4 minute read

Uitwisseling fietsparkeerdata met kenniscafés

Next Article
Parkeermedia

Parkeermedia

In de serie kenniscafés over fietsdata georganiseerd door de Tour de Force heeft elke bijeenkomst een ander onderwerp. In dit artikel wordt de bijeenkomst van 1 juli 2021 beschreven, waarbij een standaard voor soepele uitwisseling van fietsparkeerdata werd besproken.

TEKST RUBEN BINO CROW Fietsberaad organiseert in het kader van de ‘Tour de Force’ (scan de QR-code) verschillende bijeenkomsten met als doel faciliteren van kenniswisseling tussen overheden, marktpartijen, maatschappelijke organisaties, kennisinstituten en platforms. Onderdeel hiervan is een speciale reeks van vier bijeenkomsten met als onderwerp ‘Fietsdata’, waarbij elke bijeenkomst een ander deelonderwerp behandelt. In dit artikel een verslag van de bijeenkomst van 1 juli, met als hoofdonderwerp de ontwikkeling van een datastandaard voor het verzamelen en beschikbaar maken van fietsparkeerdata.

INTRODUCTIE DATASTANDAARD

De bijeenkomst werd geopend door Rick Lindeman, waarna Mirelle Peters van de Provincie Utrecht/ Gemeente Utrecht de eerste presentatie gaf over de eisen van publieke mobiliteitsdata in Nederland. Ze geeft hierbij aan dat data actueel, betrouwbaar, correct, cyberproof en 100% conform AVG moet zijn. Voor vijftien verschillende onderwerpen zijn deze eisen van toepassing, waaronder fietsdata. Fietsdata zelf is dan weer onder te verdelen in verschillende informatievragen (bijvoorbeeld gebruik fietsnetwerk, routes, snelheden, fietsparkeren, etc.) en in verschillende databronnen (bijvoorbeeld verplaatsingsdata, teldata, parkeerdata, etc.). De datastandaard fietsparkeerdata is hier ook onderdeel van, moet aan deze eisen voldoen, en zal dus voor heel Nederland gebruikt worden. De bijeenkomst werd vervolgd door Redmer Kronemeijer, die de datastandaard fietsparkeren introduceert. Hij laat zien dat er al een document online staat met hierin alle specificaties1. Zoals het hoort in een open cultuur is dit een GitHub project (centrale plek waar veel programmeurs en teams hun projecten beheren, red.), waarbij iedereen meldingen, vragen en verbeteringen kan indienen. Hierin staan de technische aspecten hoe het werkt achter de schermen, waardoor dit bestand gebruikt kan worden door ontwikkelaars. De datastandaard werkt volgens nieuw ontwikkelde API’s. Een API is simpelweg een afgesproken taal waarmee verschillende computers met elkaar kunnen communiceren. Hiermee kan data opgevraagd, verstuurd, gewijzigd of verwijderd worden. Er zijn drie verschillende onderdelen in het datamodel die via API’s beschikbaar zijn: 1) metagegevens van het onderzoek, 2) geografische gebieden/straatsecties en 3) dynamische data zoals capaciteit en tellingen. Elk van deze onderdelen heeft weer zijn eigen specificaties. Zo kan bijvoorbeeld bij dynamische data opgegeven worden wat voor fietstype het is (normaal, bakfiets, snorfiets, etc.), de status van de fiets (wrak, lekke band, zonder zadel, etc.) of de voortstuwing (spierkracht, elektrisch, brandstof, etc.). De datastandaard heeft een aantal verplichte velden, maar uitbreidingen door extra velden toe te voegen zijn altijd mogelijk. Op deze manier kan alle data passen binnen de systematiek van de API.

PRAKTIJKVOORBEELD

De methode werd live gepresenteerd door Ruben Bino van Trajan. Momenteel zijn er twee verschillende databronnen die werken met de datastandaard API’s: 1) Een database met

daarin data van parkeeronderzoek en 2) een database met daarin geautomatiseerde tellingen van individuele stallingen. In een eerdere presentatie is de data uit database 1 getoond, tijdens deze presentatie werden de gegevens uit de tweede database weergegeven. Het werkt simpel: Een gebruiker tekent een gebied op een kaart, selecteert daarna de relevante onderzoeken binnen het gebied, waarna de data opgehaald wordt via de API en weergegeven wordt aan de gebruiker. De gebruiker kan daarna filters toepassen (zoals bijvoorbeeld op datum, tijd, opdrachtgever, opdrachtnemer, etc.). Met kleuren wordt de parkeerdruk in kaart inzichtelijk gemaakt. Dit alles is slechts een enkele uitwerking van Trajan, iedereen die recht heeft tot de data kan een applicatie maken die deze data ophaalt en presenteert. Dit kan dus altijd op een andere manier weergegeven worden, naargelang de wens van de instantie. Dit benadrukt het voordeel van de open systematiek van deze methode.

PRORAIL

Stan Wolters van CROW gaf aan dat ProRail eenmaal per drie jaar fietstellingen laat doen bij alle stallingen van de 400 stations op maaiveldniveau. CROW gaat nu zorgen dat de nieuwe tellingen volgens de standaard gaan verlopen. Alle gemeenten waar de stations in liggen moeten dan ook altijd toegang krijgen tot de ‘bibliotheek’ met data van hun stations. Benoît Tijssen van onderzoeksbureau Groen Licht liet enkele dilemma’s zien in standaardisatie keuzes. Deze kunnen betrekking hebben op het tekenen van straatsecties (exclusief autoweg versus totale openbare ruimte) of van fietstypes onderverdelen (standaard categorisering versus gedetailleerde categorisering). Ruben Bino van Trajan beschreef enkele dilemma’s in het meten van capaciteit (simpele groepering versus in hoog detail uitsplitsing per verdieping, hoog-laag, etc.) en het meten van de bezetting (binnen/buiten bezetting versus binnen/nabij/buiten bezetting, etc.).

FIETSDATA BELGIË

Na de pauze kwam Wout Baert van Fietsberaad Vlaanderen aan het woord. Hij geeft een totaalbeeld van de fietsdata in Vlaanderen. Hij laat zien dat het fietsgebruik, zoals de combinatie fiets+OV, nog ver achterloopt bij die van Nederland. Hier is dus nog veel winst te behalen. Er zijn wel ontwikkelingen, in samenwerking met de grote fietssteden Antwerpen, Gent en Leuven. Pieter Morlion van Fietsberaad Vlaanderen laat de datastandaard zien zoals die in België in gebruik is. Ze hebben hiervoor inspiratie opgedaan bij de Nederlandse situatie, en hebben van een groot aantal fietsenstallingen digitale entiteiten gemaakt. Hiermee is digitaal veel informatie inzichtelijk over de stalling, zoals locatie, eigenaar, openingsuren, etc. Beheerders van stallingen kunnen hun eigen stalling online toevoegen aan de database. Fietsers kunnen zelf de data inzien, en meldingen indienen als iets niet klopt. Lokale bestuurders van een gemeente kunnen de stallingen in hun gemeente beheren, en zijn eindverantwoordelijke. Provincies kunnen alle stallingen in de provincie beheren. Met deze data is een website opgezet waar alles in te zien is op een kaart, inclusief bezettingsgraad indien mogelijk2. Al deze data is ook beschikbaar voor andere instanties.

RUBEN BINO, datamanagement, Trajan

1 docs.crow.nl/datastandaard-fietsparkeren/spdp-fiets/ 2 www.velopark.be/nl

Tour de Force

This article is from: