MedZ vakblad voor de praktijkhoudende huisarts
jaar 5 • #5 • 2018
edzorg moet deel uit blijven maken van het takenpakket van de huisarts. Dat staat voor de Utrechtse huisarts Rinske van de Goor als een paal boven water. ‘Ons vak is niet alleen chronische zorg v denoorontstekingen verhelpen’, stelt zij. ‘Het behoort tot onze kernkwaliteiten als huisarts dat wij onderscheid kunnen maken tussen ernstig en niet ernstig, pluis en niet pluis. Dat is bij spoe angrijk. Een eerstehulparts weet prima wat hij moet doen bij een hartaanval, maar voor mij is dat niet het eerste waar ik aan denk als iemand met pijn op de borst komt. Huisartsen denken vanuit ns en plaatsen klachten in de context van het leven van onze patiënten. Dat helpt bij het stellen van de juiste diagnose. En om dat goed te kunnen blijven doen, moet je wel feeling houden met spoe W-zorg is daarvoor een mooie manier.’ Dus: ANW-zorg? Ja! Maar niet meer in de huidige systematiek. Die is namelijk niet meer vol te houden, stelt VPHuisartsen al jaren. Dat heeft verschillende red ste berust de verantwoordelijkheid voor de ANW-zorg in het huidige model volledig bij praktijkhouders. Door de toenemende werkdruk ervaren veel praktijkhoudende huisartsen dat inmiddels als een z ker ook, omdat het steeds moeilijker wordt om vervanging te vinden voor diensten. ‘De afhankelijkheid van praktijkhouders maakt het systeem kwetsbaar. Vroeger kon dat, omdat artsen 24/7 beschikb ar de nieuwe generatie huisartsen staat er anders in. Ik kan niet zomaar altijd werken, en ik wil dat ook niet. Het is gewoon teveel. De verhoudingen zijn zoek.’ Dat is extra storend omdat patiënten s r de HAP komen met klachten die helemaal niet spoedeisend zijn. Dat is veel artsen een doorn in het oog. Zoals Van de Goor stelt: ‘Ik wil best ’s nachts mijn bed uit voor een hartinfarct, maar ni neweginfectie.’ Dat het ondanks de toegenomen werkdruk toch nog zo lang goed is gegaan, komt doordat praktijkhouders hun diensten konden verkopen aan waarnemers. Maar inmiddels is de rek de Goor. ‘De situatie verschilt per regio. In Utrecht werk ik met zeven maten in een praktijk van 11.000 patiënten. Dat is prima te doen. Bovendien hebben wij een duidelijke regel voor waarnemer en erbij! Daardoor hebben wij geen problemen met het invullen van de ANW-zorg. Maar er zijn regio’s waar huisartsen niet meer op vakantie kunnen of doorwerken terwijl ze kanker hebben, omd arnemers kunnen vinden. Of alleen tegen een heel hoog uurtarief. Waarnemers hebben lange tijd gefungeerd als het ventiel dat praktijkhouders in staat stelde hun werk te blijven doen, maar dat ventie n en het systeem is compleet vastgelopen.’ Maar de wal is bezig het schip te keren. VPHuisartsen, LHV en InEen buigen zich sinds kort gezamenlijk over een oplossing. Goed nieuws, vindt Van de Go l blij dat de neuzen nu allemaal dezelfde kant op staan en dat we als verschillende huisartsenorganisaties samenwerken. Dat geeft wel aan dat alle drie de partijen wat dit onderwerp betreft dezelf en. Iedereen snapt dat er iets moet veranderen. Ik vind het hoopgevend dat er nu eindelijk scenario’s besproken worden waarin de praktijkhouder niet meer in zijn eentje verantwoordelijk is.’ Van de G uit VPHuisartsen deel uit van de projectgroep ANW-zorg die zich buigt over mogelijkheden om deze zorg behapbaar te houden. Er is gekozen voor een meerfrontenaanpak. Zo hebben de drie partijen maties ontwikkeld voor doelgroepen die veelvuldig gebruikmaken van de HAP, om hun bewustzijn rondom spoedzorg te vergroten. Deze animaties maken op eenvoudige wijze duidelijk met welke klach HAP of de SEH kunt komen, en ook: met welke niet. De animaties zijn bedoeld om in de wachtkamers van huisartspraktijken te laten zien zodat wachtenden op een vriendelijke manier met herkenba het denken gezet worden over welke hulpvragen waar thuishoren. Huisartsen kunnen deze animaties downloaden op Eerstehulpbijoverbelasting.nl om op hun wachtkamerscherm te laten zien. Oo kit gemaakt met goede voorbeelden van huisartsen en huisartsenposten die op een creatieve manier werken aan betere zorg en een lagere werkdruk. De onderwerpen variëren van communicatie met een efficiëntere inzet van personeel of betere samenwerking in de zorgketen. Deze voorbeelden zijn te vinden op de site praktijkvoorbeeldenanw.lhv.nl. Zo kun je als huisarts je voordeel doen met de bes anderen. Dat kan hier en daar wat druk van de ketel halen, maar het blijft volgens Van de Goor lapwerk, omdat de maatregelen functioneren binnen het bestaande model. De echte winst moet dan ere hoek komen: een meer structurele oplossing in de vorm van een andere systematiek. Dat was lange tijd onbespreekbaar, maar inmiddels zien VWS, de Inspectie en de NZA in dat er iets moeten g ben zij groen licht gegeven voor experimenten met de ANW-zorg. VPHuisartsen, LHV en InEen zijn momenteel druk bezig met het op poten zetten van pilotprojecten. Sommige zijn al van start g dt in Friesland en Zwolle geëxperimenteerd met een centrale triage. Ook voor IT-oplossingen is interesse. Zo lopen er pilots bij huisartsenposten die zelftriage met een chatbot willen testen. Voor t wordt nog gezocht naar praktijken die in de regio samen met de post willen experimenteren met uitbreiding van het dagvenster tot 20.00 uur. Een van de meest kansrijke pilots is volgens Van de Goor de Medische Dienst (SEMD), een idee dat uit de koker komt van VPHuisartsen. Deze pilot gaat uit van het idee dat spoedeisende hulp geen verantwoordelijkheid is van praktijkhoudende huisartsen al gezamenlijke verantwoordelijkheid van verschillende zorgprofessionals. Daarom komt één SEMD die zowel de huisartsenpost als de basisspoedzorg op de SEH, de crisis GGZ en acute thuiszorg gaat contractuele verplichting voor ANW-zorg verschuift dan van de huisartsen naar de SEMD. Als een patiënt zich meldt, wordt gekeken door welke partij hij of zij het beste geholpen kan worden. D llere en betere zorg voor de patiënt en tot verlichting van het werk van de professionals, doordat mensen niet meer belast worden met werk dat niet op hun bord thuishoort. De belangstelling voor de ot. Een andere potentiële en interessante pilot draait om een andere verdeling van de (nacht)diensten. Daarbij zijn verschillende scenario’s denkbaar. In het eerste scenario wordt de nachtdienst gebo nzet van huisartsen. Huisartsen blijven in dit model ’s nachts alleen aanspreekbaar voor palliatieve patiënten. Voor andere patiënten geldt dat zij bij spoed in de nacht de SEH kunnen bezoeken. E gelijkheid is dat de huisartsenpost de contractuele verplichting voor nachtdiensten overneemt en hier een speciale groep huisartsen voor in dienst neemt. Om dat aantrekkelijk te maken zou er een h r nachtdiensten moeten komen, in combinatie met bepaalde ‘pakketten’ van diensten (groot, middel, klein) met bijbehorende tarieven en benefits. Hoe meer diensten je af wilt nemen, hoe hoge arnaast zijn er interessante secundaire arbeidsvoorwaarden bij te bedenken zoals scholing, intervisie of inspraak op de post. Van de Goor ziet daar wel wat in. ‘Variatie in pakketten en diensttijden ka r waarnemers interessanter maken. Wil je twee weken nachtdienst en dan een maand vrij? Of liever elke week op een vaste dag avonddienst? Voor mensen met kleine kinderen kan dat een goed model z structuur biedt en ze weten waar ze aan toe zijn. Door modellen te maken die beter aansluiten bij de wensen van waarnemers, vergroot je de kans op een levensvatbaar systeem.’ Van de Goor kijkt me naar de uitkomsten van de experimenten met ANW-zorg. ‘De pilots zullen niet ineens alle problemen rondom de ANW-zorg oplossen, maar dat hoeft ook niet. Ik zie dit niet als een eindstadium, m belangrijke eerste stap naar een bestendiger model.’ Daarnaast zouden er in haar optiek ook andere stappen gezet kunnen (en moeten) worden. Een stap die voor iedereen haalbaar is: eens kritisch k igen rol in het geheel en je verantwoordelijkheid pakken. ‘We hebben een serieus probleem met de ANW-zorg, maar er zijn ook praktijkhouders die onterecht klagen. Terwijl er aan de ene kant prak n die geen maat of opvolger kunnen vinden voor hun praktijk, zijn er aan de andere kant ook huisartsen die een praktijk van 4.000 patiënten hebben en klagen dat er geen waarnemers zijn om dien ar die er geen maat bij nemen, omdat ze de inkomsten niet kwijtwillen. Als je echt vindt dat je het te druk hebt, deel je praktijk dan ook! ‘Ook Hidha’s en waarnemers hebben in dezen een verantwoo dt Van de Goor. ‘We zijn allemaal professionals en moeten met z’n allen zorgen dat er goede zorg geleverd wordt in een prettige sfeer. Dus ik zou zeggen: wees solidair en lever je bijdrage aan de prak kt. Laten we met elkaar zorgen dat het weer leuk wordt op de HAP.’ Spoedzorg moet deel uit blijven maken van het takenpakket van de huisarts. Dat staat voor de Utrechtse huisarts Rinske van paal boven water. ‘Ons vak is niet alleen chronische zorg verlenen en middenoorontstekingen verhelpen’, stelt zij. ‘Het behoort tot onze kernkwaliteiten als huisarts dat wij onderscheid kunnen ma stig en niet ernstig, pluis en niet pluis. Dat is bij spoedzorg heel belangrijk. Een eerstehulparts weet prima wat hij moet doen bij een hartaanval, maar voor mij is dat niet het eerste waar ik aan denk t pijn op de borst komt. Huisartsen denken vanuit de gezonde mens en plaatsen klachten in de context van het leven van onze patiënten. Dat helpt bij het stellen van de juiste diagnose. En om dat goed ven doen, moet je wel feeling houden met spoedklachten. ANW-zorg is daarvoor een mooie manier.’ Dus: ANW-zorg? Ja! Maar niet meer in de huidige systematiek. Die is namelijk niet meer vol te ho Huisartsen al jaren. Dat heeft verschillende redenen. Ten eerste berust de verantwoordelijkheid voor de ANW-zorg in het huidige model volledig bij praktijkhouders. Door de toenemende werkdruk e ktijkhoudende huisartsen dat inmiddels als een zware last. Zeker ook, omdat het steeds moeilijker wordt om vervanging te vinden voor diensten. ‘De afhankelijkheid van praktijkhouders maakt h etsbaar. Vroeger kon dat, omdat artsen 24/7 beschikbaar waren. Maar de nieuwe generatie huisartsen staat er anders in. Ik kan niet zomaar altijd werken, en ik wil dat ook niet. Het is gewoon houdingen zijn zoek.’ Dat is extra storend omdat patiënten steeds vaker naar de HAP komen met klachten die helemaal niet spoedeisend zijn. Dat is veel artsen een doorn in het oog. Zoals Van de Goo best ’s nachts mijn bed uit voor een hartinfarct, maar niet voor een urineweginfectie.’ Dat het ondanks de toegenomen werkdruk toch nog zo lang goed is gegaan, komt doordat praktijkhouders hu den verkopen aan waarnemers. Maar inmiddels is de rek eruit, zegt Van de Goor. ‘De situatie verschilt per regio. In Utrecht werk ik met zeven maten in een praktijk van 11.000 patiënten. Dat n. Bovendien hebben wij een duidelijke regel voor waarnemers: diensten horen erbij! Daardoor hebben wij geen problemen met het invullen van de ANW-zorg. Maar er zijn regio’s waar huisartsen n antie kunnen of doorwerken terwijl ze kanker hebben, omdat ze geen waarnemers kunnen vinden. Of alleen tegen een heel hoog uurtarief. Waarnemers hebben lange tijd gefungeerd als het ventiel da ders in staat stelde hun werk te blijven doen, maar dat ventiel is verdwenen en het systeem is compleet vastgelopen.’ Maar de wal is bezig het schip te keren. VPHuisartsen, LHV en InEen buigen zich amenlijk over een oplossing. Goed nieuws, vindt Van de Goor. ‘Ik ben heel blij dat de neuzen nu allemaal dezelfde kant op staan en dat we als verschillende huisartsenorganisaties samenwerken. Dat ge alle drie de partijen wat dit onderwerp betreft dezelfde urgentie voelen. Iedereen snapt dat er iets moet veranderen. Ik vind het hoopgevend dat er nu eindelijk scenario’s besproken worden waarin de pr niet meer in zijn eentje verantwoordelijk is.’ Van de Goor maakt vanuit VPHuisartsen deel uit van de projectgroep ANW-zorg die zich buigt over mogelijkheden om deze zorg behapbaar te houden. Er r een meerfrontenaanpak. Zo hebben de drie partijen een aantal animaties ontwikkeld voor doelgroepen die veelvuldig gebruikmaken van de HAP, om hun bewustzijn rondom spoedzorg te vergro
De laatste MedZ
Doorstart: van papier naar digitaal