HH
4
DONDERDAG 17/12/2020
DeMorgen.
Uitgekiende keukentrucs helpen covidpatiënten die geur en smaak verloren weer te proeven
© SVEN FRANZEN
Een behandeling voor wie ermee blijft zitten bestaat niet. Sommigen zijn geholpen met ‘reuktraining’: regelmatig ruiken aan flesjes met aromatische oliën zoals roos, munt en citroen en die zo weer leren herkennen. “Maar er is te weinig bewijs om dit als standaardbehandeling in te zetten bij Covid-19 en het herstelt de celschade niet”, zegt Engelborghs. Maar de handicap kan je wel minder zwaar om dragen maken, en dan nog wel via de keuken. Met uitgekiende recepten kunnen de ‘smaakfabriekjes’ die wel nog intact zijn extra intens getriggerd worden, zodat er weer iets te proeven valt. Extra croutons en pikant in een groentesoep die verder enkel naar zout water smaakt, prikkelen bijvoorbeeld een nog actief mondgevoel. Intrigerende combinaties van zoet en zuur spreken de smaakpapillen aan. “Die aanpak heeft mij erg getroost”, zegt de Nederlandse Kirsten Jaarsma, voorzitter van patiëntenvereniging reuksmaakstoornis.nl. “Toen ik acht jaar geleden door een hersenletsel na een val mijn reukzin verloor, voelde ik me verloren. Ik barstte zowat in tranen uit toen ik in een Italiaans restaurant mijn favoriete truffel niet meer kon smaken”, vertelt ze. “Daarna moest ik de ene na de andere smaak wegstrepen.” Door zich te verdiepen in de kennis die al bestond bij zorgverleners en gespecialiseerde koks, leerde Jaarmsa de GOT-keuken kennen. Dat staat voor de drie smaakfabriekjes: gustatie (smaak via de tong), olfactie (geur) en de trigeminale prikkels. Sommige koks in woon-zorgcentra kennen dit principe omdat ook ouderen hun geur verliezen. Op kankerafdelingen wordt ook soms gewerkt met GOT-koken om chemopatiënten bij te staan. Bij wie de geur volledig weg is, zoals bij Covid-19-patiënten en ook bij Jaarsma, blijken recepten die de vijf basissmaken op de tong en het mondgevoel in de verf zetten dan te helpen.
KNÄCKEBRÖD MET OUDE KAAS
Als spaghetti naar slierten plastic smaakt Steeds grotere aantallen mensen worden door SARS-CoV-2 van hun geur- en smaakzin beroofd. ‘Je raakt een essentiële band met de werkelijkheid kwijt’, getuigen patiënten. ‘Smaaksturing’ helpt om de tristesse van ‘eten dat naar plamuursel smaakt’ te verlichten. B A R B A RA DEBUSSCHERE
Frambozen, truffel, vanille en basilicum die even smakeloos zijn geworden als hosties. Koffie en speculaas niet meer kunnen proeven en vaststellen dat je favoriete spaghetti bolognese smaakt naar ‘warme slierten zacht plastic’. Ook dat is een gevolg van ‘het virus’. Bij ongeveer de helft van de mensen die Covid-19 krijgen, vallen geur en smaak weg. Gelukkig komt die bij de overgrote meerderheid na ongeveer een maand terug. Maar bij zo’n 10 procent is dat niet zo en hoe langer de pandemie duurt, hoe groter die groep wordt. “Hier en daar hoor je smaak- en geurverlies wegzetten als ‘covid-light’”, zegt neus-keel-oorarts Laura Van Gerven (UZ Leuven). “Maar wie dit meemaakt, raakt echt in paniek. We onderschatten hoezeer geur en smaak ons de hele tijd met de wereld verbinden. Wanneer die zintuigen wegvallen, moeten patiënten door een rouwproces.” Ook neuroloog Sebastiaan Engelborghs (UZ Brussel) ziet nu meer mensen die bij die onfortuinlijke 10 procent horen bij wie het niet overgaat. “Het is afschuwelijk. Je eet alleen nog om te overleven, alle plezier is weg. En je weet niet
of het ooit weer terugkomt”, zegt hij. Hoe krijgt SARS-CoV-2 ook dat voor elkaar? “We weten nog niet alles”, zegt Van Gerven. “Bij andere infectieziektes komt dit ook voor, bijvoorbeeld bij griep en verkoudheidsvirussen. Maar die percentages liggen veel lager.” Wat wel duidelijk is, is dat de schade in de neus gebeurt. Achteraan in de neusholte zitten de meeste virusdeeltjes, vandaar de coronatests met neuswissers. “Dit virus infecteert ons via een bepaald ‘poortje’ in cellen, de ACE2-receptor”, zegt Engelborghs. “De reukzenuwen in de neus hebben dat poortje niet, maar de ondersteunende cellen in het reukslijmvlies wel. Het exacte mechanisme kennen we nog niet, maar we vermoeden dat het virus die cellen aantast.”
UMAMI Met de tong heeft dat weinig te maken. Dat zit zo: iets proeven is het resultaat van een complexe combinatie van drie zintuiglijke prikkels. Met je smaakpapillen proef je de vijf basissmaken zoet, zuur, zout, bitter en umami (vleesof bouillonsmaak). De tweede laag van de proefervaring gaat via de neus. “Eet eens gummibeertjes met je neus dichtgeknepen”, zegt Van Gerven. “Dat smaakt naar niets.” Het derde sleutelement is het driezenuwsysteem of trigeminatie: de gevoelsprikkels voor onder andere pijn en temperatuur en ook het ‘mondge-
voel’ waarmee je krokante structuren, bubbels en ook pikant, knoflook of munt ‘voelt’. Maar de taken zijn niet gelijk verdeeld: 70 tot 80 procent van onze smaakervaring gaat via de neus. Als dat wegvalt, verlies je dus een enorm deel van je smaakervaring. En zeker bij Covid-19 is dat zo. De smaak van mensen met geur- en smaakverlies door een hersentrauma, een andere infectie of doordat ze chemo krijgen, kan op de verschillende fronten zijn aangetast. “Bij Covid-19-patiënten zien we zelden smaakverlies in de mond. Bijna altijd is het 100 procent geurverlies”, zegt Van Gerven. Herstel is er dus zeer vaak, maar soms gaat dat via een bevreemdende omweg waarbij eten plots weer wel smaakt, maar verkeerd, naar petroleum of chemische producten. “Wij zijn dan opgelucht want dat betekent dat herstel op gang komt”, zegt Van Gerven. “Maar het is akelig. Na een tijdje normaliseert zich dat.”
‘We onderschatten hoezeer geur en smaak ons de hele tijd met de wereld verbinden. Als die zintuigen wegvallen, moeten patiënten door een rouwproces’ LAURA VAN GERVEN NEUS-KEEL-OORARTS UZ LEUVEN
“Een van mijn eerste experimenten was knäckebröd met heel oude kaas waar zoutkristallen in zitten en piccalilly (pickles)”, zegt Jaarsma. “Dat vinden anderen veel te veel van het goede, maar én dat knapperige én die zoutbom én dat zure van die piccalilly zijn voor mij tenminste eens iets dat naar iets smaakt. Een andere persoonlijke favoriet is geconfijte grapefruitschil in chocolade want dat combineert zuur, zoet en bitter. Het zit in soms kleine aanpassingen. Stamppot met worst is niets, stamppot met extra knapperige worst en veel mosterd, die het mondgevoel prikkelt, proef ik wel.” Via haar organisatie biedt Jaarsma informatie en steun. “Door corona neemt ons ledental snel toe. Verhalen uitwisselen helpt, want in de buitenwereld is er veel onbegrip. Je geur en smaak verliezen is ook ongezond. Sommigen eten alleen nog pakken koeken. Anderen vallen veel af. Maar het gaat verder dan eten. Zo zijn er vrouwen die het vreselijk vinden dat ze hun baby of partner niet meer kunnen ruiken.” In samenwerking met chef-koks organiseert de Nederlandse vereniging (buiten coronatijden) masterclasses voor ‘smaaksturing’. Maar, zo stellen zij ook vast, hoewel het GOT-principe in grote lijnen klopt, is het toch telkens zoeken omdat smaak bij iedereen anders is. Zo proeft de ene heel weinig en zit de andere met die vervormde ‘chemische smaken’. Bovendien verschilt wat niet meer smaakt en wat wel nog per persoon. Dat is waarom chef gastro-engineering Lobke Van den Wijngaert zopas een smaakcentrum is gestart in Zwijndrecht. “Hier begint een patiënt altijd met een individuele test waarin we met een smaakalgoritme de smaakvoorkeuren analyseren. Op basis daarvan sturen we zijn of haar favoriete gerechten bij. Ik heb al een Covid-19-patiënt gezien die eindelijk weer iets proeft dankzij brood met extreem veel mosterd in. Bij iemand anders waren het abrikozen met knoflook, ook in brood verwerkt”, zegt Van den Wijngaert, die aan een pilootproject bij Covid-19 werkt samen met de Universiteit Antwerpen, UZA, de medische universiteit Graz en het Center for Gastrology Leuven. Dat Leuvense centrum is de ‘uitvinder’ van smaaksturing bij onder anderen ouderen en kankerpatiënten en het traint chefs in Noorwegen, Nederland, Oostenrijk en Italië. Als afstudeerproject onderzocht Van den Wijngaert of ‘smaaksturing’ die ingezet wordt bij ouderen ook werkt voor kankerpatiënten. “Dat lukte”, zegt ze. Het werd een oncologische pizza met tijm voor de trigeminale prikkel en sinaasappelsap in het deeg verwerkt voor de zoetzure toets. Soms komt ze bij iemand uit met erg vreemde combinaties waar hij of zij dan zelf mee aan de slag kan, maar even vaak zijn het kleine ingrepen die alle verschil maken en die anderen niet opvallen. Van den Wijngaert: “Het is dus een hele zoektocht die doorgedreven kennis vereist en die we door corona steeds meer zullen uitvoeren, maar het werkt.”