5 minute read
Een fraai, maar niet uitvoerbaar winstplan
DOOR: ERWIN L’AMI
Erwin l’Ami is een van de sterkste grootmeesters van Nederland. Hij was deelnemer aan vele nationale kampioenschappen en werd tweemaal Open Nederlands Kampioen. Hij is een vast lid van het Nederlandse Olympiadeteam en werkte als secondant voor Veselin Topalov bij diens WKmatch tegen Vishy Anand in 2010. Tegenwoordig werkt l’Ami veel samen met Anish Giri. Hij staat bekend om zijn gedegen spel en grote theoretische kennis. Voor schaken.nl analyseert hij het eindspel van de partij tussen Benjamin Bok en Tamas Banusz op de Olympiade in Chennai.
BENJAMIN BOK – TAMAS BANUSZ
CHENNAI OLYMPIADE 2022 (8)
Benjamin Bok speelde een prima Olympiade, met een score van 6½ uit 10. Er had zelfs nog meer in gezeten, want in het diagram staat wit een gezonde pion voor. We kijken eerst hoe de partij verder ging.
Was de uitgangsstelling dan toch remise, of ging er onderweg iets mis? Ik nodig de lezer uit eerst zelf enkele gedachten over dit eindspel te vormen.
Toren Achter De Vrijpion
De witte toren op b8 staat voor de vrijpion, terwijl de zwarte toren op b1 ideaal opgesteld is, achter de vrijpion. Dat maakt het lastig voor wit om de b-pion te promoveren. Als we de torens omdraaien, wint wit gemakkelijk. Een goede algemene regel is dat zowel de aanvallende als de verdedigende partij zijn toren achter de vrijpion moet proberen te plaatsen.
Als we in de beginstelling, behalve de vrije b-pion, alle pionnen van het bord verwijderen, krijgen we de volgende stelling. Ik heb de zwarte koning van f6 naar g6 verplaatst. Waarom dat is, wordt straks duidelijk. -tR-+-+-+ +-+-+-+-zP-+-+k+ +-+-+-+-+-+-+-+ +-mK-+-+-+-+-+-+ +r+-+-+ANALYSEDIAGRAM
Deze stelling moet onderdeel zijn van ons arsenaal aan eindspelkennis. Hier lijkt 1.b7 een logische zet: wit dreigt na 2.Tg8+ de b-pion te promoveren. Maar 1.b7 is een fout die wordt afgestraft met 1…Kg7! (niet 1…Kf7 2.Th8! en zwart verliest een toren na 2…Txb7 3.Th7+). Nu staat de witte toren op b8 ‘vast’ en is er dus nog maar één plan; de witte koning moet naar de b-pion lopen om de toren van b8 te ‘bevrijden’. Na 2.Kc4 Kh7 3.Kc5 Kg7 4.Kc6 is wit klaar om de toren van b8 weg te spelen en de b-pion te promoveren.
Het probleem van 1.b7 blijkt te zijn dat de witte koning niet meer op veld b7 kan schuilen voor de schaakjes. Daarom moet wit beginnen met 1.Kc4!. Na 1…Kg7 2.Kc5 Tc1+ 3.Kd6 Tb1 4.Kc6 Tc1+ heeft de koning een schuilveld: 5.Kb7!.
Het witte winstplan bestaat eruit de koning naar de b-pion te brengen en zodoende de toren van b8 te bevrijden. Dat plan kan alleen slagen als de koning een veld heeft om te schuilen – in dit geval het veld b7.
Nu gaan we terug naar de partij (zie het eerste diagram). Met de kennis die we hebben opgedaan is het winstplan helder: wit moet de koning naar de b-pion brengen. Maar met de extra pionnen kan zwart tegenspel creëren op de koningsvleugel, bijvoorbeeld door op f2 te slaan. Wit moet dus maatregelen nemen om zwarts tegenspel af te remmen.
43.g3
ANALYSEDIAGRAM
Maar 4…Tc1+! is een simpel en effectief antwoord. Zwart geeft net zo lang schaakjes tot de witte koning de verdediging van de b-pion opgeeft en keert dan terug naar b1. Wit komt niet verder.
ANALYSEDIAGRAM
Wit wint nu gemakkelijk met Tb8c8-c6 gevolgd door Kb7-c7 en het promoveren van de b-pion.
1…Kf6 helpt zwart ook niet, want na 2.Kc5 Ke6 3.Kc6 is zijn koning afgesneden. Met de koning op f6 zou de stelling remise zijn, want na 1.Kc4 Ke6 2.Kc5 Kd7 is zwart op tijd terug!
WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE CONCLUSIES VAN DIT UITSTAPJE?
Speel de vrijpion alleen naar de zevende rij als je zeker weet dat het direct wint, bijvoorbeeld wanneer de zwarte koning ongelukkig staat.
Benjamin legt eerst de koningsvleugel vast. Dit lijkt logisch, maar het bemoeilijkt de winst aanzienlijk. De grote vraag is hoe het verder gaat na 43.Kc4 Tb2: a) 44.Kc5 Txf2 45.Ta8 Tc2+ 46.Kd6 Tb2
47.Kc7 Tc2+ 48.Kb8 en nu geeft 48… f4!? zwart voldoende tegenspel. Een verbetering op deze variant is 45.Te8!, want na dezelfde zettenreeks verhindert de toren op e8 de doorbraak …f5f4. Maar de zet 45.Te8! is lastig te vinden en te taxeren van grote afstand; b) 44.f4! is de beste methode. Na bijvoorbeeld 44…Txg2 45.Te8 Tb2
46.Kc5 Tb3 47.Kc6 Tc3+ 48.Kd7 Td3+
49.Kc7 Tc3+ 50.Kb8 Txe3 51.b7 Tb3
52.Kc7 wint wit een toren en spoedig de partij.
ANALYSEDIAGRAM exf3 wint e3-e4+ en de toren van b8 komt met schaak los. We zien nu ook waarom Benjamin eerst …f7-f6 wilde afdwingen; anders zou de zwarte koning het veld f6 beschikbaar hebben. Een indrukwekkend winstplan!
Nu gaat de witte koning terug naar g3. Belangrijk daarbij is de onderstaande stelling.
SCHEMATISCHE DENKWIJZE
Let op de schematische denkwijze die Bok hanteert; dat is een belangrijke techniek waarbij in termen van plannen en ideeën wordt gedacht, waardoor de zetten makkelijker komen. In het middenspel is deze denkwijze niet toe te passen; er staan dan nog te veel stukken op het bord om in grote lijnen over 15-20 zetten te kunnen denken. In het eindspel is dit vaak wel mogelijk, en het is vaak een goede manier om tot de kern te komen.
Helaas voor Benjamin is zijn winstplan niet uitvoerbaar, zoals we zullen zien.
ANALYSEDIAGRAM
Het zwarte tegenspel op de koningsvleugel is niet van de grond gekomen.
Waarom is methode b nu beter dan methode a? Methode b is, om een mooi Nederlands woord te gebruiken, cleaner: de tegenstander heeft minder opties om het ons moeilijk te maken en ons zo de kans te geven in de fout te gaan.
43…Kg5
Een uitstekende zet: zwart dreigt met …Kg5-g4-f3 de koningsvleugel binnen te vallen.
44.b7?
Nu kan zwart niet 44…Kg4 spelen wegens 45.Tg8+ en promotie, maar we weten dat het opspelen van de b-pion enorme consequenties kan hebben. Benjamin had het volgende winstplan bedacht: wit speelt g3-g4 en ruilt de g- tegen de f-pion. Daarna brengt wit de koning naar e7 om … f7-f6 af te dwingen.
ANALYSEDIAGRAM
De zwarte koning kan niet spelen wegens het torenschaak. Dus moet de zwarte toren spelen, wat de witte koning toestaat via f1 naar g3 te lopen. Dan speelt hij f2-f3, en na …
Ook na 44.Kc4 Kg4 45.Kc5 Kf3 46.Tf8 Kxf2 47.Txf7 Kxe3 48.Txf5 Kd3 wint wit niet omdat de e-pion zwart voldoende tegenspel geeft.
De enige winstweg was 44.Kd4! Kg4 45.Tg8+! Kf3 46.Tg5.
ANALYSEDIAGRAM
In plaats van de b-pion te promoveren wil wit nu winnen op de koningsvleugel. Na 46…Kxf2 47.Txf5+ Ke2 (na 47…Kxg3 wint 48.Kc5! vrij eenvoudig omdat de zwarte koning is afgesneden) 48.Txf7 (48.Tf6 wint ook) 48…
Txb6 49.Kxe4 Tb4+ 50.Kf5 Kf3! 51.Te7! wint wit.
Bepaald niet gemakkelijk!
44…Kf6!
Uiteraard! Nu kan de b8-toren zich niet met schaak vrijspelen. Wit kan alleen nog iets op de koningsvleugel proberen.
45.Kd4 Td1+ Het gemakkelijkste. Wit krijgt geen tijd voor g3-g4 om de structuur op de koningsvleugel te veranderen. Zwart kon zelfs 45…Tb2 spelen, omdat er na 46.g4 fxg4! 47.Kxe4 Tb4+ geen doorkomen aan is voor wit. Wel verliest 46…Tb1? 47.gxf5 Kxf5 omdat Benjamins winstplan, met de koning naar e7, nu wel uitgevoerd kan worden.
54…Kg7
Goede techniek: zwart voorkomt dat de witte koning via f1 en g2 de koningsvleugel binnendringt. Ook 54… Tb2+ 55.Kf1 Tb1+ 56.Kg2 Tb2 57.Kh3 Kg7 58.g4 fxg4+ 59.Kxg4 was remise, omdat wit niet verder komt na 59… Kf6!. De witte koning wil naar e7, maar dat lukt niet na 60.Kg3 Kf5 61.Kg2 en nu weer 61…Tb1!. Maar met de tekstzet houdt zwart zijn verdediging cleaner. Benjamin probeerde het nog even, maar Banusz gaf geen krimp.
Conclusies
Het is belangrijk om eindspelkennis te vergaren waarop je tijdens partijen terug kunt vallen.
1: In het eindspel kan het nuttig zijn wat planmatiger te denken dan in bijvoorbeeld een gecompliceerd middenspel waarin alle stukken nog op het bord staan.
2: Het blijft belangrijk ook concrete varianten te berekenen. Het winstplan van Bok was erg fraai, maar bleek niet uitvoerbaar.
ANALYSEDIAGRAM
3: Ideaal is dus de gulden middenweg: een goed plan maken en dat dan vertalen in concrete zetten om te verifiëren of het werkt..