3 minute read
Een bevoorrecht mens
De Oekraïense grootmeester Ruslan Ponomariov is klein van stuk, blond, met een jongensachtige uitstraling. Als hij lacht, en dat doet hij veel, vallen al zijn tanden bloot. Raakt hij op streek, dan kan er een spontane, wilde vreugde bij hem naar buiten barsten. Maar de Russische invasie raakte ook hem. Schaken stelde hem in staat iets te betekenen voor zijn land.
Voormalig FIDE-wereldkampioen Ruslan
Ponomariov (38) speelde in augustus mee in het Hogeschool Zeeland Schaaktoernooi in Vlissingen (waar hij met 7 uit 9 gedeeld tweede werd) en gaf er vooraf, op vrijdagavond 5 augustus, een lezing. Omdat het HZ-toernooi werkt met louter vrijwilligers, beschikt het over een aardig budget, in tegenstelling tot de andere zomertoernooien dit jaar. In 1998 werd Ponomariov op zijn veertiende de jongste grootmeester ooit tot op dat moment. In 2002 won hij, achttien jaar oud, de FIDE-wereldtitel door zijn landgenoot Vasyl Ivanchuk te verslaan in een knock-outfinale in Moskou. In 2011 won hij het sterk bezette kampioenschap van Oekraïne. Kort daarna leerde hij zijn huidige Baskische vrouw kennen. Sinds een jaar of tien wonen ze in Getxo, een kustplaatsje ten noordwesten van de Spaanse stad Bilbao. Ze hebben een zoon van zes, Jaroslav (‘Jarik’) en een dochter van bijna twee, Sylvia. Ponomariov speelt niet zo veel toernooien meer. “Ik wil veel bij de kinderen zijn en meemaken hoe ze opgroeien”, vertelt hij in goed Engels, zij het met een zwaar accent. In 2013/2014 werkte hij met wereldkampioen Magnus Carlsen – wie daar nog meer bij zaten mag hij niet verklappen. Hij kent vrijwel alle topspelers persoonlijk, maar bekijkt het wereldje met een ironisch-filosofische blik.
INVASIE
Zijn lezing ging over het boek From Ukraine with Love for Chess, dat hij samenstelde voor de Nederlandse schaakuitgeverij New In Chess, waarvoor hij in het verleden meerdere artikelen schreef. Ponomariov benadrukt herhaaldelijk dat hij zich als schaker zeer bevoorrecht voelt. “Na de invasie in februari voelde ik me heel slecht. Moest ik teruggaan naar Oekraïne? Ik ben geen militair, wat kon ik voor mijn land betekenen?”
De kans om via dit boek geld in te zamelen voor het ‘thuisfront’ was een uitkomst voor hem: “Eindelijk kon ik iets doen.”
Sommige collega’s waren moeilijk te bereiken. De een was nog op de vlucht, de ander had onderdak gevonden in Polen, weer een ander in Tsjechië. Maar Ponomariov kreeg het in een paar weken voor elkaar om een stuk of twintig gerenommeerde Oekraïense grootmeesters een analyse van hun mooiste partij te laten inleveren. In de kantineruimte van de University of Applied Sciences in Vlissingen demonstreerde Ponomariov voor een stuk of dertig belangstellenden een partij tussen Boris Gelfand en de grote Oekraïense speler Alexander Beljavski.
“Deze partij heeft mijn speelstijl sterk beïnvloed”, zei Ponomariov.
GELFAND - BELJAVSKI
Linares 1991 (7) de ‘flow’ van de partij en onderneemt zelf iets.” Beljavski won in een langlopende aanval.
WODKA
Met tegengestelde rokades is een race-situatie ontstaan: wit probeert aan te vallen op de koningsvleugel, zwart op de damevleugel. Wie is het snelst? Na 12…dxc4 13.Pd2 en 14.Pxc4 controleert wit vele centrumvelden en heeft zwart nauwelijks aanknopingspunten. Met 12…Lf8
13.g5 Ph5, wat Beljavski een jaar eerder in Linares tegen Gelfand had gespeeld, laat hij het initiatief aan wit.
12…b5!
Met dit verrassende pionoffer trekt zwart het initiatief naar zich toe. “Toen ik deze zet als kleine jongen zag, was ik diep onder de indruk”, zei Ponomariov. “Zwart onderbreekt
In een signeersessie na de lezing nam Ponomariov uitgebreid tijd voor elke bezoeker. Maar eerst liet hij nog een tweede partij uit het boek zien: een overwinning van zijn landgenoot Vladimir Baklan op Viktor Kortsjnoi. Met laatstgenoemde speelde Ponomariov in 2001 een trainingsmatch van acht partijen in Donetsk – midden in de momenteel zo zwaar betwiste regio. “Ik kwam op voorsprong en had in de slotpartij aan remise genoeg om de match te winnen. Maar op de een of andere manier won hij.” ‘Viktor de Verschrikkelijke’, die in 1976 vanuit de Sovjet-Unie naar Nederland was uitgeweken, was tijdens deze match 69 jaar en tien maanden oud. “Zijn grote vechtlust inspireerde mij in mijn match met Ivanchuk voor het FIDE-WK een jaar later. Nadat Kortsjnoi de match gelijkgetrokken had, ging hij mee naar onze schaakclub in Kramatorsk. Daar zat hij te snelschaken met Sergey Karjakin en Peter Leko, en wodka te drinken. ‘Drink niet te veel, op uw leeftijd!’ waarschuwden we hem. ‘Jawel, jawel, ik ben blij’, zei hij. Hij vertelde verhalen en droeg gedichten van Joseph Brodsky voor.” Terwijl Ponomariov dit vertelde, werd hij volledig overmand door een aanstekelijk enthousiasme. Schaterend vertelde hij: “Opeens riep Kortsjnoi, ‘Ponomariov snapt niks van het eindspel!’ Dan kun je je beledigd voelen, maar ik vroeg hem uit te leggen wat ik dan had gemist. Daar heb ik ook van geleerd.”
Oekraïense en Russische schakers met een fles wodka samen aan het schaakbord – het lijkt een utopie geworden. Maar Ponomariov houdt hoop: “Wij hebben een toekomst.”.