Thema
B
Thema
‘Bij twijfel, doe een stap terug … en observeer!’
én, het allerbelangrijkste, hij liet zien: ik kan mij concentreren. Hij heeft ervaren hoe het is om geconcentreerd te kunnen werken. Ook hij was “nog net niet daar”, maar we vonden samen een activiteit die het startpunt van concentratie vormde. Van daaruit ben ik met hem verder gaan werken. Eerst moet concentratie een gewoonte worden,
Jaap de Brouwer
pas dan komt het intellectuele werk.’
Leraar aan de zijlijn ‘Zodra er concentratie is ontstaan krijgt de leraar een passieve rol. Hij staat ‘Volwassenen mogen meer vertrouwen hebben in het feit dat het kind zich wil
dan vooral aan de zijlijn, observeert en
ontwikkelen.’ Aan het woord is Ginni Sackett. Zij is pedagogisch directeur bij de
stoort het kind niet. Hij moet er nu op
Association Montessori Internationale (AMI) en ervaren montessoriopleider met
vertrouwen dat het materiaal zijn werk
een groot hart voor de kinderlijke ontwikkeling. Montessori Magazine sprak haar
doet. Werken met het materiaal bevor-
over de rol van vertrouwen in montessorionderwijs: ‘Vertrouw op het kind en bied
dert de concentratie en juist dat is van
pas iets aan als je ook écht iets te bieden hebt. Bij twijfel, doe een stap terug en
belang voor het normalisatieproces.
observeer!’
Genormaliseerde kinderen tonen hun ware ontwikkeling en overwinnen de obstakels. Het kind ervaart dat alleen
8
Verhuld ontwikkelingsdoel
Als de leraar dat niet doorziet, en gaat
zijn”. Ze hebben constant jouw leiding
hij het werk van zijn eigen ontwikke-
Sackett ziet dat leraren misconcepties
bijsturen, dan wordt de goed bedoelde
nodig, maar niet de leiding die de kin-
ling kan volbrengen. De leraar kan niet
hebben over het ontwikkelende kind:
hulp voor het kind een obstakel waar-
deren het werk uit handen neemt. Het
zeggen: ontwikkel je nu! Dat moet het
te snel zien leraren gedrag dat ze niet
tegen het zich afzet. Waar het kind zich
is een fragile balans tussen de actieve
kind zelf doen en ook zelf ervaren.
passend vinden. Sackett: ‘Het gevolg
wilde ontwikkelen blijven nu juist deze
en passieve houding van de leraar.
Concentratie is de factor die ervoor
is dat leraren in zulke gevallen te snel
obstakels bestaan.’
Concentratie van het kind is de sleutel.
zorgt dat het kind leert zijn ontwikke-
Kinderen moeten ervaren hoe het voelt
ling vooruit te stuwen, anders is zijn
plan hoe het kind gaat leren. Hij gaat
Laten we daarop vertrouwen en het
proberen bij te sturen. Zij doen dat
Ginni Sackett
om het kind te helpen, maar overzien
Concentratie
als je je concentreert. De keuze van het
gedrag doelloos.’
daarbij voorbij aan het eigen werk dat
leren van kinderen niet afdwingen. En
niet dat het gedrag van het kind een
‘Als montessorileraar werk je continu
materiaal is daarbij cruciaal. Het kind
‘Andersom krijgt het kind ook vertrou-
het kind moet verrichten om zich te
is er een obstakel waardoor dat leren
eigen ontwikkelingsdoel in zich draagt.
met kinderen die “nog net niet daar
dat zich nog niet kan concentreren
wen in de leraar. Die weet door zijn ob-
ontwikkelen.’
niet lukt, dan is er weer een taak voor
heeft schijnbaar in de voorbereide om-
servaties dat hij het kind iets te bieden
‘Bij individueel leren is de manier
de leraar: observeren hoe dit kind leert
geving nog niet de activiteit gevonden
heeft waar het echt baat bij heeft. Die
waarop het kind leert het uitgangs-
en daarbij aansluiten.’
die ervoor zorgt dat hij zich leert con-
balans is fragiel: we zijn geneigd te snel
punt. Daar passen wij onze instructie
centreren. Dit kind vraagt iets anders
iets aan te bieden, zonder dat er bij het
op aan. We zoeken naar materialen en
Kinderen onderwijzen ons
van de leraar, een actievere houding.
kind concentratie is, zonder te weten
activiteiten die dit leren ondersteunen.
‘De montessorileraar is dus nooit
De leraar onderzoekt en observeert wat
of het binding met het materiaal heeft.
Het is een uitnodigende stijl. Wanneer
uitgeleerd1. Neem niet aan dat je alles
de redenen zijn dat er geen concentra-
Wij denken doorgaans voor het kind:
dat werkt passen we deze werkwijze
weet, dat je de perfecte montessorile-
tie ontstaat bij het kind. Welk materiaal
dit zal wel goed voor je zijn, dus werk
ook verder toe bij dit kind.’
raar bent. De kinderen zullen je altijd
kan het beste aangeboden worden? De
nu maar hieraan. Maar daarmee nemen
‘De moeilijkheid bij het werken met
onderwijzen in je eigen vak. Het kind is
leraar geeft niet op, maar zoekt actief
we het werk van het kind uit handen;
methodes en werkboeken is dat
ónze leermeester want telkens zullen
naar manieren om het kind te helpen
dat is nu net niet de begeleiding die het
iemand anders heeft bedacht hoe het
de kinderen je weer aan het denken
met de concentratie. Hij is de connec-
kind nodig heeft. Ik zeg daarom altijd
kind leert. Het uitgangspunt is daarbij
zetten: hoe kan ik mijn houding,
tie tussen het kind en het materiaal,
‘When in doubt, stay out. And observe.’
de instructie, niet het leren van kin-
activiteiten en voorbereide omgeving
maar het kind moet zelf het materiaal
Vertrouw op het kind en bied pas iets
deren. De aanname is: als het kind,
aanpassen aan het leren van de kinde-
kiezen en besluiten er mee te werken.’
aan als je ook écht iets te bieden hebt.’
bij wijze van spreken, twee bladzijdes
ren? Observeer en leer van de kinderen
uit het rekenboek heeft gemaakt, dan
want zij vertellen jou het verhaal.’
‘Toen ik zelf nog een onderbouwgroep
heeft het wat geleerd. Maar het werk-
groep die continu van het één naar het
Individuele instructie of individueel leren?
ander ging. Er was geen concentratie,
‘Er is een verschil tussen ondersteu-
is, dat kan alleen het kind zelf. Dat
hij had geen binding met een van de
ning van het individuele leren van
heeft alles te maken met het vertrou-
materialen. Na observatie kwam ik
kinderen en individuele instructie.
wen in de ontwikkelingskracht van kin-
uit bij een bijzondere activiteit: het
Bij individuele instructie gaat de
deren. Pas wanneer kinderen hebben
scheuren van stroken papier. Hij vond
intentie uit van de leraar, die de
besloten dat ze met een materiaal aan
het geweldig, ging er helemaal in op
leerling instrueert. Hij maakt een
de gang willen gaan wordt er geleerd.
had, had ik een jongen van drie in de
Een onderbouwer werkt geconcentreerd met schuurpapieren letters Foto: Rosemarie de Brouwer
Montessori Magazine
nummer 2 | jaargang 43
Montessori Magazine
boek kan niet weten of er iets geleerd
1 Ginni Sackett adviseert om over dit onderwerp meer te lezen in ‘Het brein van het jonge kind’ (voorheen: ‘Aan de basis van het leven’) van Maria Montessori, hoofdstuk 26 en 27.
nummer 2 | jaargang 43
9