MedZ 4 - 2015

Page 1

MedZ

Zit er nog muziek in de zorg?

ie de kranten een beetje bijhoudt en over de muren van het eigen land en het eigen vak heenkijkt is het glashelder: het Westen is op zijn retour. Oude mechanismen lopen vast en overvloedige regelgeving moet brek aan innovatief vermogen verhullen. De roep om verandering klinkt steeds duidelijker. We staan vakblad voor de praktijkhoudende huisarts   jaar 2 • op #4de• drempel 2015 van een tijd waarin machtsverhoudingen verschuiven en grote anonieme instituties worden ald door kleine lokale initiatieven waarin mensen samen optrekken rondom een gemeenschappelijk doel. Na een tijd van schaalvergroting gaan we terug naar de menselijke maat. Om dat te zien moet je wel jken, want aan de oppervlakte lijkt alles nog hetzelfde - ook in huisartsenland. Ministerie, NZa en IGZ maken de dienst uit. Verzekeraars produceren standaard inkoopcontracten en leveren direct de bijbehopen. De bureaucratische molen draait op volle toeren. Geen ontsnappen mogelijk, want zonder contract geen geld. Van de vijfhonderd huisartsen die weigerden het contract met VGZ te tekenen hebben de n inmiddels de handdoek in de ring gegooid bij gebrek aan een level playing field. Dus waar zit de ruimte voor verandering? Dat is niet de vraag die Aletta Jacobs gesteld zou hebben. Als we een ding van haar n leren, is het wel de waarde van een diepgewortelde overtuiging. Als je vindt dat een situatie onwenselijk is, moet je je niet in eerste instantie afvragen hoe het anders kan, want als de mogelijkheden daarvoor t zijn kom je niet in beweging en blijft de situatie bestaan. Veel sterker is de simpele overtuiging dat het anders moet - no matter what. Fundamentele verandering is meestal niet het resultaat van duwen kken, maar van een innerlijke drive. Jacobs had een droom: dokter worden, net als haar vader en haar oudste broer. Als kind liet ze haar speelgoed al in de steek om te luisteren naar hun gesprekken over ssante ziektegevallen in het Groninger hospitaal of belangwekkende dingen uit vaders praktijk’. Het enige probleem: zo’n carrière was destijds uitsluitend weggelegd voor jongens. Meisjes werden klaargestoomd et moederschap. Dus belandde ze zeer tegen haar zin op de jongedamesschool. Ze legde zich echter niet neer bij haar lot. Dat leidde ertoe dat ze op 20 april 1871 toestemming kreeg van minister Thorbecke eerste meisje in Nederland medicijnen te gaan studeren. Ze werd de eerste vrouwelijke arts en promovendus en maakte zich sterk voor voorbehoedsmiddelen voor vrouwen en het vrouwenkiesrecht. Een enorme tie in een door mannen gedomineerd universum.Toen Jacobs als zesjarig meisje haar toekomst als dokter voor zich zag was er geen enkele reden om te denken dat die droom ooit uit zou kunnen komen. IntegenDat de universiteit geen meisjes toeliet was een realiteit om rekening mee te houden. Om nog maar te zwijgen over het politieke klimaat en de burgerlijke moraal. Dat ze er desondanks in slaagde haar eigen te varen, is te danken aan een aantal eigenschappen die ook in deze tijd hun nut kunnen hebben. Hoewel wij leven in een tijd van uitroeptekens, is het vraagteken minstens zo krachtig. Het belang van een vraag wordt in een paar zinnen uitgetekend door Remco Campert in het prachtige gedicht Verzet begint niet met grote woorden. Daarin komen de zinnen voor: Jezelf een vraag stellen daarmee begint verzet n die vraag aan een ander stellen De vraag van Jacobs was simpel: waarom mogen alleen jongens studeren? Voor ons een retorische vraag, maar in haar tijd was het stellen ervan niet minder dan rebellie. Het t het altijd zo was geweest, was voor haar geen steekhoudend argument. Zij wilde antwoorden - en wel antwoorden die hout sneden. Het vraagt visie en voorstellingsvermogen om te zien wat er nog niet is. Jacobs zag in haar artsenpraktijk de gevolgen voor winkelbediendes die 15 uur achter elkaar op hun benen moesten staan. Niet alleen medisch onverantwoord, maar ook sociaal onverantwoordelijk, vond zij. het was wel wettelijk toegestaan. Terwijl de wereld het normaal vond dat een winkeljuffrouw letterlijk altijd paraat stond, zag zij een ander plaatje: werknemers die gewoon konden zitten als er even geen n waren. Trek de lijn door naar de huidige tijd en je komt op een ander Utopia: een gezondheidszorg die niet draait om regels, maar om mensen. Onmogelijk? Niet volgens George Bernhard Shaw, de Ierse schrijver en socialist die ooit schreef: “You see things and you say ‘Why?’ But I dream things that never were and I say, ‘Why not?’.” Het vereiste een enorme hoeveelheid lef om als eerste vrouw een duik in annenwereld te nemen, de strijd aan te gaan met de zittende macht en te dealen met de vooroordelen. Zoals het idee dat een vrouw nooit een even goede dokter kon zijn als een man. Zo kreeg Jacobs ooit een van een patiënt over de hoogte van de rekening: die was even hoog als die van een mannelijke arts. In plaats van te gaan twijfelen aan haar eigen kwaliteiten stelde ze hem een zakelijke vraag: ‘Hebt u dan, mevrouw Uw echtgenoote inderdaad ernstig ziek was, minderwaardige en daarom goedkoope hulp voor haar gezocht? Ik vermoed, dat het U in de eerste plaats om goede hulp te doen was.’ Ook deze tijd vraagt Het lef om op te komen voor je principes en te staan voor de waarden van je vak terwijl die aan alle kanten onder vuur liggen. Neem Arhur Gotlieb die de strijd aanbond met de machtige NZa. De vijfhonderd tsen die weigerden het contract met VGZ te tekenen. Of huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn die ingreep in een situatie waarvoor geen regels bestonden om zijn terminale patiënt niet onnodig te laten lijden. n die een streep in het zand trekken en het gevecht aangaan met de gevestigde orde omdat waarden die hen dierbaar zijn met voeten worden getreden. Het uitdagen van de gevestigde orde is een zaak van adem. Dat merkte Jacobs in haar strijd om winkelbedienden het recht op een stoel te geven. Er zat achttien jaar tussen het moment dat ze vrouwen opriep winkels te boycotten die geen zitgelegenheid wilden n voor hun winkelbediendes en de wet die dit verplicht stelde. Datzelfde uithoudingsvermogen is nu nodig. De strijd over kwalitatief goede zorg is nog lang niet gestreden en krijgt steeds een ander gezicht. un je moedeloos van worden, maar je kunt je er ook op instellen en weigeren om je omver te laten blazen. Steeds opnieuw opstaan en blijven herhalen wat voor jou als professional onopgeefbaar is en wat je koste st overeind wilt houden tegen de regelzucht van de beleidsmakers in: de kernwaarden van je vak. Dat is niet eenvoudig. Werken in het ingewikkelde landschap van de zorg vereist ook flexibiliteit, incasseringsgen en de bereidheid compromissen te sluiten. Zo moest Jacobs er knarsetandend in toestemmen dat ze in haar vakanties onder de hoede van haar moeder geplaatst zou worden om alsnog te leren hoe ze een huisvrouw kon worden. Nu nogmaals de vraag: waar zit de ruimte voor verandering? Het antwoord: in ons hoofd. Het enige wat ruimte schept is de diepe overtuiging dat iets niet is zoals het zou moeten zijn het dus anders moet. Ongeacht wat het kost, hoe moeilijk het is of hoe lang het duurt. Anneke Tromp, weduwe van huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn die in 2013 zelfmoord pleegde nadat hij op non -actief steld vanwege het toedienen van een dodelijke hoeveelheid morfine aan een terminale patiënt, schetste in de <cursief>NRC<einde cursief> van 18 april jl. in een Open Brief aan de ministers Schippers (Volksgeeid) en Van der Steur ( Justitie) op treffende wijze het morele failliet van de huidige gezondheidszorg. ‘Wie handelt conform de regels handelt niet per definitie goed, hij is alleen maar niet in overtreding. Het m de vraag of deze instellingen fatsoenlijk hebben gehandeld. Ik verwijt het AMC, de IGZ en het OM niet dat ze zich niet aan de regels gehouden hebben. Ik verwijt hen gebrek aan wijsheid, inzicht en compashet hanteren van de regels (…) U moet zich schamen.’ Een glasheldere analyse van een vrouw die haar man verloor aan een dolgedraaid systeem. Als regels belangrijker worden dan de mensen voor wie ze ntworpen, is er iets grondig mis. Als het systeem zorgverleners en patiënten vermorzelt omdat wijsheid, inzicht en compassie niet in een DBC te vangen zijn, is er maar een gepaste reactie mogelijk: terug f! • Voor wie de kranten een beetje bijhoudt en over de muren van het eigen land en het eigen vak heenkijkt is het glashelder: het Westen is op zijn retour. Oude mechanismen lopen vast en overvloedige regelgeoet het gebrek aan innovatief vermogen verhullen. De roep om verandering klinkt steeds duidelijker. We staan op de drempel van een tijd waarin machtsverhoudingen verschuiven en grote anonieme instituties n ingehaald door kleine lokale initiatieven waarin mensen samen optrekken rondom een gemeenschappelijk doel. Na een tijd van schaalvergroting gaan we terug naar de menselijke maat. Om dat te zien moet goed kijken, want aan de oppervlakte lijkt alles nog hetzelfde - ook in huisartsenland. Ministerie, NZa en IGZ maken de dienst uit. Verzekeraars produceren standaard inkoopcontracten en leveren direct de orende pen. De bureaucratische molen draait op volle toeren. Geen ontsnappen mogelijk, want zonder contract geen geld. Van de vijfhonderd huisartsen die weigerden het contract met VGZ te tekenen n de meesten inmiddels de handdoek in de ring gegooid bij gebrek aan een level playing field. Dus waar zit de ruimte voor verandering? Dat is niet de vraag die Aletta Jacobs gesteld zou hebben. Als we een ding ar kunnen leren, is het wel de waarde van een diepgewortelde overtuiging. Als je vindt dat een situatie onwenselijk is, moet je je niet in eerste instantie afvragen hoe het anders kan, want als de mogelijkheden or beperkt zijn kom je niet in beweging en blijft de situatie bestaan. Veel sterker is de simpele overtuiging dat het anders moet - no matter what. Fundamentele verandering is meestal niet het resultaat van en trekken, maar van een innerlijke drive . Jacobs had een droom: dokter worden, net als haar vader en haar oudste broer. Als kind liet ze haar speelgoed al in de steek om te luisteren naar hun gesprekken teressante ziektegevallen in het Groninger hospitaal of belangwekkende dingen uit vaders praktijk’. Het enige probleem: zo’n carrière was destijds uitsluitend weggelegd voor jongens. Meisjes werden klaarged voor het moederschap. Dus belandde ze zeer tegen haar zin op de jongedamesschool. Ze legde zich echter niet neer bij haar lot. Dat leidde ertoe dat ze op 20 april 1871 toestemming kreeg van minister Thorbem als eerste meisje in Nederland medicijnen te gaan studeren. Ze werd de eerste vrouwelijke arts en promovendus en maakte zich sterk voor voorbehoedsmiddelen voor vrouwen en het vrouwenkiesrecht. Een e prestatie in een door mannen gedomineerd universum.Toen Jacobs als zesjarig meisje haar toekomst als dokter voor zich zag was er geen enkele reden om te denken dat die droom ooit uit zou kunnen komen. ndeel. Dat de universiteit geen meisjes toeliet was een realiteit om rekening mee te houden. Om nog maar te zwijgen over het politieke klimaat en de burgerlijke moraal. Dat ze er desondanks in slaagde haar koers te varen, is te danken aan een aantal eigenschappen die ook in deze tijd hun nut kunnen hebben. Hoewel wij leven in een tijd van uitroeptekens, is het vraagteken minstens zo krachtig. Het belang van ede vraag wordt in een paar zinnen uitgetekend door Remco Campert in het prachtige gedicht Verzet begint niet met grote woorden. Daarin komen de zinnen voor: Jezelf een vraag stellen daarmee begint en dan die vraag aan een ander stellen De vraag van Jacobs was simpel: waarom mogen alleen jongens studeren? Voor ons een retorische vraag, maar in haar tijd was het stellen ervan niet minder dan rebellie. t dat het altijd zo was geweest, was voor haar geen steekhoudend argument. Zij wilde antwoorden - en wel antwoorden die hout sneden. Het vraagt visie en voorstellingsvermogen om te zien wat er nog niet tta Jacobs zag in haar artsenpraktijk de gevolgen voor winkelbediendes die 15 uur achter elkaar op hun benen moesten staan. Niet alleen medisch onverantwoord, maar ook sociaal onverantwoordelijk, vond zij. het was wel wettelijk toegestaan. Terwijl de wereld het normaal vond dat een winkeljuffrouw letterlijk altijd paraat stond, zag zij een ander plaatje: werknemers die gewoon konden zitten als er even geen n waren. Trek de lijn door naar de huidige tijd en je komt op een ander Utopia: een gezondheidszorg die niet draait om regels, maar om mensen. Onmogelijk? Niet volgens George Bernhard Shaw, de Ierse schrijver en socialist die ooit schreef: “You see things and you say ‘Why?’ But I dream things that never were and I say, ‘Why not?’.” Het vereiste een enorme hoeveelheid lef om als eerste vrouw een duik in annenwereld te nemen, de strijd aan te gaan met de zittende macht en te dealen met de vooroordelen. Zoals het idee dat een vrouw nooit een even goede dokter kon zijn als een man. Zo kreeg Jacobs ooit een van een patiënt over de hoogte van de rekening: die was even hoog als die van een mannelijke arts. In plaats van te gaan twijfelen aan haar eigen kwaliteiten stelde ze hem een zakelijke vraag: ‘Hebt u dan, mevrouw Uw echtgenoote inderdaad ernstig ziek was, minderwaardige en daarom goedkoope hulp voor haar gezocht? Ik vermoed, dat het U in de eerste plaats om goede hulp te doen was.’ Ook deze tijd vraagt Het lef om op te komen voor je principes en te staan voor de waarden van je vak terwijl die aan alle kanten onder vuur liggen. Neem Arhur Gotlieb die de strijd aanbond met de machtige NZa. De vijfhonderd tsen die weigerden het contract met VGZ te tekenen. Of huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn die ingreep in een situatie waarvoor geen regels bestonden om zijn terminale patiënt niet onnodig te laten lijden. n die een streep in het zand trekken en het gevecht aangaan met de gevestigde orde omdat waarden die hen dierbaar zijn met voeten worden getreden. Het uitdagen van de gevestigde orde is een zaak van adem. Dat merkte Jacobs in haar strijd om winkelbedienden het recht op een stoel te geven. Er zat achttien jaar tussen het moment dat ze vrouwen opriep winkels te boycotten die geen zitgelegenheid wilden

Praktijkzaken: Narrowcasting

Autonomie van de huisarts

Praktijkzaken: wifi; zorg voor goede beveiliging patiëntendata


Het loket voor het vinden en inzetten van personeel in de huisartsenpraktijk www.medwaybv.nl MedWay bv | Westkadijk 10, 3861 MB Nijkerk | Telefoon 033 247 11 71 | Email info@medway


INHOUD OP DE COVER

MedZ 4 • 2015 RUBRIEKEN

Boy Edgar, pseudoniem van George Willem Fred. Edgar (1915 -1980), was een succesvol Nederlands jazzdirigent, pianist, trompettist,

4

Voorwoord

5

Gelezen in medische media...

9

Column Rinske van de Goor

10

VPH actief

wetenschapper en huisarts (zie pagina 6-8).

KERNWAARDEN 6

Boy Edgar, huisarts in de schijnwerpers

21

Gastcolumn Marc Chavannes: Het roer moet om

38

Overtijdbehandeling in de huisartsenpraktijk

43

Beroepsgeheim meer onder vuur

PRAKTIJKZAKEN 18

Wifi in de praktijk?

26

Flink besparen op AOV-premie

36

De HuisartsenService

12 Dialoog: Er zit nog muziek in de zorgmarkt voor huisartsen

42 Wachtkamermuziek

32

Huisarts & Hobby

EN VERDER

35

Column VPHuisartsen

24

David de Boer, medisch adviseur Concertgebouworkest

28

De praktijk als sociale ontmoetingsplek

30

Ingezonden stuk: nogmaals Tuitjenhorn

40

Gezonde prikkels voor duurzame gezondheidszorg

44 Boekbespreking 46

Op de website van VPHuisartsen

3


VOORWOORD

Foto: © NFP Photography - Pieter Magielsen

Schippers, de dirigent van een nieuwe symfonie? Herman Suichies – hoofdredacteur

V

oor u MedZ 4 van jaargang twee, in het teken van de muziek. ‘Zit er nog muziek in de huisarts’, zo vroegen we ons af. Daarom dit themanummer over muziek, met op de cover Boy Edgar, ooit ook huisarts in de Bijlmer maar een alleskunner en zeer begaafd musicus. En een interview met David de Boer, een Amsterdamse huisarts die als solist het Concertgebouworkest onder zijn hoede heeft. Als gastcolumnist Marc Chavannes en in de dialoog deze keer twee oppo­ nenten over ons zorgstelsel: Thijs Jansen, directeur van de stichting beroeps­ eer tegenover Eric Schut, hoogleraar gezondheidseconomie en een van de ar­ chitecten van dit stelsel. Een zorgstelsel dat inmiddels onder vuur ligt van achtduizend huisartsen. In feite alle praktijkhouders onder de Nederlandse huisartsen, die op niet mis te verstane wijze de vijftien initiatiefnemers van Het roer moet om een zeer krachtig middel in handen hebben gegeven om veranderingen te bewerkstelligen. En die dat ook voortvarend doen. Daartoe zijn drie werkgroepen in het leven geroepen, waar VPHuisartsen na een dringende oproep van Het roer moet om inmiddels ook deel van uitmaakt. In die werkgroepen zal geprobeerd worden de drie eisen uit het manifest huisartsenzorg uit de mededinging, gelijkwaardige onderhandelingen met zorgverzekeraars en minder bureaucratie door meer vertrouwen - te effectu­ eren. Dat zal nog een hele klus worden, er zijn heel veel deelnemers met veel verschillende belangen. Het roer moet om doet zelf niet mee maar houdt de vinger aan de pols in hoeverre echte resultaten zullen worden geboekt. Ook minister Schippers houdt haar kruit nog droog en verwacht dat er op 1 oktober door iedereen gedragen voorstellen liggen, die zij dan al of niet zou kunnen effectueren. Kortom het belooft een hete zomer te worden en wie weet een weldadig najaar met een nieuw begin. •

4


GELEZEN IN MEDISCHE MEDIA…

Meekijkconsult

Gelezen in Medisch Contact van 18 juni 2015 Een enthousiast stuk over het meekijkconsult: iedereen tevreden en geld over. Het gaat over een proefneming in De Bilt, die brede navolging zou moeten verdienen. Al zes jaar kijken diverse spe­ cialisten mee met de huisarts in zijn/haar praktijk. Het voor­ komt onnodige verwijzingen, de samenwerking tussen eerste en tweede lijn wordt verbeterd, de patiënten zijn tevreden want ze hoeven hun eigen risico niet aan te spreken en er is financiële winst. Het zou navolging moeten verdienen bij zoveel positieve geluiden en elders in het land komt het ook steeds meer in zwang. Er is echter één groot bezwaar, de zogenaamde financiële winst gaat ten koste van de eerstelijnszorg. De kosten worden namelijk betaald uit segment 3, bestemd voor innovatie van de huisartsenzorg. Simpel gezegd, eerstelijnsgeld vloeit hier naar de tweede lijn oftewel omgekeerde substitutie. Met een vast macro­ budgettair kader betekent dat minder geld voor andere huisart­

seninnovatie. Pas als de specialisten in zo’n traject uit hun eigen tweede lijn worden betaald of er komt een aparte financiering voor deze anderhalvelijnszorg dan zouden we het moeten toe­ juichen, niet eerder.

Zorgmijding door hoger eigen risico

Gelezen in de Volkskrant van 18 juni 2015 Een Belgische huisarts, Dirk van Dup­ pen, verbaast zich erover dat er in de Nederlandse media en vaktijdschriften niet meer deining is over zorgmijding door een hoger eigen risico. Onder de titel Hoog eigen risico is slecht voor de gezondheid beschrijft hij diverse onder­ zoeken waaruit blijkt dat mensen afzien van een aanbevolen onderzoek of be­ handeling vanwege de kosten. Het RIVM constateerde in Zorgbalans 2014

een toename van afzien van behande­ ling van 3 naar 16 procent. Uit de Health Policy Survey, gehouden in 11 landen, stijgt het aantal mensen dat af­ ziet van zorg vanwege de kosten van 6 naar 22 procent. Toch wel alarmerende cijfers, die lei­ den tot medische en financiële proble­ men bij de patiënt en tot verstoring van de arts-patiënt relatie. Eigen risico rijmt niet met patiëntgerichte geneeskunde. Nu alleen minister Schippers daar nog van overtuigen.

Computer voorspelt ziekte

Gelezen op de website van de Stichting Technologische Wetenschappen Op de website wordt verslag gedaan van het toekennen van de Simon Stevin Meesterprijs aan Prof. Dr. Wiro Niessens voor on­ derzoek naar een computersysteem dat ziektesymptomen niet alleen kan opsporen maar zelfs kan voorspellen, nog voordat de patiënt last heeft van de aandoening. Op basis van Big Data en­ tienduizenden CT- en MRI-scans, leert het programma patro­ nen herkennen die voor het menselijk oog niet waarneembaar zijn. Zo zijn er aanwijzingen dat de ziekte van Alzheimer al in een veel vroeger stadium te diagnosticeren is. Het leidt dus niet alleen tot betere diagnostiek, maar ook tot betere prognostiek. Of je daar altijd blij mee moet zijn, zal nog tot veel ethische dis­ cussie gaan leiden.

@jeannemarian Twee op vijf patiënten stelt zorg uit vanwege kosten

5


Boy Edgar Huisarts in de schijnwerpers

Een muzikale huisarts die alle grote wereldsterren op zijn podium had. Dat was Boy Edgar (1915-1980): gevierd jazzdirigent, pianist en trompettist, geniale wetenschapper en pionierend huisarts in de Bijlmer. Vooral bekend als leider van zijn jazzorkest Boy’s Big Band. Gedreven, principieel en eigenzinnig had deze ‘alleskunner’ zich vermoedelijk prima thuis gevoeld bij VPHuisartsen. Tekst: Petra Pronk

D

it jaar is het honderd jaar geleden dat Boy Edgar werd geboren. Tijd om een van Nederlands genieën aan de vergetelheid te ontrukken, vonden de journalisten MarieClaire Melzer en Marieke Klomp. Ze doken als eersten in het familiearchief van de familie Edgar en spraken met familie, vrienden, musici en academische collega’s van Edgar. Het resultaat: de vlotgeschreven en onderhoudende biografie Boy Edgar. Het dubbelleven van een alleskunner.

Jazzgeschiedenis

Het verhaal van Boy Edgar is eigenlijk het

6

verhaal van een halve eeuw jazzgeschiedenis. Edgar groeide op in een tijd dat de jazz uit Amerika overwaaide en zijn eerste voorzichtige stappen in het weerspannige Nederland zette. De opkomst van deze muziekstroom verliep parallel met de komst van de radio in de jaren twintig. De populariteit van de radio groeide snel, maar de luisteraars kregen vooral operettemuziek, marsmuziek en walsen voorgeschoteld. Jazz was een stiefkindje, aangezien de gevestigde muziekwereld jazz als een aantasting van de goede smaak beschouwde. Ook socialistische en kerkelijke organisaties moesten er niets van heb-

ben. In hun ogen waren de nieuwe dansen een uiting van moreel verval. Zo gaven de pastoors van Utrecht een gezamenlijke verklaring uit waarin ze stelden dat ‘onze moderne, heidensche dansen een afgrond van zonden zijn. Waar gedanst wordt, daar worden de mannen bedwelmd en vinden vrouwen hun ondergang; men kan niet op aarde dansen en eens in de hemel vreugde smaken’. De jonge Edgar liet zich daar niet door afschrikken. Hij speelde met veel plezier piano en trompet, en leerde zichzelf arrangeren. Dat was een bron van inkomsten tijdens zijn medicijnenstudie. Aange-


‘LEEF INTENS’, PREDIKTE BOY EDGAR. HEM IS HET GELUKT’ zien zijn familie hun fortuin had verloren tijdens de beurskrach van 1929 moest hij zelf de eindjes aan elkaar knopen. Zo trad hij veelvuldig op als muzikant om zijn studie te kunnen bekostigen. In 1939 werd hij leider van het Haagse ensemble

‘Hallo, dit is een speciale boodschap voor mijn vriend Boy Edgar: ik ben hier 65 verdiepingen boven de grond, maar het zou nog meer hemels zijn als ik jouw muziek zou horen.’ Duke Elington

The Moochers, totdat de Duitse bezetter jazzmuziek verbood. Na de oorlog beleefde de jazz een bloeiperiode. Edgar toerde als pianist en arrangeur door Europa met kleine combo’s en schreef arrangementen voor gerenommeerde orkesten als het Metropole Orkest en de Skymasters. Hij kon niet lang van deze hernieuwde waardering voor jazz genieten, want begin jaren vijftig werd zijn vrouw Mimosa ernstig ziek; ze bleek aan een agressieve vorm van multiple sclerose te lijden. Edgar staakte al zijn jazzactiviteiten om zijn vrouw te verzorgen en stortte zich op een proefschrift over de chemische processen

in de hersenen bij ziektes als MS, in de hoop zijn vrouw te kunnen helpen. In 1955 promoveerde hij met een briljant proefschrift, maar zijn vrouw heeft hij er niet mee kunnen redden. Ze overleed in 1958, waarna Edgar door een diep dal ging. Pas toen hij in 1960 werd gevraagd Boy’s Big Band te leiden, krabbelde hij weer overeind. Met dit jazzorkest zette hij de Nederlandse jazz op de kaart. Hij heeft er persoonlijk voor gezorgd dat de eerste subsidies voor jazzmuziek werden binnengesleept, en dat deze muziekvorm werd gezien als serieuze kunst. Vanwege zijn grote verdienste voor de jazz is na

7


MS. Volgens vakgenoten een publicatie van ongekend hoog niveau. In alles wat hij deed was hij een echte pionier. Zo deed hij als hoofd van een epilepsiecentrum onderzoek naar erfelijke ziektes in een tijd waarin veel mensen nog dachten dat ziekte een straf van God was; verder kijken dan dat was taboe. Met diezelfde innovatieve geest begon hij in de jaren zestig een huisartspraktijk in de Bijlmermeer. Zijn patiënten liepen met hem weg omdat hij echt aandacht had voor hun verhaal, veel tijd voor ze maakte en iedereen serieus nam. Hij zag het belang in van een goed gesprek en vond het belangrijk dat mensen met een goed gevoel bij hem weggingen. Melzer: ‘Edgar had oprechte belangstelling voor mensen en had een grote interesse voor de psychische kant van problemen. Hij kon ook goed aanvoelen wat mensen nodig hadden, de een misschien veel aandacht, de ander juist een relativerend grapje.’

Boek: Boy Edgar. Het dubbelleven van een alleskunner. Marieke Klomp en Marie-Claire Melzer. Uitgeverij Cossee.

zijn dood de belangrijkste Nederlandse jazzprijs naar hem vernoemd.

Pionier

Behalve een muzikale kant, had Edgar ook nog een andere kant. Zo was hij een gerenommeerd medisch wetenschapper, later pionierend huisarts in de Bijlmermeer en raadgever in de eerste abortuskliniek van Nederland.’ Edgar was een alleskunner’, zegt Melzer. ‘Hij wist het vak van huisarts te verbinden met een professionele baan als jazzmuzikant. Dat is eigenlijk een onmogelijke combinatie, zeker omdat hij het allebei op zeer hoog niveau deed. Hij was iemand met grote kwaliteiten, sterke principes en veel creativiteit. Dingen die hem zowel in zijn artsenwerk als in de muziek tot grote hoogte hebben gebracht.’ Intellectueel had Edgar veel in huis. Zo deed hij onderzoek naar chemische processen in de hersenen in een tijd dat neurochemie nog in de kinderschoenen stond. Aangezien zijn vrouw Mimosa aan MS leed, besloot hij een proefschrift te schrijven over de invloed van chemische processen in de hersenen, toegespitst op

8

Vooruitstrevend

Edgar was zijn tijd ver vooruit. Doordat hij naast zijn werk als arts ook muzikale verplichtingen had waarvoor hij optimaal moest presteren, broedde hij op mogelijkheden om de praktijkvoering efficiënter te organiseren. Zo kwam hij op het idee van groepspraktijken, toen het nog heel normaal werd gevonden dat de dokter bij nacht en ontij zijn bed uitkwam. Ook was hij een warm voorstander voor een telefonisch spreekuur, wat toen nog heel revolutionair was. En in een tijd dat de dokter nog alles zelf deed, hield hij al een pleidooi voor het laten verrichten van kleine handelingen door de assistente. Doen waar je goed in bent en wat je leuk vindt, leek hem een win-winsituatie.

Verzet

Edgar was ook iemand met sterke principes. Zo nam hij in de Tweede Wereldoorlog deel aan het verzet en weigerde hij na de oorlog dienst in Nederlands-Indië, wat hem op gevangenisstraf kwam te staan. Met diezelfde principiële blik keek hij ook naar zijn eigen vak. Melzer: ‘Hoewel hij een telg was uit een succesvolle Armeense handelsfamilie, vond hij het streven naar financieel gewin niet passen bij het artsenvak. Om die reden was hij ook fel gekant tegen marktwerking in de zorg en hij kon ook eloquent uitleggen waar-

‘Een dokter, neuroloog en top­ muzikant. Hij was een van jullie genieën, ik hoop dat Nederland dat erkent.’ Nina Simone

om. Hij zag zichzelf als dienstverlener, en zo iemand moet je niet blootstellen aan financiële prikkels. Een rechter laat je ook niet in concurrentie werken, was zijn redenering.’ In de huidige tijd was Edgar vermoedelijk de schrik van de zorgverzekeraars geweest: eigenzinnig en met een gezonde hekel aan administratie en bureaucratie. ‘Hij deed dingen graag op zijn eigen manier’, vertelt Melzer. ‘Zo hanteerde hij in zijn praktijk in de Bijlmer een eenvoudig systeem waarbij zijn patiënten tegen een vast bedrag per jaar zo vaak langs konden komen als ze wilden. En hij nam uitgebreid de tijd voor zijn patiënten omdat hij wist dat doorvragen belangrijk is en dat een lang verhaal wel eens de sleutel kan bevatten voor de juiste diagnose. Zijn stijl: gewoon doen wat nodig is. Met zo’n opvatting zou hij in het huidige klimaat van een paar minuten per consult niet hebben kunnen functioneren.’ Uiteindelijk heeft dit dubbelleven Boy Edgar toch gesloopt, zoals het boek treffend weergeeft. ‘Met zijn levenslust, bevlogenheid en non-conformisme heeft Edgar velen geïnspireerd. Hij had een filmisch leven met hoge pieken en diepe dalen. Hij groeide op in een zeer rijk gezin dat na de beurskracht van 1929 alles kwijtraakte. Hij heeft grote liefdes gekend, en grote ruzies. Hij was een briljant wetenschapper, en een briljant jazzmusicus. Edgar heeft nooit een keuze kunnen en willen maken tussen de medische wereld en de jazzwereld; hij wilde alles. Hij wilde en serieus wetenschap bedrijven en tot diep in de nacht musiceren en er ’s morgens zijn voor zijn patiënten. Het gevolg was dat hij nauwelijks sliep. Ook in zijn privéleven kon hij moeilijk kiezen: hij probeerde zowel zijn partner Gerrie als zijn ex-vrouw en kinderen gelukkig te maken, waardoor uiteindelijk iedereen ongelukkig werd. Officieel stierf hij aan een leverkwaal, maar je zou ook kunnen zeggen dat hij verscheurd raakte tussen alles en iedereen.’ •


Foto: © NFP Photography - Marijn van Rij

COLUMN

Valse noten zijn soms het mooist Rinske van de Goor, huisarts in Utrecht

E

en toon is geen muziek. Een groep tonen is ook geen muziek. En een ritmisch herhaalde toon is hooguit een wekker. Pas wanneer tonen op de juiste wijze gecombineerd worden in een ritme kunnen de geluidsgolven een complexe harmonie vormen: muziek. Wat maakt het verschil tussen een willekeurige reeks tonen en muziek? Muziek roept emotie op, muziek verleidt het lichaam tot bewegen. Muziek is geluidskunst. Zo is er ook geneeskunst. Geneeskunst is de combinatie tussen begrip van werking van lichaam en geest van de patiënt in zijn context en de invloed van ziekte op dit geheel en vervolgens de best mogelijke behandeling voor deze patiënt. Soms is geneeskunst snel handelen. Soms is geneeskunst een ingewikkelde operatie. Soms ook bestaat geneeskunst uit helemaal niets doen, behalve er zijn. En net als muziek is geneeskunst niet meetbaar. Stel je voor dat de overheid de orkesten wil gaan doormeten. Hoog tijd voor wat meer transparantie immers. En borging van kwaliteit. Waarbij het orkest voortaan betaald krijgt voor hun score: punten afhankelijk van de tevredenheid van de luisteraars, punten voor het aantal verkochte kaartjes, punten per gespeelde noot, punten voor de totale duur van het spelen met aftrek van pauzetijd. Voor functionele stiltes in de muziek kan een uitzonderingsclausule worden aangevraagd. Er vindt aftrek plaats voor valse noten, niet synchroon spelen en na elke uitvoering dient een verbeterplan te worden ingevuld door alle orkestleden afzonderlijk. Verder vindt een populariteitscorrectie plaats waarbij voor oude muziek meer punten verkregen kan worden dan voor jonge, populaire muziek. Ik zeg: geluidskunst en geneeskunst zijn niet meetbaar. Een mooi voorbeeld van geneeskunst wil ik u niet onthouden. Een patiënt van ons had de hardnekkige waan door allerhande nare parasieten geïnfesteerd te zijn. Allerhande gesprekken en, toegegeven, ook antimicrobiële behandelingen bleken niet bestand tegen zijn parasieten. Wanhopig bleef hij de praktijk bezoeken. Uiteindelijk genas een briljante MDL-arts hem. In de brief aan onze praktijk: ‘De heer Jansen lijdt aan een chronische parasitose. Deze kan enkel behandeld worden door levenslang gebruik van het medicijn Orap, welke werkt op het zenuwstelsel van de parasiet.’ Echte geneeskunst. Misschien leverde het niet veel punten op bij de verzekeraar, maar bij mij kan deze MDL-arts niet meer stuk. Douze points, collega! •

9


VPHUISARTSEN ACTIEF

10


Foto: © NFP Photography

Monique van Montfort LEEFTIJD: 51 HUISARTS IN: Heemskerk HUISARTS SINDS: 1991

‘VPHuisartsen is voor mij een goed alternatief voor de LHV. De LHV kwam steeds verder af te staan van het huisartsenvak zoals ik dat voor ogen heb. Ik herkende mij niet in het streven naar schaalvergroting, taakdelegatie, zorggroepen, de huisarts als manager en e-health. Deze ontwikkelingen zijn voor de ene arts wel geschikt, maar voor de andere niet, en daar was geen oog voor. VPHuisartsen komt in verzet tegen het keurslijf dat ons wordt opgedrongen door de LHV en de zorgverzekeraars. Zij komt op voor de belangen van de huisarts en voor de wezenlijke waarden van ons vak: kleinschaligheid, continuïteit en persoonlijke, integrale zorg met zo min mogelijk hulpverleners per patiënt. Bovendien verzet de VPHuisartsen zich tegen de kwalijke praktijk dat geld wordt gebruikt om ons een bepaalde richting op te dwingen. Een voorbeeld hiervan is de bonus bij aansluiting aan het LSP en de nieuwe vergoeding voor geleverde zorg aan chronisch zieken en ouderen (de meest kwetsbare groepen). Hierbij wordt

de zorg door een huisarts niet vergoed, maar de zorg door een POH-er wel. Het belang van een protestorganisatie is dat die de gevestigde orde uitdaagt. En dat werkt. Dat de LHV in beweging is gekomen en de afgelopen tijd rondetafelgesprekken heeft gevoerd met de achterban om de onvrede te peilen, is mede een verdienste geweest van VPHuisartsen. Op die bijeenkomsten bleek de achterban massaal ontevreden met het beleid van de LHV. Hierdoor heeft voorzitter Ella van Kalsbeek verandering beloofd. De eerste stap is inmiddels gezet met een nationaal debat over de toekomst van de huisartsenzorg door het actiecomité Het roer moet om. Daarbij heeft minister Schippers duidelijk gezegd dat het nooit de bedoeling was dat de zorgverzekeraars zoveel macht zouden krijgen in de onderhandelingen met de zorgverleners. Dat is positief. Maar zeggen en doen zijn twee verschillende dingen, en juist daarom is het van groot belang dat de VPHuisartsen de vinger aan de pols houdt en zorgt dat die woorden ook in daden worden omgezet.’ •

11


DIALOOG

Thijs Jansen

12


Een dialoog tussen een voor- en tegenstander van een geponeerde stelling.

Er zit nog muziek in de zorgmarkt voor huisartsen Tien jaar na de introductie van het huidige zorgstelsel, staan de hoofdrolspelers lijnrecht tegenover elkaar. De oogst volgens critici: oplopende kosten, bureaucratie, wantrouwen en gedemotiveerde professionals. Of loopt het zo’n vaart niet en is het gewoon nog ‘werk in uitvoering’? Zit er nog muziek in de zorg of zijn we bezig met de laatste akkoorden? Tekst: Petra Pronk • Foto’s: © NFP Photography - Pieter Magielsen

T

hijs Jansen, directeur van de Stichting Beroepseer Muziek in de zorgmarkt? Thijs Jansen zwijgt even verbijsterd bij het idee. Daarna volgt een hartgrondig ‘nee’. Het enige wat hij hoort zijn dissonanten. ‘De weerstand van vakmensen tegen de overmatige bemoeienis met hun beroepspraktijk groeit. Het moet anders, en het kan ook anders!’ De stichting Beroepseer is in 2006 opgericht uit onvrede over de bovenmatige bureaucratie, de administratieve lastendruk en de doorgeslagen verzakelijking in veel sectoren. Maatschappijbreed voelden professionals, van leraren tot huisartsen, zich gedegradeerd tot uitvoerders van beleid dat tot stand gekomen was in ivoren torens. Organisaties als Buurtzorg en Beter Onderwijs Nederland laten zien dat het ook anders kan. Maar of er veel veranderd is? Jansen: ‘Er is vooruitgang

geboekt als het gaat om de aandacht voor het belang van vertrouwen in professionals. Beleidsmakers zijn er inmiddels van doordrongen dat je mensen moet vertrouwen als het gaat om hun vak. Maar tegelijkertijd is het te vaak retoriek gebleken. De taal is zeker veranderd, maar de praktijk veel te weinig. In het onderwijs heeft het protest tegen de afrekencultuur inmiddels geleid tot beleidsmaatregelen die de leraar meer eigenaar maken van de kwaliteit van zijn werk. Maar in de zorg wil het nog niet lukken. Sterker nog, daar is de situatie nu erger dan die ooit geweest is. Dat zie je ook aan de reacties. Huisartsen hebben duidelijk de buik vol van het systeem waar ze in moeten werken. Het verzet neemt toe in omvang en hardnekkigheid. De actiegroep Het roer moet om is een uiting van goed georganiseerd massaal verzet dat indruk maakt. Ook het feit dat steeds meer zorgverleners

13


DIALOOG

weigeren om contracten te sluiten met verzekeraars, wijst erop dat er echt een grens bereikt is.’

Demotivatie

Jansen heeft alle begrip voor de onvrede van de huisartsen, want het systeem waar zij in moeten opereren, werkt niet echt mee aan goede zorg. Integendeel. ‘Dit systeem doet niet waarvoor het in het leven is geroepen. Het helpt niet om de kosten in de hand te houden, maar jaagt die juist op doordat het gepaard gaat met een geldverslindende bureaucratie. Nederland staat bijvoorbeeld wat betreft de ziekenhuizen internationaal op nummer twee qua overheadkosten, direct na de Verenigde Staten (VS), het topland van marktwerking. De bureaucratie van marktachtige zorgstelsels is gigantisch, zoals de VS laat zien. Dat zou te denken moeten geven. Behalve geld, verspilt dit systeem ook menselijk kapitaal, doordat het de motivatie van zorgverleners aantast. Hun werkdruk en administratieve lastendruk is hoog en ze worden gedwongen hun zorg vooral door een financiële bril te zien. De realiteit is dat het systeem dat was ontworpen om de zorgkosten terug te dringen en de kwaliteit van de zorg te verbeteren, op de lange termijn juist leidt het tot duurdere zorg en gedemotiveerde professionals. Dat ondermijnt op termijn de kwaliteit van de zorg.’

Herwaardering

De oplossing ligt wat hem betreft bij diezelfde professionals, en wel in een herwaardering van hun professionaliteit. ‘De beste manier om goed werk te leveren, is via intrinsieke motivatie. Professionals met complex werk hebben vaak een diepe, ambachtelijke motivatie. Zij scheppen er plezier in om zich te ontwikkelen in hun werk en dat steeds beter te doen. Voor professionals in de zorg komt daar nog bij dat die vaak een zekere mate van altruïsme hebben. Vroeger was het heel normaal dat artsen gratis diensten verleenden aan hun patiënten en dat ze even langsgingen zonder daar iets voor te rekenen. Maar de tijd dat je als huisarts veel tijd en aandacht gaf aan een terminale patiënt, omdat je je betrokken voelde, is voorbij omdat aan alles een kostenplaatje gehangen moet worden.’

Beroepseer

De dissonanten die huisartsen ervaren, zijn volgens Jansen vooral het gevolg van gebrek aan vertrouwen in hun professionaliteit. ‘Dit stelsel drijft

@EugenieGodeau Het zorgstelsel dient vanuit vertrouwen opgebouwd te worden. En vooral moet de kunst van het weglaten worden gehanteerd.

14

op wantrouwen en daar gaat niemand beter van functioneren. Het is tijd dat zorgverleners minder reactief worden. Zij moeten de handschoen oppakken en duidelijk maken dat zij een grote beroepseer hebben, en dat zij om die reden prima in staat zijn hun eigen zaakjes te regelen.’ Een beweging als Het roer moet om biedt wat Jansen betreft hoop. ‘Tijdens de protestbijeenkomst in De Rode Hoed zag je duidelijk dat het massale verzet van huisartsen de verzekeraars zenuwachtig maakte. Dat biedt kansen. Maar er kleeft ook een risico aan. Het zou niet de eerste keer zijn dat serieus verzet in achterkamertjes onschadelijk werd gemaakt met vriendelijke concessies die niet tot fundamentele veranderingen leiden. Dat zou een gemiste kans zijn. We staan nu echt op een kruispunt. Het is zaak dat alle zorgverleners nu de handen ineen slaan om het verzet op te schalen en het hart terug te brengen in de zorg.’

E

rik Schut, hoogleraar economie van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Goede, toegankelijke zorg tegen een voor iedereen betaalbare prijs. Dat is wat Erik Schut voor ogen had toen hij als onderzoeker zijn bijdrage leverde aan de totstandkoming van het huidige zorgstelsel. Wat hem betreft zijn er belangrijke slagen gemaakt. ‘Het werkt nog niet optimaal, maar we gaan de goede kant op.’ Gezondheidszorg is een ingewikkelde puzzel. Spreken over dissonanten of ‘laatste akkoorden’ omdat niet alle puzzelstukjes op hun plek liggen, vindt Schut te kort door de bocht. De kritiek op het huidige stelsel vindt hij lang niet altijd terecht. ‘We hebben in Nederland een goed functionerend zorgstelsel waarbij bijna elke burger toegang heeft tot goede zorg tegen een betaalbare prijs en goed georganiseerde eerstelijnszorg die een poort is naar de tweede lijn. Dat doen niet veel landen ons na.’ Ook het verwijt dat de marktwerking niet tot de gewenste kostenbeheersing heeft geleid, klopt wat hem betreft niet. ‘Sinds 2012 is er een einde gekomen aan de snelle stijging van de zorgkosten. Met name doordat er scherper is ingekocht op geneesmiddelen en doordat er meer wordt ingezet op de eerstelijnszorg. Dat is dus wel degelijk een succes.’

Marktwerking

Schut is het ook niet eens met de suggestie dat het vak van huisarts zich niet zou lenen voor marktwerking. De woorden concurrentie en marktwerking zorgen in zijn optiek voor een verkeerde beeldvorming. ‘Het gaat erom hoe je de beste zorg kunt organiseren, en daarin hebben alle partijen hun eigen verantwoordelijkheid. Ik vind het rede-


Erik Schut

15


DIALOOG

‘ PROFESSIONALITEIT IS DE SLEUTEL VOOR EEN BETERE ZORG’ lijk dat verzekeraars kritisch kijken welke huisartsen hun werk goed doen, en welke minder goed en op grond daarvan differentiatie aanbrengen in contracten en beloningen. En het is ook goed dat verzekeraars actief zoeken naar goedkopere alternatieven voor medicijnen of labkosten, zolang dat niet ten koste gaat van de kwaliteit. We hebben het hier tenslotte wel over gemeenschapsgeld, dus daar moeten we verantwoordelijk mee omgaan.’

Frustreren

Maar dat wil niet zeggen dat alles perfect is. Zo kan de afstemming tussen eerste- en tweedelijnszorg beter, vindt Schut. ‘Het toenemend aantal chronisch zieken en mensen met multimorbiditeit maakt het steeds belangrijker dat de zorg tussen verschillende zorgverleners goed wordt afgestemd. Helaas frustreren de bekostigingssystemen die sa-

@bsuichies “we moeten nu wel door” is verreweg het slechtste argument om niet alsnog te stoppen met een project als blijkt dat het niet werkt...

16

menwerking eerder dan dat ze die belonen.’ Ook de verhouding tussen zorgverleners en zorgverzekeraars moet beter. Het recente protest van de actiegroep Het roer moet om was wat hem betreft een wake-up call. ‘Het is duidelijk dat huisartsen niet tevreden zijn over de opstelling van de zorgverzekeraars. Kennelijk is het niet eenvoudig om de rol als zorginkoper goed in te vullen. Dat is een spel dat de verzekeraars nog moeten leren. De bijeenkomst in De Rode Hoed is een signaal dat serieus genomen moet worden, want verzekeraars hebben niks aan boze huisartsen. Zij hebben er belang bij dat er goede zorg wordt verleend door een welwillende beroepsgroep die de spil is in de gezondheidszorg. Dat betekent dat je als verzekeraar de huisartsen niet tegen je in het harnas moet jagen door onzinnige eisen te stellen. Regels die alleen maar tijd kosten en de patiënt niet beter maken, dat is niet de bedoeling van dit systeem.’

Doorgaand proces

Die kritische kanttekeningen betekenen overigens niet dat het zorgstelsel daarmee gediskwalificeerd is, benadrukt Schut. Het is werk in uitvoe-


‘ VERZEKERAARS ZIJN MISSCHIEN EEN BEETJE DOORGESLAGEN IN WANTROUWEN. HERSTEL VAN DE BEROEPSEER ZOU DAAR EEN ROL IN KUNNEN SPELEN’ ring. ‘De organisatie van de zorg is een doorgaand proces. We bouwen geleidelijk verder aan een systeem en repareren dingen die niet goed werken.’ Zo is er de afgelopen jaren misschien teveel gelet op de kosten en te weinig op kwaliteit, erkent hij. ‘Het is belangrijk dat partijen samen helder krijgen wat ze nu precies verstaan onder kwaliteit in de zorg. Daar moet echt nog een slag in gemaakt worden.’ Een ander verbeterpunt is het vertrouwen in de zorgverleners. ‘Verzekeraars zijn misschien een béétje doorgeslagen in wantrouwen. Herstel van de beroepseer zou daar een rol in kunnen spelen. Maar dat betekent niet dat we professionals ineens blind moeten vertrouwen en dat huisartsen carte blanche zouden moeten krijgen in hun spreekkamer. Niet alle professionals leveren nu eenmaal perfect werk,

dus een zekere mate van controle blijft nodig.’ Overigens verdient het wat hem betreft de voorkeur dat de professionals die controle onderling organiseren en elkaar scherp houden. Professionals kunnen zelf het beste beoordelen of er goede zorg wordt verleend. Daarvoor kan prima gebruik gemaakt worden van de spiegelinformatie die verzekeraars in huis hebben. ‘Het is goed dat professionals in the lead zijn, maar het blijft wel heel belangrijk om kritisch te kijken waarom de ene huisarts meer doorverwijst dan de ander of veel meer medicijnen voorschrijft dan zijn collega. Zo kunnen huisartsen van elkaar leren en samen de zorg op een hoger niveau brengen. Dat is veel beter dan met de hakken in het zand te roepen: ‘Het zorgstelsel werkt niet’. Partijen zijn tot elkaar veroordeeld. We hebben geen alternatief.’ •

17


PRAKTIJKZAKEN

Wifi in de praktijk? Zorg voor goede beveiliging patiëntendata

Het stelen van patiëntendata blijkt steeds lucratiever te worden voor hackers. Het doel van deze digitale inbrekers is om de identiteit van uw patiënten te onderscheppen. Hoe veilig zijn de patiëntendata in uw eigen praktijk? Tekst: Bob van Heukelom en Peter van der Salm

E

r is in MedZ al vaker geschreven over de gevaren van het LSP, maar de vraag is of de patiëntengegevens in uw HIS wel voldoende zijn beschermd. Hackers zijn steeds vaker uit op uw patiëntengegevens.

Meer waard dan creditcard

Omdat de beveiliging op creditcards sterk is verbeterd, daalde de prijs voor gestolen creditcardgegevens de afgelopen jaren sterk. Door nieuwe technieken die worden gebruikt door de creditcardmaatschappijen, zoals het Intrusion Detection System (IDS), worden inbrekers sneller opgespoord en wordt de getroffen creditcard direct onschadelijk gemaakt. Hackers hebben daarom hun aandacht verlegd naar patiëntengegevens. Deze gegevens hebben een veel langere levensduur

18

en zijn voor verschillende doeleinden te gebruiken. Persoonlijke gegevens uit patiëntendossiers worden nu al voor grote sommen geld verkocht aan kwaadwillende partijen. Dat maakt iedere instantie die deze data opslaat een aantrekkelijk doelwit voor digitale inbrekers. Grote Amerikaanse zorgverzekeraars zijn vorig jaar het slachtoffer geworden van deze praktijken, waardoor de persoonsgegevens van miljoenen Amerikanen verhandeld konden worden. En ook in Nederland zijn er hackers actief geweest zoals in 2012 bij Het Groen Hartziekenhuis in Gouda.

Identiteitsdiefstal en identiteitsfraude

Persoonsgegevens zijn gewild. Hetzij voor het verhandelen ervan of voor spionagedoeleinden. Met de NAW-gegevens, het

burgerservicenummer (BSN) en het polisnummer van de zorgverzekering wordt het steeds eenvoudiger om een andere identiteit aan te nemen. Persoonlijke gegevens die aan een BSN gekoppeld zijn, worden al voor een paar honderd dollar per persoon verkocht. Eenmaal in het bezit van BSN en persoonsgegevens is het mogelijk om op naam van de betrokkene een lening aan te vragen, een behandeling in het ziekenhuis te ondergaan, een huis te kopen en andere ongewenste financiële transacties op naam van het slachtoffer aan te gaan. Verwisseling van gegevens kan levensbedreigende situaties opleveren. Identiteitsdiefstal kan een verwoestende uitwerking hebben op diegene van wie deze gegevens zijn gestolen. Ook kunnen patiënten worden ge-


chanteerd doordat medische informatie, die onder het medische beroepsgeheim behoort te blijven, beschikbaar komt voor hackers. Dit komt mogelijk vaker voor dan bekend is, omdat de persoon in kwestie vaak wordt afgeperst en bang is dat criminelen de informatie openbaar zullen maken via sociale media als ze niet betalen.

Huisartsenpraktijken eenvoudiger doelwit

Vaak hebben grote datawarehouses zoals het LSP en ziekenhuizen voldoende budget om hun systemen optimaal te beveiligen. Inbreken op deze platformen is complex en gevaarlijk, want er wordt gebruikgemaakt van dezelfde geavanceerde detectiesoftware waarmee een hacker snel kan worden getraceerd. Hackers zullen zoeken

naar eenvoudiger te kraken doelwitten waar patiëntendata zijn opgeslagen, zoals bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk.

Wifi; de onderschatte schakel in netwerkbeveiliging

Steeds meer huisartsen gebruiken wifi in de praktijk om met een laptop of tablet te kunnen inloggen in het HIS. Hiervoor is een beveiligde wifi-verbinding nodig. Veel beveiligde verbindingen zijn echter eenvoudig te kraken. Er zijn apparaatjes in de handel voor nog geen honderd dollar, waarmee binnen enkele minuten het wifi-wachtwoord kan worden gedecodeerd. Zonder dat u het weet, kijkt er dan opeens een ongenode gast mee in uw HIS. Dit wordt in beveiligingsland een rogue access point genoemd. Zonder dat u het door heeft, weet een hacker uw net-

werk binnen te dringen. Dit gebeurt soms door plaats te nemen in de wachtkamer, maar met gevoelige apparatuur kan het ook al via het parkeerterrein.

Waarom wél wifi in de praktijk

Er kleven dus nogal wat risico’s aan het gebruik van wifi binnen de huisartsenpraktijk, maar om dan maar het gebruik van wifi in de praktijk te verbieden, kan voor veel medewerkers bezwaarlijk zijn. Argumenten om wel wifitoepassing in de praktijk te gaan inzetten, kunnen de volgende zijn: • Bij nieuwbouw Bij nieuwbouw (of een verbouwing) kan wifi ervoor zorgen dat er substantieel minder bekabeling nodig is. Kabels zijn relatief duur om aan te leggen, en hier zit dus een potentiële kostenbesparing in.

19


PRAKTIJKZAKEN

Eén wifi-accesspoint spaart al gauw de aanleg van tien tot twintig ethernetkabels uit, uiteraard afhankelijk van de soort en vorm van de nieuwbouw of verbouw. Dat betekent ook minder ethernet switches in het netwerk, en daarmee een kleiner beslag op 19 inch kastruimte in patchen/of serverkasten. • Nieuwe, flexibele werkprocessen De beschikbaarheid van een draadloos netwerk maakt het mogelijk allerlei mobile data devices in de werkprocessen te integreren, zoals smartphones, tablets en laptops, maar ook andere apparatuur, zoals bijvoorbeeld barcodescanners, camera’s, en verlichting. Hierdoor ontstaan nieuwe mogelijkheden om werkprocessen effectiever en efficiënter in te richten. • Regulering en beveiliging Bestaand gebruik van mobile data devices reguleren en standaardiseren. In veel organisaties worden op eigen initiatief van medewerkers mobiele devices voor allerlei toepassingen ingezet (ook wel BYOD genoemd, dat staat voor Bring Your Own Device). Vaak zonder dat daar een vorm van beleid en bijbehorende regulering aan ten grondslag ligt. Een volwassen wifi-netwerk biedt de mogelijkheid om een dergelijke regulering te ondersteunen middels selectieve toegang tot hulpbronnen voor mobiele apparaten. • Serviceverlening aan ondersteunend personeel en patiënten In veel publieke omgevingen verwacht

het publiek de beschikbaarheid van een draadloos gastennetwerk om de smartphone of tablet te kunnen gebruiken. Zo ook voor wachtruimtes in huisartsenpraktijken. In dat geval is het belangrijk om de aangeboden hotspot veilig te maken voor in- en uitbraken van allerlei soort. Zo’n huisartsenhotspot kan natuurlijk ook prima ingezet worden voor de promotie van de praktijk, en het informeren van de wachtende patiënten omtrent wetenswaardigheden en ontwikkelingen in de betreffende praktijk. Een verdere toepassing zou kunnen zijn het ontlenen van gegevens aan de wachtende patiënten, bijvoorbeeld hoeveel patiënten er in de wachtkamer zitten, en hoe lang ze daar verblijven. • Dit brengt met zich mee dat de beveiliging van de wifi-netwerken de hoogste prioriteit moet hebben..

Implementatie van een veilig wifi-netwerk

Informatiebeveiliging is primair de verantwoordelijkheid van het management. Het inrichten van een veilig wifi-netwerk is specialistenwerk en dient projectmatig te worden aangepakt. Voor het handhaven van de beveiliging is continue aandacht nodig van de beheerders. Om te beginnen is een uitgebreide risicoanalyse van gebruikers, gebruikte apparatuur en beschikbare protocollen nodig. Daarom hoort de beveiliging van het

wifi-netwerk een hoge prioriteit te krijgen. Omdat op de beveiliging van uw patiëntendatabase geen concessies gedaan mogen worden, zijn de IT-specialisten bij Medichain op zoek gegaan naar de best practice op dit gebied. De vraag was of de geavanceerde systemen, die ook bij banken, ziekenhuizen en bij de overheid worden gebruikt, ingezet kunnen worden in de huisartsenpraktijk en of deze systemen tegen een betaalbaar tarief kunnen worden geïmplementeerd. Dit blijkt inderdaad het geval te zijn. Hierdoor is het zelfs voor de beveiliging van het digitale netwerk in de huisartsenpraktijk mogelijk om dezelfde hoge beveiligingsprotocollen te gaan gebruiken als voor genoemde instellingen. In MedZ nummer 5 (oktober 2015) volgt een stappenplan voor het invoeren van een wifi-netwerk, vergezeld van een checklist met zaken waar u aan moet denken als u met uw leverancier in gesprek gaat. •

Bob van Heukelom, directeur Medichain en Peter van der Salm, wifispecialist, Cloud Connect. Ga voor meer informatie naar: www.medichain.nl

Een oefendialoog uit de scheurgang polymorfe leegteleer, van Kooten en de Bie (Het groot bescheurboek, 1986) Ziezo, kleed u zich maar weer aan mevrouw. Is het erg dokter? Ja mevrouw. Wat heb ik dokter, wat is het? Niets mevrouw, u heeft Niets. Oh God, is dat zeker dokter? Voor honderd procent mevrouw, het enige wat wij hebben kunnen vinden is Niets. Valt daar iets tegen te doen dokter? Nee mevrouw. Bij patiënten met Niets staan wij machteloos. Wij weten daar namelijk nog maar heel weinig van, van Niets.

20

Waar komt het door dokter? Niets komt nergens door mevrouw. Kwam het maar ergens door, dan had u tenminste iets. Maar nu heeft u niets. Hoe lang kan dat duren dokter? Daar valt niets van te zeggen mevrouw. Ik ken gevallen van Niets die honderd zijn geworden. Moet ik er iets speciaals voor doen dokter? Nee mevrouw, niets. Gewoon alles eten? Niets voor doen, niets voor laten; alles drinken, alles eten- des te groter is de kans dat u iets krijgt en dan kunnen we verder praten. Want nu heb ik dus niets aan u.


GASTCOLUMN

Gesproken column op nationaal debat Het roer moet om Door Marc Chavannes op 10 juni 2015

D

ames en heren, Huisartsenzorg, daar gaat het debat vanavond over. Om te weten wie we zijn, stel ik een kort voorstelrondje voor. Mag ik handen zien van alle huisartsen. En dan, alle niet-huisartsen graag uw hand omhoog. Nu weten we hoe de verhoudingen liggen. Om die wat meer voelbaar te maken, wil ik het ter inleiding van dit nationaal debat eens hebben over alle niet-huisartsen. Want zij zijn de meest fascinerende groep in dit debat. De niet-huisartsen, de Buitenlui, hebben over het algemeen een goed betaalde, redelijk vaste baan. Huisartsen zijn kleine zelfstandigen, die zelden klagen over hun inkomen, maar vooral worden gedreven door de wil om mensen beter te maken. Of te helpen zo goed mogelijk om te gaan met hun lastige situatie. De Buitenlui hebben ook het beste voor met de mens, of die nu ziek of dokter zijn, maar in hun DNA zit een extra gen: zij weten waar het met de zorg naar toe moet en dientengevolge hoe anderen hun werk moeten doen. En zij weten dat zo zeker dat zij menen het recht te hebben dat af te dwingen. Om niet eigenmachtig, laat staan dictatoriaal, over te komen, - dit is Nederland - hebben zij een heel gezelschapsspel ontworpen. Het heet Zorgmarkt en de spelregels zijn zo ingewikkeld dat daar weer veel werkgelegenheid omheen is ontstaan. De Buitenlui zijn heel tevreden met de loopbaankansen in de zorgmarkt. Het meest effectief is een tijdje meespelen in de politiek en daarna hoger terugkomen bij een van de drieletterkantoren die de minister helpen geen vingerafdrukken na te laten als zij een stuk op het bord heeft verschoven. Voorbeeld. De NZa zegt dat het prima is dat zorgverzekeraars huisartsen een bonus betalen als zij hun patiĂŤnten naar dat ene lab sturen waar zij een voordelig contract >

Foto: NRC Media

21


GASTCOLUMN

mee hebben gesloten. De minister vindt dat ook. Yes, Zorgmarkt op z’n best. Maar als er gedoe over ontstaat in de media of in de Kamer, dan kan zij de NZa een standje geven. Of zelfs wat bevoegdheden afpakken en aan een ander drieletterkantoor toeschuiven. Het spel kent oneindige variaties. Niemand heeft het gedaan maar de richting staat vast. Huisartsen vinden dat zij hun patiënten moeten verwijzen naar het beste lab of de beste specialist voor hun kwaal. Zij willen de pillen voorschrijven die bewezen het beste werken. Een heel enkele keer verwijzen zij een patiënt onnodig door, omdat het spreekuur te vol zit. De meeste huisartsen doen hun uiterste best twintig ballen tegelijk in de lucht te houden. U, de Buitenlui, gooit daar steeds meer ballen bij. Omdat u uw roeping en uw gelijk zo serieus neemt. Natuurlijk, de apothekers verdienden meer dan hun risico en rol rechtvaardigden. Nu zijn zij bij de knieën afgetopt. En maar hopen dat de bevlogen farmaceuten in de winkel zijn overgebleven. Wat eerder de fysiotherapeuten en de psychologen overkwam – premies op wetenschappelijk aanvechtbaar, maar voorgeschreven gedrag - hebben de huisartsen nu zo lang meegemaakt dat zij met bijna achtduizend mensen een Manifest op de kerkdeuren hebben gespijkerd. Hun medische beroepseer is geen speeltje van een bevoorrechte klasse. Huisartsen lopen allang niet

22

meer in een witte jas geheimzinnig te doen. Juist omdát zij hun beroep serieus nemen en met hun tijd meegaan, organiseren zij standaarden voor goed medisch handelen, hebben zij gezondheidscentra opgericht waar veel gebeurt waarvoor je vroeger naar het ziekenhuis moest. Kostenbesparing, jippie. Zij zijn ZMP’ers geworden, zelfstandigen met heel wat personeel. En verantwoordelijkheden. Maar als zij met zorgverzekeraars georganiseerd willen praten over voorwaarden en tarieven, dan springt het drieletterkantoor van de Concurrentiebewaking op hun dak. Dan blijkt het zorgmarktspel met een eenzijdige blik te zijn ontworpen. Huisartsen kunnen weinig anders doen dan tekenen bij het spreekwoordelijke kruisje. Je moet er maar op komen, de zorg van artsen en andere zorgverleners onder de Autoriteit Consument & Markt te laten vallen. Maar als je dan leest hoe die schatten van de ACM hun best hebben gedaan om in duizendenéén gevallen van door artsen gewenste vormen van overleg en samenwerking te zeggen wat wel en wat niet mag, dan dringt de absurditeit van dit concurrentietoezicht tot je door. Terwijl de vier grote zorgverzekeraars in normaal Nederlands een dominante marktmacht hebben en ACM en NZa al jaren weinig woorden vuil maken aan het toelaten, wat heet aanmoedigen, van alle vormen van samenwerking en afstemming tussen die Grote


Vier. Per regio onderhandelt de grootste. E pluribus unum (uit velen één, red.). Er is daar geen concurrentietoezicht want er is geen concurrentie. Logisch. Ho, zeggen de Buitenlui nu. De zorgverzekeraars voeren het beleid uit. De kosten moeten omlaag, de kwaliteit omhoog. Wie kan daar nou tegen zijn? Prima. Maar erken dan dat het een marionettenmarkt is. Zullen we de fictie van de zorgmarkt vanavond in de gracht gooien? Dat scheelt een hoop tijdrovende rituelen. Misschien zullen een paar honderd werknemers van drieletterkantoren ZZP’er worden, maar hey, dat is hip. Ervaren zij eens de zegeningen van de echte markt. Kunnen we intussen het grote zorgsysteem wat evenwichtiger maken. Zelfs de huidige Mededingingswet geeft ruimte voor gezond verstand en het algemeen belang. Wie nu nog doet alsof huisartsen alleen maar uit zijn op geldelijk gewin, zegt vooral iets over zichzelf. Stel voor mijn part een inkomensbandbreedte in. En dan aan de slag met vernieuwende huisartsenzorg. De marktparabel heeft bewezen van beperkte waarde te zijn. Net als bij de overheid, op het spoor, bij de post, in de energievoorziening, het onderwijs en de rest van de zorg. Leuk waar het werkt, zoals in de telefonie, ondogmatisch bekijken waar het niet aantoonbaar werkt. Maar dat is niet eenvoudig. De heersende ideologische leer is hardnekkig. Gezondheidszorg is onge-

veer het laatste thema waar de binnenlandse politiek de handen vrij heeft. Maar deze benadering van de zorg als marktkwestie is ingebed in de dominante Europese hoofdstroom. Ook die loopt meer en meer vast. Maar het valt ons moeilijk een collectieve selfie te maken en fris te denken. Wat nodig is in de zorg, is een grote schoonmaak van overbodige institutionele constructies en schijnmeten-is-weten. U kent allen de voorbeelden van opgelegde onzinformulieren afgedwongen met prijslollies. Vrijwel alles wordt geregisseerd in de zorg. En dat moet ook. Maar uitgaande van ieders goede wil en beroepseer. Waar het tegendeel blijkt, is toezicht en tuchtrecht. Toch is er veel wat u bindt vanavond. De gedeelde trots op een bij vlagen bijzonder goede gezondheidszorg. De Nederlandse traditie van overleg en redelijkheid. Als die herleven op Voorheen de zorgmarkt, dan kan het alleen maar beter worden. Goed dat de huisartsen hun pamflet op de deuren hebben gespijkerd. Goed dat u Buitenlui bent gekomen om het echte gesprek nu te beginnen. Ik wens u een taboedoorbrekend debat. • Marc Chavannes, Nederlandse journalist en publicist

23


David de Boer: ‘Musici lenen zich niet voor protocollaire geneeskunde’ Als er een baan is in de huisartsenzorg waar muziek in zit, is het wel die van de Amsterdamse huisarts David de Boer. Als medisch adviseur van het Concertgebouworkest koppelt hij zijn liefde voor muziek aan de liefde voor zijn vak. Hij ziet alles voorbijkomen wat medici dwars kan zitten, van podiumangst tot doofheid. 24

Tekst: Petra Pronk  •  Foto’s: Olivier Middendorp


‘H

et is interessant om getalenteerde mensen te helpen hun performance neer te zetten,’ aldus David de Boer die al 25 jaar een huisartsenpraktijk in Amsterdam-Zuid runt. Geheel tegen de tijdgeest in als solist. Hij gelooft in continue persoonlijke zorg. Af en toe gaat hij met het orkest mee op tournee. Voor de tournee naar Australië heeft hij zijn vakantie opgeofferd. Hoewel, offer? ‘Het is enorm leuk om met getalenteerde, gedreven mensen om te gaan die vanuit een grote passie zeer gemotiveerd zijn om goed voor hun lichaam te zorgen’. Ongeveer één keer in de zes weken heeft hij overleg met het sociaal medisch team van het Concertgebouw. Dan bespreken zij de arbeidsongeschikte orkestleden. Daarnaast heeft hij muziekspreekuur ingesteld in het Academisch Medisch Centrum. Daar komen musici uit het hele land op af. Het is in verschillende opzichten een bijzondere doelgroep. Dat begint al met de motivatie. ‘Het gaat om een heel bevlogen groep. De meeste patiënten pikken het wel als de dokter zegt: ‘blijf maar een paar daagjes thuis.” Maar als ik dat zeg tegen een musicus, moet ik dat goed motiveren. Deze mensen moeten vaak geremd worden in hun wil om weer aan het werk te gaan.’

Podiumangst

Ook de klachten verschillen van die in een ‘gewone’ praktijk. Het gaat hier meestal om muziek gerelateerde klachten, van doofheid tot dystonie. Daarnaast ziet hij veel podiumangst voorbijkomen, iets waar veel artiesten last van hebben. ‘Jacques Brel stond altijd misselijk tussen de coulissen totdat hij op moest, Maria Callas moest echt het podium opgeduwd worden. Ook veel musici in orkesten hebben er last van. Ze zijn niet bang voor het publiek of voor de recensies, maar voor elkaar: bang om voor elkaar onder te doen.’ De Boer is van mening dat deze aandoening ten onrechte bij de sociale fobieën ingedeeld wordt. ‘Bij sociale fobieën zie je dat mensen het onderwerp van hun angst proberen te vermijden. Maar artiesten vertonen dat vermijdingsgedrag niet. Ze gaan gewoon dat podium op. Ze heb-

ben een soort haat-liefdeverhouding met datgene waar ze bang voor zijn. Dat is een repeterende angst.’ Het viel hem op dat er bij doorvragen altijd een psychisch trauma onder blijkt te zitten. Daarom hoort podiumangst in zijn optiek thuis bij posttraumatische stressstoornis (PTSS). Wat betekent dat je er geen gedragstherapie op los moet laten, maar Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) therapie.

Dwars

Die dwarse kijk is kenmerkend voor de Concertgebouw-dokter. Op musici kun je geen protocollen loslaten, is zijn ervaring. Niet dat hij tegen protocollaire geneeskunde is. ‘Ik ben erg voor onderlinge afspraken in de beroepsgroep. Het is prima om af te spreken dat je de eerste

lijke verdeling van het geld, en de overheid met het faciliteren van optimale zorg. Maar dat evenwicht raakt steeds meer zoek doordat verzekeraars en overheid zich bemoeien met onze protocollen. Goed medisch handelen wordt gereduceerd tot handelen volgens het protocol, en daar worden we door de rechterlijke macht ook op afgerekend, terwijl dat protocol een medisch document is. De computer laat ons niet meer zelfstandig denken. Dat is een doodenge ontwikkeling, omdat het de creativiteit en het nemen van verantwoordelijk uit ons vak haalt.’

Solist

Om te zorgen dat er ondanks ‘het systeem’ nog muziek in zijn vak blijft zitten, maakt De Boer zoveel mogelijk zijn eigen

‘ HET IS ENORM LEUK OM MET GETALENTEERDE, GEDREVEN MENSEN OM TE GAAN DIE VANUIT EEN GROTE PASSIE ZEER GEMOTIVEERD ZIJN OM GOED VOOR HUN LICHAAM TE ZORGEN’. vijf dagen bij oorontsteking geen antibiotica geeft, maar je moet wel oog houden voor de ongelofelijke individualiteit en uniciteit van mensen.’ Dat gebeurt nu te weinig, vindt De Boer. Sterker nog, de drie-eenheid dokter, verzekeraar, overheid raakt steeds meer uit balans. ‘In de politiek heb je het principe van de trias politica: de scheiding van uitvoerende, controlerende en rechterlijke macht. In de geneeskunde bestaat iets dergelijks. Daar kennen we de drie-eenheid dokter, verzekeraar en overheid. Die zouden zich elk met hun eigen opdracht bezig moeten houden. Dokters met patiënten beter maken, verzekeraars met een eer-

regels. Zo is hij bewust solist. ‘Ik heb geen praktijkondersteuners. Ik bepaal zelf in overleg met mijn assistentes hoe het hier gaat. Ik besef dat ik daarmee een uitstervend ras ben, maar ik hecht aan het bieden van continuïteit van zorg en het vervullen van de rol van personal coach voor mijn patiënten. Ik hang soms de paternalistische dokter uit, omdat ik geloof dat dat aspect wezenlijk is voor ons vak. Ik ben een voorstander van multidisciplinair overleg, maar als je de zaak helder hebt, moet je de boodschap naar de patiënt wel met overtuiging overbrengen. Als je dat opgeeft, valt de bodem onder ons vak weg.’ •

25


PRAKTIJKZAKEN

Flink besparen op AOV-premie met speciaal arrangement Een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is voor de meeste zelfstandigen een hoofdpijndossier door de hoge kosten. Dankzij de samenwerking van VPHuisartsen en De Goudse verzekeringen ligt er nu een interessant aanbod voor een speciale AOV voor praktijkhoudende huisartsen en waarnemers die werken voor eigen rekening en risico. Het premievoordeel kan oplopen tot dertig procent ten opzichte van uw huidige verzekering. Tekst: Petra Pronk

A

ls praktijkhoudende huisarts of waarnemer kun je niet zonder een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV). Zo’n verzekering wordt vaak als nogal prijzig ervaren. En dat, terwijl praktijkhoudende huisartsen bij uitstek een beroepsgroep vormen met weinig uitval. VPHuisartsen en De Goudse Verzekeringen staken de afgelopen tijd de koppen bij elkaar. Het resultaat: een mantelovereenkomst waarbij een exclusieve, doorlopende korting van tien procent op de reguliere AOV-

26

premie wordt toegekend aan leden van VPHuisartsen, naast een instapkorting van twintig, tien en vijf procent over de eerste drie verzekeringsjaren. ‘Wij zijn erg blij dat wij onze leden een verzekering kunnen aanbieden waarbij we optimaal gebruikmaken van onze kracht als beroepsgroep’, zegt Dick Groot, bestuurslid en penningmeester van VPHuisartsen. ‘De VPH is een ondernemende club. Dus zijn wij altijd op zoek naar extra diensten en mogelijkheden voor kostenbesparing voor onze le-

den. Met deze AOV, exclusief voor onze leden, verdienen mensen hun contributie voor de VPHuisartsen dubbel en dwars terug.’ De Goudse verzekeringen was daarbij een natuurlijke partner. ‘Ondernemerschap zit bij ons in de genen’, zegt Henk Reinders, senior accountmanager Branches & Koepels bij De Goudse. ‘Daarom hebben wij ons gespecialiseerd in verzekeringen voor ondernemers, bijvoorbeeld in medische beroepen. Dat betekent dat we heel gericht kunnen inspelen op mo-


V.l.n.r. de heer Marcel Moons, bestuurslid Goudse Verzekeringen, Hans Nobel en Dick Groot gelijke problemen voor specifieke groepen ondernemers - in dit geval de praktijkhoudende huisartsen en waarnemers en dat heeft grote voordelen.’

Lagere kosten bij beroepsdekking

Doordat deze AOV helemaal is toegesneden op praktijkhoudende huisartsen en waarnemers, is hij een stuk voordeliger dan een gewone AOV, stelt Henk Reinders. ‘Er moet heel wat gebeuren voordat een praktijkhoudende huisarts zich ziek meldt. De verzuimdrempel bij praktijkhouders is hoger en de hervattingsdrempel is lager dan bij huisartsen in dienstverband. Logisch dus dat ook de prijzen van de AOV lager zijn dan die van een AOV die geldt voor de hele beroepsgroep.’ Penningmeester Groot rekent even voor: ‘De kortingen kunnen flink oplopen. Mijn huidige AOV kost me tienduizend euro per jaar. Bij De Goudse zou daar zo’n drieduizend euro vanaf gaan. Dat is toch een leuke vakantie!’ Een voordelige premie is natuurlijk niet het belangrijkste. De polis biedt

daarnaast een uitstekende dekking. De verzekering gaat uit van een beroepsdekking. Dit betekent dat er geen verplichting bestaat om bij blijvende arbeidsongeschiktheid iets anders te doen dan huisartsgeneeskundig werk. Je hoeft als huisarts dus niet bang te zijn dat je eindigt als praktijkmanager of POH in je eigen praktijk.

Preventie

Volgens Reinders is er ook goed gekeken naar het voorkomen en waar mogelijk verkorten van arbeidsongeschiktheid. ‘Voor praktijkhoudende huisartsen is uitval een serieus risico met verstrekkende gevolgen, ook voor het gezin van zo’n arts. Daarom wachten we niet tot het misgaat, maar treden we bij de eerste signalen van stress of burn-out preventief op door coaching aan te bieden aan de arts en zijn of haar gezin. Wij kiezen voor preventie om te voorkomen dat iemand echt uitvalt.’ Groot geeft een praktisch voorbeeld: ‘Stel dat je gaat scheiden, dan is de kans groot dat dat je werk beïn-

@DeSpeldZorgbestuurders‘Verviervoudig salaris premier’ Vermeende graaiers willen ook zelf niet meer krijgen dan Rutte.

vloedt. Deze verzekering voorziet tijdig in kostenloze gesprekken die ervoor zorgen dat je de boel zo goed mogelijk op de rit houdt en uitval kunt voorkomen. Dat is goed voor de huisarts, de patiënten en de verzekeraar.’ •

Praktische gegevens Overstappen naar de AOV van De Goudse kan snel en goedkoop via Van Lanschot Chabot. Dankzij een samenwerkingsovereenkomst met VPHuisartsen biedt Van Lanschot Chabot een verkort AOV-adviestraject bij het tot stand komen van de AOV bij De Goudse. Leden van VPHuisartsen krijgen daarbij een korting van twintig procent op bemiddelings- en adviseringskosten. Bent u onder de vijftig jaar oud, dan kan overstappen eenvoudig met een verkort vragenformulier. Bent u vijftig jaar of ouder, dan maakt keuring deel uit van het oversluittraject. De AOV kan natuurlijk ook via uw eigen adviseur worden afgesloten. Het interesseformulier is te downloaden via de site van VPHuisartsen: www.vphuisartsen.nl

27


De praktijk als sociale ontmoetingsplek ‘Naast de mensen staan en doen wat nodig is’

De huisarts met stip poortwachter van de zorg? Daar denkt Gerben Lochorn anders over. Hij voelt niks voor een rol die draait om euro’s en cijfertjes. Zijn praktijk op het Groningse platteland heeft een sterk sociaal karakter. Als praktijkhoudend huisarts hanteert hij een brede taakopvatting. Behalve medisch professional is hij ook raadsman, goede kennis, moskeebezoeker en soms Sinterklaas. Tekst: Petra Pronk

E

en huisarts met een stropdas waar je u tegen moet zeggen? Dat werkt hier niet, verzekert Gerben Lochorn van Medisch Centrum Gorecht in Hoogezand-Sappemeer. Hij praat uit ervaring. ‘Ik ben een tikkeltje autistisch, en daardoor vond ik het maken van contact met mijn patiënten aanvankelijk lastig. In het begin van mijn carrière was ik echt dokter Lochorn. Ik had dat voetstuk en de afstand

28

nodig. Maar dat was niet bevorderlijk voor de arts-patiëntrelatie. Op een gegeven moment ben ik bewust ‘sociaal gaan doen’ en dat maakte een wereld van verschil. Door gewoon vriendelijk te zijn en interesse te tonen, kreeg ik een betere band met mijn patiënten waardoor de hulpvraag eerder en beter duidelijk werd. Dat was een eyeopener. Het feit dat ik gewoon Gerben ben, zorgt voor verbinding.’ En verbinding is belangrijk,

want als huisarts in een gebied met een zeer lage sociaal economische status (SES) ziet hij in zijn spreekkamer veel economische en sociale problemen voorbijkomen. ‘Patiënten komen hier met allerlei problemen van huwelijksperikelen, belastingproblemen, analfabetisme en huisuitzettingen tot fraude met uitkeringen. Strikt genomen behoort dat niet tot mijn taken, maar ik wil naast de mensen staan en doen wat nodig is. Ik


Gerben Lochorn

geef dan mijn mening niet als dokter, maar als goede bekende.’

Hulp

Hij laat het niet bij adviezen, maar biedt ook concrete hulp, bijvoorbeeld door in te spelen op de beroerde financiële situatie van veel patiënten. ‘Omdat veel gezinnen geen geld hebben voor Sinterklaas cadeautjes, zijn we op een gegeven moment begonnen met het maken van kleine juten zakjes met pepernoten en een cadeautje voor de kinderen die rond Sinterklaastijd op het spreekuur komen. Dat werd zo enthousiast ontvangen dat we iets dergelijks nu ook met Pasen doen.’ Verder koopt Lochorn elk jaar de complete voorraad honing op van de diëtist en amateur-imker in de praktijk, om die aan het begin van de herfst als cadeautje mee te geven aan patiënten met hoestklachten. Ook maakt hij maximaal gebruik van de economische mogelijkheden die het platteland biedt. Zo weten boeren in de omgeving inmiddels dat ze hun overtollige voorraad aardappels af kunnen leveren bij de praktijk, zodat patiënten die mee naar huis kunnen nemen. ‘Iets dergelijks doen we ook met de industrie’, vertelt Lochorn. ‘Wij ontvangen artsenbezoekers, maar daar vragen we wel iets voor terug. Zo hebben we met

een farmaceut geregeld dat er een iPad in de wachtkamer kwam, zodat patiënten die zelf geen computer hebben, hun zaakjes hier digitaal zaken kunnen regelen. Mijn droom is een nieuwe praktijk te bouwen met een wachtkamer waar diverse computers staan waar mensen gebruik van kunnen maken. Zo wordt de praktijk ook een sociale en praktische ontmoetingsplek in het dorp.’ Ook stelt hij elke week zijn praktijk beschikbaar voor een sociaal jurist waar mensen terechtkunnen voor een gratis consult.

Extra aandacht

Daarnaast is er extra aandacht voor speciale groepen. Zo doet de praktijk elk jaar mee aan de Week tegen de Eenzaamheid. De praktijk gaat dan een middag dicht omdat alle medewerkers, inclusief de dokter, als vrijwilliger aan de slag gaan om eenzame ouderen een mooie dag te bezorgen. Verder bezoekt Lochorn op vrijdagmiddag geregeld de moskee om koffie te drinken en bij te praten met de imam. ‘Meer dan vijftig procent van onze patiënten is moslim. Het geloof speelt bij deze mensen een belangrijke rol, ook als het gaat om hun gezondheid. Zo is het vasten tijdens de ramadan een ramp voor diabetici. Een moslim mag zijn imam om gezondheidsredenen vra-

gen af te wijken van het vastenritueel, maar dan moet die dat wel nodig vinden. Dat vraagt om vertrouwen en het opbouwen van een relatie.’

Businessmodel

Al met al steekt Lochorn een hoop tijd en geld in dingen die strikt genomen niet tot zijn taken behoren. Waarom doe je dat als huisarts? ‘Het is geen geitenwollensokkengedoe’, verzekert Lochorn lachend. ‘Er zit een serieus businessmodel achter, want ik ben wel ondernemer. Investeren in een goede relatie loont. Als patiënten je vertrouwen en jou als raadgevende vriend zien, komen ze sneller naar je toe, vertellen ze makkelijker waar ze mee zitten en vragen ze minder om verwijzing naar de tweede lijn. Uiteindelijk levert mij dat minder werk op.’ Om dat mogelijk te maken, heeft hij de praktijk strak georganiseerd via zorgpaden waarbij praktijkondersteuners en assistentes maximaal verantwoordelijk zijn voor het zorgtraject. ‘Deze aanpak zorgt ervoor dat ik met 1,2 fte huisarts een praktijk van 4.600 patiënten kan runnen, en dat is best bijzonder. Door sociale en economische aspecten mee te nemen in het werk, wordt het totale zorgtraject makkelijker en goedkoper, wordt het werk voor iedereen een stuk leuker en is de patiënt ook beter af.’ •

29


INGEZONDEN

Nogmaals Tuitjenhorn ‘In MedZ 3 werd aandacht besteed aan de zaak Tuitjenhorn. Hierop wil ik, aldus briefschrijver Jaap Schuurmans, graag reageren, omdat ik me al direct bij de oprichting achter de doelstellingen van VPHuisartsen schaar en hiervan lid werd en omdat mij de zaak Tuitjenhorn na aan het hart ligt. Tekst: Jaap Schuurmans

I

n het artikel De echo van Aletta Jacobs wordt een aantal kenmerkende zaken van haar naar voren gehaald zoals: vragen stellen bij vanzelfsprekendheden, visie, lef, doorzettingsvermogen en tot slot wordt stilgestaan bij het functioneren binnen het systeem. Bij elk van deze eigenschappen wordt door de auteur een link gemaakt met het heden. Onder het kenmerk ‘systeem’ is de link naar ons heden; de zaak Tuitjenhorn. De open brief van de echtgenote van Nico Tromp in NRC Handelsblad van 18 april 2015 wordt door de auteru als een glasheldere analyse beschouwd van een vrouw die haar man verloor aan een dolgedraaid systeem. Die glasheldere analyse is vanuit

30

het perspectief van de echtgenote heel begrijpelijk en mij sympathiek, daar heb ik zelf in een brief in NRC Handelsblad: We moeten huisarts Nico Tromp herdenken, deze Allerzielen op 2 november 2013 ook geprobeerd woorden aan te geven. In mijn achtergrond als huisarts en palliatief consulent vielen me destijds de veroordelende aspecten binnen onze eigen beroepsgroep zwaar. Ik hield een pleidooi om niet direct de formele kant van handelen te beoordelen, waarmee onrecht wordt gedaan aan de noodzaak van emotionele hulp in eigen professionele kring. Maar we zijn nu een aantal jaren verder en dat geeft ruimte aan een professionele

en vakinhoudelijke reflectie, dat wat ik van een huisartsenblad verwacht. Werkelijk glashelder in mijn ogen is de analyse van Maxim Februari die in zijn column (NRC, 5 mei 2015), ingaat op het gevaar van vervolging van artsen en piloten. Hierin stelt hij terecht dat Nico Tromp allereerst benaderd diende te worden als een goed bedoelende professional die struikelde, dan had je iets van de zaak kunnen leren. Let wel, hier wordt in mijn ogen terecht gesteld; struikelde en kunnen leren. Struikelde omdat hier allereerst het onvermogen geïllustreerd wordt rationeel te handelen in een stressvolle situatie. Ten tweede omdat hier onbewuste onbekwaamheid wordt geïllustreerd ten


aanzien van proportionele inzet van sedatieve middelen en het verschil met middelen die primair worden ingezet voor de pijnbestrijding. Kunnen leren? De kwaliteit van arts van de toekomst zal bepaald worden door besef van eigen beperkingen op de diverse vlakken. Ik denk dat met de aankomende dubbele vergrijzing er een specifiek beroep gedaan gaat worden juist op de huisarts. Als palliatief consulent en huisartsenopleider ben ik verbaasd over het feit dat het in onze driejarige opleiding ontbreekt aan een SBOH-opleiding complexe chronische aandoeningen zorg of palliatieve zorg in de huisartsenpraktijk, zoals hierin wel voorzien wordt in Spoedzorg in de huisartsenpraktijk. Treat first what discomfort most, is echter evenals het allesoverheersende adagium van treat first what kills first ook aan te leren. Misschien mede gezien de dubbele vergrijzing en de wens van een derde van de Nederlanders om thuis te willen overlijden, ook verstandig. Het gaat principieel om welke situaties zijn te voorzien en hoe kan daar adequaat op worden geanticipeerd? Zijn er dilemma’s; welke opties, behandeldoelen, ethische waarden spelen of botsen er? Wat is al of niet passende zorg? Hoe en met wie te reflecteren op eigen praktijk casuïstiek? Wat mij in het artikel van Timmerman en Baart (MedZ 3) stoort, waarin aan de hand van de zaak Tuitjenhorn een pleidooi gedaan wordt voor belevingsonderzoek hoe huisartsen relationeel redeneren, is de eenzijdige benadering vanuit de relatie en emotionaliteit. Mede vanuit opgedane ervaring als consulent en op grond van literatuur onderzoek1 pleit ik voor regionale professionele opvang voor huisartsen voor rouwverwerking en traumaopvang voor gebeurtenissen (in)direct verbonden met het werk. Hierbij moet worden onderkend dat palliatieve sedatie in de thuissituatie een bijzonder beroep doet op de huisarts, door diverse aspecten namelijk: et vereist kennisniveau rondom de sedatie zelf, maar zeker ook tijdens het voorafgaand proactief palliatief zorgtraject. De vereiste tijdsinvestering. Coördinatorschap van het zorgteam. Steun en vraagbaak naar familie en zorgteam. De intensiteit en betrokkenheid van zorg en tot slot de intimiteit van zorg in de patiënt zijn eigen omgeving.

Jaap Schuurmans

Onderzoek naar uitsluitend de arts-patiëntrelatie blijft een bevestiging van de bias die in de huisartsenwereld leeft. Het ontbreekt niet aan betrokkenheid maar helaas in de praktijk nog vaak aan glasheldere kennis ten aanzien van palliatief ontwikkeld instrumentarium (pallialine) en ondersteuning (palliatieve consultatie). Dat is een schrijnende zaak juist omdat er sprake is van wezenlijke inhoudelijke en historische gezamenlijke grondslagen van huisartsengeneeskunde en palliatieve zorg. Palliatieve zorg en de moderne huisartsengeneeskunde delen een gerichtheid op de belevingswereld van de patiënt. Huisartsengeneeskunde is in veel opzichten een mens/geesteswetenschap die echter óók gebruikmaakt van medisch-wetenschappelijke ontdekkingen en ontwik-

kelingen. Het is de plicht van een medicus zich te oriënteren op eigen beperkingen en zich te blijven ontwikkelen. •

Rouwverwerking bij artsen, H.M. Veldhuis en J. Schuurmans. Nederlands Tijdschrift voor Palliatieve Zorg, 5e jaargang nummer 3, 2004.

1

Jaap Schuurmans is huisarts en consulent palliatieve zorg en (co) auteur van Wat nu? Gids voor wie te maken krijgt met ongeneeslijke ziekte? verschenen in 2014.

31


HUISARTS & HOBBY

JAZZCOMBO DE WITTE JAZZ Naam: Rudi von Bartheld Leeftijd: 64 Woonplaats: Soest Huisarts in: Soest Huisarts sinds: 1979 ‘De Witte Jazz begon zo’n dertig jaar geleden op een feestje toen ik een collegahuisarts op de piano een liedje hoorde begeleiden voor de jubilaris. Ik speelde klarinet en het leek mij wel leuk om af en toe samen te spelen, dus ben ik op hem afgestapt. Al snel meldde zich een derde collega. Die speelde ook klarinet, dus daar hadden we niks aan. Toen hebben we gezegd: “Koop maar een drumstel, dan mag je meedoen.” Dus

32

heeft hij via het plaatselijke sufferdje voor vierhonderd gulden een drumstel aangeschaft en is hij drumles gaan nemen. In de loop der tijd zijn er nog meer mensen bijgekomen. De naam de Witte Jazz suggereert dat het een ensemble van dokters is. Dat is niet helemaal waar. De club bestaat uit vijf huisartsen, een gynaecoloog en een vreemde eend in de bijt: een maatschappelijke werker die in een ziekenhuis werkt.

Optreden

‘We spelen één keer per maand een avond samen en treden ook op. Vaak in de medische hoek, bijvoorbeeld op het landelijke gynaecologencongres. Door de jaren heen hebben we hoogte- en dieptepunten gekend. Zo hebben we ooit in de RAI gespeeld op een oorartsencongres. Na het congres renden de artsen collectief weg en stonden wij in een lege ruimte te toeteren. Maar er zijn ook heel veel hoogtepunten,


In de rubriek Huisarts & Hobby portretteren we in elke editie van MedZ een huisarts met een bijzondere hobby.

zoals ons optreden bij de opening van het nieuwe gebouw van de roeivereniging in Amersfoort. De Witte Jazz werkt voor mij ontspannend omdat het de aandacht afleidt van de dagelijkse praktijkbeslommeringen. Tegelijkertijd is het ook inspannend, omdat je heel fysiek bezig bent. Als ik aan het toeteren ben, sta ik echt te hoppen op mijn benen.’

Improvisatievermogen

‘De overeenkomst tussen mijn werk als

huisarts en mijn muzikale hobby is dat beide beroepen vragen om improvisatievermogen en terugkoppeling op je eigen handelen. Een van de leuke dingen van samen jazzmuziek maken is de interactie. Jazz is niet alleen maar een kwestie van nootjes blazen die op papier staan. Je moet improviseren. Als dat proces goed op gang komt, raak je in een flow en blaas je de sterren van de hemel. Maar alles staat of valt met naar elkaar

luisteren, op elkaar inspelen en zorgen voor een goed samenspel. Net als in de spreekkamer. Iets anders wat ik van mijn hobby geleerd heb, is het stellen van de vraag ‘Blaas ik mijn toon wel zuiver?’ Het is belangrijk dat je je als arts en als mens geregeld afvraagt wat je motieven zijn en of je de dingen die je doet wel op het gewenste niveau doet. Feedback daarop zorgt dat je jezelf kunt blijven verbeteren.’ •

33


Verdrongen gevoel Een chirurg over geneeskunde en geneeskunst

D

r. Piet Leguit (1943), voormalig chirurg in het Diakonessenhuis te Utrecht, schreef het autobiografische boek Verdrongen gevoel. Een chirurg over geneeskunde en geneeskunst. In dit boek verhaalt hij zijn eigen zoektocht naar het belang van empathie en compassie in de arts-patiëntrelatie en doet hij het belang van het geneeskunst aspect in de gezondheidszorg weer herleven. Niet alleen is deze attitude van groot belang voor het genezingsproces van de patiënt, maar minstens van even veel belang voor de werksatisfactie en geestelijke gezondheid van de arts zelf. ‘Geneeskunst is het deel van de zorg dat zich bezig houdt met gevoel, met emotie, eigen verantwoordelijkheid en eigenwaarde.’ Als er medisch gezien geen opties meer waren,

luisterde hij naar het verdriet van zijn patiënten, stelde hij voor om te gaan mediteren, gaf voedingsadviezen of verwees door naar de Ayurvedische of Chinese behandelwijze. Leguit nam de woorden ‘Ik kan niets meer voor u doen’ nooit in de mond maar bleef met compassie tot het eind toe bij zijn patiënten. Dit prettig leesbare boek biedt jonge artsen een kijkje in persoonlijke vorming, is een reflectie voor gevestigde artsen/ specialisten en kan ondersteuning zijn van verpleegkundigen. Voor hen die ziek zijn of waren en voor hen die mogelijk ooit met ziekte te maken krijgen, beoogt dit boek vertrouwen te geven in de menselijke kant van de moderne gezondheidszorg. Leguit geeft nog regelmatig gastcolleges en is actief in diverse aan de gezond-

heidszorg gerelateerde verenigingen en stichtingen. Hij is (co)auteur van ruim vijftig wetenschappelijke publicaties. • Verdrongen gevoel is een uitgave van www.2010uitgevers.nl

Interesse in een avontuur in het buitenland? Uw carrière een internationaal vervolg geven? Nog een nieuwe ervaring opdoen voor u een vaste standplaats kiest? Of droomt u van een nieuwe start in een nieuwe omgeving?

Z

es Leidse coassistenten brengen artsen, zowel huisartsen als specialisten, in contact met klinieken in het buitenland. De studenten hopen met hun initiatief inzichtelijkheid te bieden in de mogelijkheden voor Nederlandse artsen in het buitenland en een oplossing te kunnen bieden voor de lastige situatie op de arbeidsmarkt. Tot nog toe meldden enkele honderden artsen zich bij hen aan.

34

De mogelijkheden zijn volgens de initiatiefnemers legio en divers. Onder andere worden plaatsen aangeboden in NieuwZeeland, Australië, het Midden-Oosten, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. In alle eerlijkheid geven zij toe dat een carrière in het buitenland niet één-tweedrie gerealiseerd is. Het verkrijgen van een lokale artsenvergunning kan soms maanden duren. Daarentegen staan Ne-

derlandse huisartsen goed te boek en hoeven zij zelden aanvullende examens af te leggen alvorens aan de slag te kunnen. ‘Een populaire bestemming onder Nederlandse huisartsen is Nieuw-Zeeland. De mogelijkheden voor hen zijn hier ook goed. Er melden zich zowel huisartsen met interesse in een permanent verblijf als huisartsen die een jaar weg willen. Vaak lukt het om een plek te vinden waar naast het werk voldoende tijd over blijft om het land te ontdekken. Het is een mooie uitdaging om een arts te kunnen helpen aan zijn of haar droombaan’, aldus Richard Massaad van MMedical • Meer informatie: www.mmedical.nl.


Foto: © NFP Photography - Pieter Magielsen

COLUMN

Symphonica in Capello Rosso Wouter van den Berg

O

p 10 juni jongsleden werd in De Rode Hoed een prachtige symfonie ten gehore gebracht. Voor de aanvang van het concert kwam één van de componisten (Peter de Groof) het publiek uitleggen wat precies de bedoeling was van de compositie. Aan het einde van de avond zouden we De Rode Hoed moeten verlaten met de eendrachtige ambitie om een aantal breed gesignaleerde problemen in de huisartsenzorg te gaan oplossen. De orkestleden hadden geen gelegenheid gehad om te repeteren maar velen van hen bleken over een buitengewoon improvisatietalent te beschikken. Vooral de topmannen van de zorgverzekeraars hadden grote inbreng. Hun menuet klonk als een klok. Zij trokken het boetekleed aan waar het gaat om de administratieve lasten. Ook gaven zij toe dat het beoordelen van de competentie van huisartsen niet behoort tot de kernkwaliteiten van een zorgverzekeraar. Ik kan mij niet herinneren ooit eerder zulke meeslepende en oorstrelende muziek te hebben gehoord. De heer Don van de Autoriteit Consument & Markt moest nog wat wennen aan zijn nieuwe rol maar speelde zijn partij met veel overtuiging. Harmke Pijpers was als dirigente scherp en beoordeelde gemeenplaatsen als valse noten. Iedereen werd op zijn plek gezet. De minister vertelde dat ze al maanden aan het oefenen was maar dat ze het een moeilijk stuk vond. Het plaatsen van huisartsen buiten de mededingingswet zou hen niet helpen want dat is een proces dat vele jaren vraagt. Bovendien zou er dan een andere vorm van regulering voor in de plaats moeten komen of dat nou zo prettig zou zijn? Verder laten haar improvisaties zich het best omschrijven als preluderen op bekende thema’s: in de gezondheidszorg is helemaal geen sprake van een markt en we regelen de zorg in Nederland graag met heldere afspraken in de vorm van contracten. Ik had persoonlijk van haar meer een basso continuo verwacht die de intenties van de compositie met heldere akkoorden zou ondersteunen. Die steun kwam er niet en dat betekent dat er nu werkgroepen zijn gevormd om het stuk te vervolmaken. VPHuisartsen zal daarbij alle denkbare creativiteit inzetten! •

35


PRAKTIJKZAKEN

De HuisartsenService

De HuisartsenService is een onafhankelijke service met als doel de huisarts te ondersteunen op het gebied van personeel, beleid en organisatie. De HuisartsenService is vijf jaar geleden opgezet door MedWay, een organisatie die al vijftien jaar actief is in de gezondheidszorg op het gebied van Projecten en Personeel. Tekst: Dirk-Jan Kruithof

D

e gezondheidszorg verandert in een hoog tempo. Denk hierbij aan de rol van de zorgverzekeraar, de financiering, verschuiving van de eerste naar de tweede lijn, de rol van de patiënt, technologische ontwikkelingen et cetera. De huisarts wordt steeds meer ondernemer en dat vraagt het nodige van de huisarts die in veel gevallen zich voornamelijk bezig houdt met patiëntenzorg. De HuisartsenService constateert dan ook dat de behoefte van de huisarts om meer te weten over het ondernemerschap snel toeneemt.

Platform

De HuisartsenService functioneert als een loket voor de huisartsenpraktijk waarachter alle mogelijke diensten voor de huisartsenpraktijk te vinden zijn, een platform

36

waar vraag en aanbod elkaar tegenkomen. De HuisartsenService zelf blijft een onafhankelijke partij met als ‘klant’ de huisartsenpraktijk en met als doel de praktijk zo goed mogelijk te voorzien van diensten en producten die aansluiten op de behoefte. Op basis van ervaring zijn er een aantal standaard producten en diensten ontwikkeld, maar als het nodig is of als de vraag niet aansluit bij een standaard oplossing, is maatwerk mogelijk. Enkele voorbeelden van onze standaard producten en diensten zijn: 1. De personeelsscan: een scan van het personeel en de organisatie daaromheen. Deze scan geeft inzicht in de kosten, het risico, de productiviteit, de kwaliteit en de ander personele zaken. 2. De praktijkscan: een scan van de huisartsenpraktijk op het gebied van per-

soneel, beleid en organisatie. Deze scan geeft inzage in de bedrijfsvoering en is de basis voor het goed neerzetten van de organisatie. 3. Projectrendement in de huisartsenpraktijk is gebaseerd op het verbeteren van het financiële rendement van de praktijk. 4. De declaratiescan: geeft inzicht in het juist en met name volledig declareren. 5. Indicatiegerichte projecten: allergietestdagen, bloedglucosemeter controledagen, ondersteunen, implementeren en adviseren met betrekking tot de zorgstandaarden, inhalatiemanagement, diabetes educatieprogramma, opzetten en/of verbeteren ketenzorg. 6. Project bloedafname en labwaarden in de eigen praktijk. 7. Halfjaarlijks gesprek met onze adviseur.


Personeel en organisatie

Omdat een huisartsenpraktijk vaak een relatief klein bedrijf is, komt het voor dat er geen handleidingen en standaarden aanwezig zijn met betrekking tot personeel en organisatie. Het maken van duidelijke afspraken is onontbeerlijk. Zoals bijvoorbeeld wie er functioneel en/of hiërarchisch verantwoordelijk is voor de doktersassistente (vooral binnen praktijken met meerdere huisartsen). Uit onderzoeken blijkt veelal dat medewerkers dit niet eenduidig kunnen aangeven. Dit kan weer tot onduidelijkheid in werk en uitvoering leiden en in het meest negatieve scenario tot grote ontevredenheid bij het personeel. Als de medewerker eenmaal in dienst is, dan begint het pas; beoordelen, motiveren, het bespreken van de voortgang, maar ook het bespre-

ken van het functioneren. Een heel beduidend onderdeel hiervan is het toetsen van de kennis en het vaststellen van de kwaliteit van het personeel. Een goed competentieprofiel kan helpen bij het vaststellen van de kwaliteit van de medewerker. Maar het resultaat wordt door meer zaken beïnvloed. Een mooie vuistregel hierbij is dat het resultaat van de medewerker (en dus de praktijk) de som is van motivatie, capaciteit en de gelegenheid. En vooral de laatste factor hierin is doorslaggevend. Ben je in staat een praktijk te creëren waarin de medewerkers gemotiveerd hun capaciteiten kunnen inzetten, dan volgt het resultaat vanzelf. Ook het tijdelijk of flexibel beschikbaar hebben van personeel is een lastig onderwerp in de huisartsenpraktijk. Ook hier

kan de HuisartsenService ondersteunen. Er zijn mogelijkheden voor alle budgetten

Magazine

De HuisartsenService geeft vier keer per jaar een magazine uit, wat gratis wordt verspreid onder alle huisartsen. De komende editie verschijnt eind september en heeft als thema de POH. Op de website huisartsenservice.nl is het magazine ook online te lezen. De HuisartsenService is een onafhankelijk platform voor de huisarts waar vraag en aanbod samenkomt. • Meer informatie: HuisartsenService www.huisartsenservice.nl

37


Overtijdbehandeling in De overtijdbehandeling (OTB) voor ongepland en ongewenst zwangere vrouwen tot 6w+2d, kan ook in de huisartsenpraktijk uitgevoerd en begeleid worden nu de medicatie hiervoor op huisartsrecept bij de reguliere apotheek beschikbaar is gekomen. Over de juridische context bestaat nog enige onduidelijkheid maar een voortrekkersgroep huisartsen wil dat spoedig oplossen. Tekst: Niels Rossen 

H

et percentage Nederlandse vrouwen dat ongepland en ongewenst zwanger wordt, om vervolgens een abortus provocatus te laten uitvoeren, is een van de laagste wereldwijd1. Deze vrouwen kunnen in Nederland terecht in klinieken met een vergunning voor het uitvoeren van abortus provocatus, waar zij fantastisch worden geholpen. Het is laagdrempelige, gratis zorg op meerdere locaties. Dat is het goede nieuws. De abortusklinieken zitten echter niet in elke stad, en niet elk ziekenhuis heeft een vergunning hiervoor of verricht abortus op sociale indicatie. De concentratie van zorg die dat oplevert, zorgt enerzijds voor hoge kwaliteit van zorg in de betreffende klinieken, maar is anderzijds ook een drempel voor vrouwen die reistijd hebben naar zo’n kliniek. Bovendien hebben de abortusartsen te maken met pati-

38

ĂŤntes die zij niet kennen, waar zij geen dossier over hebben, waar zij vooraf geen behandelrelatie mee hadden en die zij meestal ook niet terugzien voor controles. Dat is het slechte nieuws en een reden om te kijken of deze zorg uitgebreid kan worden naar de huisartsenpraktijk.

de 6 weken plus 2 dagen termijn valt. Van deze groep wordt nu ongeveer een derde medicamenteus behandeld2. Het lijkt in de rede te liggen dat deze groep met overtijdbehandeling bij de huisarts kan groeien door betere beschikbaarheid en bekendheid.

Eisen

Wetgeving

De Nederlandse Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ) stelt eisen aan abortusklinieken en stelt voorwaarden aan de zorgverlening bij een abortus provocatus, zoals 5 dagen bedenktijd. Deze eisen gelden niet voor de overtijdbehandeling (OTB). Van een OTB wordt gesproken tot maximaal een amenorroe duur van 6 weken plus 2 dagen. In Nederland wordt 30.000 keer per jaar abortus provocatus uitgevoerd, waarvan de helft minder dan 8 weken amenorroe duur betreft en 26 procent binnen

De Nederlandse juristen zijn op het moment van schrijven nog in discussie of de huisarts de OTB mag doen. De minister van Volksgezondheid en de beroepsvereniging LHV hebben echter al wel uitgesproken dat er gekeken moet worden hoe de OTB in de eerste lijn verantwoord kan worden uitgevoerd. De jurist van Women on Waves3 is ervan overtuigd nu al een goede juridische casus te kunnen voeren dat het voor huisartsen onder de huidige wetgeving legitiem is een OTB uit te voeren4. Ook Women on Waves heeft meer-


de huisartsenpraktijk

dere malen de OTB uitgevoerd zonder vergunning als abortuskliniek.

kwaliteitseisen en praktische uitvoering van de OTB in de huisartsenpraktijk.

Mifepriston/misoprostol

Op recept

Met de introductie dit voorjaar van het preparaat mifepriston/misoprostol (Sunmedabon®) voor levering via de reguliere apotheek, is deze behandeling nu ook feitelijk beschikbaar gekomen voor patiëntes in de huisartsenpraktijk. De laatste stap is nog een grote stap: huisartsen moeten het ook echt gaan doen. Op 16 juni 2015 werd onder de leiding van Women on Waves daarom een geaccrediteerde nascholing voor huisartsen gegeven over de dilemma’s,

Samengevat: als de zwangerschapstermijn duidelijk is en niet meer dan 6w2d AD, en de vrouw haar keuze heeft gemaakt (er zijn geen verplichte vijf dagen bedenktijd van toepassing) dan is de uitvoering van de OTB zo eenvoudig als een recept geven aan de patiënte. De vrouw gaat met het recept naar de reguliere apotheek waar zij een tablet krijgt voor direct orale inname en nog vier tabletten voor vaginale toediening binnen 1-3 dagen daarna. De vrouw doet de

@FritstenHove Krijgen we met de marktwerking nu ook een competentiestrijd? Laat de vrouw beslissen!

toediening zelf, er komt geen arts aan te pas. Daarna krijgt zij in de meeste gevallen de geprovoceerde miskraam, met bijbehorende klachten. Net als bij de miskraam, kunnen huisartsen haar voor eventuele symptomen behandelen volgens de desbetreffende NHG-standaard Miskraam M03, als dat al nodig zou zijn, want de meeste vrouwen kunnen dit zelf opvangen. Een controlezwangerschapstest na drie weken geeft tenslotte bevestiging of alles volgens de bedoeling is gelopen. Een overkoepelende leidraad voor de uitvoering en controle van OTB wordt in het najaar verwacht5. Nu de medische en pragmatische drempels uit de weg zijn, is het nu wachten op juridische duidelijkheid tot alle huisartsen die daarvoor open staan de OTB kunnen voorschrijven aan hun patiëntes. Een groep huisartsen heeft aangegeven de voortrekkersrol hierin te willen nemen. Zij gaan kijken of er over de OTB bij de huisarts een uitspraak van de autoriteiten of een gerechtelijk proefproces uitgelokt kan worden, zodat er definitief duidelijkheid ontstaat. • apport IGZ 2013: Abortuscijfer: R 8.5/1000 vrouwen, 15-45 jaar 2 Rapport IGZ 2013: Aantal abortus: 30.600/jaar, 51 procent afbreking binnen < 8 weken, 26 procent overtijdbehandeling (6 wk + 2), 38 procent OTB is medicamenteus 3 www.womenonwaves.org 4 Juristen: Bart Stapert en Derk Wiersumwww.stapertlaw.com/nl/ 5 De Seks-HAG van het NHG is hiermee bezig 1

Niels Rossen, huisarts

39


Gezonde prikkels voor een duurzame gezondheidszorg De kosten van de gezondheidszorg stijgen nog steeds. Van alle betrokken partijen wordt verwacht dat zij efficiënt, rationeel en dus doelmatig met zorguitgaven omgaan. ‘Maar de prikkels zijn nog altijd meer gericht op verrichtingen dan op uitkomsten en de term doelmatig wordt regelmatig misbruikt om enkel op korte termijn kostenbeheersing te realiseren’, aldus dr. Hans Sijbesma, voorzitter van brancheorganisatie Nefarma en algemeen directeur van AstraZeneca Nederland. Tekst: Tijn Elferink en Sigrid Attema – van den Broek

D

ankzij onze steeds betere gezondheidszorg en geneesmiddelen worden we steeds ouder en blijven we steeds langer vitaal. De dubbele vergrijzing leidt er wel toe dat de kosten van de gezondheidszorg blijven stijgen. Slechts een beperkt deel van de zorgkosten komt voor rekening van de eerstelijnszorg (drie procent) en de extramurale farmaceutische zorg (vijf procent). Omdat de huisartsen een steeds belangrijkere rol in de behandeling van chronische aandoeningen zoals diabetes, longziekten en car-

40

diovasculair risicomanagement spelen, dragen zij daarmee in belangrijke mate bij aan kostenbeheersing.

Gezondheidswinst

‘Vanuit de zorgverzekeraars ligt er veel druk op huisartsen om patiënten lang binnen de eerstelijnszorg te blijven behandelen en om zo goedkoop mogelijk voor te schrijven’, zegt Hans Sijbesma voorzitter van brancheorganisatie Nefarma en algemeen directeur van AstraZeneca Nederland. ‘De financiering en de prikkels zijn vooral nog gericht op

productiesturing, op substitutie van tweede naar eerste lijn en op het behalen van korte termijn besparingen.’ Volgens Sijbesma laten buitenlandse voorbeelden waarbij juist de uitkomsten in gezondheidswinst worden beloond zoals in het Duitse Kinzigtal, positieve resultaten zien op zowel gezondheidsverbetering als doelmatige inzet van zorguitgaven. Met andere woorden: een meer uitkomstgerichte sturing leidt tot meer gezondheidswaarde per zorgeuro. In de Nederlandse praktijk wordt tot nu toe vooral kortdurend gecontracteerd


Dr. Hans Sijbesma is sinds 2009 algemeen directeur van AstraZeneca Nederland. AstraZeneca is een wereldwijd opererend en toonaangevend innovatief biofarmaceutisch bedrijf dat zich ten doel stelt medicijnen te ontwikkelen met baanbrekende wetenschap als uitgangspunt. Sinds 2013 is hij bestuursvoorzitter van Nefarma, de Nederlandse brancheorganisatie van farmaceutische bedrijven die zich richten op onderzoek en ontwikkeling van nieuwe en vernieuwende geneesmiddelen.

per lijn, praktijk of zorggroep waarbij het vooral draait om productie, tarief en volume. Om de zorg optimaal te laten aansluiten op de behoefte van patiënten, om een betere substitutie van de tweede naar de eerste lijn en om doelmatigheid binnen de zorgketen te realiseren, is het zaak om juist de diverse geledingen met elkaar te verbinden en via innovatieve contractvormen te komen tot ontschotting van de zorgbudgetten.

Bekostiging

Recent is een aantal initiatieven gestart waarbij zowel eerste- als tweedelijnszorgverleners, zorgverzekeraars en farmaceutische bedrijven zijn betrokken. Per indicatiegebied wordt een integraal meerjarig contract afgesloten met een vast bedrag per verzekerde en zo wordt doelmatigheid, efficiëntie en optimale substitutie tussen de lijnen gestimuleerd. Sijbesma is positief over deze nieuwe vormen van bekostiging aangezien deze de zorgverleners motiveren en belonen voor het realiseren van goede patiëntuitkomsten en duurzame gezondheidswinst. Bovendien wordt samenwerking gestimuleerd. In deze rol zijn farmaceutische bedrijven vaak katalysator van zorgvernieuwing maar ook op andere wijzen dragen ze bij aan een duurzame zorg. Zo zijn er niet-productgerelateerde initiatieven op het gebied van therapietrouw, patiënteducatie, (thuis)zorgprojecten, zelfmanagement en

beslissingsondersteunende programma’s om de doelmatige inzet van geneesmiddelen te bevorderen.

Doelmatigheid

Sijbesma merkt op dat het streven naar doelmatigheid niet door iedereen op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd. ‘We zien het soms misgaan in de eerstelijnszorg wanneer er door verzekeraars uitsluitend wordt gestuurd op korte termijn besparingen. Er bestaan contractvormen waarin bepaalde geneesmiddelen worden uitgesloten, terwijl patiënten daar wel aanspraak op hebben en die ook in de richtlijnen zijn opgenomen. Dat gaat écht te ver en kan zelfs leiden tot therapeutische substitutie, zeker wanneer er financiële consequenties worden verbonden aan het niet of juist wel behalen van bepaalde benchmarks binnen een therapeutische klasse van geneesmiddelen.’ Dergelijke sturing zet volgens Sijbesma de professionele autonomie van de huisarts onder druk en kan afbreuk doen aan de behandelrelatie tussen arts en patiënt. ‘Natuurlijk moeten artsen zo doelmatig mogelijk voorschrijven, maar een arts moet bovenal kunnen voorschrijven wat hij of zij voor de patiënt het beste acht zonder daarbij te worden beloond of gestraft. Ook hier is het dus van belang dat in de contracten tussen zorgverzekeraars en zorgverleners gezondere prikkels worden ingebouwd. Dus op naar doelmatig-

heid, optimale uitkomsten en duurzame gezondheidswinst voor iedere individuele patiënt. Op termijn komt dit echt ten goede aan de beheersing van de gezondheidszorgkosten.’ Tot slot benadrukt Sijbesma dat het belangrijk is naar de economische baten van geneesmiddelen te kijken. In opdracht van Nefarma bracht gezondheidseconoom Marc Pomp de arbeidsbaten en uitgespaarde zorgkosten door de inzet van innovatieve geneesmiddelen in kaart voor zes verschillende aandoeningen1. Deze casestudies betroffen onder meer diabetes, reuma en migraine en hadden betrekking op 1,2 miljoen patiënten. ‘De analyse van Pomp laat zien dat de totale jaarlijkse baten, opgeteld over de zes casestudies, circa 0,6 tot 1,6 miljard euro bedroegen. Een belangrijk deel van deze baten wordt verklaard door extra arbeidsparticipatie en minder arbeidsverzuim, en valt daarmee buiten de scope van de zorgverzekeraars en het ministerie van VWS. Alleen met een verdere ontschotting van de overheidsbudgetten zal het mogelijk zijn om deze aanzienlijke publieke baten goed te kunnen waarderen.’ • Marc Pomp. Arbeidsbaten en uitgespaarde zorgkosten door innovatieve geneesmiddelen. www.nefarma.nl/stream/eindrapportmarc-pomp-pdf

1

41


PRAKTIJKZAKEN

Wachtkamermuziek Zo betaalt u minder aan auteursrechten Muziek laten horen in je wachtkamer werkt voor de mensen in de wachtkamer ontspannend en is privacy-verhogend. Maar er hangt wel een prijskaartje aan. Welke mogelijkheden zijn er om hierop te besparen?

M

uziek in de wachtkamer is gezellig en kan het zitten in de wachtkamer veraangenamen. Mensen worden van stille wachtkamers vaak gespannen en als er aangename muziek wordt gespeeld, kan daar een ontspannende werking van uitgaan. Veel artsen merken dat direct aan hun patiënten. Het is ook een probaat middel om gesprekken aan de balie minder verstaanbaar te maken waarmee de privacy van uw patiënten kan worden beschermd.

Wat zijn uw kosten?

Er hangt wel een prijskaartje aan het laten horen van muziek in de wachtkamer. U heeft natuurlijk een geluidsinstallatie nodig. Wilt u radio uitzenden, dan hoort daar ook nog een ontvanger bij. En welke muziek laat u horen? Kiest u voor muziek vanaf een cd- of een mp3/4speler of kiest u ervoor om een radiozender te laten horen? In het eerste geval bepaalt u zelf de muziek die u laat horen, maar het kost u meer tijd en na verloop van tijd kan het oersaai worden voor de patiënten en assistentes om steeds dezelfde speellijst te horen. Bij een radiozender heeft u te maken met reclameblokken, nieuwsberichten en de praatjes van dj’s. Wachtkamermuziek mag niet gratis wor-

42

den aangeboden. Als u muziek openbaar wilt maken, krijgt u te maken met zowel Sena als Buma/Stemra. Buma/Stemra komt op voor de belangen van de auteurs van de muziek en Sena voor de uitvoerende artiesten en platenmaatschappijen. U moet er rekening mee houden dat u aan genoemde instanties een vast bedrag per jaar dient af te dragen. De hoogte van het bedrag dat Buma/Stemra en Sena u oplegt hangt af van de grootte van de instelling waar u werkt. Op de website www.mijnlicentie.nl kunt u een berekening maken van de kosten voor Sena-rechten en op de website van Buma/Stemra staan algemene richtlijnen voor de diverse branches.

Collectief abonnement

Buma/Stemra en Sena hebben met diverse brancheorganisaties collectieve abonnementen afgesloten. Door gebruik te maken van het collectieve inkoopkanaal van Medichain kunnen huisartsen hierop binnenkort een aantrekkelijke korting ontvangen.

Rechtenvrije muziek

Er bestaat een alternatieve route om voor bijna de helft van de kosten wachtkamermuziek aan te bieden en dat is door gebruik te maken van rechtenvrije muziek.

Tekst: Bob van Heukelom

Dit is muziek die is gecomponeerd door muzikanten, die de rechten van hun nummers verkocht hebben aan de distributiebedrijven. In het verleden had rechtenvrije muziek geen bijster goed imago. Het was vaak niet om aan te horen. Maar intussen is deze tak van de muziekindustrie volwassen geworden. Productiebedrijven zijn in dit gat gesprongen en kopen muziekproducties in van professionele kwaliteit. Veel bekende muzikanten werken hier inmiddels aan mee en dat verhoogt de kwaliteit van deze muziek. Dat is de reden dat er in openbare ruimten steeds vaker gebruik wordt gemaakt van rechtenvrije muziek. Voor deze rechtenvrije muziek hoeft u geen bijdrage meer te betalen aan de muzikant. U betaalt alleen nog de kosten aan de distributiepartner. Deze kosten zijn beduidend lager dan wat u kwijt bent aan Buma- en Sena licentiekosten Ook voor deze mogelijkheid kunt u terecht bij Medichain. •

Bent u geïnteresseerd in een van deze mogelijkheden voor uw huisartsenpraktijk? Neem dan contact op: klantenservice@medichain.nl.


Beroepsgeheim meer onder vuur ‘Artsen zouden moord en brand moeten schreeuwen’ en ‘Kamerleden die instemmen met deze wet hebben niets van het beroepsgeheim begrepen en zijn geen knip voor de neus waard.’ Harde uitspraken van hoogleraar recht en gezondheidszorg professor Martin Buysen over de plannen van de ministeries van VWS, Sociale zaken en Justitie over een concept wetsontwerp, waarin verzekeringsartsen en medisch adviseurs bij verdenking van fraude medische dossiers moeten overhandigen aan justitie. Tekst: Herman Suichies en Chantal van ‘t Zand

M

inister Schippers vroeg hoogleraar recht en gezondheidszorg professor Martin Buysen in 2012 al eens om advies naar de verhouding medisch beroepsgeheim tot zwaarwegende maatschappelijke belangen. Toen werd geconcludeerd dat bestaande wetgeving voldoende mogelijkheden biedt het beroepsgeheim te doorbreken en dat een wetswijziging onnodig en ongewenst was. Dat deskundigenadvies werd dus in de wind geslagen. Buysen vindt het conceptvoorstel ronduit totalitair. Het beroepsgeheim is niet iets wat door de overheid aan artsen is gegeven, het is een fundamentele, morele plicht van artsen en stamt al van Hippocrates. Het dient de bescherming van de patiënt en is een belangrijk onderdeel van de beroepsmoraal. Daaraan tornen zou alle artsen in opstand moeten laten komen. Maar er wordt al op meer plekken aan het beroepsgeheim geknabbeld. Zo trekken van Rijn van VWS en Dijkhof van Justitie zich niet zoveel aan van het beroepsgeheim als het gaat om kinderen uit de jeugdzorg. Ze willen dat het zo snel mogelijk verplicht wordt om medische gegevens op de factuur te vermelden als deze naar de gemeente gaat. Sommige gemeentes betalen niet als er geen medische gegevens

bekend zijn. Wetgeving daarover werd in april 2015 ingediend en door de Tweede Kamer en het College Bescherming Persoonsgegevens afgewezen. Nieuwe wetgeving duurt beide heren te lang en ze komen nu met een tijdelijke regeling, die buiten het parlement om alsnog de jeugdhulpverleners verplicht medische diagnoses op de rekening te zetten. Ze volgen hiermee een glibberig buitenparlementair pad en in feite een onwettig pad. De overheid heeft een paar jaar geleden de wet dusdanig aangepast dat zorgverzekeraars in alle medische dossiers mogen kijken. Het opvragen van medische dossiers mag namelijk bij materiële controles (waarbij zorgverleners afwijken van een gemiddelde) en bij fraudeonderzoek. Zorgverzekeraars mogen medische dossiers opvragen en verwerken zonder medeweten of toestemming van de patiënt. Daarvoor bestond een gedragsprotocol. Dat gedragsprotocol werd door de rechtbank afgekeurd omdat er onvoldoende rekening werd gehouden met de privacy. Ondanks het ontbreken van een gedragsprotocol gaan de controles en het opvragen van medische dossiers gewoon door. Waarbij veel zorgverleners de keus krijgen een bepaald bedrag ‘terug’ te betalen of alle medische dossiers aan de

zorgverzekeraar te overleggen ‘om hun onschuld aan te tonen’. Zorgverleners moeten aantonen dat de door hun geleverde zorg rechtmatig en doelmatig was. Niet patiënt of zorgverlener maar de zorgverzekeraar bepaalt nut en noodzaak. Veelal betaalt de huisarts om er maar vanaf te zijn, die intimiderende en tijdrovende controle. Onbekend is hoeveel medische dossiers daarvoor door zorgverzekeraars zijn ingezien. Financiële controle lijkt door dit kabinet als het hoogst haalbare ideaal te gelden waarvoor alles moet wijken. Van beroepsgeheim van artsen tot privacy van jeugdzorgkinderen, van onwetende patiënten wier dossier wordt ingezien tot huisartsen die te ver afwijken van het gemiddelde. Bij financiële controle hoort fraudebestrijding. Tegenwoordig hoeft fraude niet eens opzettelijk te zijn volgens de NZa. In plaats van het ongelofelijk complexe systeem te vereenvoudigen om onbedoelde fouten te voorkomen, is het politiek gezien handiger om zorgverleners zo nu en dan als potentiële fraudeurs af te schilderen. Dat leidt tenminste af van het echte probleem, een vastgelopen zorgsysteem, waarbij het kabinet vooralsnog weigert om wezenlijke veranderingen in aan te brengen. •

43


BOEKBESPREKING

Stadium IV Stadium IV, onderdeel van een diagnose die je niet wilt horen of hebben, gaat over wat dat nou echt betekent voor een patiënt. Bij het lezen rijst de vraag of wij in onze palliatieve zorg genoeg oog hebben voor een patiënt die geen behandeling meer wil en alleen maar gelukkig wil sterven. Recensie: Herman Suichies  •  Auteur boek: Sander Kollaard

A

ls je op zoek bent naar een vakantieboek, dan is dit een aanrader. Handzaam formaat, slechts 157 pagina’s, indringend, confronterend en vanuit het hart geschreven. Het laat je achter met de gedachte hoe je zelf zou willen sterven. Het zou ook als titel laat mij gelukkig sterven kunnen hebben, en handelt over een bijna gepensioneerd echtpaar, dat met hun nieuwe camper door Europa wil gaan trekken. Bij de eerste proefrit naar de Ardennen krijgt Sarie, de echtgenote van Barend, een epileptische aanval, berustend op een hersenmetastase van longkanker, stadium IV. Mooi om te lezen, hoe de dokter het belang van de stadiëring uitlegt voor houvast bij de behandeling en de prognose en de patiënt zijn

44

hele uitleg samenvat met ‘als ik het goed begrijp, is er dus geen stadium V?’

Vijand

Tekenend wordt beschreven hoe Barend de longkanker niet ziet als noodlot maar als vijand, een vijand die bestreden moet worden. Hij beseft dat ze ernstig ziek is en zal sterven, zadelt haar niet op met een ongelijke strijd die ze toch gaat verliezen maar ziet wel degelijk lichtpuntjes. Er is nog tijd van leven, maanden, misschien jaren en wie weet wat zich nog zal aandienen. Dat terwijl Sarie, de echtgenote zich overgeeft aan wat kennelijk nodig is. Ze geeft zich over aan het ziekenhuisleven, slikt haar pillen, eet netjes de aardappelpuree en goulash en geeft eerlijk antwoord of

ze al ontlasting heeft gehad. Ze laat zich bestralen en verliest haar en energie, nog zonder protest: ‘het is nu eenmaal zo.’

Waarheid

Wie herkent deze situatie niet in de praktijk. De door het noodlot getroffen zieke en een familie of partner daaromheen die volop de strijd aangaan en alles uit de kast willen halen om de patiënt zolang mogelijk met een goede kwaliteit van leven bij zich te willen houden. Verzamelen brochures, zoeken op internet naar experimentele behandelingen, raadplegen lotgenotenorganisaties en nemen de verzorging helemaal op zich. Indringend wordt beschreven hoe de patiënt zelf daar volledig anders tegen aan kijkt en eerst vraagt


x 200 x 14 mm.

Geel Magenta Cyaa n Zwart

San d e r K o ll a a r d S ta d iu m iv

om na hun pensioen oor Europa te maken. ie kanker te hebben. m het lot te bezweren, g. Met nog maar kort reis te gaan, naar het erliefd werden.

nmiddellijke terugkeer kroond met de Van

boek van de maand

sanna Erlandsson oph Noordzij 61013 hot.nl

23

24

25

3

26

27

28

Sander Kollaard Stadium iv

3

30moed, 31 32 nasie. met de huisom de waarheid. Daarna29 de rest, 33 Ze hebben 34 35een gesprek 36 37 38 arts die alle medewerking wil verlenen 39 troost, liefde, eiwitrijke maaltijden als het maar zich ook verliest in de technische asmoet, wat dan ook, maar bovenal de volle pecten en een zorgvuldig begeleidingstrawaarheid en geen koppen in het zand. Op ject, zonder echt contact te maken met de het moment dat Barend dan ook een expatiënt. Op het moment dat Sarie de uitperimentele behandeling voorstelt van drukking ‘het is nu eenmaal zo’ opdeelt en chemotherapie met vaatverwijders, zodat het gif beter in de tumoren kan doordrin- beseft dat nu eenmaal inderdaad eenmalig en nu is, besluit ze definitief een streep te gen weigert ze beslist. trekken. Ze realiseert zich, dat ze aan het Toch ondergaat ze nog een paar kuren sterven is en wil naar de plaatsen waar ze met chemotherapie, een agressieve behanelkaar voor het eerst ontmoetten, waar ze deling, die noodzakelijk is omdat er geen gelukkig waren. ‘Ik wil al die plekken nog andere methoden beschikbaar zijn. De een keer zien en herinneren hoe gelukkig schrijver omschrijft dat ontnuchterend: in we waren… Ik wil me niet meer bezigveel opzichten is de behandeling van kanhouden met kanker en behandelingen en ker een poging tot moord die doodslag prognoses. Als je me echt wil helpen, moet voorkomen. De bijwerkingen worneem me dan mee en maak me gelukkig, den steeds erger en ze overwegen eutha-

zoals toen, zodat ik gelukkig sterf.’ 40

41

42

43

Levensgeschiedenis

44

45

46

47

De rest van het verhaal beschrijft hun reis met de camper naar Öland, in Zweden, waar ze elkaar hebben ontmoet op een jongerenreis. Hun levensgeschiedenis wordt beschreven. Olof Palme figureert nog in het verhaal, evenals de wonderbare reis van Nils Holgersson door Selma Lagerlof. Ze sterft uiteindelijk gelukkig, op de plek waar ze elkaar ooit ontmaagden. Kortom, een prachtig geschreven boek, met onverwacht maar indrukwekkend einde, wat je als dokter met al je therapieën, richtlijnen en protocollen even weer nederig maakt en duidelijk maakt waar het ook alweer om gaat, het belang van de patiënt. •

45

48


COLOFON

Jaargang 2

MedZ is een uitgave van VPHuisartsen, Medichain en APPR. De redactionele inhoud verwoordt niet nood足 zakelijk de standpunten van een van de uitgevende partijen, noch nemen zij verantwoordelijkheid voor de inhoud van redactionele artikelen. www.vphuisartsen.nl www.medichain.nl www.appr.nl Redactieadres APPR t.a.v. Anya Vos Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 694 28 78 e-mail: anya@appr.nl Hoofdredactie Herman Suichies, e-mail: herman@suichies.com Eindredactie Anya Vos, telefoon: (035) 694 28 78, e-mail: anya@appr.nl

Op de website van VPHuisartsen In elke editie van MedZ de leukste en meest informatieve filmpjes die ook op de website van VPHuisartsen staan. Scan de QR-code met uw telefoon of tablet, of ga naar de website.

Draadstaal, oftewel Fred en Ria bij de huisarts

youtu.be/978Z8beTd6c

Wanneer gaat het nou mis?

youtu.be/kK11q3Zj4sw

Redactieadviesraad Bob van Heukelom, Bianca Semmekrot, Niels Rossen, Petra Pronk, Rinske van de Goor, Hans Nobel. Vormgeving Merit op de Dijk (art direction)

Monthy Python over psychiatrie

Druk Ten Brink, Meppel Advertentieverkoop Herman Wessels, telefoon: (035) 694 28 78, e-mail: herman@appr.nl Verspreiding en abonneren MedZ wordt in een oplage van 4.850 exemplaren verspreid onder de leden van VPHuisartsen en andere huisartsenpraktijken in Nederland. Neemt u voor meer informatie over abonneren contact op met VPHuisartsen: www.vphuisartsen.nl. Verschijningsfrequentie 6 maal per jaar

youtu.be/n19vHS5_WVk\

Prachtige en snoeiharde Koefnoen over onze zorg npo.nl/koefnoen-presenteert/ 26-06-2015/AT_2033009

Auteursrecht Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van APPR mag niets uit deze uitgave openbaar worden gemaakt of op welke wijze dan ook vermenigvuldigd. Lidmaatschap Informatie over lid worden en uw lidmaatschap van VPHuisartsen kunt u vinden op www.vphuisartsen.nl.

46

Geen filmpje, maar wel een fake login over het lsp-epd speld.nl/2012/11/29/epd-komt-metfacebook-login/


Patiëntenzorg anders bekeken

Gezondheid is het allerbelangrijkst. Sascha Nieborg RBc Gertjan Ronner RB Mr. Richard A. Veening

Ook op financieel gebied.

Verdrongen gevoel Piet Leguit € 17,50 ISBN 978-94-90951-15-3 E-pub ISBN 978-94-90951-20-7 AN90 adv A6 staand FC MedZ v2.indd 1

€ 9,99

07/11/14 11:08

Hoe dokters denken Jerome Groopman € 29,50 Deze uitgave is online verrijkt met toetsvragen per hoofdstuk ISBN 978-94-90951-05-4

Redactielid worden? In de redactie van MedZ is plaats voor een jonge huisarts met een vlotte pen (een vrouw is gezien de huidige samen­ stelling zeer welkom) die het gedachtegoed van VPHuisart­ sen aanhangt en graag meewerkt om dit uit te dragen. Veel tijd hoeft het niet te kosten, we vergaderen maximaal 6x per jaar op een avond in Naarden. Duobaan voor deze onbezoldigde functie is mogelijk. Uw reactie graag naar anya@appr.nl of herman@suichies.com

Bestellen via 2010uitgevers.nl of via de boekhandel


搀甀爀昀 椀渀 搀攀 稀漀爀最 椀猀 氀攀瘀攀渀猀戀攀氀愀渀最爀椀樀欀 眀攀爀欀 搀漀攀渀Ⰰ 琀攀爀眀椀樀氀 栀攀攀氀  一攀搀攀爀氀愀渀搀 樀攀 漀瀀 搀攀  瘀椀渀最攀爀猀 欀椀樀欀琀

䬀椀樀欀 渀甀 漀瀀 瘀愀渀氀愀渀猀挀栀漀琀挀栀愀戀漀琀⸀渀氀⼀稀漀爀最  漀昀 戀攀氀  㜀㌀ⴀ㘀㈀㤀 㘀㈀ 㔀㔀 瘀漀漀爀 洀攀攀爀 椀渀昀漀爀洀愀琀椀攀  漀瘀攀爀 栀攀琀 瘀攀爀稀攀欀攀爀攀渀 瘀愀渀 愀爀戀攀椀搀猀漀渀最攀猀挀栀椀欀琀栀攀椀搀  琀攀最攀渀 攀攀渀 猀挀栀攀爀瀀攀 瀀爀攀洀椀攀⸀

爀椀猀椀挀漀洀愀渀愀最攀爀猀


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.