MedZ
Praktijkzaken: motiveren en inspireren
vakblad voor de praktijkhoudende huisarts nummer 6 • 2014 Robbert Dijkgraaf houdt wel van een beetje verwarring stichten. Het is immers de verwondering om dingen die de wetenschap verder helpt. Niks zo goed voor een grote sprong voorwaarts als een opgetrokke enkbrauw bij vanzelfsprekendheden. Dus bij de vraag ‘wat maakt iemand tot een professional?’ komt hij niet met vakkennis aan, maar met liefde voor het vak. ‘De innerlijke drijfveer is essentieel voor een professio al. Natuurlijk leef en werk je in een bepaalde context, maar in de kern ben je autonoom. Je wordt voortgedreven door je eigen interesse. Dat is immers de reden dat je ooit hebt gekozen voor je vak. Inspiratie is d randstof voor je innerlijke motor, datgene wat je in beweging houdt.’ aldus Dijkgraaf. Als je die motor aan de praat wil houden, zul je werk moeten maken van je inspiratie. In het begin van een opleiding of carrièr er aan inspiratie meestal geen gebrek. ‘Als je jong bent, is alles fluïde. Je kunt nog alle kanten op. Dan is het heel makkelijk om inspiratie te vinden. Maar naarmate dingen zich uitkristalliseren, kom je in ee epaald spoor terecht. Dan is het heel verleidelijk om alleen nog maar rechtdoor te lopen. Daar hoef je namelijk weinig voor te doen, dat gaat vanzelf. Iedere stap die je zet, maakt het moeilijker om inspiratie t nden, omdat er steeds meer ‘aanhangwagentjes’ aan je komen te hangen die je moet voorttrekken. Steeds meer gewicht dat je mee moet slepen.’ Dijkgraaf ziet dat dagelijks in zijn eigen werk. Het instituut waa j leiding aan geeft fungeert als opfriscursus voor professionals. ‘Er komen hier veel mensen die middenin een bloeiende carrière zitten, maar die het gevoel hebben dat ze in een spoor terecht zijn gekomen waardoo e hun inspiratie kwijt zijn geraakt. Dan is het goed om heel bewust een wending te maken.’ Gelukkig ben je voor inspiratie niet afhankelijk van anderen of van een flits uit de hemel. Het is iets wat je volgen ijkgraaf prima zelf kunt organiseren. Het enige wat nodig is, is discipline. ‘Je moet jezelf dwingen ervaringen op te doen die buiten je directe omgeving vallen. Zo ga ik geregeld naar conferenties waarvan mense ij vragen: “Wat moet jij daar nou?” Maar juist daarom! Het is heel verfrissend om af en toe eens in een totaal andere wereld te zitten en kennis te nemen van dingen waar je nog nooit van gehoord hebt. Zeke s je wat verder bent in je carrière ligt blikvernauwing op de loer. Voor je het weet, kom je alleen nog maar mensen tegen die met dezelfde dingen bezig zijn en die het net zo doen als jij. Terwijl er links en recht lerlei interessante zaken voorbijkomen. Het is goed daar oog voor te hebben omdat het je kan helpen om op een nieuwe manier naar je eigen werk te kijken.’ Ook het terug volgen van oude sporen in je eigen leve an helpen om het vuurtje weer aan te wakkeren. Denk aan dingen waar je vroeger warm voor liep, maar die je hebt laten lopen omdat je andere keuzes hebt gemaakt. Die paden liggen er nog steeds. Klaar o erkend te worden. ‘We zijn geneigd te kiezen voor het bekende, maar er ligt een grote schoonheid in het onbekende. Je denkt dat je in een hogesnelheidstrein stapt die je in één keer naar je bestemming brengt aar in werkelijkheid is het leven een boemeltreintje dat op willekeurige perrons stopt. Je hebt dus veel meer mogelijkheden dan je denkt om je leven een andere wending te geven.’ Wat ook kan helpen: je omringe et inspirerende mensen -en dan met name mensen die veel ouder of veel jonger zijn dan jijzelf. ‘Ik heb een paar zeer eminente collega’s van dik in de tachtig die me geregeld verrast hebben doordat ze zo ver vooru epen dat ze dingen vanuit een heel ander perspectief konden bekijken, wat leidde tot nieuwe gezichtspunten. Dat heeft mij vaak geholpen.’ Zijn advies is dan ook: organiseer diversiteit in je omgeving. Mensen i lerlei fases van hun leven die andere dingen doen dan jij, maar waar je je op metaforisch niveau verwant mee voelt. Dat kan verrassende uitkomsten opleveren. ‘Wij zijn als professionals geneigd te denken in terme an onze eigen wereld. In die wereld zijn details belangrijk. Het zijn vaak prachtige details, en het feit dat ik ze ken, maakt mij tot een deskundige. Maar dat oog voor detail leidt op enig moment wel tot blikvernau ing. Het is goed jezelf zo nu en dan te dwingen tot een helicopterview om dingen in perspectief te zien.’ Aangezien hij graag over de grenzen van zijn vak kijkt, wil hij desgevraagd ook best eens met de ogen va en buitenstaander naar de Nederlandse gezondheidszorg kijken. ‘Gezondheidszorg is voor mij iets heel essentieels. Ik zie het als een mensenrecht. Iets wat een samenleving voor iedereen moet verzorgen. Nederlan oet dat op een goede manier. We zijn een compact land en zijn van daaruit gewend om verbindingen te maken. Dat is de kracht van de Nederlandse zorg: het is een samenhangend, organisch geheel waarbinne en groot gevoel van saamhorigheid heerst. Dat is heel anders dan bijvoorbeeld in de VS, waar het leven heel gefragmenteerd is en de wereld op een totaal andere manier georganiseerd wordt. Het Nederlandse systee s geheel ziet er wat hem betreft gezond uit. ‘Er is sprake van een goede bloedomloop waarbij vitale onderdelen met elkaar in verbinding staan.’ Lof dus. Maar zoals het een goed wetenschapper betaamt, heef ijkgraaf ook oog voor de keerzijde van de medaille. De overlegcultuur heeft een hoge prijs in de vorm van regelgeving. De behoefte aan overleg, coördinatie en controle vertaalt zich in een woud aan regels e nstanties die zich tot in detail met dingen bemoeien. Er wordt vaak geregeerd vanuit wantrouwen en argwaan. ‘Dat is een beetje een Nederlandse ziekte. Wij willen alle fouten en afwijkingen graag bij voorbaa tsluiten. Maar dat kan niet. Net als in de wetenschap moet er een zekere tolerantie zijn voor het feit dat dingen niet altijd lopen zoals ze gepland waren. De kracht van een systeem is ook dat dingen weer rechtge rokken worden en gecorrigeerd kunnen worden.’ En wie kunnen dat beter doen dan de professionals zelf, aangezien zij de enigen zijn die met recht kunnen spreken over hun vak en weten wat er nodig is o ngen te verbeteren. Het zou volgens Dijkgraaf goed zijn als beleidsmakers beseften dat het niet nodig is om dingen dicht te timmeren en alles in een maatregel vast te leggen. Het vervelende van al die regels amelijk dat ze voorbijgaan aan waar het bij inspiratie om draait, namelijk innerlijke gedrevenheid. ‘Bij professionals is er sprake van een groter doel en liefde voor het vak. Dat zijn de dingen die hem of haar voortdri en. Dat betekent dat er veel kracht en energie in mensen zelf zit - zeker in de medische wereld waarin sprake is van een hoog niveau van professionaliteit. Dat zou moeten betekenen dat er een hoge mate va ertrouwen zou moeten zijn in professionals. In plaats van te kiezen voor reguleren en controleren, kun je er ook vertrouwen in hebben dat mensen vanuit hun professionaliteit dingen op een natuurlijke manie oed zullen doen. Ook omdat de interne graad van controle in dit vak hoog is. Mensen kunnen zichzelf prima evalueren. Het zou goed zijn om tegemoet te komen aan de behoefte van professionals aan erkennin n ze het vertrouwen te geven dat ze ook in een wat minder gereguleerde omgeving de goede dingen zullen doen. Natuurlijk heb je kaders nodig, maar je moet voorkomen dat je dingen doodregelt. In Nederlan estaat de neiging om systemen uit te breiden en steeds meer lijntjes in de tekening te zetten. Terwijl het vaak heel inspirerend kan zijn om eens ergens een muur weg te halen of een regel af te schaffen. Robber ijkgraaf houdt wel van een beetje verwarring stichten. Het is immers de verwondering om dingen die de wetenschap verder helpt. Niks zo goed voor een grote sprong voorwaarts als een opgetrokken wenkbrauw b anzelfsprekendheden. Dus bij de vraag ‘wat maakt iemand tot een professional?’ komt hij niet met vakkennis aan, maar met liefde voor het vak. ‘De innerlijke drijfveer is essentieel voor een professional. Natuurli ef en werk je in een bepaalde context, maar in de kern ben je autonoom. Je wordt voortgedreven door je eigen interesse. Dat is immers de reden dat je ooit hebt gekozen voor je vak. Inspiratie is de brandstof voo innerlijke motor, datgene wat je in beweging houdt.’ aldus Dijkgraaf. Als je die motor aan de praat wil houden, zul je werk moeten maken van je inspiratie. In het begin van een opleiding of carrière is er aan inspira e meestal geen gebrek. ‘Als je jong bent, is alles fluïde. Je kunt nog alle kanten op. Dan is het heel makkelijk om inspiratie te vinden. Maar naarmate dingen zich uitkristalliseren, kom je in een bepaald spoo erecht. Dan is het heel verleidelijk om alleen nog maar rechtdoor te lopen. Daar hoef je namelijk weinig voor te doen, dat gaat vanzelf. Iedere stap die je zet, maakt het moeilijker om inspiratie te vinden, omdat e teeds meer ‘aanhangwagentjes’ aan je komen te hangen die je moet voorttrekken. Steeds meer gewicht dat je mee moet slepen.’ Dijkgraaf ziet dat dagelijks in zijn eigen werk. Het instituut waar hij leiding aa eeft fungeert als opfriscursus voor professionals. ‘Er komen hier veel mensen die middenin een bloeiende carrière zitten, maar die het gevoel hebben dat ze in een spoor terecht zijn gekomen waardoor ze hu nspiratie kwijt zijn geraakt. Dan is het goed om heel bewust een wending te maken.’ Gelukkig ben je voor inspiratie niet afhankelijk van anderen of van een flits uit de hemel. Het is iets wat je volgens Dijkgraa rima zelf kunt organiseren. Het enige wat nodig is, is discipline. ‘Je moet jezelf dwingen ervaringen op te doen die buiten je directe omgeving vallen. Zo ga ik geregeld naar conferenties waarvan mensen mij vragen Wat moet jij daar nou?” Maar juist daarom! Het is heel verfrissend om af en toe eens in een totaal andere wereld te zitten en kennis te nemen van dingen waar je nog nooit van gehoord hebt. Zeker als je wa erder bent in je carrière ligt blikvernauwing op de loer. Voor je het weet, kom je alleen nog maar mensen tegen die met dezelfde dingen bezig zijn en die het net zo doen als jij. Terwijl er links en rechts allerlei intere ante zaken voorbijkomen. Het is goed daar oog voor te hebben omdat het je kan helpen om op een nieuwe manier naar je eigen werk te kijken.’ Ook het terug volgen van oude sporen in je eigen leven kan helpen o et vuurtje weer aan te wakkeren. Denk aan dingen waar je vroeger warm voor liep, maar die je hebt laten lopen omdat je andere keuzes hebt gemaakt. Die paden liggen er nog steeds. Klaar om verkend te worden We zijn geneigd te kiezen voor het bekende, maar er ligt een grote schoonheid in het onbekende. Je denkt dat je in een hogesnelheidstrein stapt die je in één keer naar je bestemming brengt, maar in werkelijkhe het leven een boemeltreintje dat op willekeurige perrons stopt. Je hebt dus veel meer mogelijkheden dan je denkt om je leven een andere wending te geven.’ Wat ook kan helpen: je omringen met inspirerend ensen -en dan met name mensen die veel ouder of veel jonger zijn dan jijzelf. ‘Ik heb een paar zeer eminente collega’s van dik in de tachtig die me geregeld verrast hebben doordat ze zo ver vooruit liepen dat z ngen vanuit een heel ander perspectief konden bekijken, wat leidde tot nieuwe gezichtspunten. Dat heeft mij vaak geholpen.’ Zijn advies is dan ook: organiseer diversiteit in je omgeving. Mensen in allerlei fas an hun leven die andere dingen doen dan jij, maar waar je je op metaforisch niveau verwant mee voelt. Dat kan verrassende uitkomsten opleveren. ‘Wij zijn als professionals geneigd te denken in termen van onz gen wereld. In die wereld zijn details belangrijk. Het zijn vaak prachtige details, en het feit dat ik ze ken, maakt mij tot een deskundige. Maar dat oog voor detail leidt op enig moment wel tot blikvernauwing. He goed jezelf zo nu en dan te dwingen tot een helicopterview om dingen in perspectief te zien.’ Aangezien hij graag over de grenzen van zijn vak kijkt, wil hij desgevraagd ook best eens met de ogen van ee uitenstaander naar de Nederlandse gezondheidszorg kijken. ‘Gezondheidszorg is voor mij iets heel essentieels. Ik zie het als een mensenrecht. Iets wat een samenleving voor iedereen moet verzorgen. Nederlan oet dat op een goede manier. We zijn een compact land en zijn van daaruit gewend om verbindingen te maken. Dat is de kracht van de Nederlandse zorg: het is een samenhangend, organisch geheel waarbinne en groot gevoel van saamhorigheid heerst. Dat is heel anders dan bijvoorbeeld in de VS, waar het leven heel gefragmenteerd is en de wereld op een totaal andere manier georganiseerd wordt. Het Nederlandse systee s geheel ziet er wat hem betreft gezond uit. ‘Er is sprake van een goede bloedomloop waarbij vitale onderdelen met elkaar in verbinding staan.’ Lof dus. Maar zoals het een goed wetenschapper betaamt, heef ijkgraaf ook oog voor de keerzijde van de medaille. De overlegcultuur heeft een hoge prijs in de vorm van regelgeving. De behoefte aan overleg, coördinatie en controle vertaalt zich in een woud aan regels e nstanties die zich tot in detail met dingen bemoeien. Er wordt vaak geregeerd vanuit wantrouwen en argwaan. ‘Dat is een beetje een Nederlandse ziekte. Wij willen alle fouten en afwijkingen graag bij voorbaa tsluiten. Maar dat kan niet. Net als in de wetenschap moet er een zekere tolerantie zijn voor het feit dat dingen niet altijd lopen zoals ze gepland waren. De kracht van een systeem is ook dat dingen weer rechtge rokken worden en gecorrigeerd kunnen worden.’ En wie kunnen dat beter doen dan de professionals zelf, aangezien zij de enigen zijn die met recht kunnen spreken over hun vak en weten wat er nodig is o ngen te verbeteren. Het zou volgens Dijkgraaf goed zijn als beleidsmakers beseften dat het niet nodig is om dingen dicht te timmeren en alles in een maatregel vast te leggen. Het vervelende van al die regels
Principes zijn belangrijker dan pragmatisme
Dialoog tussen voorzitters LHV en VPHuisartsen