS NONSTOPEROTIK (Cooking Vinyl)
Frank Black opereert weer als Black Francis, de naam die hij als Pixieszanger gebruikte. Reden tot gejuich is dat echter niet, want hoewel zijn vorige – het door Herman Brood geïnspireerde Bluefinger – een redelijk geslaagde revanche was, brengt hij hier opnieuw van die doordeweekse rock waarmee hij al menige plaat met of zonder The Catholics volspeelde. Enkel Six Legged Man schiet er uit, omdat het Francis’ vroegere zelf bijna
www.apollo.be
THE DAREDEVIL CHRISTOPHER WRIGHT IN DEFERENCE TO A BROKEN BACK (Amble Down)
Stewart hier redelijk kort gehouden. Goed idee, want op Dear God, I Hate Myself – het recentste album van zijn Xiu Xiu-project - is de grens tussen grootse gevoelens en hilarisch pathos helemaal weggeveegd. Ook op deze plaat heersen de diepe emoties, maar ze worden onderkoelder geuit, middels duistere synthpop en echo’s van Joy Divisions Closer. Zwaarmoedig én lichtvoetig.
NICE NICE EXTRA WOW (Warp)
Dit trio brengt van die veel te clevere en gelaagde popmuziek die de laatste jaren als een uitzaaiend kankergezwel op de nalatenschap van de Elephant 6 Recording Company verscheen. Achter zo’n groepsnaam kunnen alleen maar irritante literatuurstudenten zitten, die te veel John Irving gelezen hebben. En toch zijn deze snaken redelijk onweerstaanbaar. Omwille van hun nogal chaotische, everything-andthe-kitchen-sink-aanpak, hun zwartgallige humor en nogal wat fijne songs. Ideaal voor wie het idee achter pakweg The Decemberists wel interessant vindt, maar jeuk krijgt van hoe die band in de praktijk klinkt.
Omdat je maar één keer een eerste indruk kan maken, pakt dit duo op zijn Warp-debuut uit met een breed uitgesmeerd smörgåsbord van extatisch geluid. Het uitgelaten, tegen Oneida aanschurkende One Hit kan tellen qua intentieverklaring: ‘This wave is too intense’, scanderen ze, maar onderwijl blijven ze onverschrokken doorsurfen op het id. Met de blik op oneindig mengen ze tribale ritmes met lieflijke klanken, spacerock, dancebeats, krautrock, noise, chants en echo’s van Liars, Boredoms en Animal Collective.
FORMER GHOSTS FLEURS (Upset The Rhythm)
Doordat Former Ghosts de band is van Freddy Ruppert wordt tweede zanger Jamie
53
Ondoorgrond
Bart Deweer
RHYS CHATHAM A CRIMSON GRAIL PARIS S’ÉVEILLE
Turn it up to 11, deed Spinal Tap indertijd legendarisch onnozel. Is een lap muziek prepareren voor honderden snarenplukkers ook een grap? Niet voor componist Rhys Chatham, die in Parijs samen met 400 gelijkgestemden een decibelstorm ontketende die nu ook op cd te ondergaan valt. Avant-gardefenomeen Rhys Chatham had al een geslaagde generale repetitie achter de rug. In 2002 liet hij An Angel Moves Too Fast To See, Selected Works 1971-1989 op de nietsvermoedende wereld los. Een box met 3 cd’s vol fenomenale gitaarcomposities, een boek van 130 pagina’s en als kers op de taart het voor 100 gitaristen geschreven titelstuk. Monumentale muziek voor musea, leek het wel, niet voor uw luie zetel. Wat staat je nog te doen als je dat hebt klaargespeeld? Het antwoord op die vraag ligt in een simpele rekensom: 100 x 4 = 400. Rhys Chatham rook zijn kans toen hij in 2005 door de stad Parijs gevraagd werd om het cultuurfestival La Nuit Blanche te verblijden met één van zijn composities. Chatham zet zijn eerste professionele stappen in de muziek als pianostemmer voor avantgardepionier La Monte Young en stemt later ook instrumenten voor Gustav Leonhard, Rosalyn Turek en Glenn Gould. Begin jaren zeventig, nog steeds in zijn tienerjaren, mag
54
hij aan de slag als eerste music director van The Kitchen in Manhattan. Ingewijden zoals John Lurie, Philip Glass & Arto Lindsay zijn allemaal verlekkerd op wat de muzikale chefkok bekokstooft in zijn New Yorkse keuken. In 1975 gebeurt er iets interessants: Chatham ziet het licht op een concert van The Ramones en begint te experimenteren met composities geschreven voor meerdere gitaren. Thurston Moore, Lee Ranaldo, Glenn Branca en vele anderen laten zich inlijven bij de gitaarlegers van Chatham.
One two three four hundred: zouden Joey, Johnny, DeeDee en Tommy beseffen dat ze een 12 uur durende gitaarmarathon op hun geweten hebben?
Frankrijk. One two three four hundred: zouden Joey, Johnny, DeeDee en Tommy beseffen dat ze een 12 uur durende gitaarmarathon op hun geweten hebben? Een kleine duizend mensen stonden het gitaarleger op de vingers te kijken, daar in Parijs. Zij zijn waarschijnlijk de enigen die de ware impact van Chathams werk beleefd hebben zoals hij het bedoeld heeft. Het zou niet redelijk zijn te verwachten dat de plaatopnames hetzelfde kopstooteffect hebben, maar toch hoor je vanalles gebeuren op de drie uittreksels van telkens ongeveer 20 minuten op dit album. In deel 3 beginnen de bezoekers - kun je ’t hen kwalijk nemen? - vroegtijdig te applaudisseren. Een vreemde, ‘claustrofobische’ interactie tussen publiek en muzikanten, waarbij je soms niet meer hoort waar het ene eindigt en het andere begint. Chatham slaagt er in met 400 onbekende gitaristen een atmosfeer te creëren die boven het individu uitstijgt, een sfeer waarin wie, wat en hoe overbodig wordt. It’s guitars, Jim, but not as we know it.
Fast forward naar een grijze, Parijse oktoberavond in 2005. Op de trappen van het Sacré-Coeur spannen 400 gitaristen samen voor de live-uitvoering van A Crimson Grail (Moves Too Fast To See). Ze trekken een wall of sound op die pas een halve dag later zijn climax bereikt in de grootste kerk van
www.apollo.be
In Theaters 7/4
Ben Conaerts
AJAMI YARON SHANI & SCANDAR COPTI (ISRAËL, 2009) Met: Shahir Kabaha, Ibrahim Frege & Eran Naim
Voor mocht het u nog niet opgevallen zijn: de Israëlische cinema zit serieus in de lift. Na Lebanon van Samuel Maoz is Ajami de tweede Israëlische film in evenveel maanden die een verpletterende indruk maakt. Toeval? Daarvoor heeft het Palestijns-Israelische (!) regisseursduo Yaron Shani en Scandar Copti wellicht net iets te veel tijd in hun debuutfilm gestoken – zo’n zeven jaar, om precies te zijn. De twee lieten de niet-professionele cast een workshop volgen van acht maanden en namen nagenoeg alle scènes chronologisch op, zodat de acteurs niet van het verhaal konden vervreemden. Die aanpak heeft overduidelijk zijn vruchten afgeworpen, want het is van Cidade de Deus geleden dat een misdaadfilm zo gevoelig én zo explosief was. Locus delicti is de verarmde wijk Ajami in
Tel-Aviv, waar Joden, Christenen en Moslims bij elkaar zijn getrost. Tussen die mix van overtuigingen situeren Shani en Copti vijf plotlijnen, die de onderhuidse spanningen in de kosmopolitische heksenketel moeten blootleggen. Het begint allemaal met een man die een lid een voorname misdaadclan neerschiet en zo een verwoestend dominoeffect ontketent. Terwijl de personages de eer van hun familie willen verdedigen, worden hun verhalen op Iñárritu-achtige wijze met elkaar in verband gebracht. Gelukkig is de vignettestructuur niet zomaar een gimmick, maar een hulpmiddel om de complexe plot zo helder mogelijk uit de doeken te doen. Wat niet wil zeggen dat u op het einde niet nog met een paar vragen zit. Ajami heeft zeker baat bij een – heet dat zo? – herziening.
Shani en Copti registreren het straatleven van hun heimat met een documentair realisme en een zelden geziene diepgang – denk aan The Wire op zijn Midden-Oosters. In de verstedelijkte jungle van Tel Aviv regeert onmiskenbaar de wet van de sterkste, maar de film legt de nodige nuances waar mogelijk. Geen enkele verhaallijn wordt overdreven gesimplificeerd en geen enkel personage voelt onaf of onecht. Alle acteurs werden gecast op basis van hun persoonlijke ervaringen en spelen een rol die aansluit bij hun eigen leefwereld. Dat maakt het knallende, beenharde Ajami minstens zo echt als de verbluffende animatiedocumentaire Waltz with Bashir; ook een Israëlische film overigens. Hadden we u al gezegd dat de Israëlische cinema serieus in de lift zit?
Ook nog deze week In het bloedmooie Wendy & Lucy is de ontredderde Wendy (een ijzersterke Michelle Williams) op zoek naar haar trouwe Golden Retriever. Klinkt een beetje ridicuul, maar Old Joy-cineaste Kelly Reichardt puurt er een ijzersterke – opgelet: zwaar woord op komst – contemplatie uit over een Amerika dat de pedalen kwijt is. Resultaat: één van de strafste kleinoden die u dit jaar zult te zien krijgen. *** Van een andere orde: Clash of the Titans is een update van Ray Harryhausens gelijknamige stop-motion-spektakel, maar dan digitaal. Anders gezegd: Aussie Sam Worthington mag na Terminator: Salvation en Avatar opnieuw een green/blue screen te lijf gaan. *** Twihards, zet u schrap! In Remember Me mag Robert Pattinson (R-Patz, zoals het bakvisicoon in het vakjargon bezongen wordt) opnieuw zijn doorgetrokken wenkbrauw in een meewarige frons hijsen. U weze bij deze gewaarschuwd (of opgewarmd) voor hysterische en emotioneel getroebleerde tienermeisjes. *** Na de Franse lichtstad krijgt nu ook The Big Apple een liefdesdicht in de vorm van een ambitieuze omnibusfilm. Aan New York, I Love You leverden onder meer notabelen als Natalie Portman, Faith Akin, Mira Nair en Shekar Kapur hun medewerking.
www.apollo.be
55
In Theaters 14/4
Steven Tuffin
GREEN ZONE PAUL GREENGRASS (VERENIGD KONINKRIJK, 2010)
Met: Matt Damon, Jason Isaacs, Gregg Kinear
Regisseur Paul Greengrass en boxofficemagneet Matt Damon maken geen doorsnee langspeelfilms; ze construeren tot in de puntjes uitgewerkte bioscoopbommen. Na The Bourne Supremacy en The Bourne Ultimatum stort het dynamische duo zich op een robuuste bewerking van Imperial Live in the Emerald City van Rajiv Chandrasekaran. Daarin maakte de Washington Post-journalist korte metten met de acties in Irak van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, tijdens de periode tussen de Tweede Golfoorlog en de aanstelling van een democratisch verkozen regering. Alle vrees voor een stoffig politiek pamflet wordt tijdens de ontzagwekkende openingsscène letterlijk en figuurlijk platgebombardeerd. De voor Greengrass kenmerkende shaky cam, een surroundspoor dat op volle toeren draait en een frenetiek montageritme geven je het gevoel dat je de waterval aan explosies die gepaard ging met de ‘bevrijding’ van Bagdad ter plekke meemaakt. Ook nadien – wanneer je kennis hebt gemaakt met Damons legerofficier Roy Miller, die samen met zijn soldaten de ene hopeloze zoektocht naar Saddam Hoesseins massavernietigingswapens na de andere uitvoert – krijg je geen moment de kans om op adem te komen. Op die manier ontstaat een wervelende mix tussen politieke analyse, eersteklas thriller, impactrijke actieprent en meeslepend noodlotsdrama. Wat beweerd wordt over de acties van de VS in Irak, zal niet overal geapprecieerd worden, maar hoofdzaak is dat Damons speurwerk doet denken aan het betere Sherlock Holmes-verhaal. Zijn confrontaties met een vijandige collega (fantastische rol van Harry Potter-slechterik Jason Isaacs) bezorgen niet alleen hém barstende hoofdpijn, en scenarist Brian Helgeland maakt van Miller een iconische tragische held.
Door de meedogenloze realismegraad ogen bepaalde scènes helaas iets te geforceerd. Vooral de momenten waarin concurrerende overheidsagenten Gregg Kinear en Brendan Gleeson, en journaliste Amy Smart opdraven, leiden onder een stevige dosis ‘geacteer’. Dat neemt niet weg dat Greengrass aantoont dat
zijn vakmanschap steeds indrukwekkender wordt. Of hoe hij de politieke laag van zijn reconstructies Bloody Sunday en United 93 perfect weet te combineren met de fun van zijn Bourne-films.
ook nog uit deze week Zij die na het bekijken van de cinefiele keutel Arthur and the Minimoys en diens nog idiotere opvolger dachten dat Luc Bessons panache en visueel vernuft ter ziele gegaan is, zullen smullen van Les aventures extraordinaires d’Adèle Blanc-Sec (naar de strips van Jacques Tardi) over een dappere Parisienne die in de jaren ’20 de strijd aanbindt met een nest pterodactylussen. Pterodactylussen die in de roaring twenties de Franse lichtstad overmeesteren, do we really need to say more? *** “Seashell eyes, windy smile, calls me, so I sing a song of love, Julia”, aldus John Lennon over de moeder die hem bij geboorte afstond aan een kille tante (Kristin Scott Thomas). Aaron Johnson is een revelatie als de jeugdige Lennon in Nowhere Boy, maar het sentiment loert vervaarlijk om de hoek. Ons advies: u steekt beter Julie Taymors Across the Universe nog eens in de lade van uw dvd-speler. *** “The battle between immortality and humanity is on”. In de low profile horrorprent Daybreakers probeert een hematoloog (Ethan Hawke) het vampierras van synthetisch gecreëerd bloed te voorzien. Opnieuw een vampierfilm dus, maar dan geen Teen- & Tweenfest à la Twilight. Verwacht veeleer een hoop naar obscure B-films gerichte knipogen en een portie adrenaline oprispende actiescènes. Of ook: een knoert van een guilty pleasure.
56
www.apollo.be
In Theaters 21/4
Ben Conaerts
AGORA ALEJANDRO AMENÁBAR (SPANJE, 2009) Met Rachel Weisz, Max Minghella, Oscar Isaac & Michael Lonsdale
Alejandra Amenábar is een van de weinige hedendaagse regisseurs die niet bang is om zichzelf constant te herontdekken. Was zijn vorige film, het Oscarwinnende Mar adentro, nog een kleinschalige euthanasieprent, dan gooit het Spaanse wonderkind het in Agora over een heel andere boeg. Voor zijn vijfde film liet Amenábar zich inspireren door het leven van Hypatia, een filosofe uit het vijfde-eeuwse Alexandrië die beschouwd wordt als de eerste vrouwelijke wiskundige. Alles stond voor haar in het teken van de wetenschap: ze doceerde geometrie, bestudeerde de astronomie en liet zich daarbij nooit inkapselen door religieuze dogmatiek. Voor de christelijke massa was dat ruim voldoende om haar van hekserij te beschuldigen en haar desnoods hardhandig van het toneel te verwijderen. Het mag duidelijk zijn dat Amenábar zijn Hypatia (Weisz) hier opvoert als een martelaar van het vrije denken. Ter illustratie van haar intelligentie krijgen we ellenlange scènes waarin ze haar ideeën over de bewegingen van de aarde verduidelijkt. Redelijk overbodig, want zelfs een complete nitwit weet vandaag dat de aarde rond is en in een ellipsvorm beweegt – niet in een cirkel. Daardoor krijg je tijdens Hypatia’s Grote Overpeinzingen het gevoel dat je naar een overbodige herhalingsoefening zit te kijken. Iedereen weet onmiddellijk waartoe het allemaal zal leiden. Alleen moet je wachten tot zij er zelf ook achterkomt. Interessanter wordt het wanneer de film zich concentreert op de politieke context – de opkomst van het christendom in het bijzonder. Nadat de christenen, die hier opvallende gelijkenissen vertonen met de huidige Taliban, eerst de polytheïstische Grieken onder de voet hebben gelopen, proberen ze ook nog eens de Joden weg te pesten. Subtiel vermaak is het zeker niet, maar het kijkt alvast beter weg dan de astronomische experimentjes van
de afstandelijke Hypatia. Bovendien krijgt Amenábar in de gevechtsscènes de kans om uit te pakken met enkele indrukwekkende long shots, waarin alle aandacht wordt opgezogen door de production design – peperduur, maar ronduit impressionnant. Dat het ruim twee uur durende Agora uiteindelijk vooral moet teren
op knappe visuals is een teken dat Amenábar nu ook niet zó veel over Hypatia te vertellen had. Zelfs enkele flitsen van Rachel Weisz’ welgevormde derrière kunnen daar weinig aan verhelpen. Integendeel.
ook nog uit deze week “I can’t fly, but I can kick your ass”. In Matthew Vaughns superheldparodie Kick-Ass meet een grijze student annex comic geek zich de maillot van een superheld aan. Pulp en pastiche gaan hand in hand in deze razend efficiënte en heerlijk entertainende portie, euh, pulp fiction. Nowhere Boy Aaron Johnson en Superbad’s McLovin’ (Christopher Mintz-Plasse) zijn op dreef, maar het is Nicolas Cages bovenlipbeharing die de show steelt. *** James Purefoy, de Britse hunk die voorheen enkel stond te schmieren aan de zijlijn, krijgt zijn moment de gloire in de spotlights. In Solomon Kane hijst hij zich in de trenchcoat van een wraakengel die het opneemt tegen satanisch kwaad. Het resultaat is generische eurotrash van Uwe Boll-niveau. Dat zal wel niet helemaal de bedoeling geweest zijn. *** De gelukkige huisvrouw zou best de Nederlandse crowdpleaser van het jaar kunnen zijn. Het boek waarop deze dramedy over een jonge vrouw in een dertigersdip gebaseerd is, was een bestseller en hoofdactrice Carice van Houten heeft in Nederland een ongenaakbaar sterrenstatuut. Vijf-TV-cinema par excellence, dus.
www.apollo.be
57
In Theaters 28/4
Steven Tuffin
LE REFUGE FRANÇOIS OZON (FR, 2010)
Met Isabelle Carré, Melvil Poupaud & Louis-Ronan Choisy
De drive van François Ozon neemt maar niet af – elk jaar blikt de Franse filmmaker een nieuwe prent in. Na zijn vliegende babycuriosum Ricky is het dit keer de beurt aan een zwangerschapsdrama dat samen met oudere titels Sous le sable en Le temps qui reste zijn trilogie over de dood en het rouwproces vormt. “Zwangerschap impliceert toch net het tegenovergestelde van sterven?”, horen we u al mompelen. Het verhaal begint echter met het overlijden van de vader van het ongeboren kind, na een shot slecht versneden heroïne. Tijdens de begrafenisplechtigheid maakt diens rijke familie zijn zwangere vriendin duidelijk dat een abortus op prijs zou worden gesteld. Maar enkele maanden later treffen
we haar met een gezonde ronde buik in een huisje vlakbij de zee. Daar krijgt ze bezoek van de jongere broer van de overledene. Ozon kickt op tegenstrijdigheden. In zijn vorige prent liet hij het bovennatuurlijke (een baby met vleugels) botsen met het alledaagse (een moeder die met moeite de eindjes aan elkaar kan knopen). Ditmaal zijn de contrasten niet te tellen. Het door het junkiekoppel tot cocon getransformeerde appartement in de grootstad staat in schril contrast met de krakende woonst aan het oneindige water, de stille natuurgeluiden worden regelmatig verstoord door pianospel en gezang, en de twee protagonisten blijken elkaars tegenpolen – zij is hetero, afstandelijk en kortaf; hij is
homo, warm en aandachtig. Waar het allemaal naartoe gaat, kan u al raden. Maar Ozon bewandelt betreden paden met een subtiliteit en een trefzekerheid waar veel hedendaagse cineasten een puntje aan kunnen zuigen. Van dat openingsshot van een nachtelijk Parijs over haar reactie op zijn lawaai tot dat donkere moment in een discotheek: het zijn allemaal ontzettend herkenbare situaties die tegelijkertijd nieuw aanvoelen. Dat Ozon niet bang is om zijn eigen obsessies – hij zal zelf nooit een kind op de wereld kunnen zetten – onverbloemd te verwerken, doet het geheel nog oprechter aanvoelen. Misschien wel het beste melodrama dat dit jaar in de zalen zal verschijnen.
ook nog uit deze week Air-Doll, vorige maand nog de opener van het Offscreen Film Festival, is een teder en poëtisch Pinocchio-verhaal over een opblaaspop die menselijke gevoelens ontwikkelt en verliefd wordt op Junichi, een videotheekbediende. Nee, Gert Verhulst, het is maar fictie – niet beginnen hopen. *** Bohémienchroniqueur Tony Gatlif laat in Korkoro opnieuw zijn paradepaardjes door een kleurrijk zigeunerkamp paraderen. *** Liam Neeson mocht de getormenteerde wreker spelen in Taken, voor Mel Gibson was het payback time in Edge of Darkness, en nu is het aan Sir Michael Caine om zich te vergelden. In Harry Brown vertolkt Caine een ex-marinier die de dood van zijn vriend wil wreken en als een wraakengel door de onderwereld waart. Als hij dan toch bezig is, kan hij tegelijkertijd de rekening vereffen met de impresario die hem rollen in stinkers als Bewitched, Miss Congeniality en Jaws: The Revenge bezorgde. *** Tot slot verschijnt in de laatste week van april ook een sequel op dat bescheiden arthousehitje uit 2008 waar u misschien al van gehoord hebt: Iron Man. In Iron Man 2 krijgt de blikken man het aan de stok met het Russische booswicht Whiplash (Mickey Rourke, in zijn eerste grote rol na The Wrestler) en een in rekbaar leder getooide Scarlett Johansson. Kinky!
58
www.apollo.be
Op Blu-ray & DVD
Johan Faes
ARTIFICIËLE INDIGESTIE Battlestar Galactica zat op een dood punt: de Aarde. Dus keken Ron Moore en Glen Larson naar het verleden dat aan die toekomst voorafging. Op hetzelfde moment liep schrijver Remi Aubuchon rond met een project over artificiële intelligentie. Et voilà: Caprica.
CAPRICA – PILOT JEFFREY REINER (VS, 2009)
Met Eric Stoltz, Paula Malcomson, Alessandra Torresani
Beste Ron Moore, was de toekomst van Galactica een beetje saai geworden? We wilden geen verhalen rond de Aarde en al zeker geen oorlogsverhaal met een andere Battlestar, dus moest het wel een prequel worden. We waren het er al snel over eens dat we de creatie van de Cylons en hoe het zover kwam, uit de doeken zouden doen.
Koloniën. Caprica is niet zo spick-and-span als andere toekomstbeelden. Er wordt nog altijd koffie gedronken en sigaretten zijn helemaal terug, zelfs in de sporthal. Ik hou van koffie en sigaretten, ook in de sporthal. Wie daar niet tegenkan, moet maar in een andere sectie gaan zitten.
De setting is een niet zo heel verre wereld, waar de eerste tekenen van verval intreden. De vergelijking met het Oude Rome ligt voor de hand. We wilden een bruisende stad die niet beseft dat ze haar eigen graf aan het delven is. Er zijn overeenkomsten met de Romeinen, maar evengoed met de hedendaagse samenleving. Het moest een geloofwaardige metropolis zijn, meer urban dan in Battlestar Galactica. New York als centrum van de VS en het hoofdkwartier van de VN, was een voorbeeld – al hebben we wel in het Canadese Vancouver gefilmd. Gaandeweg vervliegt de analogie met Rome. De Cylons worden later ingezet als arbeiders. Als slaven komen ze in opstand tegen hun meesters. Nadien verlaten ze de Twaalf
Hoe kijkt u naar technologie: als dé manier voor de onvolmaakte mens om zich verder te ontwikkelen? Technologie is een instrument dat je ten goede en ten kwade kan aanwenden. Ons verhaal mag je lezen als een kritiek op morele hoogmoed. De mens creëert dingen waar hij zich geen raad mee weet. De technologie overstijgt ons. Wat mij interesseert, is de menselijke reactie daarop.
www.apollo.be
Bent u zelf te vinden voor bionische verrijking: half mens, half Cylon? (lacht) Als het honderd jaar extra oplevert, mogen ze me gerust in een mechanisch lichaam hijsen.
Het beste aan Caprica? Dat je er mag roken. En daar is alles mee gezegd. Maar we doen verder. Ik was fan van de oude Battlestar Galactica, hoe belegen de moppen tussen Starbuck en Apollo ook waren, en hoe roestig de Cylons zich ook bewogen (hoe geraakten die ooit in die platte schotels?). Van de nieuwe serie was ik nog meer fan, zeker van de eerste seizoenen: zo donker, relevant en sexy hadden we sciencefiction in geen tijden gezien. Enter Caprica, de prequel die meer een spinoff is. Over artificiële intelligentie en hoe die tot de creatie van de Cylons leidt en tot de neergang van de mensheid. Eric Stoltz doet mee, de dealer met de adrenalinespuit uit Pulp Fiction, en Paula Malcomson, het hoertje met een geweten uit Deadwood, en - och, waarom niet - Esai Morales uit 24. Professionals, daar niet van, maar in sommige scènes kunnen ze elkaar niet aankijken van plaatsvervangende schaamte. Het scenario getuigt niet van bovenaardse intelligentie, zelfs geen artificiële. De vragen over cloning en biotech zijn weinig origineel. De virtuele seksclubs waar jongeren zich uitleven, zien er minder decadent uit dan Café d’Anvers begin jaren 90. De nieuwe wereld is Vancouver met een minieme facelift – noem een ondergrondse met een spitse snuit en opgevoerde turbo ‘Lev’, het blijft een metro. De menselijke besognes hangen zo nadrukkelijk in de lucht, dat je hoopt op een Cylon om ze één voor één weg te maaien. Maar als de blikken wreker met het rode oog eindelijk zijn opwachting maakt, blijkt hij niet meer dan een onbeholpen tieneravatar. Nog een lange weg naar Doomsday. Surf naar apollo.be en maak kans op één van de drie dvd's van Caprica.
59
Op Blu-ray & DVD
NEL NOME DEL PADRE MARCO BELLOCCHIO (ITALIË, 1972)
Met Yves Beneyton & Renato Scarpa
Om een heilig huisje te slopen zat Marco Bellocchio – hij van Buorgiorno Notte en recent nog Vincere – nooit verlegen. Zeker niet in het begin van zijn carrière, toen de dissidente wind van Mei ‘68 nog aan tien Beaufort door zijn werk gierde. Het bewijs vind je in zijn tweede langspeler Nel nome del padre, een vileine allegorie waarin Bellocchio de hypocrisie van de katholieke kerk en haar onderwijssysteem met fanatisme tegen het kruis timmert. Protagonist is de slimme maar onhandelbare rijkeluiszoon Angelo, die met zijn perfide machtsspelletjes zijn door jezuïeten geleide eliteschool in rep en roer zet. E tutti quanti! Een woeste mix van Brechtiaans highschooldrama en sensatiegeile kitsch, bespuugde Madonna’s en fascistische scholieren. Nu uit op dvd.
Dave Mestdach
feit dat method-monument Al Pacino daarin wellicht zijn laatste grote hoofdrol heeft neergezet wellich nog de beste reden. Pacino speelt tweederangsmaffioso Lefty Rugiero, die de jonge juwelendief Donnie Brasco (Johnny Depp) onder zijn hoede neemt en hem leert hoe een wise guy uit de mean streets van New York zich gedraagt. Maar Donnie blijkt eigenlijk Joe Pistone te heten en een undercoverflik te zijn die Lefty gebruikt om een bende op te rollen. Een emotioneel doorbloede gangsterfilm over eer, trouw en verraad, met Pacino en Depp toen die nog niet grossierden in ridicule toupetjes en onnozele pulp. Nu uit op Blu-ray.
Met Anthony Quinn Giulietta Masina
&
Met Johnny Depp, Al Pacino & Michael Madsen
60
Met Elijah Wood, Viggo Mortensen & Cate Blanchett
LA STRADA FEDERICO FELLINI (ITALIË, 1954)
DONNIE BRASCO (Extended Cut) MIKE NEWELL (VS, 1997)
Eenentwintig minuten aan geschrapte scènes; de knappe making of Donnie Brasco: Out from the Shadows; en een prima high definition transfer. Het zijn stuk voor stuk redenen om Mike Newells semi-klassieke misdaaddrama ook op Blu-ray aan te schaffen. Al blijft het
LORD OF THE RINGS TRILOGY PETER JACKSON (VS/NZ, 2001, 2002 & 2003)
Gelsomina is een simpel meisje dat door haar moeder ‘verkocht’ wordt aan de rondreizende krachtpatser Zampano, die haar als vuil behandelt. Tot Gelsomina een vriendelijke acrobaat ontmoet en ze haar lot in eigen handen neemt. De doorbraakfilm van maestro Federico Fellini klinkt als een tranentrekker met clownsneus op en is dan ook niet half zo briljant als zijn latere meesterwerken La dolce vita en Otto è mezzo. Toch moet je al even gepantserd zijn als Zampano om onbewogen te blijven bij de haat-liefdeverhouding tussen de naïeve Gelsomina en haar brutale patroon – prima vertolkt door respectievelijk Giuletta Masina (oftewel mevrouw Fellini) en Hollywood-huurling Anthony Quinn. Een postneorealistische mijlpaal die met branie op het slappe koord tussen humor en tristesse danst, en gelijk ook de eerste film die de Oscar voor beste buitenlandse film won. Nu uit op dvd.
Peter Jacksons The Lovely Bones mag intussen dan een fausse queue gebleken zijn, de filmmaker zal altijd op zijn Lord of the Rings-cataloog kunnen blijven teren om zijn bankrekening en street credibilty op te krikken. Zo kunt u nu ook de epische avonturen van Frodo, Gandalf, Aragorn, Gollem, en andere orken en enten herbeleven op Bluray. Naast de in high definition gepimpte bioscoopversies van The Fellowship of the Ring, The Two Towers en The Return of the King bevat de zesdelige box ook zeven uur extra’s. De drie fantasy-epen, die samen zeventien Oscars richting Midden-Aarde zeulden, zijn ook apart verkrijgbaar als dubbeldisk. Enige twee minpunten: tussen de extra’s zit geen nieuw materiaal, en op de Blu-rays van de extended versions is het naar verluidt nog wachten tot volgend jaar, wanneer de langverwachte prequel The Hobbit in de zalen komt. Vanaf 6/4 uit op Blu-ray.
Surf snel naar apollo.be en maak kans op één van de twee LOTR-Blu-ray-pakketten
www.apollo.be
Op Blu-ray & DVD
3 FILMS BY INGMAR BERGMAN Skammen (Z, 1968) The Passion of Anna (Z, 1970) The Serpent’s Egg (Z, 1977)
In een ver verleden, toen de dieren nog spraken en cinefielen niet met 3D-brilletjes naar megasmurfen in fluojungles zaten te gapen, heerste Ingmar Bergman soeverein over de arthousecinema. Vraagstukken over liefde, lijden en dood werden door de Zweedse reus gevat in hartverscheurende dialogen, en existentieel vertwijfelde koppen in messcherpe close-ups. Dat leverde niet alleen meesterwerken op als Wilde aardbeien, Het zevende zegel en Fanny & Alexander, maar ook een reeks minder canonieke films die niettemin een plek in de filmannalen verdienen, en al zeker in uw dvd-collectie. Drie daarvan werden verzameld in deze box, met voorop het magistrale Skammen, een sober psychodrama over een koppel (Liv Ullmann en Max von Sydow) dat zich tijdens de burgeroorlog terugtrekt op een desolaat eiland. Bergman verwerkt op metaforische wijze zijn afkeer voor de Vietnamoorlog, met als decor de ruwe kusten van Gotland en als ijzingwekkend slot de roeibootscène waarin lijken op de Baltische Zee dobberen. Vrolijk word je meestal niet van Bergmans films.
2 FILMS BY JOHN CASSAVETES A CHILD IS WAITING (VS, 1963) MINNIE & MOSKOWITZ (VS, 1971) **
www.apollo.be
Met mokerslagen als Faces en A Woman Under the Influence is John Cassavetes de geschiedenis ingegaan als de peetvader van de Amerikaanse independent cinema. Maar niet al zijn films waren ongekunstelde liefdesdrama’s bevolkt door getormenteerde outsiders en doorzopen middenklassers. De Amerikaans-Griekse cultheld regisseerde in het begin van zijn carrière ook twee onvervalste Hollywood-films, waaronder het nu op dvd heruitgebrachte A Child Is Waiting. In dit geflopte psychodrama voert Cassavetes twee filmiconen op: Burt Lancaster als de harde opvoeder van mentaal gehandicapte kinderen, en Judy Garland als de muzieklerares die een zachtere aanpak voorstaat. Conform het Cassavetes-canon vloeien daar onHollywoodiaans taaie conflicten uit voort. Toch is het geheel een stuk meer gestroomlijnd dan zijn latere, zelfgeschreven en met eigen geld gefinancierde werk, en eindigt de plot op een sentimentele noot die wellicht nooit de eindcut zou gehaald hebben, mocht Burt Lancaster de jonge filmauteur niet eigenhandig uit de montagekamer hebben gebonjourd. Dat Cassavetes na die slechte ervaring nooit nog binnen het studiosysteem zou werken,
The Passion of Anna is geen uitzondering. Het is een indringend kamerspel over psychisch en fysiek geweld waarin opnieuw Liv Ullmann en Max von Sydow worden opgevoerd als het koppel dat niet goed weet of het mekaar nu de hemel of de hel in moeten wensen. Met zijn terugkerende thematiek van dreigend geweld en innerlijke terreur, zou je deze box als Bergmans horrorcataloog kunnen beschouwen. Dat wordt nog het best geïllustreerd door The Serpent’s Egg. Voor zijn enige, échte huiverfilm – zijn eerste en enige buitenlandse productie, nadat hij het aan de stok had gekregen met de Zweedse fiscus – keert Bergman terug naar de Duitse crisis in de jaren ’20, om er in te zoomen op het kabinet van professor Vergerus en een Amerikaanse acrobaat (wijlen David Carradine) die in zijn klauwen dreigt te belanden. Verwacht je aan een sinistere mysteriethriller, midden in de warboel van de Weimarrepubliek. Kortom: welkom in Mondo Bergman, een vagevuur waarin het menselijke beestje klinisch precies wordt ontleed. Nu uit op dvd. Surf snel naar apollo.be en maak kans op één van de drie dvd-boxen van Ingmar Bergman.
hoeft niet te verbazen. Al zijn sommige van zijn latere films een stuk toegankelijker dan ‘s mans reputatie doet vermoeden. Kijk maar naar de heerlijke dramedy Minnie & Moskowitz, een curieuze maar onderhoudende mix van ruwe vérité en burleske sitcom. De geliefden van dienst zijn de mooie Minnie (Gena Rowlands a.k.a. mevrouw Cassavetes), die zopas door haar gehuwde minnaar is gedumpt (Cassavetes himself), en Seymour Moskowitz (Seymour Cassel), een hippie die haar tussen het schreeuwen en schreien door een troostende schouder biedt. Zoals gebruikelijk bij de legendarische doehet-zelver, lijken sommige scènes met houtlijm aan elkaar gekleefd en andere gemonteerd door een blinde. Alleen gaat er tegelijk een onweerstaanbare charme van uit, druipen de authenticiteit en het spelplezier ervan af en worden ze bevolkt door personages die je zo tegen de borst wil drukken. Ja, zélfs die hippie met zijn walvissnor. Nu uit op dvd. Surf snel naar apollo.be en maak kans op één van de vijf dvd's van Minnie and Moskowitz.
61
Op Blu-ray & DVD
Ben Van Alboom
LIE TO ME(SEASON ONE) SAMUEL BAUM (VS, 2009)
Met Tim Roth, Kelli Williams & Brendan Hines
Lie to Me is een Amerikaanse tv-serie die u mogelijk voor uw lief verborgen wil houden. Tim Roth speelt er een wetenschapper in die in staat is leugens te detecteren aan de hand van micro-expressies – een wenkbrauw die de verkeerde kant uitgaat, een neushaar dat nogal ongelukkig recht gaat staan, een puist die openbarst. Interessante stuff, maar een mens wordt er op den duur zo paranoïde van dat hij zichzelf voor elk gesprek met zijn lief een botoxshot zou willen toedienen. Meer valt er over het eerste seizoen helaas niet te zeggen. De premisse is boeiend en Roth (beter bekend als Pumpkin uit Pulp Fiction) is uitstekend. Probleem is echter dat er in de dertien afleveringen van het eerste seizoen weinig bijzonders gebeurt. Oké, er worden telkens twee misdaden opgelost. Lie to Me is CSI met gedragspsychologen. Ontspannend, maar niet genoeg om er onze slaap voor te laten. Een paar extra verhaallijnen en vooral ook interessantere nevenpersonages zouden een wereld van verschil kunnen maken. Misschien zit dat er in het tweede seizoen (straks op 2BE) ook in. Mekhi Phifer, die in het eerste seizoen enkel in de twee laatste afleveringen 62
opduikt, vervoegt dan definitief de cast. Met opgemerkte rollen in onder meer Clockers, 8 Mile, de amusante remake van Dawn of the Dead en – hey, a man’s gotta make a living – ER mag hij zich stilaan een van de succesvolste zwarte acteurs van zijn generatie noemen. Hoe goed kun je intussen zelf liegen? (Lacht) Niet goed genoeg om al mijn pokerspelletjes te winnen. Maar ik hoop dat ik nog een paar seizoenen krijg om daar verder aan te werken. Ik leer echt veel over hoe mensen zich gedragen – wanneer ze zitten te liegen of iets proberen te verbergen. Het is ook boeiend dat we allemaal dezelfde micro-expressies maken als het op bepaalde gevoelens aankomt – ongeacht onze leeftijd, afkomst of huidskleur. Wat is de grappigste leugen die je ooit hebt verteld? Ik heb ooit eens een limousinechauffeur flink voor de gek gehouden. De man moest me in New York op de luchthaven komen oppikken en hij had gezien dat heel wat mensen mijn handtekening vroegen en met mij op de foto wilden. Hij vroeg me waar ik dat aan verdiend
had en ik zei hem dat ik een architect was. “Wie wil er nu met een architect op de foto staan?” Ik zei hem dat ik zowat alle gebouwen in de buurt van Madison Square Garden had ontworpen. De man was enthousiast en we hebben ongeveer anderhalf uur over architectuur zitten praten. Man, was ik blij dat ik het eens over iets anders dan acteren kon hebben. Is een acteur per definitie een leugenaar? Ik mag hopen van niet! (Lacht) Ik probeer nooit te liegen; ook niet wanneer ik aan het acteren ben. Acteren is een kwestie van inlevingsvermogen, en het is toch niet omdat je je in iemands situatie probeert in te leven dat je aan het liegen bent. Maar misschien ben ik niet de persoon om die vraag te beantwoorden. Ik heb nooit een acteursopleiding gevolgd. De dag dat we Clockers (een uitstekende politiefilm van Spike Lee, red.) zijn beginnen draaien, was mijn eerste dag als acteur. Krankzinnig, ik weet het, maar misschien is dat ook mijn geluk geweest. Ik had enorm veel zelfvertrouwen én ik werd niet gehinderd door een opleiding. Spike zei me wat ik moest doen, en ik deed het gewoon. www.apollo.be
Steven Tuffin
THE SOLOIST JOE WRIGHT (VS, 2009)
THE CHASER NA HONG-JIN (Zuid-Korea, 2008)
Met Robert Downey Jr, Jamie Foxx & Catherine Keener
Met Kim Yoon-seok & Ha Jeong-woo
Voormalig video- en reclamefilmer Joe Wright specialiseert zich in het soort prestigeadaptaties dat decennia geleden volle zalen lokte, maar nu een beetje verloren loopt tussen al die gigantische CGI-spektaktels die de multiplexen overheersen. Zoals deze op papier potentiële Academy Award-favoriet, die na een onhandige bioscooprelease in de Verenigde Staten de Belgische zalen zelfs niet haalde. Na Jane Austen-bewerking Pride and Prejudice en bestsellerinterpretatie Atonement geeft Wright nu zijn filmische draai aan een boek dat L.A. Times-journalist Steve Lopez schreef over zijn ontmoetingen met schizofreen en dakloos cellowonder Nathaniel Ayers. Robert Downey Jr. en Jamie Foxx mikken met hun doorleefde acteerprestaties duidelijk op Oscargoud en je moet al heel cynisch zijn om niet mee te leven met de perikelen van de tragische muzikant. Wrights hypergepolijste mise-en-scène doet ons echter luidkeels “Dit is niet meer dan klatergoud waard!” brullen. Vanaf 29/4 uit op dvd.
Laat het aan een Zuid-Koreaanse filmmaker over om na Memories of Murder, Oldboy en The Host alweer aan te tonen dat er niks boven duizelingwekkend degelijke genrecinema gaat. Na Hong-jin concentreert zich in zijn eerste langspeelfilm op het relaas van een voormalige flik die aan de kost komt als pooier. De man zit in de rats omdat zijn meisjes stuk voor stuk in rook opgaan. Door een stom toeval ontdekt hij wie er achter de verdwijningen zit, maar zijn ex-collega’s kunnen niets doen tussen het drietal maakt hen onmiddellijk tot dierbare vrienden, de stotterende stop motion maakt het geheel grappig én aandoenlijk, en het onnozele brabbeltaaltje zou zelfs de meest overtuigde flamingant charmeren. Op verhalend niveau stelt het allemaal niet veel voor, maar de opeenstapeling van van de pot gerukte situaties – Paard die danslessen volgt, Cowboy die geen vijftig maar vijftig miljoen bakstenen bestelt en het opduiken van een mechanische pinguïn – doen ons dat ene gebrek met de mantel der liefde bedekken. Vanaf 7/4 uit op dvd.
PANIEK IN HET DORP STEPHANE AUBIER & GUILLAUME MALANDRIN (B, 2009)
Met Stéphane Aubier, Bruce Ellison & Benoît Poelvoorde
Surf snel naar apollo.be en maak kans op één van de vijf dvd's van Paniek in het dorp.
De makers van The Matrix en V for Vendetta blazen vechtfilms nieuw leven in met dit slaande succes. De Koreaanse popster Rain spelt de heldhaftige, dodelijke Raizo. Van kinds af aan getraind als ninja van de Ozunu-clan wordt hij achtervolgd door zijn medestrijders en hun dojomeester (vechtlegende Sho Kosugi)… en hij is op de vlucht met een Europol-agente (Naomie Harris), die het bewijs heeft dat de clan huurmoordenaars levert aan regeringen.
Het verhaal van de ninja: mythe, overlevering, training en strijd Een selecte groep bekende freerunners, gevechtskunstenaars en gymnasten brengt deze adembenemende en bloedige actie tot leven Hoe verander je een zanger/danser/acteur in een sterke ninja?
ENGLISH/ GERMAN/ ITALIEN
SDH
DEZE BLU-RAY DISCTM IS BEVEILIGD TEGEN KOPIËREN
Bonus Material/Trailer May Not Be SDH
99 min. Genre: Actie
[
WARNER BROS. PICTURES PRESENTS IN ASSOCIATION WITH LEGENDARY PICTURES AND DARK CASTLE ENTERTAINMENT A SILVER PICTURES PRODUCTION IN ASSOCIATION WITH ANARCHOS PRODUCTIONS “NINJA ASSASSIN” RAIN NAOMIE HARRIS DIRECTOR OF MUSIC EDITED PRODUCTION EXECUTIVE BY ILAN ESHKERI BY GIAN GANZIANO JOSEPH JETT SALLY DESIGNER GRAHAM ‘GRACE’ WALKER PHOTOGRAPHY KARL WALTER LINDENLAUB, ASC, bvk PRODUCERS THOMAS TULL JON JASHNI STEVE RICHARDS PRODUCED STORY SCREENPLAY DIRECTED BY MATTHEW SAND AND J. MICHAEL STRACZYNSKI BY JOEL SILVER ANDY WACHOWSKI LARRY WACHOWSKI GRANT HILL BY MATTHEW SAND BY JAMES MCTEIGUE Soundtrack Album on New Line Records
www.warnerbros.nl FILM*
www.warnerbros.be
1080p High Definition 16x9 2.4:1 DTS-HD Master Audio: Engels 5.1, Dolby Digital: Duits 5.1, Spaans 5.1, Italiaans 5.1, Engels 2.0 Audio Descriptive Service Ondertiteling: Nederlands, Duits, Italiaans, Spaans, Portugees, Fins, Deens, Zweeds, Noors, Koreaans, Cantonees, Chinees (Film en bepaalde Extra’s)
BONUS*
Kan Standard Definition zijn. Audio & ondertiteling kan variëren.
Ninja Assassin © 2009 Warner Bros. Entertainment Inc., Legendary Pictures and Dark Castle Holdings, LLC. Package Design & Supplementary Material Compilation © 2010 Warner Bros. Enterainment Inc. All rights reserved. DTS-HD Master Audio™ is a trademark of DTS, Inc. “Dolby” and the d symbol are trademarks of Dolby Laboratories Licensing Corporation. Warner Bros. Entertainment Inc. is niet verantwoordelijk voor de toegang op welke website dan ook of zijn inhoud. Marketed and distributed by Warner Home Video Benelux, a division of Warner Bros. Entertainment Nederland B.V. *Voor het weergeven van de vermelde beeldresoluties en audiostandaarden en indien van toepassing, de extra’s, is geschikte audiovisuele apparatuur noodzakelijk. Voor weergave is een Blu-ray Disc speler vereist. Kijkervaring kan variëren afhankelijk van de capaciteiten en performance van de speler. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de website van uw speler voor meer informatie. DIGITAL COPY: inclusief Standard Definition Digital Copy™ van de film bij aankoop van dit product. Extra’s niet inbegrepen. Aanbieding loopt tot 7 april 2011. Ga voor de gebruikersvoorwaarden naar wbdigitalcopy.com/terms. Systeemeisen: alleen compatibel met Windows Media®. Mogelijk niet compatibel met alle draagbare apparaten. Niet compatibel met iTunes of met Macintosh en iPod-apparaten. De klant moet in Nederland of België wonen en een breedband internetverbinding en een dvd-romdrive hebben. PC-eisen: Windows® XP Service Pack 2 of later of Windows Vista® or Windows 7 ®, Internet Explorer® 6.0 of hoger, meest recente versie van Windows Media® Player, meest recente versie van Adobe® Flash® Player en meest recente versie van Adobe® AIR™. Opmerking: PC-eisen zijn onderhevig aan wijzigingen. De software van zowel Adobe als Microsoft heeft aanvullende systeemeisen.
1000149812
NIET VOOR VERHUUR
Deze Blu-ray is goedgekeurd voor doorverkoop aan Uitsluitend particuliere huishoudens. Ter beschikking Stelling of gebruik voor commercieel gebruik, daarbij Inbegrepen verhuur, is uitdrukkelijk verboden en kan Leiden tot civielrechtelijke aansprakelijkheid.
5000077363
Vergeef ons onze desinteresse, maar we hebben de tv-versie van dit Waals animatiefenomeen nooit een echte kans gegeven. Cowboys en indianen zijn nooit onze favoriete personages geweest, de krakkemikkige animatie deed eerder gênant aan en het simplistische Frans werkte al snel op de zenuwen. “Wat waren wij verkeerd!” is wel het minste wat je kan zeggen na het bekijken van het eerste langspeelfilmavontuur van Paard, Indiaan en Cowboy, het onafscheidelijke trio dat samen een huisje betrekt in een klein dorpje. De interactie
www.apollo.be
NINJA ASSASSIN JAMES MCTEIGUE (VS, 2009)
Met Rain, Naomie Harris & Ben Miles
Al in de openingssequentie van de eerste aflevering van de The Matrix-trilogie werd duidelijk dat de broers Wachowski hun ninjaklassiekers koesteren. Dat ze nu een rechttoe rechtaan ode aan dit in de eighties superpopulaire subgrenre brengen, hoeft daarom niet te verbazen. Dat ze er op geen enkele moment in slagen om de epische grandeur die ze ambiëren daadwerkelijk te bereiken, dan weer wel. Ligt het louter aan de gebrekkige regiecapaciteiten van hun voormalige second unit director James McTeigue, die de actiesequenties vaak herleidt tot chaos? Nee, want zijn comicadaptatie V for Vendetta konden we flink smaken. Het zijn vooral de ondermaatse acteerprestaties
zonder harde bewijzen. Toeval is het trefwoord in dit superspannend kat- en muisspel. De film is opgebouwd rond een maalstroom aan ‘net niet’- en ‘net wel’-momenten die iedereen in een nagelbijtende zenuwpees veranderen. De uitgepuurde beeldvoering, het morele moeras waarin het verhaal is gesitueerd en het fantastische spel van hoofdacteur Kim Yoon-seok – wiens protagonist net niet als een complete idioot wordt opgevoerd – resulteren in een beestige brok B-pret. Nu uit op dvd. Surf snel naar apollo.be en maak kans op één van de vijf dvd's van The Chaser.
van de nevencast en het eendimensionale script van Changeling-scribent J. Michael Straczynski die de impact verzwakken. Waaraan het zeker niet ligt? De charismatische vertolking van de Koreaanse popster Rain als de uit een ninjaorde gevluchte wraakengel en de waanzinnige wervelwind aan digitaal bewerkte geweldballetten. Bovendien is dit zonder twijfel de bloederigste Hollywoodprent sinds The Passion of the Christ. Vanaf 6/4 uit op Blu-ray & dvd.
The IT Crowd – Version 2.0 Graham Linehan (VK, 2007) Met Chris O’Dowd, Richard Ayoade & Katherine Parkinson
Na The Office leek het kantoorleven volledig kaalgeplukt als inspiratiebron voor een comedyserie. Maar het Britse The IT Crowd vond toch nog een morzel inspiratie in een uithoek van het bedrijfsleven. Sinds eind jaren ’90 heeft elke onderneming een bijzonder ras sociaal gehandicapte werknemers: de IT’ers. The IT Crowd steekt de bebrilde en slecht geklede computerlovers weg in de kelder van een multinational waar ze ongestoord (en ongegeneerd) hun nerdy zelf mogen zijn. De reeks is geenszins bedoeld voor wie kickt op de nieuwste editie van Linux of vlot html praat – de makers combineren het pijnlijk herkenbare kantoorsurrealisme van The Office met de anarchistische onzin van The Young Ones. Van billenkletsende hilariteit is geen sprake, maar dit uiterst korte zesdelige seizoen van The IT Crowd bracht ons wel een paar keer goed aan het lachen, wanneer de wereldvreemde geeks samen naar een gay musical trekken of terechtkomen bij een Duitse kannibaal. (Stijn Van Kerkhove) Nu uit op dvd.
63
Boeken
Bill Drummond: “Ik daag graag het noodlot uit”
TE KOOP: $20,000
© Tracey Moberly
$20,000 is het nieuwe boek van muzikant, svengali, agent provocateur, conceptueel kunstenaar, cultuurfilosoof en good bloke Bill Drummond. Na een woelige carriere in de muziekbusiness legt hij zich toe op heel erg hard nadenken, het tot de bodem uitwerken van concepten en het minutieus opschrijven van heel dat proces. 64
www.apollo.be
Sid Meuris
“The KLF have left the music business!” Met dat statement sluit Bill Drummonds band in 1992 een chaotische performance op de Brit Awards af. Bij de afterparty gooien ze nog een dood schaap op de rode loper. Diezelfde dag worden alle platen van succesband The KLF uit de catalogus geschrapt. Drummonds afschuw voor het circus zit diep.
muziek die opgenomen is, mij momenteel nog amper interesseert – het is een stervende kunstvorm, een overschotje van de 20ste eeuw – zal mijn interesse in muziek nooit overgaan. Dat heeft geleid tot wat ik aan het verkennen ben met The 17. Door het opgeven van de gedachte dat muziek iets is dat je moet beleven door middel van opgenomen media, kan ik me op een andere wijze met muziek bezighouden. Kunst noch muziek kunnen mij nog irriteren. In het algemeen negeer ik ze. Slapeloze nachten veroorzaken ze niet.
Het is nochtans een fascinerende carriere. Eind jaren 70 is hij gitarist in punkband Big In Japan (met Holly Johnson en Budgie van Siouxsie), die split nadat een petitie tegen hen 14.000 handtekeningen verzamelt. Daarna wordt hij een ongebruikelijke manager voor The Teardrop Explodes en Echo & the Bunnymen. Zo laat hij Echo optreden op quasi onbereikbare plaatsen, die op een landkaart konijnenoren vormen. In 1987 begint hij met Jimmy Cauty de rapband The Justified Ancients of Mu Mu. Met chaos en situationisme in het achterhoofd gebruiken ze de hele popgeschiedenis als materiaal. Als ABBA niet kan lachen om samples van Dancing Queen, moeten alle exemplaren van het album 1987 (What the Fuck Is Going on) vernietigd worden. Na een hitsingle als The Timelords schrijven ze The Manual (How to Have a Number One the Easy Way). Als stadion-houseband The KLF scoren ze monsterhits. Zodoende worden ze omarmd door een business waarvan Drummond is beginnen walgen - hij pleegt nog liever hara kiri. Met The K Foundation storten ze zich op het moderne kunstwereldje. Satirische mediacampagnes en geklooi met geld eindigen in het verbranden van één miljoen pond; een heethoofdig en vergaloppeerd project, waar Drummond zelfs een beetje spijt van heeft. Zijn muziekpassie uit hij tegenwoordig met The 17, een lijvig boek en een koor met steeds 17 andere leden, die eenmalig optreden zonder publiek en de opname na beluistering vernietigen. Want tabula rasa is zijn ding. $20,000 is de pocketversie van het boek How to Be an Artist – dat enkel in beperkte oplage verkrijgbaar was in kunsthandels – over een lopend project waarbij hij een foto van kunstenaar Richard Long in 20.000 stukken snijdt. Die stukken verkoopt hij voor een dollar, geld dat hij in IJsland wil begraven. Bill Drummond interviewen is een concept op zich. Je wordt doorverwezen naar het Ask Four Questions-project, dat loopt tot hij honderd vragen beantwoord heeft, waarna hij nooit nog een interview moet geven. Na het sturen van vragen over zijn verleden, hopend op fijne anekdotes en inzicht in de man, volgt als antwoord dat hij vragen wil die enkel in 2010 gesteld kunnen worden. Op nieuwe vragen volgt gelukkig een ellenlange uitleg. Is $20,000 een kritiek op de moderne kunstwereld? Waarom maak je je daar zo druk
www.apollo.be
over, als je muziek zonder probleem de rug toekeert? Het is geen kritiek, maar een exploratie van mijn band met wat hedendaagse beeldende kunst genoemd wordt. Kunst is een allesomvattend deel van mijn leven sinds ik op mijn zeventiende naar de academie ging. Na veertig jaar schommel ik nog steeds tussen alles willen wegvegen en acceptatie dat het het enige is dat belangrijk is voor mij, het enige waar ik ‘s morgens voor opsta, het enige waar ik serieus over kan nadenken. Het is een drang die even groot is als die om te neuken of eten. Het feit dat ik niet kan tekenen of schilderen, is uiteindelijk goed gebleken. Doordat ik in niks echt uitblink – muziek, schrijven, bedenken – heb ik de vrijheid gekregen om een ander soort artiest te worden. Wat voor soort artiest is moeilijk te definiëren en daarom twijfel ik wel eens aan de waarde van wat ik doe. Maar ik heb nog nooit getwijfeld aan mijn behoefte om te doen wat ik doe. Ik heb mezelf nooit als muzikant of als een deel van de muziekbusiness beschouwd. Ik kan wat akkoorden spelen en een song creëren, en dat was genoeg voor mij. Ik droomde er nooit van om rockster te worden, maar ik heb het soort brein dat popmuziek kan ontleden en uitvissen waarom iets werkt. Als kunstenaar gebruikte ik de muziekbusiness als mijn canvas, doorheen de verschillende rollen die ik gespeeld heb: als gitarist van Big In Japan, als manager van Echo & the Bunnymen, of als de helft van The KLF. Hoewel
Zijn je boeken enkel concepten? Zijn woorden een noodzakelijk kwaad of ervaar je ook literair genot? Schrijven is altijd een strijd. Ik moet mezelf streefdoelen opleggen om iets op papier te krijgen. Om de zoveel woorden beloon ik mezelf met een kopje thee. Toen ik negentien was en stopte met schilderen, wilde ik mijn leven wijden aan het schrijven. Alles meemaken wat het leven te bieden heeft en dat dan gewoon opschrijven, dat leek me wel makkelijk. Maar hoewel ik miljoenen woorden geschreven heb en redelijk wat boeken publiceerde, beschouw ik mezelf niet als schrijver. Ik ben erg beïnvloed door Jack Kerouac en Henry Miller. Hun levens waren kunstwerken; wat ze schreven was verslaggeving. Dat is uiteraard een verschrikkelijke simplificatie. Ze gebruikten het schrijven om hun leven te onderzoeken. Om de tijd en plaats waarin ze leefden, beter te begrijpen. Dat is ook waar ik het altijd voor gebruikt heb. Wat betreft die concepten pleit ik schuldig. Een boek maken is voor mij het onderzoeken van een idee. Soms weet ik zelfs niet wat dat idee precies is voor ik het begin te onderzoeken. Maar ik moet toegeven dat ik wel een basisidee heb voor alle boeken die ik wil schrijven voor ik sterf. In mijn kast staat een rij notitieboeken. De pagina’s zijn leeg, maar op elke kaft staat een titel. Ik hou ervan om het noodlot uit te dagen. Er volgde nog een postscript: “Ik heb je eerste vragen nog eens herlezen, waar ik eerder zo uit de hoogte over deed. Vandaag bekijk ik ze helemaal anders en zou ik ze beantwoord hebben, zonder al die ‘dat hadden ze twintig jaar geleden ook kunnen vragen bollocks’. Ik vind het zelfs spijtig, want nu krijg ik nooit nog de kans om over die Big In Japanpetitie te schrijven; die ik overigens zelf mee ondertekend heb.” Op een bericht dat hij alsnog mocht antwoorden, ging hij niet in. Als Bill Drummond zich in een concept vastbijt, laat hij niet los. Zijn volledige uitleg is na te lezen op de website www.penkilnburn.com. Over & out. ‘$20,000’ verschijnt bij Beautiful Books en telt 156 pagina’s.
65
Games
Dimitri Dewever
God of War III
© Sony Computer Entertainment America Inc.
TI-TAAN-TOVENAAR
Het wereldwijd met awards overladen God of War waarin de Spartaanse opperkrijger Kratos wraak neemt op het voltallige Griekse godenrijk dat hem verraden heeft, bereikt met het derde deel zijn epische sluitstuk. En ja, ook Apollo speelt mee. Het eerste God of War-spel op de PlayStation 3 is meteen ook het allerlaatste als we de spelmakers mogen geloven. Ze zijn klaar met de franchise en zullen naar eigen zeggen niet in de val trappen van de uitmelkerij. Grafisch is dit derde deel zonder meer het knapste. Het vlijmscherpe level design in hoge definitie tovert een bombastische spelwereld op het scherm die hondsbrutale actie rijmt met breinkrakende puzzels, en dit alles in een decor van Griekse mythologie. Kratos bestijgt samen met de titanen de Olympische berg om Zeus voor eens en voor altijd van zijn sokkel te sleuren. Op zijn pad van vernieling zwemt hij door Styx, daalt hij af naar de onderwereld, onthoofdt hij de driekoppige Cerberus, steelt terloops de pijl en boog van Apollo (kerel!), doorklieft op sappige wijze Hades, beleeft seksuele avonturen in het rijk van Aphrodite, hakt de hand af van Gaia (rustig, Michel) en meer van dat fraais. De meer dan tien uur durende game is één grote rit op een denderende rollercoaster die nergens stilvalt en de ene looping na de
66
andere maakt. We hebben met argusogen gezocht naar minpunten of onvolmaaktheden, maar konden op enkele milde herhalingen in de gevechten, niets substantieels vinden om het spel op af te rekenen. De les Griekse geschiedenis was dankzij God of War III nooit zo levendig. De bloederige knokpartijen en weinig verhullende seksuele referenties maken het wel enkel geschikt voor 16-plussers.
Apollo sprak met Adam Puhl en Chris O’Neill, senior gamedesigners achter God of War III. Het is overduidelijk dat de makers van Dante’s Inferno (zie Apollo 2) de God of War-reeks als voornaamste inspiratiebron gebruikt hebben. Maakt dit jullie boos, of zijn jullie gevleid? PUHL: Inspiratiebron, dat is nog licht uitgedrukt! Het is niet onbegrijpelijk dat de
concurrentie inspiratie komt halen bij onze reeks, dus ergens zijn we wel gevleid. Maar toch vind ik dat ze te dicht bij God of War gebleven zijn. Ze hadden de formule kunnen toepassen op iets nieuws, er verder mee wegstappen, maar dat hebben ze niet gedaan. Dat stoort me. Wat is voor jullie, buiten de overduidelijke verbetering van het grafische gedeelte, de belangrijkste vernieuwing in God of War III? O’NEILL: Voor mij zijn dat zonder twijfel de titanen waar we volledig dynamische levels voor gebouwd hebben. De mogelijkheid om missies te vervolledigen op de rug van kolossale wezens is technisch gezien een ontzettend veeleisende opdracht voor de hardware en is nog nooit eerder gedaan in om het even welk spel. De fysicaberekeningen die dit mogelijk maken, zijn momenteel dan ook enkel mogelijk op de geavanceerde processor van de PlayStation 3.
www.apollo.be
idee #9350//
©funcifungi //light & table treewear © addictlab.com
Een bezoek aan het stadsbos moet méér beleving zijn.
groenlab.com an addictlab.com labresearch project
En welke stadsgroen ideeën heb jij?
addictlab.com global creative think tank
TM
TOO MANY COMPILATIONS Wie koopt nog mixcompilaties? U weet wel, kant-en-klaar geserveerd dansvertier op één schijfje vol stevige beats, aan elkaar geplakt door draaitafelspecialisten. Hun houdbaarheidsdatum wordt gekortwiekt door snel evoluerende trends, hun bestaansreden ingehaald door breedbandinternet en de shuffleknop van uw iPod. Zonde, want een goede mixcompilatie vertelt net als een goed boek of boeiende film een verhaal. Ter illustratie; tien titels die meer zijn dan een verzameling wijsjes ter meerdere eer en glorie van de dj.
TRY TO FIND ME VOL. 2 JUSTIN VANDERVOLGEN (Golf Channel, 2009)
Er bestaan nog vrijbuiters die de platgetreden paden ontwijken en zich vanuit het struikgewas op de verzadigde markt storten. Justin Vandervolgen bijvoorbeeld, bekend van !!! en Out Hud. Vintage house, gemuteerde disco en alles daar tussenin is zijn dada. Uitvoerders en titels houdt de man lekker voor zichzelf, de hoes maakt slechts melding van tracks als Uh Yeah, Of Course…That One en Better Midlands. Echte vinyljunks bedekken het label van hun waar, de kick zit ’m in de jacht én de trofee.
ESSENTIAL MIX 98/01 DAVID HOLMES (FFRR, 1998) Voor David Holmes in Hollywood soundtracks ging bricoleren (zie Out Of Sight en Ocean’s Eleven) was de Ier een spilfiguur in de Britse elektronica. Holmes is een crate digger, een muzikaal archeoloog die kickt op exotisme en met uitsterven bedreigde singletjes. Zijn bijdrage aan de Essential-reeks van BBC Radio, de Britse voorloper van Hang The DJ op Stubru, bulkt van de cultklassiekers: Franse psychedelica, Bollywood, funky turntablism en
68
een geflipte folkrockcover van Stevie Wonders Higher Ground. Wat wil een mens nog meer?
MIXED UP IN THE HAGUE 1&2 I-F (Panama Records, 2000)
knutselde Liam Howlett van The Prodigy al een hallucinante mixtape ineen. Een greep: Digital Underground, Sex Pistols, The KLF, Jane’s Addiction, Jimmy Castor Bunch, The Charlatans, Run DMC, Barry White en The Chemical Brothers. In totaal vijftig tracks, afgeklokt op 51 minuten en 21 seconden! Grandmaster Flash mag trots zijn.
DJ KICKS PLAYGROUP (!K7, 2002)
De bedragen waarmee italo-discoschijven van platenkast wisselen, zijn krankzinnig. Maxisingles voor 100 à 200 euro? Moet kunnen! De man aan wie we dat te danken hebben, heet Ferenc van der Sluijs, oftewel I-F. Met Mixed Up In The Hague zette hij eerder dan wie ook de discorevival in gang. Deze erg strakke en zonder vangnet opgenomen set lijdt geen seconde onder het in het italowereldje bangelijk hoog kitschgehalte. Toen Morgan Geist de mix uit Den Haag ontdekte, vond de discodon van Metro Area zijn roeping.
THE DIRTCHAMBER SESSIONS VOL. 1 THE PRODIGY PRESENTS (XL Recordings, 1999)
Vier jaar voor 2manydjs met As Heard On Radio Soulwax, Pt. 2 de lat in één klap enkele meters hoger legde en de hele wereld aan het bootleggen en mash-uppen sloeg,
CJ Bolland verbond in 1995 als eerste zijn naam aan DJ-Kicks. Onder meer Carl Craig, Tiga en Erlend Øye traden met verve in zijn voetsporen, maar Playgroup steekt er met krullenkop en schouders bovenuit. Op Trevor Jacksons cv stond al labelbaas, grafisch designer, promotor en producer. Met deze eigenzinnige selectie mocht de
www.apollo.be
Jonas Boel
Iedereen is dj, dus is de mixcompilatie op sterven na dood. MP3-blogs en de shuffleknop van uw iPod graven hun graf. Apollo zocht en vond tien overlevers.
beruchte brompot daar ook trendzetter aan toevoegen. Jonge honden die aan het begin van dit millennium inspiratie zochten in het niemandsland tussen disco, new wave en funk, verzoenen zich met de vergeten pioniers. Zo delen The Rapture, Zongamin en Metro Area broederlijk de affiche met Bobby O., Material en The Human League. Handleiding bij een herboren subcultuur.
Let wel, met de gecommercialiseerde variant van new beat heeft Serie Noire niks vandoen. Géén Confetti’s, wel zinderende mechanica van Blancmange, A Split Second, Snowy Red en Liaisons Dangereux. Knap staaltje muzikaal patriottisme.
DJ Records. Bij Sleepwalk dutten we in maar dat is de bedoeling, denken we. Een ambientcompilatie zonder ambient. Lounge zonder pluche. Het is slaapwandelen on the edge. Uw gidsen: Arthur Russell, Karen Dalton, Tuxedomoon, Duke Ellington, Chris & Cosey en Lee Hazelwood.
COSMIC – THE ORIGINAL DANIELLE BALDELLI (Mediane, 2007) COSMIC GALACTIC PRISM PRINS THOMAS (Eskimo Recordings, 2007)
Grootmeester, peetvader, pionier, grondlegger. De eretitels van Daniele Baldelli liegen er niet om. ‘Il Maestro’ begon in 1969 met plaatjes draaien en maakte eind jaren zeventig furore in de Cosmic-club aan het Gardameer. Disco, synthpop en new wave gekleurd met fusion, reggae en Afrikaanse percussie - de hele rimram door elkaar, al dan niet op het foute toerental. Zijn unieke stijl werd een keurmerk: cosmic disco. Mixtapes van de intussen 57-jarige maar nog steeds meedraaiende Baldelli vinden via het internet hun weg naar een nieuw publiek en klinken, net als deze officiële compilatie, nog even radicaal als 30 jaar geleden.
SERIE NOIRE 1 & 2 THE GLIMMER TWINS (Eskimo Recordings, 2002)
The Glimmers, toen nog een twee-eiige tweeling, schrijven het definitieve testament van de new beat. De nachtveteranen uit Gent zetten hun eerste stapjes achter de discobar toen Boccaccio the place to be was. Het episch centrum van de clubcultuur lag toen heel even in België, de internationale muziekpers keek met hoge ogen naar het excentrieke schouwen klankspel langs Vlaamse binnenwegen.
www.apollo.be
Prins Thomas, de enige echte opvolger van Baldelli. Voor de partner-in-crime van Lindström begint het woordenboek bij ‘eclectisch’, al wat volgt, is zuiver vakmanschap. Timing is everything. Net als zijn Italiaanse voorvader turnt de sympathieke Noor de meest middelmatige dancetracks in zijn muzikaal labyrinth om tot smakelijk dansvoer. Een mixcompilatie van Thomas is als een lounge chair van Charles en Ray Eames: hij overstijgt tijd, ruimte en persoonlijke smaak.
SLEEPWALK A SELECTION BY OPTIMO (ESPACIO) (Domino, 2008)
A MONSTROUS PSYCHEDELIC BUBBLE 1 & 2 - THE AMORPHOUS ANDROGYNOUS (Platinus, 2008)
Een rondje psychedelica op kosten van The Future Sound Of Londen. Een potpourri van nieuw- en oudbakken geestverruimende rock, folk, jazz, funk en soul. Ook zonder de hulp van opiaten gaan we uit de bol wanneer het hippievolkslied Lay Down van Melanie naadloos aansluit bij de noiserock van Holy Fuck of als Animal Collective de vrije liefde bedrijft met de psychedelische soul van Grover Washington Jr. Noel Gallagher van Oasis noemde deel één van A Monstrous Psychedelic Bubble zijn ‘favoriete plaat ooit’ en verzocht het koppel alchemisten om een remix van Falling Down, te vinden op deel twee.
We gingen in trance bij hun Psych Out op Eskimo Recordings, geraakten in ademnood bij How To Kill The DJ (Part Two) op Kill The
69
Column
Olivier Van den Broek
L.A. Confidential
"I like my whiskey old and my women young." Los Angeles, 1942. Bovenop een heuvel in Mulholland Drive staat een mysterieuze villa waarover de kleurrijkste verhalen de ronde doen. Er zou een arena voor hanengevechten zijn en de muren zouden met zwart zijde bekleed zijn. Op de salontafels zouden er geladen pistolen liggen, en in elke slaapkamer zouden er strategisch spiegels zijn aangebracht, zodat gasten elkaar kunnen bespieden. Dag en nacht beklimmen acteurs, prostituees, zakenlui en maffiosi de heuvel om de legende van het huis te ontdekken. De eigenaar van dit stulpje? Acteur Errol Flynn, die het dankzij zijn hoofdrol in The Adventures of Robin Hood van Michael Curtiz tot Hollywoods golden boy had geschopt. Flynns moto? “I like my whiskey old and my women young.” Het is slechts een kwestie van tijd vooraleer de arm der wet een einde maakt aan Flynns levenswandel en zijn acteercarrière verwoest. Een Europees diplomaat onderneemt als eerste een poging om Flynns schandaalwoning te onderzoeken. Incognito meldt de brave ambtenaar zich bij zonsondergang bij
70
de hoofdingang aan. Hij voelt een lichte opwinding in zijn keel. Als hij dit tot een goed einde brengt, wacht hem een stevige promotie. De deur wordt geopend door een blonde schoonheid. Ze draagt geen kleren, tenzij je een schortje en schoenen onder de noemer “kleren” kan catalogeren. Ze gebiedt de ambtenaar om zich uit te kleden. Alles? Alles! Hij grinnikt. Poedelnaakt volgt hij de jongedame naar de feestruimte, waar de andere gasten reeds vertoeven. Dat belooft. Maar groot is zijn verbijstering wanneer Errol Flynn en zijn gasten allemaal in avondkledij aan tafel zitten. Hoongelach stijgt op. De ambtenaar druipt beschaamd af. Iets minder gemakkelijk komt de acteur ervan af wanneer de LAPD zich ermee gaat bemoeien en Flynn beschuldigt van seks met minderjarigen. Sinds wanneer bekommert de LAPD zich om het welzijn van minderjarigen? Sinds Jack Warner, chef van Warner Bros. en daarmee ook Flynns werkgever, achterloopt met het betalen van het maandelijkse smeergeld. En dus mag Errol Flynn zich verantwoorden voor de verkrachting van Betty Hansen (17) en Peggy Satterlee (15), twee snollen die de nacht van hun leven beleefden op de Sirocco, Flynns luxejacht. Het proces van de eeuw dient zich aan. Zelfs de Tweede Wereldoorlog wordt even
naar de Tweede Pagina van de krant verwezen. Zowel politie als Warner Bros. halen het groot geschut boven: grof geld, dure advocaten en valse getuigen. Maar Warner beschikt over een geheim wapen: Errol Flynn zelf. Voor de overwegend vrouwelijke jury, die Jack Warner heeft gekocht, doet Flynns schuld of onschuld er niet toe. Zijn charmes des te meer. Flynn zet een acteerprestatie neer, Robin Hood waardig. De vrouwen zwichten massaal. Even is er nog wat opschudding, wanneer blijkt dat Flynn tijdens het proces geregeld seks heeft met het zeventienjarige koffiemeisje van de rechtbank. But who cares; he’s a movie star! Alle vrouwen stemmen voor zijn onschuld. De mening van de mannelijke leden is overbodig. Na de vrijspraak gaat Warners publiciteitsploeg aan het werk. Uit het publiek staat een klein meisje op en overhandigt Errol Flynn een boeket bloemen. De ster pinkt een traan weg en verkondigt “My confidence in American justice is completely justified.” Binnen de week wordt Flynn gecast voor een patriottistische oorlogsfilm. Zijn succes bij de vrouwen was nooit zo groot. En de Engelse woordenschat is een spreekwoord rijker: “to be in like Flynn” betekent “erg succesvol zijn”, niet zelden met een seksuele bijklank.
www.apollo.be
cd selection by free record shop crookers tons of friends Crookers - ofwel het italiaanse Dj duo Phra and Bot - werken op hun nieuwste album Tons of Friends samen met enkele van hun favoriete artiesten. Hieronder heel wat grote namen als Kelis, Soulwax, Will.I.Am, Yelle, Rye Rye, Pitbull, Miike Snow en Roisin Murphy.
fanfarlo reservoir De opzwepende muziek en het aan David Byrne schatplichtig stemgeluid van Fanfarlo wisten onmiddellijk te bekoren ten kantore AB en Duyster. Zanger Simon Balthazar komt uit Göteborg, Zweden. Ander opvallend bandlid is de Belgische (jawel) Cathy Lucas, die zowel viool, zang & keyboard voor zich neemt!
balthazar applause Zoals veel gevestigde Belgische waarden begon de nog jonge carrière van Balthazar op Humo’s Rockrally, editie 2006. Daar veroverden ze niet onverdiend de publieksprijs, want het debuutalbum Applause van deze band is er meteen eentje om in te kaderen.
Het resultaat van al deze samenwerkingen is een eclectische kruisbestuiving tussen een club en “the club” alswaar coole hip house wordt geserveerd met dancehall rap en de hipste synthetische pop. Genre-overschrijdend en dus mogen Crookers zichzelf terecht tot Hip House pioniers rekenen.
Justin Finch (bas), Amos Memon (drum) en Leon Beckenham (trompet, toetsen) vervolledigen de groep. Hun vreemde mix van instrumenten (zingende zaag, klarinet, cello, mandoline, ukulele, melodica) maakt dat dit een band is om te horen en te zien. Hun debuut Reservoirs werd opgenomen in de US onder het goedluikend oog van producer Peter Katis (The National, Interpol).
k’s choiche echo mountain Na 7 jaar afwezigheid liet K’s Choice in 2009 voor het eerst opnieuw van zich horen op Dranouter. Het uitzinnige publiek kon enkel vaststellen dat de groep nog niets aan kwaliteit heeft ingeboet. Ook op het vijfde studioalbum Echo Mountain blijft de band
1 massive attack heligoland 2 white stripes under great white northern lights 3 admiral freebee the honey & the knife 4 fanfarlo reservoir 5 mintzkov rising sun, setting sun 6 balthazar applause
Na heel wat airplay op StuBru en enkele radiohits weet u ondertussen wel wat Balthazar in huis heeft. Als u daaraan toevoegt dat de band nog eens 3 jaar tijd gestoken heeft in de productie van ‘Applause’, hoeft het niet meer gezegd dat elke song perfect afgewerkt klinkt. Klaar voor uw platenkast!
7 temper trap conditions 8 david byrne & fatboy slim here lies love 9 vampire weekend contra 10 tom mcrae alphabet of hurricanes
al klassieke zang en piano en teksten schrijven is ook niet nieuw voor haar.
moeilijk in een bepaalde stijlhoek te duwen. Getuige hiervan is de keuze voor een dubbelalbum waarop de meer rock & popgerichte nummers op de eerste schijf werden verzameld, terwijl enkele bloedstollende harmoniën op de tweede CD terug te vinden zijn. Echo Mountain staat eigenlijk vol lekkers. De titelsong van de plaat is straight in your face K’s Choice rock ‘n roll zoals die hoort te zijn. ‘Let It Grow’ is meeslepende poprock van het allerhoogste niveau. Het bloedmooie ‘16’ kijkt nostalgisch terug naar een jeugd die nooit meer terugkomt maar warme herinnering blijft. Een heel leuke extra op de Free Record Shop versie van het album is de bonustrack ‘Show me how it’s done’.
album 10
lynn verlayne drifter Lynn VerLayne trok als twintigjarige Vlaamse zo’n 7 jaar geleden naar New York met niet meer dan wat kleren op zak. Haar missie: popmuziek maken. Op haar tiende studeerde Lynn
wil je een van de cd’s op deze pagina winnen? surf naar www.frs.be/apollo alle cd’s op deze pagina zijn beschikbaar in uw free record shop en op www.frs.be
Nu brengt ze haar debuutalbum Drifter uit en die titel dekt de lading. ‘Drifter’ gaat over die het voortdurend heen en weer geslingerd worden tussen haar geboorteland België en haar woonplaats New York. En over alle emoties die dat met zich meebrengt. Maar ook over hoop en liefde, verlies en verdriet. Op de plaat vind je een mooie mix van broze liedjes die de singer songwriter in Lynn naar boven halen en uptempo rocksongs waarin ze zich een bitch met ballen toont. Less is more, much more and much more to come!
Ed Templeton stelt tentoon in het S.M.A.K.
© Wouter Van Vaerenbergh
“Een kunstenaar? Moi?”
72
www.apollo.be
Ben Van Alboom
Orange County bracht niet enkel een onwaarschijnlijke guilty pleasure voort – het eerste seizoen van de tv-serie The O.C. is geweldig! Het gehucht ten zuiden van Los Angeles zette ook een artistiek zwaargewicht op de wereld: skater/fotograaf/schilder/whatever Ed Templeton. In het S.M.A.K. start deze maand de grootste overzichtstentoonstelling van zijn werk – ooit. “En ik ben nog niet eens halfdood!” Ed Templeton loopt al ruim een maand in Gent rond – enerzijds om de tentoonstelling The Cemetery of Reason te helpen opbouwen, anderzijds om er nog vlug een aantal nieuwe werken voor te maken. “Morgen ga ik verf kopen”, klinkt het begin maart in het vegetarische restaurant Lekker Gec aan het Sint-Pietersstation, voor hij bij de serveerster informeert of de mayonaise veganistisch is. Ze weet het niet zeker. Templeton dopt er zijn duim in en likt hem af. “En?”, vragen we. “Ik weet het niet. Ik proef geen verschil tussen gewone en veganistische mayonaise.” Gewone stervelingen zullen Ed Templeton hooguit kennen van het artwork van The Honey and the Knife, het recentste album van Admiral Freebee. De connectie? Templeton zit in de portefeuille van de Antwerpse Tim Van Laere Gallery, en Tim is de broer van Tom a.k.a. de Admiraal. Allemaal zeer tof natuurlijk, maar voor those in the know is Templeton meer dan de dude die onlangs een paar foto’s van Tom Van Laere heeft genomen. Alle respect voor Jeff Bridges, maar voor velen is Templeton gewoon The Dude – in the flesh. Alleen rookt hij niet. En hij drinkt niet. En hij is al bijna twintig jaar samen met dezelfde vrouw, met wie hij uitsluitend sla en wortelen, en komkommer eet. En dan nog is hij cooler dan Jeff Bridges in The Big Lebowski! De inmiddels 38-jarige Templeton begon zijn carrière als skater. Vraag hem vandaag wat hij doet, en hij zal – ondanks het feit dat je hem er niet meer toe in staat zou achten – nog altijd skater zeggen. “Ik vind het moeilijk om mezelf ‘kunstenaar’ te noemen”, zegt de man wiens werk het voorbije decennium in musea en galerijen in New York, Tokio en Madrid te zien was, en dat drie jaar geleden in Parijs de etalage van Colette, the mother of all concept stores, sierde. Voor zijn tentoonstelling in het S.M.A.K. werden twaalfduizend stukken overgevlogen – foto’s, tekeningen, schilderijen en sculpturen. “En toch krijg ik dat woord maar niet over mijn lippen.” Pech, want ik kon niet één zinnige vraag over skaten verzinnen. (Lacht) Perfect! Het is niet omdat ik in de eerste plaats skater ben dat ik over niets anders kan praten. Ik heb ook altijd geprobeerd om mijn leven als skater en mijn werk als kunstenaar wat van elkaar gescheiden te houden – voor mezelf, maar vooral ook voor anderen. In het begin zakte iedereen naar mijn tentoonstellingen af, in de hoop honderden skateboardfoto’s en boardontwerpen te zien. Natuurlijk zijn dat dingen die ik doe, maar er
www.apollo.be
is meer. Ik wil niet getypecast worden als de skater ‘die ook iets doet met kunst’. Het ene heeft niet noodzakelijk iets met het andere te maken.
“Als ik voorbij de douane moet, ben ik noch skater, noch kunstenaar. Dan zeg ik dat ik zakenman ben; daar kunnen ze zich tenminste iets bij voorstellen.” Zelfs niet een héél klein beetje? Natuurlijk wel. Skaten heeft mee bepaald wie ik ben, maar in tegenstelling tot wat velen graag willen horen, bestaat er niet zoiets als een skatekunstenaar. Toegegeven, er komen heel wat kunstenaars uit de skatewereld, maar eind jaren ’80 was skaten in de VS gewoon een manier om jezelf van de mainstream te onderscheiden – toch zeker waar ik vandaan kom. Punk was dood, er was nog geen internet, skaten was alles wat we hadden. Natuurlijk liepen er ook heel wat creatieve geesten in de scene rond, maar om alles wat ze sindsdien deden aan skaten toe te schrijven, lijkt me wat overdreven. Meer nog: de meeste skaters rookten wiet en speelden videospelletjes. Met kunst hielden ze zich totaal niet bezig. Trouwens, als ik voorbij de douane moet, ben ik noch skater, noch kunstenaar. Ik zeg dan altijd dat ik een zakenman ben; daar kunnen ze zich tenminste nog iets bij voorstellen. Je bent anders ook gewoon een zakenman: je bedrijf Toy Machine is een van de belangrijkste skateboardfabrikanten ter wereld, en van de merchandising (T-shirts, mutsen, caps, sokken) zul je ook wel niet arm worden. Gelukkig maakt dat van mij nog geen zakenman. (lacht) In het skatemilieu bestaat een gezegde: “The only thing that sucks about skateboarding is the skateboarding business.” Ik denk dat dat waar is. Ik zou minder van skateboarden zijn gaan houden, mocht ik mij de voorbije vijftien jaar langer dan een week met geldzaken hebben moeten bezighouden. Dat doet mijn zakenpartner; ik hou mij enkel bezig met de creatieve kant van de zaak, zoals het ontwerpen van de boards. Eerlijk: ik heb in mijn leven nog nooit iemand
moeten aannemen of ontslaan. Ik zou dat zelfs niet kunnen. Ik sta de douane dus maar wat voor te liegen: het laatste wat ik ben, is een zakenman. Je bent beginnen skaten op je dertiende. Was je toen al met kunst en fotografie bezig? Totaal niet. Pas toen ik vijf jaar later voor het eerst de VS verliet om in Europa aan een skatetoernooi deel te nemen, heb ik de smaak te pakken gekregen. ’s Avonds gingen de andere deelnemers altijd op café, maar dat stak mij al gauw tegen. Ik dronk niet, ik rookte niet, ik zat daar gewoon niets te doen. Ik heb dan maar, als wereldvreemde achttienjarige Amerikaan, al mijn moed bijeengeraapt en ben de stad gaan verkennen. We zaten in een of andere shit hole in Duitsland waar uiteraard geen musea waren, maar alleen al het feit dat je op straat standbeelden tegenkwam, was voor mij een openbaring. “Kunst in het openbaar?! Wow!” Dat klinkt misschien belachelijk, maar waar ik vandaan kom, moet je echt naar kunst op zoek gaan, om het dan nog altijd niet te vinden. Dus liever een boerengat in Duitsland dan Orange County? Ik heb in die periode ook grote Europese steden aangedaan, zoals Parijs. Ik heb er heel wat musea bezocht en de microbe te pakken gekregen. Toen ik terug thuiskwam, ben ik als een gek beginnen schilderen. Natuurlijk bakte ik er in het begin niets van – ik had nog nooit een verfborstel in mijn handen gehad, laat staan een penseel. Maar ik vond het belangrijk om zelf mijn skateboards te pimpen. Dat deden Chris Miller en Mark Gonzales ook, twee skaters die ik enorm bewonderde. Alleen zagen die van hen er een pak beter uit. (Lacht) Toen ik in ’93 Toy Machine oprichtte, was ik nog altijd maar een amateur. Ik herinner me mijn eerste advertentie: “Buy Ed Tempelton’s board – the one with the crappy graphics.” Kostte het je evenveel moeite om te beginnen fotograferen? Nee. Niet dat ik mezelf meteen als een grote fotograaf zag – toen ik er in ’95 mee begon, maakte ik veredelde toeristenfoto’s. Maar ik was het gewoon om voor skatemagazines gefotografeerd te worden, dus was het louter een kwestie van goed opletten en geregeld om advies vragen. Er was ook iemand naar wie ik ontzettend opkeek: Tobin Yelland. Hij nam niet alleen kiekjes van skaters in actie, hij fotografeerde ook de lifestyle. Alleen was hij zelf helemaal geen skater – hij kende er gewoon veel. Ik ben toen beginnen nadenken:
73
© Switn
“Als een outsider in staat is om zo’n knappe, intieme foto’s van het skatemilieu te nemen, tot wat zou iemand als mij niet allemaal in staat zijn?” Ik moest er louter op toezien om altijd en overal een camera bij de hand te hebben.
“Ik ben er de man niet naar om dertig miljoen dollar op te souperen.” Een deel van de tentoonstelling in het S.M.A.K. zal bestaan uit de reeks The Seconds Pass: foto’s van mensen, genomen vanuit de auto. Eigenlijk was het nooit de bedoeling om daar een reeks van te maken. Als professionele skater reisde ik veel doorheen de VS, en om de tijd te doden, was ik vaak foto’s aan het 74
nemen. Op een bepaald moment leg je die allemaal samen en, zonder dat je er ooit bij stil hebt gestaan, heb je een reeks gemaakt. In het S.M.A.K. zullen ze zoveel mogelijk naast elkaar hangen, om voor de bezoeker de illusie te creëren dat hij zelf ook doorheen de VS reist.
iedereen rondom mij. De meeste foto’s uit The Seconds Pass zijn overigens genomen, toen de auto stilstond – voor een verkeerslicht bijvoorbeeld. Dat moet iedereen voldoende tijd gegeven hebben om mij – desgewenst – in elkaar te timmeren.
Maar wat we eigenlijk wilden vragen ... Of ik aan het stuur van die auto’s zat? Nee, ik zat meestal aan de passagierskant. (Lacht)
Schetst de tv-serie The O.C. een accuraat beeld van Orange County? (Lacht) Er lopen zeker zo’n mensen rond en ik kan me voorstellen dat hun leven weinig verschilt van wat je in de serie ziet. Maar ik heb nooit zo’n vrienden gehad.
Ja, dat ook. Maar vooral: is het niet wat te makkelijk om mensen vanuit de auto te fotograferen? Stel dat iemand bezwaar zou maken, dan hoef je maar het gaspedaal in te drukken en je zit honderd meter verder. (Denkt na) Daar heb je gelijk in. De kans is kleiner dat je in elkaar geslagen wordt dan wanneer je iemand op straat zou fotograferen. Maar ik had er – eerlijk – nog nooit over nagedacht omdat ik me ook op straat nooit heb ingehouden om van iemand een foto te nemen. Ik neem gewoon foto’s van alles en
We hebben ons nochtans laten vertellen dat je goed bevriend met Hollywood-acteur Jason Lee, bekend van onder meer de comedyreeks My Name Is Earl. Dat hij daarin de hoofdrol speelt, zou je iets over zijn karakter en afkomst moeten zeggen. Vergeet ook niet dat hij bekend is geworden door in de films van Kevin Smith mee te spelen: Mallrats, Chasing Amy, Dogma. Nee, www.apollo.be
www.apollo.be
75
Š Wouter Van Vaerenbergh
© Switn
Jason is oké. Hij heeft evenveel voeling met Hollywood als ik. Niet veel, dus. Wist je dat ik ooit eens door Brian Grazer (de producent van The Doors, 8 Mile en American Gangster, maar ook The Nutty Professor en Angels & Demons, red.) ben uitgenodigd om over een skatefilm te praten? Ik denk dat hij toevallig op de opening van een van mijn tentoonstellingen was verzeild geraakt en een week later kreeg ik telefoon van zijn assistent om eens te komen praten. Het was een vreemd gesprek: hij heeft me twee uur lang op het rooster gelegd over de skatewereld, terwijl zijn assistent notities nam. Eigenlijk doet die man de ganse dag niets anders dan ideeën uit mensen zuigen – een culture vulture. (Lacht) Maar ik kan niet zeggen dat hij niet oprecht geïnteresseerd klonk. Hij vroeg me zelfs of ik zelf geen idee voor een film had en hoeveel geld ik daarvoor nodig zou hebben. Ik legde hem een idee voor en zei dat ik de klus met drie miljoen dollar zou kunnen klaren. Hij begon te lachen. “Als een film niet minstens dertig miljoen kost, begin ik er niet aan.” Hij heeft woord gehouden? Het is bij die ene meeting gebleven, ja. Maar daar was ik geenszins rouwig om. Ik ben er de man niet voor om films van dertig miljoen dollar te maken; dat interesseert mij niet. Ik denk bovendien dat heel wat mensen het mij niet in dank zouden hebben afgenomen.
© Switn
Reserveerde het skatemagazine Big Brother niet lange tijd een volledige pagina voor alle haatmail die het over jou ontving? De He-Man Ed Haters Club! Dat was een grap. Ze hadden ooit eens één brief toegestuurd gekregen – een giftige reactie op een of ander interview met mij. Je moet weten dat ik in de jaren ’90 meestal erg spannende jeans droeg, en dat ik in mijn leven flink wat penissen heb geschilderd. Volgens die kerel moest ik dus wel gay zijn, en dat kon niet, want skaters zijn heteroseksueel! De redactie, waar toen ook Jeff Tremaine (de bezieler van Jackass, red.) toebehoorde, vond die brief wel grappig en ze heeft hem ook gepubliceerd, samen met een oproep om nog meer haatmail in te sturen. De helft van die pagina hebben we elke maand zelf volgeschreven, maar er kwamen ook altijd een paar échte brieven toe. Later is gebleken dat die allemaal door dezelfde persoon waren geschreven – eveneens voor de grap. Hij kon het zelfs bewijzen: de namen van de briefschrijvers kwamen overeen met de namen van de personages uit een bepaalde film. My Own Private Idaho? The Adventures of Priscilla, Queen of the Desert? Shaving Ryan’s Privates? Euh, nee. Ik geloof dat het een klassieker was. Dat zijn klassiekers!
© Switn
Ed Templetons tentoonstelling The Cemetery of Reason loopt van 3/4 tot 13/6 in het S.M.A.K. Er komt ook een lijvig boek met een overzicht van Templetons werk.
76
www.apollo.be
Solo debut album by the voice of Sigur Ros featuring the hitsingle “Go Do�
jonsi.com
DAYBREAKERS
“Een vegetarische vampierfilm? No fucking way!” Met Daybreakers verschijnt een eigenaardig beestje in de bioscoop: een volwassen vampierfilm waarin noch baldadig bloedvergieten, noch interessante ideeën uit de weg worden gegaan. De film werd – niet verwonderlijk – geregisseerd door de tweeling Michael en David Spierig.
Nog nooit van de Australische broertjes Spierig gehoord? No worries: hun regiedebuut Undead haalde met moeite de onderste rekken van de Belgische videotheken. Maar in le monde du cinéma zorgde de entertainende mix van zombiesplatter en sciencefictionparanoia voor de nodige deining. De tweelingbroers hadden de film, die redelijk indrukwekkend oogt, volledig zelf in elkaar gebokst: ze deden een beroep op familie om het schamele budget bij elkaar te krijgen, de cast bestond vooral uit vrienden en – strafst van al – de digitale effecten creëerden ze eigenhandig op hun laptops. Een aanbieding uit Hollywood kon niet uitblijven, en voor ze het wisten, hadden Michael en David een deal met Lionsgate, de filmmaatschappij achter genrehits als Saw en Crank. “Ze zagen ons nieuwe idee – een vampierfilm met een dubbele twist – onmiddellijk zitten”, zegt David. “We ambieerden twee zaken”, gaat Michael verder. “Enerzijds wilden we de vampiermythologie een extra dimensie geven, door een toekomst te creëren waarin bloedzuigers de wereld besturen. Anderzijds wilden we alle postapocalyptische clichés die daar doorgaans mee gepaard gaan vermijden. Daarom maakten we van de vampiers loonslaven – ze hebben een even saai leven als de meeste mensen. Met die mensen is het in de film zo mogelijk nog slechter gesteld. Zij zijn niet meer dan melkbare voedingsbronnen. Er is echter een probleem: de voorraad mensen is bijna uitgeput.” Dankzij hun inventief scenario wisten de Spierigs klasbakken als Ethan Hawke, Willem Dafoe en Sam Neill te strikken voor de belangrijkste rollen. De shoot en de postproductie verliepen vlekkeloos. Maar dan werd de releasedatum ruim twee jaar lang telkens weer verschoven. Een teken dat Lionsgate niet blij was met het resultaat? “Integendeel”, verdedigt David zich. “We leven in een tijdperk waar het films regent. Het was gewoon een kwestie van de juiste datum te vinden.” De verlate releasedatum heeft één groot voordeel: sinds de Twilight-hype zijn vampiers superhot.
78
www.apollo.be
Steven Tuffin
O BROTHER
De Spierigs zijn lang niet de enige broers die samen films maken. Tien andere bekende (en minder bekende) cinemabroers op een rij.
Jean-Pierre & Luc Dardenne De beroemdste Belgische regisseurs specialiseren zich in sociaal-realistische drama’s die steevast in de prijzen vallen op het filmfestival van Cannes. In titels als Rosetta, Le Fils en
DAVID: Zo zie je maar dat de filmwereld compleet onvoorspelbaar is. Dingen die de ene dag verschrikkelijk hip zijn, zijn de volgende dag compleet out, en omgekeerd. We zijn in 2004 aan het script beginnen schrijven en de opnames zaten erop tegen het einde van 2007. Op dat moment was er van Twilight nog geen sprake. Dat Daybreakers nu pas uitkomt, heeft echter ook nadelen. Het aantal vampierfans mag dan al toegenomen zijn, onze film is een pak gruwelijker dan wat vandaag voor een vampierfilm doorgaat. MICHAEL: We hebben geen uitstaans met de hedendaagse vampier. Quasi-vegetarisch door het leven gaan? Alles in het werk stellen om een menselijk lief te redden? Vampiers zijn precies mietjes geworden, in plaats van gewelddadige bloedzuigers! Weet je wat het probleem is? Hollywood houdt alleen nog maar rekening met een jong publiek. Daardoor krijg je van de pot gerukte concepten als een vampierfilm zonder bloed. Eigenlijk heeft dat soort puistencinema niks meer met de oorspronkelijke mythologie te maken.
“Er lopen mensen rond die beweren dat we onze bloedverwantschap als marketingtruc uitspelen. Waanzin!” In de genreklassiekers Nosferatu en Dracula was er anders ook geen druppel bloed te zien. M: Oké, je hebt gelijk. Laten we het erop houden dat ik gek wordt van het idee dat er tieners rondlopen die Twilight als de maatstaf van het vampiergenre zien. Onlangs las ik op een internetforum dat een of andere bakvis Daybreakers al had afgeschreven omdat de acteurs niet zo knap waren als Robert fucking Pattinson. Komaan! (Lacht) Even terug nog naar die verlate release: word je daar als regisseur niet gek van? D: We ijsbeerden vaak behoorlijk gefrustreerd door de woonkamer, ja. We hebben verdomme
www.apollo.be
L’enfant registreren ze – camera in de hand – diepdroevige maar hoopvolle verhalen over het leven in de marge.
Joel & Ethan Coen In een voorstad van Minneapolis geboren en getogen broers die elk genre meesterlijk naar hun hand zetten. Hoewel ze hun films altijd samen schrijven, produceren en regisseren, delen ze pas sinds de fel bekritiseerde remake van The Ladykillers de director’s credit. Voordien stond Ethan als producent en Joel als regisseur op de begintitels.
drie jaar moeten wachten! Soms waren we de wanhoop nabij. Gelukkig hadden we elkaar. De ene keer pepte Michael mij op, de andere keer moest ik hem opbeuren. Ons grootste voordeel: we stonden honderd procent achter het eindresultaat. Aan de kwaliteit van de film hebben we nooit getwijfeld. M: Achterafgezien hebben we die drie jaar ook goed kunnen gebruiken om de montage en de speciale effecten te perfectioneren. We hebben onze verplichte vakantie dus nuttig kunnen invullen. Viel de stap van Undead naar Daybreakers verder wat mee? D: Het was sowieso een gigantische stap. Undead kostte onze familieleden honderd duizend dollar. Het budget van Daybreakers lag rond de twintig miljoen. Dat verhoogt de druk aanzienlijk. (Lacht) Maar aan onze modus operandi hebben we weinig veranderd. We maakten storyboards en computersimulaties, en namen alles minutieus met de cast en crew door. M: Het verbazingwekkendste was dat we Ethan, Willem en Sam hebben kunnen krijgen. Meer nog: ze liepen over van enthousiasme. Daybreakers mag op papier een B-film zijn, zo hebben zij het project nooit gezien. Hebben jullie zo een intellectueel als Hawke kunnen overtuigen om mee te werken aan een horrorfilm? M: Dit is inderdaad Ethans eerste horrorprent, en het klopt ook dat hij niet hoog met het genre oploopt. Aanvankelijk weigerde hij zelfs om het script te lezen. Toen hij het toch opensloeg, kon hij het blijkbaar niet meer neerleggen en belde hij ons onmiddellijk op. Twee broers uit Australië die de grote Ethan Hawke bekeren tot het griezelgenre: wie had dat ooit gedacht? (Lacht) Hebben jullie ondanks het grotere budget opnieuw alles zelf proberen te doen? D: Betrapt! We hebben met ons twee 350 van de 500 effectenshots gemaakt. We kunnen ons gewoon niet bedwingen, ook al staat er een team professionals klaar om het van ons over te nemen.
Larry & Andy Wachowski In Chicago opgegroeide comic- en filmfanaten die debuteerden met de zwoele lesbothriller Bound. Opvolger The Matrix bombardeerde hen tot Hollywoods hottest duo. Over de kwaliteit van de Matrix-sequels en de animebewerking Speed Racer is het laatste woord nog niet gesproken. Over Larry’s vermeende geslachtsverandering evenmin. Ontdek nog 7 andere cinemabroers op www.apollo.be.
M: Ik vrees dat we het in de toekomst wel zullen moeten leren, om dingen uit handen te geven. Het filmlandschap is zich aan het opsplitsen. Aan de ene kant bevinden zich lowbudgetfilms, aan de andere kant duiken peperdure 3D-producties à la Avatar en Alice in Wonderland op. Met onze kleine computers beginnen we plots op een stel oude zakken te lijken. Iets anders: hoe verdelen jullie het takenpakket? M: Goh, dat is een moeilijke. Mensen geloven ons dikwijls niet als we dit zeggen, maar we doen écht alles samen. Het is niet zo dat ik me over de acteurs ontferm, terwijl David zich met de cameraopstelling bezighoudt. We werken altijd samen en maken nooit ruzie. Eigenlijk gaat het vanzelf. Jullie zijn onafscheidelijk en zitten altijd op dezelfde golflengte. Hoe komt het dan dat David grafische vormgeving studeerde, terwijl Michael op de filmschool zat? D: Op dat moment was ik geobsedeerd door alles dat met design te maken had. Maar door onze verschillende studies vullen we elkaar op de set perfect aan. Ik ben waarschijnlijk iets meer uitgesproken over de look van onze films, maar Michael zal zich nooit inhouden. Het mooie aan cinema is dat het je de kans geeft om verschillende elementen – van camerawerk over muziek naar make-up – te combineren. Hebben jullie ooit de werkwijze van andere filmbroers bestudeerd? M: Natuurlijk vinden we het werk van de Wachowski-broers en de Coens fantastisch. Maar we gaan ons niet aan hen spiegelen omdat ze toevallig ook broers zijn. Wist je trouwens dat er mensen rondlopen die beweren dat we ons bloedverwantschap als een marketingtruc uitspelen? Dat is toch waanzin! Al van kindsbeen af doen wij alles samen. Plus: we houden van hetzelfde soort cinema. Niet samenwerken, dat zou pas idioot zijn! Daybreakers komt op 14/4 in de bioscoop.
79
PLANEET IJSLAND
Het laboratorium van de popmuziek
Š Jim Van Loo
80
www.apollo.be
Dirk Steenhaut
Het IJslandse landschap spreekt als geen ander tot de verbeelding. Bij een eerste aanblik van de gletsjers en geisers, watervallen en lavavelden, waan je je op een andere planeet. Sinds het mondiale succes van Björk en Sigur Rós staat het eiland echter ook bekend als een bruisend muzieklabo waar experiment en magie hand in hand gaan. Hoe komt het toch dat het Hoge Noorden zoveel origineels voortbrengt? En hoe overleeft het artiestengild er de zware monetaire crisis?
Wie last heeft van claustrofobie, kan met een gerust gemoed naar IJsland emigreren. Ademruimte genoeg op een plek die slechts 320.000 inwoners telt. Maar de clichés over onbehouwen vissers en schapenhoeders berusten grotendeels op fictie. IJslanders zijn het meest belezen volk ter wereld en iedere familie telt minstens een schrijver, kunstenaar of muzikant in haar rangen. Door het barre klimaat spendeert de bevolking veel tijd binnenshuis en dus worden kunstzinnigheid en individualisme sterk aangemoedigd. De IJslandse identiteit is doordrongen van non-conformisme, vandaar dat meelopers meewarig worden bekeken. Hoewel artistieke bezigheden in een kleine gemeenschap doorgaans weinig brood op de plank brengen, is het verbazend hoeveel unieke IJslandse pop- en rockbands sinds de doorbraak van The Sugarcubes en hun chanteuse Björk een internationaal platencontract wisten te versieren. Sigur Rós, GusGus, Emiliana Torrini, Múm, Mugison, Jóhann Jóhannsson en Ólafur Arnalds spelen ook bij ons voor uitverkochte zalen, terwijl Seabear, Lay Low en Benni Hemm Hemm vinnig meezwemmen in hun kielzog. “IJsland is een plek van contrasten”, zegt producer Valgeir Sigurdsson, die met Björk en Bonnie ‘Prince’ Billy heeft gewerkt en cd’s uitbrengt op zijn eigen Bedroom Community-
www.apollo.be
label. “In een kwartier flitsen hier alle mogelijke weertypes voorbij. De mensen laten zich dan ook niet makkelijk uit hun lood slaan: ze zijn flexibel, altijd op alles voorbereid. In IJsland belet niets je te worden wat je wilt: je hoeft niemand iets te bewijzen, behalve jezelf. Toch krijg je als kunstenaar weinig steun. De enige beloning voor je creativiteit is je eigen voldoening. IJslandse muzikanten volgen hun instincten. Liever dan van iemand afhankelijk te zijn, steken ze zelf de handen uit de mouwen.” Wie de roman Onafhankelijke mensen van Halldór Laxness heeft gelezen, weet dat IJslanders berucht zijn om hun koppigheid. “Nog geen eeuw geleden huisde de bevolking hier in hoogst armoedige omstandigheden”, legt Sigurdsson uit. “De geschiedenis van dit land is er een van ontbering en hongersnood. Wie hier wilde overleven, moest over een ijzeren wil beschikken. Die onverzettelijkheid maakt deel uit van onze volksaard.” Siggi Baldursson was tijdens de eighties lid van The Sugarcubes. Tegenwoordig maakt hij ethnodance met Steintryggur en drumt hij bij Emiliana Torrini. “IJslanders hebben een hoge dunk van zichzelf”, grijnst hij. “Wij geïsoleerde eilandbewoners zijn op onszelf aangewezen, hé? Als je niet gaat vissen, heb je niets te eten. Dus ontwikkel je vanzelf zin voor initiatief en
een zeker improvisatievermogen, kwaliteiten die je ook in onze muziek aantreft.” Sigurdsson: “Tijdens onze Whale Watching Tour, een concertreeks van Bedroom Community waarin muzikanten met diverse achtergronden samen op het podium staan, hebben we voortdurend het gevoel van een steile klif het water in te duiken. Iedere avond nemen we artistieke risico’s, maar het besef dat alles kan mislukken, houdt ons niet tegen. Mochten we steeds dezelfde set spelen, dan zouden we niet méér zijn dan een circusattractie.” Baldvin Esra Einarsson, de man achter het jonge, succesrijke Kimi Records, wijt de vitaliteit van de IJslandse muziekscene aan het onderwijs. “We beschikken over zestig muziekacademies, waar je zo goed als kosteloos les kunt volgen. De jongste twintig jaar leerden zo’n 30.000 kinderen een instrument te bespelen en die begonnen rond hun veertiende allemaal een bandje. De kids zien muziek niet als iets waar geld mee te verdienen valt. Ze spelen voor hun plezier en proberen iets te maken waar ze zelf trots op zijn. Niemand vertelt een muzikant wat hij moet doen om bij het publiek in de smaak te vallen. Dat houdt zijn muziek puur, eerlijk en compromisloos. De meeste groepen huldigen een indie-ethiek: vinden ze niemand die hun
81
cd wil uitbrengen, dan doen ze het gewoon zelf. Reykjavik is klein, iedereen kent er iedereen, en dat stimuleert de solidariteit. Of je nu metal of reggae speelt, als je om een versterker of een cymbaal verlegen zit, staat er altijd wel iemand klaar om je uit de nood te helpen.”
Hoewel er veel metalbands actief zijn en er uit de clubs ook folk, jazz en dance opkringelt, is er een specifieke IJslandse sound: glaciaal, etherisch en ongrijpbaar. “Wat IJslandse muziek uniek maakt? Niemand is hier bang om te experimenteren”, stelt Johannes Águstsson, oprichter van het indielabel 12 Tónar en de gelijknamige platenzaak in hartje Reykjavik. Het is een van de populairste pleisterplaatsen voor lokale muzikanten. Er staan sofa’s, je krijgt er gratis koffie geserveerd en kunt er de hele dag muziekbladen lezen of cd’s beluisteren. “Als het mislukt, begin je opnieuw en probeer je wat anders. In een kleine gemeenschap komen muzikanten, dansers, videokunstenaars elkaar voortdurend tegen. Ze wisselen ideeën uit en smeden nieuwe verbanden. De groepjes rijzen hier als paddenstoelen uit de grond. Het blijft me verbazen hoe de plaatselijke scene zich aanhoudend vernieuwt.” Hoewel op het eiland veel hardcore- en metalbands actief zijn en er uit de clubs in de hoofdstad ook folk, jazz en dance opkringelt, is Águstsson ervan overtuigd dat er een specifieke IJslandse sound bestaat: glaciaal, etherisch en ongrijpbaar, zoals de Riceboy Sleeps-cd van Jónsi & Alex. “Veel buitenlanders worden geraakt door het werk van Sigur Rós en ondernemen een pelgrimstocht naar IJsland in de hoop het mysterie te doorgronden. Afgelopen zomer ontvingen we een recordaantal toeristen. Voor hen is onze muziek een niet te onderschatten aantrekkingspool.” Maar meer nog dan door een stijl, onderscheidt IJslandse popmuziek zich door een eigen attitude, een vrijheid van denken die haar oorsprong vindt in de punkexplosie van de vroege eighties. Águstsson verwijst daarbij naar Einar Örn Benediktsson, destijds de frontman van Purrkur Pillnikk en later een van de blikvangers bij Kukl, The Sugarcubes en Ghostigital. “Het maakt niet uit wat je zegt, wat telt is wat je doet”, luidde Einars motto. Diezelfde daadkracht vind je terug bij hedendaagse componisten als Hilmar Örn Hilmarsson of Jóhann Jóhannsson. Een belangrijke katalysator voor de IJslandse
82
Benni Hemm Hemm
muziekscene was Ási Jónsson. Tijdens de jaren zeventig maakte hij een revolutionair radioprogramma dat een hele generatie luisteraars introduceerde tot klanken die ze nooit eerder hadden gehoord. “Ási’s invloed kan moeilijk overschat worden”, benadrukt Águstsson. “Hij was de eerste die free-jazzen punkbands naar Reykjavik haalde: van Art Ensemble of Chicago tot Crass en The Fall. Zo creëerde hij het klimaat waarin kerels als Einar Örn konden gedijen. Als we vandaag een scene hebben om trots op te zijn, is dat in ruime mate aan hem te danken.” Vandaag is Ási Jónsson de drijvende kracht achter Smekkleysa, het indielabel dat sinds 1986 gefinancierd wordt door Björk en de andere ex-Sugarcubes. “Essentieel was dat de punks van Einar Örns generatie een nieuwe houding aannamen tegenover hun eigen cultuur”, zegt hij. “Liever dan Angelsaksische bands na te apen, zongen
ze in hun eigen taal. Vandaag zet iedereen buitenlandse tournees op poten, maar tijdens de eighties was reizen veel duurder dan nu en was het haast onmogelijk buiten IJsland een werkvergunning te versieren. Purrkur Pillnikk en Kukl waren bands met een missie, pioniers die dermate geloofden in wat ze deden, dat ze tot de zwaarste offers bereid waren om hun muziek tot bij de mensen te brengen. Vroeger werden IJslandse platen in het buitenland op hoongelach onthaald, maar nu een originele artieste als Björk zestien miljoen platen verkoopt, hoef je niet langer tegen vooroordelen op te boksen. De wereldpers zakt tegenwoordig jaarlijks af naar het Iceland Airwavesfestival in de hoop nieuw, spraakmakend talent te ontdekken.” Opvallend is dat er in IJsland nauwelijks een onderscheid wordt gemaakt tussen rock, avantgarde, elektronica en klassieke muziek. Het zijn
www.apollo.be
werelden die elkaar voortdurend overlappen. Jóhann Jóhnnsson schrijft doorwrochte scores voor film, theater en ballet, maar speelde tijdens de jaren negentig bas bij de rockgroep Ham en blijft actief bij Apparat Organ Quartet, een band die op aftandse keyboards een onderhoudende vorm van elektropop bedenkt. Celliste Hildur Gudnadóttir brengt experimentele muziek uit bij het Britse Touch-label en maakt tegelijk deel uit van Múm. Valgeir Sigurdsson werd internationaal gelauwerd om de laptopelektronica op zijn cd Ekvilibrium. Intussen componeerde hij echter een orkestrale soundtrack voor de ecodocumentaire Draumalandid. Daniel Bjarnason, dirigent van de opera in Reykjavik en pas bevallen van de cd Processions maakt er geen punt van zijn pianoconcerto de ene avond in een theater, de andere in een bar ten gehore te brengen. Ólafur Arnalds oogst dezer dagen bijval met zijn combinatie van piano- en laptopsounds met een strijkkwartet en bewandelt zo een middenweg tussen film- en kamermuziek. Aan het conservatorium studeerde hij compositie en contrapunt, maar dat belet hem niet de elektrische gitaar en de drumsticks te hanteren bij punkbands. “Al die stijlen beantwoorden aan verschillende facetten van mijn persoonlijkheid”, zegt hij. “Voor mij zijn het evenwaardige vormen van communicatie.” Arnalds schept er plezier in occasioneel een
drumcomputer of een rauwe rockgitaar door zijn elegische composities te laten snijden. “Ik kan mijn achtergrond niet verloochenen. Het zijn herkenningspunten voor mensen die het niet gewend zijn naar ‘ernstige’ muziek te luisteren.” “Wie in de VS viool studeert, blijft wellicht voor de rest van zijn leven in de klassieke sector actief. In IJsland is dat niet vanzelfsprekend”, legt journalist Arni Matthiasson uit. “Zelfs al ben je lid van een kamerensemble, dan nog zul je om den brode moeten meespelen op popof elektronicaplaten. Een open geest ontstaat uit noodzaak, maar leidt ook tot boeiende kruisbestuivingen.” Sigurdsson: “Enig anarchisme is ons IJslanders niet vreemd. Iedereen doet wat hij wil, met wie hij dat wil. Bedroom Community illustreert die filosofie perfect. Een folkie als Sam Amidon, een hedendaags-klassieke componist als Nico Muhly, een noisenik als Ben Frost: allemaal dragen ze bij tot elkaars projecten. Zo slagen ze er vanzelf in nieuwe publiekssegmenten aan te boren. Een rootsmuziekfan die geen boodschap heeft aan klassieke muziek en via Amidon op Muhly stuit, zal misschien toch in de verleiding komen het werk van de laatstgenoemde nader te onderzoeken. Het ongeforceerde versmelten van diverse muzikale achtergronden, wordt door velen als verrijkend ervaren.” Nergens ter wereld sloeg de recessie
L-R: Sam Amidon - Ben Frost - Valgeir Sigurðsson - Nico Muhly © Bjarni Grimsson
vorig jaar zo genadeloos toe als in IJsland. De kredietcrisis bracht de natie, wier economie voor een groot deel steunde op de bankensector, op de rand van het bankroet. Door de ontwaarding van de IJslandse kroon gingen de voedselprijzen met veertig procent de hoogte in, terwijl talloze mensen hun baan verloren en niet meer in staat waren hun leningen af te betalen. “De overheidssteun aan de kunsten was al miniem”, zucht Ási Jónsson. “Inmiddels zijn ook een aantal werkbeurzen en projectsubsidies afgeschaft.” Als we Valgeir Sigurdsson mogen geloven, is de crisis voor de artiestengemeenschap echter een geschenk uit de hemel. “De grote concertzaal die dit jaar in Reykjavik haar deuren zou openen, komt er voorlopig niet. Maar voorts zie ik geen enkel negatief effect op het culturele leven. Ook al hebben de mensen het niet breed, ze hebben nog altijd nood aan muziek. Voor het financiële systeem in elkaar stortte, had de situatie iets surrealistisch. Grote bedrijven betaalden bands belachelijk hoge sommen om op een receptie te komen spelen. Ze vlogen hen er zelfs per helikopter naartoe. Veel artiesten gingen voor het gemakkelijke geld en werden lui. Vandaag keren ze terug naar de essentie: ze herontdekken hun métier en beseffen weer waarom ze ooit muziek zijn gaan maken.” Uiteraard zijn platenlabels in het huidige economische klimaat minder geneigd in lokaal talent te inversteren. Ási Jónsson: “In 2009 is de omzet van het het internationale repertoire in IJsland met 50 procent gedaald, die van het eigen repertoire met 21 procent. Als cd’s van Britse of Amerikaanse bands van de ene dag op de andere in prijs verdubbelen, koopt het publiek meer spul van eigen bodem. Maar we zijn voorzichtig: we hebben onze releasepolitiek drastisch bijgesteld.” Águstsson: “Toch doet een nieuw label als Kimi het bijzonder goed. Ze brengen veel uit en iedereen wil met hen in zee. De kanalen veranderen voortdurend en dus hebben IJslandse muzikanten meer opties dan ooit. Dat kan ik alleen maar toejuichen.” Baldvin Einarsson: “Mijn oplagen zijn klein, ik red het alleen door veel titels uit te brengen. Ik werk met mijn artiesten in een geest van vriendschap en vertrouwen, maar engageer me nooit voor meer dan één plaat tegelijk. Verkoopbaarheid is voor Kimi niet het enige criterium: artiesten geven een label ook zijn geloofwaardigheid. Van de crisis heb ik voorlopig geen last, omdat we veel cd’s verkopen aan buitenlanders. Vroeger kostte een cd bij ons 25 euro, vandaag nog 11 of 12. Dat is minder dan elders in Europa. Tja, wij IJslanders hebben jaren boven onze stand geleefd. Daar betalen we nu de prijs voor.” De Whale Watching Tour van Bedroom Community houdt op 19 april halt in de Gentse Vooruit. Ólafur Arnalds speelt op 12 mei in de Brusselse AB
Sigur Rós
www.apollo.be
83
Briljante Brillante De term ‘wereldcinema’ is vaak synoniem voor ‘slaapverwekkende stoffigheid’. Niet zo in het snelgroeiende oeuvre van de Filippijn Brillante Mendoza – de centrale gast van het Turnhoutse filmfestival Open Doek. Zijn schandaalfilms houden de vingers aan de pols, ogen verbazingwekkend realistisch en leiden steevast tot verhitte discussies.
“Ik vind het oké dat mensen mijn films haten. Zolang er maar een aantal zijn die ze weten te appreciëren.” Noem het een slecht karakter of goede smaak, maar als de gerenommeerde Amerikaanse filmrecensent Roger ‘middle of the road’ Ebert iemands werk als ‘weerzinwekkend’ bestempelt, neemt onze interesse automatisch toe. En kijk: de films van Brillante Mendoza blijken wel degelijk uitdagende parels te zijn. Misschien kun je ze nog het best omschrijven als een desoriënterende mix van het realisme van de Dardennes en de cinematografische nachtmerries van Gaspar Noë (Irréversible). Neem nu Kinatay, de prent die Ebert niet bepaald kon smaken. Aanvankelijk krijg je een aandoenlijke blik op het leven van Peping en Cecile, twee jonge inwoners van de Filippijnse hoofdstad Manilla. ‘s Ochtends vertrouwt het koppel hun pasgeboren baby toe aan een vriendelijke buur. Ze maken gebruik van taxi en bus om zich een weg door de drukke stad te banen, en bereiken net op tijd de rechtszaal waar ze in het gezelschap van enkele vrienden en familieleden trouwen. Wanneer de avond valt, wordt ook de toon en de look van de film donkerder. Peping, overdag een enthousiaste student criminologie, blijkt ‘s nachts bij te klussen als hulpje van enkele misdadigers. Gewoonlijk
84
www.apollo.be
Steven Tuffin
moet hij het beschermingsgeld van de lokale marktkramers innen, maar dit keer krijgt hij een lucratievere opdracht. Enkele minuten nadat hij op het aanbod is ingegaan, beseft hij dat hij die nacht zijn laatste greintje onschuld zal kwijtspelen. Wat volgt – nee, we geven niks prijs – is ontegensprekelijk een stevig staaltje gruwelcinema. Toch komt Mendoza nooit goedkoop uit de hoek. Doordat hij enkel van natuurlijke lichtbronnen gebruikmaakt, is het geweld vaak quasi-onzichtbaar, en zijn het je eigen verbeelding en het inventieve geluidsspoor die je tot in het diepst van je ziel raken. Het droge, feitelijke einde zet het door en door tragische karakter van dit retourtje hel extra in de verf. “Mij kan het niet schelen dat sommigen mijn films haten”, merkt de regisseur op. “Zolang er ook mensen zijn die ze weten te appreciëren.” En reken maar dat die er zijn. Op het jongste Filmfestival van Cannes werd Kinatay door juryvoorzitster Isabelle Huppert bekroond met de Prijs voor de beste regie. “Een grote eer,” aldus Mendoza, “en geweldige reclame.” Over reclame weet de 49-jarige cineast alles. Jarenlang kwam hij aan de bak als productiedesigner van commercials en videoclips. “Alles moest er perfect uitzien. Ik
zat soms urenlang te vloeken, tot het laatste detail juist zat.” Met de filmwereld kwam hij in die periode maar af en toe in aanraking. “Als ik om werk verlegen zat, gebeurde het dat ik meewerkte aan van die verschrikkelijke melodrama’s, die in de Filippijnen jammer genoeg volle zalen trekken.” Pas in 2005 veranderde Mendoza van koers. “Een bevriende producent vroeg me of ik geïnteresseerd was in het regisseren van een homoseksuele pornoprent. Ik zei dat ik het zou doen, op voorwaarde dat ik het project mocht aanpassen. Porno om de porno interesseert me niet.” De producent stemde in. Sterker nog: zolang hij de titel – Masashista of The Masseur – niet veranderde, kreeg de debuterende filmmaker carte blanche. Uit zijn researchperiode in de vele gay massagesalons die Manilla rijk is, puurde Mendoza het aangrijpende verhaal van een jonge masseur die van de grootstad naar zijn geboortedorp trekt om de begrafenis van zijn vader te regelen. De geplande straight to dvd-release werd geannuleerd, toen een van zijn vrienden de prent naar het filmfestival van Locarno stuurde. The Masseur werd geselecteerd én won een Gouden Luipaard, de prijs voor de beste film. Sindsdien blikte de schijnbaar onuitputtelijke
regisseur negen films in. Kwestie van het ijzer smeden als het heet is? “Helemaal niet. Ik heb mijn roeping gevonden en ik kan me gewoon niet inhouden. Als productiedesigner was ik best tevreden – ik verdiende tonnen geld – maar regisseren geeft me meer voldoening. Ook: ik heb nu de kans om de vaak bittere verhalen van mijn landgenoten aan een internationaal publiek te vertellen.” Ondanks de succesvolle passage op verschillende gerenommeerde filmfestivals blijven sommige criticasters de films van Mendoza afdoen als verderfelijke exploitatiecinema. Ze beschuldigen hem er van misbruik te maken van de arme Filippino”s. “Het klopt dat seks, geld en geweld een belangrijke rol spelen in mijn werk. Maar dat zijn nu eenmaal basisingrediënten van het dagelijkse leven in mijn land. Als ik ze niet zou aanhalen, zou ik mijn volk pas écht onrecht aandoen.”
Cinema Filippino
intrekt om vervolgens door diens nieuwe vriend te worden belaagd, was ook de eerste Filippijnse prent die op het filmfestival van Cannes werd vertoond.
pakken. Beste voorbeeld? Deze James Bondpastiche, waarin een 83-centimeterlange dwerg als geheimagent de strijd aanbindt met enkele slechteriken die heroïne in boterhammen smokkelen.
Zelfs de grootste cinefiel slaat als een bezetene aan het googelen, wanneer iemand hem naar de evolutie van de Filippijnse cinema vraagt. Open Doek deed een beroep op Offscreen-brein Dirk Van Extergem om wat licht over de materie te werpen, met een selectie die een zeer gespleten filmindustrie blootlegt.
Weighed But Found Wanting (Lino Brocka, 1974) Regisseur Lino Brocka startte met deze treffende klassieker (over een jongeman die zich steeds harder ergert aan de hypocrisie van zijn familie en mededorpelingen) een golf van maatschappelijk bewogen Filippijnse cinema. Hij vatte zijn bijtende kritiek op de verdorven kanten van de menselijke natuur sindsdien telkens opnieuw knap samen in meeslepende en geregeld ook epische melodrama’s.
Boatman (Tikoy Aguiluz, 1984)
For Your Height Only (Eddie Nicart, 1979)
Insiang (Lino Brocka, 1976) Ondanks de bikkelharde censuur onder de dictatuur van president Ferdinand Marcos, wist de openlijk homoseksuele Brocka zijn sociale strijd verder te zetten. Deze tragedie over een jonge vrouw die weer bij haar moeder
www.apollo.be
Brillante Mendoza is de centrale gast op het Turnhoutse filmfestival Open Doek, dat loopt van 23/4 tot 2/5. De filmvoorstellingen vinden plaats in Utopolis en De Warande. www.opendoek.be
Doorheen de jaren ’60 en ‘70 fungeerden de Filippijnen regelmatig als (goedkoop) decor in producties van de Amerikaanse B-filmgod Roger Corman. Al snel kregen ook lokale regisseurs de smaak voor pulpcinema te
In de jaren ’80 vormden platvloerse slapstickkomedies en bomba’s de populairste filmgenres op de eilandengroep. Voor de campliefhebber: bomba’s zijn erotische films die zowel letterlijk als figuurlijk weinig om het lijf hebben. Maar Tikoy Aguiluz wist in dit verhaal van een jonge veerman die in Manilla eindigt als de mannelijke helft van een koppel dat in clubs seksuele kunstjes opvoert, toch de nodige dosis sociale commentaar te verwerken.
85
Johan Faes
KIRK DEGIORGIO
Terug aan de techno label. Mijn afwezigheid had echt waar niets te maken met afkeer voor minimal - al werd ik er nu ook weer niet warm van. (lacht) Vorige zomer had ik eindelijk nog eens de handen vrij om techno te maken. Dans je zelf nog? Elk weekend dat ik vrij heb, zit ik in Fabric. En ook de scene rond het Berlijnse Berghain prikkelt me. Iemand als Steffi slaagt erin om harde beats te brengen aan een trager, sexy tempo. Ook Ben Klock doet fijne dingen. Binnenkort ga ik er zelf spelen, met Robert Hood. Goed gezelschap.
Samen met The Black Dog en B12 kwam Kirk Degiorgio begin jaren 90 met een Brits antwoord op Detroit-techno. Het was meer dan dat, want hun versie zat vol vernuft en melodie, meer dan voldoende om een nieuwe stroming te triggeren die men probeerde te brandmerken als IDM, elektronica of braindance. Toen dansmuziek rond 2000 op simpeler formules terugviel, werd het stil rond Degiorgio, maar nu is hij terug met zijn quality techno.
Wat trok je aan in het Antwerpse Lambdafestival waar je op 1 mei te vinden bent? De combinatie van elektronica en liveexperimenten. Ik ben geen muzikant en vroeger viel het niet te rechtvaardigen om iets op een podium te doen, buiten platen draaien. Tegenwoordig, met nieuwe technologie als Ableton, kan dat wel. En mijn maatjes van Plaid treden er op. We kennen mekaar al van 1984 toen Ed en Andy als leden van een breakdancecrew kwamen battlen bij ons in Ipswich. Ik had een vriend die professioneel voetbal speelde en geld had voor twee Technics en veel platen. Daar hingen we allemaal uit. Voor mij is die link tussen hiphop en techno nooit verloren gegaan, zoals bij producers als Anthony ‘Shake’ Shakir. Hiphop was de punk van de elektronica. En techno? Zat daar nog een beweging, een gedachtegoed achter? Minder toch. Ik hou van de sixties-spirit, die tegencultuur die op gang kwam en meer rechten voor zwarten, jongeren en vrouwen wist af te dwingen. Ten opzichte daarvan was techno eerder een individualistisch, hedonistisch gebeuren. Misschien was de periode 1988-89 wel de laatste opstoot van politieke emancipatie toen ravers het met de politie aan de stok kregen. Al had ook dat wellicht meer te maken met drugs.
LIVE CODING Waarover had Ornette Coleman het toen hij in 1959 orakelde over The shape of jazz to come? Wat was er nog verder terug in de tijd zo spannend aan het ontstaan van be-bop? De vrijheid om elk moment drastisch van koers te kunnen veranderen en - waarom ook niet uit de bocht te vliegen. Wie dat het afgelopen decennium regelmatig heeft voelen gebeuren tijdens een concert met elektronische muziek, mag nu zijn vinger opsteken. Maar de redding is nabij, en ze heet live coding: het schrijven van (delen van) een programma op het moment dat het in werking is. De programmeercode wordt een onderdeel van het artistieke proces, de programmeur een improv-muzikant. De vernieuwing komt uit de hoek van de hackers, onder het motto ‘Information wants to be free’. De hacker-artiest toont de codes die hij invoert, zonder shortcuts op een scherm. Niks in de mouwen, niks in de zakken: wie de programmeertaal kent, kan het compositieproces volgen en de technieken in zijn eigen composities toepassen. En programma’s ontwikkeld voor live coding zijn volledig gratis. Sinds de intrede van de grafische interface zijn wij, icoontjesklikkers, het verleerd om computers zélf te programmeren. Live coding is een kunstvorm die mensen uitnodigt de mogelijkheden van de computer opnieuw vanuit de eigen creativiteit te benaderen, alsof je een muziekinstument leert bespelen. Een van de pioniers is de Australiër Andrew Sorensen, die het platform Toplap oprichtte om live coding aan de wereld te verkopen. Soms schrijft hij een programma dat springt en stuitert als Autechre, dan weer klinkt hij als Keith Jarrett. Nog andere studies benaderen de sound van de minimalistische componist Arvo Pärt. Maar het hoeft niet altijd zo beschaafd te zijn. Sorensen daagt Toplapleden ook uit om iets te schrijven waarmee ze bijvoorbeeld 100 clubbers 30 minuten aan het dansen houden. (DS) Zelf luisteren? Op 2 mei om 20u op het Lambda-festival in CC Luchtbal (Antwerpen). Zelf proberen? Om 15u helpen Alex McClean en Dave Griffiths, twee toppers uit de Londense scene, u op weg tijdens een workshop.
En nu zit je toch weer terug aan de techno? Als muziekgenre vind ik het nog altijd fantastisch. Niets beters dan in mijn studio te zitten dollen en met mijn telescoop naar de Ringen van Saturnus kijken. A heavenly combination.
Zijn de geesten er weer rijp voor? Puur een kwestie van time management! De afgelopen drie jaar was ik zoet met het producen van The Beauty Room, een tienkoppig pop-project op het Peacefrog-
86
www.apollo.be
1
1
Ph
2
photography
3 5
2
Fa
6 7 8 9 13 15
3
Ar
fashion
7
art
11
10
9
8
Ma Fashionweek.be Ill Fi Ad Gd materials
16
23 24
Pri printing
illustration
17
Cw
film
18
copywriting
An
animation
12
showcasing Belgian fashion talent art direction graphic design 19
Id
20
interior design
Li
literature
Pa paper
21
Ty
typography
26
25 30 31
Fo food
26
27
28
Tr CiBr Cr trends
city branding
crafts
29
Te
30
Br
Han Mannaert
technology
branding
DRUMS ARE FOR PARADES Gent krijgt een kopstoot
Chriss Goss omschreef hun sound ooit als ‘swingende lava’, en zowel in binnen- als buitenland zijn de oren gespitst in blijde verwachting van hun debuutalbum later dit jaar. Het hele jaar door zijn Drums Are For Parades resident in de Gentse Vooruit, en dat mag iets meer zijn dan de gebruikelijke logistieke ondersteuning en een concertje of twee.
88
www.apollo.be
Dimitri Vossen
Wim Reygaert (gitaar & vocals): “Het belangrijkste deel speelt zich af buiten de zaal, in de stad. De mensen hoeven niet naar ons te komen, wij gaan hén opzoeken, en als het kan een beetje overvallen. Onze events worden niet aangekondigd - we willen onverwacht toeslaan in het dagelijkse leven van Gent, zodat je gedwongen wordt te kijken en te luisteren. De bedoeling is om zo nieuwe rituelen te introduceren, gebaseerd op all things heavy metal. Er is een onmiskenbare band tussen zware rock en occultisme, maar daar bestaan ook veel clichés rond, die we graag op hun kop zetten. Rituelen hebben altijd een plaats gehad in de rock. Alleen al de podiumopstelling van een band, dat is toch puur ritueel? Of de uniforme kostuums bij The Ramones. Dat idee gaan we een beetje verkennen. Niet te zwaarwichtig, altijd met een knipoog.”
JIMMY PAGE & KENNETH ANGER
“Iedereen in de groep is zwaar fan van Led Zeppelin. Dat bijna Faustiaanse verhaal van hun opkomst en ondergang! De mythe luidt dat Jimmy Page hun roem heeft bewerkstelligd middels zwarte magie. Het is ontspoord toen de filmmaker en occultist Kenneth Anger hem vroeg een soundtrack te maken voor Lucifer Rising. Hun relatie is verzuurd omdat Page de afspraken niet nakwam. Anger heeft de samenwerking opgezegd, en zou een vloek over Page hebben afgeroepen. Sindsdien is het met Page en de band alleen maar bergaf gegaan. Niettemin: Jimmy Page was een ware muzikale alchemist, de eerste platen van Zeppelin zijn meesterwerken. Bovendien waren het pioniers in muziek, beeldvorming en de hele business erachter.”
ALEISTER CROWLEY “De über-occultist! Persoonlijk hebben we het daar niet zo mee. Maar Anger en Page dweepten met Crowley, ze vonden hem een groot filosoof. Er bestaan de gekste verhalen over hem. Hij had een commune in Sicilië, en hij ging vaak met zijn volgelingen wandelen in de bergen. Op een van die uitstapjes droeg hij hen op alles te doen wat www.apollo.be
hij beval. Ze passeerden een natuurlijke bron, Crowley verbood hen te drinken. Eén van zijn leerlingen nam toch een slok. Achteraf bleek hij vergiftigd, wat aan Crowley’s magische kunsten werd toegeschreven. Terwijl die wellicht van tevoren wíst dat het water giftig was. In de Britse pers werd hij ‘The Wickedest Man In The World’ genoemd. Ik vermoed dat hij het daar roerend mee eens was.”
WILLIAM BURROUGHS
“Een schrijver die iedereen kent, maar bijna niemand gelezen heeft. Het was een visionair, z’n tijd ver vooruit. Heel onze cultuur van samplen en video-edits stamt uit zijn experimenten met cut-up literatuur. De term ‘heavy metal’ komt ook van hem. Zijn meest befaamde werk, Naked Lunch, vind ik een vrij vervelend boek. The Western Lands is veel beter. Wanneer je dat leest, ben je meteen méé in die wereld, met al die vreemde wezens en personages. Ook Burroughs is een tragisch figuur. Van rijke afkomst, maar zijn leven vergooid aan de drugs. En dan nog zijn vrouw neergeschoten toen ze in een zatte bui Wilhelm Tell speelden... Maar hij heeft een krachtige visie, waar hij volgens mij niet eens zo bewust naar zocht. Zijn energie straalt uit alles wat hij deed en maakte.”
ERWIN WURM & AERNOUT MIK
“Twee kunstenaars met een heel eigen beeldtaal. Erwin Wurm gebruikt alledaagse kleuren en materialen binnen een context die op een heel andere manier je aandacht bespeelt. En net als Wurm gaan we tijdens onze residentie interventies op straat doen. De invloed van Aernout Mik is nog groter. Zijn videoinstallaties hebben een onheilspellend karakter. Zo ensceneerde hij een zwaar verkeersongeval op een snelweg; op film zie je alles, autowrakken, ambulances, ramptoeristen, maar géén slachtoffers.
Hij laat bevreemdende dingen gebeuren op vertrouwde plaatsen - dat gaan wij ook proberen. Al zal ons werk niet zo pijnlijk zijn voor de toeschouwer. Bij Drums Are For Parades draait het om rock-’n-roll, en dat is in de eerste plaats entertainment.”
BILL HICKS
“Tegenwoordig is hij gereduceerd tot ‘shock comedian’, maar Bill Hicks was zoveel meer. Eens te meer een tragische mens, met veel frustraties. Maar al zijn teleurstellingen ten spijt, voelde hij toch een grote verantwoordelijkheid tegenover zijn publiek. Hij kaartte ernstige thema’s aan zonder de pil te vergulden; hij ging zijn toehoorders vooral niét geruststellen. Maar zijn vaste afsluiter was wel een ontwapenend verhaal over vrede en vrijheid. Hij was zo slim om die boodschap tot het laatste op te sparen, wanneer hij iedereen op zijn hand had. En je wordt er altijd door geraakt, omdat je weet dat hij het oprecht meent. Veel komieken proberen in zijn voetsporen te treden, maar er is nog steeds niemand die zo diep durft gaan als Bill Hicks.”
ALEJANDRO JODOROWSKY “Jodorowsky is meer dan een artiest, hij is bijna een tovenaar. Zijn werk en zijn persoonlijkheid zijn niet te vatten. Er is een uitspraak van hem die ongeveer zo luidt: ‘Vanaf het moment dat je iéts doet wat je nog nooit van je leven hebt gedaan, ben je als mens al aan het evolueren.’ Hij gebruikte daarvoor de term ‘genezen’. Het is een simpele stelling, maar ook volledig waar: elke ervaring verandert je perceptie, ook al is het maar een klein beetje. Ook zijn gebruik van het toeval als bepalende factor in zijn werk heeft ons geïnspireerd. Volgens hem is alles wat er gebeurt, van belang. Ook, en misschien zelfs vooral, hetgeen niet te verklaren valt. Over sommige dingen heeft hij nogal vreemde ideeën. Zijn zelfgevonden genezingswijze, daar kan je je vragen bij stellen. Hij is ook gefascineerd door tarotkaarten, iets wat in deze maatschappij niet ernstig wordt genomen. Maar hij beschouwt dat als een soort spel met het lot. Het is iemand die het kind in zichzelf een eigen leven wil laten leiden. Een mooie gedachte.” Drums Are For Parades spelen op vrijdag 16 april samen met Shining in de Vooruit.
89
Red Bull Music Academy – Class of 2010
London, baby! En of we begin maart drie goede redenen hadden om naar Londen te gaan: 1. Het pond heeft ver het niveau van de dollar bereikt. 2. Feestje (of zes)! 3. Red Bull betaalde.
De eerste reden is een drogreden. Los van het feit dat het nu ook weer nog niet zó dramatisch gesteld is met het pond sterling, blijft Londen sowieso een dure stad. Of vindt u £114,98 (€127,59) niet een béétje overdreven voor een bord charcuterie, zes oesters, een bellini, een reindeer martini, twee fish & chips, een fles rode wijn, een crème brûlée, een confituurtaartje, twee thees en iets wat we ons niet meer herinneren (maar wel zes pond kostte)? Anders wel een adres om ergens neer te pennen of – al vinden we dat zelf wat zonde – uit te scheuren: Bistrotheque, 23-27 Wadeson Street, ergens in East London. De overige middagen/avonden dat we in Londen zaten, hebben we wijselijk besloten – en lang niet enkel op financieel vlak – om
90
mee aan te schuiven in het restaurant van de tiende editie van de Red Bull Music Academy. Zonder overdrijven (en de Stargazy pie even buiten beschouwing gelaten): lekker! Dat laatste zullen de zestig deelnemers – jonge, beloftevolle producers – uit ruim veertig landen ongetwijfeld ook (of veeleer ‘eerder’) gedacht hebben van de infrastructuur: een professionele opnamestudio, acht kleinere studio’s, een radiostudio, en een soort aula waar vijf weken lang namen als James Holden, Roots Manuva, Busy P, Cluster en Mark Ronson passeerden om over hun werk(wijze) te praten. Nice, maar wat levert het wie op? RBMAmedewerker en gewiekste PR-dude Davide Bortot: “Dit is alvast geen talentenjacht – American Idol, this is not. Bedoeling is om
een groep interessante muzikanten samen te brengen, en te zien hoe ze elkaar kunnen helpen: van een achttienjarige kerel uit ZuidAfrika die nummers op zijn PlayStation maakt naar een Mexicaanse producer die al een Grammy-nominatie op zak heeft. Tien jaar geleden toonden we hen in hoofdzaak hoe ze met Logic – er was toen nog geen Ableton – konden werken, maar vandaag heeft dat geen nut meer. Een veertienjarige die een beetje met muziek bezig is, weet hoe zo’n programma in elkaar steekt. Het probleem is nu dat heel wat jonge producers op hun eentje thuis zitten te werken. Al wat ze nodig hebben om muziek te maken, staat op hun laptop. Maar daardoor komen ze – internet of geen internet – steeds minder met andere muzikanten in contact,
www.apollo.be
Ben Van Alboom
en dan merk je dat voor hen op de RBMA een wereld opengaat.” Wat in Londen enorm opviel, is hoeveel Flying Lotus-klonen en Hudson Mohawke-copycats er op amper een jaar tijd zijn opgestaan. Wat dat betreft, is de RBMA een redelijk goede graadmeter van wat hot is, en wat niet. “Tien jaar geleden maakte ruim driekwart van de deelnemers house of techno”, zegt Bortot. “Vijf jaar geleden was het al dubstep en breaks, en nu zit iedereen op een soort elektronische hiphoptrip.” Tot in Polen toe, zo blijkt. Een van de opvallendste deelnemers dit jaar was Monosylabikk, een twentysomething knul uit – het bestaat en telt volgens Wikipedia zowaar meer dan honderdduizend inwoners – Zielona Góra. Zijn vlijmscherpe blendermix
www.apollo.be
van punk, hiphop, jazz en elektronica scoorde niet alleen in our book, twee meter links van ons stond ook Hudson Mohawke zelve er vrolijk op te heupwiegen. “Hudson Mohawke was een van de RBMAdeelnemers in 2007”, aldus Bortot. “Dit jaar is hij een van onze vaste lesgevers; hij helpt de deelnemers met hun studiowerk.” Nog andere ex-deelnemers die inmiddels de wereld hebben veroverd? “Absoluut! Flying Lotus zit nu eveneens op Warp, Andreya Triana heeft getekend bij Ninja Tune, en dan heb je nog Buraka Som Sistema, Aloe Blacc, Goldielocks.” De man gaat nog even door met het opsommen van namen die ons totaal niets meer zeggen, om dan gewoon nog Fredo (van Fredo & Thang en kleine discohype Villa)
te vergeten. “Ach, ja! Hoe kon ik die over het hoofd zien!” Aan de oprechtheid van zijn reactie valt af te leiden dat hij geen flauw idee heeft over wie we het hebben. Op RedBullMusicAcademy.com vind je de belangrijkste workshops en lezingen van zowel deze als de negen voorgaande edities. Hoogtepunten van deze editie: Jazzie B, Modeselektor, Mark Ronson, Kode 9, Moodymann en Martyn. Op RedBullMusicAcademyRadio.com staan sets van onder meer Daedelus, Nosaj Thing en Carl Craig – opgenomen in de late/vroege uren van de tiende editie.
91
Sure Shot
DAAN “Meestal bijt iemand uit de entourage je net voor het concert nog snel toe: ‘Three songs, no flash’. Bij Daan kun je gelukkig wél tot aan het eind van de show je werk doen. Per definitie levert zoiets spannender beelden op. Op deze foto voel je de allerlaatste noot van het concert aankomen.”
92
www.apollo.be
Alex Vanhee
DAVE GAHAN “Bij het begin van hun show houden nogal wat supersterren vast aan een strak scenario van ingestudeerde poses, wellicht om zich niet te laten vangen aan het legertje fotografen dat samengetroept staat voor het podium. Plots zorgt een popzanger onbewust voor een uniek beeld.”
FLYING LOTUS “Niets vervelender dan beelden schieten van een dj achter zijn laptop. Gelukkig bleek Flying Lotus een uitzondering op die regel. Geestdriftig werkte hij zich in het zweet achter zijn schermpje, terwijl z’n mimiek onversneden spelplezier verried.”
www.apollo.be
93
JOSÉ JAMES “Onlangs moest ik José James fotograferen in Brussel. Dan was onze vorige sessie in New York toch net iets avontuurlijker. Eerst gingen we naar Josés favoriete Japans restaurant om sushi te eten. De middag eindigde met een wandeling waar ik eindelijk mijn fototoestel bovenhaalde. Zo’n aanpak leidt tot een ander - vaak beter - portret dan de doorsnee fotoshoot van vijf minuten.”
94
www.apollo.be
Alex Vanhee
HINDI ZAHRA “Met Hindi Zahra was het best gezellig sigaretjes roken. En dan – hups – volgde een ongedwongen fotosessie. We vroegen ons af of je überhaupt nog wel mag roken op een gepubliceerde foto. We besloten onze kans toch maar te wagen.”
FLORENCE & THE MACHINE “Net voor haar concert in de Vooruit mocht ik Florence & The Machine portretteren. Ze leek niet bepaald een toonbeeld van enthousiasme, en bij het tv-interview dat volgde, liep ze met tranen in de ogen weg. Eiste het lange, intense toeren zijn tol? Niets van aan: op het podium was geen spatje te merken van heimwee of vermoeidheid. The show must go on, Florence Welch was er de belichaming van.”
www.apollo.be
95
De Platenboer
Rush Hour
“Nooit minder verkocht dan het jaar voordien”
Wat was de eerste plaat die je ooit verkocht hebt? Dat moet house uit Chicago of techno uit Detroit geweest zijn.
Platenwinkels en hun roergangers, ze zijn een uitstervend ras. Apollo biedt een forum aan de dappere idealisten die strijden voor het behoud van de vinylstapel en de goede smaak. Deze maand: Cris Backer en Antal Heitlager van Rush Hour in Amsterdam.
Wat is het kostbaarste kleinood in de zaak? Drexciya op Somewhere in Detroit. We hebben ze nooit willen verkopen.
En wat was zonet de laatste? Het album van Virgo op Trax dat we heruitgebracht hebben.
Welke mythische titel zoek je zelf nog? Eén die ik niet ken. De meeste dingen kun je vinden, maar de vraag is of je er de prijs voor wil neertellen. De spanning zit in de ontdekking, en dat hoeft niet per se een hele dure of obscure plaat te zijn. Ik ben minder geïnteresseerd in postzegels en meer in muziek, begrijp je. Heb je klanten ooit tegen zichzelf moeten beschermen? Er komen hier veel vinyljunks over de vloer, en af en toe een echte junk. Het blijft Amsterdam, hé. Welke trend heb je nooit gevolgd? Minimal is het meest recente voorbeeld. Niet zozeer omdat minimal niet goed zou zijn genres uitsluiten, daar doen we sowieso niet aan mee. Maar minimal trok me minder aan omdat ik het nooit beter heb gehoord dan in de vroegere producties van Jeff Mills, Robert Hood, Terrence Dixon en Daniel Bell. Aan welke trend heb je helaas niet kunnen weerstaan? Ik heb nergens spijt van, al heb ik in de urbantijd wel wat hiphopdingen gedraaid die me nu echt niet kunnen bekoren. Cassette, cd, mp3: wat was de zwaarste slag? Geen van allemaal. Wij hebben nooit minder verkocht dan het jaar voordien. Je moet je blijven ontwikkelen. Wat moet er gebeuren om jullie te doen stoppen? De leeftijd, zeker? Ik vind vijftigers die zich gedragen alsof ze twintig zijn, nogal zielig. Maar stoppen met naar muziek luisteren, dat nooit. Stoppen met het bedrijf: wanneer je geen geld meer nodig hebt, of wanneer er niets meer te verdienen valt. Maar dat is nu niet aan de orde. (lacht) Rush Hour / Spuistraat 98, 1012 TZ Amsterdam / www.rushhour.nl
96
www.apollo.be
Abonnement
fly apollo! Voor 40 euro per jaar krijgt u 11 maandelijkse Apollo’s in uw bus. Alleen tijdens de maanden juli-augustus moet u het stellen met een extra dik zomernummer. In september belonen we uw geduld dan met een stevige special. Abonneren kan via onze website www.apollo.be, met duidelijke vermel-ding van uw contactgegevens (naam en adres). In combinatie met een overschrijving op rekeningnummer 001-6034902-26 met vermelding van uw naam en ‘Abo Apollo’, vindt u weldra de weg naar maandelijkse verlichting.
Colofon
H E A D
F I R S T
the new album f eaturi ng “rocket”
Verantwoordelijk Uitgever Lo-Media, Wespelaarsebaan 24, 3190 Boortmeerbeek Management & Sales Kristof Mettepenningen, kristof@apollo.be Fleet Commander Johan Faes, johan@apollo.be Movie Commander Ben Van Alboom, ben@apollo.be Shaping Space NAGD, info@notanothergraphicdesigner.com Virtual Reality Alex Deforce, alex@apollo.be Star Fleet Jonas Boel, Dimitri Cologne, Ben Conaerts, Tom Cornille, Sven De Hondt, Bart Deweer, Dimitri Dewever, Patrick De Witte, Piet Goethals, Ringo Gomez-Jorge, Guuz Hoogaerts, Joris Jonckheer, Nico Krols, Bert Lesaffer, Dave Mestdach, Sid Meuris, Dago Sondervan, Dirk Steenhaut, PJ Symons, Steven Tuffin, Wim Van Acoleyen, Wouter Van Vaerenbergh, Gunter Vanassche, Frédéric Vandecasserie, Olivier Van Den Broeck, Dennis Van Dessel, Sasha Van der Speeten, Alex Vanhee, Katia Vlerick, Dimitri Vossen Apollo wordt gedrukt door Roto Smeets en verdeeld door Imapress. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Dit magazine is auteursrechtelijk beschermd. Wenst u artikels te scannen, digitaal op te slaan, meermaals te kopiëren of commercieel te gebruiken? Meer info op www.presscopyrights.be © 2010 Lo-Media BVBA www.apollo.be twitter.com/apollomagazine facebook.com/apollomagazine
GOLDFRAPP.COM
www.wsje-flp.com Bringing Universities and Businesses Together Contact: Gert Van Mol gert.vanmol@dowjones.com +32 478 882 506