ArtEZ fact nummer 5

Page 1

ArtEZ fact Magazine van ArtEZ hogeschool voor de kunsten

Hemelbestormers ArtEZ fact nr. 5 — November 2012 Daan Roosegaarde: “Kom uit de comfortzone en infiltreer” Vioollessen in de Braziliaanse sloppenwijken.

De zoektocht van schoenontwerpers naar de perfecte lijn van de leest.

In het ArTechLab: “Ik bouw zelf wel een 3D-printer”


6

En verder:

“Muziek helpt kinderen op eigen benen te staan” Pauline de Vet gaf muzieklessen aan kinderen in de sloppenwijken van Brazilië. De technopoëzie van Daan Roosegaarde. Snelle denker en radicale doener die pendelt tussen zijn studio’s in Nederland en China en zijn projecten zonder enige subsidie realiseert.

3

Van de redactie

4

Stof tot nadenken op Times Square

8

Keihard werken om de Amerikaanse droom te verwezenlijken

11

34

Lasers en 3D-printers, het lab als zandbak. Kunst en technologie komen samen in het ArTechLab in Enschede.

REDACTIE Abeke Schreur (hoofdredacteur), Abeke Schreur en Alex van der Hulst (eindredactie), Edith de Vries (redactiesecretariaat)

REDACTIERAAD Michiel Braam, Ko Jacobs, Caroline Barmentlo, WillemJan Rijper, Janneke Brouwers, Juliëtte Huygen ONTWERP Hans Gremmen

Hoge hak geeft ruimte aan schoenontwerp

DRUK De Raddraaier

Perfecte planeet van Margreet de Jong

FOTO OMSLAG Dune, Studio Daan Roosegaarde

25

Andere ruimte

26

Fietsen door de restruimte

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de hoofdredacteur. www.artez.nl

28

Cartoon Jan Willem Spakman

28

Column Martijn Brugman

29

De Sacre als inktvlek

32

Jongeren zijn de echte hemelbestormers

38

Online magazine

24

Dansers kijken af bij topsporters.

Redactieadres Onderlangs 9, 6812 CE Arnhem Postbus 49, 6800 AA Arnhem artezfact@artez.nl t. 026 3535 758 f. 026 3535 677

AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Alex van der Hulst, Anton de Wit, Manon Berendse, Francien van Zetten, Marjolein Kats

14

20

ArtEZ fact is een halfjaarlijkse uitgave van ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Het blad wordt gratis verspreid onder kunstliefhebbers, studenten, alumni en medewerkers van ArtEZ.

38 Angst! 39

Arnhem Coming Soon agenda

OPLAGE 5.500

De volgende uitgave van ArtEZ fact verschijnt in mei 2013

ADRESWIJZIGINGEN ALUMNI / ADDRESS CHANGES FOR ALUMNI Ben je oud-student en verhuis je binnenkort? Mail de adreswijziging aan artezfact@ artez.nl (alleen voor oudstudenten). / Are you a former student and are you changing your address? Email the change to artezfact@artez.nl (only for alumni).


Hemelbestormers Vaak zijn hemelbestormers kunstenaars of kunstenaars zijn bij uitstek hemelbestormers. Omdat juist zij in bezit zijn van een vrije geest en deze ook vast durven te houden. Zo sprak de voormalige Amerikaanse president John F. Kennedy ooit tijdens een toespraak op Amherst College in 1963:

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

“De kunstenaar, hoezeer hij ook trouw is aan zijn eigen blik op de werkelijkheid, ontwikkelt zich tot de laatste voorvechter van de vrije geest en de gevoeligheid voor een opdringerige samenleving en een bemoeizuchtige staat. (...) Ik denk dat er weinig belangrijker is voor de toekomst van ons land en onze beschaving dan de volledige erkenning van de positie van de kunstenaar.” Het is niet altijd een succesverhaal, genoeg hemelbestormers branden zich als Icarus aan de zon of ze vechten als Don Quichote tegen windmolens. Dat maakt ze nog niet minder hemelbestormend. En aan succesverhalen geen gebrek. Van Daan Roosegaarde tot Pauline de Vet. De kunstenaar die keihard werkt om in het internationale topklasje te komen en dat ook bereikt. De ontwerper die meehelpt om de milieuproblematiek te verminderen. De muziektherapeut die straatkinderen leert vioolspelen en hen zo zelfvertrouwen meegeeft. Ook ArtEZ kent vele hemelbestormers. — de redactie

3


Tekst: Manon Berendse

Stof tot nadenken op Times Square

Richard Vijgen is informatieontwerper en docent Interaction Design. Hij won een wedstrijd waarbij hij verzamelde data over waterstanden wereldwijd grafisch weergaf. Zijn werk was vanaf Wereld Waterdag (22 maart 2012) een maand lang te zien op Times Square, hartje Manhattan. “Ik zag er een soort peilstok in.”

4

Hemelbestormer? “Nou… blinde ambitie heb ik niet. Mijn engagement ligt in het distilleren van een verhaal uit complexe datastructuren. Ik won de Challenge die Visualising.org uitschreef en dat was het cadeau: mijn ontwerp een maand lang op het digitale scherm aan de gevel van persbureau Reuters.” Wat was die Challenge? “Ontsluit tien jaar GRACE-data (Gravity Recovery And Climate Experiment, een gezamenlijk project van NASA en het Duitse centrum voor Lucht- en Ruimtevaart, die het zwaartekrachtveld van de aarde meet, red) die twee satellieten hebben verzameld over de waterstanden wereldwijd. Die data laten heel mooi zien hoe de seizoenen zich gedragen, van Nevada tot Siberië. Ook interessant: het ontwerp moest passen op het extreem langgerekte digitale scherm op de gevel van Reuters. Ik zag er een soort peilstok in.”


Welk verhaal zag jij nog meer in die data? “Ik was benieuwd hoe de waterstanden waren voordat GRACE ze begon te verzamelen, dus combineerde ik ze met de peilingen die de US Geological Survey al decennia lang doet door putten te graven. Dan zie je hoe water zich gedraagt op langere termijn.” Serieuze kost, tussen al die lichtreclames. “Het was best indrukwekkend. Dat bord begint pas dertig meter boven je hoofd en is 5800 m2 groot. Times Square zou je kunnen zien als een kruispunt van werelden. Of als control room. In mijn geval niet om je aan te zetten tot consumptie, maar tot nadenken. Dat ik mijn eigen draai kon geven aan dat contrast gaf wel een kick.”

Foto’s: Richard Vijgen

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

www.richardvijgen.nl www.visualizing.org/stories/times-square-challenge-winner

Het werk van Richard Vijgen werd een maand getoond op hét kruispunt van de wereld

5


Tekst: Marjolein Kats

Foto: Pauline de Vet

“Muziek helpt kinderen op eigen benen te staan”

6

Pauline de Vet (26), in 2012 afgestudeerd bij Muziektherapie van ArtEZ in Enschede, gaf muziekles aan kinderen in de sloppenwijken van Brazilië.


ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

“Een meisje van elf jaar met een onstabiele thuissituatie heb ik muziektherapie gegeven. Ze had weinig eigenwaarde en kon zich moeilijk uitdrukken. Moeder in de gevangenis, vader aan de drugs en thuis zes kinderen waarbij veel verantwoordelijkheid op het meisje neerkwam. Wegrennen, van zich afslaan, of demonstratief de armen over elkaar doen, het was haar manier van reageren. Ik ben aan de slag gegaan om haar zelfvertrouwen op te krikken door te laten zien dat ze viool kon leren spelen en door vaak complimenten te geven. Dat is muziektherapie: via muziek kinderen leren wat hun kracht is en zich te laten horen. Voor mijn stage was ik in Belo Horizonte, een grote stad op ongeveer 400 kilometer van Rio de Janeiro. Ik gaf vioollessen en muziektherapie aan kinderen in favela’s (sloppenwijken). Drugs en geweld zijn hier aan de orde van de dag, bijna iedereen kent wel iemand die is omgekomen in de drugsoorlog.”

“Dan liep het kind trots met een viool op zijn schouder door de sloppenwijk.” 7

Trots “Regelmatig ging ik met kinderen mee om presentaties aan ouders te geven. Dan liep het kind trots met een viool op zijn schouder door de sloppenwijk. Het is mooi om een kind eigenwaarde mee te geven. In de favela’s is weinig motivatie om te werken. Je bent hier geboren en komt er nooit uit, zult nooit iets worden. Die mentaliteit wordt aan de kinderen doorgegeven. Ik wilde dat doorbreken, kinderen laten zien dat ze wél wat waard zijn en dat ze iets kunnen bereiken als ze hun best doen.” Verschil “Hoewel ik maar vierenhalve maand in Brazilië was, denk ik dat het de kinderen iets heeft gebracht. Ze hebben voor een bepaalde periode een volwassene in hun leven gehad die in ze gelooft. Dat kan al verschil maken als er een risicofactor is om in een drugsbende te belanden. Nu ben ik afgestudeerd. Ik mis Brazilië. Over twee jaar wil ik terug en in de tussentijd ga ik uitzoeken welk project ik daar kan doen. Als afstudeerproject heb ik een website gemaakt. Deze is nog niet online, maar het is de basis voor mijn toekomstige project. De projecten gaan steeds over empowerment, hoe kan een kind op eigen benen staan en hoe kan muziek daarbij helpen. Mijn twee grootste passies komen hier samen: met mensen werken en muziek.”

Foto’s: Pauline de Vet (rechts op de foto)


Tekst: Alex van der Hulst

Foto’s: Anne Dern

Keihard werken om de Amerikaanse droom te verwezenlijken

Anne-Kathrin Dern aan het werk in de studio

Anne-Kathrin Dern zette alles opzij om haar droom te verwezenlijken: filmmuziek studeren in de VS. Na een studie in Duitsland koos ze bewust voor de nieuwe richting filmmuziek van ArtEZ. Ondertussen werkte ze iedere minuut,

8

die ze niet voor haar studie bezig was, om geld te verdienen voor haar droom. En het lukte. “De campus is zo groot als de binnenstad van Arnhem.”


Foto: www.experiencingla.com

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

Het waren de Disneyfilms uit de jaren negentig, zoals The Lion King en Beauty and the Beast, maar ook Titanic waar Anne-Kathrin Dern (1987) door werd gegrepen. Toen wist ze nog niets van het beroep filmcomponist, pas nadat ze leerde over John Williams (Jaws, Star Wars, Indiana Jones), de vaste componist van Steven Spielberg, en over de muziek van Howard Shore voor Lord Of The Rings, wist ze dat ze ook filmcomponist wilde worden. “De enige mogelijkheid in Duitsland was om een gewone compositieen dirigeerstudie te doen”, mailt ze vanuit Los Angeles. “Dit zijn de moeilijkste studies die er zijn en met een gewone muziekopleiding kun je de audities onmogelijk halen in Duitsland. Ik vond uiteindelijk de nieuwe Musicube Academy waar ik mijn ‘Basic Filmmusic Composer’- diploma heb behaald. De leider van Musicube, Matthias Wittwer, vertelde dat hij bij ArtEZ samen met de compositiedocent Dolf de Kinkelder

9

een bachelorstudie filmmuziek aan het opstarten was. Ik deed gelijk auditie daarvoor en werd samen met vier anderen aangenomen. Pas nu merk ik hoeveel ik van deze twee mannen heb geleerd. Hier zit ik met studenten die van andere scholen komen en ik zie wat ze allemaal niet weten of kunnen wat ik dankzij ArtEZ en de docenten wel weet en kan. Dat komt ook door anderen op ArtEZ, bijvoorbeeld Rein Sprong en Raoul Soentken, van de Edgetip studio die met ArtEZ samenwerkt, en Thomas Peters en Koen van der Meer die me hebben geleerd over klassieke compositie.”


Je studie film scoring op UCLA is heel duur, je hebt hard moeten werken om dat geld bij elkaar te krijgen. Werd je in die Arnhemse tijd niet voor gek verklaard dat je alles opzij zette daarvoor? “Zoals Dolf de Kinkelder graag zegt: ‘Er zijn net zoveel opinies als mensen.’ Er waren mensen die me steunden en het beste wensten. Er waren mensen die vriendelijk deden maar uit jaloezie ook van alles afkraakten. En een derde groep had dezelfde droom en zag bij mij wat ze daarvoor eigenlijk moesten doen, wat ze zelf niet deden. Die probeerden me echt neer te halen. Dat maakt het harde werken lastig, want zij zeggen dat je van je studententijd moet genieten. En dat kan niet als je drie baantjes hebt. Dat knaagt ook aan je motivatie, want je bent moe en je hebt niet genoeg tijd voor je opdrachten. Het is lastig dat andere studenten niet moe zijn, alle opdrachten voor elkaar hebben en een nieuwe computer kunnen kopen van hun eigen of hun ouders’ geld. Alles wat ik verdiende ging naar de spaarrekening, ook al had ik geld voor dingen nodig, dan kon ik er niks afhalen, ik moest dan maar meer verdienen. Ik heb in de horeca in Arnhem gewerkt in diensten tussen 19:00 en 06:00 uur, met kerst als schoonmaker in een hotel, bij de post en als muzieklerares. Er waren situaties dat ik geen energie meer had, dacht dat het niks zou worden en alles wilde weggooien. Zolang je het doel niet uit het oog verliest, wordt het na een tijdje makkelijker. Vooral toen Amerika in zicht kwam.”

“Er waren situaties dat ik geen energie meer had, dacht dat het niks zou worden en alles wilde weggooien.”

10

En hoe is het daar? “Het studieklimaat is harder. Je huiswerk niet doen, bestaat hier niet. Als je drie keer verzuimt of geen huiswerk doet, krijg je zo veel puntenaftrek dat je het semester niet haalt. Dan vervalt ook je visum en kun je terug naar huis. De studie is hier sterker gericht op filmmuziek en commerciële muziek. Bij ArtEZ wilden ze graag nog je persoonlijkheid in je muziek terughoren, hier gaat het enkel om catchy muziek die aan zo veel mogelijk mensen te verkopen is. Ik krijg hier ook veel meer opdrachten. Een deadline is een deadline en daar worden we goed op voorbereid. Zoals de docent graag zegt: ‘Hoe minder tijd jullie hebben, hoe minder jullie met gekke ideeën komen, want dat doen we hier in Hollywood niet! Just be normal, for God’s sake!’. De faciliteiten zijn enorm, maar daarom is de studie ook zo duur. De campus is zo groot als de binnenstad van Arnhem. En het weer is hier natuurlijk stukken beter.” Had je destijds eigenlijk een plan B, mocht Amerika niet lukken? “Tijdens mijn laatste maanden op ArtEZ kreeg ik een aanbieding van een grote studio in Hamburg om daar als assistent te beginnen. Ik heb getwijfeld, maar als ik dat zou hebben gedaan, was ik nooit meer naar Amerika gegaan.” Je lijkt tot nu toe al je doelen te hebben bereikt, wat is je uiteindelijke doel? “Het doel UCLA en Los Angeles heb ik inderdaad bereikt. Het grote doel is uiteindelijk om een permanent werkvisum voor Amerika te krijgen en hier in de filmindustrie te werken. Dat kan als orkestrator, dirigent, arrangeur, componist, assistent of in een studio. Maar het doel op korte termijn is om vandaag een opnamesessie met houtblazers te overleven en daarna twee dagen Halloween te vieren, verkleed als Duitse meid.”

www.annedern.com Het eindexamenwerk van Anne Dern is te beluisteren in het ArtEZ finals 2012 online magazine www.finals2012magazine.artez.nl


Tekst: Francien van Zetten

11

Foto: Lianne van der Laar

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

Hoge hak geeft ruimte aan schoenontwerp

Joyce Verhagen en Laura de Weijer volgen de tweejarige masteropleiding Shoe Design bij de Fashion Masters van ArtEZ. Joyce is vastbesloten haar eigen bedrijf en schoenenlabel op te zetten, Laura wil als schoenontwerper haar plek veroveren bij een internationaal modebedrijf. Allebei experimenteren ze met het effect van de hak op een schoen. “Een hoge hak geeft ruimte aan een ontwerp.”

Laura de Weijer, student master Fashion, specialisatie Shoe design


De hak als fallussymbool, in de vorm van een boot, vleugels of kinderspeelgoed als hak van een schoen. Bij de allereerste schoenontwerpen die Joyce Verhagen en Laura de Weijer, maakten, vormde “een gekke hak” het uitgangspunt. Dat startpunt hebben de twee studenten aan de masteropleiding Shoe Design los gelaten. “Met de hak beginnen, is te makkelijk”, zegt Laura de Weijer. “Er komt veel meer kijken bij het ontwerpen van een schoen.” Laura de Weijer (1989) voltooide in 2011 de bacheloropleiding Fashion Design van ArtEZ en studeert komend jaar af als master Shoe Design. Zij bedenkt een thema, zoekt daar inspiratiebeelden bij, begint te tekenen en kiest aan de hand van haar ontwerp de leest van een schoen. Daarna bepaalt ze de hakhoogte van die schoen. “De hoogte van de leest, dat is de houten voet waar de schoen omheen wordt gebouwd, bepaalt voor welke hak ik kies. Ik zet de leest in de juiste maat op papier en teken dan verder aan het ontwerp. Het gaat om mooie verhoudingen. Ik kan dagen gummen voor ik het perfecte lijntje vindt.” Het ontwerpen van een schoen is voor Joyce Verhagen (1986) een proces van uitproberen. Ze rondde in 2011 de opleiding bachelor Product Design bij ArtEZ af en volgt het eerste jaar van de opleiding Shoe Design. “Mijn ideeën zet ik op papier en vertaal ik naar proefjes. Die bouw ik op de leest. Sommige dingen moet je eindeloos testen. Vooral wanneer je met speciale materialen werkt, zoals plastic. Als ik weet wat werkt, ga ik terug naar het papier en maak ik de echte ontwerptekening.”

Elegant en sexy Joyce Verhagen studeerde als product designer af met een kleurrijke collectie schoenen met een hoge hak bovenop 30 centimeter hoge plateaus. Ze heeft een voorkeur voor 12 centimeter hoge hakken, die de voet dwingen een scherpe hoek te maken. “Hele hoge hakken geven meer ruimte om te werken. De hoek die de voet maakt, is zo heftig, dat-ie bijna niet te maken is. Mijn schoenen zijn echte showpieces. Je moet goed trainen om er op te kunnen lopen.” De hakken waar Laura de Weijer voor kiest zijn niet hoger dan 10 centimeter. “Ik vind schoenen waar mensen gewoon op kunnen lopen leuk. De tussenmaten, schoenen met hakken vanaf 4 centimeter, zijn trouwens het moeilijkst om te maken. De voet wordt er snel lomp in. Het is een lastige hoogte, maar dat intrigeert me.” Hoge hakken stralen altijd elegantie uit en zijn sexy, stellen Joyce Verhagen en Laura de Weijer vast. “Op een hoge hak moet je elegant lopen, dat kan niet anders”, constateert Joyce Verhagen. Laura de Weijer knikt instemmend: “Bij een hoge hak spelen altijd gender issues, door zijn fallische vorm. Dat maakt een hak sexy.”

schetsen Laura de Weijer

12

SHOE DESIGN De tweejarige specialisatie Shoe Design bestaat sinds 2010 en vormt een onderdeel van de masteropleiding Fashion Design van ArtEZ. Dit jaar studeerde de eerste lichting bestaande uit drie studenten Shoe Design af. De opleiding combineert het ontwerpvak met het ambacht van de schoenmaker. ‘Deze specialisatie op hoog niveau was er niet in Nederland, terwijl er in de internationale modewereld wel vraag is naar goed opgeleide schoenontwerpers’, zegt Mascha van Zijverden, initiator van de master Shoe Design en hoofd van ArtEZ Fashion Masters. Zie ook: www.artez.nl/ fashionmasters

“Bij een hoge hak spelen altijd gender issues, door zijn fallische vorm.”


Foto: Lianne van der Laar

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012 13

Joyce Verhagen (student master Shoe Design) in de werkplaats


Tekst: Manon Berendse

De technopoëzie van Daan Roosegaarde

Daan Roosegaarde met zijn werk Dune

Foto’s: Studio Daan Roosegaarde

“Kom uit de comfortzone en infiltreer” Een snelle denker en een radicale doener. Een kunstenaar of ontwerper (die discussie boeit hem nauwelijks) die pendelt tussen zijn studio’s in Nederland en China en zijn projecten zonder enige subsidie realiseert. Die anders kijkt naar de

14

snelwegen die Nederland versnipperen en daar gewoon werk van maakt met wegenbouwer Heijmans. Als Daan Roosegaarde geen hemelbestormer is, wie dan wel? Toch is zelfs hij op zijn hoede als het H-woord valt.


Foto’s: Studio Daan Roosegaarde

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012 De Lotus Dome in de Sainte Marie Madeleine in Lille

15


In zijn derde jaar aan de academie besloot Daan Roosegaarde zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel – iets wat zijn medestudenten destijds veroordeelden als heulen met de duivel. “Nee hoor,” antwoordde Roosegaarde, “doordat ik de btw van mijn materialen terug kan vragen, kan ik 19% meer kunst maken.” Roosegaarde stormt door verschillende werelden heen, maar met een pragmatische inslag die nog altijd de wenkbrauwen doet rijzen hier en daar. Hij pareert en laveert behendig door zijn eigen taal te bezigen. Roosegaarde ziet zichzelf als een ‘hippie met een businessplan’ en introduceert zichzelf regelmatig als een ‘dominee-entrepreneur’. Momenteel is hij vol van zijn Lotus Dome, de opvolger van Lotus 7.0, die nog tot januari te zien is in de Sainte Marie Madeleine in Lille. Zijn site doet, als altijd, in rijke filmische beelden verslag. We zien een stille kerk met daarin een iglo-achtige vorm die opgebouwd is uit dunne, vlakke plaatjes aluminium in de vorm van lotusbloemen. De bloemblaadjes krullen zich knisperend open als mensen dicht langs de manshoge installatie lopen. Is dat niet een beetje een voor de hand liggende plek, zo’n rijk gedecoreerd kerkinterieur, dat sfeervol aangelicht wordt zodra de Lotus Dome zich openvouwt? “Ik zie het eerder als een update van de Renaissance. We mochten zelf een plek aanwijzen waar de Lotus Dome geplaatst zou worden. Ik wilde vooral geen museale locatie, dat vind ik nou voor de hand liggend. De Sainte Marie Madeleine was al jaren dicht, die kerk was verlaten. Dit soort monumenten hebben het steeds moeilijker, omdat ze niet gekoppeld zijn aan het leven dat wij nu leiden. Ik wil met mijn werk werelden juist naar elkaar toe trekken, nieuwe landschappen laten ontstaan, die jij en ik met elkaar maken.” Zo bouwde hij ook aan Dune: wuivend ‘riet’ met LED-pluimpjes aan de uiteinden, dat reageert op (stem)geluid en aanrakingen van passanten. Mensen kunnen tussen twee langgerekte bossen LED-riet door lopen. Op tientallen plaatsen binnen en buiten Nederland heeft Roosegaarde hen verleid met ingeblikte krekelgeluiden, trillende soundscapes en knipperende lichtjes.

16

Toch klinken de krekels niet als de krekels op een zwoele zomeravond. Je hebt tijdens jouw Tedtalk in juni verteld dat het je gaat om het terugbrengen van het gevoel dat we hadden als kind bij het bouwen van een hut. Buiten zijn, je daar thuis voelen, uitproberen, een eigen wereld bouwen. Heb je die verfijnde techniek dan altijd nodig om terug te gaan naar zo’n oergevoel? Zou je niet liever echte krekels inzetten voor het wakker kussen van zo’n jeugdherinnering? “Het gaat me natuurlijk niet om die krekels zo echt mogelijk te laten klinken. Ik wil juist met techniek een setting creëren die nieuw is voor mensen. De versie in Rotterdam is zestig meter lang en verbruikt nog geen zestig watt, maar dat zie je niet. Iemand heeft mijn werk wel eens omschreven als technopoëzie. Daar kan ik wel wat mee. Dune staat nu opgesteld pal langs de Maas in Rotterdam. Je kunt er dag en nacht heen. We hebben gemerkt dat het een hotspot is voor bruidspaartjes. Zoiets ontstaat gewoon, leuk is dat.” Heb je niet het gevoel dat we door ons te omringen met steeds virtuelere technieken alleen maar verder komen te staan van een innerlijk weten, van een intuïtie voor onze omgeving? Wat gebeurt er bijvoorbeeld met jou als je bovenop een berg zit zonder laptop of elektronica? “De wereld valt inderdaad steeds sterker uiteen in een analoge wereld, die alsmaar eenvormiger wordt, waar je ook komt; en een virtuele wereld vol emoties – denk aan sociale media die ons met elkaar verbindt, maar ons ook van elkaar vervreemdt. We zijn er zo gewend aan geraakt dat alles downloadable is, dat kapt de zintuigen wel af. Maar zet mij op een berg met een boom, wind, blaadjes en een rolletje crèpetape en ik kom ook een eind. Laten we focussen op de message, niet het medium. Hoewel ik wel houd van verfijnen, wil ik dat mijn werk leeft. Mijn boodschap kan ik misschien wel beter vertellen zonder die real time boomblaadjes. De Lotus Dome gaat wat mij betreft net zo goed over een natuurlijk principe: over krimp. Maar als je bedoelt dat we losser komen te staan van de fysieke natuur, de natuur als energetisch lichaam, dan moet ik denken aan Leonardo Da Vinci. Als je zijn werk goed leest en bekijkt, heeft hij het in feite daarover.”


ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

SMART HIGHWAY

“Ik wil infiltreren, dus ik schuw samenwerking met het bedrijfsleven niet.”

17


DUNE Durhan

DUNE Maastunnel

DUNE Esch

“Zet mij op een berg met een boom, wind, blaadjes en een rolletje crèpetape en ik kom ook een eind.”

18

DAAN ROOSEGAARDE 1979 Geboren in Nieuwkoop 1997 – 2003 Studie beeldende kunst in Arnhem en Enschede, studeert cum laude af 2003 – 2005 Postdoctorale opleiding Architectuur Berlage Instituut Rotterdam 2006 Opening studio Rotterdam 2011 Opening studio Shanghai BEKENDE WERKEN: - Dune (2007) - Sustainable Dancefloor (2008) - Lotus (2010) - Smart Highway Project (2012) Zijn projecten worden regelmatig voorzien van nieuwe software en kennen dus verschillende versies, zoals we dat kennen van computersoftware. PRIJZEN (selectie): - Dutch Design Award 2009, (Best Autonomous Spatial Design) - China’s Most Successfull Design Award 2011, Shanghai - Design for Asia Award 2011, Hong Kong - Charlotte Köhler Prijs 2012, Amsterdam - Smart Highway wint een van de acht Best Future Concepts (Dutch Design Awards, 2012)


ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

Zo bezien zijn we nog niet klaar met het versmelten van werelden. “Nou… co-sharing wordt wel steeds belangrijker. Ik ben in elk geval al lang niet meer bezig met de wereld van de kunst plaatsen tegenover al het andere. Ik wil infiltreren, dus ik schuw samenwerking met het bedrijfsleven niet. Techniek is de taal die dat wat mij betreft ook het beste mogelijk maakt, al zie je dat aan mijn werken uiteindelijk niet af. We zitten allemaal achter beeldschermen tegenwoordig. Wat gebeurt er als die techniek los komt van dat scherm en zich op een veel subtielere manier vermengt met onze omgeving? Dat is de toekomst die ik uit wil lokken. Ik wil mensen een beleving bezorgen die ze nog niet eerder hebben gehad. Dus zoek ik uit wat ik daarvoor nodig heb, samen met mijn studioteams. Zoeken naar mogelijkheden is zoveel interessanter. Ik heb net bijvoorbeeld een geweldig boek gelezen over genenonderzoek: A life decoded van J. Craig Venter. Wie zijn we eigenlijk, hoe zitten we in elkaar? Daar leer ik wat van.” Onlangs won je een Dutch Design Award voor de samenwerking met wegenbouwer Heijmans Infrastructuur. Jullie project Smart Highway werd uitgeroepen tot een van de Best Future Concepts van 2012. In dit geval was het andersom. Jij was bezig met het hardop nadenken over hoe een snelweg minder zijn stempel op het landschap kan drukken en beter zou kunnen anticiperen op het weer en het verkeer. En toen ging de telefoon. “Ja. De directeur van een van de grootste wegenbouwers van Europa aan de lijn. Dat is precies wat ik graag zie samenkomen: out of the box denken en kennis en kunde van de beste soort. We hebben hetzelfde doel voor ogen: een snelweg uitdenken die minder lelijk is, slimmer, duurzamer. Maar we moeten wel samen die studio in om dat uit te vogelen. Mijn werk is het negeren van restricties, met liefde, dat wel. En het zoeken naar een eigen autonomie, maar ik geloof niet meer in zij en wij en Heijmans kennelijk ook niet, want ze weten alles van wegen bouwen, maar niet hoe dat er in de toekomst uitziet. Het grappige is, dat dit helemaal niet nieuw is. Michelangelo

19

werkte ook gewoon in opdracht van de kerk toen hij werd gevraagd de Sixtijnse kapel te beschilderen. Dat vergeten we wel eens, als we daar nu omhoog kijken - omdat we het idee hebben dat het zijn creatie is. Maar het begon wel met die opdracht. Kunstenaarschap wordt nog te vaak uitgelegd als de ultieme zelfexpressie, maar met die Van Gogh-horror heb ik niks. Ik ben onderdeel van een netwerk. Als je goed oplet bij het aangaan van dit soort samenwerkingen, creëer je juist ruimte. Ik heb nog nooit zoveel vrijheid gehad als in dit project met Heijmans. En dan kom je ergens, gaan de ideeën stromen. Kun je wegmarkeringen laten oplichten ’s nachts zodat je minder verlichting nodig hebt langs de weg? Hoe is het als wegen reageren op weersomstandigheden zoals vorst waardoor het instant veiliger rijden wordt? Kunnen we energie opwekken uit gras langs de weg? Volgend jaar gaan we de eerste Smart Highway echt bouwen, ergens in Nederland.” Toch een beetje de hemel op aarde voor jou als kunstenaar? “De hemel kun je ook bestormen door de wereld om je heen anders te zien. Dat is wat ik het liefste doe: me verbazen over wat ik zie. Dit project begon achter het stuur. Ik reed over de snelweg en dacht: Hoe kan het dat niemand zich stoort aan wat snelwegen aanrichten in het landschap? Ze versnipperen ons ruimtelijk besef omdat onze omgeving veel statischer is dan wij: de mens beweegt, triggert zichzelf steeds opnieuw. Soms heb ik het gevoel dat de echte wereld steeds trager wordt. Of je de wereld om je heen nu bestormt met boomblaadjes of microchips, maakt mij niet uit. Maar houd op met sentiment, kom uit die comfortzone en infiltreer. Je hoeft niet bang te zijn, maar realiseer je dat niemand het antwoord heeft: je docenten op de academie niet, klanten of opdrachtgevers ook niet. Er valt nog zo veel te ontdekken. Investeer tijd in een idee, dan ontstaat de niche van waaruit je kunt werken vanzelf. Dat is wat kunstenaars kunnen: waarde laten zien. Daar moeten ze hun autonomie voor gebruiken.” www.studioroosegaarde.net


Tekst: Anton de Wit

Dansers kijken af bij topsporters Aryeh Weiner

De ArtEZ Dansacademie in Arnhem werkt met een vernieuwend curriculum, waarin niet alleen de fysieke maar ook de intellectuele vorming van de danser ruim aandacht krijgt. Er is zelfs afgekeken bij topsporters. Minder blessures en meer motivatie is het resultaat. Een docent en een student vertellen over hun ervaringen met deze benadering. 20

“Revolutionair?” Aryeh Weiner haalt zijn schouders op. Natuurlijk, je kunt de onderwijsmethode van de Dansacademie in Arnhem best hemelbestormend noemen, zo beaamt de docent Klassieke dans en Limón (danstechniek, red.). Maar de reden dat ze nu alweer een jaar of vier met dit nieuwe curriculum werken is toch vrij aards. Weiner: “Er was een heel praktische aanleiding. Het werkveld is ontzettend aan het schuiven, onder meer door de snelle afbouw van het stelsel van subsidies. Wij zagen dat het nodig was om stappen te zetten, zodat onze dansers zich kunnen aanpassen aan de toekomst. Wij zijn dus volgens mij niet eens zo revolutionair bezig, we maken het vooral mogelijk dat onze studenten straks een revolutie veroorzaken in de danswereld.”


Foto’s: Duncan de Fey

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

Eigen inbreng “Wij hebben ons de vraag gesteld”, gaat Weiner verder, “aan wat voor type danser er in de toekomst behoefte is. Lange tijd was er bijna uitsluitend aandacht voor technische vaardigheden. Wij focussen niet slechts op hoe ze dansen, maar ook op hoe ze denken. Wij verwachten dat er behoefte zal zijn aan dansers die niet alleen hun passen uitvoeren, maar die ook meedenken, die creatief zijn, reflecteren op wat ze doen en er ook duidelijke opvattingen over hebben. We horen ook uit het werkveld dat dat gewaardeerd wordt.” Weiner vertelt over het grote contrast met zijn eigen opleiding. “Ik ben grootgebracht met de klassieke gedachte dat je gewoon maar veel moest oefenen, goed moest kijken naar je leraar, en dat dan zo precies mogelijk moest kopiëren. Dansen was dupliceren, je voerde uit wat de leraar of de choreograaf voor jou in gedachte had. Er was weinig ruimte voor eigen inbreng.” Moest hij dan zelf niet enorm wennen aan deze nieuwe onderwijsmethode? “Dat viel wel mee, eigenlijk. Want tijdens mijn danscarrière heb ik zelf ook een ontwikkeling in deze richting doorgemaakt. Ik had het geluk een coach te ontmoeten die juist wél uitdrukkelijk naar mijn mening vroeg, die me uitdaagde om me creatief te ontplooien. Dat is wat we nu bij ArtEZ ook stimuleren. De danser is dan niet slechts de uitvoerder, maar ook maker of mede-maker. Hij wordt daarmee net zo belangrijk als de choreograaf, ze krijgen een meer gelijkwaardige werkrelatie.”

“Ze hebben niet slechts een dansend lichaam, maar ook een denkende geest.”

21


Foto’s: Duncan de Fey

Doordacht ritme Hoe wordt dat bereikt? Door op de eerste plaats een bredere vorming aan te bieden, legt Weiner uit. Uiteraard staan de studenten nog veel op de dansvloer, maar toch stukken minder dan in het klassieke dansonderwijs. Ook de intellectuele ontwikkeling wordt gestimuleerd. Er zijn lezingen, workshops, debatten over uiteenlopende culturele onderwerpen. Dansvoorstellingen worden bekeken, geanalyseerd, bediscussieerd. Er is aandacht voor ondernemerschap. In het fysieke gedeelte is ook ruimte voor andersoortige lichamelijke oefening; conditietraining, yoga, Pilates. Sowieso wordt gezondheid nadrukkelijk gethematiseerd; de studenten worden uitgebreid geïnformeerd over bijvoorbeeld voeding en blessurepreventie. Weiner: “Dat alles wordt bovendien in een doordacht ritme aangeboden. In het ene blok ligt de nadruk meer op de intellectuele kant, in het volgende weer meer op het fysieke. Sommige dagen of weken zijn wat rustiger, andere juist weer heel intensief – geen twee dagen zijn hetzelfde. Die methode heet periodisering, wij hebben dat afgekeken van de topsport. We hebben dit systeem uitgedacht in nauwe samenwerking met sportdeskundigen, onder meer van het Olympisch topsportcentrum in Papendal. Daar is dit al een beproefde methode.” Het resultaat van deze aanpak, zegt Weiner, “is werkelijk verbluffend. Iedereen is zeer gemotiveerd, de sfeer is uiterst constructief en positief. Het aantal blessures is sterk gedaald en wat ook een goed teken is: we hebben nog maar nauwelijks uitvallers. Deze mensen zullen straks de danswereld veranderen. Ze hebben niet slechts een dansend lichaam, maar ook een denkende geest. Ze gaan niet meer passief zitten wachten tot er een kans voorbij komt, ze weten dat ze zelf hun kans moeten grijpen. Ze staan te popelen om iets te creëren en uit te voeren, om iets bij te dragen aan de maatschappij. Ik verwacht dat zij hun artistieke stem luid en duidelijk gaan laten horen.”

Mirjam Sögner

22


Foto: Antionette Mooy

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

Mirjam Sögner danste in Internationally Mixed, een samenwerkingsproject van ArtEZ Dansacademie met de dansacademies van Valencia en Keulen.

“Als ik niet af en toe kan uitzoomen, droog ik uit” Mirjam Sögner, vierdejaars student Dans: “Ik ben altijd nogal een denker geweest. Het nieuwe onderwijsprogramma van de Dansacademie past heel goed bij mijn analytische instelling. Maar voor sommige studenten was het een schok. Dansers zijn vaak toch erg fysiek ingesteld. De eerste interesse in dans ontstaat vaak al in de vroege jeugd door het gewoon te doen, door aan de lijve te ondervinden hoe fijn het is om te dansen. Er zijn echter ook mensen die begonnen zijn nadat ze anderen zagen dansen en overweldigd waren door de artistieke kracht ervan. Die mensen zijn vaak veel conceptueler ingesteld, ze willen ook reflecteren op wat ze doen, en eenzelfde artistieke kracht in hun dansen overbrengen. Ik behoor tot die laatste groep. Natuurlijk, als je aan het dansen bent moet je je in het fysieke mee kunnen laten voeren, slechts inzoomen op de beweging. Dat vind ik ook heerlijk. Maar als ik niet ook af en toe kan uitzoomen en kan nadenken over wat ik doe,

23

dan droog ik uit. Ik wil dansen én maken. Sowieso is het raar dat die twee dingen bij dans altijd zo gescheiden zijn gebleven, anders dan bij de meeste andere kunstvormen. Dat er een choreograaf is die iets bedenkt en een danser die het vervolgens uitvoert. Ik ben blij dat ArtEZ die strikte tweedeling op de helling zet. Veel mensen maken zich zorgen over het verdwijnen van de grote dansgezelschappen. Maar ik vond dat toch al geen aantrekkelijke optie, mij lijkt dat zo saai als een kantoorbaan. Ik wil vrijer kunnen werken als ik straks afgestudeerd ben. Soms iets creëren, dan weer uitvoeren, en wie weet ook lesgeven. Nu werk ik ook al zo, ik ben met allerlei projecten bezig, ook met mensen uit andere disciplines – filmmakers, muzikanten, kledingontwerpers. Dat vind ik ook het mooie aan ArtEZ: it’s all there. Je moet zelf initiatief nemen om daar het beste uit te halen.”


Margreet de Jong

Droomplaneet

Margreet de Jong is vierdejaars student Illustratie. Ze heeft een afbeelding gemaakt van haar droomplaneet op een duistere dag. “Mijn droomwereld is niet altijd perfect, vrolijk en leuk. Dit is zo’n dag waarop je op onderzoek uitgaat en er iets spannends gaat gebeuren. Hoe zou het zijn om daar rond te lopen? Wat kun je tegen komen? Wat leeft er? Deze droombeelden zijn niet te veel ingevuld zodat de kijker zelf kan gaan dromen en zich kan afvragen hoe het daar is.” www.margreetdejong.nl

24


Andere ruimte

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012 25

Thor ter Kulve (Product Design, lichting 2012) ontwierp voor zijn afstuderen producten die de publieke ruimte mooier en aangenamer maken. Een brandkraan wordt een fontein, een prullenbak een vuurkorf, een lantaarnpaal een schommel of een lichtobject. Thors

werk was samen met het werk van 11 andere product designers en 2 fashion designers te zien tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. Samen met Arnhem Coming Soon bood ArtEZ hier een platform voor deze ontwerpers van de lichting 2012. www.thorterkulve.nl


Tekst: Manon Berendse

Geen hemel bestormen met nieuwe gebouwen, maar met het oplossen van hiaten in de openbare ruimte – dat is wat Stefan Bendiks graag doet met zijn buro Artgineering. Zij zijn thuis in de restruimtes tussen strak aangelegde snelwegen en snel groeiende uitbreidingswijken. Plekken die het landschap van Nederland domineren. Dan ontwerp je dus eerder‌ slimme fietspaden.

26

Foto: Lianne van der Laar

Fietsen door de restruimte


ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

Op de vraag of Stefan Bendiks iets heeft met het bestormen van de hemel zegt hij lachend: “Het enige wat ik in ruimtelijke zin voor me zie, is ET die op de fiets van zijn aardse vriend terug reist naar waar hij vandaan komt. Het lijkt misschien vreemd, dat we ons als architecten verdiepen in het ontwerpen van fietspaden – veel vlakker en meer ‘down to earth’ kan het niet worden – maar we zijn gaan houden van restruimtes. Dat zijn ruimtes die door opdrachtgevers vaak niet behandeld worden of die tussen wal en schip vallen van meerdere projecten die fysiek wél aan elkaar grenzen. Zo’n tussengebied vraagt niet direct om nog een architectonisch fallussymbool, maar als je je ambitieus opstelt, kun je juist via die tussengebieden de kwaliteit van een leefomgeving enorm verbeteren. En dat is wel wat steeds meer architecten inzien: dat het daar om gaat. Cocoon Stefan Bendiks: architect, stedenbouwkundige en docent van de master Architectuur, waar hij de Founding Father was van de specialisatie Context. Met zijn partner Aglaee Degros legt hij zich binnen hun buro Artgineering al enkele jaren toe op fietsprojecten in Nederland en België. Ze passen naadloos in hun visie dat er ernstig behoefte is aan een holistischer aanpak als het gaat om het vormgeven van infrastructuur, landschap en stedelijke ontwikkelingen – die staan immers niet los van elkaar. Openbare ruimtes zijn daarnaast ook interessant vanuit sociaal en cultureel opzicht. Bendiks: “Vanaf de fiets ervaar je de stad intenser dan vanuit de auto. Je gaat snel genoeg om je tocht te beleven, maar je focus op je omgeving is breder. De auto is toch meer een cocon, waarbij je vooral gericht bent op het verkeer. Als je denkt vanuit de fietser, ontstaat er veel meer dan een asfaltpad van vier meter breed met goede afwatering. Wat ziet die fietser onderweg, waar heeft hij behoefte aan op zijn fietsroute naar huis? Misschien wel aan een fietsvriendelijke biomall – ons antwoord op de traditionele shoppingmall, die door velen (terecht) als ‘junkspace’ wordt gezien. Of aan een karretje dat hij achter zijn fiets kan hangen, maar waarmee hij ook de supermarkt

27

in kan voor zijn boodschappen. Architecten en stedenbouwers vergeten dat bredere perspectief nog wel eens vanachter hun bureau; ze zien de potentie van fietsarchitectuur nog niet. VanAnaarF Artgineering wacht niet af tot dat verandert, maar begint gewoon met onderzoek. Het werd hun handelsmerk om consequent theorie te koppelen aan het verzamelen van gegevens uit de echte wereld. Op de site VanAnaarF (Autosnelweg / Fietssnelweg) documenteerde het buro talloze historische en actuele voorbeelden, best practices, expertinterviews en situaties die te maken hebben met het jezelf verplaatsen per fiets. Van parksnelwegen in de VS, Engelse tuinarchitectuur en de fietsonderdoorgang van het Rijksmuseum tot een pagina waar iedereen een bijdrage kan leveren met foto’s en beschrijvingen van locaties, projecten en uitvindingen die voor of door fietsers zijn bedacht. Bendiks: “Ons motto is eerst onderzoeken, dan ontwerpen. In feite creëren we onze eigen markt door kennis op te bouwen waarmee we een paar jaar vooruit kunnen.” België Inmiddels werkt Artgineering aan meerdere fietsprojecten, met name in België. Fietsland Nederland moet haar comfortzone nog een beetje ontstijgen. Bendiks: “In Nederland is, in de traditionele zin, al veel gebeurd, terwijl België bij nul begint. Daar zijn fietsers nu vaak nog letterlijk loslopend wild voor de automobilist. Dat betekent ook dat er meer ruimte is voor subtiel experiment en diepgaande innovatie. Zo werken we in Leuven aan een regionale fietsroute. We gaan onbenutte stukjes bestaande infrastructuur slim met elkaar verbinden, maar dan wel op een 2.0 manier. Straks kun je de stad veilig én mooi doorkruisen.” www.vananaarf.nl www.artgineering.nl

Plan voor regionale fietsroute in Leuven van Artgineering en HNS Landschapsarchitecten


Cartoon — Jan Willem Spakman

Column — Martijn Brugman

Ik had er afgelopen weken ineens lol in om door de gangen van ArtEZ te lopen en van de passerende studenten de toekomst te voorspellen. Ik kwam van alles tegen. In een jongen in een legerbroek ontwaarde ik een gesjeesde productontwerper (last later buitenkachels van oude spoorrails). In een studente met een hoog dichtgeknoopt bloesje herkende ik de toekomstige muziekdocente van een middelbare school in Dinxperlo. Ik zag een studente die als ze gewoon liep al bijna huppelde. Leek mij een succesvolle concertvioliste in te schuilen. Mijn oog bleef hangen bij een verlegen jongen. De haren warrig. Een rond brilletje. Ik begon mij meteen zorgen te maken. Wat moest er van hem worden? Dat kon wel eens zo’n in zichzelf gekeerde kunstenaar worden. Zo eentje aan wie de wereld voorbij gaat. Ik zag het voor me. Tien jaar later. Op de opening van de expositie van een bevriend kunstenaar. Zie hem staan. Staart daar maar wat voor zich uit. Begint nerveus een shagje

28

Jan-Willem Spakman is derdejaars Comic Design in Zwolle. Hij gebruikt strips en cartoons om humor te verbeelden. Zijn cartoons zijn te vinden op www.wimpiecomics. blogspot.com Wekelijks is er een cartoon van hem te vinden bij De Gelderlander. Zijn werk was eerder ook te zien in OOGST, het tijdschrift van de opleiding Comic Design.

Martijn Brugman is docent bij de studie Creative Writing van ArtEZ in Arnhem. Hij is columnist van De Gelderlander en bedenker van Maeb is een Magazine. (Foto: Menno van der Meulen)

te draaien. Dan vraagt iemand wat hij doet. Hij begint zowat te stotteren, rijgt wat onsamenhangende gedachten aaneen, verexcuseert zich dan en zegt: ‘Nou kijk, dat valt dus nog niet mee om dat zo even uit te leggen.’ Ja, dacht ik, die jongen gaat het nog moeilijk krijgen. Ik maakte mij zorgen. Maar tegelijkertijd besefte ik dat het in de kunst allereerst om het werk zelf draait. Die jongen kan later, verborgen in zijn atelier, briljante kunst maken. Waarom niet? En ooit zal iemand dat werk zien. En dan kan het zo gebeurd zijn. Er ontstaat rumoer. Een curator van een internationale tentoonstelling of een galeriehouder uit New York pikt het op. En hopla, de wereld valt over die jongen heen. Hemelbestormer tegen wil en dank. Met een gerust hart zag ik hem de werkplaats binnenstappen. In het trappenhuis kwam ik vervolgens een studente tegen die, zo schatte ik in, op de toneelschool zat. Ze leek precies te weten welke kleur ze haar lippen moest stiften. Perfect gekleed ook. De haren geverfd in de eerstvolgende mode-

tint. Ze babbelde er flink op los in haar mobiele telefoon. Iemand kreeg de wind van voren. Ik dacht: wat een pittige tante! Zij zal later wel haar mannetje staan. Iemand waar zelfs types als Halbe Zijlstra hun tanden op zullen stukbijten. Tegelijkertijd dacht ik: ik heb haar nog niet eens op het toneel zien staan. Mogelijk ontbeert haar het talent. Dat zou toch verschrikkelijk zijn. Je hebt alles in je om het ver te schoppen. Slechts het talent ontbreekt. Maar goed, dan nog was er hoop. Stel dat ze op het toneel hevig teleur zou stellen, na afloop in de foyer zal ze schitteren als geen ander. Drinkt een wijntje met een bekende theaterproducent en vangt terloops de blik op van een regisseur van wie anderen haar gezegd hebben dat hij belangrijk is. Ik keek haar na op de trap. Hemelbestormend in de foyer. Daar kun je toch ook een heel eind mee komen.


Tekst: Alex van der Hulst

De Sacre als inktvlek ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

In mei 2013 is het honderd jaar geleden dat de Sacre du Printemps van Igor Stravinsky voor het eerst werd opgevoerd. ArtEZ staat uitgebreid stil bij dit ijkpunt in de interdisciplinaire kunst door een heus Sacrefestival te organiseren. De samenwerking tussen de verschillende kunstopleidingen staat daar, als vanzelfsprekend, bij centraal. Net als de vraag hoe hemelbestormer Stravinsky tot dit revolutionaire werk kwam en of we nu ook nog een nieuwe lente kunnen vinden.

29

Er zijn boeken volgeschreven over de Sacre du Printemps van Igor Stravinsky. Vooral de tumultueuze première sprak tot de verbeelding. Volgend jaar mei is het 100 jaar geleden dat de Sacre in première ging in Parijs. Het publiek ging met elkaar op de vuist, bekogelde het podium en krant Le Figaro schreef over barbarisme. Daar gaat het nou net niet over bij het Sacre Festival van ArtEZ komend jaar. “Er zal eerder wat demystificatie zijn”, zegt Ab Sandbrink, bedenker van het festival en artistiek leider. “In diezelfde periode was een dichtersavond van de Russische futuristen niet geslaagd als er niet werd gevochten. Sergei Diaghilev, voor wiens balletgezelschap de Sacre werd geschreven, was niet vies van een rel. Hij heeft de opstand mogelijk geregisseerd. Maar daar gaat het ons niet om. Het gaat om de Sacre als keerpunt in de cultuur, om het interdisciplinaire karakter, om onze zoektocht naar een nieuwe lente en het onderzoek welke rol kunst heeft in deze samenleving in crisistijd.”


Wat is nieuw Ab Sandbrink, afdelingshoofd van de opleiding Docent Muziek, had het eerste idee twee jaar geleden al. Hij bedacht dat kinderen in 2013 de Sacre zouden dansen. Dat idee is sindsdien uitgegroeid tot een heus festival. Niet alleen ArtEZ was enthousiast, de provincies Gelderland en Overijssel ook, net als kunstinstellingen in verschillende steden in Oost-Nederland. Sandbrink: “De Sacre was een stuk dat de randen opzocht. Stravinsky en choreograaf Nijinsky staken hun nek uit. Ook dat maakte van die première een meesterlijke mislukking. Het stuk was fel anti-romantisch en daarmee zetten ze zich af tegen de oude balletten. Het was revolutionair. De Sacre is in al die jaren een ijkpunt gebleven en heeft nooit aan kracht ingeboet. De grote vraag is wat je daar na honderd jaar nog mee moet. Daarom organiseren we met Studium Generale ook een symposium dat de vraag behandelt: wat is nieuw?” Ook hebben studenten Jazz & Pop zich al aan de Sacre gewaagd. Ze hebben een stuk van Stravinsky bewerkt ‘in zijn geest’ en elementen gebruikt als montagetechniek, bitonaliteit en polyritmiek. Studenten van de opleiding Muziektherapie en Docent Muziek zijn met de dans bezig geweest. De beste stukken die nu worden gemaakt zijn uiteindelijk ook weer op het Sacrefestival in mei te zien. Sandbrink: “We zijn ook bewust naar buiten gegaan met dit festival. Het is niet alleen iets van ArtEZ. Er komt waarschijnlijk een samenwerking met de Twente Biënnale. We werken samen met Orkest De Ereprijs en Introdans, we doen dingen met festivals als De Geest Moet Waaien en De Week van de Amateurkunst. Het festival moet een duurzaam karakter hebben. Het moet niet stoppen op 29 mei. De samenwerking tussen faculteiten is erg belangrijk bij ArtEZ en veel gaat ook al goed, maar toch kan een festival als dit alles nog wat meer verbeteren. Juist omdat hier zo veel verschillende disciplines gaan samenwerken. Ik zie dit echt als een inktvlek in de samenwerking die alsmaar groter wordt. Er is echt iets aan het ontstaan.”

30

Sacre-koorts Er zijn verschillen en overeenkomsten tussen 1913 en 2013. Het verschil is de economische situatie, destijds was er een periode van grote voorspoed. Tegelijkertijd zou je kunnen zeggen dat we inmiddels ook aan de vooravond staan van een ommekeer. En ook is de vraag actueel welke rol kunst nu speelt in de samenleving, een rol die immers al onder financiële druk is gezet door de overheid. Sandbrink: “Je ziet dat er bij Stravinsky destijds ook commerciële motieven speelden. Hij wilde zijn naam vestigen en zijn eerdere werk overtreffen.” Er valt gerust te concluderen dat Stravinsky in zijn opzet van revolutie en naamsbekendheid is geslaagd honderd jaar geleden. Wat het een eeuw later nog oplevert weten we in mei pas. Sandbrink grapt dat we misschien vanwege overkill de Sacre hierna vijftig jaar met rust moeten laten. Dat is nog ver weg, voor nu telt de aanloop en daar is de artistiek coördinator van het Sacre Festival al over te spreken. “Je merkt dat de Sacre-koorts langzaam begint op te komen.”

“De Sacre is in al die jaren een ijkpunt gebleven en heeft nooit aan kracht ingeboet.” Emma Bouman, derdejaars Docent Muziek in Enschede, speelde in een theaterstuk op basis van de Sacre du Printemps. Het stuk werd geregisseerd door Flora Verbrugge, artistiek leider van Jeugdtheater Sonnevanck. “In onze projectweek maakten we een theaterstuk met de Sacre in het achterhoofd. Het was de bedoeling om de tweestrijd die het stuk veroorzaakte uit te beelden. De groep moest het publiek bij de première van de Sacre uitbeelden. Aan de ene kant was er de groep die het prachtig vond en aan de andere kant stond de groep die het vreselijk vond. De uitdrukking op ons gezicht moest vrolijk zijn of juist afschuw tonen. Op de achtergrond was de muziek van de Sacre te horen. Als de violen bij een bepaald punt kwamen, was het voor ons de cue om de gezichtsuitdrukking aan te nemen waar we voor waren ingedeeld. Vooraf

hadden we al wat momenten opgeschreven waarop we zelf kunst ofwel geweldig vonden of verschrikkelijk. We hebben in het begin van het schooljaar al iets van de Sacre gezien. We wisten dat de reacties op het stuk heel heftig waren. En ik kan me dat ook goed voorstellen. Dat moet voor die tijd extreem zijn geweest. Ik ben uiteindelijk bij de groep van positieve toeschouwers terecht gekomen. Het is niet dat het stuk alleen bestond uit gezichtsuitdrukking. We hebben ook een Haka opgevoerd, zo’n rituele dans van de Maori, en ieder heeft één zin opgelezen. Ik ben na dit project wel heel nieuwsgierig geworden om de Sacre eens in zijn geheel te zien in de originele vorm.”


ArtEZ fact nr. 5 — November 2012 De illustratie bij dit artikel is afkomstig van Lisette van der Maten. Zij is vierdejaars student van de opleiding Illustration Design. www.lisettevandermaten.nl

31


Tekst: Manon Berendse

Caroline Binnenmars verdeelt haar tijd tussen haar derdejaars deeltijdstudie Docent Beeldende Kunst en Vormgeving ĂŠn haar tweedaagse aanstelling als projectleider van het gloednieuwe New Arts College.

32

Foto: Lianne van der Laar

Jongeren zijn de echte hemelbestormers


Wat brengt jou in beweging? “Jongeren die door het vuur gaan voor hun urban muziek, hun dansende lijf, hun artistieke ideeën. Zij zijn voor mij de hemelbestormers, want niet iedereen vindt zijn weg even soepeltjes via de reguliere kanalen. Er zijn ook jonge mensen die barsten van het talent, maar die te weinig in school zijn geïnteresseerd of te kampen hebben met serieuze problemen en daardoor de boot dreigen te missen. Bij New Arts College Arnhem (NACA) willen we hen op het pad terug krijgen. Als ze dit tweejarige MBO-2 traject succesvol afronden, hebben ze een startkwalificatie op zak of kunnen ze instromen bij een reguliere opleiding.”

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

New Arts College Arnhem wordt in opdracht van het ROC Rijn-IJssel opgebouwd, de uitvoering is in handen van de Stichting Beleven dat binnenkort samengaat met Kunstbedrijf Arnhem. Dit jaar is de eerste MBO-2 opleiding Leisure & Hospitality van start gegaan, worden ze ook in deze richting opgeleid? “Ja, 24 studenten bekwamen zich in muziek, dans, theater, beeldende kunst en audiovisuele vormgeving. Daarnaast krijgen ze vakken als Nederlands, Engels, rekenen en burgerschap. Binnen twee jaar kunnen zij zich ontwikkelen tot Leisure Hospitality Assistent. Onze studenten hebben een groot gevoel voor gastvrijheid en weten hoe ze vrijetijdsbesteding in kunnen zetten. Ze organiseren een museumbezoek, een show op een cruiseschip of een workshop graffiti of theater voor kinderen. De kunstvakken zetten we hier uitgebreid voor in.”

33

Jullie zijn net een paar maanden bezig, wat betekent dat voor jou als projectleider? “Het is een proces waarin veel bij elkaar moet gaan komen: jongeren met een zeer uiteenlopende voorgeschiedenis, vakdocenten die we contracteren als zzp’er omdat ze goed thuis zijn in urban arts, maar minder vertrouwd zijn met onderwijsstructuren, én bevlogen ROC-docenten die NACA ook nog aan het verkennen zijn als nieuwe werkplek. Er bestaan hier en daar dus best weerstanden. Ik heb twintig jaar als projectleider gewerkt voor bedrijven als KPN en Volker Wessels en weet dat nieuwe concepten niet zonder weerstand van de grond kunnen komen – het hoort erbij. En dit is een prachtconcept met bijzondere mogelijkheden. Een echte gemiste kans vond ik de mogelijkheid om muziekstudenten van ons te koppelen aan het Het Gelders Orkest. Er was een klein openingetje om eens daarover te gaan praten, maar met pijn in het hart heb ik het moeten laten liggen. Het ontbreekt me aan tijd voor dit soort droommaatwerk.” Lachend: “De hemel bestorm ik geregeld, maar ik stort ook af en toe neer, net als Icarus.” En waar bloeit het al? “Tijdens de intakes die we hebben georganiseerd vind ik het geweldig om te zien hoe jongeren ervoor gaan. Ze realiseren zich dat het New Arts College Arnhem hen een extra, misschien wel laatste, kans geeft op het volgen van een MBO 2-opleiding. Ook al noemen we het bewust geen auditie, maar een intake, je voelt hun concentratie. Op die dag krijgen ze een opdracht die ze kunnen verbeelden vanuit hun favoriete discipline. We kijken niet alleen naar hun talent, maar meer nog naar hun mate van samenwerking en hun motivatie. Wat ik ook geweldig vind, is dat het ROC de deur al wel op een kier zet voor onze jongeren. Ze kunnen daar, als ze willen, extra lessen volgen. Kijk, dan zie je de echte hemelbestormers komen boven drijven.”


Foto: Eric Klarenbeek

Tekst: Anton de Wit

In het ArTechLab gebouwde Mendel Max: een 3d printer met een bereik van 40x40x40cm. Links Bas Molkenboer, labexpert, begeleider en bouwer van de 3d printer. Rechts: Arvid Jense, student aan het conservatorium Enschede bezig met het printen van nieuwe muziekinstrumenten.

Lasers en 3D-printers, het lab als zandbak Kunst en technologie komen samen in het ArTechLab in Enschede. Studenten van alle ArtEZopleidingen experimenteren er naar hartenlust met innovatieve technieken. “We leiden studenten op tot hemelbestormers.�

34


Foto: Eric Klarenbeek

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

Achterin het lokaal print een conservatoriumstudent een panfluit uit. Let wel, geen afbeelding van een panfluit op papier, nee: een panfluit. De printer in kwestie oogt als een ingewikkelde, zelfgebouwde stellage (en is dat feitelijk ook), met bovenop een spoel met kunststof draad. Die draad verdwijnt in de printkop, die de kunststof smelt en met korte schokjes langzaam maar zeker ieder ruimtelijk object kan opbouwen dat op het beeldscherm van de ernaast opgestelde computer te zien is. De mogelijkheden van zo’n 3D-printer schijnen eindeloos te zijn, vertelt ook het krantenknipsel dat aan de muur van het lokaal hangt: volgens dat artikel kun je er zelfs vuurwapens mee printen. De objecten die hier worden gemaakt, zijn beduidend minder gevaarlijk – de conservatoriumstudent, bijvoorbeeld, heeft al tal van blokjes en buisjes gemaakt waarvan hij de akoestische effecten wil testen – maar daarom niet minder revolutionair.

Onderzoek in het ArTechLab

“Ik bouw zelf wel een 3D-printer.”

35

Speeltuin Dit is het ArTechLab, het multidisciplinaire researchcentrum van ArtEZ. Dat is een mond vol voor een klein kubusvormig lokaaltje in de nok van het Academie-gebouw aan de campus in Enschede, maar er gebeurt hier echt iets speciaals. Coördinator en begeleider Eric Klarenbeek geeft een korte rondleiding langs de innovatieve apparatuur en vertelt enthousiast over alle projecten waar de studenten mee bezig zijn. We ontmoetten al de conservatoriumstudent met de zelfgeprinte panfluit. Elders probeert een studente Product Design stoffen aan elkaar te stikken met een laser. Ook is er iemand die met zelfgemaakte lijm zachte stoffen zo hard probeert te maken dat ze er meubels van kan construeren. De studenten hebben een keur aan technologische middelen tot hun beschikking: meerdere 3D-printers, lasers, computers. Er staat een klimaatkas (“Van een studente van vorig jaar, die papier manipuleerde door warmte en vocht”, vertelt Klarenbeek “De vernevelaar zal vast nog wel van pas komen, en anders maken we er een doka van.”) En zelfs, nogal uit de toon vallend, een ouderwets houten weefgetouw. (“We gaan misschien proberen of we de voetpedalen mechanisch kunnen aandrijven.”) De werkplaats waarover ArTechLab beschikt, heet veelzeggend ‘The Sandbox’, de zandbak. “Ja, in zekere zin is het een speeltuin hier”, lacht Eric Klarenbeek, zelf ook ontwerper van beroep. “Studenten kunnen hier naar hartenlust experimenteren, ze mogen hun eigen projecten vormgeven. Wij bieden ze de begeleiding, de tools en de ruimte die ze nodig hebben. Maar het zijn hún projecten, wij geven ze geen opdracht. Daardoor merk ik dat de studenten supergemotiveerd zijn om er echt iets van te maken.” Gemengde club ArTechLab is ontstaan vanuit de behoefte aan een nieuwe discipline, waarin kunst en technologie werden gecombineerd. Niet alleen moest het researchlab ten dienste staan van alle opleidingen binnen ArtEZ, ook werd nadrukkelijk de samenwerking gezocht met externe partners, zoals de Universiteit Twente en het FabLab Enschede, een openbare innovatiewerkplaats. Klarenbeek: “Mij werd gevraagd om het te coördineren,


Roos Meerman aan het werk met de tot open-source omgebouwde Chinese laser. Deze laser gebruikt zij in combinatie met een koolstof-stofzuiger als een soort van naaimachine. Hiermee smelt zij lagen stof op elkaar, en sealt zij textiel tot vloeistofdichte kanalen.

‘Green House’ van Eva Lotte Lisander (lichting 2012)

‘Plant Engine’ van Sadra Wejdani (lichting 2012)

36


ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

vanwege mijn beroepservaring als ontwerper, samen met kunstenaar Filip Jonker. Wij zijn vorig studiejaar heel experimenteel aan de slag gegaan, als pilot. Dit jaar krijgt het echt vorm, als officiële minor. We hebben nu een heel gevarieerde groep, met veel meer verschillende studierichtingen dan vorig jaar. We hebben mensen van Fine Art, van Crossmedia Design, Sculpture, Product Design, Illustration Design, ga zo maar door. Een zeer gemengde club dus, die hier twee dagen per week bij elkaar komt.” Het ArTechLab mag een soort speeltuin zijn, vrijblijvend is de minor zeker niet. “Studenten moeten een onderzoeksvoorstel indienen. Wij beoordelen die kritisch. Is het een interessant onderzoek? Is het innovatief genoeg? Op basis daarvan maken we een keuze. Vervolgens is er tijdens de minor ook een aantal peilmomenten, waarbij de studenten aan elkaar presenteren waar ze mee bezig zijn. Dan bepalen we ook wie er wel en niet door mogen. We hebben kortom echt harde criteria. Je moet laten zien dat je echt serieus ergens mee bezig bent, en ook betrokkenheid tonen.” “We vragen veel van studenten. Maar daardoor zijn ze ook zeer enthousiast en gedreven. Het maakt creativiteit los, juist omdat ze hun eigen weg moeten zoeken. In het reguliere onderwijs zijn de mogelijkheden toch steeds beperkt; je bent afhankelijk van de openingstijden van een werkplaats, je moet reserveren en betalen als je een bepaalde machine wil gebruiken, die machine wordt dan vaak vóór jou bediend door een professional. Al die beperkingen vallen weg in het ArTechLab. De studenten kunnen dag en nacht in dit lokaal. Alle machines mogen ze zelf bedienen, ze mogen ze zelfs helemaal uit elkaar halen en herbouwen als dat nodig is. Als ze hier binnen komen zie je ze denken: ‘O jee, een 3D-printer, help! Moet ik daar zelf mee gaan werken?’ Maar als ze er eenmaal mee bezig zijn, gaan ze los. Zo zie je nieuwe interesses ontstaan, kennis van nieuwe technologieën, en de eigen discipline wordt enorm verbreed en verdiept. Ik vind het belangrijk dat je dat faciliteert als opleiding.”

37

Katalysator Studenten krijgen in het ArTechLab veel eigen verantwoordelijkheid. Volgens Klarenbeek is dat de belangrijkste voorwaarde voor innovatie. “Dat geloof ik heel sterk. Omdat wij studenten alle ins en outs van een 3D-printer of een laser of whatever aanreiken, kunnen ze er al snel zelf mee uit de voeten. Straks in hun werk zullen zij niet snel naar een bedrijf stappen dat een dure 3D-printer verhuurt waarmee je maar één ding kunt doen, in één bepaalde kleur en met één bepaald materiaal. De kans is groot dat ze gewoon zeggen: ‘Ik bouw zelf wel een 3D-printer’.” “Mijn opzet is dat het lab als een katalysator werkt. Het klassieke onderwijssysteem fungeert meer als een spiegel, die de student voortdurend laat reflecteren op zijn eigen persoon en werk. Wij willen juist nieuwe bronnen aanboren, we willen studenten helpen nieuwe talenten te ontdekken en ontwikkelen. Daardoor ontstaat een enorme drive, en die blijkt ook blijvend te zijn. Laatst sprak ik een alumnus die enthousiast vertelde dat hij een laser wilde maken die als een kopieermachine papiertjes in vormen gelaserd uitprint. Ik was verbaasd, zoiets had ik nog nooit gehoord. Dan zeg ik: fantastisch, doen! Dat soort gekke uitvindingen leiden tot innovatie. Het ArTechLab leidt studenten op tot hemelbestormers. Dat is de achterliggende gedachte.” Meer informatie: www.artez.nl/artechlab

De werkplaats heet veelzeggend ‘the sandbox’


Meer dan 60 kersverse kunstenaars, ontwerpers en kunstdocenten in online magazine ArtEZ finals 2012.

Geïnteresseerd in meer ArtEZ-exposities, -concerten en voorstellingen? Bezoek www.artez.nl voor de volledige agenda of neem een abonnement op de digitale Maandagenda Muziek-Theater-Dans. De concerten en voorstellingen zijn veelal gratis of tegen een kleine vergoeding te bezoeken.

In mei, juni en juli presenteerden zo’n 600 studenten - de lichting 2012 – van ArtEZ hogeschool voor de kunsten hun eindexamenwerk. Het online ArtEZ finals 2012 magazine biedt een impressie van het werk, van de inmiddels oud-studenten: dansers, choreografen, beeldend kunstenaars, ontwerpers, musici, kunstdocenten, acteurs en architecten. www.finals2012magazine. artez.nl

Wat is jouw grootste angst? En kun je alleen een echte kunstenaar worden als je je eigen angsten hebt overwonnen, zoals de Bulgaarse kunstenaar Nedko Solakov stelt? ArtEZ Studium Generale organiseert op 14 december een verontrustend symposium over angst. En dat een week voor het door de Maya’s voorspelde einde der tijden. Het zal gaan over angstige onderbuikgevoelens die resoneren in kunst en samenleving. Over de crisis, het milieu, spinnen en slangen. Over het creëren vanuit angst, de kick van angst en het opwekken en bezweren ervan. Met als gasten onder andere: Bas Haring (filosoof), Frénk van der Linden (journalist/publicist), Frank Furedi (socioloog, auteur ‘Culture of Fear’), TG42 (theatermakers), Ingmar Heytze (dichter), Kees Peerdeman (grafisch vormgever), Juha van ‘t Zelfde (programmeur muziek en geluidskunst), Jacob Kirkegaard (composer, geluidskunstenaar), Erik van Lieshout (beeldend kunstenaar) en Thomas Falk (dansmaker Dance Works Rotterdam).

Kijk voor meer namen en het hele programma op www.artez.nl ANGST? vindt plaats in Musis Sacrum in Arnhem en is gratis toegankelijk voor ArtEZ studenten, medewerkers, alumni en andere geïnteresseerden.

38

Foto: Hans Vroege

Maandagenda

Foto: Alain Baars

Online Angst! magazine


Arnhem Coming Soon is een mode- en designwinkel waarin studenten en jonge ontwerpers commerciële ervaring opdoen. Arnhem Coming Soon verkoopt onder meer de Collectie Arnhem en Collectie Arnhem Product, die jaarlijks worden ontworpen door derdejaars studenten van Fashion Design en Product Design. In de winkel zijn exposities te bezichtigen van de lichting 2012 van Fashion Design en Product Design. Gemist tijdens de ArtEZ finals 2012 in juli? Dan biedt Arnhem Coming Soon een nieuwe kans!

— Expositie Peet Dullaert

27 nov t/m 26 dec: — Expositie Esther Kruyer

Maart : — Expositie Renee Verhoeven Product Design

Foto: Peter Stigter

Fashion

Februari : — Expositie Nienke van der Pol Product Design

Fashion

9 t/m 26 dec: — Expositie Mark Sturkenboom Product Design

— Expositie Maaike Bles Fashion

39

Foto: Jeroen Wandemakers

ArtEZ fact nr. 5 — November 2012

Agenda Arnhem Coming Soon

Januari: — Expositie Frank Verkade Product Design

April: — Expositie Eric Hullegie Product Design

— Expositie Suzanne Valkenburg Fotografie



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.