speciale uitgave van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie
Esther Pardijs & Roman EEN JAAR NA TURN!
sp
ec
ia
l
HET PEDAGOGISCH A-B-C I VOETBALTRAINER NATHAN RUTJES I ST. MAURITIUS VOLENDAM KOOS BEWUST VOOR VEILIG SPORTKLIMAAT I ONDERZOEK: BELEVING SPORTKLIMAAT ONDER OUDERS EN TRAINERS I TRAINER ZIJN IS EEN VAK
Dagelijks op de hoogte blijven van de gymsport in Nederland? Volg Dutch Gymnastics op social media!
VOLG ONS VIA: INSTAGRAM: @DUTCHGYMNASTICSKNGU TWITTER: @DUTCHGYMNASTICS FACEBOOK: DUTCHGYMNASTICSKNGU YOUTUBE: DUTCHGYMNASTICS TIKTOK: @DUTCHGYMNASTICSKNGU
VOOR AL HET NIEUWS GA JE NAAR DUTCHGYMNASTICS.NL EN MELD JE AAN VOOR DE NIEUWSBRIEF!
1
4
Esther Pardijs en Roman blikken terug op de veelbesproken turndocumentaire.
Hoofdredactie KNGU Marit Gijsbers en Gaby Haverkamp
DOEL VAN DE SPORTER CENTRAAL
Hoofdredactie Arko Sports Media Hendrik Meijnders E-mail: hendrik.meijnders@sportsmedia.nl
Gymnastiek- en turnvereniging St. Mauritius Volendam heeft in enkele jaren stappen gezet naar een veilig sportklimaat.
Als bij iemand pedagogiek door de aderen stroomt, is het wel bij voetbaltrainer Nathan Rutjes. Vol passie vertelt hij over ‘zijn’ jongens: “Ik ga altijd op zoek naar het kind achter de speler. Zij zijn zelf leidend in hun ontwikkeling tot voetballer, niet ik.”
25 26
PEDAGOGISCH A-B-C Een grafische uitleg van het pedagogisch A-B-C: Autonomie, Binding, Competentie. SPORTBELEVING IN DE GYMSPORT Preview van het onderzoek ‘Beleving sportklimaat’ van het Mulier Instituut onder ouders en trainers in de gymsport.
30 36
TIPS & TRICKS Hulpmiddelen om pedagogisch handelen in de praktijk te brengen. TRAINER ZIJN IS EEN VAK Trainers Jolise ’t Mannetje en Kevin Alsemgeest vertellen over hoe zij pedagogisch handelen gebruiken en toepassen in hun les. EXCELLENT PEDAGOGISCH SPORTKLIMAAT Nieuw wedstrijdsysteem zet plezier en ontwikkeling
Ontwerp en vormgeving www.pageturner.design Fotografie Orange Pictures/Herman Dingler en Gerrit van Keulen Uitgever Michel van Troost E-mail: michel.van.troost@sportsmedia.nl Redactie-adres/lezersservice Arko Sports Media Wiersedreef 7 3433 ZX Nieuwegein Telefoon: +31 30 707 30 00 www.sportsmedia.nl E-mail: info@sportsmedia.nl Druk PreVision, Eindhoven Abonnement Een jaarabonnement (3x per jaar) op het magazine The Connection bedraagt € 27,50 (incl. 9% btw). Voor abonnees in het buitenland geldt een toeslag. Voor meer informatie en het afsluiten van een abonnement: www.sportsmedia.nl/dg-theconnection Lidmaatschap voor clubs Het lidmaatschap van het communicatieplatform The Connection kost de club € 165,- per jaar. Dat houdt in drie keer per jaar 10 exemplaren van het magazine The Connection, gratis toegang (2 personen) tot het jaarlijkse bestuurderscongres, alsmede gratis e-mailnieuwsbrieven met actueel nieuws. Voor het afsluiten van een clubpakket log je in in het KNGU-loket. www.sportsmedia.nl/dg-theconnection
l
van kinderen voorop.
ia
40
Redactionele bijdragen Mark van der Heijden en Luc Keersmaekers
5
ec
18
PEDAGOGIEK ALS DRIJFVEER
Eindredactie Joost de Jong E-mail: joost.de.jong@sportsmedia.nl
sp
6 14
‘TURN!’ EEN JAAR LATER
PEDAGOGIEK is een speciale bijlage bij The Connection 3, het magazine voor clubbestuurders. The Connection is een uitgave van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie en Arko Sports Media en verschijnt drie keer per jaar.
Voorwoord
PEDAGOGIEK
Voorwoord Marit Gijsbers Pedagogisch regisseur KNGU
I
n september 2019 ben ik
waardoor het rustig opstarten en
begonnen aan het project
kennismaken met de beide sporten
Pedagogische Visie, bij de
abrupt was afgerond. Hoe belang-
KNGU en de KNVB. Deze twee
rijk en gewenst de pedagogische
bonden bestrijken samen
verbeterslag is, werd onder andere
bijna 50 procent van de sportende
aan de hand van de documentaire
kinderen tot 12 jaar in Nederland,
snel duidelijk. Overigens niet alleen
een project met een grote maat-
bij de KNGU, of bij de KNVB, maar
schappelijke impact dus. Voordat
eigenlijk in de totale sport. Waarbij
mijn eerste werkdag begon, kreeg
het goed is om te realiseren dat
ik van een KNGU-collega de vraag
iedere sport zijn mooie kanten
of ik goed was uitgerust, omdat het
heeft, maar ook zijn valkuilen.
een pittige klus zou gaan worden, als belangrijk project binnen de cul-
Pedagogiek betekent letterlijk
tuurverandering van beide bonden.
opvoeden, het ontwikkelen van
Nou, dat was ik!
kinderen tot zelfstandige autonome volwassenen. Een collega van de
Toen ik een paar weken onderweg
KNVB omschreef het mooi: “Elk
was en de twee bonden steeds een
contact dat je hebt met een kind
beetje beter leerde kennen, was de
is bewust of onbewust opvoeden.�
documentaire TURN! op televisie,
Waarbij het dus geen kwestie is
4
FOTO: HERMAN DINGLER/ORANGE PICTURES
Hoe begeleid je het kind om zich op een plezierige manier te kunnen ontwikkelen, als mens en als sporter?”
of je pedagogiek leuk vindt of er
trainer/coach pedagogisch sterker
het sporten en zich zo optimaal
wat mee hebt, want er bestaat per
te maken. Er zijn veel voorbeelden
mogelijk kunnen ontwikkelen.
definitie een pedagogische relatie
van trainers/coaches die dit erg
tussen de trainer en de sporter, van
goed kunnen en doen, maar het
Om de cultuurverandering te ver-
volwassene tot kind. Het is vooral
pedagogisch niveau moet over het
snellen, gaf KNGU-directeur Marieke
interessant hoe je deze relatie
algemeen omhoog. De kracht van
van der Plas mij het dringende
vormgeeft. Kortom, hoe handel
dit project is dat ik bij twee bonden
advies om veel te communiceren
je om het pedagogisch doel te
‘binnen’ ben, waardoor het direct
over het thema en de ontwikkelin-
bereiken? Hoe begeleid je het kind
vertaald kan worden naar de sport.
gen. Deze speciale bijlage is daar
om zich op een plezierige manier
Waarbij het in de vorm van bijvoor-
een van de uitingen van. Verschil-
te kunnen ontwikkelen, als mens
beeld opleidingen, bijscholingen
lende mensen, binnen en buiten de
en als sporter? Waarbij de ambitie
en webinars wordt aangeboden
gymsport, komen in dit tijdschrift
binnen de KNGU en de KNVB is
aan trainers/coaches. Ook richten
aan bod, om je mee te nemen in de
dat pedagogisch handelen in de
we ons binnen het project op de
visie, ontwikkelingen en tips&tricks
toekomst hetzelfde is als logisch
rol van ouders, clubbestuurders,
voor het handelen in de praktijk.
handelen. Of hoe het bij de KNVB
juryleden/scheidsrechters en
Het laat zien dat we bij de KNGU
ook wel wordt omschreven: we
andere vrijwilligers, omdat iedereen
(en uiteraard ook bij de KNVB) het
moeten gewoon normaal doen!
een verantwoordelijkheid heeft om
pedagogisch verantwoord omgaan
de pedagogische verbeterslag voor
met kinderen serieus nemen. Mooi
Nadat de visie stond, zijn we aan de
elkaar te krijgen. Met als doel dat
dat het tijdschrift er is! ❚
slag gegaan om het handelen van de
kinderen veel plezier beleven aan
5
TURN! Een jaar later
TURN! een jaar later
Esther Pardijs en Roman blikken terug In het najaar van 2019 verschijnt de documentaire TURN! op de televisie. De docu, over talentvolle turners en hun ouders, zet Nederland op z’n kop. Werkelijk iedereen heeft het erover, in alle kranten en talkshows barst de discussie los: ‘Mag je kinderen dit aandoen? Wat is de rol van de ouder?’ We zijn een jaar later, de redactie van The Connection is benieuwd hoe het gaat met hoofdrolspeler Roman en zijn moeder Esther en reist af naar Utrecht voor een gesprek op anderhalve meter. DOOR: MARIT GIJSBERS EN GABY HAVERKAMP FOTOGRAFIE: GERRIT VAN KEULEN/ORANGE PICTURES
6
7
TURN! Een jaar later
A
ls Roman 9 jaar is, wordt hij toe-
zit, dan weet je als filmmaker, hier moet ik een film
gelaten tot de KNGU-turnselectie.
over maken.”
Esther is ervan overtuigd dat zij geen
“De film is geen sportfilm. De arena is de sport, maar
schreeuwende ouder wordt, maar op
het is eigenlijk een film over opvoeden. Elke scène
de tribune bij de Nederlandse kampi-
kan je vanuit de trainer, de ouder en het kind bekij-
oenschappen voelt zij net als de anderen competi-
ken. Na het verschijnen van de film ontplofte Twitter,
tiedrang, trots, jaloezie en afgunst. Uit verbazing over
waar mensen van alles roepen, maar het is juist de
haar eigen fanatisme besluit de filmmaakster haar
nuance die ik wilde neerzetten. Die trein waar je in
zoon Roman en andere ouders en hun kinderen met
gaat als ouder, de geleidende schaal, die wilde ik
de camera te volgen. Het wordt een project van drie
belichten. Het was mijn hoop dat ik een oprechte
jaar. TURN! neemt je mee in het leven van talenten
film zou kunnen maken over mijn dubbele gevoelens
en laat je de worstelingen en dilemma’s van hun
en dat de mensen dat zouden herkennen. De kracht
ouders zien. Het is een intiem portret, waarin Esther
van een filmmaker is om dichtbij jezelf te blijven, en
zichzelf, als topsportouder, zeker niet spaart.
dat heb ik gedaan, dat kan ik volmondig zeggen.”
Had je verwacht dat TURN! zo’n onderwerp van
Zou je de film zo nog een keer maken?
gesprek zou worden?
“Ja, dat zou ik zeker! Toen ik de film aan het mon-
Esther: “Nee, dat had ik absoluut níét verwacht. Dat
teren was, lukte het een lange tijd niet. Toen heb
is ook helemaal niet waarom ik de film gemaakt heb.
ik besloten om het materiaal een half jaar te laten
Ik heb de film écht gemaakt vanuit mezelf, wetend,
liggen om afstand te nemen. Ik was zo enorm
dit is een maatschappelijk thema. Er wordt meer
betrokken. Je kent alle mensen, alle gevoelens en je
geschreven over opvoeden: ‘Hoever ga je met je kind,
weet van alle hoofdpersonen wat de kwetsbaarhe-
wat wel – wat niet, waar liggen moeilijkheden en de
den zijn. Die afstand heeft de film goed gedaan.”
prestatiemaatschappij.’ En als je zelf in zo’n situatie
“Wel heb ik er veel voor moeten inleveren. Het heeft veel van mijn privéleven gekost. Ook spanningen in huis, want die film ging voor mij, met al mijn ambities, voor alles. Ik stond drie jaar lang continu aan. Als ik van Roman hoorde dat een jongetje een paar dagen niet in de hal was geweest, dan ging ik denken: Wat is er aan de hand? Wat heb ik gemist?”
De film is geen sportfilm. De arena is de sport, maar het is een film over opvoeden”
Je stelt jezelf heel kwetsbaar op in de film. Heeft de film je iets geleerd? “De film heeft me gebracht dat ik anders naar mezelf ben gaan kijken. In het begin van de film ligt Roman bijvoorbeeld in bed. Hij zegt dat hij misschien wil stoppen met turnen. Ik leg hem allemaal keuzes voor: je hebt talent, als je stopt kun je niet zomaar terug, je beste vriendje zit er op et cetera, zodat Roman de keuze kon maken. Toen voelde dat voor
ESTHER PARDIJS
8
Als ouder moet je durven twijfelen, jezelf niet als de waarheid zien”
naar school, turnen en dan eten. Thuis was hij moe en lag hij in bed. Dan kom ik als moeder en wil ik nog van alles weten. Hij heeft heel vaak het dekbed over zijn hoofd getrokken. ‘Sorry, ik ben er niet, hier heb ik geen zin in.’ Maar ik had een film te maken! Het heeft me laten zien dat ik ook mijn ambities heb en
ESTHER PARDIJS
daar best ver in ga. Dat kan dus een blinde vlek zijn, want wanneer ben ik nu moeder en wanneer ben ik
mij erg goed. Deze scène heeft lang niet in de film
regisseur?”
gezeten want ik dacht dat ik het goed deed en dat is niet interessant. Ik wilde juist de lastige dilemma’s
Waar ben je het meest trots op?
in de film laten zien. Tot na dat half jaar, toen ik
“Als eerste ben ik het meest trots op de film, omdat ik
opnieuw keek en zag dat ik mijn zoon helemaal
daarmee het gesprek in heel Nederland op gang heb
klemzette. Hoe kan hij nog de vrijheid voelen om te
gebracht. Het was niet een direct doel, maar ik heb
zeggen ‘en toch wil ik eraf’? Ik had niet in de gaten
dat blijkbaar goed gedaan. Later, al wil ik mijn film
dat ik toch niet zo’n goed gesprek met hem aan het
absoluut niet relateren aan die heftige misstanden,
voeren was.”
heeft Gerrit Beltman – na het zien van TURN! -
“Een ander voorbeeld: ik wilde Roman vaak in bed
openheid van zaken gegeven over zijn eigen gedrag.
filmen, dat kon bijna ook niet anders, want hij moest
Dat vind ik tof, dat je dat kunt bereiken.”
9
TURN! Een jaar later
En als sportouder? “Als moeder, als sportouder, heb ik steeds oog
zin’, doorzetten – dat herken ik in mezelf – en we
Het maakte me niet uit hoe ze me in de film zagen. Ik vond het niet gênant of zo”
kijken in december hoe we verder gaan. Dat heb ik
ROMAN
gehouden voor mijn tweede kind. Je moet aan hem vragen of dit goed gelukt is, haha… Weet je, ik kan helemaal niet heel veel dingen noemen die ik nu zo goed heb gedaan, want ik heb ook dingen laten liggen.” “Ik hoop dat ik Roman heb meegegeven dat, wanneer je ergens voor kiest, dat je je dan committeert. Je zegt niet om ieder dingetje ‘ik heb geen
op een goede, positieve manier gedaan. Als je iets leuk vindt, kan je ervoor gaan. Gelukkig beschermt Roman zichzelf goed. Hij kan heel goed voor zichzelf
In de docu is je laatste quote: ‘Is een verliezer niet
aangeven: ‘Tot hier en niet verder.’ Ik ging bijvoor-
soms juist ook een winnaar?’ Vertel!
beeld niet pushen als hij onder zijn dekbed lag en ik
“De vrijheid die m’n kind terugkreeg toen hij stopte
wilde filmen. Ik liet hem zijn wie hij was, dat was de
met turnen is echt een hele grote winst. De scène dat
grens. En zijn reactie begreep ik volledig, maar bene-
hij over het hek klimt, zo ken ik mijn zoon van vroe-
den dacht ik wel: ‘Hoe kan ik hem paaien?’ En heel
ger heel erg. Dat ravotten en dat kunnen vervelen,
belangrijk; dat je als ouder moet durven twijfelen,
dat niksen en niet in zo’n ritme zitten, dan ben je een
jezelf niet als de waarheid zien.”
winnaar als je dat weer hebt.” “Daarbij moet ik wel zeggen dat ik tijdens het turnen vaak heb gedacht ‘stopte het maar’, gewoon voor het hele gezin. Toen het stopte, heb ik toch een traantje gelaten. Het was inmiddels iets heel dierbaars. Het was een beetje je gezinsidentiteit geworden, ook naar de buitenwereld; het was iets wat je als gezin bijzonder maakt. Het is echt niet joehéé, we zijn ervanaf. Helemaal niet, het is ook zonde want Roman had talent en had er plezier in.”
TURN! NOG NIET GEZIEN? HIER VIND JE DE LINK NAAR DE DOCUMENTAIRE: HTTPS://WWW.2DOC.NL/DOCUMENTAIRES/ SERIES/2DOC/2019/OKTOBER/TURN.HTML. VOOR MEER INFORMATIE OVER ESTHER GA JE NAAR HAAR WEBSITE, HTTPS://ESTHERPARDIJS.NL.
10
HET ZWARTE GAT “TOEN HET TURNEN STOPTE, WAS DE DRUK VAN HET GEZINSLEVEN AF, DAT WAS FIJN”, VERTELT ESTHER. VERVOLGENS KWAM ER EEN NIEUWE ZORG. ESTHER KREEG LAST VAN EEN ZWART GAT VOOR ROMAN, WANT ER WAS NIET DIRECT EEN NIEUWE SPORT. “IK SNAPTE DAT HIJ EVEN HELEMAAL NIETS WILDE.” HET BLEEK LASTIG OM IETS TE VINDEN DAT VOLDOET, WANT ROMAN WAS ZOVEEL GEWEND. “EENMAAL IN DE WEEK FREERUNNEN WAS HELEMAAL NIETS, VOOR TWEE KEER PER WEEK CROSSFIT HAALDE ROMAN ZIJN SCHOUDERS OP. HIJ WIL WEL OPNIEUW TURNEN EN DAN MINDER, MAAR NIET VEEL NIVEAUS LAGER”, LICHT ESTHER TOE. NA HET TURNEN SPRONG ROMAN OP ALLE TRAMPOLINES DIE ER TE VINDEN WAREN. “DUBBELE BACKFLIPS EN SCHROEVEN, DAT SOORT DINGEN, OMDAT HET LIJF HET VRAAGT, MAAR MISSCHIEN OOK OMDAT HET EEN KICK GEEFT. OF IS HET ANDERSOM, ZIT HET IN HUN KARAKTER EN ZIJN ZE DAAROM ZO EXTREEM DIE TURNSPORT IN GEGAAN? ROMAN HEEFT ECHT DIE UITDAGING NODIG.” GELUKKIG HEEFT ROMAN NU HET SKATEN ONTDEKT, ZOU DIT DAN BIJ HEM PASSEN? “DAT ENTHOUSIASME, ALS EEN TRUCJE LUKT, WAUW”, SLUIT ESTHER LACHEND AF.
11
Toen de film TURN! in 2019 op televisie kwam, was Roman net 13, in de film was hij flink wat jonger. We zijn benieuwd hoe Roman er nu uitziet. Gelukkig herkennen we hem direct, hetzelfde haar, dezelfde lach, alleen flink gegroeid. We willen natuurlijk van alles weten; wat hij van het turnen vond, of hij het mist en hoe het gaat met Wytze, zijn beste vriend. Als de film in première gaat, heeft Roman de film al
te zien: “Het maakte me niet uit hoe ze me in de film
samen met Wytze, op de bank, gekeken. Uiteindelijk
zagen. Ik vond het niet gênant of zo. Ik vond het juist
heeft Roman de film een keertje of drie, vier gezien.
leuk om terug te zien.” De leukste scène is volgens
Hij vond het ook helemaal niet raar om zichzelf op tv
Roman die in het begin van de film, als hij en Wytze
12
samen in de auto rare geluiden maken en zitten te keten. Na de documentaire wordt Roman direct herkend:
Samen enge dingen doen en een beetje kloten, dat is altijd leuk”
“Door mensen die langs fietsten, op straat of in het ziekenhuis.” Door zijn optreden in het Jeugdjournaal had hij in een keer honderd Instagram-volgers erbij. “Dat was wel grappig. Per week had ik tweeduizend mensen die naar mijn account keken, dat was best veel want normaal waren dat er veertig.”
ROMAN
Trucjes Roman is superpositief over het turnen: “Iedereen was heel gezellig en aardig. Ik was met mijn vrienden en je doet trucjes in plaats van rennen bij voetbal
er dan afgaat, mis je het wel weer. Het leek me altijd
ofzo. Met turnen kun je gewoon heel veel doen.”
leuk om er weer op te gaan, maar dan niet zo veel
Over zijn favoriete onderdeel is Roman duidelijk:
uren.”
“Vloer vond ik het leukst en daarna rek.” Maar het aller-allerleukste was voor Roman de interland
Lekker kloten
in Luxemburg. Met z’n allen in de bus en gaan.
Nu blijkt het best lastig om een sport te vinden waar
Roman ging mee voor de gezelligheid, want hij was
hij net zo veel in kwijt kan als in het turnen. Volgende
geblesseerd, maar dat kon de pret niet drukken. “Het
week heeft Roman een proefles freerunning en
sneeuwde ook en we gingen naar de kerstmarkt.
onlangs ontdekte hij het skaten. Zoals zijn moeder
Daar waren worstjes en gebrande kastanjes”, licht hij
zegt: “Even spannend als het turnen.” Roman is totaal
nog even toe. “En mannetjes van schroeven en zo,
niet angstig: “Ik durf iets veel sneller dan mijn vrien-
maar die waren heel duur.”
den, behalve Wytze, die durft ook alles. We klimmen
In de film wordt een kinderfeestje van een vriendje
ook vaak op hoge daken.” Roman en Wytze wonen
neergezet, want wat doe je als je zo’n leuk feestje
drie minuten van elkaar en kennen elkaar al sinds
in het verschiet hebt, maar er binnenkort een grote
de crèche. Nu ze allebei op de middelbare school
wedstrijd is? De trainer en Esther vinden dat Roman
zitten, zien ze elkaar niet meer dagelijks. Maar als ze
het feestje moet skippen en naar de training moet
bij elkaar zijn is het altijd feest: “Samen enge dingen
gaan. Roman besluit zelf anders en gaat naar het
doen en een beetje kloten, dat is altijd leuk!” ❚
feestje. “Eigenlijk was het geen big deal, want ik heb op mijn vrije dag een inhaaltraining gedaan, dus dan komt het op hetzelfde neer”, zegt hij relaxt.
TIP VAN ROMAN VOOR EEN NÓG LEUKERE TRAINING
Als de trainers stoppen en de jongens bij de club niet meer terecht kunnen, stoppen Roman en de meeste
EEN TIP VAN ROMAN VOOR ALLE TRAINERS OM
van zijn vrienden. In het begin heeft hij alleen maar
DE TRAINING NÓG LEUKER TE MAKEN: “SOMS
afgesproken: “Op sommige dagen moest ik gelijk uit
GINGEN WE GEWOON EEN SPEL DOEN. MET DE
school naar turnen, op sommige dagen kon ik even
BLOKKEN VAN DE BLOKKENBAK IETS MAKEN OF EEN
afspreken, maar ik wilde altijd langer. Ik vond het
GEVECHT HOUDEN MET IEDEREEN, OOK MET DE
turnen gewoon heel leuk om te doen, maar toen
TRAINERS.”
vond ik dat ik weinig tijd had om af te spreken. Als je
13
Gymnastiek- en turnvereniging St. Mauritius Volendam
Samen het doel van de sporter bereiken Gymnastiek- en turnvereniging St. Mauritius Volendam heeft in enkele jaren stappen gezet naar een veilig sportklimaat Een specifiek moment of directe aanleiding was er niet, maar Gymnastiek- en turnvereniging St. Mauritius Volendam heeft de afgelopen jaren bewust werk gemaakt van het creëren van een veilig sportklimaat. Met succes. Maar de club wil meer: betere opleiding van trainers. “Als ik een trainer van de opleiding aanneem, ga ik ervan uit dat daar ook een deel pedagogiek in zit. Dat is nu vaak nog niet het geval of onvoldoende”, zegt voorzitter Lisa van Baarsen. DOOR: MARK VAN DER HEIJDEN
“Ik begon bij Mauritius als turnster, daarna als
zodra een kind iets niet durft en toch moet doen wat
trainster. Vervolgens werd ik bestuurder en nu ben
de trainer vraagt, krijg je een angstcultuur en creëer
ik voorzitter”, zegt Lisa van Baarsen. “Achteraf zie ik
je een onveilig klimaat.”
dat het sportklimaat beter had gekund. Zeker in mijn vroegere jaren was het best eenrichtingsverkeer;
Gezamenlijk doel
niet alleen bij het turnen, ook bij de ouders. Als
“Als een trainer zei dat iemand talent had, moest-ie
jouw ouders je zeiden wat te doen, kwam er weinig
doen wat de trainer zei. Iedereen ging daar toen in
tegenspraak. Als kind deed je ook wat je trainer je
mee”, vult trainer Martin Franke aan. “Nu hebben
vroeg, daar zette je geen vraagtekens bij. Er hoeft
we dat omgedraaid. Vind je het leuk om te turnen,
dan ook niks te gebeuren, zolang dit goed gaat. Maar
dan gaan we kijken hoe ver we kunnen komen. We
14
Zodra een kind iets niet durft en toch moet doen wat de trainer vraagt, krijg je een angstcultuur” VOORZITTER LISA VAN BAARSEN
hebben nog steeds de ambitie om zo hoog mogelijk te komen, maar nu is het altijd ondergeschikt aan de wil van de sporter. Nu gaan sporter en trainer in overleg. Als ze begrijpen waarom ze iets doen, wordt het een gezamenlijk doel en heb je goud in handen.” Van Baarsen: “Martin heeft heel goed het eigenaar-
HET BESTUUR VAN MAURITIUS, MET IN HET MIDDEN OP DE VOORSTE RIJ VOORZITTER LISA VAN BAARSEN.
schap verlegd. De sporter heeft nu eigenaarschap van zijn of haar ambitie. Martin geeft duidelijk aan hoe hij dat kan faciliteren, maar hoe ze daar komen gebeurt in dialoog met de sporter.”
oudere trainers is het besef gekomen dat de aanpak anders moet. Trainers die vroeger hard waren, keken
Veilig sportklimaat
veel naar het Oostblok. De laatste jaren is genoeg
De ontwikkeling naar een veilig sportklimaat is
naar buiten gekomen dat het op die manier niet
geleidelijk gegaan. Er was niet een specifiek moment
werkt. Ook zij passen zich aan en zijn met andere
of een specifieke aanleiding dat de vereniging
inzichten gekomen.”
het roer omgooide, vertelt Van Baarsen. “Het zijn verschillende dingen geweest. Te beginnen met een
Coach-de-coachprogramma
verandering in de maatschappij. Vroeger kwamen
“We hebben veel trainersvergaderingen. Daar
ouders nooit in de turnzaal. Nu wel, stellen ze vragen
wordt ook altijd besproken hoe je met sporters
en zijn we verplicht de dialoog met ze aan te gaan.
omgaat. Ook is Mauritius vorig jaar gestart met
Kinderen zijn ook mondiger, zij praten tegenwoordig
het coach-de-coachprogramma. Drie van onze 23
wel terug richting hun trainer.” Franke: “Ook bij de
trainers en coaches hebben dat programma gevolgd.
15
Gymnastiek- en turnvereniging St. Mauritius Volendam
We hebben nog steeds de ambitie om zo hoog mogelijk te komen, maar nu is het altijd ondergeschikt aan de wil van de sporter” TRAINER MARTIN FRANKE BEGELEIDT EEN PUPIL BIJ EEN OEFENING.
TRAINER MARTIN FRANKE
Coach-de-coaches kijken niet specifiek naar tech-
ga je het gesprek aan. Waarom wil iemand training
niek, maar zien erop toe dat er een veilig sportkli-
geven? Wat is je drijfveer? Wat vind je leuk? Zo kijk je
maat heerst. Zij komen regelmatig in andere lessen,
of je bij elkaar past.” Franke: “Niemand heeft moeite
aangekondigd en onaangekondigd, om te kijken wat
een ander aan te spreken als iets niet naar de zin is.
goed gaat en wat beter kan. Want een trainer kan wel
Ook met kinderen zijn daar gesprekken over, zeker na
denken dat hij of zij het goed doet, maar als iemand
alles wat naar buiten kwam over de turnsport, hoe
anders ernaar kijkt, kan dat toch anders uitpakken.”
jong ze ook zijn. Wel worden gesprekken op hun hun
Van Baarsen: “Dat is een duidelijk voorbeeld van
niveau gevoerd. Heb je wel eens iets naars gehoord?
iets dat we op trainersniveau hebben geïnitieerd.
Voel jij je vervelend bij iemand? Je moet dat kunnen
Als bestuur vinden we het belangrijk om een goede
zeggen. Dat zijn de normen en waarden die we
afspiegeling te hebben van al onze leden. We hebben
willen meegeven.”
een vrij groot bestuur van tien personen, waarin
“Er gaat geen dag voorbij dat de turn(st)ers niet staan
bijvoorbeeld ook ouders zitten van een selectie
te springen om te beginnen. Ze hebben de trainingen
turners en turnsters en oud-turnsters, of trainers
nodig om op een hoger niveau te komen, al gaat
zoals ik. Door deze brede vertegenwoordiging houd
dat nooit in één stijgende lijn. Als ze dat beseffen,
je makkelijker de vinger aan de pols. Om goed te
komen ze met plezier naar de training toe. Dat maakt
weten wat er speelt in de zaal, hebben we jaren terug
ook dat ze het niet erg vinden als het een keer wat
ook een jeugdbestuur samengesteld.”
minder gaat.”
VOG
Saamhorigheid
“Martin was ook de eerste trainer die we hebben
Van Baarsen: “De sfeer is duidelijk verbeterd. Er is
gevraagd om een Verklaring omtrent gedrag, een
niet alleen een betere sfeer onder de turn(st)ers,
VOG. Ik moet zeggen dat ik het best moeilijk vond
ook onder de trainers. Zelfs trainers die eerder zijn
om te vragen, alsof je twijfelt aan iemand. Daarna
weggegaan, willen weer terugkomen om opnieuw
16
deel uit te maken van Mauritius.” Franke: “Voorheen
tegenwoordig anders is. Onze huidige turners en
waren er eilandjes; de topselectie, het districtsni-
turnsters weten dat, maar toekomstige nieuwe leden
veau, allemaal verschillende groepen turn(st)ers. De
weten dat niet. Daarom hebben we een uitgebreid
groepen en trainers praatten destijds minder onder-
interview gegeven aan de lokale krant. Verder heb-
ling, want ze hadden niet zoveel met elkaar. Maar
ben we een manifest opgesteld waarin we aangeven
zonder breedtesport is er geen topsport. Ook zonder
wat een veilig sportklimaat voor Mauritius inhoudt.
de districtsgroep is een goed resultaat in de topse-
Dat hangt nu in de zaal, zichtbaar voor elke bezoeker.
lectie niet haalbaar. Alle trainers zijn belangrijk, en zo
Zo laten we ook naar buiten toe zien wat wij eraan
voelen ze zich ook, omdat ze medeverantwoordelijk
doen om een veilig sportklimaat te waarborgen.
zijn. Door dat gevoel is er meer saamhorigheid en
Dit wordt heel erg gewaardeerd, we hebben er veel
een betere sfeer.”
positieve reacties op gehad.”
Sportklimaat
Topsporthal
Nu heeft Mauritius een sportklimaat gerealiseerd
“Ik denk overigens dat eventuele vragen hierover
waarin iedere sporter zich veilig kan voelen, waarin
niet actief aan de vereniging worden gesteld, maar
elke jongen of meisje vrijuit kan sporten. Dat
dat mensen dit vooral onderling bespreken. Daarom
contrasteert met het negatieve nieuws dat de laatste
is het juist zo belangrijk dat wij naar buiten treden,
maanden over de turnsport naar buiten komt. Slaat
het moet via mond-tot-mondreclame gaan. En we
dat niet terug op Mauritius? Van Baarsen: “Dat was
merken dat dat goed gaat. We hebben een continue
ook de angst van het bestuur. Met al dat slechte
groei in het aantal leden, nu 860.”
nieuws moeten wij daarom laten zien dat het bij ons
Het houdt hier niet op voor Mauritius. Zo zou Van Baarsen bijvoorbeeld willen dat trainers beter opgeleid worden. “In de opleiding van de trainers kan denk ik ook een inhaalslag gemaakt worden. Als ik een trainer van de opleiding aanneem, ga ik ervan uit dat daar ook een deel pedagogiek in zit. Dat is nu vaak nog niet het geval of onvoldoende.” “Met onze nieuwe topsporthal in zicht, zijn we nu toe aan de combinatie van topsport en school. We hebben daarvoor onlangs een behoeftebepaling gedaan met andere sportverenigingen in de gemeente. Als bestuur hebben we ook een zorgplicht: er komt een leven na turnen. Het is maar – tussen aanhalingstekens – turnen. Je kunt er geen geld mee verdienen. Ook dat heeft met een veilig sportklimaat te maken. Dat hoor je ook van turners die beschadigd zijn: ‘Wat moet ik na het turnen?’ Het is belangrijk dat ook dat aandacht krijgt en dat de combinatie onderwijs met vele uren turntraining
IMPRESSIE VAN DE NIEUWE HAL VAN MAURITIUS. “MET ONZE NIEUWE TOPSPORTHAL IN ZICHT, ZIJN WE NU TOE AAN DE COMBINATIE VAN TOPSPORT EN SCHOOL”, ZEGT VOORZITTER LISA VAN BAARSEN.
goed wordt gefaciliteerd en gecontroleerd.” ❚
17
“
Interview
Kinderen zien het direct wanneer je een rol speelt�
Voetbaltrainer Nathan Rutjes richt zich op het karakter van zijn groep en de kracht van het individuele kind 18
19
Interview
Met álle plezier wil Nathan Rutjes meewerken aan een interview over pedagogiek. De oud-voetballer van onder meer Sparta, MVV en Roda JC traint nu het elftal onder 16 op het Sparta-complex Nieuw Terbregge. Als bij iemand pedagogiek door de aderen stroomt, is het wel bij Nathan. Vol passie vertelt hij over ‘zijn’ jongens: “Ik ga altijd op zoek naar het kind achter de speler. Zij zijn zelf leidend in hun ontwikkeling tot voetballer, niet ik.” En natuurlijk gaat het niet altijd perfect, ook Nathan leert nog iedere dag. DOOR: GABY HAVERKAMP FOTOGRAFIE: HERMAN DINGLER/ORANGE PICTURES
Z
eigen trainers was, volgt een diepe zucht. “Ik ben nog
ijn grote droom is trainer worden, niet eens per se binnen het voetbal want
erg opgeleid op de ouderwetse manier, dat direc-
het basisonderwijs lonkt ook, maar
tieve: dit is wat er van je gevraagd wordt en dat moet
zijn enorme passie is direct duidelijk
je doen. Ik wist niet beter dan dat dit bij het betaalde
als Nathan als 13-jarig ventje de F1 van
voetbal hoorde.” Tegelijkertijd vroeg hij zichzelf continu af: wat vind ik hiervan? Hoe zou ik dit nu
Alexandria gaat trainen. “Ik vind het fantastisch om kennis te delen, ik vind het héél leuk om met groepjes kinderen te werken.” Tijdens zijn opleiding aan het CIOS heeft hij een bijbaan als revalidatiecoach bij een fysiotherapiepraktijk. “Ik heb daar
WEEK VAN SPARTA ONDER 16
groepslessen gegeven voor 55+’ers en bewegen op
TWEE UUR PER DAG OP HET VELD
muziek. Gewoon met mensen werken, dat vind ik
WOENSDAG EN ZONDAG VRIJ
het mooiste wat er is”, zegt hij lachend.
ZATERDAG WEDSTRIJDMOMENT OP DONDERDAG IS HET PROFDAG BIJ DE
Rugzak
TALENTENOPLEIDING, DAN IS ER SCHOLING OP
Alle ervaringen op het veld, als jonge voetballer, maar
DE CLUB. DE DAG START MET BIO-TRAINING, DAT
ook als volwassene, neemt Nathan mee voor later,
BESTAAT UIT KRACHT- EN COGNITIETRAINING
voor als hij écht trainer wordt. Hij heeft zijn oren en
(INFORMATIEVERWERKING) EN VERSCHILLENDE SPELLEN
ogen altijd open: “Weet je, ik heb veel trainers gehad,
(GEDIFFERENTIEERD BEWEGEN, BIJVOORBEELD OP
ook toen ik prof was. Dan word je wel eens op een
EEN ANDERE ONDERGROND). NA DE LUNCH IS ER EEN TEAMTRAINING VAN 1,5 UUR EN DE DAG WORDT
bepaalde manier behandeld, waar ik me niet prettig
AFGESLOTEN MET VIDEO-ANALYSE OF EEN WORKSHOP,
bij voelde. Op dat moment was dat heel vervelend
BIJVOORBEELD OVER GEZONDE VOEDING OF
voor mij of voor mijn collega’s, maar ik dacht altijd:
FAALANGST. EEN LANGE DAG VOOR DE MANNEN ONDER
‘Ik ga het anders doen, hier leer ik van.’ Dat stopte ik
16, WANT ZIJ ZIJN OM 08.00 UUR OP DE CLUB EN
allemaal in mijn eigen rugzak.”
WORDEN OM 18.00 UUR NAAR HUIS GEBRACHT.
Op de vraag hoe het pedagogisch gehalte van zijn
20
oppakken? Zijn authenticiteit heeft Nathan hierbij geholpen: “Ergens kon ik er wel mijn weg in vinden. Dat ik in elke situatie mezelf kan blijven, heeft me vast geholpen. Overal waar je mij ziet, zie je dezelfde Nathan en dat is heel, heel fijn!”
Sta open voor ontwikkeling en durf je kwetsbaar op te stellen”
Leermeesters Enthousiast begint Nathan te vertellen over zijn leermeesters Albert van der Weide en Jan Louwers tijdens zijn UEFA B-opleiding. “Praat ik te snel? Sorry, ik ben zo enthousiast!” Op de vraag wat hij van Albert en Jan heeft geleerd, antwoord hij: “Zoveel! Enorm veel! Weet wat voor groep je hebt, dat is het allerbelangrijkste, want iedere groep is anders. Bereid je goed voor, ook al ben je een recreatieve trainer. Albert en Jan hebben me heel erg meegenomen in het proces. Het kost tijd om trainer te worden, je leert iedere dag weer. Sta open voor die ontwikkeling en durf je kwetsbaar op te stellen. En, heel belangrijk, wees jezelf. Kinderen zien het direct wanneer je een rol speelt.”
Praktijk Hoe gaat het dan in de praktijk met die overvolle rugzak met ervaringen en leermomenten? “Weet je, ik gebruik vaak een mooie metafoor over een speler die een marathon gaat lopen. Ik ben eigenlijk alleen maar degene die water aangeeft aan de zijkant. Als speler bepaal je zelf hoe je die marathon wilt lopen. Ik geef je tips hoe je die misschien het best kan lopen, maar jij bepaalt uiteindelijk de weg.” Nathan en zijn team doen er alles aan om voetbaldromen te realiseren, hiervoor maken ze samen met de spelers plannen en voeren ze gesprekken, maar de spelers zijn leidend in hun eigen ontwikkeling. ZELFS IN DE KLEEDKAMER IS DE PERSOONLIJKE BENADERING VAN NATHAN ZICHTBAAR. IEDERE VOETBALLER HEEFT ZIJN EIGEN PLEK MET EEN PERSOONLIJKE QUOTE VAN DE TRAINER ALS: ‘WEES ALTIJD JEZELF, ER ZIJN ANDEREN GENOEG’, ‘ALS JE BENEN NIET MEER KUNNEN, SPEEL DAN MET JE HART’ EN ‘DE GROOTSTE FOUT DIE JE KUNT MAKEN, IS OM ER GEEN TE MAKEN.’ “IK HEB IEDER KIND DIT JAAR LEERDOELEN GEGEVEN, BIJ ELKE SPELER HEB IK EEN GEZEGDE GEZOCHT. DIT GEZEGDE PAST BIJ HET KARAKTER EN HET LEERDOEL. IK WIL GRAAG DAT ZE EROVER NADENKEN.”
Kaders Hiervoor schept Nathan verschillende kaders. Een daarvan is de teamdynamiek. “Als ik een groep binnenstap, kijk ik in de oogjes en wil ik weten hoe zo’n groep werkt: hoe reageren de spelers op elkaar, hoe is het klimaat? Welke spelers nemen het voortouw,
21
Interview
Pedagogiek is zo belangrijk omdat het een enorme bijdrage heeft in de ontwikkeling van het kind. Dit is mijn drijfveer in alles�
22
WINNEN VERSUS ONTWIKKELING “IN DE MINDSET VAN SPELERS ZIT MET NAME HET WINNEN VAN WEDSTRIJDEN. IK KOESTER DEZE
wat hij heeft verteld consequenties kan hebben. Zo
GEDACHTE, MAAR ALS TRAINER KIJK IK VOORAL
zitten spelers nu eenmaal in elkaar. Bij ons is dat niet
NAAR DE ONTWIKKELING EN HET PROCES OP
zo. Hij voelt zich veilig bij mij, want hij komt naar
LANGE TERMIJN. DAAR ZIT DE ECHTE WINST.
me toe. Hij vertrouwt me, geweldig toch!” Tijdens
DAAROM KAN EEN VERLOREN WEDSTRIJD JE ALS
gesprekken met zijn pupillen spiegelt Nathan ook
COACH VEEL INZICHTEN GEVEN EN EEN BIJDRAGE
zichzelf en stelt hij zich kwetsbaar op, bijvoorbeeld
LEVEREN IN DE ONTWIKKELING VAN JE TEAM EN
door te vragen of hij anders had moeten handelen.
HET INDIVIDU, BIJVOORBEELD IN HET OMGAAN
Het is duidelijk dat kinderen zichzelf kunnen zijn bij
MET TELEURSTELLINGEN. SPELERS KRIJGEN DE
Nathan, maar is het als trainer belangrijk dat je het
VRIJHEID OM MEE TE DENKEN EN HUN MENING
kind zichzelf laat zijn? “Dat vind ik een heel mooie
TE GEVEN OVER DE STRATEGIE, WAARBIJ MIJN
vraag, want ik koppel het direct aan de geloofwaar-
ROL ALS COACH MEER BEGELEIDEND WORDT. IK
digheid. Omdat je dus niet moet denken dat kinderen
KAN VERVOLGENS ENORM SCHERP ZIJN IN MIJN COACHING, ALS IK MERK DAT DE AFSPRAKEN
het niet doorhebben dat je een rol speelt. Ik ben
DIE WE MET ELKAAR MAKEN VERVOLGENS
er absoluut van overtuigd dat ze zichzelf moeten
NIET WORDEN NAGEKOMEN. WE MAKEN DIE
kunnen zijn.”
AFSPRAKEN IMMERS NIET VOOR NIKS.”
welke spelers kijken naar beneden als ik iets vraag.” De trainer van onder 16 ‘managet’ het groepsproces,
Als trainer kijk ik vooral naar de ontwikkeling en het proces op lange termijn. Daar zit de echte winst. Daarom kan een verloren wedstrijd je als coach veel inzichten geven”
want als het proces goed is, kan een individu zich maximaal ontwikkelen. Nathan ziet niets in een generalistische aanpak. Hij richt zich op het karakter van zijn groep en de kracht van het individuele kind: “Mijn huidige ploeg is enorm fanatiek, dat vraagt iets van mij als coach. Ga ik heel rustig doen of ga ik juist alles competitief maken, want hun kernkwaliteit is fanatisme en enthousiasme. Ik heb ervoor gekozen dat alle trainingen een competitie-element bevatten, dan weet ik dat die diamant gaat glimmen.”
Vertrouwen Daarnaast creëert Nathan de kaders voor een veilig klimaat. Hij illustreert het met een voorbeeld: “Deze week komt een speler naar me toe. Hij zegt: ‘Trainer, ik heb erg veel moeite met slapen.’ Van binnen begin ik al te springen, want hij kan het gevoel hebben dat
23
Interview
OVER NATHAN NATHAN RUTJES (37) DEBUTEERDE OP ZIJN 23STE IN HET EERSTE ELFTAL VAN SPARTA. ALS KIND VOETBALDE HIJ BIJ CVV EN ALEXANDRIA ’66, OOK IN ROTTERDAM. NA ACHT SEIZOENEN SPARTA, VERTROK HIJ NAAR HET ZUIDEN VAN ONS LAND EN VOETBALDE ACHTEREENVOLGENS BIJ MVV EN RODA JC. SINDS 2019 MAAKT HIJ DEEL UIT VAN DE JEUGDOPLEIDING VAN SPARTA. IN 2016 ONTVING NATHAN DE TITEL: MAATSCHAPPELIJK SPELER VAN DE EREDIVISIE. HET BIJBEHORENDE GELDBEDRAG VAN 50.000 EURO MOCHT HIJ VERDELEN OVER VERSCHILLENDE GOEDE DOELEN. VOLG JE HET VOETBAL NIET, DAN KEN JE NATHAN WELLICHT VAN HET TWINTIGSTE SEIZOEN VAN WIE IS DE MOL?, WAAR HIJ EINDIGDE OP EEN VIERDE PLEK. MEER INFORMATIE VIND JE OP WWW.NATHANRUTJES.NL.
Mooie tijd Nathan wil dat ‘zijn mannen’ met een goed gevoel terugkijken op hun jeugd bij Sparta. “Heel weinig jongens halen uiteindelijk het betaalde voetbal. De kern is voor mij, dat de jongens een jaar hebben dat ze nooit vergeten. Samen met mijn team zorg ik dat ze hele mooie ervaringen krijgen, zoals het spelen van wedstrijden op topniveau of een buitenlands toernooi. Het zijn ervaringen waar ze ook later in hun werkzame leven veel aan gaan hebben. Het mooiste is, wanneer ze na twintig jaar op een feestje nog steeds zeggen hoe goed ze het hebben gehad bij Sparta.” ❚
Mijn huidige ploeg is enorm fanatiek, dat vraagt iets van mij als coach. Ga ik heel rustig doen of ga ik juist alles competitief maken?” 24
PEDAGOGISCH A-B-C UITGELEGD: AUTONOMIE, BINDING, COMPETENTIE
PEDAGOGISCH A-B-C UITGELEGD: BINDING, HET PEDAGOGISCH HANDELEN BEGINT VANUITAUTONOMIE, DE GEDACHTE DAT ELK KIND COMPETENTIE EN ZIJN OF HAAR PLEZIERBELEVING EN HET PEDAGOGISCH HANDELEN BEGINT VANUIT DE GEDACHTE DAT ELK KIND ENDE ZIJN OF HAAR PLEZIERBELEVING EN ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN CENTRAAL STAAN. OOK ZELFREFLECTIE VAN TRAINER/COACH IS NOODZAKELIJK ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN CENTRAAL TRAINER/COACH IS PEDAGOGISCH NOODZAKELIJK OM TE KOMEN TOT BEWUST HANDELEN EN OMSTAAN. IEDER OOK KIND ZELFREFLECTIE TE BIEDEN WATVAN HET DE NODIG HEEFT. OM HET OM TE KOMEN BEWUST HANDELEN EN EN OMPRAKTISCH IEDER KINDTOEPASBARE TE BIEDEN WAT HET NODIG HEEFT. OM HET PEDAGOGISCH HANDELEN OMTOT TE ZETTEN TOT CONCRETE HANDELINGEN, IS HET PEDAGOGISCH A-B-C HANDELEN OMWAAR TE ZETTEN TOT CONCRETE TOEPASBARE IS HET A-B-C ONTWIKKELD, AUTONOMIE, BINDINGEN ENPRAKTISCH COMPETENTIE CENTRAALHANDELINGEN, STAAN. GIJSBERS: “DEPEDAGOGISCH INTENTIE IS AANWEZIG ONTWIKKELD, WAARVERANTWOORD AUTONOMIE, BINDING EN COMPETENTIE STAAN. GIJSBERS: “DEOM INTENTIE IS AANWEZIG OM PEDAGOGISCH TE HANDELEN, MAAR HETCENTRAAL A-B-C GEEFT DE HANDVATTEN DAADWERKELIJK TE OM PEDAGOGISCH VERANTWOORD TE HANDELEN, MAAR HET A-B-C GEEFT DE HANDVATTEN OM DAADWERKELIJK TE WETEN WETEN HOE JE DIT ALS TRAINER/COACH KUNT AANPAKKEN.” HOE JE DIT ALS TRAINER/COACH KUNT AANPAKKEN.” AUTONOMIE DRAAIT OM DE VRIJHEID VAN DE SPORTER, (ZELF) KEUZES MAKEN EN HEN BETREKKEN BIJ DE TRAINING EN AUTONOMIE DRAAIT OM DE VRIJHEID VAN SPORTER, (ZELF)OM KEUZES BETREKKEN DE TRAININGEN EN ONTWIKKELING. AUTONOMIE STIMULEER JEDE DOOR KINDEREN HUN MAKEN MENINGEN TEHEN VRAGEN, INPUT BIJ TE STIMULEREN ONTWIKKELING. AUTONOMIE STIMULEER JE DOOR KINDEREN OM HUN TE VRAGEN, INPUT TE STIMULEREN EN IDEEËN AAN TE MOEDIGEN. WAARBIJ JE ALS TRAINER/COACH WEL DE MENING KADERS SCHEPT. IDEEËN AAN TE MOEDIGEN. WAARBIJ JE ALS TRAINER/COACH WEL DE KADERS SCHEPT. BINDING GAAT OM DE BEHOEFTE VAN JONGE SPORTERS OM GEWAARDEERD EN GERESPECTEERD TE WORDEN. BINDING GAAT OM DEJEBEHOEFTE VAN JONGE SPORTERS OM GEWAARDEERD EN GERESPECTEERD TEACHTERHALEN WORDEN. BINDING BINDING VERGROOT DOOR OPRECHTE INTERESSE TE HEBBEN IN JOUW SPORTER(S), PROBEER TE VERGROOT JE(BIJ DOOR OPRECHTE TEINHEBBEN IN JOUW PROBEER TE ACHTERHALEN WAT LEEFT WAT ER LEEFT IEDER INDIVIDU,INTERESSE MAAR OOK DE GROEP). IN DESPORTER(S), SPORT, MAAR OOK DAARBUITEN (SCHOOL ENER THUIS). (BIJ IEDER INDIVIDU, MAAR OOK IN DE GROEP). IN DE SPORT, MAAR OOK DAARBUITEN (SCHOOL EN THUIS). COMPETENTIE GAAT OVER HET GEVOEL VAN KINDEREN DAT ZE ZICHZELF ONTWIKKELEN EN DAT ALS SUCCESVOL COMPETENTIE GAAT IETS OVER HET ZICHZELF ONTWIKKELEN ENBEREIK DAT ALS ERVAREN, EN DOOR BIJ TE GEVOEL DRAGENVAN AANKINDEREN DE GROEP.DAT HETZEGEVOEL VAN COMPETENTIE JE SUCCESVOL DOOR JOUW ERVAREN, IETS BIJ TE DRAGEN AANTOEGEVOEGDE DE GROEP. HETWAARDE GEVOEL EN VANKRACHTEN COMPETENTIE JE DOOR JOUW SPORTERSEN TEDOOR HELPEN BENOEMEN WAT HUN ZIJN. BEREIK ALS TRAINER/COACH GEEF SPORTERS HELPEN BENOEMEN WAT HUN TOEGEVOEGDE WAARDE EN KRACHTEN ZIJN. ALS TRAINER/COACH GEEF JE AAN DATTE JIJ VERTROUWEN HEBT IN DEZE KWALITEITEN VAN JOUW SPORTER(S). JE AAN DAT JIJ VERTROUWEN HEBT IN DEZE KWALITEITEN VAN JOUW SPORTER(S).
25
Onderzoek
Sportbeleving in de gymsport Preview: onderzoek Mulier Instituut ‘Beleving sportklimaat’ onder ouders en trainers Het afgelopen jaar zijn er flink wat onderzoeken uitgevoerd. Redelijk onverwacht werd er behoorlijk wat input gevraagd over de coronamaatregelen, was er een retrospectief onderzoek waar volwassenen terugkeken op hun sporttijd als kind, maar ook het onderzoek ‘Beleving sportklimaat.’ Een belevingsonderzoek onder ouders en trainers over het pedagogisch sportklimaat op de club binnen alle gymsportdisciplines. Een kleine selectie van vragen uit het onderzoek zetten we voor je op een rijtje. Pedagogisch regisseur Marit Gijsbers geeft bij alle uitkomsten een korte toelichting. Wil je meer weten over het onderzoek, lees dan eerst het kader.
D
e KNGU is blij met de grote respons
verschillend zijn, kennen ze ook raakvlakken.
die dit onderzoek heeft opgeleverd.
Vanzelfsprekend worden deze resultaten naast die
Trainers en ouders zijn vóór de
van het onafhankelijk onderzoek gelegd.
zomer al bevraagd via vragenlijsten,
Ter verduidelijking: een pedagogisch sportklimaat is
nog voordat de misstanden binnen
een plek waar kinderen met plezier kunnen sporten
de turnsport naar buiten kwamen. Hiervoor is het
en alle kansen krijgen zich zo optimaal mogelijk te
onafhankelijk onderzoek van Verinorm (oplevering
kunnen ontwikkelen. Dit heeft vanzelfsprekend niets
1e kwartaal 2021) gestart. Hoewel de onderzoeken
met grensoverschrijdend gedrag te maken. Sociale
26
Figuur B. Belangrijkste redenen voor trainers/ coaches binnen de gymsport om training te geven en/of te coachen (n=692, in procenten – meerdere antwoorden mogelijk)
veiligheid is uiteraard wel een voorwaarde voor plezier en ontwikkeling. Een pedagogisch sportklimaat heeft bovendien een preventieve werking. Ondertussen worden de resultaten opgepakt door
OM DE SPELERS/SPORTERS PLEZIER TE BEZORGEN
Marit en haar team. Zij gaan met de aanbevelingen
OM KINDEREN TE BEGELEIDEN IN HUN PERSOONLIJKE ONTWIKKELING
aan de slag voor de volgende stappen binnen de pedagogische verbeterslag voor de gymsport.
VOOR MIJN PLEZIER
10
7,9
8,0
8,0
8,3
69 51
OM ME VERDER TE ONTWIKKELEN IN HET TRAINERSCHAP
Figuur A. Rapportcijfer (op een schaal van 1 tot 10) voor de verschillende aspecten van het sportklimaat op de gymsportclubs 8
92
23
VANWEGE DE SOCIALE CONTACTEN
11
OMDAT HET EEN LEUKE MANIER IS OM GELD TE VERDIENEN
11
OM ZELF ACTIEF TE BLIJVEN
8,0
7
8,0 OMDAT NIEMAND ANDERS HET DOET
3
OMDAT IK HOUD VAN DE WEDSTRIJDSPANNING
2
6 4 2 0
DE SOCIALE VEILIGHEID OP VERENIGING
DE SFEER OP DE VERENIGING
TRAINERS/COACHES GYMSPORT
HET PEDAGOGISCH KLIMAAT BINNEN VERENIGING OUDERS GYMSPORT
OM MIJN EIGEN ZOON/DOCHTER TE TRAINEN/COACHEN
1
OMDAT IK GRAAG WEDSTRIJDEN WIL WINNEN
1
EEN ANDERE REDEN
BRON: VRAGENLIJST ONDERZOEK TRAINERS-COACHES GYMSPORT EN OUDERS GYMSPORT, 2020, MULIER INSTITUUT.
7 0
20
40
60
80
100
Marit Gijsbers: “We zien positieve cijfers over de
BRON: VRAGENLIJST ONDERZOEK TRAINERS-COACHES GYMSPORT EN OUDERS GYMSPORT, 2020, MULIER INSTITUUT.
beoordeling over het totale gymsportklimaat, op
Marit Gijsbers: “Voor deze vraag konden trainers/
sfeer, sociale veiligheid en het pedagogisch klimaat.
coaches meerdere antwoorden geven. Het is goed te
Deels logisch, omdat het een groep betreft die op dit
zien dat de antwoorden gericht op plezier en ontwik-
moment actief is binnen de gymsport. Dat er ruimte
keling zo vaak terugkomen en zo belangrijk worden
voor verbetering zichtbaar is, is duidelijk, maar over
gevonden. Ook het plezier van de trainer/coach zelf
het algemeen is het een hoog rapportcijfer.”
is een vaak genoemde reden. Het is natuurlijk heel belangrijk dat een trainer/coach zelf veel plezier beleeft in het vak dat hij of zij uitoefent.”
KNGU-DIRECTEUR MARIEKE VAN DER PLAS: “ER IS NOG WINST TE BEHALEN” “OVERALL BEN IK BLIJ MET HET INZICHT DAT WE HEBBEN GEKREGEN VANUIT HET PERSPECTIEF VAN OUDERS EN TRAINERS/COACHES, WE HEBBEN EEN MOOIE BASIS WAAR WE MEE VERDER KUNNEN. HET IS FIJN DAT MARIT EEN VERDERE UITSPLITSING MAAKT EN IK KIJK UIT NAAR DE REACTIES VAN DE KINDEREN DIE IN DE FOCUSGROEPEN DEELNEMEN, DAAR BEN IK ECHT NIEUWSGIERIG NAAR. GRAAG ZOU IK NOG EEN KLANKBORDGROEP ORGANISEREN OM DEZE CIJFERS BETER TE KUNNEN DUIDEN. DAN KUNNEN WE TRAINERS/COACHES MET NIEUWE MIDDELEN, AFGESTEMD OP HÚN VRAAG, STRAKS NOG BETER ONDERSTEUNEN BIJVOORBEELD IN OPLEIDINGEN. DAT IS HEEL WAARDEVOL. DE CULTUURVERANDERING ZIT AL IN ONS HOOFD, MAAR ER IS NOG WINST TE BEHALEN. DAARVOOR HEBBEN WE IEDEREEN NODIG.”
27
Onderzoek
Figuur C. Mate waarin trainers/coaches in de gymsport de volgende zaken belangrijk vinden (n=692, in procenten)
Marit Gijsbers: “De vier genoemde zaken hebben allemaal betrekking op pedagogisch handelen. Hieruit blijkt dat deze aspecten van het pedagogisch
100
handelen bekend zijn bij de trainers/coaches en ook
80
als heel belangrijk worden ervaren.”
60
90
98
99
97
10 DAT KINDEREN ZELF MEEDENKEN OVER WAT ZE WILLEN LEREN
2 DAT JIJ AAN DE KINDEREN VRAAGT HOE ZE HET ZELF VONDEN GAAN
1 DAT ELK KIND HET GEVOEL HEEFT/KRIJGT DAT HIJ/ZIJ WAT KAN
2 DAT JE DE KINDEREN STIMULEERT OM DOOR TE ZETTEN, OOK ALS HET EVEN NIET LUKT
Figuur D. Ontwikkelingsbehoefte van trainers/ coaches in de gymsport (n=692, in procenten – meerdere antwoorden mogelijk)
40 20 0
(HELEMAAL) NIET BELANGRIJK
NEUTRAAL
(HEEL) BELANGRIJK
OP EEN JUISTE MANIER OPTREDEN BIJ BUITENSLUITEN OF PESTGEDRAG BINNEN DE GROEP
33
WEET NIET
OMGAAN MET OUDERS
26
BRON: VRAGENLIJST ONDERZOEK TRAINERS-COACHES GYMSPORT EN OUDERS GYMSPORT, 2020, MULIER INSTITUUT. DE JUISTE BALANS VINDEN TUSSEN FYSIEKE ONTWIKKELING VAN EEN SPORTER EN BELASTBAARHEID
23
ZELFSTANDIGHEID STIMULEREN BIJ SPORTERS
OVER HET ONDERZOEK HET ONDERZOEK ‘BELEVING SPORTKLIMAAT’ WERD IN DE ZOMER VAN 2020 UITGEVOERD DOOR HET MULIER INSTITUUT IN OPDRACHT VAN DE KNGU/KNVB. HET DOEL WAS OM TE ACHTERHALEN OP WELKE MANIER HET PEDAGOGISCH SPORTKLIMAAT WORDT BELEEFD
22
OMGAAN MET SPORTERS IN DE PUBERTEIT
22
OMGAAN MET ONGEWENST GEDRAG VAN SPORTERS
20
ONTWIKKELINGSGERICHTE DOELEN STELLEN IN PLAATS VAN RESULTAATGERICHTE DOELEN STELLEN
20
CREËREN VAN SOCIALE VEILIGHEID VOOR SPORTERS
16
DE JUISTE BALANS VINDEN TUSSEN SPORTERS GRENZEN LATEN VERLEGGEN EN VOLDOENDE VEILIGHEID BIEDEN
16
KENNISONTWIKKELING OVER DE BELEVINGSWERELD EN ONTWIKKELFASE VAN KINDEREN
12
OP DE CLUB. DIT IS GEBEURD DOOR NAAR VERSCHILLENDE PEDAGOGISCHE ASPECTEN TE VRAGEN. DE DOELGROEPEN BINNEN HET ONDERZOEK ZIJN TRAINERS/COACHES,
OP EEN POSITIEVE MANIER FEEDBACK GEVEN AAN DE SPORTERS
11
HET SIGNALEREN VAN ONVEILIGE SITUATIES EN DAAROP HANDELEN
10
OMGAAN MET VERSCHILLENDE ETNISCH-CULTURELE ACHTERGRONDEN (IN EEN GROEP)
4
ANDERS
4
OUDERS EN SPORTERS (KINDEREN) VAN ALLE DISCIPLINES EN VAN ALLE NIVEAUS. VOOR DE KINDEREN WORDEN FOCUSGROEPEN
6
GEEN VAN DEZE
(GROEPSGESPREKKEN ONDER LEIDING VAN
0
GESPECIALISEERDE KINDERONDERZOEKERS)
20
40
60
80
100
BRON: VRAGENLIJST ONDERZOEK TRAINERS-COACHES GYMSPORT EN OUDERS GYMSPORT, 2020, MULIER INSTITUUT.
GEHOUDEN, OMDAT KINDEREN SOMS TE JONG ZIJN OM ZELF VRAGENLIJSTEN IN TE VULLEN. AAN DIT ONDERZOEK WERKTEN 692 TRAINERS/
Marit Gijsbers: “Deze vraag geeft goed inzicht
COACHES MEE (HIERVAN WAREN 521 VROUW) EN
in het belang van een specifieke vertaling naar
5.051 OUDERS (78% WERD INGEVULD DOOR EEN
verschillende situaties die zich voor kunnen doen
VROUW). DE RESULTATEN ZIJN GESPLITST IN KNGU
in de sport. Het is waardevol dat trainers/coaches
EN KNVB. DE FOCUSGROEPEN ZIJN NOG IN VOLLE GANG, DAAROM ZIJN DE RESULTATEN VAN DEZE
aangeven waarvoor ze graag meer handvatten willen
SPORTERS IN DEZE PREVIEW NOG NIET VERWERKT.
krijgen, om met (soms) uitdagende situaties om te
HET HELE RAPPORT WORDT BINNENKORT
kunnen gaan. De pedagogische visie van de KNGU
GEPUBLICEERD OP:
beschrijft een generieke aanpak, hoe je verantwoord
HTTPS://DUTCHGYMNASTICS.NL/KNGU/
met kinderen omgaat in de gymsportpraktijk. Echter
PEDAGOGISCH-SPORTKLIMAAT.
is een doorvertaling nodig; want hoe je dit doet bij een 6-jarige is beduidend anders dan hoe je dit aan-
28
pakt bij een 14-jarige. Niet de kern verandert, maar
omgaat met kinderen duidelijk is wat precies van
wel de praktische vertaling van dit handelen. Zowel
hen wordt verwacht. Welke concrete handelingen
ten aanzien van de sociaal-emotionele als de fysieke
zijn nodig om het pedagogisch niveau van trainers/
ontwikkeling van een kind naar jongvolwassene.
coaches te verbeteren? Deze kennis is fundamenteel
Ook de samenwerking tussen trainers/coaches en
voor zelfreflectie. De verantwoordelijkheid hiervoor
ouders is een veel genoemde situatie in de sport.
ligt bij de KNGU om dit verder vorm te geven bijvoor-
Samen heb je de verantwoordelijkheid om kinderen
beeld in opleidingen en bijscholingen.”
met plezier te laten sporten, en kansen te bieden
trainers/coaches als ouders is van belang om deze
Figuur F. Mate waarin ouders van kinderen in de gymsport het eens zijn met uitspraken over de sportgroep, en de trainer (n=5.051, in procenten)
samenwerking te verstevigen.”
100
waardoor het kind zich ontwikkelt als sporter, maar ook als mens. Deze samenwerking verloopt vaak vlekkeloos, maar extra begeleiding voor zowel
1 17
80
Figuur E. Aanwezigheid van (on)gewenst gedrag bij wedstrijden in de gymsport, volgens trainers/coaches in de gymsport (n=692, in procenten)
11
60 40 20 0
71
IK MAAK ME WELEENS ZORGEN OVER DE BEGELEIDING DIE MIJN KIND KRIJGT BIJ DE VERENIGING (HELEMAAL) ONEENS
NIET PEDAGOGISCH HANDELEN VAN ANDERE TRAINERS (GEEN PLEZIERBELEVING BIJ KINDEREN)
23
27
25
19
100
33
NEUTRAAL
(HELEMAAL) EENS
NIET VAN TOEPASSING
1
1
74
83
80
1 DIT IS HELEMAAL NIET AAN DE ORDE
2
3
4
5 DIT IS HEEL ERG AAN DE ORDE
WEET IK NIET
60 40
BRON: VRAGENLIJST ONDERZOEK TRAINERS-COACHES GYMSPORT EN OUDERS GYMSPORT, 2020, MULIER INSTITUUT.
20 0
Marit Gijsbers: “Bij deze vraag gaat het over het
18 7
12 4
DE TRAINER VAN MIJN KIND WEET HOE HIJ/ZIJ MET KINDEREN MOET OMGAAN (PEDAGOGISCH BEKWAAM)
DE TRAINER VAN MIJN KIND WEET HOE HIJ/ZIJ KINDEREN DE SPORT MOET LEREN (DIDACTISCH BEKWAAM)
(HELEMAAL) ONEENS
pedagogisch handelen van andere trainers/coa-
NEUTRAAL
(HELEMAAL) EENS
NIET VAN TOEPASSING
BRON: VRAGENLIJST ONDERZOEK TRAINERS-COACHES GYMSPORT EN OUDERS GYMSPORT, 2020, MULIER INSTITUUT.
ches. Bevraagde trainers/coaches blijken een stuk kritischer over collega-trainers/coaches tijdens wedstrijden. Dit kan betekenen dat trainers/coaches
Marit Gijsbers: “Over het algemeen heerst er een
wel weten wat belangrijk is voor de plezierbeleving
positief beeld over de begeleiding van trainers/
en de ontwikkeling van kinderen, maar er nog niet
coaches, dat is fijn om te weten en ook waardevolle
altijd goed naar weten te handelen. Er is dus nog
informatie. Maar we moeten ook kritisch zijn; grof-
een weg te winnen tussen kennen en kunnen: van
weg 25 procent heeft een negatief of neutraal gevoel.
theorie naar praktijk.
Dat dit percentage naar beneden moet, is duidelijk.
Wat deze uitkomsten ook kunnen suggereren is dat
Ook zal een uitsplitsing van de resultaten interes-
trainers/coaches dit wel weten, maar dat pedago-
sante informatie kunnen opleveren, geven ouders
gisch handelen tijdens de specifieke context van een
deze twijfels vooral aan bij meer ervaren of juist
wedstrijd een stuk lastiger is. Tot slot kan het zijn dat
minder ervaren trainers/coaches, of zijn de getallen
trainers/coaches zichzelf positiever inschatten dan
anders op wedstrijdniveau als op recreatieniveau?” ❚
dat collega-trainers/coaches dit doen. Maar eerst moet er gekeken worden of het voor iedereen die
29
Pedagogisch A-B-C
-B-C
TIPS & TRICKS
voor trainers/ coaches Pedagogisch handelen klinkt wellicht logisch en vrij eenvoudig, maar het daadwerkelijk (consequent en oprecht) toepassen valt niet altijd mee. Omdat elk kind uniek is en elke situatie om een andere reactie vraagt, is het belangrijk dat je goed begrijpt hoe je dit handelen aan moet pakken. Deze praktische rubriek helpt je op weg in dit handelen, en geeft wat inspiratie en enkele handvatten. Dit is een eerste aanzet om het handelen concreet te maken, waarbij we jou het komende jaar nog meer tips & tricks gaan aanbieden. Ook zijn er verschillende trainers met goede ideeën. Mocht jij een goed idee hebben, dan zullen we jou in de nabije toekomst zeker vragen dit te delen. Zodat we samen bijdragen aan de ‘pedagogisering’ van de (gym)sport. DOOR: MARIT GIJSBERS
Pedagogisch A-B-C
Zelfbeheersing van jou als trainer is nodig wanneer
Pedagogisch handelen gaat over het handelen om
impulsen (gebaseerd op eigen wensen, ambities en
het pedagogisch doel te bereiken; namelijk het kind
verwachtingen) moeten worden onderdrukt als een
begeleiden om zich op een plezierige manier te
situatie om een andere reactie vraagt. Bijvoorbeeld:
kunnen ontwikkelen, als mens en als sporter. Maar
als trainer wil je graag een goede uitvoering op vloer.
hoe doe je dit, hoe geef je hier vorm aan? Hiervoor
Op een gegeven moment maakt de turnster een fout,
zijn drie vaardigheden van belang:
met puntaftrek als gevolg. Wellicht is jouw eerste reactie dat je baalt van de fout en de consequentie.
1. Zelfreflectie en -beheersing van jou als trainer
Maar in jouw professionele rol is het belangrijk
Zelfreflectie heb je nodig om bewust te kunnen
dat jij jouw sporter hierin begeleidt en niet zozeer
handelen. Wat zijn jouw kwaliteiten en valkuilen?
jouw teleurstelling laat blijken (dat is namelijk van
Welke wensen, ambities en verwachtingen heb je?
ondergeschikt belang).
En hoe uit zich dat in jouw handelen?
30
2. Bieden van structuur en het geven van kaders
• Binding = een warm groepsklimaat ervaren. Jezelf
Het bieden van structuur en kaders geeft duidelijk-
opgenomen voelen en ertoe doen. Gezien en ge-
heid en is het fundament voor het verdere handelen.
waardeerd worden door anderen; • Competentie = het gevoel beter te worden. Het
Op deze manier weet een kind waar hij aan toe is en wat er van hem wordt verwacht.
gevoel hebben iets te kunnen en bij te dragen aan het team.
3. Het pedagogisch A-B-C Handelen vanuit de drie basisbehoeften. Doordat
Ter verduidelijking: De begrippen van het A-B-C
sporters hierin worden gestimuleerd, wordt de kans
zijn apart te noemen en uit te leggen, maar in het
het grootst dat zij plezier beleven in de sport en zich
handelen van de trainer/coach zijn ze met elkaar
zo optimaal mogelijk willen en kunnen ontwikkelen.
verweven. Hetzelfde als dat pedagogisch handelen
• Autonomie = (mede) aan de basis liggen van je
beeld: of een sporter zelf keuzes maakt tijdens de
verweven is met sportspecifieke inhoud. Een vooreigen acties. Ruimte krijgen om eigen keuzes
training (autonomie), hangt ervan af van of de sporter
te maken. Jezelf kunnen/mogen zijn en jezelf
het durft en de ruimte voelt en krijgt van de trainer/
uitspreken;
coach (binding).
31
-B-C
Pedagogisch A-B-C
Pedagogisch handelen tijdens het sport moment
A-B-C
Een turnster is teleurgesteld over haar balkoefening,
jouw speler (binding), je geeft een compliment en
omdat ze er drie keer vanaf is gevallen.
vertrouwen (binding, competentie), je stelt een
Je geeft positieve persoonlijke aandacht aan
vraag (autonomie), je begeleidt de sporter in het
Voorbeeld situatie 1:
samen bedenken van een oplossing (autonomie,
“Ik begrijp goed je teleurstelling, normaal lukt jou deze
competentie).
oefening zo goed. Maar wat gebeurde er net waardoor je een paar keer van de balk viel? Wat zou je de
Pedagogisch handelen rondom het sportmoment
volgende keer anders kunnen doen?”
(help de sporter om de betere aanpak te omschrijven)
Ook kan je pedagogisch handelen buiten het directe
In plaats van bijvoorbeeld:
sportmoment om. Dit zal meer in de vorm zijn
“Wat zonde dat de oefening mislukte, nu krijg je nooit
van een (POP-)gesprek, of bijvoorbeeld in een kort
meer een hoge score. Dit had niet gehoeven, op de
momentje van contact voor of na de training.
training maak je deze fouten nooit, echt balen.” Teamboek voor de coach
A-B-C
Als coach is het belangrijk dat je weet wie jouw spor-
Je geeft positieve persoonlijke aandacht aan jouw
ters zijn, als sporter, maar ook zeker als mens. Schrijf
sporter (binding), je geeft een compliment (bin-
deze punten voor jezelf op, als check of je daadwer-
ding, competentie), je stelt een vraag (autonomie),
kelijk ieder kind goed kent en aandacht geeft. Maar
je begeleidt de sporter in het samen bedenken van
ook omdat je hierop kan inspelen en gedrag van het
een oplossing (autonomie, competentie).
kind wat beter kan begrijpen.
Tijdens een training
Per sporter schrijf je sowieso het volgende op:
Een sporter is erg boos op zichzelf, omdat iets dat
• Naam, telefoonnummer
gisteren wel lukte, vandaag tijdens de training ineens
• Thuissituatie
niet meer ging zoals de dag ervoor.
• Schoolsituatie • Noem de sportinhoudelijke kwaliteiten
Voorbeeld situatie 2:
• Benoem de persoonlijke kwaliteiten
“Het is vast frustrerend voor je dat het je vandaag niet
• Benoem de sportinhoudelijke ontwikkelpunten
lukt. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat je het kunt.
• Benoem zijn persoonlijke valkuilen
Kan je aangeven wat je anders zou kunnen doen? (help de sporter om de betere aanpak te omschrijven). Of
Het teamboek maak je voor jezelf en is ook een voor-
lukt het gewoon even niet vandaag en wil je graag wat
bereiding voor jezelf op het gesprek dat je hebt met
anders doen? (help de sporter om de gedachten te
jouw sporter. Dit kan in de vorm van een POP-ge-
verzetten en de training positief af te sluiten).
sprek, maar kan ook een gesprekje tussendoor zijn. In het format op pagina 33 zie je vragen die je aan
In plaats van bijvoorbeeld:
de sporter kunt stellen. Uiteraard is het goed om te
“Hoe kan het nou dat het vandaag niet lukt? Blijven
kijken of je hier vragen aan wilt toevoegen die voor
proberen, want het kan niet ineens weg zijn wat je
jou relevant zijn, of vragen kunt weglaten die minder
gister hebt geleerd.”
van toepassing zijn.
32
Voorafgaand aan het individuele gesprek met de coach – in te vullen door sporter zelf
BESEF DE VOLGENDE DINGEN:
Geef een cijfer van 0 (helemaal niet/slecht) tot 10
• DE GROOTSTE ‘STRAF’ IS DE CONSEQUENTIE
(absoluut/heel goed)
VAN DE FOUT (VAN DE BALK VALLEN, PUNTENAFTREK), DAT HOEF JE ALS TRAINER/
1 ALGEMEEN
COACH NIET NOG EENS EXTRA OP EEN
1.1 Hoe gaat het met je (cijfer 0 tot 10)?
NEGATIEVE MANIER TE BENADRUKKEN.
1.2 Heb je plezier in het sporten (cijfer 0 tot 10)?
• ALS TRAINER/COACH IS HET JOUW TAAK
1.3 Heb je het naar je zin binnen de groep ((cijfer 0
OM DE SPORTER TE HELPEN ONTWIKKELEN,
tot 10)?
GA DAAROM SAMEN OP ZOEK NAAR ‘DE
1.4 Heb je genoeg uitdaging in het sporten (cijfer 0
OPLOSSING’ VOOR DE VOLGENDE KEER.
tot 10)?
• MAAK ONDERSCHEID: GAAT HET OM EEN FOUTE KEUZE OF EEN VERKEERDE UITVOERING
1.5 Ben je vermoeid (cijfer 0 tot 10)?
VAN EEN HANDELING ÓF GAAT HET OM
1.6 Vind je dat je ver moet reizen naar de club (cijfer
ONGEWENST GEDRAG?
0 tot 10)?
• FOUTEN MAKEN HOORT ERBIJ, WEES KRITISCH
1.7 Heb je vaak last van blessures (cijfer 0 tot 10)?
OP ONGEWENST GEDRAG, COMPLIMENTEER
1.8 Hoe graag ga je naar de training (cijfer 0 tot 10)?
POSITIEF GEDRAG.
1.9 Hoe graag doe je mee aan een wedstrijd (cijfer 0 tot 10)?
MAAR BESEF DAT HET NIET ALLEEN MAAR POSITIEF EN LEUK HOEFT TE ZIJN. PEDAGOGIEK GAAT OVER HET HANDELEN VAN DE TRAINER/COACH
2 SCHOOL
MET EEN ONTWIKKELDOEL VOOR IEDER KIND.
2.1 Hoe gaat het op school (cijfer 0 tot 10)?
WAARBIJ LEREN EN ONTWIKKELEN NIET ALTIJD
2.2 Niveau en klas?
LEUK IS. SOMS LUKT HET NIET, WAARDOOR DE
2.3 Kost leren jou veel tijd en moeite of gaat het vrij gemakkelijk en snel?
SPORTER BIJVOORBEELD TELEURGESTELD OF BOOS IS. BELANGRIJK IS DAT JIJ DE SPORTER
2.4 Wanneer is je eerstvolgende proefwerkweek?
ZÓ BEGELEIDT, DAT ÓÓK EEN MINDER POSITIEF MOMENT LEERZAAM IS. DIT LEREN MOET OP DE
3
LANGE TERMIJN PLEZIERIG ZIJN, MAAR OP DE
VRIJE TIJD
3.1 Heb je een bijbaan?
KORTE TERMIJN IS HET NIET ALTIJD LEUK.
3.2 Wat doe je graag in je vrije tijd (naast sport en school)? 3.3 Heb je daar genoeg tijd voor (cijfer 0 tot 10)?
Zorg dat de sporter zelf verantwoordelijk is voor
4 SPORT
het eigen leerproces, en (net als jij) het gesprek ook
4.1 Wat vind je dat er goed gaat bij het team? Noem
zelf voorbereidt. Dit zorgt er daarnaast voor dat de
1 punt *
sporter de antwoorden niet tijdens het gesprek hoeft
4.2 Wat vind je dat er goed gaat bij jezelf? Noem 2
te bedenken (dat is vaak moeilijk voor kinderen). Er is
punten
gekozen voor het geven van cijfers, omdat dit niet te
4.3 Wat kan er beter bij het team? Noem 1 punt *
veel voorbereidingstijd vergt, dit vaak gemakkelijker
4.4 Wat kan er beter bij jezelf? Noem 2 punten
is om te beantwoorden en het een opening biedt
*indien van toepassing
voor het gesprek.
33
-B-C
Pedagogisch A-B-C
A good coach can change a GAME
Pedagogisch handelen rondom het sportmoment Dan zijn er nog wat meer algemene tips die niet per se tijdens een (POP)-gesprek zullen worden besproken. Dit betreft gebeurtenissen die zich gedurende het hele jaar afspelen, in het leven van het kind of tijdens sportmomenten. Wacht daarom niet tot een
A great coach can change a LIFE”
gespreksmoment, maar geef hier ook tussendoor aandacht aan. Contact
Het is krachtig dat je ook een tijd na een gebeurtenis aandacht besteedt aan de sporter. Zo voelt de sporter
JOHN WOODEN – BASKETBALCOACH
dat je echt betrokken bent en het ook echt meent. Kom terug op een eerder moment en vraag hoe het gaat:
• Pijntje van een paar dagen geleden. Ook al was het geen grote blessure.
• Begrafenis van een familielid.
door te zorgen dat de sporter ziet of hoort hoe de
• Proefwerkweek, hoe is het gegaan?
juiste uitvoering eruitziet, om daar de eigen uitvoe-
• Vergeet geen verjaardag (dat is de belangrijkste dag
ring mee te spiegelen.
van het jaar voor een kind).
• Laat de sporter zelf deze beelden analyseren. Of
Kom tijdens de training terug op wat er goed ging tijdens de wedstrijd. Op sportinhoud, maar vergeet
laat twee sporters samen elkaars beelden analy-
niet het gedrag. Wat vond je van bijvoorbeeld het
seren en er dus samen een gesprek over voeren.
doorzettingsvermogen, sportieve houding, lef of
Eventueel aan de hand van door jou vooraf opgestelde vragen.
focus? Vaak gaat het over de sportinhoud, maar vanuit pedagogisch opzicht is gedrag ook erg belangrijk
• Wat gaat er goed en wat kan er beter? Of waar is de
om te benoemen (als compliment, maar ook als
sporter trots op en waar ziet hij/zij verbeterpunten?
verbeterpunt).
• Op welke manier wil de sporter de verbeterpunten aan gaan pakken? Wat moet er worden getraind, op welke manier, hoe vaak, et cetera.
Videofeedback Maak korte filmpjes van (onderdelen van) oefenin-
• Voer samen een open gesprek over deze analyse
gen. Belangrijk is dat je bij videofeedback controleert
en plan van aanpak. Laat de sporter voornamelijk
of het bewegingsbeeld van de sporter compleet en
het woord voeren, jij stelt vooral vragen (vul niet
correct is. Dat wil zeggen: help de sporter op weg
te veel in).
34
Gesprek met de sporter Pedagogisch handelen in de praktijk: ongewenst gedrag
Vraag aan je sporter hoe het met hem
Naast het handelen in het algemeen, waarin alle
gaat, hoe hij in zijn vel zit en of hij tevre-
kinderen graag structureel willen worden voorzien in
den is over hoe hij heeft getraind.
de drie basisbehoeften, zijn er ook situaties waarin je
Dit kan jou veel informatie geven over
als trainer/coach de sporter wat bij moet sturen. Dit
het ongewenste gedrag van de sporter.
kan zijn omdat het gedrag van de sporter niet is zoals
Misschien zit hij bijvoorbeeld niet zo lekker
jullie hebben afgesproken met elkaar om te gaan,
in zijn vel.
of dat het gedrag niet past binnen de normen en waarden van de sport. Als voorbeeld is de volgende
Vraag aan je sporter wat er zojuist
casus omschreven:
gebeurde.
Tijdens een wedstrijd is een sporter het niet eens met
Zonder te oordelen. Want misschien heb
de score die hij krijgt van de jury. Hij laat zijn afkeu-
je dingen niet gezien of gehoord. Deel
ring blijken door op het podium boos te kijken, hardop
eventueel daarna jouw ervaring.
te zuchten en de tegenstander met duidelijke tegenzin Geef de consequenties van zijn gedrag
te feliciteren.
aan. Hoe handel je in deze situatie?
Geef aan waar de grenzen liggen en welk
Had je preventief in kunnen grijpen? Ken je de spor-
gedrag niet geaccepteerd wordt.
ter goed genoeg om te weten wat hij zou gaan doen? Vraag aan je sporter hoe hij het sport Op het moment zelf:
inhoudelijk op had kunnen lossen,
• Niets doen is geen optie. Je hebt kaders gesteld
waardoor zijn score wellicht hoger zou
wat betreft omgaan met elkaar, omgaan met
hebben uitgepakt.
de tegenstander, met de jury, et cetera. Jij hebt
Hierdoor probeer je hem, ook als sporter,
de verantwoordelijkheid om te zorgen dat deze
verder te ontwikkelen. Wat de kans op
kaders consequent worden nageleefd, zodat de
meer plezier in de sport vergroot, omdat
hele groep duidelijkheid ervaart. Daarom is het
het hem steeds vaker lukt om voor een goed
belangrijk dat je iets met deze situatie doet.
uitgevoerde oefening te gaan.
• Wat zijn de afspraken bij ongewenst gedrag? Wat Sluit het gesprek goed af.
zijn de consequenties? • Ga op een rustig moment het gesprek aan met de
Zorg dat de sporter met een goed gevoel
sporter.
naar huis gaat. Sluit af met: een grapje, een compliment, of dat je er alle vertrouwen
Gesprek met de sporter
in hebt dat hij of zij na dit gesprek weer
Hoe voer je nu een gesprek met een sporter? Een
lekker gaat sporten.
aantal tips!
Waar het in de voorbeelden in dit artikel gaat om meisjes, kunnen dit natuurlijk ook jongens zijn en andersom.
35
FOTO: FLORIS MEIJER
Trainer
JOLISE ’T MANNETJE
zijn is een
vak!
Pedagogisch handelen klinkt misschien logisch, maar het is niet per se makkelijk. Er wordt veel van een trainer gevraagd, er liggen veel verantwoordelijkheden op zijn of haar schouders, waardoor het hele trainersvak aardig complex is. DOOR: MARIT GIJSBERS EN HENDRIK MEIJNDERS
36
D
e infographic bij dit artikel laat zien wat er allemaal op het bordje van een trainer/coach zou kunnen liggen.
Wellicht wat overtrokken, want deze scenario’s spelen zich (hopelijk) niet allemaal tegelijk af. Maar het zijn wel situaties waar een trainer/coach mee te maken kan krijgen. Zo is er een scenario van een gevaar-
lijke situatie waar je op moet letten, pestgedrag van kinderen, een kind dat zich pijn heeft gedaan en moet worden getroost. Een vraag van een ouder, een bellende ouder die aangeeft later te komen. Je bent aan het einde van de les zelfs verantwoordelijk voor het overdragen van jouw jonge sporter aan ‘de juiste’ opa. Hoe begeleid je jouw assistent? En het clubbestuur en de KNGU vragen je om pedagogisch te handelen? Kortom,
of haar eigen niveau en met plezier kunnen dansen.
trainer/coach zijn is een vak!
“Voordat ik begon met lesgeven, dacht ik dat je een topdanser moest zijn om les te kunnen geven, maar
Enkele vragen aan jou als trainer/coach zijn daarbij:
dat is dus niet zo”, gaat Jolise verder. “Ik beschouw
• Hoe creëer jij structuur in deze chaos?
mezelf dan ook als een betere lesgever dan danser. Ik
• Hoe geef jij vorm aan pedagogisch handelen in jouw
werk 32 uur per week bij mijn werkgever, de vijfde dag van mijn werkweek gaat op aan de vereniging. Wat mij
les?
betreft vult dat elkaar prima aan. Ik werk als onder-
• Hoe ga jij om met de verschillende scenario’s?
zoeker, bij ODIN ’92 kan ik creatief zijn, activiteiten en De trainers Jolise ’t Mannetje en Kevin Alsemgeest
evenementen organiseren. Daarnaast ben ik betrokken
geven een kijkje in hun wereld en vertellen over hoe zij
bij het selecteren van Dance2Demo’s van de KNGU.”
bovenstaande vragen beantwoorden en toepassen in Het ‘trainer zijn’ zou Jolise niet direct als complex beti-
hun les.
telen, al komt er veel bij kijken. Ze zegt: “Natuurlijk heb
Jazzdanslessen
ik nu veel meer routine in vergelijking met de tijd dat
Jolise (34): “Ik ben nu vijftien jaar leidster bij ODIN ’92,
ik er mee begon. In de loop der jaren ben ik meer gaan
waarvan de laatste vijf jaar hoofdleidster. Meer dan
zien en andere dingen belangrijker gaan vinden. Maar
voorheen houd ik mij bezig met coördinerende en
het voelt niet meer of minder complex. Ik bereid nog
begeleidende taken.” ODIN ’92 biedt jazzdanslessen
steeds elke les voor en schrijf alles vooraf uit. Hoewel
aan voor álle leeftijden en verschillende niveaus, maar
ik het nu op routine zou kunnen, maar dat vind ik niet
ook enkele andere lesvormen. Iedereen moet op zijn
eerlijk tegenover onze leden.”
37
In de praktijk
Wat vind je de grootste uitdaging van het zijn van
zijn. Dat geeft geen lekker gevoel. En echt, vroeger
trainer?
geloofde ik het niet, maar het onstuimige gedrag van
Jolise: “Ik word er het meest blij van als het lukt om
met name jonge kinderen zit echt in het weer! Als er
alle mensen in de les zichzelf te laten zijn. Dus om de
storm op komst is, zijn ze onrustig. En in de feest-
verlegen kleuter na een paar weken het vertrouwde
maand december moet je ook niet te veel verwach-
gevoel te kunnen geven. Maar ook om de dame die
tingen hebben. Dan kijken we in januari wel verder.”
binnenkomt en zegt niet te kunnen dansen, vervol-
Sport als lifestyle
gens wel veel lol uit de lessen te kunnen laten halen.”
Kevin (27) is professioneel freerunner, coach en
Verwachtingen van ouders
docent. Hij doet al sinds zijn twaalfde aan freerun-
“Bij mij in de les is het nooit zo’n chaos als op de info-
nen. Hij begon ermee op straat, bouwde dat op en
graphic. Dansles is vooral klassikaal en frontaal. Op die
verder uit en gaf het uiteindelijk vorm middels het
manier kan ik de groep goed overzien. Bij gymles is dat
geven van lessen. Eerst vanuit Jump Freerun, daarna
wezenlijk anders. Zo gebruiken wij bijvoorbeeld alleen
ook via zijn eigen bedrijf Freerun Basics dat hij
kleine materialen, je kan bij ons niet uit een toestel
oprichtte in 2018. Kevin: “Ik wilde mijn visie letterlijk
vallen. Ik herken me dus niet zozeer in het algehele
van buiten naar binnen vertalen en dat is uiteindelijk
beeld, al heb ik wel te maken met verwachtingen
op een heel natuurlijke manier gegaan. Het samen
van ouders. Ons beleid is dat er tijdens de les geen
trainen staat centraal, de sport is voor ons ook buiten
ouders aanwezig zijn, maar tijdens corona mogen zij
de les een lifestyle.”
helemaal niet naar binnen. De communicatie gebeurt
Naast zijn eigen bedrijf, is Kevin in dienst als docent
dus tijdens het brengen en halen en via WhatsApp.
bij het ROC Mondriaan in Rijswijk, een school voor
Dat zetten we nu nog meer in. We sturen foto’s en
Lifestyle, Sport en Bewegen. Hij geeft er twintig
filmpjes vanuit de les, zodat ze wel een beeld krijgen.
uur les, het doel is om daar het freerunnen zo goed
Ik geef ook les aan een selectiegroep, zij dansen ook
mogelijk aan te bieden.
wedstrijden. Daar verwachten we dus daadwerkelijk meer van de leden, maar de ouders doen dat op hun
Vind jij het trainer zijn complex?
beurt ook van ons. Hoe opener en duidelijker je dan
Kevin: “Dat ligt aan de doelgroep, het trainen van
bent, hoe beter dat gaat.”
kleine kinderen geeft mij vooral veel energie. Ik ben bezig met mijn passie, dat kost mij weinig moeite. Op het ROC werk ik met een andere, meer
Hoe ziet pedagogisch handelen er volgens jou uit? “Vooral oog hebben voor waarom de leden bij jou in de les zijn en wat jij voor hen kan betekenen. En dat is voor elk lid anders. Sommigen willen graag gehoord worden, om wat voor reden dan ook. Het is de kunst om breder te kijken dan het specifieke gedrag in de les, dat is maar een uur per week. Terwijl er zoveel gebeurt in die andere uren. Tijdens een jaar zie je ze groeien, ze ontwikkelen zich enorm. Wanneer mijn les is geslaagd? Als iedereen het naar z’n zin heeft. Ik vind het belangrijk dat ze wat leren. Dat hoeft niet groot te zijn, maar is wel fijn. Ook voor mijzelf. Tuurlijk, soms moet ook ik veel te streng
38
SPORT IS VOOR MIJ EEN OMGEVING WAAR JE VEEL MEER LEERT DAN ALLEEN BEWEGEN” KEVIN ALSEMGEEST dat je niet vastroest in het lesgeven. De mening van ouders is voor mij minder belangrijk. Zij kiezen immers bewust voor de vereniging en brengen daar hun kind naartoe. Dat doen ze ook, omdat ze vertrouwen hebben in de trainers.” Structureel pestgedrag heeft Kevin vrij weinig uitdagende doelgroep. Dan gaat het om jongeren
meegemaakt in zijn lessen. “Maar wanneer er toch
met heel andere beweegredenen, ik moet mezelf
pestgedrag in de les voorkomt, laat ik de ‘daders’ wel
ook meer uitdagen en de vraag stellen hoe ik hen in
merken dat pesten niet oké is en confronteer ik ze
beweging kan krijgen. Op mijn veertiende begon ik
met het gevoel van het gepeste kind. Om ze bewust
als assistent-trainer, drie jaar later ging ik zelfstandig
te maken van de gevolgen die pesten heeft. Op deze
lesgeven. Puur om mijn eigen vaardigheden als
manier beseffen ze beter dat iedereen gelijk is, dat
sporter verder te ontwikkelen en tegelijk mijn passie
we allemaal zwaktes hebben en dat het zinloos is om
over te dragen op de volgende generatie. Inmiddels
elkaar hier onnodig op te wijzen.”
voel ik me meer verantwoordelijk voor de sport.” Hoe ziet pedagogisch handelen er volgens jou uit? Kijkend naar de infographic; er komt veel kijken bij het
“Ik denk dat het van belang is om kaders te schetsen
lesgeven en je moet met een hoop dingen rekening
en duidelijk te maken dat het niet de bedoeling is om
houden, herken je dat?
over die grens heen te gaan. En is het duidelijk dat
“Zeker, de chaos, alle verwachtingen. Maar ik kan
iemand er bewust overheen gaat, dan koppel ik daar
wel zeggen dat het onder de knie krijgen van de
consequenties aan. Maar maak het altijd bespreek-
omstandigheden bij mij natuurlijk is gegaan. Hoe ik
baar, dat is belangrijk.”
chaos aanpak? Alle afleiding die niet te maken heeft met de les, haal ik eruit. Zorg ook dat jouw assistent
En wanneer is voor jou een training geslaagd?
een duidelijke taak heeft. Maar als kinderen een goed
“Dat kan op twee manieren, namelijk voor de sporter,
gesprek hebben op de balk tijdens de les, vind ik dat
maar ook voor de trainer. Ik vind het belangrijk dat
geen probleem. Sociale ontwikkeling hoort er name-
een sporter elke training beweegt en iets leert. Op
lijk net zo goed bij. Sport is voor mij een omgeving
welk vlak dat is, vind ik dus minder van belang. Dat
waar je veel meer leert dan alleen bewegen. Ja, ruzie
kan een nieuwe beweging zijn of het overwinnen van
maken is ook ontwikkeling. Zolang er geen geweld
een angst. Kinderen hebben vaak niet het doel om de
mee gepaard gaat, is het voor mij ook een onderdeel
allerbeste te worden in hun sport, dat zijn er maar een
van de les. De verantwoordelijkheid ligt bij het kind,
handjevol. Als zij zichzelf maar ontwikkelen. Voor mij
ik wil ze graag dat vertrouwen geven. Als beginnend
als trainer is een training geslaagd als ik er plezier uit
trainer is het van belang om in een goede omgeving
heb gehaald en mijn lesdoelen die dag heb behaald.
te kunnen werken. Vervolgens moet je oppassen
Dat is ook belangrijk richting de volgende training.” ❚
39
Nieuw wedstrijdsysteem
RENSKE SNAAR
“We willen naar een excellent pedagogisch sportklimaat”
Nieuw wedstrijdsysteem zet plezier en ontwikkeling van kinderen voorop Om zoveel mogelijk kinderen enthousiast te maken én houden voor sport, hebben verschillende sportbonden al laten weten dat zij veranderingen gaan doorvoeren in de spelregels, de selectiemethoden of de competitiestructuur. Hiermee willen zij het plezier en de ontwikkeling van de sportende kinderen méér prioriteit geven dan winst en prestatie. DOOR: LUC KEERSMAECKERS
De Nederlandse Basketball Bond (NBB) begint
bod, waarin spelen, ontdekken en plezier maken
komend seizoen bijvoorbeeld met een pilot voor
centraal staan. Hierna gaat de ontwikkeling van het
jeugdspelers onder de 12 jaar: er worden geen
kind verder, waarbij sommige kinderen prestatiege-
persoonlijke scores meer bijgehouden en de scheids-
richt zijn en anderen recreatief willen sporten.
rechter is nu een ‘spelbegeleider’. Ook de Nederlandse Volleybalbond (Nevobo) voert wijzigingen
Kind staat centraal
door; tegenwoordig kunnen meisjes pas vanaf 13 jaar
Ook de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie
en jongens vanaf 14 jaar geselecteerd worden voor
(KNGU) werkt hard aan een pedagogisch verant-
bondsprogramma’s. Een selectie op jonge leeftijd
woord sportklimaat. Renske Snaar, productmanager
heeft volgens de Nevobo geen meerwaarde voor de
sporters & fans, is zeer intensief betrokken bij het
ontwikkeling van talent.
project ‘Nieuw Wedstrijdsysteem & Oefenstof’. “Een
Een ander voorbeeld is de Koninklijke Nederlandse
goed pedagogisch sportklimaat is niet goed genoeg”,
Voetbalbond (KNVB), die het spelplezier van kinderen
vertelt zij. “We willen naar een excellent pedago-
onder de 10 jaar wil vergroten door geen ranglijsten
gisch sportklimaat toe, waarin het sportplezier en
en uitslagen meer te publiceren. Verder biedt de
de ontwikkeling van het kind centraal staan. Later
Koninklijke Nederlandse Hockeybond (KNHB) alle
kan het kind ervoor kiezen om zich te richten op
kinderen tot en met 12 jaar hetzelfde trainingsaan-
presteren. Prestatie is namelijk geen ‘vies’ woord,
40
Prestatie is geen ‘vies’ woord, maar het moet een keuze zijn RENSKE SNAAR (KNGU)
maar het moet een keuze zijn. Om het turnplezier
constant in ons achterhoofd te houden, ontwikkelen
en de ontwikkeling van kinderen tot een bepaalde
we een wedstrijdsysteem waarin we dat excellente
leeftijd te vergroten, moeten wij vooral de wensen
pedagogische sportklimaat terugzien en waarin we
en behoeftes van het kind centraal zetten. Het is een
de motorische en fysieke capaciteiten van de kinde-
veelgemaakte fout om vanuit onze eigen gedachte-
ren stimuleren. Zo zorgen we ervoor dat iedereen de
gang en overtuiging te handelen.”
gymsport met plezier kan beoefenen, zonder dat de
Om erachter te komen waar het kind behoefte aan
prestatie leidend is.”
heeft, zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd. “Uit ons exit-onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat veel
Minder individueel
kinderen stoppen na hun twaalfde”, licht Snaar toe.
In het nieuwe wedstrijdsysteem, dat van kracht is
“Genoeg andere sportbonden hebben hier ook mee
met ingang van het seizoen 2021/2022, verschuift
te maken. In deze leeftijdsfase gaan kinderen naar
de seniorenleeftijd voor vrouwen binnen de 1ste tot
de middelbare school toe en krijgen ze simpelweg
en met de 6de divisie van 16 jaar naar 18 jaar. Voor
andere interesses. Hier kun je als bond niet altijd iets
turnsters tot en met 9 jaar zullen geen ‘traditionele’
aan doen, maar de kinderen gaven ook aan dat ze
wedstrijden meer plaatsvinden. In plaats daarvan
de trainer of de wedstrijden niet altijd leuk vonden
worden toernooien in een circuitvorm georgani-
of dat er te weinig variatie was. Daar kun je als bond
seerd, waarbij je samen met clubgenoten kunt laten
wél een rol in spelen.”
zien wat je kan. Zo wordt het individuele aspect
“Daarom vroegen wij aan turnsters van verschillende
weggenomen en zitten de kinderen niet meer langs
niveaus en leeftijden wat ze vonden van de wedstrij-
de kant. Voor de turnsters van 10 tot 12 jaar vindt er
den”, legt Snaar uit. “Ze bleken soms te veel wachttijd
nog een enkele keer een individuele wedstrijd plaats,
te bevatten, de jurering is voor de lagere niveaus wel
maar ook voor hen staan voornamelijk teamwedstrij-
erg streng en de wedstrijdturnsters turnen graag
den gepland. Daarnaast streeft de KNGU ernaar om
méér wedstrijden. Zulke verbeterpunten willen we
elk kind minstens drie wedstrijden per jaar te laten
aanpakken aan de hand van projecten als de Peda-
turnen. Bij de jongens in de onder- en middenbouw
gogische Visie, de Breed Motorische Ontwikkeling
blijft de leeftijdsindeling gelijk. Voor de jongsten
en Het Long Term Athlete Model. Door deze visies
biedt de KNGU beweegvormen aan, de jongens tot
41
Nieuw wedstrijdsysteem
12 jaar nemen in teamverband aan wedstrijden deel.
Positieve voortgang
Daarna hebben zij de keuze en gaan ze meer naar
De eerste reacties op de veranderingen zijn goed. Bij
een traditionele vorm van wedstrijden, net zoals de
een klankbordgroep met trainers en juryleden klon-
vrouwen.
ken al positieve geluiden. “Maar om te kijken of we
In navolging van de aanpassingen binnen het
écht aan alles hebben gedacht, organiseren we een
wedstrijdsysteem, worden er veranderingen
testevenement”, aldus Snaar. “Hier merken we hoe
doorgevoerd in de oefenstof en de jurering. De
turnsters, coaches en juryleden de nieuwe oefenstof
ervaring leert namelijk dat kinderen trainen op wat
en wedstrijdopzet beleven, zodat we mogelijk nog
er in de wedstrijd gevraagd wordt. “Daarom gaan
verbeteringen kunnen aanbrengen. Voorlopig staat
we naar keuze-oefenstof voor kinderen, in plaats
het testevenement gepland in het tweede kwartaal
van voorgeschreven oefenstof”, legt Snaar uit. “Zo
van 2021. In september 2021 moet het wedstrijd- en
hoeven ze geen verplicht riedeltje af te werken, maar
oefenstofsysteem geheel werkbaar zijn voor het
hebben ze meer vrijheid om zelf keuzes te maken.
nieuwe seizoen.”
Deze wens kwam sterk naar voren toen we de kinde-
Met het nieuwe wedstrijdsysteem, de keuze-oefen-
ren ondervroegen. Hier komt die autonomie van de
stof en de positievere waarderingsvormen, hoopt
Pedagogische Visie ook weer om de hoek kijken. Het
de KNGU een bijdrage te leveren aan het turnplezier
zit overal in verweven.”
van kinderen. “We hebben al mooie stappen gezet in onze ontwikkeling naar een excellent pedagogisch
Smileys en stickers
sportklimaat”, besluit Snaar. “We zitten nog in de
Normaal gesproken is een turnwedstrijd formeel,
conceptversie, maar de voortgang stemt positief.
met een jury die let op hoe jij jezelf presenteert en
Met de veranderingen hopen we echt een verschil te
die de uitvoering beoordeelt. “Je krijgt puntenaftrek
kunnen maken!” ❚
voor fouten in je oefening”, vertelt Snaar. “Dat past niet bij de jongste leeftijd, want het kind kan een laag cijfer krijgen terwijl het gewoon lekker wilde turnen. Het scheelt al wanneer een jurylid je vriendelijker
DE DRIE PIJLERS
aankijkt. Kinderen weten heus wel het verschil
DE PEDAGOGISCHE VISIE IS OP DIT MOMENT
tussen zichzelf en iemand die een dubbele salto
UITGEWERKT IN HET HANDELEN VAN TRAINERS/COACHES
kan, maar ze moeten zich focussen op hun eigen
EN BESTAAT UIT DRIE PIJLERS: AUTONOMIE, BINDING EN COMPETENTIE, OOK WEL HET PEDAGOGISCH A-B-C
ontwikkeling. Ze moeten het gevoel hebben dat ze
GENOEMD. DE AUTONOMIE STAAT VOOR HET BELANG
vooruitgaan, dat ze iets kunnen. Hierbij is het peda-
VAN DE VRIJHEID DIE KINDEREN ERVAREN, VAN HUN
gogisch handelen van de trainer en ouder richting
EIGEN KEUZES MOGEN MAKEN EN VERANTWOORDELIJK
het kind natuurlijk het belangrijkste. Het nieuwe
ZIJN VOOR DE DINGEN DIE ZIJ DOEN EN INTERESSANT
wedstrijdsysteem kan daarbij helpen.
VINDEN. DE BINDING DUIDT OP DE BEHOEFTE VAN
Daarom zijn we voor die jongste leeftijdscategorie
KINDEREN OM GEWAARDEERD EN GERESPECTEERD TE
nu ook aan het kijken naar een waarderingssysteem
WORDEN. ZE WILLEN ERGENS BIJ HOREN EN VERLANGEN
waarmee we altijd laten zien dat hun ontwikkeling
NAAR AANDACHT EN ERKENNING. DE DERDE PIJLER,
gewaardeerd wordt”, vervolgt Snaar. “Dat kan in de
COMPETENTIE, BETEKENT DAT KINDEREN HET GEVOEL
vorm van smileys of stickers. Met dit soort alter-
HEBBEN DAT ZE ERGENS GOED IN ZIJN. ALS DEZE DRIE
natieve vormen van waardering, dragen we bij aan
PIJLERS TERUGKOMEN IN HET WEDSTRIJDSYSTEEM, IS
het plezier van de sporters en daarmee ook aan hun
ER SPRAKE VAN EEN SYSTEEM DAT KINDEREN PLEZIER EN ONTWIKKELING BIEDT, ALVORENS DE FOCUS OP
persoonlijke ontwikkeling.”
PRESTATIE KOMT TE LIGGEN.
42
Pedagogische doelen voor 2021
43
“Pedagogisch denken is logisch denken�