10 minute read

Bij twijfel, doe een stap terug … en observeer!’ Jaap de Brouwer

B

‘Bij twijfel, doe een stap terug … en observeer!’

Advertisement

Jaap de Brouwer

én, het allerbelangrijkste, hij liet zien: ik kan mij concentreren. Hij heeft ervaren hoe het is om geconcentreerd te kunnen werken. Ook hij was “nog net niet daar”, maar we vonden samen een activiteit die het startpunt van concentratie vormde. Van daaruit ben ik met hem verder gaan werken. Eerst moet concentratie een gewoonte worden, pas dan komt het intellectuele werk.’

Leraar aan de zijlijn ‘Zodra er concentratie is ontstaan krijgt

‘Volwassenen mogen meer vertrouwen hebben in het feit dat het kind zich wil ontwikkelen.’ Aan het woord is Ginni Sackett. Zij is pedagogisch directeur bij de Association Montessori Internationale (AMI) en ervaren montessoriopleider met de leraar een passieve rol. Hij staat dan vooral aan de zijlijn, observeert en stoort het kind niet. Hij moet er nu op vertrouwen dat het materiaal zijn werk

een groot hart voor de kinderlijke ontwikkeling. Montessori Magazine sprak haar doet. Werken met het materiaal bevor

over de rol van vertrouwen in montessorionderwijs: ‘Vertrouw op het kind en bied dert de concentratie en juist dat is van

pas iets aan als je ook écht iets te bieden hebt. Bij twijfel, doe een stap terug en belang voor het normalisatieproces.

observeer!’ Genormaliseerde kinderen tonen hun

ware ontwikkeling en overwinnen de

Verhuld ontwikkelingsdoel

Als de leraar dat niet doorziet, en gaat zijn”. Ze hebben constant jouw leiding obstakels. Het kind ervaart dat alleen hij het werk van zijn eigen ontwikke

Sackett ziet dat leraren misconcepties bijsturen, dan wordt de goed bedoelde nodig, maar niet de leiding die de kinling kan volbrengen. De leraar kan niet

hebben over het ontwikkelende kind: hulp voor het kind een obstakel waarderen het werk uit handen neemt. Het zeggen: ontwikkel je nu! Dat moet het

te snel zien leraren gedrag dat ze niet passend vinden. Sackett: ‘Het gevolg is dat leraren in zulke gevallen te snel tegen het zich afzet. Waar het kind zich wilde ontwikkelen blijven nu juist deze obstakels bestaan.’ is een fragile balans tussen de actieve en passieve houding van de leraar. Concentratie van het kind is de sleutel. kind zelf doen en ook zelf ervaren. Concentratie is de factor die ervoor zorgt dat het kind leert zijn ontwikkeGinni Sackett 8 9

proberen bij te sturen. Zij doen dat om het kind te helpen, maar overzien niet dat het gedrag van het kind een eigen ontwikkelingsdoel in zich draagt.

Concentratie ‘Als montessorileraar werk je continu met kinderen die “nog net niet daar Kinderen moeten ervaren hoe het voelt als je je concentreert. De keuze van het materiaal is daarbij cruciaal. Het kind dat zich nog niet kan concentreren heeft schijnbaar in de voorbereide omgeving nog niet de activiteit gevonden die ervoor zorgt dat hij zich leert concentreren. Dit kind vraagt iets anders van de leraar, een actievere houding. De leraar onderzoekt en observeert wat de redenen zijn dat er geen concentratie ontstaat bij het kind. Welk materiaal kan het beste aangeboden worden? De leraar geeft niet op, maar zoekt actief naar manieren om het kind te helpen met de concentratie. Hij is de connectie tussen het kind en het materiaal, ling vooruit te stuwen, anders is zijn gedrag doelloos.’ ‘Andersom krijgt het kind ook vertrouwen in de leraar. Die weet door zijn observaties dat hij het kind iets te bieden heeft waar het echt baat bij heeft. Die balans is fragiel: we zijn geneigd te snel iets aan te bieden, zonder dat er bij het kind concentratie is, zonder te weten of het binding met het materiaal heeft. Wij denken doorgaans voor het kind: dit zal wel goed voor je zijn, dus werk nu maar hieraan. Maar daarmee nemen we het werk van het kind uit handen; dat is nu net niet de begeleiding die het kind nodig heeft. Ik zeg daarom altijd ‘When in doubt, stay out. And observe.’ plan hoe het kind gaat leren. Hij gaat daarbij voorbij aan het eigen werk dat het kind moet verrichten om zich te ontwikkelen.’ ‘Bij individueel leren is de manier waarop het kind leert het uitgangspunt. Daar passen wij onze instructie op aan. We zoeken naar materialen en activiteiten die dit leren ondersteunen. Het is een uitnodigende stijl. Wanneer dat werkt passen we deze werkwijze ook verder toe bij dit kind.’ ‘De moeilijkheid bij het werken met methodes en werkboeken is dat iemand anders heeft bedacht hoe het kind leert. Het uitgangspunt is daarbij de instructie, niet het leren van kinLaten we daarop vertrouwen en het leren van kinderen niet afdwingen. En is er een obstakel waardoor dat leren niet lukt, dan is er weer een taak voor de leraar: observeren hoe dit kind leert en daarbij aansluiten.’

Kinderen onderwijzen ons

‘De montessorileraar is dus nooit

uitgeleerd 1 . Neem niet aan dat je alles

weet, dat je de perfecte montessorileraar bent. De kinderen zullen je altijd onderwijzen in je eigen vak. Het kind is ónze leermeester want telkens zullen de kinderen je weer aan het denken zetten: hoe kan ik mijn houding, activiteiten en voorbereide omgeving

maar het kind moet zelf het materiaal kiezen en besluiten er mee te werken.’ ‘Toen ik zelf nog een onderbouwgroep had, had ik een jongen van drie in de groep die continu van het één naar het ander ging. Er was geen concentratie, hij had geen binding met een van de materialen. Na observatie kwam ik uit bij een bijzondere activiteit: het scheuren van stroken papier. Hij vond het geweldig, ging er helemaal in op Vertrouw op het kind en bied pas iets aan als je ook écht iets te bieden hebt.’

Individuele instructie of individueel leren? ‘Er is een verschil tussen ondersteuning van het individuele leren van kinderen en individuele instructie. Bij individuele instructie gaat de intentie uit van de leraar, die de leerling instrueert. Hij maakt een deren. De aanname is: als het kind, bij wijze van spreken, twee bladzijdes uit het rekenboek heeft gemaakt, dan heeft het wat geleerd. Maar het werkboek kan niet weten of er iets geleerd is, dat kan alleen het kind zelf. Dat heeft alles te maken met het vertrouwen in de ontwikkelingskracht van kinderen. Pas wanneer kinderen hebben besloten dat ze met een materiaal aan de gang willen gaan wordt er geleerd. aanpassen aan het leren van de kinderen? Observeer en leer van de kinderen want zij vertellen jou het verhaal.’

1 Ginni Sackett adviseert om over dit onderwerp meer te lezen in ‘Het brein van het jonge kind’ (voorheen: ‘Aan de basis van het leven’) van Maria Montessori, hoofdstuk 26 en 27.

‘Als je wilt dat een kind omhoog klimt moet je er vooral niet bovenop gaan zitten’

Joëlle Meijer Ouder van 2 kinderen en leerkracht op Montessori Basisschool Houten a Als ouders hebben we de belangrijke taak onze kinderen te vertrouwen en daarmee ook een beetje los te laten. Zoals juf Ank zei in De Luizenmoeder: ‘Als je wilt dat een kind omhoogklimt, moet je er vooral niet bovenop gaan zitten’. Een kind dat hulp nodig heeft zal hulp vragen. Dat is voor ons als ‘alwetende ouders’ niet altijd gemakkelijk omdat we maar al te graag zelf de regie houden. Maar juist als we onze kinderen vertrouwen gaan zij ook ons en - veel belangrijker - zichzelf vertrouwen. Thema Thema ‘Mijn vader is mijn gymtas vergeten’. ‘Mijn moeder heeft mijn lunchtrommel verwisseld met die van mijn zusje’. De afgelopen 15 jaar heb ik mij als montessorileerkracht regelmatig verbaasd over hoe gewoon het is dat ouders ongemerkt verantwoordelijkheden overnemen van hun kinderen. Veel kinderen lijken gewend te zijn dat volwassenen hun (kleine) problemen en conflicten oplossen. Maar helpen we ze hiermee? Blijkbaar is het niet vanzelfsprekend dat wij onze kinderen vertrouwen. En juist dat vertrouwen is de basis van de montessorifilosofie. Help mij het zelf te doen Als ouders willen we allemaal het beste voor onze kinderen. Maar wat is dat, het beste? We geven ze onze onvoorwaardelijke liefde en zorgen ervoor dat het ze aan niets ontbreekt. Maar hoe vaak laten kinderen niet blijken dat ze iets zelf kunnen en willen doen? Maria Montessori ontwikkelde een omgeving met materiaal waar kinderen zichzelf door zelfstandig leren optimaal kunnen ontwikkelen. Op een montessorischool doen kinderen spelenderwijs ervaringen op. De inrichting van een ruimte, de voorbereide omgeving, is zowel op school als thuis van essentieel belang. Hoe creëer je thuis zo’n omgeving? En wat heeft dat met vertrouwen te maken? Verder moet de ruimte toegankelijk zijn. Zo pakte mijn dochter (5 jaar) vanmiddag nog de gieter, die altijd op dezelfde plaats staat, en meldde mij dat ze de planten water ging geven. Eerder deden we dit samen en nu vertrouw ik erop dat ze weet hoe het moet. Zelf laten kiezen Op een montessorischool leren peuters samen zorg te dragen voor de omgeving. Ze helpen het pauzehapje klaarmaken en ze helpen om alles weer op te ruimen. De begeleiders geven de jonge kinderen het vertrouwen door ze eigen keuzes te laten maken. Het karakter van het kind krijgt in belangrijke mate vorm door de vrijheid die het krijgt. De leerkracht vertrouwt erop dat de kinderen verstandige keuzes maken en begeleidt kinderen die daar nog hulp bij nodig hebben. Zij doet dat door te zorgen dat er precies datgene aanwezig is wat de kinderen motiveert om zich verder te ontwikkelen. Thuis kunnen jonge kinderen ook heel veel. Er zijn veel ‘werkjes’ die ze met veel plezier en bij herhaling kunnen uitvoeren. De herhaling vergroot de vaardigheid en geeft vertrouwen in hun eigen handelen en ook in zichzelf. Wat volwassenen ervaren als werk, zien kinderen als spel: alsmaar een blouse openen en dichtdoen, een toren van blokken stapelen en omgooien, een schone vaat afwassen. En heeft u wel eens uw kind de ramen laten zemen? Dan is het vast opgevallen dat ze hiermee lange tijd bezig kunnen zijn. Mijn eigen dochter was als peuter een grote fan van sokken oprollen en de vloer vegen met een kleine bezem. Een kind ontwikkelt zichzelf Ouders willen graag dat hun kinderen het op school, bij sporten en in hun sociale contacten goed doen. We vergeten dat ieder kind de drang heeft zichzelf te ontwikkelen, maar wel in zijn of haar eigen tempo. Wij hoeven alleen maar interessante voorwerpen en activiteiten aan te bieden. Kinderen helpen graag een fietsband te plakken schermen. Zij geven daarmee aan dat ze niet willen dat hun kinderen falen. Maar die leren juist van hun fouten. Met haar uitspraak ‘Als je wilt dat een kind omhoogklimt moet je er vooral niet bovenop gaan zitten’ bedoelde juf Ank in de Luizenmoeder ook dat het onze taak en plicht is om kinderen fouten te laten maken en dat we ze daar niet op afrekenen. Wanneer we ze helpen van die fouten te leren, ervaren kinderen dat ze op zichzelf mogen vertrouwen, ook als ze het niet in één keer goed doen. Hoe zullen we dat doen? Ik werk op de montessorischool in Houten, in de middenbouw. Ook daar geef ik kinderen vertrouwen door ze zelf na te laten denken en met oplossingen te laten komen. Dat kunnen ouders ook thuis doen. Vraag kinderen: Hoe zullen we dat eens doen? Wat kan jij bijdragen? En wat heb je van anderen nodig? Door naar hun gedachten en ideeën te vragen, tonen we respect voor hun perspectief en geven we het vertrouwen dat ze creatieve oplossingen kunnen vinden. Dat stimuleert zelfvertrouwen en ontwikkeling. Enquête onder ouders van montessorileerlingen Voorafgaand aan dit artikel hield ik een korte enquête onder ouders van montessorileerlingen. Op basis van de 200 antwoorden bleek dat drie van de vier ouders voor montessorionderwijs kiezen vanwege de montessorifilosofie. Veel ouders geven toe dat hun kinderen thuis niet dezelfde verantwoordelijkheden krijgen als op school. Vaak is er niet veel tijd of is het gemakkelijker om het als ouder zelf te doen. Wie wil er nou ‘s ochtends vroeg een discussie over de kledingkeuze? Soms is er een makkelijke oplossing aanwezig. Zo kun je ‘s avonds al samen kleding klaarleggen. Er bestaat helaas geen vaste lijst van wanneer een kind iets zelfstandig zou moeten kunnen doen, dus zijn we overgeleverd aan ons vertrouwen op onze eigen oordelen en het vertrouwen in onze kinderen. Mijn dochter van vijf helpt bijvoorbeeld regelmatig mee de tafel te dekken. Dit doet ze niet met tegenzin. Ze heeft wel eens een glas laten vallen in een restaurant, toen ze het weg wilde brengen. Zo leerde ze dat glazen breekbaar zijn en dat ze dus extra voorzichtig moet zijn. Pannenkoeken bakken Moppen en boodschappen te doen. Tegelijk met deze verantwoordelijkheid geven we onze kinderen vertrouwen. Daar moeten wij wel de tijd voor nemen of maken. Te beschermend Er bestaan ook helikopterouders, ouders die hun kinderen te veel be10 11

This article is from: