montessori MAGAZINE
Jaargang 44 nummer 2 maart 2021
Instructie Wat vinden kinderen er zelf van? Paradoxen van verantwoordelijkheid Leer mij het, na instructie, zelf te doen
‘Om expertleraar te worden is ervaring aanbevolen, maar veel ervaring maakt nog geen expert.’
2
Inhoud
Naar een nieuwe wereld
12
Floor Vermeulen
Leer mij het, na instructie, zelf te doen
20
Jaap deBrouwer 3
15
Wat vinden de kinderen er zelf van? Paradoxen van verantwoordelijkheid
9
Laat uw woorden niet geteld zijn Jaap deBrouwer
Hoera
(weer)
Meer Montessori !
De NMV-Cursus Leidinggevenden 2021 start 19 maart : meld je nog aan Jonge kind & Basis & Vakbekwaam Coaching & begeleiding Inspiratie studiedagen
25 Boekenrecensie: ‘Om iets te leren, moet je het eerst kennen’ Paul Op Heij
De kwestie: Is instructie taboe op montessorischolen? Dé Matthijssen Annemieke Eshuis Gabriël Enkelaar Manja Haze
28
Boekrecensie De denkende klas Paul Op Heij
‘We maken vaak de fout dat we onderwijs aan kinderen en tieners willen inrichten als cursussen voor volwassenen.’
1 Van de redactie Hoofdredacteur Montessori Magazine Toen we als redactie digitaal bijeen waren voor dit nummer twijfelden we over hoe we het thema voor de voorpagina in één woord konden vangen: moest het Instructie worden of Eigenaarschap met een groot vraagteken? Instructie hoort vanouds bij onderwijs, eigenaarschap is meer iets van de laatste decennia. Bij eigenaarschap denk je direct ook aan ‘eigen verantwoordelijkheid’, het stopwoord van decennia van neoliberaal denken en handelen. Doordat het onderwijs de afgelopen decennia onvoldoende oplette wat er buiten het onderwijs gebeurde, werd het zelf een speelbal van de samenleving. Doordat bestuurders en docenten teveel met zichzelf bezig waren (fusies en werkdruk maken je wereld klein - de schade ervan voor leerlingen is waarschijnlijk vele malen groter dan die van corona), raakte het onderwijs nogal van slag: het marktdenken deed de ‘de ijzeren ring’ 1 van (zelfbenoemde) adviseurs rond het klaslokaal uitdijen, in de klas werd eigenaarschap modieus en instructie minder vanzelfsprekend. In dit nummer maakt onderwijsfilosoof Piet van der Ploeg duidelijk hoe het allemaal kon gebeuren, waarbij hij tevens
Zie De Rooy, Piet (2018), Een geschiedenis van het onderwijs in Nederland, Uitgeverij Wereldbibliotheek. Het boek doet denken aan Geert Maks De eeuw van mijn vader; De Rooy beschrijft onze onderwijsgeschiedenis parallel aan de carrière van zijn vader als pedagoog – ons onderwijs mist over het algemeen dialoog tussen generaties. Het heden is geen vacuüm.
1
www.montessoriopleiding.com
‘Lesgeven draait om aandacht en concentratie’ Jaap de Brouwer
Op de weg terug naar montessori
Paul Op Heij
We bouwen samen met jullie verder
23
Joëlle Meijer 18
Paul Op Heij
Montessori Campus 0 tot 18 jaar Paul Op Heij
16
Joëlle Meijer 6
Paul Op Heij
Column: Zeepkloppen Anne Elzerman
4
Manoeuvreren tussen kerk, overheid, markt en wetenschap
Montessori Magazine
de paradoxen van dat eigenaarschap blootlegt. Maar niet nadat eerst de kinderen zelf aan het woord gelaten werden, door Joëlle Meijer, over wat zij van montessorionderwijs vinden. Om het belang van onderwijzen en instructie nog eens uit te leggen, haalt Jaap de Brouwer onderwijspsycholoog Benjamin Bloom aan (uit de tijd vóór het neoliberalisme) en laat diens hedendaagse collega Paul Kirschner nog eens uitleggen: Leer mij het, na instructie, zelf te doen! Artikelen over montessoriopleidingen en plannen voor nieuwe montessorischolen worden daarna allicht iets anders gelezen. Wat niet wegneemt dat montessori en vernieuwingsonderwijs blijven boeien - zoals ook uit recent onderzoek, bijeengebracht door Patrick Sins, René Berends en Jaap de Brouwer, nog maar eens blijkt. Pedagoog John Exalto maakt ten slotte duidelijk hoe historisch besef en kennis van ontwikkelingen binnen en rondom het onderwijs, de beste garantie zijn om ‘ongelukken’ in onderwijs te voorkomen. Zowel voor wat betreft de klassieke vrijheid van onderwijs ten opzichte van de overheid (Art. 23) als voor de positie van scholen en docenten tegenover commercie, ouders en wetenschappers.
nummer 2 | jaargang 44
n
z
Column
Naar een nieuwe wereld Floor Vermeulen
Zeepkloppen Anne Elzerman
De afgelopen maanden zijn vanwege alle buitengewone omstandigheden voor ons
In mijn onderbouwgroep met 3 tot 6
Ik liet haar. Toch probeerde ik haar
onderwijs een niet te onderschatten inspanning geweest. Het lijkt er op dat scho-
jarigen werd door de kinderen naar
op een onbewaakt moment uit te
len langzaamaan weer open kunnen, als eerste de basisscholen. Het voortgezet
hartenlust geschreven en gelezen.
nodigen voor een letterlesje. Ze was
onderwijs en de kindcentra volgen hopelijk snel, als dat veilig is. Maar dicht, open
Schuurpapieren letters werden gevoeld,
hier niet voor in. Ze liep naar de gang
of half open, het laat maar weinig zien van de extra inspanningen die het vereist
kleedjes met woordjes gelegd en de
om een droog shirt aan te trekken om
van kinderen en jongeren, leerkrachten en docenten, ouders en verzorgers. Ook
eerste boekjes werden gelezen door
vervolgens haar geliefde werk weer op
opleiders en ontwikkelaars zijn waar mogelijk doorgegaan met wat ze deden of
mijn vijf jarigen. De omgeving was rijk
te pakken: zeepkloppen.
hebben alternatieven gezocht en gevonden om het te doen. Het bestuur van de
aan taal. Op een dag zat ik geknield bij een
NMV heeft veel respect voor wat er allemaal bedacht is en gedaan wordt.
2
Column
Elissa, een stevig meisje van vier
kleedje van een ander kind. Het waren
Een heel jaar duurt deze situatie met ups en downs inmiddels. Natuurlijk be-
jaar kwam iedere dag binnen mét
‘haal-woorden’ (jas, pot, bel, tas, juf).
grijpen we allemaal dat de bestrijding van een pandemie een kwestie van lange
opgestroopte mouwen. Zeepkloppen,
Elissa stond met druipende zeperige
adem is en dat daarbij de bescherming van de gezondheidszorg van groot belang
dat is wat ze deed. Eerst raspte ze
armen achter me en las kordaat, luid
is – dat heeft ook de geschiedenis wel geleerd. Andere sectoren, zoals ook het on-
een hard zeepje met een scherpe
en met kracht: ‘P-O-T, POT’ zei ze. Ze
derwijs, hebben zich allereerst daarnaar te richten: de gezondheid, het overleven,
rasp. Dan haalde ze water met een
ging door. Ze las alle kaartjes, stuk voor
staat voorop en dat vraagt aanpassing van iedereen. Dat onder gezondheid ook
kannetje, schonk het water in (of deels
stuk. Ze kon lezen.
geestelijk welbevinden valt, maakt het daarbij natuurlijk extra ingewikkeld. Dat een
naast) een grote schaal. Ze voegde
minister in de media uitspreekt dat leerlingen zich maar alvast moeten voorberei-
de zeepraspsels toe en nam de garde.
Niet één letter heb ik haar aangeboden.
Vanaf de dag dat Elissa begon met
den op ‘zittenblijven’ helpt dan bepaald niet, want nogal demotiverend.
Ze klopte met ferme slag en maakte
Niet één lesje gegeven. Elissa had leren
lezen veranderde er iets in haar. Ze
lezen door te kijken. Te kijken naar
las alles wat los en vast zat. Begon
Met respect voor ieders inspanning overal waar dat moet, van ziekenhuis tot
schuim. Elke dag opnieuw. Ondanks het opstropen raakten de mouwen
alle lesjes die de kinderen om haar
woordjes te leggen en meer en meer
school, moeten we verder gaan en bouwen en repareren waar dat kan. Het
van haar shirt doorweekt. Iedere
heen kregen. Door te observeren van
te lezen. Als een speer ontwikkelde ze
verenigingswerk gaat in deze tijd ook zoveel mogelijk ‘gewoon door’. Onder de
dag opnieuw.
zich. De gevoelige periode voor taal
bezielende leiding van Egbert de Jong blijven we werken aan professionalisering
een afstand heeft ze de letters in zich opgenomen, geabsorbeerd als
van onze communicatie, zodat leden meer en betere mogelijkheden krijgen om
een spons.
binnen de NMV van elkaar te kunnen leren. Als bestuur werken we ook aan een
Na het lezen van alle kaartjes op
Om te vragen of ik deze herinnering
strategiedocument waarover de ledenvergadering zich later zal kunnen uitspreken:
het kleedje liep ze weg. Een hand-
hier mocht plaatsen zocht ik weer
geen plannen meer voor een jaar maar een meerjarige visie vertalen naar jaarlijks
doek zoeken voor haar nog drui-
afrekenbare doelen.
pende armen.
contact met Elissa. Ze vertelde me: ‘Ik ben de liefde voor taal nooit verloren
De NMV zijn we allemaal samen: onze scholen, onze individuele leden, onze
Ieder kind is uniek. Laten we blijven
opleiders en ontwikkelaars, onze docenten, maar ook ouders. Mooi om te zien dat
kijken naar kinderen. Laten we
verhalen en ik probeer boeken vol. Ik lees als een gek, niet alleen boeken
er ook initiatieven zijn om ouders meer stem te geven in de vereniging, met het
geduld hebben. Laten we niet te veel
met verhalen maar ook filosofie en
voorstel voor oprichting van een netwerk bijvoorbeeld. Ook daarover zullen wij bij
sturen, een inspirerende omgeving
gedichten.’
de ledenvergadering in mei nadere voorstellen doen.
bieden. Laten we vertrouwen hebben.
was overduidelijk.
en schrijf nu aan één stuk door gedichten,
Vertrouwen in het kind. We blijven dus aan het werk, ook nu dat vooral digitaal moet en persoonlijk te prijzen vanwege de nieuwe gedrevenheid en de nieuwe ideeën die het oplevert.
Is directe instructie uit den boze? Het hangt er misschien vanaf wat je
Een nieuwe wereld na corona gloort, maar allereerst in gezondheid met elkaar.
onder directe instructie verstaat.
contact slechts sporadisch mogelijk is. Respect voor ieders inspanningen, extra
Maar is directe instructie nodig? Niet voor Elissa.
Vriendelijke groet,
De vaste columnisten Nel de Groot en Rogier van Dijk zijn gestopt – veel dank voor jullie bijdragen. Voortaan gaan we verder met wisselende columnisten.
Floor Vermeulen Elissa
Montessori Magazine
nummer 2 | jaargang 44
Montessori Magazine
nummer 2 | jaargang 44
3
w Thema
Thema
Wat vinden de kinderen er zelf van? Joëlle Meijer
4
maar meestal aan kleine groepjes of in-
met leuke opdrachten als: ‘Zoek tien
dividueel. Als kinderen dezelfde vraag
weetjes op over een dier.’ In Leusden
hebben, kunnen ze uiteraard samen
vinden ze het zelfstandig werken fijn,
een lesje krijgen. In Huizen vertel-
omdat ze zelf mogen kiezen wat ze
len kinderen dat ze meestal eerst een
doen, in hun eigen tempo bovendien.
groepsles krijgen; degenen die het nog
In Leusden en Houten kunnen ze
niet helemaal begrepen krijgen daarna
tijdens de ochtenden vrij werken. En
extra uitleg. In Houten en Leusden
ze zouden ook ‘s middags graag meer
krijgen ze vooral individueel les. Maar,
vrije keuze willen hebben, maken
vertellen ze daar, ze vinden het ook
ze me kenbaar. Indy, groep 5, tekent
leuk om samen met een werkmaatje
bijvoorbeeld graag, vertelt ze.
een lesje te krijgen: ‘Dan kan je elkaar
Ik houd me van de domme als ik op
Wat vinden kinderen zelf van montessorionderwijs? Wat vinden zij belangrijk
niemand buiten te sluiten maar samen
helpen en samenwerken.’ Enkele bo-
alle drie de montessorischolen vraag
op school? Ruim 30 kinderen tussen de 6 en 13 jaar, van montessorischolen in
te werken. In Houten en Leusden be-
venbouwers spreken zich duidelijk uit
of ze de hele dag mogen tekenen,
Huizen, Leusden en Houten, vertelden over hun ervaringen en bevindingen. Hoe
staan de groepen uit drie leerjaren,
voor groepslessen, ook al passen die
wanneer ze maar willen. Er zijn immers
kunnen hun opmerkingen gewogen worden?
in Huizen uit twee. Ze leren er van en
sowieso minder goed in montessorion-
mensen die denken dat je op een
aan elkaar, vertellen ze. Iris, groep 7,
derwijs omdat kinderen van verschil-
montessorischool de hele dag mag
zegt dat ze leert om meer in contact
lende niveaus bijeen zitten – groeps-
doen wat je wil. Alle kinderen roepen
te komen met mensen, ‘zodat het
lessen zijn, weet ik uit eigen ervaring,
dat dit echt niet mag, maar dat je wel
later makkelijker is om met andere
veelal noodgrepen van de docent om
mag tekenen bij werkjes en verhalen.
Montessorionderwijs stelt het kind
ervan op cognitief en sociaal emotio-
mensen te communiceren.’ Ook leren
kerndoelen te kunnen behalen. Boven-
En er zijn natuurlijk ook aparte teken-
centraal door het onderwijs en de voor-
neel gebied. De leerkracht heeft hierbij
ze door veel samen te doen respect te
bouwer Deryan voegt daar nog aan toe:
lessen. In de bovenbouw zijn kinderen
bereide omgeving zo goed mogelijk af
vooral een coachende rol.
tonen voor elkaar, meent ze. Volgens
‘Als je tijdens groepslessen een vraag
zich ook terdege bewust van de eisen
te stemmen op de innerlijke behoefte
Ilan en Kaya, groep 6 en 7, begrijpen
hebt, kan de leerkracht die niet altijd
van het vervolgonderwijs. Iris, groep 7:
van het individuele kind. Hierdoor kan
Zelfstandig werken
kinderen dat iedereen zichzelf mag
meteen beantwoorden.’
‘Je moet nu al laten zien wat je
dat kind zich optimaal ontwikkelen, is
Vrijwel alle kinderen die ik ‘t vraag
zijn; ze voelen zich ‘gerespecteerd’
de gedachte. Kinderen leren keuzes te
willen graag iets over montessorion-
door hun leerkracht.
maken en vragen te stellen. Daardoor
derwijs vertellen. Pien, groep 5, vertelt
groeit hun zelfbewustzijn; ze leren
enthousiast dat zij op haar montes-
Montessorimaterialen
ren in een schrift, een aftekenboekje of
sorischool vooral leert om zelfstandig
Alle kinderen die ik spreek zijn enthou-
weekplan bij welke werkjes ze gedaan
Observeren en stimuleren
Montessorionderwijs krijgt op alle
te werken. Dex, groep 5, voegt daar
siast over het montessorimateriaal.
hebben. Dit geeft inzicht in waar ze
Of kinderen een leerkracht nodig heb-
drie de scholen dus verschillend
aan toe dat hij daardoor zichzelf leert
Het stimuleert de zelfwerkzaamheid,
mee bezig zijn en waar ze naartoe
ben om zelfstandig te werken? Wat ik
vorm, maar de rode draad is duidelijk:
kennen. Op alle drie de scholen waar
vinden ze. Ze verwoorden het niet
werken, maak ik op uit wat er gezegd
hoor verschilt. Ilse, groep 5: ‘Mijn leer-
kinderen kiezen welk werkje ze doen,
ik kinderen spreek, in Huizen, Leusden
altijd even helder, maar uit wat ze
wordt. In Huizen maken ze eerst hun
kracht laat me zien dat ik meer dingen
ze krijgen ruimte om hun interesses
en Houten, vertellen ze dat er ver-
zeggen maak ik op dat de kracht van
geplande werk af, daarna mogen ze
kan dan ik dacht.’ Indy, groep 5: ‘Wij
te volgen en vragen te stellen en ze
plichte werkjes zijn. Als je die af hebt,
de materialen zit in dat ze kinderen
uit de ‘klaar-kast’ een kaartje kiezen
helpen elkaar als de leerkracht er even
hebben doorgaans plezier in het leren,
kun je werkjes doen die je zelf kiest.
uitdagen op wat ze kunnen. Als ze
niet is.’ Andere kinderen zeggen verge-
alleen en samen met anderen. Ze leren
In Leusden start de bovenbouw soms
hun leerdoel bereikt hebben, verliezen
lijkbaars; ik kan er uit afleiden dat de
plannen en verantwoordelijk te zijn
met een som van de dag. Alle kinderen
materialen aan aantrekkingskracht,
rol van de leerkracht vooral coachend
voor anderen en voor de wereld om
geven er aan dat ze het liefste een
dan zijn kinderen toe aan de vol-
is – ook om kinderen te stimuleren om
hen heen. Als je het de kinderen zelf
uitdagend werkje doen: ‘Als je het net
gende – montessorimaterialen hebben
te reflecteren en eigen doelen te stel-
vraagt, lijken ze ronduit tevreden met
begint te begrijpen is het echt heel
een zorgvuldig gekozen opbouw in
len. Op alle drie de scholen vertellen
hun onderwijs.
leuk.’ Ze vinden het ook leuk als ze
moeilijkheidsgraden. Door alle lesjes,
ze echter ook dat hun leerkracht leuke
zelf iets mogen bedenken, ‘uitvogelen’,
individueel en groepslessen, is er niet
lessen geeft. Ze verkiezen daarbij de
en presenteren. In Huizen vertellen
altijd tijd om veel met materialen te
lesjes met de montessorimaterialen
leerkrachten welk werk de kinderen
werken, krijg ik te horen. In Houten en
boven de lessen uit de methodes.
moeten doen. Toch vinden de kinderen
Leusden werken ze met rekenkasten,
Het allerleukste vinden ze het als ze
ook daar dat ze leren zelfstandig te
waarbij sommenkaarten gekoppeld
zelf oplossingen mogen bedenken: ‘Je
werken en samen te werken. Ze maken
zijn aan materiaal en lesjes. Door
leert ook na te denken over wat je wel
Montessori basisschool Houten: Floris, Missy, Ilse,
keuzes en plannen hun werk in. Ze
observatie houden de leerkrachten de
al kan en nog niet’. Kayla, groep 7: ‘De
Dex, Indy, Pien, Sem, Thomas, Iris, Deryan, Lynus,
werken samen en tijdens de maande-
ontwikkeling van ieder kind afzonder-
juf helpt je zo goed als mogelijk, welk
Ilan, Kaja, Yfke, Noah, Xavier
lijkse opendeurshow treden ze regel-
lijk in de gaten. Zowel kinderen als
niveau je ook hebt. Je mag zijn wie je
Dr. Maria Montessorischool, Huizen: Benthe,
matig op. Van het presenteren krijgen
leerkrachten vertellen dat kinderen het
wil zijn’. En op alle scholen vinden ze
Sophie, Jelle, Pepijn, Aimée, Jip, Lotte, Raf,
ze zelfvertrouwen, zeggen ze.
ook zelf aangeven als ze toe zijn aan
ook dat een leerkracht best een beetje
Gijs, Pim
Bovenbouwers van de Houtense Mon-
een volgende stap.
streng mag zijn. Ilan, groep 6: ‘Je kan
Montessorischool ‘t Ronde, Leusden: Jule, Anne,
tessorischool vertellen dat ze ook leren
Op alle drie de scholen geeft de
het vertellen als je iets vervelend
Floris, Lara, Iris, Saffa, Gijs
om sociaal te zijn tegen elkaar; door
leerkracht soms les aan de hele klas,
vindt en dan gaan ze daar op letten,
Montessori Magazine
nummer 2 | jaargang 44
kan, samen met de leerkracht en je
Werk plannen
ouders ben je zelf verantwoordelijk
Op alle drie de scholen houden kinde-
voor het werken.’
Montessori Magazine
en dan komt er echt verandering in.’
5
Verder met dank aan:
nummer 2 | jaargang 44
Thema
Thema
P
meer grip op hebt, maar ondertussen
verantwoordelijkheid voor leerlingen
voor pedagogiek die er op veel andere
zit je in een ordeningsgevangenis – zie
minder houvast, zegt hij. ‘Zij krijgen
scholen te weinig is, anderzijds te
wat filosoof Michel Foucault hier over
officieel misschien minder verant-
makkelijk denken over eigenaarschap
schreef.
woordelijkheid, maar zij voelen zich
van leerlingen. ‘Helen Parkhurst, de
wel verantwoordelijk voor wat er
grondlegster van het daltononder-
Thuissituaties
allemaal gebeurt. Hun verantwoorde-
wijs, gebruikte allerlei trucjes om
Wanneer je het aan kinderen vraagt,
lijkheid wordt er niet minder op, want
kinderen aan het werk te krijgen, heel
willen ze vooral structuur en duide-
leerlingen doen dan allemaal dingen
strategisch: leerlingen moesten de
lijke criteria, meent Van der Ploeg.
waar zij geen controle over hebben.
indruk krijgen dat ze het allemaal zelf
De meeste willen van een leraar leren
Dus worden ook zij er vaak onzeker en
bedachten – eigenaarschap als fictie
en een voorspelbaar en overzichtelijk
gefrustreerd van. Dat merk ik ook op
dus. Dat moeten we niet verwarren
programma volgen. Ze willen uitleg
de universiteit bij collega’s, dat ze een
met de werkelijke visie van Parkhurst
en begeleiding, zeker kinderen uit
hekel hebben aan moderne vormen
op onderwijs. Ook Maria Montessori
Paradoxen van eigenaarschap, noemt onderwijsfilosoof Piet van der Ploeg het:
gezinnen waar thuis toch al weinig
van onderwijs, omdat ze de controle
had niets met ons idee van eigenaar-
hoe meer ruimte we die ene leerling willen laten, hoe meer we moeten organiseren
structuur is. Hij vindt dan ook dat we
verliezen. Routineuze verantwoordelijk-
schap. Zij voorzag de ontwikkeling van
om dat ook voor andere mogelijk te maken. ‘Het reformonderwijs werd gekaapt
meer geduld met hen moeten hebben
heid is eenvoudiger dan die voor iets
het kind vanuit de biologie; ja kinderen
door het emancipatie denken van de jaren 60 en 70.’
– hij denkt dat neurowetenschap-
wat voortdurend open ligt.’
mochten kiezen uit materiaal dat al
Paradoxen van verantwoordelijkheid Paul Op Heij
per Jelle Jolles wat dit betreft alleen
6
Hippie-ideeën
vergeten dat het dalton- en montesso-
in een hip neurologentaaltje verpakt:
Van der Ploeg constateert een dub-
rionderwijs in de jaren zestig en zeven-
‘oude wijn in nieuwe zakken’. Je moet
belheid bij traditioneel vernieuwings-
tig gekaapt zijn door het emancipatie
verantwoordelijkheid niet afwentelen
onderwijs als dalton, montessori en
denken dat leerde het kind als gelijke
vrijeschool: enerzijds wel die aandacht
van de volwassene te zien. Dat zat er
Het woord ‘eigenaarschap’ is popu-
des te verwerpelijker als het om jonge-
lair in het onderwijs, zegt Piet van
ren gaat die nog maar weinig levens-
kertijd wordt er gelabeld bij het leven om scholieren in allerlei hokjes1 te
der Ploeg, onderwijsfilosoof aan de
ervaring hebben en geen overzicht en
stoppen, waardoor hun eigenheid geen
op jongeren, meent hij, je kunt me-
Universiteit Groningen. Het woord
inzicht in waar ze met zo’n persoonlijk
deverantwoordelijkheid wel doseren
klinkt aantrekkelijk: leerlingen verant-
ontwikkelingsplan naar toe moeten
recht wordt gedaan. Al die stoornissen en intelligentie labels2 zijn er voorbeel-
woordelijkheid gunnen. Als je er echter
werken. Ze moeten in zo’n POP eigen
den van.’
instructies te geven en te motiveren.
beter over nadenkt, zegt hij, zie je er
doelen formuleren, waarmee ze in feite
de neoliberale manier van denken in
zichzelf gijzelen, want over een maand
Een voor de hand liggende vraag is
liever geleidelijk meer zelfstandigheid;
verstopt: ‘Eigen verantwoordelijkheid is
moeten ze wel dit en dat kunnen.’
dan of al dat organiseren en labelen
ze zijn niet gebaat bij al te vroeg en
te maken heeft met de massaliteit van
al te veel keuzevrijheid en verant-
Zelfdwang
scholen en overvolle klassen. Toch
woordelijkheid, laat staan bij geheel
Het is een vorm van zelfdwang opleg-
weifelt Van der Ploeg: ‘Misschien, maar
leerling-gestuurd onderwijs, schrijft
gen, een mechanisme dat overal in de
je ziet dat ook ouders met maar twee
hij in een paper: Paradoxen van
moderne samenleving speelt, bloot ge-
kinderen labelen om processen in de
eigenaarschap (2020). De ene leerling
legd door socioloog Zygmunt Bauman
greep te kunnen houden. Ouders zijn
profiteert van zelf mogen doen, de
en klinisch psycholoog Paul Verhaegh.
ook blij met het label ADHD, want dan
andere lijdt onder zelf moeten doen,
Zelf deed Van der Ploeg jaren praktijk-
ligt het tenminste niet aan henzelf.
vat hij samen.
onderzoek op daltonscholen en kwam
Bovendien kunnen ze er dan iets mee,
tot de conclusie dat vrijheid verlenen
want er is een boekje over en ze kun-
Of vrijheid gunstig is, is afhankelijk van
aan die ene eenling, vrijheid organise-
nen er mee naar de remedial teacher of
kunnen en voorwaarden, van thuissitu-
ren voor alle andere betekent. En dat
naar het schaduwonderwijs. Mensen
aties bijvoorbeeld. De ene leerling lukt
vrijheid daarmee in de praktijk allicht
doen dat labelen ook steeds meer over
eigenaarschap eerder dan de andere;
betekent meer regels voor iedereen:
zichzelf. Ik zie het ook bij mijn doch-
in het onderwijs zou idealiter eigenaar-
stiltegangen, stappenplannen, hande-
ters. Vroeger had je verkering of niet,
schap van de enkeling naast klassikale
lingswijzers, looproutes, stoplichten,
nu heb je een hiërarchie aan gradaties:
instructie moeten bestaan, meent hij.
verlofpasjes. Binnen scholen nam hij
a friend with benefit, an exclusive friend
‘Een school is niet hetzelfde als een
zelden vrijheid zonder toezicht waar en
en vijf stappen verder heb je pas verke-
bijscholingscursus: een school behoort
daar waar wel wat te kiezen viel, betrof
ring. Het lijkt erop dat mensen steeds
ook opvoedend te zijn. We maken vaak
het door docenten voorgeselecteerde
onzekerder worden over zichzelf. Of
de fout dat we onderwijs aan kinderen
thema’s of opdrachten. Door leerlingen
wordt alles alleen maar verfijnder in
en tieners willen inrichten als cursus-
gemaakte keuzes moesten minimaal
de taal en worden we daar onzekerder
sen voor volwassenen. Kinderen hoe-
een week van te voren gemeld, want
van? Want dit raakt natuurlijk ook aan
ven eigenlijk nog geen verantwoorde-
anders voor school of docenten weer
eigenaarschap: waar wij vroeger alleen
lijkheid te dragen. Ze hoeven nog niet
niet te organiseren.
maar van alles uitprobeerden met
mee te beslissen, hoeven alleen maar
Van der Ploeg: ‘Ieder kind uniek, wordt
meisjes, daar wordt nu alles eerst uit
te leren – daarom heten ze leerlingen.’
er op scholen geroepen, maar tegelij-
onderhandeld. Je denkt dat je er dan
Ook voor leraren betekent meer
in feite zeggen: zoek het zelf maar uit,
Piet van der Ploeg
Montessori Magazine
voor hen gekozen was. We moeten niet
maar oude pedagogische inzichten
en aanleren, door te ondersteunen, Als het dan toch moet, willen jongeren
nummer 2 | jaargang 44
Montessori Magazine
7
nummer 2 | jaargang 44
Thema
bij Montessori en Parkhurst oorspronkelijk echt niet in. Hetzelfde geldt voor de vrijeschool; Rudolf Steiner was wel de laatste bij wie je als leerling eigenaar kon zijn – geen school met zoveel systeemdenken. Nee, het traditioneel vernieuwingsonderwijs was oorspronkelijk niet zo emanciperend als men tegenwoordig wil doen geloven.’ In ons onderwijs leven nog veel hippieideeën, meent van der Ploeg. ‘Het begon in de jaren zestig bij studenten, het werd in de jaren zeventig toegepast op kinderen en aansluitend was er de vrouwenemancipatie - als je daar tegen was, was je ook tegen onderwijsvernieuwing. Doordat iedereen voor zich zelf moest leren opkomen en het allemaal zelf mocht weten is de samenleving rijp gemaakt voor het neoliberale tijdperk: allemaal geëmancipeerde individuutjes met eigen meningen, maar wel met zijn allen overgeleverd aan het financiële geweld van grote bedrijven
8
en een overheid die verkondigde dat we zelf verantwoordelijk waren voor alles, of we daar nu toe in staat waren of niet.’
Wetenschap en onderwijs 1 Het is een dynamiek van onderzoek om steeds meer te willen weten door dat wat je gevonden hebt te categoriseren en te labelen, aldus onderwijsfilosoof Piet van der Ploeg. ‘Door ordening aan te brengen krijg je iets in de greep, maar anderzijds ontsnappen je daardoor ook de verschillen. Hoe meer we weten over intelligentie, hoe eenzijdiger we leerlingen bejegenen als we met die intelligentie niet tegelijkertijd meer te weten komen over andere aspecten als muzikaliteit of überhaupt creativiteit. Dan realiseer je je weer dat er een
Kinderen eigenaarschap geven in het onderwijs past perfect bij die neoliberale mantra van ’eigen verantwoordelijkheid’ en we zijn er nog lang niet vanaf, voorspelt Van der Ploeg, zolang mensen als Sjef Brummen met zijn Agora-ideeën zoveel ruimte krijgen. ‘Beunhazerij met wetenschappelijke inzichten over onderwijs en wetenschap is een groot probleem: Brummen, Jolles, zo’n tv-serie 100 Dagen voor
nis en taal die we via categorisering van overeenkomsten verworven hebben. De paradox van al die wetenschappelijke inzichten is dus dat we leerlingen steeds meer bejegenen met begrippen die aan individualiteit juist geen recht doen; met die begrippen neem je de individualiteit in een wurggreep. Hetzelfde speelt in de psychologie en psychiatrie; labels zorgen voor zowel vertrouwdheid als voor vervreemding.’
Leren zou het verwerken van lesstof zijn, een activiteit van kinderen. Het is een opvatting die niet misstaat binnen het montessorionderwijs, maar zo eenvoudig is het toch niet; ook leraren hebben invloed op het leerproces, bijvoorbeeld via instructies. Daarvoor is een gevulde didactische gereedschapskist een vereiste, om daarmee eerst kennis en vaardigheden te helpen opbouwen en daarna de
2 Van der Ploeg: ‘Intelligentie is in het onderwijs zo belangrijk geworden toen
begeleiding geleidelijk af te bouwen.
de overheid er niet meer op vertrouwde dat docenten in staat zijn leerlingen goed in te schatten. De intelligentietest en de Citotoets werden ingevoerd om een objectievere maat te hebben voor slimheid van kinderen. Die intelligentie is vervolgens een eigen leven gaan leiden. Er kwam toen kritiek op de eenzijdigheid ervan – alleen maar aandacht voor het hoofd, en daarop bood Howard Gardner weer een uitweg met zijn “meervoudige intelligentie”. Maar Gardner hield niet meer op met er nieuwe intelligenties bij vinden, waardoor vanwege de inflatie zijn oorspronkelijke idee aan kracht verloor. Dit is trouwens een vorm van inflatie die in de wetenschap veel voor komt, denk ook aan wat er gebeurt met de Self Determination Theory van Deci en Ryan. Ook gevaar is dat je, als je een steeds nauwkeuriger beeld van de werkelijkheid wilt krijgen, je uiteindelijk alleen nog maar de taal waarmee je de werkelijkheid wilt beschrijven aan het verfijnen bent, zonder dat het nog iets leert over de werkelijkheid. Dat is zo met intelligentie, met motivatie, met gehechtheid. Het is in feite hetzelfde als wat in de katholieke theologie gebeurde: het idee van de heilige drie-eenheid kwam uiteindelijk totaal los te staan van de werkelijkheid.’ 3 Elke maatschappelijke discussie wordt tegenwoordig doodgeslagen met uitspraken als: ‘uit onderzoek blijkt dat… en het is wetenschappelijk bewezen dat…’, aldus Van der Ploeg: ‘Alsof er geen andere argumenten meer bestaan om iets te doen of na te streven: scheve machtsverhoudingen bijvoorbeeld
gepopulariseerde kennis vrijelijk kan concurreren met echte wetenschap.3’
aan inflatie onderhevig te zijn, meent hij, want ook in het HBO-onderzoek
of heilige principes najagen.’ Bovendien lijkt de term wetenschap zelf nogal wordt praktijkonderzoek tegenwoordig vereenzelvigd met wetenschap – je kunt er even goed een master mee halen: ‘In de pedagogiek, de jeugdzorg en
Voor degenen die het ontstaan en
het hele praktische onderzoek is dat een groot probleem. Men doet daar niet
de ontwikkeling van het neolibera-
meer waar men goed in was, maar probeert te doen wat in een andere disci-
lisme beter willen begrijpen:
pline gebeurt. Als ik een lekke band heb, doe ik onderzoek om te zien waar
Naomi Klein, De shockdoctrine.
het lek zit, maar daarmee is mijn uitkomst nog geen wetenschap. Heel veel
De opkomst van het rampenkapita-
onderwijsonderzoek is helemaal geen wetenschap, want men probeert alleen
lisme, Uitgeverij De Geus, 2009.
maar problemen op te lossen – terwijl wetenschap eerder problemen creëert
En onlangs verscheen ook Ewald
om te zien wat daarna gebeurt. Als we niet alles meer wetenschap noemen,
Engelens pamflet Ontwaakt!
wordt onderzoek doen ook weer ontspannener, minder overdreven systema-
Kom uit uw neoliberale sluimer,
tisch en gestructureerd, waardoor het wellicht praktisch meer oplevert.’
Uitgeverij Atheneum, 2021.
Jaap de Brouwer
individualiteit of uniciteit anderzijds, want die laatste definiëren we met ken-
de klas, het zijn voorbeelden van hoe
Montessori Magazine
L
Laat uw woorden niet geteld zijn
bijzondere relatie bestaat tussen ontdekte overeenkomsten enerzijds en
zij komen met steeds meer gradaties, waardoor ook dat idee verwatert. Het
Thema
nummer 2 | jaargang 44
Dat kinderen verschillen in hoe ze leren
lesstof eigen te maken en het andere
en kennis tot zich nemen is evident.
kind minder. Onderwijspsycholoog
Maar leraren moeten zich realiseren dat ze invloed hebben op de wijze
Benjamin Bloom ziet het in Learning for Mastery 1 als de basistaak voor de
waarop kinderen lesstof verwerken. Er
leraar om rekening te houden met de
zijn beproefde didactische strategieën
verschillen tussen kinderen bij het ge-
die kinderen helpen om makkelijker,
ven van instructie. Hij ageert tegen het
om de lesstof te gaan beheersen? Dat
sneller en beter de lesstof tot zich te
gebruik van lesmethodes door te stel-
roept echter wel twee vragen op: hoe
nemen. Bovendien zijn didactische
len dat die standaard instructiemetho-
benutten we tijd en wanneer is de les-
strategieën als beheersingsleren, het
des hanteren, niet rekening houdend
stof beheerst?
verkennen van voorkennis en het expli-
met de verschillen tussen kinderen.
citeren van denkprocessen goed toe-
Bloom zoekt naar een manier om de
Leren in eigen tempo
pasbaar in het montessorionderwijs.
verschillen in het leren van kinderen
Volgens Bloom moesten leraren zich
Uiteindelijk is in het montessori-
juist te matchen met het individuele
eerst buigen over de vraag: wanneer is
onderwijs het streven dat kinderen
leerproces dat ze doorlopen. Deze ge-
de lesstof écht beheerst? Wat ken-
het verwerken van de lesstof zo veel
dachte vormt het vertrekpunt voor wat
nen en kunnen de kinderen dan? Het
mogelijk zelfstandig doen, maar laat
Bloom het beheersingsleren noemt; een
formuleren van criteria helpt daarbij.
ze niet op voorhand aanrommelen en
kind mag pas verder met het volgende
Daarna zoekt de leraar naar mid-
het allemaal zelf uitzoeken. Als leraar
onderdeel van de lesstof als het vorige
delen om dat doel te bereiken. Ook
bouw je samen met kinderen nieuwe
beheerst is.
stelt de leraar diagnostische vragen
kennis en vaardigheden op door de
Bloom ging er van uit dat kinderen
of toetsen op. Daarmee checkt de
inzet van een gedegen didactische
leren in hun eigen tempo. Een van de
leraar de voortgang in het beheersen
gereedschapskist. Vervolgens bouw
grootste verschillen tussen kinderen is
van de lesstof. De uitkomst van zo’n
je geleidelijk de begeleiding af en
namelijk de tijd die ze nodig hebben
diagnostische toets of set met vragen
schuift de verantwoordelijkheid voor
om zich de lesstof eigen te maken. Het
is simpel: je beheerst de lesstof of
het leerproces meer naar het kind. In
was zijn stellige overtuiging dat als we
niet. Kinderen die de lesstof nog niet
dat proces blijft de leraar zoeken naar
kinderen voldoende tijd en passende
beheersen krijgen een gedetailleerde
balans, want de begeleiding van de
hulp geven, 95% van de kinderen in de
terugkoppeling over welke onderdelen
leraar is afhankelijk van de behoefte
groep de lesstof op een hoog niveau
ze nog niet beheersen. Vervolgens
en het niveau van het kind.
kan beheersen. De moeilijkheid zit
krijgen ze ondersteuning en instructie
vooral bij kinderen die meer leertijd
afgestemd op deze onderdelen. Juist
Beheersingsleren
nodig hebben, meende hij: hoe kunnen
die specifieke terugkoppeling is van
Sommige kinderen weten al veel over
we ook voor hen de leertijd zo kort
een onderwerp, andere weinig. Het ene
mogelijk houden zodat zij geen lange,
kind heeft meer tijd nodig om zich de
uitputtende strijd met zichzelf voeren
Montessori Magazine
Benjamin Bloom
1 Bloom, B. S. (1968). Learning for Mastery. Evaluation Comment, 1, 1-12.
nummer 2 | jaargang 44
9
Thema
Thema
belang. Bloom zag namelijk in zijn
instructies als feedback, wordt leren in
Wat je al weet over de lesstof, bepaalt
sprekend is dat toch niet. Onderzoek
instructie het denken van de leraar
onderzoek dat kinderen bereid zijn
eigen tempo pas nuttig. Montessori-
hoe snel je leert. Voorkennis is van in-
juist zichtbaar maakt. Wanneer leraren
om tijd te investeren om de lesstof te
leraren zouden zich dus op voorhand
vloed op de leertijd die kinderen nodig
van Janneke van de Pol en collega’s4 laat zien dat leraren geneigd zijn
beheersen, als de feedback maar con-
moeten afvragen: wanneer beheerst
hebben om de lesstof te beheersen.
onmiddellijk ondersteuning en bege-
leren kinderen weliswaar hoe het ma-
creet en duidelijk voor ze is. Het leren
een kind eigenlijk het knopjesbord, het
Maar voorkennis bepaalt ook hoe
leiding te bieden, zonder eerst vast
teriaal werkt, maar doen zij dit eerder
beheersen van de lesstof is dan niet
zelfstandig naamwoord of het gouden
kinderen lesstof opnemen. Hoe meer
te stellen wat het kind al weet en wat
als een uit het hoofd geleerd trucje.
meer een kwestie van doorzetten, maar
materiaal? En welke specifieke feed-
voorkennis kinderen hebben, hoe beter
het nog niet weet. Omdat de meeste
Kinderen zullen het materiaal veel te
van het gericht jezelf verbeteren op de
back kan ik hierbij geven?
ze nieuwe lesstof begrijpen en hoe langer ze die zullen onthouden.3 De
voorkennis niet ‘observeerbaar’ is, kan
veel nodig blijven hebben, omdat ze
de leraar beter het gesprek aan gaan
simpelweg niet de denkprocessen be-
Wat je al weet, bepaalt hoe je leert
leraar gaat na of de voorkennis van
waarbij hij het begrip van het kind
heersen om de geleerde strategieën in
het kind compleet is. Dit doet hij door
checkt: ‘Dus dit begrijp je wel en dit
een andere context toe te passen. De
Kinderen verschillen dus in leertijd,
belangrijke begrippen en procedures
weet je nog niet.’ De leraar gebruikt de
leraar moet deze denkprocessen dus
Ook het montessorionderwijs huldigt
maar ook in voorkennis. Leren bete-
uit voorgaande lessen samen met het
voorkennis van het kind voor het vin-
expliciet uitleggen, hardop voordoen,
het standpunt dat kinderen leren in
kent bouwen op wat je al weet. Volgens
kind te herhalen. Zo moet het begrip
den van een passend lesdoel. Hij zoekt
zijn handelingen in woord en gebaar
hun eigen tempo. Maar Bloom liet zien
onderwijspsycholoog David Ausu-
kwadraat helder zijn voordat kinderen
naar de lesinhoud die past bij datgene
onderbouwen.
dat het geven van voldoende leertijd al-
bel is voorkennis een van de meest
aan de slag kunnen met de kist met
wat het kind nog net niet beheerst,
leen niet afdoende is. Pas als kinderen
kubussen en kwadraten. Maar ook
maar met behulp van een instructie wel
Drietrapslesje herzien
inzichtelijk krijgen wanneer de lesstof
invloedrijke factoren voor het leren van kinderen.2 En juist het activeren van de
relaties tussen de begrippen en de pro-
kan leren beheersen. Dat vraagt flexi-
Colins en zijn collega’s hanteren daar-
beheerst is en wanneer niet, met
voorkennis blijkt een goede combinatie
cedures zijn van belang: wat hebben
biliteit van de leraar omdat hij continu
voor een instructiestrategie die goed
daarbij heldere criteria en specifieke
met het beheersingsleren van Bloom.
de kinderen in de voorgaande lessen
schakelt tussen allerlei lesdoelen. Zo
toepasbaar is in het montessorionder-
over kwadraten en kubussen geleerd?
bekeken is het activeren van voorken-
wijs. Het bestaat uit drie stappen die
Wat heeft vermenigvuldigen te maken
nis meer dan een vraag-antwoord spel
elkaar opvolgen: voordoen, ondersteu-
met machtsverheffen? En hoe verhoudt
over een vooraf opgezet lesdoel. Pas
nen en loslaten.
het berekenen van de inhoud zich tot
nadat de leraar weet wat de voorken-
In de eerste stap modelleert de leraar
de derde macht? De leraar legt uit hoe
nis van het kind is, kan hij het lesdoel
hoe het materiaal werkt. Hij legt
dus onder begeleiding. De leraar stelt
reeds bekende begrippen en procedu-
en de lesinhoud bepalen. Pas dan is er
expliciet uit wat, hoe en waarom hij het
vragen, verduidelijkt moeilijkheden,
res zich verhouden tot datgene wat kin-
sprake van écht afstemmen.
materiaal op deze wijze gebruikt. De
stuurt bij en geeft samenvattingen van
leraar benoemt telkens zijn denkproces
het geleerde. Wanneer deze stap nog
onderdelen die je nog niet beheerst. Hierdoor kan de leertijd voor kinderen flink verminderen.
Een voorbeeld van een lijst met criteria. Bron: montessorischool Passe-Partout Apeldoorn.
10
deren in de nieuwe les gaan leren. De
deze denkprocessen niet verhelderen,
nieuwe lesstof moet daarom een plek
Als de voorkennis helder is en het
in de ik-vorm: ‘Ik doe dit nu zo om-
niet goed gaat, gaat de leraar terug
in het grote geheel van andere lessen
lesdoel bepaald, geeft de leraar zijn
dat….’ Hij koppelt denkprocessen en
naar stap één.
krijgen. Op deze wijze zorgt de leraar
les. Vaak genoeg zijn er leraren die al
handelingen dus zo veel mogelijk aan
er voor dat de voorkennis van het kind
handelend demonstreren hoe het ma-
de voorkennis van het kind. Cruciaal is
De laatste stap is het loslaten. De
een kapstok is waaraan hij nieuwe ken-
teriaal werkt. Leg niet te veel uit, ‘laat
dat kinderen observeren hoe de leraar
leraar checkt of het kind in staat is
nis ophangt.
uw woorden geteld zijn’, is daarbij het
het materiaal demonstreert.
om zelfstandig te werken met het
credo; het materiaal en de handelingen
materiaal. Naarmate het kind meer
Lesstof afstemmen
moeten voor zich spreken. Toch geven
In de tweede stap zijn de rollen omge-
zelfstandig kan, bouwt de leraar zijn
In het montessorionderwijs stemt de
onderwijsonderzoekers Collins, Brown en Holum5 ons op dit vlak andere
draaid. Terwijl het kind werkt met het
begeleiding af. Laat het kind dus
leraar de lesinhoud zo goed mogelijk
materiaal observeert en ondersteunt de
hardop denkend met het materiaal
af op het niveau van het kind. Maar
inzichten. Zij zien dat tijdens het geven
leraar. Hij geeft hints, feedback en on-
werken; het kind legt uit wat, hoe en
zomaar beginnen met een materiaal
van instructies denkprocessen vaak
dersteunt. Hij laat het kind hardop zijn
waarom het materiaal op deze manier
omdat een kind dat uit de kast heeft
onzichtbaar blijven, terwijl een goede
stappen doordenken. Het kind oefent
gebruikt. Zo krijgt de leraar zicht op de
gehaald, lijkt op voorhand geen goed
denkprocessen van het kind en weet
plan. Dat klinkt logisch, maar vanzelf-
waar hij bij kan sturen. De leraar laat het kind dus pas zelfstandig verder
2 Ausubel, D. P., (1968), Educational Psychology: A Cognitive View. New York: Holt, Rinehart & Winston. 3 Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, D., Muijs, D. & Kirschner, P. A. (2019), Wijze Lessen Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Ten Brink Uitgevers: Meppel. 4 Van de Pol, J., Volman, M., & Beishuizen, J. (2011), Patterns of contingent teaching in teacher-student interaction. Learning and Instruction, 21, 46-57.
Montessori Magazine
Stappenplan voorkennis:
werken wanneer hij merkt dat het kind
· ·· ··
de juiste denkprocessen toepast. Welke begrippen en procedures moet het kind kennen voorafgaand aan deze les? Welke materialen moet het kind beheersen voorafgaand aan deze les? Welke kennis en begrippen moeten herhaald worden? Welke procedures / handelingen moeten herhaald worden? In welke relatie staat deze les ten opzichte van de andere lessen over dit onderwerp?
Montessori Magazine
5 Collins, A., Brown, J. S., & Holum, A. (1991), Cognitive apprenticeship: Making thinking visible. American Educator, 15, 6-11.
nummer 2 | jaargang 44
11
Thema
Thema
L
Leer mij het, na instructie, zelf te doen
stuk effectiever, efficiënter en zelfs bevredigender voor kinderen omdat zij succes ervaren.’
Weg oversteken Om zijn pleidooi voor instructie extra kracht bij te zetten gebruikt hij een analogie: ‘Toen ik voorheen mijn kleindochter wel eens naar school bracht,
Jaap de Brouwer
moesten we een drukke weg oversteken. Ik legde haar uit: er is een verkeerslicht, dat staat nu op rood. Als het
‘Ik denk dat 80 tot 90% van de leraren geen goed idee heeft welke leerpsycholo-
op groen staat kunnen we oversteken,
gische principes achter hun didactisch handelen zit’, stelt emeritus hoogleraar
maar niet voordat we ook nog eens
onderwijspsychologie Paul Kirschner.1 ‘Je wilt toch ook geen timmerman die een
links, rechts en nog eens links gekeken
tafel voor je maakt, maar geen idee heeft welke houtsoort en welk gereedschap hij
hebben, daarbij sterk overdreven mijn
daar het beste voor kan gebruiken!’
hoofd draaiend. En ik legde uit waarom alleen op het verkeerslicht afgaan niet voldoende was. We staken daarna
12
Leraren moeten ook verstand hebben
elkaar afgestemd, afhankelijk van de
in de kerk als je zegt dat je directe
hand in hand de weg over. De keer
van didactische technieken, gereed-
maaltijd die de chef wil bereiden. Zo
instructie geeft, alhoewel ik zelf liever
daarop hetzelfde. Wat moeten we hier
schappen en ingrediënten om een
maakt een top chef een voedzame, lek-
spreek over expliciete instructie. Ik
ook al weer doen, vroeg ik haar dan.
goede les te geven. Maar bovenal
kere en goed uitziende maaltijd klaar.
word vaak aangesproken door mensen
Ik checkte wat ze geleerd had van de
moeten ze weten hoe, wanneer en
En zo verzorgt ook een leraar effectief,
die zeggen dat kinderen spelenderwijs
vorige keer. Zo oefenden we een aantal
waarom bepaalde didactische strate-
efficiënt en bevredigend onderwijs.
of ontdekkend moeten leren omdat dat
keren samen. Daarna staken we naast
gieën werken. Kirschner is stellig: ‘In
Topleraren moeten hun aanpak zorg-
dé manier zou zijn die het beste past
elkaar de weg over, handen los. Tot het
Nederland zijn er twee moeilijke gebie-
vuldig afstemmen. Je ziet dan ook een
bij hoe kinderen leren. Dat klinkt leuk
moment kwam dat ik op de hoek kon
den om expert in te zijn: bondscoach
verschil tussen beginnende leraren,
natuurlijk, maar het leidt tot slechter
staan wachten en toekijken, omdat ze
van het Nederlands voetbalelftal en
ervaren leraren en expertleraren. Die
leren. Sinds het invoeren van die zoge-
precies wist wat ze moest doen om
het onderwijs. Want naast 17 miljoen
laatsten zijn als top chefs, zij hebben
naamde coaches, het kind-gecentreerd
veilig over te steken. Ik was steeds be-
bondscoaches, hebben we bij wijze van
een diep conceptueel begrip van het
leren, de “guides-on-the-sides”, zien
zig geweest met het geven van directe
spreken ook 17 miljoen mensen die
domein waarin zij les geven, bijvoor-
we dat alle scores achteruit gegaan
instructie. Ik gaf haar uitleg, monitorde
menen te weten hoe het in het onder-
beeld taal of rekenen. Maar ook van de
zijn. Het tegenargument is dan vaak
haar begrip en begeleidde en oefende
wijs moet. Al is het maar omdat ze zelf
didactiek en van hoe mensen leren: de
dat leren meer is dan het behalen van
met haar, om het haar uiteindelijk zelf-
onderwijs genoten hebben en daardoor
cognitieve psychologie. Zij beheersen
goede toets resultaten. Maar het gaat
standig te laten doen. Ik had natuurlijk
ervaringsdeskundige zijn. Dat is pro-
niet alleen de technieken, maar weten
er in de eerste plaats toch om dat kin-
ook kunnen proberen haar zelf ontdek-
waarom ze deze stappen doorlopen.
je instructie aan op hoe kinderen
blematisch. Ik rijd 52 jaar auto, maar
ook hoe, wanneer en waarom die
deren leren lezen, dat ze begrijpen wat
kend en spelenderwijs die drukke weg
Dat moeten ze dus niet doen.’
reageren, hoe ze de les beleven en
ondanks dat ik ervaringsdeskundige
in te zetten en hoe ze passen bij de
ze lezen en dat ze kunnen rekenen?
over te laten steken. Ik had kunnen
Kirschner: ‘Directe instructie is niet het
wat ze weten. Als je weet wat kinderen
ben op dat gebied, ben ik niet van plan
lesinhoud. Expertleraren hebben zich
Vaak wordt gedaan alsof het geven
zeggen: kijk maar wat die mensen aan
geven van een hoorcollege, waarbij je
weten, richt je je instructie anders in en
om Formule 1 te gaan rijden. Dat laat
verdiept en blijven zich verdiepen in de
van directe instructie kind onvriendelijk
de overkant doen, misschien kun jij dat
van kinderen verwacht dat ze passief
bepaal je welke onderdelen zinvol zijn.
ik over aan mensen die daar expert in
leerpsychologische principes achter het
is. Maar kinderen telkens hun hoofd
ook wel? Probeer de overkant maar te
zitten te luisteren, aantekeningen
Misschien kun je stappen overslaan of
zijn, getraind en geoefend. Zo zou het
didactisch handelen. Om expertleraar
laten stoten omdat zij alles zelf ontdek-
halen… Waarom doen we dat dan wel
maken en af en toe eens een vraag
grotere stappen zetten, bijvoorbeeld
ook in het onderwijs moeten gaan.’
te worden is ervaring aanbevolen, maar
kend, spelenderwijs en proefondervin-
in ons onderwijs?’
beantwoorden als wij ze dat vragen.
omdat alle kinderen de voorkennis
veel ervaring maakt nog geen expert.’
Top chefs
13 Paul Kirschner
Bij directe instructie houd je rekening
al bezitten. Daarom is het dus zo
ik kind onvriendelijk! Leraren kunnen
Geen star model
met hoe een kind leert. Het klinkt
belangrijk dat leraren goed weten wat
beter instructie geven, want dat is een
Er zijn nogal wat misconcepties over
logisch om voorkennis te activeren,
het lesdoel is en welke technieken
delijk zouden moeten leren, dat noem
Kirschner vervolgt: ‘Ik vergelijk leraren
Progressievelingen
met top chefs. Een top chef heeft een
Leraren die zich verdiepen in de didac-
wat directe instructie precies inhoudt.
maar de echte reden is dat je rekening
daarbij passen. Een chef heeft ook
diep conceptueel begrip van zijn kook-
tiek komen al snel op het spoor van
Het zou te rigide zijn, leraren zouden
houdt met een cognitief schema in het
verschillende soorten ovens, maar niet
gereedschap, van bereidingstechnie-
directe instructie - een term die binnen
persé alle stappen als een lesmodel
hoofd van het kind. Daar wil je met
elke oven is geschikt voor het bereiden
ken en ingrediënten. Top chefs kijken
het vernieuwingsonderwijs soms
moeten doorlopen. Dat klopt echter
je lesinhoud op aanhaken en zo dat
van elke maaltijd. Door te kijken welke
naar het vlees, de structuur ervan en
weerstand oproept. Kirschner is er
niet volgens Kirschner: ‘Montessori is
schema uitbreiden. Vervolgens ga je in
didactische strategieën passen bij het
denken: dít vlees moet ik op deze wijze
uitgesproken over: ‘Progressievelingen
zelf een model. Dat kun je ook als star
kleine stappen zo’n les door, rekening
niveau van het kind maak je je instruc-
snijden, met deze specerijen kruiden
en romantici verkondigen dat directe
opvatten, maar dat doe je niet. Zo is
houdend met wat kinderen al kennen
tie op maat.’
en dan kan ik het in deze specifieke
instructie de ziel uit het onderwijs
directe instructie niet bedoeld. Leraren
en kunnen.’
oven op die of die temperatuur bakken.
haalt, de creativiteit doodt, en dat
die mechanisch zeven of tien stappen
Juist directe instructie is geschikt om
Didactisch repertoire
De bereidingswijze, de gereedschap-
kinderen daarbij alleen maar moeten
van een model doorlopen, hebben een
het onderwijs af te stemmen op het
Directe instructie is een didactisch
pen en de ingrediënten zijn dus op
luisteren. Het lijkt soms wel vloeken
trucje geleerd, weten waarschijnlijk niet
individuele kind, meent hij. ‘Je past
repertoire dat de leraar inzet, afhan-
Montessori Magazine
1 Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gastprofessor aan het Expertise Centrum Effectief Leren (ExCEL) aan de Thomas More Hogeschool in België. Hij publiceert in zowel wetenschappelijke als vaktijdschriften, blogt, schrijft boeken voor docenten en verzorgt lezingen, over onderwijsmythes, effectief leren en hoe leerpsychologie toegepast kan worden in het onderwijs. paul@kirschnered.nl
nummer 2 | jaargang 44
Montessori Magazine
nummer 2 | jaargang 44
Thema
kelijk van het doel en van de
fenen met de lesstof moeten
kinderen. Zo introduceert
kinderen er wel toe in staat
de leraar de lesstof en
zijn. Ik zeg dus tegen die
herhaalt hij de belang-
volwassene of instruc-
rijkste voorkennis
teur: je laat je klein-
alvorens te beginnen
dochter niet alleen
Montessori Campus 0 tot 18 jaar Paul Op Heij
met het geven van
oversteken of alleen
Een nieuw gebouw en nieuw onderwijsconcept, dat wordt de Montessori Campus
bedacht. Ook voeren ze per computer
uitleg. ‘Het is belang-
autorijden als die dat
Almere. De Almeerse Scholengroep (ASG) is de initiatiefnemer en heeft samen
lestaken uit en maken opdrachten. Op
rijk dat de leraar de
nog niet kan. Kinderen
met de gemeente als locatie de wijk Nobelhorst gekozen. Daar komt binnenkort
bepaalde dagdelen zijn vakdocenten
verwachte leeruitkomst
moeten de basiskennis
dus de meest innovatieve vorm van montessorionderwijs voor kinderen van 0
aanwezig aan wie uitleg gevraagd kan
modelleert met behulp
en vaardigheden van de
tot 18 jaar. Een school voor 1200 leerlingen met kinderopvang, sporthal en een
worden voor de kernvakken wiskunde,
groene SKills Garden die kinderen en buurtbewoners uitdaagt om te bewegen.
Nederlands en Engels. Om te weten
Bewegen en sport krijgen er net als kunst en cultuur en natuur en duurzaamheid
of ze de lesstof beheersen, maken
en ondernemerschap veel aandacht.
leerlingen online toetsen. Met hun
van heldere voorbeelden.
lesstof bezitten, anders
Hij legt uit, doet het voor,
lukt het niet, dan wordt het
legt de redenatie achter het
een teleurstelling – daarom
handelen uit. En de leraar kan
is het begeleid oefenen zo hard
coaches bespreken ze hun voortgang kinderopvang, basisschool en voort-
en bewaken ze hun leerdoelen.
dat de kinderen de benodigde kennis
gezet onderwijs op de campus niet
Benno Breeuwer: ‘Voorlopig zal een
tijdens de uitleg ook materialen
nodig. Zodra de leraar heeft gezien
gebruiken: het montessorimateriaal
bezitten, kan hij ze vrij laten oefenen.
meer zullen bestaan. Het is een illusie
tijdelijk onderkomen in de Almeerse
van de leraar zijn. Alleen als hij weet
Zo kun je het begrip bij kinderen moni-
Dan is het geen ‘trial and error’ meer,
dat kinderen op hetzelfde moment
wijk Nobelhorst betrokken worden, de
waarom en waarvoor deze materialen
toren en zien of ze de uitleg snappen.
maar weet hij dat ze het zullen kun-
aan veranderingen toe zijn. Op de
wijk waarin dus de nieuwbouw komt.
ingezet kunnen of moeten worden!
Als kinderen het moeilijk vinden, biedt
nen.’
campus kunnen kinderen die meer
In dat tijdelijk onderkomen zullen
Dus niet: we moeten nu met deze
de leraar extra steun. De leraar rondt
tijd nodig hebben wat later met iets
docenten, ondersteunend personeel,
materialen werken want dat is de
dit gedeelte van de les af door duidelijk
Kortom: Kirschner raadt montessorile-
nieuws beginnen en kinderen die er
ouders en leerlingen vanaf begin
volgorde. Dat werkt niet. Gooi het
te maken wat er geleerd is.’
raren aan om zich meer te verdiepen
sneller aan toe zijn, eerder. Binnen het
volgend schooljaar in werkgroepen
in het hoe, wanneer en waarom van
organisch onderwijs van de Montessori
samenwerken aan zowel een eerste
Campus zal niemand buiten de boot
ontwerp van de nieuwe campus als aan
vallen; leerlingen volgen een persoon-
een van het nieuwe onderwijsconcept.
kan een deel van het gereedschappen
14
m
Thema
materiaal dan maar weg! Alleen als je het hoe, waarom en wanneer van de
Vrije oefening
de didactiek, in de leerpsychologie
materialen snapt, kunnen ze bijdragen
‘Natuurlijk is het streven van de leraar
dus. ‘Van wie moeten de kinderen het
aan instructie. De handelingen met het
dat de kinderen zelfstandig aan de slag
anders leren? Van leraren natuurlijk!
lijke leerroute richting het reguliere
Als alle ambities en idealen uitge-
materiaal spreken dus niet voor zich.
gaan. Ik noem dat de vrije oefening.
Zij zijn de mensen die het weten, zij
Met ingang van volgend schooljaar
eindexamen.’
kristalliseerd zijn, zullen architecten
Daarom moeten leraren ook hier uit-
Maar om los van de leraar te gaan oe-
geven de instructie!’
wordt opvang en onderwijs aange-
Leerlingen krijgen, vanuit de gedachte
uitgenodigd worden en professionals
leggen wat zij doen, hoe zij dat doen
boden aan kinderen van 0-14 jaar,
dat ieder kind uniek is, verantwoor-
om het onderwijs in te gaan invullen.
en wanneer en waarom zij het doen.’
volgens het nieuwe campusconcept.
delijkheid voor hun eigen leerproces,
De bedoeling is dat de campus in
Het Latijnse woord ‘campus’ betekent
vertelt Breeuwer: ‘Ze bepalen in
2023 in gebruik genomen wordt. Dan
Didactisch repertoire
letterlijk ‘open ruimte’, maar we ken-
samenspraak met hun coach voor een
versmelten leerlingen en medewerkers
· · · · · ·
nen het woord vooral van Amerikaanse
groot deel ook zelf wanneer ze wat
van de tijdelijke locatie en die van het
universiteiten, gebouwd als dorpen
leren en op welke manier ze gaan laten
Montessori Lyceum Flevoland tot één
met allerlei voorzieningen voor zowel
zien dat ze stof inderdaad geleerd
campus. Uniek in Nederland.’
studenten als docenten. Op de campus
hebben. Doelen van deze aanpak:
Leren in kleine stapjes dus. ‘Het gaat er om dat het kind het gevoel heeft: ik kan dit, ik heb het begrepen. Zo kan het kind elke stap met succes uitvoeren. Dat zorgt voor een grotere succesbeleving. Na de expliciete uitleg van de leraar volgt het begeleid oefenen; als leraar hanteer je dan een soort van teugels, die je steeds meer kunt laten vieren, afhankelijk van het begrip van het kind. Stel daarom ook vragen tijdens je les: waarom hebben we dit gedaan? Hoe hebben we dit aangepakt? Hoe zou het anders kunnen?
Montessori Magazine
Introductie / herhaling: de les goed introduceren en herhaal wat er reeds geleerd en relevant is. Ontwikkeling: modelleer de verwachte leeruitkomsten door heldere voorbeelden en uitleg te geven.
De foto’s zijn gekozen door Benno Breeuwer, maar zijn slechts voorbeelden van hoe de nieuwe campus zou kunnen worden.
in Almere zullen kinderen al in hun
aangeboren nieuwsgierigheid en het
Begeleide oefening: monitor en betrek de kinderen bij het uitvoeren van de voorgeschreven leertaken.
eerste levensjaar terecht kunnen bij de
leerplezier behouden en leerlingen en
kinderopvang en ze kunnen er blijven
docenten gemotiveerd houden. In een
Sluiting: sluit een les af met het expliciteren en benadrukken van wat
totdat ze een middelbareschooldiplo-
portfolio dat leerlingen opbouwen,
ma hebben. Zo’n doorlopende leerlijn
zullen ze alles bijhouden en dat zal re-
Vrije oefening: geef leertaken die de kinderen onafhankelijk uit kunnen voeren. Ondersteun indien nodig.
op alle niveaus is uniek in Nederland,
gelmatig besproken worden met coach
legt Benno Breeuwer uit, rector van het
en ouders. Op deze manier wordt al
Evaluatie: vaststellen wat er wel en niet geleerd is.
Montessori Lyceum Flevoland dat on-
sinds augustus 2020 gewerkt in een
derdeel zal uitmaken van de campus,
campusklas die is ondergebracht in
en namens de Almeerse Scholengroep
Montessori Lyceum Flevoland.’
verantwoordelijk voor het opzetten en
Leerlingen zullen op de nieuwe cam-
uitvoeren van het project.
pus wel gewoon vaste schooltijden
Benno Breeuwer: ‘Het is een groot
hebben waarbinnen ze aan projecten
goed dat de harde overgangen tussen
werken die zij zelf of experts hebben
er gedaan en geleerd was.
nummer 2 | jaargang 44
Montessori Magazine
nummer 2 | jaargang 44
15
o Thema
Thema
Op de weg terug naar montessori Joëlle Meijer
kinderen ouder zijn, blijf ik in gesprek
Veranderde verwachting
Met montessorimaterialen worden zaken inzichtelijk en tastbaar gemaakt, om niet alleen maar te kunnen begrijpen maar het ‘begrepene’ ook te kunnen beleven of voelen. Er zijn scholen die de materialen slechts als hulpmiddel voor het begrijpen inzetten. Hoe zie jij dat?
Begin 2000 veranderde de houding
‘Je gebruikt materialen om begrip te krijgen en die herinnering in je herse-
van de overheid ten opzichte van het
nen in te prenten. Als ouders op bezoek komen, laat ik altijd het gouden
montessorionderwijs; er werd verwacht
materiaal zien, mijn lievelingsmateriaal. Bij mezelf viel wat bijvoorbeeld het
dat montessorischolen voortaan
tientallenstelsel betreft het kwartje pas toen ik het materiaal in handen kreeg.
aantoonden hoe kerndoelen bereikt
Voorheen dacht ik dat het een trucje was. De materialen helpen je echt van
werden. Hoe ging ‘t Ronde om met
het concrete naar het abstracte.’
met de ouders. Ik benadruk steeds dat vertrouwen in dit type onderwijs belangrijk is.’
die veranderde verwachting van de Nederland kent zo’n 160 door de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV)
Het transparante
Inspectie, vraag ik haar. Jeannette:
erkende montessoribasisscholen die net als andere scholen onder toezicht van
Jeannette Ridderhof: ‘De school werkt
‘De Inspectie kwam een kwaliteitson-
de Onderwijsinspectie staan. Die Inspectie kijkt naar onderwijsopbrengsten en
vanaf het begin volgens de pedagogi-
derzoek doen omdat de school geen
-kwaliteit, doet geen uitspraken over de manier van werken. De NMV kijkt juist
sche principes van montessori. Leer-
eindtoets deed; dat onderzoek was
Montessori werkt vanuit het principe dat een kind spontaan kan leren als het op het juiste moment de juiste middelen krijgt aangereikt. Wat kun je nog meer meegeven aan scholen die vast zitten in de routines van het werken met methodes?
naar de manier van werken en minder naar opbrengsten. ‘In de praktijk wordt dat
krachten die voor de school willen wer-
uiteraard gericht op het opsporen van
‘Methodes zijn makkelijk, ze geven houvast. Ga voor jezelf na waarom je
wel eens als lastig ervaren,’ zegt schooldirecteur Jeannette Ridderhof.
ken moeten een montessori-diploma
onvolkomenheden. Wij bleven op een
destijds gekozen hebt voor montessori. Je herkent dingen waar je echt achter
of -ervaring hebben. Maar daarbij is de
montessoriaanse manier werken, maar
staat. Soms moet je weer even teruggaan naar dat gevoel. Vaak word je
instelling van de leerkracht misschien
kregen er verantwoordelijkheden bij die
overladen en heb je het idee dat je het niet goed genoeg doet. Belangrijk is
nog wel belangrijker dan het diploma
we in ons onderwijs moesten inpassen.
dat leerkrachten en schoolleiding pal staan voor het montessoriprincipe. Het
zelf: praat en voelt iemand montessori?
Uitgangspunt bleef dat de vrijheid van
helpt als je het teamleden regelmatig hoort zeggen. En ook als de schoollei-
Het gebouw wordt op het moment
werkkeuze, het werken in een eigen
der en het bestuur er achter staan.
gerenoveerd en uitgebouwd naar een
tempo en op een eigen niveau gewaar-
duurzaam montessori kindcentrum
borgd bleven; het werken met aange-
voor 0 tot 13 jarigen. Ook daarin ervaar
schafte schoolmethodes werd daar op
je de montessorigedachte: het met
aangepast en niet andersom. Dus de
Wat vind je van de manier van opleiden op Pabo’s, is daar voldoende aandacht voor alternatieve onderwijsvormen als die op reformscholen?
elkaar zijn, het transparante, het elkaar
methodes richten naar de montessori-
‘Ik maak me wel eens zorgen als het gaat over het opleiden van nieuwe mon-
ontmoeten en samenwerken, uitge-
principes en niet onze principes laten
tessorileerkrachten; niet op alle opleidingen worden de uitgangspunten van
drukt in die ronde vorm van het ge-
varen vanwege te gebruiken methodes.’
het montessorionderwijs voldoende benadrukt. Vaak wordt er ook op een
16
verouderde manier onderwijs gegeven. Ik vind het heel erg dat de dagoplei-
bouw. Teamleden zijn altijd betrokken
Jeannette Ridderhof
17
en eigenaar geweest van het onderwijs.
Veel montessorischolen deden dat laat-
ding in Utrecht gestopt is. Nu moet ik aan studenten en stagiaires uitleggen
We reflecteren en herzien regelmatig
ste juist wel, ze pasten zich sterk aan:
waarom het óók goed is om stage te lopen op montessorischolen. Zie welke
het materiaal dat we zelf ontwikkeld
veranderden hun manier van werken
kwaliteit die bieden; ze geven juist de vrijheid om met individuele kinderen
hebben. We kijken steeds of het aanbod
grondig. Op die scholen wordt nog
bezig te zijn. Geïndividualiseerd onderwijs is dé oplossing voor veel proble-
nog voldoet en of er nog voldoende
steeds vooral vanuit de methodes en
matiek. Wij krijgen ook kinderen binnen die op andere scholen vastliepen
oefenmateriaal is, voor rekenen bijvoor-
frontaal les gegeven aan grote groepen,
in het leerstof jaarklassensysteem. Montessori is een onderwijsvorm waar
beeld. Het is een levend proces; er is
weet Jeannette: ‘Het gaat erom hoe
je dit los kan laten, waar je vertrouwen kan geven in de ontwikkeling van
nooit iets definitief af.’
je als school de weg terug vindt naar
individuele kinderen. Studenten en leerkrachten moeten er enthousiast voor
montessori. Het kost lef en moeite om
kunnen worden door er mee in aanraking te komen. Dat geeft voldoening
Als ouders voor de eerste keer kennis-
te staan waar je voor staat. De eerste
en ruimte om passend onderwijs te geven - er is over montessorionderwijs
maken met de school, vertelt Jeannette
keer dat de Inspectie bij ons kwam, had
goed nagedacht.’
Ridderhof hen uitgebreid wat montes-
ik het idee dat ik me moest verdedigen
sorionderwijs inhoudt. Haar doel is om
en alles moest uitleggen. Maar we had-
ouders zo goed mogelijk te informeren
den vertrouwen in de manier waarop
en erbij te betrekken. Ze adviseert
we het deden. De laatste keer dat de
hen heel bewust een keuze te maken
Inspectie kwam, konden we direct
op basis van hun eigen opvoedvisie:
uitleggen hoe we het doen en waarom
’Als ouders vragen of hun kinderen
we het zo doen. Toen hebben we het
Twee instanties, twee invalshoeken.
– initiatiefnemers waren René Zittema
bij deze onderwijsvorm passen, draai
predicaat ‘goed’ gekregen. Mijn advies
Het is niet altijd eenvoudig om én de
en Dick van den Engel, de laatste bijna
ik de vraag om en vraag of zij denken
is dus: laat je niet tegenhouden door
montessoriprincipes trouw te blijven én
40 jaar directeur. De school telt nu
dat montessori wel bij hun kijk op
de omgeving. Zorg dat je je visie goed
de Inspectie tevreden te stellen, vertelt
negen groepen voor basisonderwijs.
opvoeden past - tijdens open dagen en
kunt verwoorden, hoe en waarom je
Jeannette Ridderhof, directeur van Mon-
Negen jaar geleden besloot de school-
informatieavonden laten we hen ook
het doet in de praktijk en durf het na
tessorischool ‘t Ronde in Leusden. Haar
leiding dat die negen een aantal is, een
materialen zien en geven er uitleg bij.
te leven. Laat je niet gek maken door
school is in 1976 opgericht door ouders
menselijke maat: iedereen kent elkaar.
Ook in volgende schooljaren, als de
moderne winden die er buiten waaien.’ Nieuwbouw Montessorischool ‘t Ronde in Leusden
Montessori Magazine
nummer 2 | jaargang 44
Montessori Magazine
nummer 2 | jaargang 44
De Kwestie
De Kwestie
i
Is instructie taboe op montessorischolen?
Annemieke Eshuis Leerkracht, taal- en middenbouwcoördinator op Montessori Kindcentrum de Plotter Lid ontwikkelgroep en audit commissie NMV
18
Als leerkracht in het montessorionderwijs ben je je eigen ontwerper, je maakt je eigen onderwijs. Observaties zijn hierbij van essentieel belang. Vanuit de observatie kies je als leerkracht of je afwacht en het kind zelf verder laat werken of dat je beslist om het kind te begeleiden- wat Maria Montessori inwijden of ingrijpen noemde. Waarna je vervolgens met het kind het werk kunt evalueren. Het kind verwerkt, oefent in en kan vervolgens betekenis geven aan zijn of haar werk. Niet alleen de leerkracht is zijn of haar eigen ontwerper, ook het kind. Het eigen denken van het kind staat centraal. Als wij het hebben over het geven van instructie is het belangrijk dat wij ons de vraag stellen wat de essentie van de instructie is. Instructie is een middel en geen doel op zich. In het montessorionderwijs zijn wij voortdurend bezig om af te stemmen op kinderen. Afhankelijk van het doel wat jij als leerkracht voor ogen hebt, stem je je instructie ofwel je lesje af. Zo kan het zijn dat je ervoor kiest om nieuwe materialen aan te bieden in de vorm van een ‘directe instructie’. Wij werken op ons kindcentrum sinds afgelopen schooljaar met een nieuwe rekenkast. De kinderen werken vanuit de leerlijn rekenen aan hun eigen doelen, de montessorirekenmaterialen en de rekenkast dienen als middel. De uitleg over de werkwijze van kast, kan door de leerkracht als directe instructie worden aangeboden. De kinderen kunnen vervolgens op vrije wijze ontdekkend ermee bezig zijn en ruimte krijgen om te experimenteren en te exploreren. De kracht van montessorionderwijs zit in het afwisselen van de activiteiten die vanuit het kind komen en die vanuit de leerkracht worden gestuurd. Dit kan alleen als de leerkracht zich daadwerkelijk in de groep begeeft. Dan ontstaat er ruimte en komen kinderen tot werken. Voor mij blijft de uitspraak van Maria Montessori leidend: ‘The greatest sign of success for a teacher... is to be able working as if I did not exist.’
Peuters leren de hele dag door: ze kijken naar andere kinderen, ze proberen, onderzoeken en ervaren met hun hele lijf en al hun zintuigen; ze dóen. Daarom is de omgeving ook zo belangrijk. De omgeving is grotendeels duidelijk voor het jonge kind; materialen zijn logisch, overzichtelijk en aantrekkelijk. Ze nodigen uit tot exploratiedrang, tot herhaling en verfijning. De leidster, als onderdeel van de voorbereide omgeving, speelt een rol als het gaat om het geven van instructies. Deze instructies zien er anders uit dan instructies aan het basisschoolkind. Er moet regelmatig geïmproviseerd worden door de leidster, want de ‘aandachtscurve’ van de peuter is kort en overal zijn afleidingen. Met name de jonge peuter reageert impulsief en zijn behoefte om onmiddellijk te handelen is instinctief ingegeven.
Manja Haze Directeur Montessori Kinderopvang Mickey, Hengelo Montessoritrainer en -coach jonge kind
Het mooie is dat juist díe dingen al interessant zijn voor een instructie, voor een lesje: op je beurt wachten, eerst kijken naar een handeling en dan pas zelf doen, etc. Het kind leert zijn behoefte even uit te stellen door eerst een instructie tot zich te nemen. Instructies aan peuters dienen daarom kort te zijn en regelmatig te worden herhaald. Álle peuters die een instructie hebben ontvangen, moeten de mogelijkheid krijgen om het geïnitieerde vervolgens in de praktijk uit te voeren; aan intrinsieke motivatie geen gebrek bij de meeste peuters . Deels kun je als peuterleidster instructies voorbereiden, maar op een dag gebeurt er zoveel dat instructies ook ad hoc en onvoorbereid moeten worden gegeven als de situatie daarom vraagt. Veel instructies worden gegeven aan individuele kinderen en daarnaast uiteraard ook aan kleine of grotere groepjes kinderen, al dan niet voorbereid. Alle dagelijks voorkomende instructies geven het jonge kind duidelijkheid en hierdoor emotionele veiligheid. Ze weten steeds beter wat er in welke situatie van ze wordt verwacht en binnen deze kaders ervaren ze ruimte en vrijheid.
Enige tijd geleden hoorde ik op een studiedag bij ons op school iemand vertellen dat je als leerkracht eigenlijk een soort sherpa bent. Ik vond dat beeld heel treffend: een begeleider die met je meegaat. De bergen in. Naar de top. Jij dus. Jij als begeleider kent het terrein, kijkt naar het weer, interpreteert de omstandigheden. Jij begrijpt wat er anders is in dit hier en dit nu en begeleidt het kind op de reis. Het kind bepaalt het tempo en laat zien hoe het met de elementen om kan gaan. Zo nu en dan geef je een wenk: je doet iets voor, stelt een vraag of geeft een bemoedigend knikje. Dat is allemaal in het individuele lesje en het groepslesje goed uitvoerbaar.
Dé Matthijssen Groepsleerkracht Montessorischool Leidschenveen, tevens Montessori-opleider: verzorgt de module Geometrie op de Haagse Montessoriopleiding
Gabriël Enkelaar Teamleider onderbouw (havovwo) scholengemeenschap Pantarijn in Wageningen
😉
Harrie Dupont
Montessori Magazine
nummer 2 | jaargang 44
Montessori Magazine
Op het moment dat ik dit schrijf, zitten we midden in een lockdown. De tweede. We nemen onze ervaringen van de vorige mee. We geven les, via een scherm via Teams of Zoom, aan de kinderen en soms ook aan de ouders. Het vraagt andere vaardigheden van ons dan een drietrapslesje, een observatie of het maken van je rondes. Onze vertrouwde nabijheid, de voorbereide omgeving en het materiaal zijn tijdelijk naar de achtergrond verschoven en maakten plaats voor chats, video’s en emoticons. Communicatie kan haast niet directiever en nadrukkelijker dan zo digitaal. Is dat een verkeerde manier van lesgeven? Ik denk dat het vooral praktisch is en misschien de enige manier waarop het uitvoerbaar is zo vanachter een scherm. En ik denk dat het hier en raakvlak heeft met een directieve manier van lesgeven: op het moment dat er een dringend praktisch doel achter zit of de omstandigheden niet anders zijn. Anders gezegd: als er een noodzaak is. Op de andere momenten ben ik liever de sherpa want het begeleiden op die individuele weg en de verwondering mogen meemaken is wel heel bijzonder.
Wezenlijk voor goed montessorionderwijs is het intact laten en vergroten van de nieuwsgierigheid van de leerling. Veel docenten in het middelbaar onderwijs beseffen niet hoe snel de intrinsieke motivatie van nieuwe brugklassers om zeep geholpen wordt. Dit bleek uit promotieonderzoek, dat een onderwijskundige presenteerde op een studiedag over ‘motivatie’. Op veel VO-scholen, ook de onze, staat de stof van alle verschillende vakken centraler dan de leerling met al zijn vragen en behoeften. Veel klassikale instructie gaat volstrekt over de hoofden van leerlingen heen. Toch is directie instructie beslist geen taboe in het montessorionderwijs. Maar de relatie met de leerling(en) komt op de eerste plaats. Samen met de leerlingen vragen bedenken over de problemen, waar we meer over willen en moeten weten om de wereld te begrijpen. Dat is de opstap naar het geven van lesjes, die de motivatie en nieuwsgierigheid van leerlingen kunnen stimuleren. Een geschiedenisleraar, die het verleden tot leven brengt door het vertellen van spannende verhalen. Een kunstdocent, die de fantasie en het lef van zijn leerlingen aanspreekt. De leraar Nederlands, die een trailer van een verfilmd boek laat zien, maar de leerlingen laat ervaren dat het lezen van het boek nog veel spannender is. Leraren van vreemde talen, die in hun lessen aansluiten bij onderwerpen uit de directe belevingswereld van de leerlingen. Docenten, die open het gesprek aangaan hoe we erin kunnen slagen om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen 2030 te realiseren. Leraren, die ‘leerlef’ en eigen onderzoek van leerlingen stimuleren naar onderwerpen die aansluiten bij hun eigen interesses. In al deze voorbeelden passen momenten, waarop de leraar directe instructie geeft over vragen, die in samenspraak met leerlingen geformuleerd worden. Soms omdat de docent weet dat dit het moment is om bepaalde kennis en vaardigheden voor het voetlicht te brengen. Maar soms ook op verzoek van de leerlingen zelf, die in eigenAnke projecten of van Well leeronderzoeken op zoek gaan naar antwoorden op hun leervragen. Wat heb je dan aan een leraar, die niet in staat is om op het juiste moment de juiste instructie te geven?
nummer 2 | jaargang 44
19
m Thema
Thema
Manoeuvreren tussen kerk, overheid, markt en wetenschap Paul Op Heij
20
de invloed van de kerk en gelovigen
de vrijheid door allerlei eisen te stel-
op het onderwijs in te perken – niet
len - wat ze trouwens tot op heden
anders dan in Frankrijk dus.
doet. Toch ontstonden er in de loop
Exalto: ‘Het was een strategie van
der jaren wezenlijke verschillen tussen
Kappeyne van de Coppello om via de overheid een eenheidsliberalisme aan
bijzondere en openbare scholen, zoals ook historicus Piet de Rooy5 heeft
de samenleving op te leggen, een koers
geconstateerd. De zelfstandigheid van
waar echter een minderheid van libera-
het onderwijs is daarom zeker gediend
len zich niet in herkende. Tot die min-
met bijzondere scholen, omdat die
derheid behoorden voormannen als
door de overheid opgelegde onderwijs-
Thorbecke en Cort van der Linden, die
vernieuwingen verschillend uitwerken.
achteraf bezien op de juiste momenten
Verschillen die de algehele diversiteit
In vergelijking tot Frankrijk kent Nederland veel vrijheid van onderwijs, voor do-
aan de knoppen zaten: Thorbecke in
van het onderwijs en daarmee die van
centen, scholen en ouders. Steeds minder voor leerlingen, meent pedagoog John
1848 voor het opstellen van de liberale
samenleving en democratie ten goede
Exalto. ‘In de discussie over de vrijheid van onderwijs is het geen overbodige luxe
grondwet die de vrijheid van onderwijs
komen.’
de historische discussie van de Schoolstrijd te kennen.’
mogelijk maakte, Cort van der Linden voor het compromis van 1917 om
Subventie
er een moderne draai aan te geven.
Het recente fenomeen van islamitische
Zij waren liberalen die meer ruimte
scholen in Nederland is een test voor
De discussie over artikel 23 van de
Jules Ferry uit 1882 (laïcité) werd dat
Cort van der Linden
wilden laten voor initiatieven vanuit de
ons duaal onderwijsstelsel, meent Exal-
grondwet is een voortzetting van het
deels gerealiseerd: docenten werden
Toch waren er veel overeenkomsten
samenleving; voor hen was de staat er
to. De overheid zou 100 jaar ervaring
debat uit de 19e en begin 20e eeuw,
verantwoordelijk voor de morele
tussen Frankrijk en Nederland, meent
om te faciliteren waar de samenleving
met ruimte laten en controle houden
doorgaans de Schoolstrijd genoemd.
vorming van leerlingen, niet langer de
John Exalto. In zijn boek beschrijft hij
om vroeg en zo ruimte te laten voor
opgeven als ze nu islamitische scholen
Ging de discussie oorspronkelijk
kerk – Franse historici spreken dan
de frontale confrontatie uit 1874 in
nieuwe ontwikkelingen, zoals ook die
uitsluitend over geloof, steeds meer
ook van de République des instituteurs
de Tweede Kamer tussen de voorman
van de reformpedagogiek.’
zou gaan verbieden – denk aan de Haga-sage in Amsterdam.6 Ze zou, in
ging ze later over pedagogiek; een
(Republiek van leraren). In 1905 kwam
van de protestanten, Abraham Kuyper,
inhoudelijke verschuiving die mogelijk
en de woordvoerder van de liberalen
Staatsinfuus
partijen tegemoet kunnen komen die
was door de onduidelijk omschreven
daar de algehele scheiding van kerk en staat overheen die neutraliteit2 van
Johannes Kappeyne van de Coppello.
Het duale onderwijsbestel met
artikel 23 liefst afschaffen, meent hij:
dat niet scholen maar ouders subsidie
term ‘richting’, waardoor alle deelne-
de overheid tegenover godsdiensten
Die laatste hield een pleidooi voor
openbare en bijzondere scholen vanaf
‘Ze zou een acceptatieplicht voor alle
moesten krijgen voor elk schoolgaand
mers aan het debat, zowel voor als na
propageert. Deze wat rechtlijnige
de leerplicht, maar tegelijkertijd voor
1917 betekende begin 20e eeuw voor
scholen in kunnen voeren. Zo stelt ook
kind – hij lanceerde dat idee natuurlijk
de Pacificatie van 1917, die term anders
opstelling van de Franse overheid ver-
hogere kwaliteitseisen van de overheid
de Nederlandse overheid dat ze ook
onderwijsjurist Ben Vermeulen dat de
ook om te ontkomen aan die staats-
konden interpreteren. Heel anders dan
deelt sindsdien de Franse samenleving,
aan het onderwijs. Om op die manier
islamitische scholen in Nederlands-
overheid ruimte moet bieden tot aan
steun met voorwaarden. ‘Dat idee
in Frankrijk waar de scheiding van kerk en staat en de zogenaamde laïcité1 veel
steeds meer zelfs vanwege zelfbewus-
Indië moest subsidiëren. Binnen
het strafrecht: dus geen mensen buiten
van subsidie aan ouders was destijds
ter wordende moslimimmigranten. Het
Nederland groeide het aantal bijzon-
sluiten.’
kansloos, omdat liberalen en socialis-
strakker geformuleerd en uitgevoerd
ene deel van de bevolking beschouwt
dere scholen zo snel dat het openbaar
Het charmante aan Exalto’s boek Van
ten niet zoveel verantwoordelijkheid
werden, vanuit het idee dat de overheid
Ferry als een halfgod, het andere deel
onderwijs ‘het afvoerputje van het
wie is het kind? is dat de redeneringen
geen enkele religie (culte) mag erken-
legt een verband met gewelddadige
onderwijs’ dreigde te worden, vertelt
van de Schoolstrijd, in de 19e eeuw
aan ouders wilden laten. Maar nu komt Verus7, net als Kuyper redenerend
nen of subsidiëren.
aanslagen als die op het satirische
Exalto. ‘Mensen die meer geld hadden,
vooral geïnspireerd op de Bijbel,
vanuit het subsidiariteitsbeginsel, met een vertaling naar persoonsgebonden
navolging van de Belgen, wel politieke
weekblad Charlie Hebdo en recentelijk
stuurden hun kinderen naar bijzondere
zo herkenbaar zijn in hedendaagse
Laïcité
leraar Samuel Paty. Denk ook aan de
scholen, vooral katholiek of protes-
seculiere denkwijzen, zeker die binnen
De door de Verlichting geïnspireerde
‘seperatisme-wet’ die in de maak is.
tants, of sloten aan bij net opgerichte
het reformonderwijs. Bijvoorbeeld als
reformscholen. Betere wijken hadden
het gaat om opkomen voor waarden als vrijheid, verantwoordelijk en
Franse overheid van de Derde Republiek (1870-1940) wilde de invloed van
Hoe anders de situatie in Nederland.
de katholieke kerk in de samenleving
Zoals de Verlichting hier minder anti-
betere, bijzondere, reform scholen.4 Vooral de Maatschappij tot het Nut van
terugdringen. Met de onderwijswet van
kerkelijk was dan in Frankrijk, zo liet
het Algemeen probeerde de terugloop
van: God schonk ons geen geest van
ook de discussie over de Schoolstrijd
van het aantal leerlingen op openbare
vreesachtigheid maar een van kracht,
in Nederland meer ruimte voor geloof.
scholen te stoppen. Pedagoog Philipp
liefde en bezonnenheid. Tegenwoor-
En via geloof voor levensbeschouwin-
Kohnstamm observeerde begin jaren
dig in de trant van: dilemma’s zijn
gen en onderwijsrichtingen – zie die
twintig in Engeland daltononderwijs en
uitdagingen, want voor ons betekent
open term ‘richting’, aldus pedagoog
hielp het in Nederland introduceren,
vrijheid verantwoordelijkheid nemen.
John Exalto van de Vrije Universiteit
om hier het openbare onderwijs een
Maar ook concreter is er die conti-
Amsterdam en auteur van Van wie is het kind?3 Daar waar de Franse laïcité
nieuwe impuls te geven.’
nuïteit. Zo maakt Exalto inzichtelijk
Het was zeker niet zo dat de overheid
hoe een financieringsvoorstel voor
van 1882 een dictaat van de overheid
vanaf 1920 vrij baan gaf aan bijzondere
het onderwijs van Abraham Kuyper,
was, was de Pacificatie van 1917 een
en reformscholen, zegt Exalto. ‘Alle
de zogenaamde subventie, recentelijk
compromis tussen verschillende maat-
scholen lagen aan het staatsinfuus en
weer opdook bij de onderwijskoepel
ondertussen reguleerde de overheid
Verus. Kuyper was er van overtuigd
1 Het woord laïcité stamt af van het Griekse laos (volk) en het Latijnse laicus (leek) en staat tegenover geestelijk of kerkelijk. Met de scheiding van kerk en staat uit 1905 kwam een definitief einde aan de privileges van de Franse katholieke kerk. 2 De neutraliteit zoals de Franse overheid die formuleert, verbant geloof en godsdienst naar de huiselijke privésfeer. Het is de vraag of dat een objectieve invulling van het woord neutraal is. 3 Exalto, John (2017), Van wie is het kind? Twee eeuwen onderwijsvrijheid in Nederland, Uitgeverij Balans. John Exalto is ook directeur van het Comeniusmuseum in Naarden.
Montessori Magazine
schappelijke groeperingen.
John Exalto
nummer 2 | jaargang 44
Montessori Magazine
zelfredzaamheid. Vroeger in de geest
4 De verhouding openbaar – bijzonder is ongeveer 35 - 65%. Als reformscholen (algemeen) bijzonder zijn, zijn ze dat niet om hun pedagogische ‘richting’, maar omdat ze privaatrechtelijk georganiseerd zijn. 5 Rooij de, Piet (2018), Een geschiedenis van het Nederlandse onderwijs, Uitgeverij Wereldbibliotheek 6 Het Haga Lyceum in Amsterdam lag onder vuur, vanwege ‘wanbestuur’ en (ongeoorloofde) beïnvloeding en financiering vanuit moslimlanden. 7 Het rapport De subsidiëring van het onderwijs (2014) 8 Voor de VS is zo’n vouchersysteem geen verrassend idee gezien de scheefgroei die daar in het onderwijs ontstaan is –goed in beeld gebracht door filosoof/politicoloog Michael Sandel in diens boek De Tirannie van verdienste. Over de toekomst van de democratie. Uitgeverij Ten Have (2020).
nummer 2 | jaargang 44
21
Thema
Onderwijssociologen en beleidsmakers
elkaar leren. Maar we moeten niet
kunnen precies vertellen welk onder-
de illusie hebben dat de wetenschap
wijs goed voor wiens kansen is, en
het onderwijs volledig kan aanstu-
leveren er nog tabellen bij ook. Op hun
ren. Ik vraag me trouwens af hoe de
beurt dragen pedagogen eveneens bij
Onderwijsinspectie omgaat met dat
aan de ontplooiing van een educatief
spanningsveld tussen evidence based
regime.’
en het klaslokaal. Maar vergeet ook
Thema
L
‘Lesgeven draait om aandacht en concentratie’ Jaap de Brouwer
niet dat dezelfde spanning bestaat tus-
22
In hoeverre heeft ook de wildgroei aan conceptscholen invloed op de roep om meer eenheid van onderwijs en tast die wildgroei ook het aanzien van traditionele vernieuwingsscholen aan?
sen ouders en school. In de 19e eeuw
die druk uitoefenen om van scholen
In 1979 begon ze een peutergroep
kijkt. En of je jezelf in dienst kunt
John Exalto: ‘Minister Slob werkt aan
categorale scholen te maken waar hun
op de 9e Montessorischool in de
stellen van het kind of de student. Bij
een wetsvoorstel Meer ruimte voor
kinderen, ja hun kinderen, onderwijs
Pijp in Amsterdam waarin kinderen
de meeste is het zaadje geplant als ze
nieuwe scholen dat het makkelijker
van buitengewone kwaliteit kunnen ge-
uit verschillende sociale en culturele
basis bekwaam werden en komt de
moet maken om scholen op een of
nieten - vaak gecombineerd met hoge
milieus bijeen kwamen. Ze sprak vaak
verinnerlijking later. Juist ook omdat je
ander pedagogisch of didactisch
ouderbijdragen. Waardoor je vanzelf
gezamenlijk met hun ouders over
jezelf als leraar zo sterk inbrengt, een
principe te funderen. De Onderwijs-
die scheiding tussen witte en zwarte
opvoeden. Door alle verschillende ach-
essentieel aspect van de montessoripe-
raad en Inspectie waarschuwen juist
scholen krijgt. In de negentiende eeuw
tergronden en ervaringen profiteerde
dagogiek.’
onderwijsrechten: een vouchersysteem
dat innovaties vaak kort durend zijn.
verzetten docenten zich nog wel eens
iedereen van elkaars inzichten, vertelt
dat ook voorgestaan werd door Trumps
Reformscholen hebben een beproefd
tegen al te opdringerige ouders. Bij
Bea Koekenbier: ‘Een extra motivatie;
Stiltelessen
Natuurlijk mag het ook net even an-
concept en een lange geschiedenis van
zoveel druk heeft ook de politiek het
Maria Montessori spande zich ook
Van Utrecht verkaste ze naar Hoge-
ders, als het maar duidelijk is.’
uitgekristalliseerde ideeën en idealen.
nakijken, want politici zijn natuurlijk
in om verandering na te streven via
school Amsterdam, waar ze meer
Je kunt concentratie bij kinderen
Domesticatie
Die zouden daarmee in deze tijd van
ook afhankelijk van die ouders.’
opvoeding en onderwijs.’
dan 30 jaar werkte. Ze gaf er haar
niet afdwingen, zegt ze, vandaar die
Zo’n vouchersysteem kan gelijkere
prestatiedruk meer moeten vlaggen.’
In 1989 begon ze op de montessoriop-
studenten steevast mee dat, als ze een
typische montessorilessen om ze te
leiding in Utrecht waar men verbaasd
kind wilden inwijden in de materialen,
ontwikkelen. Bea Koekenbier: ‘Stilteles-
was dat zij zomaar de overstap maakte
ze dat met aandacht moesten doen,
sen bijvoorbeeld. Voor jonge kinderen
van peuters naar studenten. Voor haar
geconcentreerd, er volledig voor het
zijn ze best lastig, want het vereist zelf-
was die overgang niet zo groot, vertelt
kind zijn: ‘want wat je voorleeft, krijg je
regulatie. Door de jaren heen zag ik ze
ze. ‘Ik heb de montessoriwerkwijze
terug.’ Vroeger was er op de opleiding
in het montessorionderwijs in aantal
zo omarmd dat ik er mee vergroeid
vaak maar één juiste manier om iets
afnemen, maar nu lijken ze helemaal
ben – ik kan het niet meer uitzetten.
uit te voeren, zegt ze, bij huishoudelijk
terug, wellicht ook door de populari-
gestuurd overheidsbeleid. Maar in een
Die prestatiedruk doet ook denken aan wat jij schrijft over bemoeienis van predikanten met het onderwijs. Kun je predikanten in de negentiende eeuw vergelijken met wetenschappers nu?
Mijn persoonlijke en beroepsidentiteit
werk bijvoorbeeld. ‘Een stofdoek moest
teit van mindfulness. In stiltelessen
‘nieuw sociaal contract’ tussen over-
‘Tussen schoolmeester en predikant is
zijn samen gaan vallen; ik kon in mijn
je op die ene manier vouwen. Volwas-
oefenen kinderen óók hun executieve
heid en burgers - zoals Pieter Omtzigt
er altijd een competentiestrijd gevoerd.
werk mezelf zijn, of ik nu met peuters
senen denken allicht: je pakt een doek
functies, iets wat ook geldt voor streep-
van het CDA dat voorstelde n.a.v. van
Vroeger moest het allemaal Bijbel based
of met studenten werkte. Ik zag het
en klaar. Maar die doek nauwkeurig le-
lopen, een les in drie perioden of een
de Toeslagenaffaire, mag onderwijs
zijn, tegenwoordig evidence based. Ik
ook bij studenten bij wie de montes-
ren vouwen biedt een peuter structuur
materiaalspel. Bij streeplopen gaat het
niet ontbreken, meent Exalto.
werk bij de faculteit pedagogiek aan
sori manier van werken al intuïtief
en je oefent cognitie en motoriek. Met
om meer dan alleen bewegen op mu-
Maar hij bekritiseert toch vooral ons
de Vrije Universiteit en het valt mij op
aanwezig was – hun keuze paste bij
aandacht voorgedaan kunnen kinderen
ziek. Bij een materiaalspel introduceer
onderwijs zelf dat kinderen steeds
dat er een grote afstand bestaat tussen
hun persoonlijkheid. Het gaat er om
het lesje volgen en zelfstandig nadoen.
je een nieuw materiaal, zodat kinderen
meer klem zet. In zijn boek formu-
wetenschappers en docenten uit het
hoe je naar ontwikkeling en opvoeding
Je kunt het dogmatisch noemen maar
er zelfstandig mee verder kunnen.
leert hij het zo: ‘De schoolstrijd en de
basis- en voortgezet onderwijs die er
onderwijsvrijheid hebben bijgedragen
een master komen volgen. Het is een
aan een verdere domesticatie van het
wereld van verschil en het is de vraag
schoolkind. Een leger van deskundigen
of ze elkaar wel altijd begrijpen. De
sprak zich uit over het belang van het
wetenschap en de schoolpraktijk zijn
kind. Naast de witte jassen deden ook
zeker nog niet harmonisch op elkaar
psychologen hun intrede in de school.
afgestemd. Uiteraard kunnen ze van
minister van Onderwijs DeVos.’
8
waren er orthodoxe ouders die dachten
Bea Koekenbier werkte meer dan 35 jaar als montessoriopleider; in november
te kunnen bepalen wat het curriculum
2020 ging ze met pensioen. ‘Je moet geconcentreerd zijn als je een lesje geeft. Je
van de school moest zijn, hun school
moet er volledig voor het kind zijn, want wat je voorleeft, krijg je terug.’
immers. Zoals er tegenwoordig hoogopgeleide, meestal witte ouders zijn
onderwijskansen mogelijk maken, maar het legt veel verantwoordelijkheid bij ouders, zegt Exalto, de overheid kan minder bijsturen. Het idee komt ook op een ongelukkig moment, nu veel mensen juist genoeg hebben van al dat vraag gestuurd in plaats van aanbod
die precieze werkwijze dient een doel.
Ondertussen leer je ze ook te wachten In de stilteles beleeft het kind de stilte individueel, maar wel in een groep met de andere kinderen. Het kind houdt zijn bewegingen tegen en maakt geen geluid. Bij het streeplopen reageert het kind op de muziek, oefent zijn evenwicht en reageert met zijn lichaam op muziek. Kinderen leren hun impulsen te beheersen als de muziek stopt. Tijdens de les in drie perioden leert het kind door middel van modeling de essentie van een regel en/of handeling. Het hoort de verwoording van de handeling en ziet deze gelijktijdig. Daarna kan het kind het zelf doen.
Montessori Magazine
Bea Koekenbier
nummer 2 | jaargang 44
Montessori Magazine
op hun beurt en allerlei impulsen te beheersen. Nieuwe inzichten over de ontwikkeling van executieve functies bij jonge kinderen passen goed bij deze typische montessorilessen. Je ziet dat ze daarmee weer nieuwe lading krijgen, in de praktijk, wat ze met kinderen doen. Zulke lessen spreken bij leraren in opleiding vaak tot de verbeelding.’
nummer 2 | jaargang 44
23
O
Thema
‘Om iets te leren, moet je het eerst kennen’ Paul Op Heij
Ook in het traditionele vernieuwingsonderwijs wordt onderzoek verricht en
groepen worden meer een soort men-
helpen uitkomsten ervan de onderwijspraktijk op montessori-, dalton-,
toren die regelmatig reflectiegesprek-
jenaplan-, freinet- en vrijescholen te verbeteren. Doordat er ook samengewerkt
ken voeren met een leerling over wat te
wordt bij het bundelen en publiceren van bijdragen van onderzoekers en
leren en hoe het aan te pakken. Waarbij
ervaringsdeskundigen kan er veel van elkaar geleerd worden.
de keuzevrijheid van de leerling zoveel mogelijk gerespecteerd wordt, maar de docent zo nodig ook instructie
STOP ARMOEDE IN NEDERLAND Helpt u mee?
WWW.ARMOEDEFONDS.NL
De sterkste van alle pedagogische wet-
goed weten wat ze aan het doen zijn,
ten vond ik nog niet in de Inspiratie-
stelt Van Woudenberg: ‘oordeelloos
de leerling en diens gedrag probeert te
reeks van Saxion Progressive Educa-
kijken’, ‘vertrouwen uitstralen.’ Maar
begrijpen en de inspirator aanmoedigt
tion University Press, over onderzoek
natuurlijk verschillen vormen van be-
en motiveert. De mentor legt onder-
in het traditionele vernieuwingsonder-
trokkenheid en ingrijpen ook per leef-
tussen zo expliciet mogelijk het wat
wijs. Die wet luidt dat volwassenen
tijd, vult Tessa Wessels van montes-
en waarom van alle handelen uit om
zich eerst moeten afvragen of zij zelf
sorikindcentrum Casa in Pijnacker aan.
de leerling zo zelfstandig mogelijk te
wel het goede voorbeeld geven als ze
Bij kinderen tot een jaar of zes kunnen
maken, daarbij grenzen stellend en
kinderen of jongeren iets willen leren.
docenten zich het best terughoudend
zekerheid en structuur biedend, aldus
Als volwassenen zich eerst zelf opvoe-
opstellen, vooral observeerder zijn, om
Wessels: ’Pas als kinderen zelf om
den, komt het met kinderen en tieners
aan kinderen de ruimte te laten bij hun
passende lesjes vragen, hebben ze hun
allicht goed. Die laatsten kunnen zich
leren vanuit zintuiglijke ervaringen. Do-
eigen leerproces onder controle.’
deels zelf opvoeden als ze meer wel
centen zijn uiteraard wel verantwoor-
opgevoede volwassenen om zich heen
delijk voor de voorbereide omgeving
Secundair leren
zien.
en helpen kinderen ook daarin wegwijs
Bezien vanuit die pedagogische
te worden.
hoofdwet is de interessantste bijdrage
Perspectieven
geeft, de coach in hem zich inleeft in
in Perspectieven op Montessori die van
Er staat wel een variatie op die pedago-
Reflectiegesprekken
collega-redacteur Jaap de Brouwer.
gische wet in de bundel Perspectieven
Het motto van Maria Montessori ‘Help
‘Het is een belangrijk uitgangspunt
op Montessori1. In zijn bijdrage schrijft
mij het zelf te doen’ slaat vooral op
Robert van Woudenberg van Passe-
kinderen tot een jaar of zes, meent
Partout Centrum en Passe-Partout Ker-
Tessa Wessels. Maar zij ziet op scholen
schoten in Apeldoorn: ‘Als we kinderen
vaak dat kinderen in de onderbouw
eigenaar van hun eigen leren willen
de vraag gesteld krijgen welk werkje
laten worden, moet de leraar eerst zelf
ze willen gaan doen. Als kinderen op
eigenaar zijn van het onderwijs dat hij
zo’n open manier vrijheid krijgen en je
verzorgt. Dat eigenaarschap van de
daar als begeleider niets tegenover zet,
leraar gaat niet perse over het plannen
dan maak je kinderen verantwoordelijk
en geven van allerlei lesjes. En het is
voor iets dat ze nog niet kunnen. En
ook niet een vorm van laissez-faire.
het klopt al helemaal niet als montes-
Het gaat om het fragiele evenwicht
sorischolen de aanpak voor de kleintjes
tussen enerzijds het kijken, toezien,
doortrekken tot in de eindgroepen van
misschien wel ‘bijna fout’ laten gaan
de basisschool, schrijft zij: ‘Voor kin-
en anderzijds het ingrijpen. De leraar is
deren boven de 6 of 7 jaar geldt eerder
er wel. Hij laat gebeuren, maar kan en
‘’Help me te leren nadenken’’.’
moet ingrijpen als dat nodig is.’
Docenten van midden- en bovenbouw-
Om voldoende afstand te houden, zonder daardoor minder betrokken te zijn bij kinderen, moeten docenten wel
Montessori Magazine
1 Berends, René en De Brouwer, Jaap (2020), Perspectieven op Montessori, SPE University Press
nummer 2 | jaargang 44
25
Thema
Thema
Hij maakt echter ook duidelijk waarom
kunnen leren, het eerst moet kennen.
schap hebben – wat overigens voor
weer. Maar ook op de klas afgestemde
Maria Montessori een wat geromanti-
Een kind dat begint met lezen, leert
veel onderwijsonderzoek geldt, ze
teksten en andere leermaterialen
seerd beeld van kinderen had met haar
niet lezen door zelfstandig te ontdek-
bieden wel handvatten voor de praktijk.
helpen daarbij, schrijft Falling: eigen
uitgangspunt dat ze van nature leergie-
ken. Omdat de meeste kinderen op
Zo maakt Patrick Sins met zijn expli-
materiaal daagt leerlingen makkelij-
rig en uniek zijn en volwassenen hen
school meestal beginners zijn, moeten
ciete zelfsturend leren het aanleren
ker uit om met eigen alternatieven
daarom de ruimte moeten laten om
ze op een andere manieren informatie
ervan vooral bewuster en als mensen
te komen dan standaardteksten uit
hun eigen ontwikkeling door te kunnen
aangereikt krijgen en verwerken dan zij
iets bewuster doen, doen ze het allicht
standaardlesmethoden.
maken. Het romantische was haar
die al verder zijn of zelfs expert.
beter – leraren zijn wat dat betreft net
26
Vervolmakingsjaar
mensen.
eenzijdige biologische benadering, verduidelijkt De Brouwer. Als kinderen van
Belang leraar
nature vaardigheden als praten en lo-
Als we in het onderwijs te eenzijdig
Daarmee hebben we echter nog steeds
seert in zijn bijdrage ‘Ronddolen in het
pen vanzelf willen leren, hebben ze die
het kind als uitgangspunt nemen,
niet helder wat nou het recept voor
begrip Brede Vorming’ hoe dat begrip
aandrang niet automatisch ook voor
marginaliseren we allicht de rol van de
het vormen van persoonlijkheden is.
door de jaren heen steeds anders
culturele vaardigheden als rekenen, le-
leraar en diens onderwijzen, meent De
Akke Falling, onderzoekster Lectoraat
ingevuld werd. Het Griekse Pandeia
zen en schrijven. Leren lopen en praten
Brouwer: iets wat juist van belang is bij
Waarde(n) van Vrijeschoolonderwijs
betekende een gezonde geest in een
zijn vormen van primair leren, waarbij
het vergaren van kennis, vaardigheden
aan Hogeschool Leiden, stelt dat
gezond lichaam. Vervolgens hingen
instructies en motiveren van kinderen
en aanleren van strategieën. Wanneer
vrijescholen er op drie manieren aan
jezuïtische, calvinistische en humanis-
onnodig zijn. Voor vormen van secun-
we daarentegen teveel uitgaan van de
werken: ‘door alle kennis te verbinden
tische pedagogen weer andere idealen
dair leren als lezen en schrijven zijn ze
leraar is de kans groot dat we de uni-
met gevoel, door kritisch denken te
op aan het idee van brede vorming
juist wel nodig, noodzakelijk zelfs.
citeit van het kind en de vorming van
stimuleren en door ruimte te geven
en ook Rousseau deed dat met zijn
heid en afstand zit vervat in het ‘zich
zijn persoonlijkheid tekort doen. Wat
aan verbeeldingskracht.’ Ze vindt dat
natuuropvoeding. Daarna volgden in
kunnen verhouden tot’: je kunnen
Daltonopleider René Berends analy-
Jaap de Brouwer
Persoonlijkheden
allemaal nog geen panklaar recept voor
kennis verbinden met gevoel belangrijk
de 19e eeuw de geharde ‘gentlemen’
verhouden tot de natuur, de digitale
van Montessori dat onderwijs en
Hetzelfde geldt voor het opdoen van
uitgebalanceerd onderwijs oplevert,
is omdat kennis via het gevoel makke-
in Engeland, de Bildung (algemene
wereld, de technologie, de automecha-
opvoeding kinderen moet toerusten
kennis en het leren van (sociale) vaar-
maar analyses als deze bieden wel
lijker op te nemen is, maar vooral ook
vorming als tegenhanger van de Aus-
nica…’ Vorming moet een maatschap-
om de toekomstige maatschappij zelf
digheden. Trouwens ook wel degelijk
meer houvast.
omdat het uitnodigt tot volwassener
bildung, beroepsvorming) en ook het
pelijke dimensie hebben, schrijft hij,
vorm te geven,’ legt De Brouwer uit.
kwaliteiten, schrijft De Brouwer, die
gedrag en meevoelen met anderen,
Vlaamse voortgezet onderwijs doet
en…‘de school is de plaats waar jonge
De belangrijkste taak in het opvoeden
nodig zijn voor het vormen van de
Als de boekjes in de Inspiratiereeks van
ook als je die niet persoonlijk kent.
dat, met zes schooljaren algemene
mensen de kans krijgen zich daartoe te
en onderwijzen van kinderen was
persoonlijkheid – ook al vallen ze er
SPE University Press beter geredigeerd
Om je eigen weg te vinden in het leven
vorming en een zevende ‘vervolma-
leren verhouden.’
voor haar daarom van kinderen sterke
niet mee samen. Wat nu het ingewik-
waren, zouden de vele waardevolle
en iets bij te dragen aan het geheel,
kingsjaar’, met bijzondere.
persoonlijkheden te maken: ‘Goed
kelde is, meent hij, is dat de juiste
inzichten erin makkelijker op te halen
meent zij, moet je de bestaande
montessorionderwijs drijft daarom
aanpak voor het ene niet automatisch
zijn. Zoals het ook niet eenvoudig is uit
werkelijkheid en je eigen rol daarin ook
Berends kan het allemaal ook wel
op de pedagogische grondwaarden
ook de juiste aanpak voor het andere
de boekjes te citeren, vanwege redac-
kritisch kunnen bevragen. En kritisch
relativeren. Zo haalt hij de kritiek van
zelfstandigheid en onafhankelijkheid,
is: kinderen de ruimte laten om zelf
tionele slordigheden. Want hetzelfde
denken en kritische vragen stellen kun
de Frankfurter Schule in het Duitsland
omgaan met vrijheid en het nemen
te ontdekken kan beter zijn voor het
geldt voor de bundel Overbruggen.
je oefenen door zaken van verschil-
van de jaren zestig op het Bildungsi-
van verantwoordelijkheid om een
vormen van een eigen persoonlijkheid,
lende kanten te leren bezien. Daarbij
deal aan: ook hoog opgeleide Duitsers
positieve bijdrage te leveren aan
maar is juist minder effectief voor het
Verbinden van vernieuwingsonderwijs en onderzoek2 van Patrick Sins en René
helpt uiteraard als de docent het alvast
hadden het nationaalsocialisme van
de maatschappij.’
opdoen van kennis en aanleren van
Berends, net als De Brouwer verbon-
voordoet – daar heb je die hoofdwet
de jaren dertig niet weten te stoppen.
(sociale) vaardigheden.
den aan het Lectoraat Vernieuwings-
Reformpedagoog Célestine Freinet
onderwijs bij Saxion Hogeschool en
(1896-1966) had als uitgangspunt:
Tijdens bezoeken aan montessori-
of Hogeschool Thomas More. Patrick
‘De wereld mijn klaslokaal’. Diens
scholen ziet Jaap de Brouwer regel-
Sins voert in zijn bijdrage ook een
leerlingen wilden best graag leren,
matig dat die twee benaderingen van
paradox op: ‘Paradoxaal genoeg kun je
maar minder graag in school – Freinet
leren door leraren nogal eens door
zelfsturend leren dus niet zelfsturend
noemde wandelingen met hen dan ook
elkaar worden gehaald: ‘Ze leggen
leren,’ schrijft hij. Zelfsturend leren
de ‘Spijbelschool’ (École Buissonnière).
dan óf teveel nadruk op de instructie
moet je aangeleerd krijgen, door het
Als leraren over brede vorming speken,
en vergeten daarbij de ontwikkeling
voor gedaan te krijgen en voor geleefd.
gebeurt dat lang niet altijd met school
van de persoonlijkheid, óf ze passen
Bij bezoeken aan scholen leerde hij
in gedachten, schrijft Berends. Sterker
pedagogische principes toe bij het
dat veel leraren in deze ‘ernstig tekort
nog: het Griekse woord scholé betekent
aanleren van kennis en vaardigheden.’
schieten’ – ze kennen Sins boekje
‘vrije tijd’: om jezelf te ontdekken en
Culturele vaardigheden leren kinderen
je te leren verhouden tot jezelf, de
niet zelfstandig door met blokken of
Iself. Aanpak voor het bevorderen van zelfsturend leren door leraren3 misschien
met letters te spelen, meent hij: er is
nog niet?
‘De gevormde mens is iemand die
ander en de wereld. Berends besluit:
iemand nodig die je die materialen
Montessori Magazine
2 Sins, Patrick en Berends, René (2020), Overbruggen. Verbinden van vernieuwingsonderwijs en onderzoek, SPE University Press 3 Sins, Patrick (2019), Iself. Aanpak voor het bevorderen van zelfsturend leren door leraren, SPE University Press
betrokken is maar die ook een stap
leert kennen en er mee leert omgaan.
Verbeeldingskracht
Hij noemt dat de leerparadox (bij
Veel onderzoeksresultaten in de reeks
secundair leren!): dat je om iets te
boekjes mogen niet de naam weten-
nummer 2 | jaargang 44
terug kan zetten, precies om de dingen die van belang zijn te kunnen
Patrick Sins
Montessori Magazine
zien. Die combinatie van betrokken-
René Berends
nummer 2 | jaargang 44
27
Colofon Montessori Magazine is een uitgave van de Nederlandse Montessori Vereniging en verschijnt drie keer per jaar.
Redactie Jaap de Brouwer, Joëlle Meijer, Elena Ramil (eindredacteur), Paul Op Heij (hoofdredacteur) Redactieadres (voor artikelen en inhoudelijke mededelingen) E-mail: redactie@montessori.nl
Word gediplomeerd Montessori leerkracht! Basisbekwaam / Vakbekwaam Start september 2021 Woensdag 14:00 tot 18:00 uur
parel@montessori.nl
Leren met lef.
piazza@montessori.nl Kaaisjouwerskade 132, 6541 EW Nijmegen – Telefoon: 0615408130
De denkende klas
Grafische vormgeving en advertentieverkoop Elma Media BV Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk
Paul Op Heij
Postbus 18, 1720 AA Broek op Langedijk Telefoon: (0226) 331600
28
Met een variatie op Theo Thijssens De
Fax: (0226) 331601
gelukkige klas schreef leerkracht-trainer en
E-mail: info@elma.nl
onderzoeker Dick van der Wateren De denkende klas1, een pleidooi voor de minder
Website: www.elma.nl
meetbare maar niet minder belangrijke
Abonnementen
elementen van onderwijs. Een pleidooi
Leden van de NMV ontvangen Montessori Magazine gratis.
ook voor verdieping in plaatst van al dat
De kosten van het NMV-lidmaatschap bedragen € 35,00.
aanmelden: hr.nl/lerenmetlef
oppervlakkige stampen en reproduceren.
De abonnementsprijs voor niet-leden bedraagt € 35,00.
‘Denken is een zelf-reparerende ma-
Aanmelding per e-mail aan nmv-secretariaat@montessori.nl
chine,’ schrijft hij. ‘Het toetst zichzelf. We
Losse nummers zijn verkrijgbaar bij het secretariaat.
0577 411 556
verbeteren het denken door het denken zelf. Falen is daarvoor een noodzakelijke
Centraal Secretariaat NMV (voor informatie over abonnementen)
voorwaarde. Als we denken, onderzoeken
Boerhaavelaan 40, 2713 HX Zoetermeer
we of wat we denken waar is. Daarbij leidt
Telefoon: 06-40233698
ieder moment van falen tot een beter
E-mail: nmv-secretariaat@montessori.nl
begrip van hetgeen we onderzoeken.’ Om zijn betoog te ondersteunen, vraagt
Websites NMV:
hij zich af waarom we Blooms classificatie
www.montessori.nl – www.montessorinet.nl
Voor alle kinderen
van onthouden- begrijpen-toepassenanalyseren-evalueren-creëren zo slecht
Sluitingsdatum kopij Montessori Magazine 44-3 (Juni 2021): 10 mei 2021
begrepen en daardoor verkeerd toepas-
De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen te redigeren en in
ten? En hij breekt een lans voor Cornelis
te korten, dan wel te weigeren of te laten plaatsen op Montessorinet.
Verhoevens Inleiding tot verwondering als
Groepsovernachtingen voor
Onderwijs & verenigingen
hij schrijft dat het niet goed is dat we
Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uitsluitend na
Bij Stichting Paasheuvelgroep houden we van blije
kinderen vooral gestolde kennis voorscho-
gezichten, van lekker samen zijn in een mooie
telen, ‘een verzameling zekerheden en
schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie tracht bij alle gebruikte afbeeldingen de eigenaar te achterhalen.
vanzelfsprekendheden’, zonder aandacht
Waar dit niet is gelukt, vragen wij de rechthebbende om contact op te nemen.
te besteden aan hoe we dat allemaal te weten zijn gekomen – zo de nieuwsgierig-
natuurlijke omgeving. Wij geloven in het traditionele kamp, maar dan wel in een hedendaags jasje. Groepsovernachtingen met respect voor de natuur
ISSN nummer Koninklijke Bibliotheek: ISSN 2352-2623
Veel ruimte voor sport en spel
heid van kinderen frustrerend. Dick van
36 verblijven op 9 locaties
der Wateren biedt vele praktische tips om
Meer dan 600 schoolkampen per jaar
het anders te gaan doen, in feite handvat-
36 VERBLIJVEN IN:
ten bij onderwijspedagoog Gert Biesta. 1 Van der Wateren, Dick (2020), De denkende klas, Uitgeverij Lannoo Campus
Montessori Magazine
Austerlitz
Evertsoord
Stroe
Baarn
Oosterhout
Teteringen
Epe
Oostvoorne
Vierhouten
www.ikwilrekenen.nl
www.groepsgebouw.nl/montessori nummer 2 | jaargang 44 0238-01_88x132mm.indd 1
16-02-2021 10:09
Een bekwaam montessori-leraar of pedagogisch medewerker worden? NMV gecertificeerd Je werkt als leidster, leerkracht of BSO-medewerker op een montessori-basisschool, -peutergroep of -kinderdagverblijf en je wilt meer kennis en vaardigheden ontwikkelen om een fantastische(r) bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de kinderen. Kies dan voor de montessori-nascholing van de Hogeschool van Amsterdam! Met onze montessori-opleidingen werk je in negen maanden toe naar het certificaat ‘jonge kind’, montessori-basisbekwaam of montessori-vakbekwaam. Alle opleidingen starten in het najaar van 2021.
>
Basisbekwaam pedagogisch medewerker www.hva.nl/montessori-peuter
>
Montessori basisbekwaam www.hva.nl/montessori-basis
>
Montessori vakbekwaam www.hva.nl/montessori-vak
Kijk op de website: www.hva.nl/montessori en klik daar door naar de opleiding van je keuze voor meer informatie.