-
engagemenT Guido Galle Directeur Onderwijs en Studentenbeleid
engagement van de student - arteveldehogeschool
dit magazine laten we enkele studenten hun passie voor hun vrijwillige engagement toelichten. Zonder passie geen actie, want wat mensen belangrijk vinden, heeft een emotionele lading. Het zijn levensechte verhalen, waar wij aan de Arteveldehogeschool graag naar luisteren, en waarvoor directie, docenten en medewerkers veel waardering tonen. De combinatie van studie en vrijwilligerswerk verdient ook in ons hoger onderwijs nog meer aandacht. Die vrijwilligers zijn thuis aan de Arteveldehogeschool. Graag dank ik de jonge redactieploeg van de opleiding journalistiek en hun docenten voor dit prachtige werkstuk.
engagement
-
Vrijwillig paraat: in de sport, bij de Chiro, de CM of de scouts. Je vindt ze in ziekenhuizen, natuurverenigingen, studentenclubs, kinderopvang, het Rode Kruis, politieke partijen, bij de huiswerkbegeleiding en culturele en sportieve evenementen. De student engageert zich als vrijwilliger. Ook in 2011, het Europese jaar van de vrijwilliger, houden ze op tal van plekken de samenleving draaiende. Studenten van de Arteveldehogeschool en hun verantwoordelijkheid als vrijwilliger, daarover gaat dit magazine van onze studenten journalistiek. De diversiteit van hun engagement is groot en hun gedrevenheid mag ons gerust wat meer beroeren. Vrijwilligers nemen onbezoldigd taken op zich en zetten zich in georganiseerd verband vrijwillig in voor andere mensen of voor de samenleving. Vrijwilligerswerk is voor tal van organisaties zo belangrijk als ademen voor een mens. Een op de vijf Vlamingen is actief als vrijwilliger. Bij de studenten van de Arteveldehogeschool ligt het aandeel veel hoger. Jonge mensen en vooral hoger geschoolden blinken uit in hun engagement met allerlei doelgroepen. Bovendien zijn tal van onze opleidingen sterk sociaal gericht en biedt vrijwilligerswerk aan onze studenten een uitstekende kans om heel belangrijke competenties in een authentieke context verder te ontwikkelen. Studenten die als vrijwilliger actief zijn, doen het niet alleen uit idealisme, maar willen soms zelf iets uit hun werk halen: ervaring opdoen, nieuwe vaardigheden leren, nieuwe mensen leren kennen, hun cv aanvullen of een springplank naar een betaalde job leggen. Het is altijd boeiend medestanders te vinden met een vergelijkbare passie. Het is ook wel eens lastig om het vol te houden. Vooral tijdens stage- en examenperiodes is de combinatie met het vrijwilligerswerk héél moeilijk. Meestal zet je dan het engagement best eventjes op een lager pitje, maar afhaken doe je enkel als het echt niet anders kan. Volhouden in de samenwerking is een competentie die in tal van beroepen hoog staat aangeschreven. Aan de Arteveldehogeschool zijn we heel trots op de honderden studenten die zich als vrijwilliger inzetten. In
-
people who need people
arteveldehogeschool
Het engagement van de student:
110121_enga_03-13_def.indd 3
3
28/01/2011 17:06:41
De twintigjarige Maarten De Geyter is al vijf jaar lang in zijn vrije tijd een gepassioneerd scheidsrechter. De positieve reacties van de spelers, zelfs als ze verloren hebben, vormen een belangrijke stimulans voor hem.
Scheidsrechter met ambities Maarten De Geyter zit in het derde jaar van de lerarenopleiding secundair onderwijs. Sinds vijf jaar is hij scheidsrechter. En zijn ambities zijn groot: hij maakt zelfs kans om volgend seizoen aan te treden in de nationale reeksen. “Ik hou van de adrenaline in een kolkend voetbalstadion.” “In het zesde leerjaar kreeg ik de microbe te pakken”, vertelt Maarten. “In de middagpauze speelden we met de klas altijd een partijtje voetbal en omdat er vaak werd gevochten, besloot ik om arbiter te worden. Ik maakte mijn gele en rode kaarten toen zelf. Ze zijn dikwijls in de vuilnisbak beland (lacht).” Op dat moment voetbalde Maarten zelf nog bij Lovendegem. Toen hij vijftien was, besloot hij te stoppen met spelen om scheidsrechter te worden.
“Ik kreeg al eens een voetbalschoen naar mijn hoofd geslingerd” “Met dank aan Frank De Bleeckere”, zegt hij daarover. “Ik kijk enorm op naar die man: hij doet het fantastisch en ik wil minstens even goed worden als hij.” Maarten slaagde met glans voor het theoretische examen en kreeg het scheidsrechtersembleem. Voor de jonge arbiter ging het vanaf dan snel: twee jaar later trad hij al aan in derde provinciale, waar hij te horen kreeg dat hij het volgende seizoen tot het belofteteam van Oost-Vlaanderen zou behoren. “Daardoor steeg ik meteen naar tweede provinciale”, zegt Maarten. “En sinds vorig seizoen fluit ik definitief in eerste. Een wereld van verschil.”
4
Om conditioneel goed voor de dag te komen, gaat Maarten twee tot drie keer per week lopen. “Ik dwing mezelf dan om een uur lang tot het uiterste te gaan en ik houd me daar strikt aan, want anders lukt het niet. Enkel uitzonderlijke omstandigheden houden me thuis. Het vergt inspanningen, maar die lever ik met plezier.” Geen kaartenzwaaier Vorig seizoen maakte Maarten al kans om over te stappen naar de nationale reeksen, maar hij voelde zelf aan dat die stap nog te groot was. “Daar wordt nu eenmaal ander voetbal gespeeld en veel harder in duel gegaan.” Dit jaar is Maarten vastberaden om de overstap naar vierde klasse wel te maken. “Met conflicten op het veld probeer ik zo volwassen mogelijk om te gaan. Het is belangrijk de emoties van het moment te begrijpen en niet onmiddellijk met kaarten te gaan zwaaien. De rust die ik uitstraal, gaat dan vanzelf over op de spelers.” Hij kijkt met een goed gevoel op zijn laatste jaar terug. “Ik werd goed aanvaard in de eerste provinciale. Nochtans zijn de voetballers gemiddeld een pak ouder dan ik. Maar als zelfs de verliezende ploeg me na de partij komt feliciteren, weet ik dat ik het goed gedaan heb. Ik doe het voor die positieve reacties, die stimuleren me om door te gaan.” Een hobby, geen job Met jaloezie heeft Maarten naar eigen zeggen nog niet te maken gekregen. “Wel vragen mensen me geregeld of een voetbalwedstrijd in goede banen leiden me veel geld opbrengt”, lacht Maarten. “Het antwoord is neen, want ik fluit geen wereldbekermatchen. Ik doe dit omdat ik het wil doen, en omdat ik het graag doe. De arbitrage is voor mij een passie. Mijn prestatie is het enige wat telt.” Toch kan Maarten niet ontkennen dat hij het soms hard te verduren krijgt. “Ooit kreeg ik de schoen van een ontevreden speler naar mijn hoofd geslingerd. Maar dergelijke
dingen maken me mentaal sterker. Ik geef grif toe dat ik nog elke week fouten maak. Dat hoort erbij.” Zijn eindconclusie is in elk geval positief. “De nadelen wegen niet op tegen de voldoening die ik eruit haal. Het blijft me boeien, wedstrijd na wedstrijd.” Overvolle agenda “De combinatie met mijn schoolwerk is niet altijd eenvoudig”, meent Maarten. “Mijn agenda staat bijna altijd vol: op woensdag, vrijdag, zaterdag en zondag moet ik me beschikbaar houden voor het voetbal. En op dinsdag en donderdag ga ik trainen. Er blijft weinig tijd over.” Maar dat stoort hem niet: hij zou dag en nacht met voetbal bezig kunnen zijn. “Al een week voor een wedstrijd begin ik me mentaal voor te bereiden”, vertelt hij. “De avond voor de partij ga ik op tijd slapen. Wanneer ik in het weekend een namiddagmatch heb, doe ik een hele dag niets. Enkel als ik ‘s avonds moet fluiten, kan ik in de voormiddag wat studeren. De namiddag is voor wedstrijdvoorbereiding.” Gelukkig kan Maarten rekenen op zijn vriendin en zijn ouders. “Zij staan volledig achter mij. Mijn vader en moeder hebben nog geen enkele wedstrijd gemist.” Al weet Maarten wel dat het voor zijn vriendin niet makkelijk is om altijd rekening met hem te moeten houden. “Zo ga ik de avond voor een match nooit weg, en ook op de dag zelf ziet ze mij amper”, zegt Maarten. “Daarom gaat ze nooit mee naar wedstrijden, ook omdat ze zelf nog studeert.” Maartens grote droom is internationale topwedstrijden leiden. “Ik hou van de adrenaline in een kolkend voetbalstadion. Twee jaar geleden floot ik de kampioenenmatch in derde provinciale, voor negenhonderd supporters. Dat gaf me ontzettend veel positieve energie.” Ruben De Clercq Website: http://www.footbel.com.
voetbalpassie
110121_enga_03-13_def.indd 4
28/01/2011 17:06:49
110121_enga_03-13_def.indd 5
engagement
e
5
28/01/2011 17:06:55
-
arteveldehogeschool
-
engagement van de student
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
Studente logopedie Fee Wydaeghe zet haar lessen taaltherapie met veel plezier in de praktijk om taalzwakke kleuters net dat extra steuntje in de rug te geven. Een leerrijke ervaring.
Taalbad voor kleuters Fee Wydaeghe (20) is derdejaarsstudente logopedie. Sinds september vorig jaar zet ze zich vrijwillig in bij De Babbeldoos, een initiatief dat taalzwakke kinderen uit de derde kleuterklas helpt om de Nederlandse taal beter onder de knie te krijgen. “Je krijgt zoveel terug van die kinderen.” Woensdagmiddag 17 november, 14 uur. Negen van de elf kleuters zijn al aangekomen en spelen alvast een spelletje met Fee. Om beurten nemen ze geblinddoekt twee kaartjes en voelen aan het oppervlak of het twee dezelfde zijn. Diegene met de meeste dubbele kaartjes wint. De kinderen zijn enthousiast. Als de laatste kindjes in de deuropening verschijnen, kunnen de activiteiten beginnen. Maaike Debruyne is de coördinator van De Babbeldoos. Zij is geen vrijwilliger, maar heeft na een periode van lesgeven bewust gekozen voor deze job. “De kinderen zitten allemaal in de derde kleuterklas en zijn taalzwak”, verklaart ze. “De Izegemse basisscholen merkten dat te veel taalzwakke kinderen worden doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs, enkel omdat ze de taal niet genoeg beheersen. Wij geven die kinderen een enorm taalbad, zodat ze in het gewone onderwijs les kunnen blijven volgen.” Licht en donker Voor dit project werkt Maaike samen met zes vrijwilligers. Vandaag zijn er twee vrijwilligers aanwezig: Fee en Tine, de hoofd verantwoordelijke voor het thema ‘licht en donker’ dat vandaag start. Maaike roept de kinderen samen rond een plateau vol gedoofde theelichtjes. “Wat valt jullie op?”, vraagt ze. “Het is hier donker”, antwoorden de kindjes. “Inderdaad, vanaf vandaag gaan we het hebben over licht en donker. Ik ga nu licht maken door de kaarsjes aan te steken”, gaat Fee verder. De kinderen blijven kalm zitten. Fee, Maaike en Tine praten met hen over hun ervaringen met vuur en kaarsen. “Ik heb meegeholpen aan een barbecue met papa en toen heb ik
6
me pijn gedaan”, vertelt Kenneth stoer. “En ik heb al eens een kaarsje aangeraakt en me verbrand”, roept Jessica. Na de korte gesprekken worden de kaarsjes uitgeblazen en worden de kleuters opgedeeld in drie groepjes. De kinderen zullen vandaag een kijkdoos maken. Daarvoor moeten ze eerst een schoendoos beschilderen en vormpjes maken met strijkparels. De vormpjes worden vastgemaakt in de doos, waarin een kijkgat wordt gemaakt. In het deksel van de doos komt een opening die wordt beplakt met kleurig crêpepapier. Zo kan er licht in de doos schijnen en kunnen de kindjes hun zelfgemaakte vormpjes bewonderen. Leuke bende Fee en Tine blijven bij de kinderen die zullen schilderen. Maaike gaat met de rest naar een ander lokaal om er figuren met strijkparels maken. Als de kleuters bezig zijn, vertelt Fee waarom ze dit vrijwilligerswerk zo graag doet. “We werken met een leuke bende mensen samen. Twee van hen zijn oude vrienden van me. Door De Babbeldoos ben ik weer met hen in contact genomen. Maar het zijn vooral de kindjes die me motiveren om met dit werk door te gaan. Je krijgt zoveel van hen terug en het is leuk om hen te zien evolueren en open te bloeien. Dan weet je dat je echt iets moois hebt bereikt.” Fee begon vorig jaar in september bij De Babbeldoos. “Daarvoor gaf ik huiswerk begeleiding aan een Turks kindje van zes jaar. Jammer genoeg moest ik daar wegens tijdsgebrek mee stoppen”, vertelt ze. Intussen zijn de kinderen enthousiast met de verf aan het spelen. Ondanks de vuilniszakken die verspreid over de grond liggen, zit de vloer al onder de rode, groene en blauwe verfspatten. “Het is eigenlijk door mijn mama dat ik dit werk doe. Zij zag afgelopen zomer de vraag naar vrijwilligers voor De Babbeldoos. Het project leunt heel dicht bij mijn studies aan: ik studeer logopedie en alles wat ik heb geleerd over taaltherapie, kan ik hier goed
gebruiken. Ik heb intussen wat ervaring door stage te lopen en door verschillende praktijkoefeningen. Het is leerrijk om de theorie toe te passen op de kinderen hier. Door te zien hoe zij reageren, leer ik weer dingen bij. Dat kan allemaal bij De Babbeldoos.” Steun van de leerkrachten Na verloop van tijd wisselen de kindjes van knutselactiviteit: de kindjes die hun vormpjes al hebben gemaakt, mogen nu schilderen, en omgekeerd. Fee en Tine herhalen geduldig hoe de kleuters hun schoendozen een hip kleurtje kunnen geven. “Ik ben blij dat ik De Babbeldoos zo gemakkelijk kan combineren met mijn schoolwerk. Ik hoef niet al te veel voor te bereiden en het werk valt buiten mijn lesuren. Maar indien ik wat vroeger uit de les moet, hebben mijn leerkrachten daar begrip voor. En dat apprecieer ik.” Het Babbeldoos-project loopt over een periode van twee jaar met dezelfde kinderen. Als het project een succes blijkt, dan zal het worden voortgezet. “Ook de ouders zijn heel enthousiast. De meesten komen naar elke slotactiviteit die we organiseren na ieder thema”, legt Fee uit. Goede contacten met ouders Die goede contacten met de ouders zijn heel belangrijk, weet Fee. “Zij kunnen het best aangeven of hun kind vorderingen maakt en uitleggen wat zij belangrijk vinden. Maaike deelt haar bevindingen ook mee aan de ouders. Zij probeert hen zo te motiveren actief bezig te blijven met hun kind om nog betere resultaten te bekomen. Een goed contact met het kind en zijn omgeving is cruciaal”, besluit Fee. Om 16 uur zijn alle kleurrijke figuren uit strijkparels klaar en zijn zowel de schoendozen als de vloer van het lokaal geverfd in felle kleuren. De ouders staan klaar om hun kroost op te halen. Maaike zorgt er persoonlijk voor dat tegen volgende keer alle dozen afgewerkt zijn. De kinderen kunnen amper wachten tot het weer zaterdag is. Timothy Puype
babbeldoos
110121_enga_03-13_def.indd 6
28/01/2011 17:06:56
engagemenT - arteveldehogeschool - engagement van de student - arteveldehogeschool engagement
-
“Wat ik leer op school kan ik toepassen in De Babbeldoos”
110121_enga_03-13_def.indd 7
7
28/01/2011 17:07:05
De vrijwilligersloopbaan van Robbe Peters begon met de verkoop van tickets voor het Brugse Muziekcentrum Cactus vzw, maar na verloop van jaren was hij aan het werk als geluids- en lichttechnicus. Zijn vrijwilligerswerk zorgde ervoor dat hij bewust koos voor de nieuwe richting eventmanagement.
Technicus voor rockgroepen Robbe Peters (21) is eerstejaarsstudent in de nieuwe afstudeerrichting eventmanage ment van de bachelor office management. In zijn vrije tijd is hij naast KSA-leider ook geluids- en lichttechnicus in het Brugse muziekcentrum Cactus vzw en voor Eye Spy Records. Zijn ultieme droom? Later zelf tourmanager worden. “Ik denk dat de lessen goed aansluiten bij wat ik doe in de praktijk en wat ik later wil worden.”
Robbe vindt het belangrijk om als vrijwilliger ook daadwerkelijk iets te creëren. “Ik ben van nature een productieve persoon. De mensen die naar de optredens in Cactus komen, doen dat om zich te ontspannen. Ik ben een schakel in die ketting die voor entertainment zorgt. De sfeer is altijd leuk en ontspannen, maar ik probeer wel om mijn werk zo goed mogelijk te doen. Dat ik intussen al die bands kan zien optreden, is aardig meegenomen.”
dat ik nog nooit op een festival gewerkt had. Pas toen ik op het podium een kijkje ging nemen, realiseerde ik me dat ik een lichtshow moest brengen voor 13.000 mensen. Had ik op voorhand geweten dat dit zo overweldigend zou zijn, had ik het waarschijnlijk nooit aangedurfd.”
een logische keuze? Het lijkt voor zich te spreken dat de richting eventmanagement Robbe op het lijf is geschreven. “Ja en nee. Geluidstechnicus word je natuurlijk niet Eventmanagement bestond nog niet toen zomaar. Robbe: “In het vijfde middelbaar Hij zag intussen al heel wat grote namen ik afstudeerde. Na het secundair onderben ik podiumtechnieken gaan studeren in passeren bij Cactus. “De voorbije zomer wijs ben ik podiumkunsten gaan studeren Oostende. Zo kwam ik voor het eerst in con- was er de cd-try-out van Zornik. Op zo’n tact met die sector. Ik ben begonnen bij vzw moment merk je dat je lang nog niet alles in Brussel. Ik kreeg door mijn vrijwilligersCactus als hulpje bij de ticketverkoop, twee kunt. Die mannen gaan erg strikt te werk. werk bij Eye Spy Records nochtans een jaar lang: leuk, want ik mocht gratis naar de Velen onder hen hebben al jaren ervaring vaste baan aangeboden, maar ik vond en optredens. Toen een vriend uit school optrad en ze vinden het niet erg om af en toe eens vind het belangrijk om een hoger diploma in het lokale jeugdhuis en er niemand was een paar dingen uit te leggen aan beginne- te halen. Achteraf bekeken was podiumom het geluid te regelen, ben ik dan maar lingen zoals ik. En ik mocht ook al werken kunsten in Brussel niets voor mij: alleen het vak ‘productie’ was helemaal mijn achter het mengpaneel gekropen. Wat later met dEUS. Dat was nog een stapje hoger. ding. Het was een soort van samenvatvroeg een van mijn leerkrachten, die bij vzw Alles werd tot in de puntjes geregeld, het ting van wat eventmanagement allemaal Cactus vaste geluidstechnicus was, of ik niet was aangenaam werken.” inhoudt.” kon helpen als stagehand. Dat is iemand die Deze richting ziet Robbe als een eerste helpt achter de schermen van een optreden Van Jeugd tot Graspop stap in het realiseren van zijn grote of voorstelling. Daar moest ik niet lang over Robbe werkt intussen ook al bij Eye Spy Records, het toonaangevende hardcore/ droom: tourmanager worden. “Dat houdt nadenken.” punkrocklabel uit Brugge. Daar kwam hij in dat ik eigenlijk elke dag een event moet heel toevallig terecht. “Ik deed eerder al managen op een andere locatie.” Dat de het geluid voor vrienden van hen. Toen lessen in het eerste jaar nog niet prakop een avond De Jeugd van Tegenwoordig tijkgericht zijn, vindt hij niet erg. “Het is Het Brugse Muziekcentrum optrad en er niemand was voor het licht, interessant om de achterliggende visies te Cactus vzw focust zich op heb ik mijn hulp aangeboden. Het label leren kennen en iets meer met artistieke moderne muziek. Het heeft richt zich vooral op het rockgenre en ik ga ideeën bezig te zijn.” voornamelijk naambekendheid graag naar rockoptredens, dus het is voor Robbe vindt zelf dat hij veel aan zijn werk verworven door het Cactusfestival, mij ook gewoon genieten. En als ik kan als vrijwilliger heeft te danken. “Het heeft een van de grotere namen op de helpen, waarom zou ik het dan niet doen? er mee voor gezorgd dat ik voor deze festivalkalender van België. De Daardoor mag ik nu ook al voor grotere richting heb gekozen: ik zag veel eventmameeste optredens vinden plaats in bands werken, zoals Walls of Jericho, nagers aan het werk, al hadden ze er dan de polyvalente Magdalenazaal. Het Madball en Polar Bear Club.” niet altijd voor gestudeerd.” Achter zijn doel van de vzw is vooral om een vrijwilligerswerk wil hij nog niet meteen breed publiek te laten genieten van de Het grootste evenement waar Robbe een punt zetten. “Zolang het mogelijk is, hedendaagse muziekcultuur, en dat tot nu hielp, is Graspop. “Een vriend zal ik vrijwilliger blijven voor vzw Cactus op een zo voordelig mogelijke wijze. was geluidstechnicus voor de Schotse en voor de KSA. En vraag me alsjeblieft Daarvoor steunt de vzw vooral op metalband Alestorm en vroeg mij om niet om tussen de twee te kiezen (lacht).” vrijwilligers. Voor meer informatie: voor het licht te zorgen. Ik ging daar www.cactusmusic.be. opgewekt op in, zonder er stil bij te staan Jo Joos
8
tourmanager
110121_enga_03-13_def.indd 8
28/01/2011 17:07:16
engagement
r
-
110121_enga_03-13_def.indd 9
arteveldehogeschool
“Als ik kan helpen, waarom zou ik het dan niet doen”
9
28/01/2011 17:07:22
-
engagement van de student
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
Met het gratis wereldcafé Barco Mundo bracht Annegreet Poelman, voorzitster van de Gentse Noord-Zuidstudentenvereniging, enkele maanden geleden de Noord-Zuidproblemen op een warme manier onder de aandacht. Een hectische maar geslaagde onderneming, waar ze met veel plezier op terugkijkt.
Werelddagboek Studente lager onderwijs Annegreet Poelman (19) is open-top een vrijwilligster. Het vrijwilligerswerk werd haar met de paplepel ingegeven: haar vader werkt al jarenlang zeer actief mee in de Oxfam Wereldwinkel. Als voorzitster van de Gentse Noord-Zuidstudentenvereniging organiseerde Annegreet met enkele gelijkgestemde zielen een paar maanden geleden Barco Mundo, een gratis wereldcafé met onder meer het optreden van een Iraanse verteller en een kunsttentoonstelling. De vereniging is voor Annegreet echt een onuitputtelijke bron van ideeën en interesses, en wat vooral belangrijk is: van ideeën die ze kan delen met anderen. We lezen even mee in het dagboek dat Annegreet in deze hectische periode schreef. Melissa Janssens
De Noord-Zuidstudentenvereniging is lid van het Werkgroepen & Verenigingen Konvent (WVK) van de Universiteit Gent. De organisatie focust zich op de ongelijke verhouding tussen het Noorden (Noord-Amerika, Japan, West-Europa en Australië/ Nieuw-Zeeland) en het Zuiden (Afrika, Azië, Latijns-Amerika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan). http://www.overlegnz.tk
10
Twee weken vooraf
Toen ik vanochtend mijn mailbox nakeek, zag ik de figuurlijke donderwolken al hangen. Een e-mail van de eigenaar van de kunstboot waar onze activiteit plaatsvindt, meldde: “Mijn excuses, maar er is een dubbele boeking op de geplande datum.” Ik besloot onmiddellijk om een spoedvergadering te houden, zodat we een andere datum konden aanvragen. Alternatieve locaties zoals de Therminal bleken allemaal al volgeboekt. Daarom beslisten we om Barco Mundo een week op te schuiven. Jammer genoeg waren onze vijftig affiches en zevenhonderd flyers al gedrukt. Tijdens de vergadering pasten we blaadje per blaadje de datum aan.
Nog zeven dagen en nachten te gaan Vandaag ging Barco Mundo normaal gezien door. Omdat sommige mensen misschien nog niet vernomen hebben dat de activiteit een week verplaatst is, besliste ik vanmiddag om een papier met de nodige informatie aan de boot te hangen. De oorspronkelijke datum stond namelijk nog vermeld in sommige activiteitenkalenders.
De dag vooraf Net na de middag begonnen we met de inkleding van de boot. Doeken en lichtjes zorgden meteen voor gezelligheid. Plotseling lichtte een medewerkster mij in dat we nog een extra geluidsversterker nodig hebben. Frank van Broederlijk Delen gaf mij een gsm-nummer van iemand bij de organisatie die ik morgenochtend mag bellen.
De dag zelf Deze ochtend ging ik naar school en telefoneerde met de contactpersoon bij Broederlijk Delen. We mochten een versterker gebruiken uit hun animatiecentrum, maar die moest voor 16 uur afgehaald worden. Ik regelde met mijn papa dat ik enkele uren zijn auto mocht lenen. Aangezien ik zelf nog geen rijbewijs heb, sprak ik af met mijn vriendje. Met de auto pikten we overal in Gent de nodige spullen op: een filmpje bij Oxfam, de versterker bij Broederlijk Delen, en we deden lastminuteinkopen, zoals potjes voor onze couscous en rietjes voor in de cocktails. Het was een hectische middag. Een uur voordat de mensen aankwamen, ontdekte een medewerker dat er op de boot geen stromend water was. De eigenaar had de week ervoor de watertank nog gecontroleerd, maar nu was hij leeg. Een groot probleem dat we zo snel mogelijk probeerden op te lossen. In het toilet zorgden we de hele tijd voor emmers met water uit de rivier en in allerlei nachtwinkels gingen we flessen water kopen om thee te zetten. In de loop van de avond kwamen er tweehonderd mensen langs. Er hing echt een warme sfeer. Toen iedereen naar huis was, ruimden we al redelijk wat op.
De volgende morgen
Vanochtend opnieuw les gehad. Achteraf had ik afgesproken met de rest van de medewerkers om de boot verder op te ruimen. We hadden weer de auto tot onze beschikking om alles terug te bezorgen. Dat nam veel tijd in beslag want het was erg druk in Gent. Ik moest ‘s avonds nog naar een vergadering van de studentenraad. Ik had laten weten aan onze voorzitster Goedele dat ik iets later zou zijn, maar toen ik een halfuur te laat aankwam, was er niemand te bespeuren. De vergadering bleek afgelast te zijn: had ik mijn gsm maar op laten staan.
over de grenze
110121_enga_03-13_def.indd 10
28/01/2011 17:07:25
engagemenT engagement van de student
-
arteveldehogeschool
-
zen 110121_enga_03-13_def.indd 11
engagement
-
arteveldehogeschool
-
“Door je ergens voor in te zetten, ga je elkaar ook inspireren”
11
28/01/2011 17:07:29
12
110121_enga_03-13_def.indd 12
natuur
28/01/2011 17:07:52
110121_enga_03-13_def.indd 13
engagement
13
28/01/2011 17:08:06
-
arteveldehogeschool
-
engagement van de student
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
Drie presessen geven hier het antwoord op vijf vragen: 1. Hoe zijn ze voorzitter geworden? 2. Wat maakt iemand volgens hen tot een goede preses? 3. Is de combinatie met hun schoolwerk niet te zwaar? 4. Hoe verlopen de studentendopen? 5. Wat onderscheidt hun studentenclub van de andere?
De mooiste tijd van je leven Andries De Groote (21)
Simon Fieuws (20)
preses ReGent
preses Gutenberg
1.
1.
“Iedereen begint sowieso onderaan de ladder, als schacht. Ik ben na mijn schachtenjaar een jaar ab-actis geweest, een soort van secretaris, daarna werd ik vicepreses. Het was niet mijn plan om preses te worden. Ik ben er als het ware ingerold. Toen een paar mensen in de club mijn naam naar voren schoven, kon ik niet meer terug.”
“Aan het einde van elk schooljaar wordt een achtkoppig presidium of bestuur verkozen, dat het volgende academiejaar dan de leiding op zich neemt. Ik heb me vorig jaar kandidaat gesteld omdat ik me wou inzetten voor de studentenclub. Het voelde als een logische volgende stap.”
2. “Veel van de grote politici en bedrijfslei-
“Een goede preses neemt leiding, toont initiatief en heeft controle over het geheel. Ook de omgang met de leden is belangrijk,
ders van vandaag waren in hun tijd preses. Niet dat ik mezelf met hen vergelijk, maar het toont toch aan dat er heel wat bij komt kijken. En dat je ervaring opdoet voor je latere professionele leven. Veel van de eigenschappen die je als preses verwerft, zullen ook later goed van pas komen.”
3. “Je bepaalt zelf hoeveel tijd
je in de studentenclub steekt. In sommige periodes van het jaar kan je al eens een avond zwaar uitgaan, op andere momenten kan dat weer niet. Het is belangrijk om voor jezelf een tijdsindeling te maken.
2.
“Op onze cantussen mag je altijd water drinken”
“Veel grote politici en bedrijfsleiders waren ook preses” Dat geven we ook aan onze leden mee. En we raden hen af om tijdens de examens lang op café te blijven hangen.”
4. “De studentendopen bij ReGent hebben nog nooit problemen opgeleverd. Wij leven het doopdecreet dat Sovoarte opgesteld heeft, strikt na. Tijdens de doop geven we de schachten ook een doopopdracht mee: een soort van test in creativiteit waarmee ze zichzelf kunnen bewijzen aan de groep.”
5. “Wat onze studentenclub zo bijzon-
der maakt, is de diversiteit. Bij ons heb je studenten die later lessen over wetenschappen willen geven, maar ook mensen die gepassioneerd zijn door taal of die hun enthousiasme voor sport willen doorgeven. Die mengelmoes maakt ReGent tot een interessante groep.”
14
preses
110121_enga_14-27_def.indd 14
28/01/2011 17:09:59
5. “Tijdens het jaar doen we allerlei activitei-
ten zoals sportnamiddagen, of we gaan samen paintballen. En natuurlijk zijn er de cantussen, die we op een budgetvriendelijke manier organiseren. We amuseren ons gewoon door liedjes te zingen. En je mag altijd water drinken.”
engagemenT
1.
-
“Ik was vorig jaar ook al preses. Normaal gezien oefen je die functie maar één jaar uit, maar dit jaar vonden we geen nieuwe kandidaat. Dus heb ik maar beslist om mijn ambtstermijn met een jaar te verlengen. Ik ben ervan overtuigd dat elke preses dat zou doen als de opvolging niet verzekerd is.”
arteveldehogeschool
4.
“Bij onze dopen volgen wij een doopdecreet van het Senioren Konvent Ghendt, een overkoepelende organisatie voor studentenclubs. Bij ons duurt de doop één avond, met de week ervoor een voordoop. Dan krijgen de schachten al een ludieke opdracht mee.”
preses Abnormalia
“De doop schept een band tussen eerstejaars” 2.
“Een goede preses is eerst en vooral vroeger een aanwezige schacht geweest. Je moet de studentenclub kennen. En daarnaast moet je vooral ook preses willen zijn, want er komt heel wat bij kijken. Je kunt wel de taken wat verdelen, maar de eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de preses: dat vraagt een evenwichtsoefening tussen zelf de handen uit de mouwen steken en leren delegeren. Op het einde van het jaar ben je trots op wat je verwezenlijkt hebt, maar je bent tegelijkertijd ook opgelucht dat alles goed is verlopen.”
3.
“Het presidium is soms wel wat moeilijk te combineren met een opleiding. Als student in de lerarenopleiding hebben we tijdens het jaar verschillende stageperiodes. Tijdens die weken is het niet altijd vanzelfsprekend om de studentenclub er nog even bij te nemen. School komt bij ons wel steeds op de eerste plaats.”
-
3.
“Ook mensen die niet in een studentenclub zitten, gaan tijdens het jaar uit. Lid zijn verzwaart het studentenleven in die zin dan ook niet. Ook onze kalender stopt trouwens tijdens de examenperiodes. Het is haalbaar als je enkel deelneemt aan de activiteiten van je eigen studentenclub. Voor een preses is dat soms moeilijk, want er wordt van je verwacht dat je af en toe een andere studentenclub bezoekt. Je bent immers het gezicht van je club.”
Leentje De Roo (21)
4.
“Eerstejaarsstudenten moeten zich echt niet door het negatieve beeld van de doop laten afschrikken. De doop is voor de schachten een proef in uithouding, maar net omdat ze er allemaal samen doorheen moeten, schept dat een ongelofelijke band. En die band is bij eerstejaars heel belangrijk.”
5.
“Men zegt vaak dat de studententijd de mooiste tijd van je leven is. Dat klopt volgens mij, en daarom moet je er alles proberen uit te halen. Waarom dan ook niet eens proberen om je bij een studentenclub aan te sluiten?”
De Arteveldehogeschool heeft vijf studentenclubs:
engagement
-
. Artema studenten management; www.artema-gent.be . ReGent studenten secundair onderwijs; www.regentenaar.be . Gutenberg studenten grafische technieken; www.gutenberg.be . Abnormalia alle studenten lerarenopleiding; www.abnormalia.be . Hospitalia studenten gezondheidszorg; club.studiant.be/hospitalia/1-Hospitalia.swf
arteveldehogeschool
-
Pieter Neyt
engagement van de student
zodat zij altijd gemotiveerd blijven. Er kan binnen de studentenclub altijd iets verkeerd lopen: in elke groep zijn er soms spanningen. Het is de taak van de preses om die dingen in de gaten te houden en de interne vrede te bewaren. Een preses kan dat natuurlijk niet alleen. De club staat en valt met zijn presidium.”
110121_enga_14-27_def.indd 15
15
28/01/2011 17:10:15
“Ik steek er veel tijd in, maar ik krijg ook enorm veel liefde terug�
16
regenboog
110121_enga_14-27_def.indd 16
28/01/2011 17:10:23
Ontspanning na inspanning Ondertussen zit het huiswerkuurtje erop en is het tijd voor buitenactiviteiten. De kinderen en begeleiders trekken daarvoor en masse naar het stadspark. “Ter ontspanning doen we scoutsachtige dingen, zoals knutsel- of bosspelletjes. Tijdens de
Sophie Pycke
engagemenT - arteveldehogeschool -
100 procent engagement De kinderen zijn dolenthousiast en beginnen als gek over het pas gemaaide grasveld te rennen, met geschaafde knietjes en een lach en traan als gevolg. “Vrijwilligerswerk is zo divers dat iedereen het in principe kan doen. Er is maar één vereiste, en dat is 100 procent engagement. Doe wat je graag doet, maar ook wat je moet doen. Ik steek er natuurlijk wat tijd in, maar ik krijg ook enorm veel liefde terug”, vertelt Jascha. Intussen houdt hij de zevenjarige Rachim die aan een tak bungelt, waakzaam in het oog. Om 13 uur zit de spelactiviteit erop, Jascha roept alle kinderen samen. Iedereen komt veilig en wel weer aan bij Huize Meerleer, de volgende bijeenkomst staat al aangekruist in de agenda.
engagement
IJsjes als beloning De kinderen halen een voor een schriften en boeken uit hun rugzak en beginnen ijverig aan hun reken- of schrijfoefeningen. Dit lijkt op het eerste gezicht een heel rustig huiswerkuurtje te worden. Jascha loopt tussen de stoelen door, kijkt hier en daar over een schouder mee en schiet te hulp wanneer een van de kinderen de vinger opsteekt. Maar dan besluit Florian dat tien minuten huiswerk doorploeteren meer dan genoeg is. De jongen slaat de boeken toe en begint zijn klasgenootjes een voor een af te leiden, tot groot jolijt van de groep. Al snel zwelt het speelse gefluister aan tot gegiechel en geroep. “Ik werk heel graag met kinderen en je krijgt enorm veel van hen terug, maar op momenten als deze zou ik ze letterlijk uit het raam kunnen gooien”, vertelt Jascha. Waarna
Jascha: “Vrijwilligerswerk gaat sowieso met serieuze ups en downs. De kinderen appreciëren niet altijd wat we voor hen doen. Zelfs als we hen trakteren op een ijsje of een wafel, zal er altijd wel iemand zeuren dat hij het niet lekker vindt. Maar dat is normaal als je met kinderen werkt, ze zijn steeds rechttoe, rechtaan. Maar ik weet bijvoorbeeld zeker van een vijftal kinderen dat ze zonder mijn begeleiding hun jaar hadden moeten overdoen. Het motiveert enorm als je ziet dat hun punten in stijgende lijn gaan en je weet dat jij daar voor een stuk tussenzit.”
vakanties gaan we ook al eens naar het zwembad of de zee, en op het einde van het jaar staat er altijd een kamp geprogrammeerd. We balanceren eigenlijk steeds tussen de rol van een leider van de scouts en die van een leerkracht.”
engagement van de student
Elke zaterdag komen een tiental kinderen en vrijwilligers samen voor de wekelijkse huiswerkbegeleiding. “Het motiveert enorm als je ziet dat hun punten in stijgende lijn gaan”, zegt Jascha trots. De vaste stek van De Regenboog, Huize De Meerleer, bevindt zich vlak bij de stadskern van Sint-Niklaas, tussen de stadsschouwburg en het marktplein. De buitentrap van het gebouw leidt je naar het hoofdlokaal waar alle kinderen en begeleiders zich verzamelen. Tussen de energieke hoop enthousiastelingen staat ook Jascha. Hij begeleidt zijn groep, de zeven- en achtjarigen, naar een kleiner lokaaltje achterin. Hij laat hen daar eerst allemaal zelf een stoel kiezen. “In het begin is het dikwijls moeilijk om hen rustig te krijgen. Maar zodra ze bezig zijn, zijn ze des te gemotiveerder.”
hij de bende toch liefdevol aanmaant om over te gaan tot de orde van de dag. En het lukt, toch na de belofte van een ijsje als het huiswerk tot een goed einde wordt gebracht.
-
Jascha Baltussen (20), tweedejaarsstudent secundair onderwijs, helpt op zaterdag ochtend kinderen met hun huiswerk. Hij doet dat bij De Regenboog, een jeugd vereniging uit Sint-Niklaas die zich inzet voor kinderen van de lagere school die kampen met taal- of integratieproblemen.
arteveldehogeschool
Hulp bij het huiswerk
-
Elke zaterdagochtend vangen vrijwilligers in De Regenboog in Sint-Niklaas kinderen met taal- of integratieproblemen op. Ze bieden hen hulp bij het maken van hun huiswerk, maar trekken ook met hen naar het park. Vrijwilliger Jascha Baltussen vertelt.
110121_enga_14-27_def.indd 17
17
28/01/2011 17:10:28
Stefan Acke, Simon Demeulemeester en Yves Masscho uit het derde jaar journalistiek hebben alvast één iets gemeenschappelijk: hun passie voor het nieuwe studentenmagazine TANK. Vorig jaar in april verscheen het eerste nummer gemaakt door en voor studenten van de Arteveldehogeschool. De bedoeling is om eenmaal per semester een kritisch magazine te verspreiden dat het gezicht en de stem is van de studenten.
Wees toch kritisch Momenteel is het blad TANK nog enkel te vinden op de campus Kantienberg, maar de ambities zijn groot: de studenten willen uiteindelijk een magazine brengen voor alle campussen van de Arteveldehogeschool. Simon, Stefan en Yves waren er van in het prille begin bij. “TANK is begonnen als een denktank, vandaar ook de naam. Die verzameling van ideeën vond zijn vertaling in een studententijdschrift”, vertelt cultuur- en eindredacteur Stefan Acke. “Je kunt het zowel een denk- als een doetank noemen, want artikels die de opleiding of de studentendemocratie in twijfel trekken, zijn nodig”, verduidelijkt hoofdredacteur Simon Demeulemeester. Beiden menen dat het de taak is van TANK om het debat bij de studenten op een kritische en constructieve manier aan te zwengelen. Stefan benadrukt wel dat alleen kritiek waarvoor de nodige argumenten aangedragen worden, in het tijdschrift wordt opgenomen. “Teksten waarin docenten willekeurig worden uitgemaakt, publiceren wij in geen geval. Maar ik vind het wel logisch dat studenten journalistiek
TANK is het studentenblad van de Arteveldehogeschool en is te verkrijgen op campus Kantienberg. Het blad wordt door en voor studenten gemaakt. Sovoarte en de opleiding journalistiek financieren dit project. Op zoek naar meer informatie of interesse om zelf te schrijven voor TANK? tankredactie@groups.live.com
18
kritiek niet uit de weg gaan. Ik herinner mij trouwens nog goed hoe opleidingsdirecteur Rik Adriaens ons letterlijk aanspoorde om godverdomme kritisch te blijven”, lacht Simon. Beste ideeën tijdens de examens We zitten in de mediatheek van de Kantienberg, waar Stefan en Simon wachten op redacteur Yves Masscho. Die is op gesprek bij Defensie om er een stage te regelen.
studentenblad te beginnen. “Elien en ik vonden het schrijnend dat er geen studentenmagazine was op een school die volloopt met toekomstige journalisten.” Haitse Nelis werd hoofdredacteur, er werd nagedacht over en gewerkt aan een nulnummer. “Dat nummer hebben we zelf betaald, maar nu worden de kosten gedeeld door de opleiding journalistiek en Sovoarte”, vertelt Simon. “Sommige praktische zaken waren absoluut niet
“We zouden graag nog meer samenwerken met mensen uit andere richtingen” Dat de combinatie van school en TANK niet altijd evident is, geven zijn collega’s grif toe: “Als eindredacteur is het mijn taak om de veertig pagina’s na te kijken op taal- en stijlfouten”, zegt Stefan. “Dat is een uitgebreide job. Daar komt nog bij dat ik als secretaris insta voor de verslagen van de redactievergaderingen.” Simon bevestigt dat het soms zwaar kan zijn. Hij moet als hoofdredacteur alles in goede banen leiden. Hij houdt in de gaten of alle ideeën effectief worden uitgewerkt tot een artikel, want alle veertig pagina’s moeten natuurlijk gevuld worden. “Soms moet ik inderdaad wat achter de redacteurs zitten”, vertelt hij. “Zelfs in de examens blijft TANK in mijn hoofd zitten. Ik merk trouwens dat ik het creatiefst ben wanneer ik studeer. Er hangt een groot blad op mijn kast waarop ik invallen meteen kan neerschrijven.” Ondanks het extra werk bevestigen beiden toch dat TANK een waardevolle aanvulling op hun studies is. Met de fiets naar Gentbrugge Yves, redacteur van de rubriek Opinie&Satire, is er ondertussen ook komen bijzitten. Hij was het die samen met Elien De Vos het voorstel deed om een eigen
evident voor ons”, verzekert Stefan. “Zo zijn wij tussen de lessen door zesmaal naar de drukker in Gentbrugge moeten fietsen. Elke keer opnieuw was er iets mis en moesten wij dat aanpassen.” Boze West-Vlamingen Stefan maakt van de gelegenheid gebruik om Yves te vragen wanneer hij zijn satirische column zal klaar hebben. Ze lachen alle drie wanneer ze terugdenken aan de reacties op de column van vorig jaar. “Ik schrijf elke keer een satirische column over ‘de minderheid van de maand’. Vorige keer ging die over de West-Vlamingen. Dat een satire schertsend bedoeld is, dat had een deel van de lezers blijkbaar niet begrepen. Zij dachten dat ik effectief wetenschappelijk onderzoek had gedaan naar de afkomst van de West-Vlaming.” “Er stond nochtans duidelijk boven dat het om satire ging”, lacht Stefan. Momenteel werkt TANK met een redactie van acht mensen. Toch is de opvolging niet verzekerd. “Iedereen is welkom bij ons. Wij zouden bijvoorbeeld graag nog meer samenwerken met mensen uit andere richtingen.” Annelies Coutteau
studentenblad
110121_enga_14-27_def.indd 18
28/01/2011 17:10:30
-
Simon Demeulemeester
ad
110121_enga_14-27_def.indd 19
arteveldehogeschool
Yves Masscho
engagement
-
engagement van de student
Stefan Acke
19
28/01/2011 17:10:38
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
Jong CD&V is een soort van politieke Chiro voor jongeren, zo vat Charlotte D’heer haar lidmaatschap samen. Ze leerde er in elk geval dat een politiek engagement niet altijd evident is, maar dat je er ontzettend veel van kan leren. Zoals werken in groepsverband bijvoorbeeld, en je verantwoordelijkheid nemen.
Voor jongeren met ideeën Charlotte D’heer (20), laatstejaars communicatiemanagement, heeft niet meteen politieke ambities. Maar toch stroomt er christendemocratisch bloed door haar aderen: haar moeder zit in de gemeenteraad voor CD&V, haar grootouders waren schepen. Maar dat is volgens haar niet de belangrijkste reden waarom ze lid is geworden van Jong CD&V. “Ik ben lid voor het samenhorigheidsgevoel. In het middelbaar had ik veel vrienden die CD&V-minded waren. Het kwam dus niet zozeer door mijn familie dat ik me politiek begon te engageren, maar door vrienden die samenkwamen en over politiek praatten”, legt Charlotte uit. “Toegegeven, ik ben ermee gestart voor het plezier, maar ik steun er natuurlijk ook mijn moeder mee. Veel van mijn vrienden zijn nu overgestapt naar CD&V zelf. Zelf heb ik die ambitie niet. Ik steun hen, want het is leuk om vrienden te hebben in de politiek, vooral omdat ik weet dat ze goede bedoelingen hebben.” Jeugd samenbrengen Berlare is een kleine gemeente tussen Lokeren en Aalst die decennialang werd bestuurd door christendemocraten, tot enkele jaren geleden Karel De Gucht en Open VLD de macht overnamen. Precies een jaar vóór die machtsovername is Jong CD&V Berlare ontstaan. “Berlare is een relatief kleine gemeente”, bevestigt Charlotte. “Toch is Jong CD&V Berlare erin geslaagd veel jeugd samen te brengen. Het is een soort politieke Chiro voor jongeren: je wordt gevraagd en als het meevalt, blijf je. Het is een plaats voor jongeren die niet meteen politieke ambities hebben, maar wel ideeën.” Jong CD&V Vlaanderen telt ongeveer 4.500 leden. Volgens nationaal Jong CD&Vvoorzitter Pieter Marechal kan je lid blijven
20
tot je 36ste. Er is bovendien een gelijke verdeling van mannen en vrouwen, die tussen 18 en 36 jaar oud zijn. Geen saaie bedoening Wie denkt dat er bij Jong CD&V niet veel te beleven valt en dat ze zich er vooral bezighouden met saaie vergaderingen, slaat de bal grandioos mis. “In Berlare is er één keer per maand een vergadering. Toen ik nog zeer actief was binnen Jong CD&V, kregen wij ook altijd de agenda van CD&V zelf. Daar discussieerden we dan over. Maar we overliepen eveneens het lijstje met activiteiten die Jong CD&V Vlaanderen organiseerde en beslisten naar welke we zouden gaan en wat we zelf konden organiseren. Als er verkiezingen in aantocht waren, gingen we na hoe we CD&V-politici konden steunen in hun campagne”, vertelt Charlotte. Aan engagement geen gebrek bij deze 20jarige studente. Maar engagement, zeker binnen de politiek, is niet altijd evident. “Door mijn engagement binnen Jong CD&V heb ik vooral geleerd om verantwoordelijkheid te nemen. Je leert in groep werken en functioneren, maar ook om om te gaan met teleurstellingen, iets wat vaak voorkomt in de politiek. En je leert dat je zogeheten vijanden op papier hebt, maar dat je soms gewoon de knop moet omdraaien. Kortom, je leert ondernemen en vooruitgaan in het leven.” Waarden en normen Het christelijke element van CD&V is iets dat Charlotte na aan het hart ligt, maar een overtuigd christen noemt ze zichzelf niet. “Mijn grootouders zijn oerkatholiek, mijn ouders zijn ook nog katholiek, maar in mindere mate. We gaan niet elke week naar de mis. Voor mij staat christen zijn gelijk aan waarden en normen waaraan ik
politiek
110121_enga_14-27_def.indd 20
“De C in CD&V betekent niet dat wij aartsbisschop Léonard steunen”
me houd, waarin ik geloof en die ik koester. Geloven is vooral steun hebben aan iets. Maar het is niet omdat er een ‘C’ in CD&V staat, dat wij aartsbisschop Léonard steunen. Zijn uitspraken en alle negatieve berichten over de kerk vallen gewoon niet goed te praten. Die praktijken móesten wel aan het licht komen, ze móesten wel bestraft worden.” “Politiek staat gelijk aan communiceren. Ik ben op een bepaalde manier een woordvoerder geworden voor de jeugd in Berlare. En dat is ook wat ik in mijn studies doe. Ik kijk naar de noden en problemen van iemand, stel een communicatieplan op en ga na hoe ik kan helpen. In die mate is mijn engagement binnen Jong CD&V wel een verlengde van mijn studies.” Lieselotte Benaerens
28/01/2011 17:10:39
110121_enga_14-27_def.indd 21
engagement
21
28/01/2011 17:10:45
-
arteveldehogeschool
-
engagement van de student
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
Studente vroedkunde Sara Laureys staat de jonge, kansarme moeder Jolina bij in haar zwangerschap, haar bevalling en haar moederschap. Zij levert praktische, eenvoudige hulp, maar biedt haar ook vaak gewoon een luisterend oor. Sara zag het project als een kans die ze niet mocht laten liggen.
Buddy bij de wieg Studenten vroedkunde en sociaal werk aan de Arteveldehogeschool kunnen zich opgeven als buddy voor kansarme Gentse gezinnen. De moeders uit het project ‘Een buddy bij de wieg’ worden begeleid bij hun zwangerschap, bevalling en moederschap. Jolina (27), een alleenstaande moeder van vier kinderen, kwam via Kind en Gezin in contact met het project. Ze woont samen met haar kinderen in een huis met haar broer en zijn vriendin, en haar ouders. Elf jaar geleden kwamen ze als zigeuners uit Slowakije in Gent wonen. In juli kreeg Jolina derdejaarsstudente vroedkunde Sara Laureys als buddy toegewezen. Sara bezoekt Jolina om de twee weken en heeft nog steeds geen spijt van haar engagement. “Het project sprak mij meteen aan”, vertelt ze. “Vooral omdat het onderwerp kansarmoede mij intrigeert. Op het eerste gezicht lijkt het een ver-van-mijnbedshow, maar het is veel dichter aanwezig dan we denken.” Sara zag dit project als een kans om meer te leren over de leefwereld van kansarme mensen. “Ondanks het feit dat er in België veel kansarmoede is, weten de meeste mensen er weinig over. Ik wil ook graag mensen helpen. Het geeft voldoening dat je iemand tot grote steun kan zijn door eenvoudige dingen te doen.”
Koninklijk bezoek Op 14 oktober 2010 bracht prinses Mathilde een bezoek aan de Arteveldehogeschool om kennis te maken met de studenten en moeders van het project ‘Een buddy bij de wieg’. Met het naar haar genoemde fonds zet de prinses zich in voor kwetsbare groepen. Bij haar bezoek nam ze ruim de tijd voor persoonlijke gesprekken met buddy’s en moeders. Ook Sara, Jolina en haar kinderen waren aanwezig en mochten met prinses Mathilde op de foto. De vijfjarige Marta gaf bloemen aan de prinses.
22
Confronterend Wanneer we bij Jolina aanbellen, biedt Sara ons onmiddellijk iets te drinken aan. Sara en Jolina gaan samen aan tafel zitten. In de zetel begint de kleine Tangui van amper drie maanden oud te huilen, waarna Jolina hem op schoot neemt. Sara merkt op dat het jongetje op korte tijd veel gegroeid is. “Wat is hij veranderd!” De twee beginnen gezellig te babbelen. Marta (5) zit aan de computer mee te luisteren en ondeugend te glimlachen. Sara: “In juli werd ik aan het gezin voorgesteld. Het klikte meteen. In de vakantie was het gemakkelijker om tijd vrij te maken om op bezoek te komen. Nu vergt dat meer energie, maar ik probeer Jolina te helpen waar ik kan. Zo ben ik toen ze nog zwanger was, mee naar de gynaecoloog gegaan. Elke week telefoneren we eens en om de twee weken probeer ik langs te komen.” Aanvankelijk gaf Jolina zich op als kandidaat omdat ze nood had aan iemand om mee te praten. Haar man heeft ze verlaten: ze vond dat hij te weinig verantwoordelijkheid op zich nam. “Het contact met de kansarme wereld kan heel confronterend zijn. Ik schrok toen ik voor het eerst het huis van Jolina zag. Met negen een kleine rijwoning delen, is krap. Ik sta ervan versteld hoe sterk mensen kunnen zijn en kan daar alleen maar respect voor opbrengen. Door het project kan ik veel gemakkelijker mijn eigen problemen relativeren.” Jolina is nu op zoek naar een appartement om met haar kinderen alleen te wonen. Sara haalt een hoopje papieren uit haar rugzak. “Ik heb via het internet een paar aanbiedingen verzameld van huisjes die te huur zijn.” Jolina bekijkt de papieren en vraagt hoe ze met de verhuurders contact kan opnemen. Sara legt haar alles zorgvuldig uit. Wiegje gezocht Jolina slaapt sinds ze deze zomer bij haar ouders woont, in de zetel. Ze kwam er terecht nadat haar caravan was afgebrand. Aanvankelijk sliep ook de kleine Tangui in de zetel, maar dankzij het buddyproject kon Sara haar een wieg bezorgen. “We hebben
twee keer in de maand een bijeenkomst met alle begeleiders en buddy’s op school. Toen ik vertelde dat Jolina en de baby in de zetel sliepen, stelde een van de andere buddy’s voor om haar een wiegje te brengen dat ze thuis nog had staan.” Ondertussen is de vader van Jolina thuisgekomen. De kinderen begroeten hun grootvader hartelijk. Hij speelt wat met zijn kleinkinderen en gaat daarna in de keuken gitaar spelen. Er hangt een gezellige sfeer in huis. Laetitia (1) duwt haar broertje Roberto (2) in volle snelheid voort op een speelgoedauto. Als ze even later op de trap zitten te spelen, roept Jolina dat ze van de trap moeten komen. Grote hangoorbellen Jolina toont Sara op de laptop foto’s van haar verjaardag enkele dagen geleden. En ze blijven maar foto’s kijken: Laetitia in de couveuse, allemaal samen aan zee, enzovoort. “Op stage en in het werkveld zijn de contacten met de mensen nooit van lange duur. Ik vind het leuk om het gezin van Jolina te kunnen blijven volgen. Te zien hoe alles evolueert”, vertelt Sara. Af en toe drukt Marta om haar mama te plagen op een van de toetsen van de laptop en begint dan te lachen. Ze houdt er net zoals haar moeder duidelijk van om zich mooi te maken. Ze heeft een rokje aan en draagt grote hangoorbellen. Haar haren zitten op een hoge staart en haar nagels zijn mooi gelakt. De tijd vliegt voorbij, merkt Sara ineens op. “Ik moet morgen vroeg opstaan. Ik vind het jammer dat ik niet langer kan blijven.” “We spreken nog wel eens af”, lacht Jolina. Dit project werpt duidelijk zijn vruchten af: niet alleen doet Sara heel wat ervaring op en wordt Jolina in het moederschap gesteund, ze houden er beiden ook een hechte vriendschap aan over. Joke Troch Omwille van privacyredenen zijn de namen van de personen uit het gezin gewijzigd.
kansarmoede
110121_enga_14-27_def.indd 22
28/01/2011 17:10:47
e
110121_enga_14-27_def.indd 23
engagement
-
arteveldehogeschool
-
engagement van de student
“Kansarmoede is veel dichterbij dan we denken”
23
28/01/2011 17:10:53
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
Vrijwilligerswerk staat niet alleen mooi op je cv, maar je bouwt er ook netwerken mee op en doet tonnen ervaring op. Dat bevestigt Eva Hambach, directeur van het Vlaams Steunpunt voor Vrijwilligerswerk en voorzitter van het Europees Centrum voor Vrijwilligerswerk. “Het goede aan een engagement is dat studenten competenties opdoen die goed van pas komen op de arbeidsmarkt.”
De perfecte leerschool om jezelf te ontdekken Wie ervoor kiest om zich vrijwillig te engageren, wordt daar uiteraard niet voor betaald. Toch is er volgens Hambach geen tekort aan jonge vrijwilligers. “Studenten engageren zich voornamelijk voor organisaties waarin ze zich interesseren en dat motiveert hen om dit onbetaald te doen. Maar ook de vriendschapsbanden en sociale contacten zijn een belangrijke drijfveer.”
Volgens Hambach kan ook een persoonlijke betrokkenheid een groot engagement opleveren. Ze verwijst daarvoor naar het voorbeeld van de Responsible Young Drivers, een organisatie die dronken fuifnummers veilig thuisbrengt. “Engagement komt vaak voort uit iets dat het individu raakt. Dat kan een positieve ervaring zijn, maar evengoed een trauma. Het is een manier om met de dingen om te gaan. Het is met andere woorden hun bijdrage tot de samenleving of een goed doel.” Generatieverschuiving Hoewel er geen tekort is aan vrijwilligers, ziet Hambach toch dat het engagement doorheen de tijd veranderd is. “Vroeger waren vrijwilligers 24 uur op 24 bereikbaar. Nu is de verbintenis kritischer en korter in de tijd.” Studenten kiezen nu zelf de momenten waarop ze aan vrijwilligerswerk willen doen. Ze zijn dus niet langer continu beschikbaar voor hun organisatie, bijvoorbeeld omdat dit moeilijk te combineren is met een examenperiode. “Jongeren kijken ook of een organisatie wel voldoende begeleiding biedt en of ze zichzelf kunnen zijn”, aldus Hambach.
Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw ondersteunt de vrijwilligerswerkingen en staat ze bij met advies. Het doel van de vzw is om het vrijwilligerswerk te promoten en de samenwerking met de overheid te bevorderen. Contact Amerikalei 164 B1 2000 Antwerpen 32 (0)3 218 59 01 www.vrijwilligersweb.be www.eyv2011.be
24
De weg naar zelfkennis Door vrijwilligerswerk leren studenten ook hun eigen talenten kennen. “Door zich in te zetten voor een doel, kunnen studenten hun interessegebieden beter afbakenen en bovendien leren ze samenwerken.” Hambach benadrukt dat een vrijwillig engagement het verantwoordelijkheidsgevoel aanwakkert. “Studenten die niet aan vrijwilligerswerk doen, ervaren deze positieve effecten niet. Je kunt dus wel stellen dat een geëngageerde
jongere extra troeven bezit en dus ook beter voorbereid is op een professionele loopbaan.” Zo hebben leiders van een jeugdbeweging het later makkelijker bij het opnemen van een leidinggevende functie: ze deden immers al heel wat ervaring op in de jeugdwerking.
“Engagement vloeit voort uit iets dat je raakt. Dat kan een positieve ervaring zijn, maar evengoed een trauma” Niet enkel verantwoordelijkheidszin hangt nauw met engagement samen. “Wie zich vrijwillig inzet voor een organisatie, is gedreven en wil de uitgekozen activiteit meestal ook goed uitvoeren”, benadrukt Hambach. Een goede portie interesse en een open houding zijn belangrijke vereisten die je bij vrijwilligers vaak aantreft. Veel mensen gaan zich ook goed voelen door zich te engageren. Hambach: “Dat zij een positieve bijdrage leveren aan de samenleving, dat is meestal de grootste drijfveer voor vrijwilligers. En de vaardigheden die ze zo opdoen, kunnen ze in elk geval hun hele leven lang blijven gebruiken.” Het deelnemen aan vrijwilligerswerk is dan ook de perfecte leerschool om jezelf te ontdekken, zo besluit Hambach. Margo Demeyere
steunpunt
110121_enga_14-27_def.indd 24
28/01/2011 17:11:01
110121_enga_14-27_def.indd 25
engagement
25
28/01/2011 17:11:07
-
arteveldehogeschool
-
engagement van de student
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
Nu en dan gaat er wel eens een stem op dat de jeugd asocialer is dan vroeger. Klopt dat wel? Een beeld van de verenigingsdeelname van jongeren kan daar een antwoord op bieden. Coördinator Pieter Stillaert van Noord-Zuid Studenten laat er alvast geen twijfel over bestaan: “Engagement is zeker nog populair.”
Vlaamse jongeren zijn niet asociaal of individualistisch Halverwege het afgelopen decennium was iets meer dan de helft van de 18- tot 30-jarigen actief bij de een of andere vereniging. Volgens het rapport Wie participeert niet? van de Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) ligt de verenigingsdeelname al jaren stabiel op dat niveau. “Alle onderzoeken die ik ken, wijzen uit dat jongeren min of meer even geëngageerd zijn als tien of twintig jaar geleden”, beaamt Bert Pieters, medewerker van Steunpunt Jeugd. De Amerikaanse hoogleraar Robert Putnam beschreef de teloorgang van het Amerikaanse verenigingsleven in zijn boek Bowling Alone. Blijkbaar vrezen flink wat mensen dat hetzelfde fenomeen zich in Vlaanderen zou voordoen. Volgens VUB-sociologen Mark Elchardus en Sarah Herbots is daar helemaal geen reden toe. “Verschillende onderzoeken in Vlaanderen wijzen allerminst op een crisis in de verenigingswereld”, schrijven ze in de recentste versie van Jongeren in cijfers en letters, een uitgebreid rapport over de bevindingen uit de JOP-monitor 2 van het Jongerenonderzoeksplatform (JOP).
daarvoor. Ook Bert Pieters ziet geen reden tot bezorgdheid: “Ik hoor de jeugdbewegingen niet klagen over een tekort aan leden of zelfs begeleiders. Organisaties die hoofdzakelijk met volwassenen werken, komen bij Steunpunt Jeugd soms wel vragen hoe ze jonge mensen kunnen aantrekken, en vooral: hoe ze die kunnen vasthouden.” De participatiegraad in Vlaanderen mag dan wel ongeveer stabiel gebleven zijn, dat wil nog niet zeggen dat het verenigingslandschap de afgelopen decennia onveranderd gebleven is. Onderzoek wijst volgens Pieters uit dat het engagement korter geworden is, zowel bij jongeren als bij volwassenen. “Ze doen iets twee weken en daarna doen ze een maand of drie wat anders”, zegt hij. Ook Pieter Stillaert, coördinator van Noord-Zuid Studenten, heeft het over een toenemend ‘zapgedrag’ bij jongeren. “Dat vormt vooral een probleem voor ontwikkelingsorganisaties die hoofdzakelijk op vrijwilligers steunen”, meent hij. “Het is vaak niet zo moeilijk om die vrijwilligers te vinden, maar wel om ze lange tijd aan de organisatie te binden. Ze zijn dus altijd welkom. Maar daarom durf ik nog niet te zeggen dat we met een echt tekort zitten.”
Zapgedrag Meer zelfs, volgens Elchardus is de actieve participatie in Vlaanderen zelfs sterker gestegen sinds 2000 in vergelijking met de periode
Hou het tof! De grootste oorzaken van dat zapgedrag zijn volgens Pieters dat vrijwilligers wat ze doen niet meer ‘tof’ vinden, en dat er te veel
aandeel vrijwilligerswerk per sector De meeste vrijwilligers (bijna 35 procent) vinden we terug in familiehulp, buurtwerk en kinderopvang. Daarna volgen sportverenigingen (29 procent), hulp aan buren en gehandicapten (18 procent) en culturele verenigingen (17 procent). Onderaan het lijstje bengelt vrijwilligerswerk bij een politieke organisatie (5 procent) of bij een natuur- of milieuvereniging (4 procent). Bij de mannelijke vrijwilligers zijn de sportverenigingen veruit het populairst (40 procent). Bij de vrouwen is dat familiehulp, buurtwerk of kinderopvang (39 procent). Bron: Vlaams Steunpunt vrijwilligerswerk
26
verplichtingen en conflicten – zowel interne als externe – aan verbonden zijn. De volgende grote boosdoener is de school: “In het hoger onderwijs krijgen studenten enorm veel schoolwerk en dat heeft een stevige impact op het engagement. Jeugdbewegingen bijvoorbeeld hebben het lastig om studerende jongeren blijvend te motiveren. Studeren en lid zijn van een vereniging, het is vaak moeilijk te combineren.” De ervaring leert Pieters dat lid zijn van een vereniging blijkbaar een groot engagement inhoudt voor de jeugd en stelt daarom voor dat hogescholen zich eens bezinnen over hun aanpak van de jongeren. Ze willen hen opvoeden tot kritische en maatschappelijk geëngageerde burgers, maar misschien werken ze dat op een bepaalde manier ook wel tegen. Stillaert zoekt de oorzaak eerder bij het wegvallen van de verzuiling: “Het is niet meer zo dat iemand die bij de Chiro is, daarom ook meewerkt aan Broederlijk Delen. We willen nu van zoveel mogelijk verschillende dingen proeven.” En al blijft iemand wel binnen dezelfde zogenaamde zuil, dan is dat volgens hem niet meer vanuit christelijke overwegingen, maar omwille van persoonlijke doelen. Stillaert meent dat het engagement daardoor gewoon minder zichtbaar geworden is. Uit altruïsme? De volgende boeiende vraag is dan: waarom engageren jongeren zich nog? Pieters merkt op dat de vraag waarom ze ermee begonnen zijn, eigenlijk de verkeerde is. “Meestal begint het met een ‘push’ van de ouders of de school”, beweert hij. Volgens hem is het interessanter om na te gaan wat de motieven zijn om met hun engagement door te gaan. En dan blijkt dat jongeren zich vooral engageren uit persoonlijke belangen: omdat er een leuke sfeer hangt, of omdat hun vrienden dat ook doen. “Organisaties durven te weinig zeggen dat het bij hen ook gewoon leuk is, iets wat jeugdbewegingen dan soms weer te veel doen. Altruïstische motieven
achtergrond
110121_enga_14-27_def.indd 26
28/01/2011 17:11:08
engagemenT
100
bron: Jongerenonderzoeksplatform
Participatie verenigingsleven bij 14- tot 30-jarigen in Vlaanderen
100 Nu organiserend lid
60
80
arteveldehogeschool
80
-
Nu organiserend lid
Nu passief lid 60 Nu passief lid
Ooit lid geweest
40
20
Ooit lid geweest
20
Jongerenuitwisselingsprogramma’s
Vereniging verbonden aan café
Vereniging verbonden aan café Jongerenuitwisselingsprogramma’s
Religieuze vereniging
Religieuze vereniging
Buurt- of wijkwerking
in Vlaanderen vaker lid van alle soorten bewegingen, vooral van sociale en cultuurverenigingen. Ondanks de ontzuiling staan de traditionele organisaties, zoals jeugdbewegingen en studentenclubs, volgens Pieters en Stillaert nog steeds zeer sterk. “De nieuwe organisaties hebben de voorbije tien jaar even geboomd en zitten nu wat in elkaars vaarwater, maar de traditionele
Jan Demets
engagement
Op basis van die zaken moeten de twee partijen tot een win-winsituatie komen.” Al nuanceert hij dat beeld wel door te zeggen dat er bij ontwikkelingsorganisaties vaak nog de ‘inzet voor derden’ bijkomt, hoewel ook dat geen vaste waarde meer is. Hij geeft als voorbeeld iemand die in een wereldwinkel werkt omdat daar ook vrienden werken, en niet zozeer omdat hij of zij veel weet over fair trade.
Buurt- of wijkwerking
die anderen helpt VerenigingVereniging die anderen helpt
Doelgroepspecifieke jeugdbeweging
3de wereld & mensenrechten 3de wereld & mensenrechten
Milieu- en natuurbeweging
Doelgroepspecifieke jeugdbeweging
Vakbond (jongerenafdeling) Milieu- en natuurbeweging
Jeugdhuis of -club
Vakbond (jongerenafdeling) Cursussen, workshops
Hobbyverenigingen
Cursussen, workshops
Jeugdhuis of -club
“Jongeren engageren zich uit persoonlijke belangen: omdat er een leuke sfeer hangt, of omdat hun vrienden dat ook doen”
bewegingen houden stand in het nieuwe landschap”, beweert Pieters. De mate van participatie hangt af van verschillende factoren, zoals het soort organisatie. Volgens cijfers van het JOP zijn jongeren het intensiefst geëngageerd bij de organisatie van fuiven en concerten, en in de jeugdbeweging. Politiek of ideologisch getinte bewegingen zijn dan weer vrij onpopulair. Ook de leeftijd speelt een rol: naarmate jongeren ouder worden, neemt hun participatie af. Jeugdbewegingen verliezen het snelst leden, de piek in hun ledenbestand situeert zich tussen zestien en achttien jaar. Verenigingen die meer ruimte laten voor eigen initiatief, zoals jeugdhuizen, hebben dan weer oudere leden: daar zijn de meeste participanten net boven de twintig jaar. “Het sociale middenveld slaagt er dus niet helemaal in om alle sociale lagen van de bevolking te bereiken. Toch kunnen we optimistisch blijven, want de Vlaamse jeugd is nog altijd sterk aanwezig in het verenigingsleven”, zo besluiten Elchardus en Herbots hun rapport over de maatschappelijke participatie van de Vlaamse jongeren. Het zal dus wel nog even duren tot de Amerikaan Putnam ook bij ons zijn gelijk zal halen.
engagement van de student
Volgens Stillaert is altruïsme zelfs helemaal onbestaande. “Een organisatie moet wat te bieden hebben aan de vrijwilliger, in ruil voor zijn engagement. De persoonlijke motieven die het hoogst scoren zijn: sociaal contact, persoonlijke ontplooiing en imago.
Het profiel van de participanten varieert al naargelang de verschillende soorten verenigingen. Daarvan schetst het JOP een uitgebreid beeld. Meisjes zijn duidelijk meer aanwezig in cultuurbewegingen en sociale organisaties die zich engageren voor milieu of ontwikkelingssamenwerking, terwijl jongens dan weer vaker te zien zijn in sportverenigingen en cafégebonden activiteiten. Ook het opleidings niveau speelt een rol. Hoogopgeleiden zijn
-
werden vroeger inderdaad vaker genoemd als reden om zich te engageren, maar vaak ging het gewoon om het sociaal meest wenselijke antwoord.”
Hobbyverenigingen
Speelplein, Grabbelpas, Roefel,...
Jeugdbeweging
(Amateur-)kunstbeoefening
Mutualiteit Speelplein, Grabbelpas, Roefel,...
(Amateur-)kunstbeoefening Sportverenigingen
Jeugdbeweging
Mutualiteit
Sportverenigingen
0
arteveldehogeschool
0
-
Nooit lid geweest
Nooit lid geweest
-
40
110121_enga_14-27_def.indd 27
27
28/01/2011 17:11:08
Valerie Pollentier steekt veel tijd en energie in haar taak als studentenvertegen woordigster – of kortweg stuver. Maar ze is ervan overtuigd dat het een nuttige tijdsbesteding is. “Wij zijn echt wel meer dan luizen in de pels van het bestuur.”
Maak als stuver het verschil Derdejaarsstudente podologie Valerie Pollentier (21) zet zich als stuver in voor haar medestudenten. Het is soms hard werken, maar het geeft haar een enorme voldoening als ze mensen kan helpen. “Studentenparticipatie is iets waar ik twee jaar geleden ben ingerold. In de klas vroegen ze wie studentenvertegenwoordiger wilde worden. Van de veertien studenten gaf slechts één meisje haar naam op. Het leek me leuk om haar te helpen en de taken wat te verdelen. Ik stelde me kandidaat en voor ik het wist was ik een stuver. Ik vind het eigenlijk wel jammer dat ik geen campagne heb moeten voeren. Stemmen ronselen had ik met plezier gedaan.” “Stuvers zijn niet zomaar een luis in de pels van het Arteveldebestuur. We zijn geen makke vrijwilligers die ons de mond laten snoeren: we hebben wel degelijk iets in de pap te brokken. We kunnen examenroosters veranderen of lectoren van wie de cursus niet in orde is, op het matje roepen. Een probleem moet wel eerst een heel radarnetwerk van raden afleggen vooraleer er een oplossing kan komen, maar persoonlijk vind ik die hiërarchie niet erg. Dat maakt net duidelijk welke persoon je moet aanspreken voor welk probleem.”
Zaagpaal “Stuver zijn slokt meer tijd op dan ik dacht. Iedere avond ben ik een uur bezig met het lezen en beantwoorden van mails. Dit jaar ben ik dan ook nog eens hoofd van de stuvers van podologie, waardoor ik de vergaderingen leid en alle voorbereidingen op mij neem. Daarnaast organiseer ik ook feestjes en etentjes voor de stuvers van podologie. Want het is net dat beetje meer dat ervoor zorgt dat ze een vriendengroep worden en met veel zin naar de vergaderingen komen.” “Studenten kunnen altijd bij mij terecht. In veel van hun problemen vind ik mezelf terug, ik ben tenslotte ook student. Ik probeer hen echt te begrijpen zodat ik hun problemen zo
Cv spijzen “Het is soms hard werken, maar je krijgt er veel voor in de plaats. Stuver zijn heeft me de kans gegeven om het uithangbord te zijn
“Ik voel me zeker niet meer dan andere studenten” goed mogelijk kan verwoorden en overbrengen. Het geeft me een enorme voldoening als ik mensen kan helpen. Ik voel me dus allesbehalve de zaagpaal van podologie.” “Studentenvertegenwoordiging is heel belangrijk. Iedere keer weer krijg ik de vraag voorgeschoteld wat voor een raar beest
Word zelf stuver Tijdens de introductieweek of de eerste lesweken komt de opleidingscoach langs in de klas. Die lanceert een oproep voor kandidaat-studentenvertegenwoordigers. Indien je interesse hebt, kan je je kandidaat stellen. De studenten uit jouw klasgroep kunnen jouw kandidatuur dan goedkeuren met een voorkeurstem. Meestal is het aantal kandidaten beperkt en word je eenvoudig verkozen tot studentenvertegenwoordiger.
28
podologie is. Voor alle duidelijkheid: een podoloog is iemand die bij problemen met de voet de oorzaak zoekt én een oplossing probeert te zoeken. Nochtans is de studierichting aan een opmars bezig. Toen ik drie jaar geleden begon, waren er ongeveer twintig studenten, nu zijn dat er al meer dan 120. Studentenvertegenwoordiging kan ervoor zorgen dat de richting podologie zich activeert en zich beter profileert naar de buitenwereld.”
voor de richting podologie. Nu zie ik mijn hoofd overal op de brochures. Het is leuk als studenten je herkennen en je aanspreken met ‘het meisje van podologie’, maar ik ga daardoor niet aan het zweven. Ik voel me zeker niet meer dan andere studenten.” “Voor de duidelijkheid, ik ben geen stuver geworden om mijn cv te spijzen. Met het diploma podologie kan je ofwel een eigen praktijk opstarten of bij een bestaande praktijk gaan werken. De vermelding van studentenvertegenwoordiger is in mijn richting dan ook niet veel waard, aangezien je min of meer je eigen baas bent. Je kan als podoloog ook in een ziekenhuis aan de slag, maar ook daar zal dat nooit een doorslaggevende factor zijn.” Charlene Aerbeydt
vertegenwoor
110121_enga_28-38_def.indd 28
28/01/2011 17:13:39
110121_enga_28-38_def.indd 29
e n g a g e m e n t
ordiging
29
28/01/2011 17:13:45
-
arteveldehogeschool
-
engagement van de student
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
Met behulp van dieren mensen met een handicap een draaglijker bestaan bezorgen, dat is het motto van eerstejaarsstudente ergotherapie Lisa Troch. “Het besef dat je zo iets kan betekenen voor de maatschappij, daar doe ik het voor.”
Voor mensen met een handicap In het hondenopleidingscentrum van vzw Hachiko in Merelbeke druppelen de vrijwilligers langzamerhand binnen. Onder hen ook Lisa (18) en haar hulphond in wording Facile. Al sinds september 2008 is ze vol overtuiging vrijwilligerster bij Hachiko. De term ‘hulphond’ roept bij veel mensen de associatie op met een blindengeleidehond, maar de taak van een hulphond is helemaal anders. Hachiko leidt pups op om het leven van mensen met een motorische handicap aangenamer te maken, en doet daarbij ook een beroep op vrijwillige gastgezinnen. De gastgezinnen staan Hachiko bij door de vooropleiding van de pup op zich te nemen: zij zorgen er voor dat de honden gesocialiseerd worden. De hondentrainer leert de pups dan gedurende zes maanden wel nog een aantal technische handelingen aan, die niet door de gastgezinnen worden aangeleerd. Na twee jaar kan Hachiko de hulphonden vervolgens helemaal gratis schenken aan hulpbehoevenden. “Het volledig opleiden en plaatsen van een hulphond kost de vereniging zo’n 16.000 euro, maar dankzij vrijwilligers, stortingen van sympathisanten en sponsoring door bedrijven blijft het mogelijk om de honden gratis weg te geven”, verklaart Lisa. Hachiko krijgt voor het opleiden van deze hulphonden nog steeds geen substantiële subsidies van de overheid.
Vzw Hachiko wil gehandicapten helpen door gratis hulphonden aan te bieden. Om dat mogelijk te maken, is de steun van vrijwilligers en donaties meer dan noodzakelijk. Hou je zelf van honden en wil je ook iets doen voor deze mensen? Ga dan zeker eens kijken op www.hachiko.org.
30
Fulltime bezigheid Dat er bij het opleiden van een hond meer komt kijken dan je op het eerste gezicht verwacht, zal Lisa niet ontkennen. “Toen ik net aan mijn opleiding ergotherapie begon, merkte ik al meteen dat de combinatie van een engagement en een hogere opleiding absoluut niet te onderschatten valt.” Naast het zindelijk maken, leert het gastgezin de honden ook waarvoor ze beloond worden, en wat zeker niet mag. “Als je pup nog niet zindelijk is, is het ook belangrijk om hem tijdens de nacht in het oog te houden. Aan het begin van het academiejaar valt dat wel zwaar, ja.”
“Dat ik met mijn passie voor honden iets kan betekenen voor de maatschappij, dat is toch geweldig?” Om de twee weken komen de gastgezinnen met hun hulphond in opleiding naar een opleidingssessie op de thuisbasis van Hachiko. Dat is om de evolutie van de jonge puppy’s op de voet te kunnen volgen, maar er wordt dan ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om de honden te leren luisteren naar allerlei bevelen. Vooral het sociale gebeuren dat bij dit engagement komt kijken, trok Lisa twee jaar geleden over de streep. “Je bouwt een vriendschap op met de andere gastgezinnen, met de medewerkers van Hachiko, maar vooral ook met de mensen voor wie we dit allemaal doen”, vertelt ze. Volgens haar leer je zo om te gaan met mensen die anders zijn, iets waar mensen in onze maatschappij het nog regelmatig moeilijk mee hebben. Verantwoordelijkheid Lisa gelooft dat haar opdracht als vrijwilligerster haar al op een vroege leeftijd een zeker verantwoordelijkheidsbesef gaf. En dat ze daar tijdens haar pubertijd al mee om leerde
gaan, is de relatie met haar ouders zeker ten goede gekomen. Ze heeft ook geleerd dat hulphonden een ware verademing kunnen zijn voor mensen met een handicap, en niet alleen omdat de honden hen het leven makkelijker maken. “Mensen in een rolstoel worden op straat geregeld aangegaapt. Dat gebeurt vaak onbewust, zonder verkeerde of kwetsende bedoelingen. Als zij vergezeld worden van een hulphond, gaat de aandacht niet langer alleen naar de persoon, maar ook naar de hond die naast de rolstoel loopt.” Lisa is ervan overtuigd dat personen met een handicap zich dankzij hun hond beter aanvaard voelen door de maatschappij. Lisa vergelijkt het opleiden van een hulphond met het opvoeden van een eigen kind. Ze ziet de groeifase vooral als een periode waarin je een band schept met de pup. “En op het moment dat je je hond eindelijk hebt afgericht zoals het hoort, is het tijd om hem af te staan.” Ze ontkent niet dat er tranen aan te pas kwamen toen zij van haar eerste hulphond afscheid moest nemen. “Maar je weet dat je hond voor een goede zaak bij je weggaat, dat verzacht het verdriet bij het afscheid toch enigszins.” Niet zomaar bezigheidstherapie Dankzij haar engagement en dat van haar familie heeft Lisa alvast heel wat ervaring opgedaan. “Ik denk wel dat de knowhow die ik bij het opvoeden van hulphonden bij Hachiko heb opgebouwd, zeker in mijn voordeel zal spelen als ik later op zoek ga naar een job in deze branche.” Dat ze voor ergotherapie koos, lag voor de hand. Sociaal contact, zeker ook met mindervalide mensen, is voor haar zeer belangrijk. Nadat er nog enkele technieken zijn aangeleerd om de aandacht van de pup te trekken, loopt de opleidingssessie stilaan ten einde. De vrijwilligers belonen na ieder goed uitgevoerd commando hun pups met knuffels en aanmoedigende woorden. “Het besef dat dit niet zomaar bezigheidstherapie is, maar dat ik met mijn passie voor honden wel degelijk iets kan betekenen voor de maatschappij, dat is toch geweldig?”, besluit Lisa. Simon De Potter
hondentrainer
110121_enga_28-38_def.indd 30
28/01/2011 17:13:46
110121_enga_28-38_def.indd 31
e n g a g e m e n t
er
31
28/01/2011 17:13:52
-
arteveldehogeschool
-
engagement van de student
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
“Niet enkel overleg, maar ook veel onderneming”, zo omschrijft studente vroedkunde Maud D’Huyvetter de jeugdraad van De Pinte en deelgemeente Zevergem. Ze is er lid van geworden om haar scouts te vertegenwoordigen. De vrijwilligersmicrobe heeft haar ondertussen al goed te pakken.
De stem van de jongeren Maud studeert vroedkunde aan de Arteveldehogeschool en is naast haar studies vooral actief in de scouts. Ze is al vijftien jaar lid en nam dit jaar ook de verantwoordelijkheid van vertegen woordiger in de jeugdraad op zich. De jeugdraad komt maandelijks samen en geeft onder meer adviezen aan de gemeenteraad. De jeugdverenigingen nemen er ook gezamenlijke beslissingen. “De laatste belangrijke beslissing die we namen, was die over de security op evenementen die worden georganiseerd door onze jeugdbewegingen. We besloten daar allemaal dezelfde firma voor in te huren. Op die manier is iedereen zeker van prijs en kwaliteit”, verklaart Maud. Zo moeten de jeugdbewegingen ook niet elke keer opnieuw op zoek. “Dat is waarom de jeugdraad voor alle verenigingen zo handig en belangrijk is”, legt Maud uit. “We geven elkaar tips en wisselen informatie uit opdat iedereen zo efficiënt mogelijk kan werken.” Meerderheid telt “Als de jeugdraad over belangrijke beslissingen stemt, telt de stem van de meerderheid. “Heel professioneel gaat het er niet aan toe”, vertelt Maud. “Iedereen steekt gewoon zijn hand op.” Maud legt uit dat de leden bijna altijd unaniem stemmen, omdat de voorstellen meestal voordelen inhouden voor alle aanwezige partijen. Het doorvoeren van een besluit kan echter vrij lang duren. De kandidaten voor de jeugdraad zijn niet dik gezaaid. Maud: “De jeugdraad is niet echt populair. Ik heb me opgegeven als kandidaatvertegenwoordiger omdat ik me ervan bewust ben dat de jeugdraad een niet te verwaarlozen rol speelt.” Per vereniging worden twee leden afgevaardigd naar de jeugdraad. “De andere vertegenwoordiger van de scouts is een van mijn beste vriendinnen, dus uiteindelijk valt het allemaal best mee. Alleen zou ik het niet willen doen”, geeft Maud toe. Wie niet aanwezig is, kan zijn stem niet laten horen. Alle leden zijn daarom meestal ook
32
aanwezig. De voorzitter van de jeugdraad krijgt informatie van de gemeente en geeft de adviezen of voorstellen aan de gemeenteraad door. “Grote beslissingen worden natuurlijk nog steeds overgelaten aan de gemeenteraad”, zegt Maud, “maar we hebben toch duidelijk een stem in het hele gebeuren.” Speelstraat Op een samenkomst evalueren de vertegenwoordigers ook voorafgaande evenementen en plannen ze volgende activiteiten. Het grootste evenement van de jeugdraad van De Pinte en Zevergem is de speelstraat in september. Voor één dag wordt een grote straat in De Pinte dan verkeersvrij gemaakt en worden er leuke activiteiten georganiseerd door de jeugdbewegingen. “Met de scouts sjorren we altijd een parcours van balken waar kinderen over kunnen klauteren”, vertelt Maud. Ze ziet de speelstraat een beetje als het uithangbord van de verenigingen, al is het niet de bedoeling dat er reclame wordt gemaakt. “Het is vooral een dag van fijn samen spelen”, verduidelijkt ze. Maud vindt de speelstraat het leukste initiatief van de jeugdraad. “Ik zou in de toekomst graag meer speelruimte voor jongeren zien”, droomt ze luidop. Maud vertelt dat ze zelf een kind was dat graag buiten speelde. “Ik vind het belangrijk dat kinderen buiten spelletjes spelen, ravotten, zich vuil maken… En ik ben ervan overtuigd dat de gemeente daar gedeeltelijk mee voor kan zorgen.” Geen concurrentie Volgens de studente vroedkunde is het cliché van een vijandig klimaat tussen de verschillende jeugdbewegingen allang achterhaald. “Misschien heeft het zelfs nooit bestaan”, bedenkt Maud. “Zelf heb ik er nooit iets van ondervonden. Uiteindelijk heeft elke jeugdbeweging toch hetzelfde doel? Activiteiten voor en door jongeren organiseren. Natuurlijk wil elke vereniging zoveel mogelijk leden, maar er is volgens mij geen sprake van concurrentie.”
Zelf is Maud lid van FOS Open Scouting De Havik, de grootste jeugdvereniging van haar gemeente. Ze geeft leiding aan de welpen. Dat zijn jongens en meisjes van zeven tot negen jaar. “Naar de scouts gaan elke zaterdag, activiteiten plannen, naar de jeugdraad gaan en dat alles in combinatie met mijn studies… Het is niet altijd een gemakkelijke opgave”, zucht ze. Grootse plannen De studente geeft toe dat ze aan de scouts meer voorrang geeft dan aan haar schoolwerk. Door goed te plannen lukt het haar echter om beide te combineren. “Gelukkig vindt de jeugdraad maar maandelijks plaats en hoef ik op voorhand niet veel voor te bereiden”, zegt Maud. Ze beweert wel dat ze de ‘vrijwilligerskriebel’ te pakken heeft. Haar plannen zijn groots. “Ik wil graag tropische ziekten bestuderen nadat ik mijn diploma vroedkunde behaald heb. Later wil ik als vrijwilliger in derdewereldlanden werken, waar seksuele voorlichting en de kwaliteit van de bevallingen nog op een laag pitje staan.” Het is haar droom om daar haar steentje bij te dragen voor een betere kwaliteit van leven, letterlijk en figuurlijk. Charlotte Ameye
De jeugdraad van De Pinte werd opgericht midden jaren negentig door onder andere huidig burgemeester Martin Van Peteghem. De raad van de jongeren brengt op eigen initiatief of op vraag van het gemeentebestuur advies uit over jeugdzaken. Daarnaast wil de gemeente met de raad bij schoolgaande jongeren de interesse voor het gemeentebeleid bevorderen en inspraak stimuleren. De jeugdraad kampt al meerdere jaren met een tekort aan kandidaat-voorzitters, en wordt momenteel vooral door de jeugdconsulente van De Pinte ondersteund.
jeugdraad
110121_enga_28-38_def.indd 32
28/01/2011 17:13:54
engagemenT - arteveldehogeschool e n g a g e m e n t
-
arteveldehogeschool
-
engagement van de student
-
“Natuurlijk wil elke vereniging zoveel mogelijk leden, maar er is geen sprake van concurrentie”
110121_enga_28-38_def.indd 33
33
28/01/2011 17:13:59
Anders is toch heel gewoon Sander Geers (19) studeert verpleegkunde en engageert zich in zijn vrije tijd bij Oranje vzw. Die vzw maakt de integratie van personen met een beperking concreet waar, van vakantiebegeleiding over kortopvang en thuiszorg tot leuke activiteiten voor volwassenen en kinderen. We namen een kijkje bij een speelnamiddag in Beernem, waar Sander in de leiding staat. “Ik ervaar veel voldoening van wat ik doe in Oranje, en hopelijk zal dat later in de verpleegkunde ook zo zijn. Het klinkt misschien als een cliché, maar als ik iemand kan helpen, geeft dat een goed gevoel. Die lach op hun gezicht, daar doe ik het voor.” (www.oranje.be) Niels Landuyt
34
bijzonder
110121_enga_28-38_def.indd 34
28/01/2011 17:14:10
110121_enga_28-38_def.indd 35
e n g a g e m e n t
35
28/01/2011 17:14:23
-
arteveldehogeschool
-
engagement van de student
-
arteveldehogeschool
-
engagemenT
Student sociaal werk Bram Van Gorp (21) zet zich in zijn vrije tijd in voor een vereniging die in Turnhout en omstreken cultuur aanbiedt aan jongeren. Zijn werk in deze vzw leert hem dat zijn opleiding erg praktijkgericht is. “Sociaal werk is een goede basis voor verschillende soorten werk.”
Jongeren voor jongeren Bram Van Gorp zit nu in het tweede jaar sociaal werk. Daarnaast is hij actief in de vereniging Tune In Turn Out, die concerten en feestjes organiseert in Turnhout en omstreken. Hij kan de leerstof uit zijn opleiding geregeld toepassen in de praktijk. “Het is zeer motiverend om te zien hoe je theoretische inzichten je kunnen voorthelpen in de praktijk.” “Tune In Turn Out is een vereniging van jongeren voor jongeren. Met een vaste kern van een tiental vrijwilligers proberen we de Turnhoutse jeugd een degelijk cultuuraanbod voor te schotelen. Zo organiseren we regelmatig optredens in de lokale cafés en zalen. Eén keer per jaar pakken we het iets groter aan. In het najaar is er namelijk Cubic Clash. Dat is een evenement met bekende nationale en internationale dj’s en artiesten, met wie we jaarlijks een duizendtal toeschouwers lokken.” Veel variatie “Mijn taken binnen de vereniging zijn erg gevarieerd. Officieel ben ik de secretaris en dus ook lid van de raad van bestuur. Maar in de praktijk doe ik veel meer dan enkel verslagen maken en de administratie in orde brengen. Toch zijn die zaken niet onbelangrijk. Want wat voor zin heeft het om urenlang te vergaderen als niemand bijhoudt wat er werkelijk beslist wordt? In de lessen basisvaardigheden leren we om op een efficiënte manier te noteren en verslagen te maken. Dat kan ik zeker gebruiken.” “Ook op Cubic Clash heb ik veel verschillende taken. Dat gaat van het opstellen van een tijdsschema voor de artiesten tot het natellen van de drankvoorraad. De opleiding sociaal werk is echt een goede basis voor verschillende soorten werk. Je leert er algemene dingen zoals geschiedenis of filosofie, zaken die belangrijk zijn voor een degelijke vorming. Maar je leert er ook praktische vaardigheden zoals het maken van een verslag of het opstellen van een brief.”
36
Verschil maken “Ik zet me graag in voor Tune In Turn Out. Want ik heb het gevoel dat we echt een verschil maken. Zonder ons zou er voor jongeren in Turnhout niet veel te doen zijn. De meeste mensen beseffen niet hoeveel tijd en werk er kruipen in de organisatie van een eenvoudig caféoptreden, maar dat heb ik er graag voor over. Omdat ik zelf ook muzikant ben, weet ik dat vaak kleine dingen het verschil maken. De meeste bands zijn al tevreden als ze gratis kunnen drinken en als de geluidsinstallatie in orde is. Dus daar proberen we zeker voor te zorgen.” Kort op de bal “Het vak economie lijkt misschien saai en vervelend, maar eigenlijk komt het vaak goed van pas. Zo is het handig als je kan berekenen hoeveel mensen er naar jouw feestje moeten komen om uit de kosten te raken. Of hoe hoog de toegangsprijs en de drankprijzen moeten zijn. We moeten jaarlijks ook een eindafrekening voorleggen, een overzicht dus van al onze inkomsten en uitgaven. Dan is het natuurlijk handig als je weet wat al die cijfers juist willen zeggen.” “Dankzij de meer algemene vakken zoals sociologie, filosofie of politicologie weet ik hoe ik moet omgaan met verschillende soorten mensen. Het is belangrijk dat een artiest zich op zijn gemak voelt als hij aankomt en dat hij wordt opgevangen door iemand van de organisatie. Een organisator moet ook aanvoelen wat er leeft onder de mensen. Vooral in de jongerencultuur zijn er veel trends, die vaak even snel verdwenen zijn als dat ze zijn opgekomen. Het komt er dan op aan om kort op de bal te spelen en groepen te boeken die op het punt staan om door te breken.” “Ik ben zeer tevreden dat er in de opleiding vaak wordt vertrokken vanuit de praktijk. Dankzij de stages in het tweede en derde jaar ervaar je meteen hoe het er in het echte leven aan toegaat. Dan leer je veel meer dan tijdens een saaie dag op de schoolbanken. Het werkt ook
cultuur
110121_enga_28-38_def.indd 36
zeer motiverend als je weet hoe je bepaalde leerstof later zal kunnen toepassen, op het werk maar ook daarbuiten.” In zijn plooi “Om als vzw te kunnen bestaan, moet je een hoop papieren invullen. Dat is natuurlijk minder aangenaam. Maar ook de minder plezierige dingen horen er nu eenmaal bij. Gelukkig hebben we in de lessen recht gezien hoe de wetgeving over vzw’s in elkaar zit. Dat maakt het een pak eenvoudiger om in orde te blijven met de wettelijke voorschriften.” “Toch heb ik er soms ook wel eens genoeg van. Wanneer ik bijvoorbeeld veel schoolwerk heb en daar dan nog werk voor de vzw bovenop komt. Dan kan zelfs de meest simpele taak, zoals het afdrukken van een prijslijst, de druppel zijn die de emmer doet overlopen. Maar uiteindelijk valt alles altijd toch weer mooi in zijn plooi, zodat iedereen kan genieten van een mooie avond. En daar doen we het uiteindelijk voor. Zolang de groepen, het publiek en wij zelf tevreden zijn, blijven we doorgaan.” Josse Van Den Bogerd
Tune In Turn Out is een vereniging van jongeren voor jongeren, die de jeugd van Turnhout een degelijk cultuuraanbod wil voorschotelen door feestjes en concerten te organiseren. Een keer per jaar organiseren ze Cubic Clash, een groter evenement met bekende nationale en internationale dj’s en artiesten. Meer info vind je op hun website: www.tuneinturnout.be.
28/01/2011 17:14:24
engagemenT - arteveldehogeschool - engagement van de student e n g a g e m e n t
-
arteveldehogeschool
-
“Soms heb ik er wel eens genoeg van. Dan is zelfs een prijslijst afdrukken er te veel aan”
110121_enga_28-38_def.indd 37
37
28/01/2011 17:14:31
Making of Iedereen bevindt zich in zijn of haar leven weleens op het punt waarop je een verschil wil maken. Dat je de wereld clichématig wil veranderen in een betere plaats. Dat doe je dan door geld te storten, of door nog geen punt te zetten aan je leiderschap bij een jeugdbeweging. Engagement is de rode draad doorheen dat alles. Blijven doorzetten, onbaatzuchtig zijn, het mooie zien in iedere mens. Allemaal deugden die in onze soms verziekte samenleving niet meer vanzelfsprekend zijn. Ook wij besloten ons te engageren, maar dan op een heel andere manier. Begin oktober gaf Guido Galle ons de sleutel van dit magazine in handen. Deze imposante taak vertrouwde hij zomaar aan enkele studenten toe. Een magazine maken voor dummies was goed van pas gekomen, maar jammer genoeg bleek die handleiding niet te koop in de winkel. Stap per stap leerden we de wereld van het hoofdredacteurschap kennen. Onze opdrachtgevers geloofden er steevast in dat wij dit klusje konden klaren. De hoofdredactie bestond uit twee eindredacteurs en twee hoofdredacteurs. Al snel raakten we op elkaar ingespeeld. Bijna iedere week vergaderden we even voor de les, zodat we op dezelfde lijn zaten en een echt team vormden. De eerste vraag die we onszelf stelden, was onmiddellijk al een doordenkertje. Wat is engagement? Volgens ons is dat het verschil tussen een voetbalspeler en een voetbalcoach. Met andere woorden: een persoon die meewerkt aan een activiteit in georganiseerd verband, gericht op de samenleving, onbetaald en uit vrije wil. Dus niet iemand die twee keer per week op een bal schopt. Onze reporters gingen op zoek naar verhalen in de veertien bachelorrichtingen. Sommige richtingen bleken een lege visvijver te zijn. Iedereen heeft nu eenmaal een drukke agenda, en het was dan ook niet altijd gemakkelijk om op korte tijd een interviewee te vinden. Want een geëngageerd iemand geeft het grootste deel van
38
zijn vrije tijd nu eenmaal aan de organisatie waarvoor hij zich inzet. De ene vertrok intussen op schoolreis naar Tsjechië, terwijl de andere gedurende enkele weken onbereikbaar was in Nepal. Tijdens deze intensieve weken was het ook belangrijk om de variatie van de gekozen onderwerpen goed in de gaten te houden. Dat lag soms moeilijk, want hoe zeg je tegen een medestudent dat zijn of haar artikel saai, een van dertien in een dozijn of simpelweg niet goed is? Het was alvast een goede leerschool voor later. Soms besloop ons ook de gedachte dat we te veel vroegen van onze redacteurs. Velen zagen het magazine als een manier om een voldoende te halen in januari, niet als een uitdaging. En dat was het nu juist wel, een kans om je schrijftalenten aan het grote publiek te tonen. Gecrashte laptops, ontelbaar veel heen-en-weergemail, talrijke discussies, chagrijnige Facebookstatussen en oplopende telefoonrekeningen, want over iedere beslissing overlegden we samen: het hoorde er in deze periode allemaal bij. Iedereen verwachtte zo snel mogelijk een antwoord, maar naast lessen volgen, taken indienen en studeren, hadden ook wij natuurlijk nog een leven. Catfights konden we gelukkig vermijden, maar op sommige momenten was de spanning te snijden. Onze haren werden net niet uitgetrokken toen we al goedgekeurde voorstellen of kant-enklare verhalen toch maar afvoerden. Sommige redacteurs konden helemaal van nul herbeginnen. Maar met behulp van heel wat doorzettingsvermogen, gevoed door ontluikend professionalisme, bereikten we succesvol de eindstreep. Het resultaat, al zeggen we het zelf, is een magazine dat zeker gezien mag worden en dat zonder schaamte naast dat van professionals mag liggen. Twee trotse hoofdredacteurs, Melissa Janssens & David Verhelst
column
110121_enga_28-38_def.indd 38
28/01/2011 17:14:39