ArtEZ fact May 2010

Page 1

Nr. 0 2010

Krant voor medewerkers, studenten en alumni van ArtEZ hogeschool voor de kunsten

Newspaper for students, staff and alumni of ArtEZ Institute of the Arts

Mei 2010

May 2010

Nulnummer

Zero Edition

Dit is de allereerste uitgave van ArtEZfact. Een nummer waarin de redactie de paden verkent van het maken van een blad voor medewerkers, studenten en alumni van ArtEZ. De volgende uitgave van ArtEZfact verschijnt in november.

This is the very ďŹ rst edition of ArtEZfact. In this edition, the editorial staff is exploring the process of setting up a magazine for staff, students and alumni of ArtEZ. The following edition of ArtEZfact will be available in November.

Eindexamenwerk Juliette Warmenhoven, student Product Design

Graduation piece by Juliette Warmenhoven, student of Product Design

ArtEZfact


In short

Kort

2

In short

2

Kort

A RT E Z B E T R O K K E N B IJ O P R I CH TI N G D E BATC E N T R U M Z WO L L E- K AM P E N E N R EG I O ArtEZ richt samen met Hogeschool Windesheim, de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) en boekhandel Fa. Waanders de stichting Agora op. De stichting heeft als doel een debatcentrum voor Zwolle, Kampen en omgeving in het leven te roepen om de maatschappelijke, culturele en levensbeschouwelijke dialoog in deze regio te versterken en beter zichtbaar te maken. Het debatcentrum wil zich onderscheiden door kwaliteitsprogramma’s te maken, waarin openbaarheid, onderzoek, bezinning, vernieuwing en creativiteit leidend zijn. Het debatcentrum zoekt de samenwerking met culturele instellingen en mediaorganisaties in de regio. Om te beginnen zal het debatcentrum vanuit wisselende locaties opereren. Op termijn wordt gestreefd naar een vaste locatie, namelijk de Broerenkerk in Zwolle, waar ook de boekhandel Fa. Waanders zich gaat vestigen. Het eerste proefdebat vindt plaats op vrijdag 25 juni a.s. Bij wijze van opening van het beeldende ArtEZ - Jan Fabre-project voor Festival Zwart wordt op de Blijmarkt in Zwolle een openbaar debat georganiseerd over het statement “Schoonheid dient de Samenleving”. Tijd wordt nog bekend gemaakt. TWEE NIEUWE O PL EIDI N G E N In september 2010 starten bij ArtEZ twee nieuwe opleidingen: de master Interieurarchitectuur en de deeltijdopleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving. De master Interieurarchitectuur is opgezet omdat de Wet op de Architectentitel veranderd is; voor de beschermde titel van interieurarchitect moet men in de toekomst een masterdiploma hebben plus twee jaar werkervaring. De master van ArtEZ Academie van bouwkunst biedt beide en doet dat vanuit de filosofie Corpo-reality. Het verwijst naar de verantwoordelijkheid van de interieurarchitect voor de vormgeving van ruimtes waarin mensen werken en leven. De bachelor Docent BKV wordt vanaf september in deeltijd aangeboden. In de regio Arnhem/Utrecht was er alleen een voltijd opleiding, de faculteit BKV kreeg veel verzoeken voor het starten van een deeltijdvariant. R O O M B E E K B I EDT M O G E LIJK H ED E N VO O R SAM E NW E R K I N G E N I N T E R AC TI E Uiterlijk in september 2012 biedt ArtEZ de Art & Design opleidingen aan in haar nieuwe vestiging in TETEM II in Roombeek. De definitieve verhuizing van ArtEZ Academie voor beeldende kunst en vormgeving (voorheen AKI) van de Campus van de Universiteit Twente naar een locatie aan de cultuurmijl in de Enschedese wijk Roombeek is, na ruim twee jaar onderhandelen, alsnog een feit. Bij de ambities en activiteiten van ArtEZ in Enschede past een gebouw met vergelijkbare allure als de ArtEZgebouwen in Arnhem en Zwolle. De verhuizing van het tamelijk afgelegen terrein van de UT naar het centraal gelegen Roombeek betekent een stimulans voor de interactie tussen de academie en de stad. De nieuwe locatie biedt ook betere mogelijkheden voor samenwerking met andere instellingen, op het gebied van coproductie, cross-over en presentatie.

D O C E N T T H E AT E R PAS T B E T E R De bacheloropleiding Docent Drama heet met ingang van dit studiejaar Docent Theater. Karen Neervoort, faculteitsdirecteur Theater: “De naamswijziging naar Docent Theater was al heel lang een wens van ArtEZ. De naam Docent Drama past niet meer bij de huidige opleiding. Die naam roept andere associaties op dan je zou willen, namelijk met de meer sociale kant van het vak, net zoals de gedateerde naam die de opleiding daarvoor had – Docent Dramatische Vorming (DDV). De nieuwe naam is niet alleen directer, maar doet ook recht aan de kunstvorm zelf en weerspiegelt de ontwikkeling van het vak. De naamswijziging is landelijk tot stand gekomen. Binnen het gezamenlijke netwerk van theateropleidingen hebben de studieleiders van de verschillende opleidingen gezamenlijk voor deze naam gekozen. Vervolgens waren de Colleges van Bestuur van de diverse hogescholen en de HBO-raad het snel met ons voorstel eens.” Binnenkort wordt de naam officieel gewijzigd in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). EI N D E X AM E N - E X P O S ITI ES , -VO O RS T E L LI N G E N , - S H OWS E N - CO N C E R T E N In de maanden mei, juni en juli is er veel afstudeerwerk te bekijken en/of te beluisteren. Studenten van het Conservatorium studeren af met een persoonlijk concert. Zij laten eigen of bestaand werk horen, waarbij het instrument of de stem van de examenkandidaat een prominente plaats inneemt. Art & Design-studenten exposeren hun eindexamenwerk. De modestudenten onder hen studeren af met een speciale fashionshow. Ook de bachelorstudenten Interieurarchitectuur en van de Associate degree Interieurvormgever van de Academie van bouwkunst presenteren hun eindexamenwerk. Vierdejaars van Docent Theater maken ieder een eigen voorstelling met amateurspelers. De studenten van de Toneelschool maken met hun klas een afstudeervoorstelling die op verschillende plekken in het land te zien is. Vierdejaars van de dansacademie maken een voorstelling waarin ook studenten van andere jaren te zien zijn. Kijk voor alle data op www.artez.nl/eindexamens of op www.artez.nl/exposities

A R T E Z H E L PS ES TAB LIS H D E BATI N G C E N T R E FO R Z WO L L EK AM P E N AN D SURROUNDING AREA ArtEZ is currently involved in establishing the Agora foundation, together with Hogeschool Windesheim, the Protestant Theological University (PThU) and Fa. Waanders bookshop. This foundation aims to set up a debating centre for Zwolle, Kampen and the surrounding area in order to give a boost to discussions on society, culture and ideology and to make them more visible and accessible. The debate centre hopes to distinguish itself through quality programmes, defined by openness, research, reflection, rejuvenation and creativity, working together with cultural institutions and media organisations in the area. Initially, the centre will operate from various locations. In the long term the aim is to establish a permanent base at the Boerenkerk in Zwolle, where Fa. Waanders will also be opening a shop. The first trial debate will take place on 25 June. As part of the opening events for the ArtEZ & Jan Fabre visual arts project for Festival Zwart, a public debate on the statement ‘Beauty Serves Society’ will be organised at the Blijmarkt in Zwolle. The exact time is still to be announced at artez.nl.

‘ T H E AT R E I N ED U CATI O N ’ IS B E T T E R Since the beginning of this academic year, the Bachelor of Drama in Education has been operating under a new name. It is now known as the Bachelor of Theatre in Education. Karen Neervoort, director of the Faculty of Theatre, has the following to say on the subject: ‘The name change to Theatre in Education was something ArtEZ had wanted for a long time. The name Drama in Education no longer fits with the course. It brings with it associations that are not accurate, such as the more social side of the discipline. The same went for the dated name that the course had before that – Dramatic Design in Education (DDV). The new name is not only more direct, but it also does justice to the art form itself and mirrors the field’s development. The change of name happened nationally. The heads of each of the courses within the network of theatre training institutions made a joint decision to adopt this new name. Following this, the Boards of the various higher professional education institutions and the Netherlands Association of Universities of Applied Sciences (HBO-raad) were quick to agree with our suggestion’. Soon the name will be officially changed in the Central Register Higher Education Degree Programmes (CROHO).

T WO N E W CO U RS ES As of September 2010, ArtEZ will be offering two new courses: a Master of Interior Design and the part-time version of Fine Art and Design in Education. The Master of Interior Design has been set up because the law relating to Architecture titles has changed. In order to achieve the title of Interior Designer, in the future one must have a Master’s degree plus two years of work experience. The Master’s degree offered by the ArtEZ Institute of Architecture gives students both of these requirements, using the Corporeality approach. This approach refers to the interior designer’s responsibility for the design of spaces in which people work and live. The Bachelor of Fine Art and Design in Education will be offered as a part-time course from September. In the Arnhem/Utrecht area it was only possible to do this course full-time, and the Faculty of Fine Art and Design received many requests for a part-time option.

G R AD UATI O N E X H I B ITI O N S , P E R FO R M AN C ES , S H OWS AN D CO N C E RTS In May and June you will once again be able to see or hear plenty of graduation projects. Students at the School of Music will graduate with a personal concert. These concerts consist of the student’s own work or existing work, in which the student’s chosen instrument (or voice) plays a prominent role. Art and Design students finish with an exhibition of their own work. Fashion students set up a fashion show. Bachelor students of the Associate Degree in Interior Design at the Academy of Architecture will also be presenting their graduation projects. Fourthyear students of Theatre in Education each prepare a production with amateur actors. The students of the theatre academy prepare a graduation production with their class, which is performed in various locations throughout the country. Fourthyear dance school students prepare a show in which other generations also feature. For dates, see: www.artez.nl/eindexamens (in Dutch) www.artez.nl/exposities (in Dutch)

R O O M B E E K O F F E RS O PP O R T U N ITI ES FO R CO O P E R ATI O N AN D I N T E R AC TI O N From no later than September 2012, ArtEZ’s Art & Design courses will be given in the new location in TETEM II in Roombeek. After two years of negotiation, the move of the ArtEZ Academy of Art and Design from the University of Twente campus to the new location, belonging to the ‘cultuurmijl’ in the Enschede neighbourhood of Roombeek, has been finalised. ArtEZ’s activities and ambitions in Enschede deserve a location with the same allure as the ArtEZ buildings in Arnhem and Zwolle. The move from the relatively remote UT campus to the more central Roombeek area will provide an impetus for the interaction between the city and the academy. The new location also provides better opportunities for cooperation with other institutions in the areas of co-production, cross over and presentation.

2

In short Kort

7

Column Column

13

“It’s about “Het gaat om the Songs” de Liedjes”

Pauline van 16 Het Parijse Dongen’s Universum Parisian van Pauline universe van Dongen

22

28

2, 3

What are Waar ben je you doing?! mee bezig?!

ArtEZ Press ArtEZ releasePress release

4

8

14

Beyond Van de BordersBewereld yond ‘ Open Your “Visor Trek je’ vizier open ” Cartoon Cartoon

x Years later 18 x Jaar later

24

29

Hitting the Het publiek Audience in de buik Hard raken

6

Recent / J.L. / A.S. Coming up

Room for 10 Ruimte voor Development ontwikkeling

15

Honours Honours Programme Programme for intelectual voor intellectalent tueel talent

Digital 20 Digitaal Laboratory laboratorium for Video voor videoProductions producties

26

Image-index Beeld-index

Double DubbelSpotlight spot

3, 4


Internationaal onderneemt ArtEZ verschillende activiteiten, van samenwerkingsprojecten met buitenlandse opleidingsinstituten, student- en docentuitwisselingen tot expo’s en voorstellingen. In deze rubriek neemt ArtEZfact een buitenlandse activiteit onder de loep.

Half april overspoelden honderdduizenden inkopers, fabrikanten, designers en designliefhebbers Milaan tijdens de 49e editie van de Salone Internazionale del Mobile. ArtEZ gaf, net als vorig jaar, acte de présence op ’s werelds grootste en meest spraakmakende meubelvakbeurs ter wereld. Tekst: Mireille de Putter

Collectie-item van Arnhem Coming Soon / Arnhem Coming Soon Collection item

Gerenommeerde merken, kleinere ontwerpstudio’s en jonge ontwerpers presenteerden hun werk. Soms groots en theatraal, soms in de vorm van een atelier of performance en soms in een meer museale atmosfeer. Arnhem was aanwezig in de vorm van het bijzondere consortium ‘Made in Arnhem’, bestaande uit ArtEZ, gemeente Arnhem, productlabel Weltevree en fashion en design store Arnhem Coming Soon. Deze vier organisaties vertegenwoordigen de belangrijke trappen in de productielijn, te weten: onderwijs, overheid, productie en retail. Gezamenlijk presenteerden zij verschillende Arnhemse producten in een museale expo, een Hollands landschap van grashalmen.

D ES IG N CYCL E Een paar straten verderop waren ook andere onderwijsinstituten gehuisvest, denk aan het Royal College of Art uit London en de Design Academy uit Eindhoven. Ook musea als het Zuiderzee Museum uit Enkhuizen en het Tilburgs Textiel Museum presenteerden zich. Charlotte Bik, de kersverse directeur van Fashion & Product Design, kijkt voldaan terug op Milaan. Het consortium ´Made in Arnhem´ bleek een ´samenwerking optima forma´. Bik: “Je moet als ontwerper meer kunnen dan alleen ontwerpen. Een zelfbewust, realistisch maar zeer zeker ook avontuurlijk ondernemerschap is nodig om een dergelijke samenwerking succesvol te laten verlopen. ‘Made in Arnhem’ belicht de productielijn waarin het idee vorm krijgt en zich doorontwikkelt tot een verkoopbaar product. Alle onderdelen zijn van groot belang en alle partijen binnen het consortium dragen hieraan bij. ArtEZ met de Collectie Arnhem Product als creatieve kookpot, Weltevree als ontwikkelaar en producent, Coming Soon als retailer en afzetgebied en de stad Arnhem als drager van het ondernemend landschap.” Floris Schoonderbeek, curator en verantwoordelijk voor het concept en ontwerp van de totale presentatie in Milaan, laat met deze presentatie het bijzondere werkklimaat van Arnhem zien. Schoonderbeek: “Het publiek wandelde als het ware door het hoofd van de ontwerper en doorliep het traject van conceptontwikkeling naar productontwikkeling en verkoop. ArtEZ, Weltevree en Coming Soon voelen zich alle drie onderdeel van deze Design Cycle.”

S CH R I L CO N T R AS T Een oude fabriekshal op het industrieterrein Ventura Lambrata, een industriële buitenwijk van Milaan, was het tijdelijke onderkomen van ‘Made in Arnhem’. Een rauwe plek en schril contrast met de museale opstelling van manshoge kunststof grashalmen. Smalle paden en open plekken leidden de bezoeker door het landschap met producten van studenten, Arnhemse ontwerpers en het label Weltevree. Deze tot de verbeelding sprekende ontdekkingstocht eindigde in de pop-up store van Arnhem Coming Soon, waar verschillende producten van ontwerpers uit Arnhem werden verkocht . De derdejaarsstudenten van Product Design exposeerden de Collectie Arnhem Product onder de titel RETHINK / REMODEL. Een collectie van negen prototypes, stuk voor stuk alledaagse producten waarvan de studenten de bestaande betekenis, functies en kwaliteiten opnieuw formuleerden: een waterkan, een theedoek, een keukenlamp, een kledinghanger en sieraden. Het label Weltevree, het ontwikkel- en productiebedrijf van ArtEZ-docent en alumnus Floris Schoonderbeek en Dick van Hoff presenteerde nieuwe en reeds bestaande producten uit de collectie. Primeurs in Milaan waren de Duikplank, de Tuinoven met kookboek en de waterzuinige en milieubewuste Dutch Tub voor twee in plaats van vier personen. De pop-up store van Arnhem Coming Soon verkocht een breed assortiment producten van Arnhemse ontwerpers met onder andere werk van Pieke Bergmans, Ineke Hans, Marcel Wanders, Arnout Visser, Alexander van der Slobbe en andere ontwerpers die zijn opgeleid bij ArtEZ.

Nieuwsgierig naar de expo? In juni wordt de presentatie dunnetjes over gedaan tijdens de eindexamenexpo op een locatie in Arnhem. Kijk voor meer informatie op www.artez.nl/agenda.

In mid-April, hundreds of thousands of buyers, manufacturers, designers and design enthusiasts swamped Milan during the 49th edition of the Salone Internazionale del Mobile. Just like last year, ArtEZ put in an appearance at the world’s largest and most talked-about furniture fair. Text: Mireille de Putter

S HA R P CO N T R AS T On the outskirts of Milan, an ancient factory in the Ventura Lambrata industrial estate was to be the temporary home of Made in Arnhem. A rough place and a sharp contrast with the museum set-up of artificial stalks of grass that were as tall as a man. Narrow paths and open places guided the visitors through the landscape with products by students, Arnhem designers and the Weltevree label. This imaginative voyage of discovery ended in the Arnhem Coming Soon pop-up store, where various products were sold that had been created by designers from Arnhem. The third-year, Product Design students exhibited the Collectie Arnhem Product under the title of RETHINK/REMODEL. This consisted of a collection of nine prototypes, all of them everyday products, where the students had re-formulated their existing meaning, functions and quality: a water jug, a tea towel, a kitchen lamp, a clothes hanger and jewellery. The Weltevree label is the development and production company of ArtEZ lecturer and alumnus Floris Schoonderbeek and Dick van Hoff. In Milan, they presented new and existing products from the collection. New to Milan were the Diving Board, the Garden Oven with cookbook, and the watersaving and environmentally friendly Dutch Tub for two people instead of four. The Arnhem Coming Soon pop-up store sold a wide-ranging assortment of products by Arnhem designers such as Pieke Bergmans, Ineke Hans, Marcel Wanders, Arnout Visser, Alexander van der Slobbe and other designers who were educated at ArtEZ.

Charlotte Bik, the recently appointed director of Fashion & Product Design, looks back on Milan with a sense of satisfaction. The Made in Arnhem consortium turned out to be “a first-rate collaboration”. Bik: “As a designer, you must be able to do more than simply design. A self-aware, realistic and above all adventurous entrepreneurship is needed so as to ensure the collaboration’s success. Made in Arnhem highlights the production line where ideas are imbued with form and are developed into marketable products. All the component parts are of great importance and everyone within the consortium is contributing to this process: ArtEZ - with the Collectie Arnhem Product - as a creative pressure cooker, Weltevree as both a developer and producer, Coming Soon as a retailer and outlet, and the City of Arnhem as the supporter of this enterprising landscape”. Floris Schoonderbeek is the curator and author of the Milan presentation’s concept and design. At this event, he succeeded in revealing the exceptional working atmosphere in Arnhem. Schoonderbeek: “The public was effectively walking through the designer’s head, and followed the route from the concept development to the product development and sales. ArtEZ, Weltevree and Coming Soon all felt that they were a part of this design cycle”.

Curious about the show? In June, a condensed version of the presentation will be shown during the finals exhibition at a location in Arnhem. Further information is available at www.artez.nl/ agenda (in Dutch).

4, 5

Collectie Arnhem Product 2010

D ES IG N CYCL E A few streets away were such educational institutions as London’s Royal College of Art and the Design Academy of Eindhoven. There were also presentations by museums including the Zuiderzee Museum of Enkhuizen and the Tilburg Textile Museum.

Concept Store Arnhem Coming Soon

On an international level, ArtEZ undertakes a variety of activities such as collaborative projects with educational institutes abroad, student and lecturer exchanges, exhibitions and performances. In this section, ArtEZfact takes a close look at a foreign event.

Well-established brands, smaller design studios and young designers presented their work here: sometimes on a grand and theatrical scale, sometimes in the form of a studio or performance, and sometimes in an environment that resembled a museum. Arnhem was present in the form of the special Made in Arnhem consortium, which comprised ArtEZ, the Municipality of Arnhem, the Weltevree product label and the Arnhem Coming Soon fashion and design store. These four organisations represented the important steps in a production line: education, local government, production and retail. Together they presented various Arnhem products in a museum-like show comprising a Dutch landscape of grass stalks.

Ontwerp: Sander Luske, alumnus Product Design / Design Sander Luske, former student Product Design

Beyond Borders

A DUTCH LANDSCAPE IN MILAN A voyage of discovery from idea to design product

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

2 4

In short Beyond Borders

2 4

Kort Van de wereld

Van de wereld

EEN HOLLANDS LANDSCHAP IN MILAAN Ontdekkingstocht van idee naar designproduct

5, 6


Column Voor deze uitgave van ArtEZfact heeft de redactie bestuursvoorzitter Willem Hillenius gevraagd om een column te schrijven. Hillenius beschrijft de politieke kant van het kunstonderwijs.

A.S.

Recent

Coming up

60 jaar Academie van bouwkunst

Festival Zwart - dit jaar met ArtEZ Dansacademie

60 Years of the Institute of Architecture

Festival Zwart vindt 24 t/m 27 juni 2010 voor de derde keer plaats in de binnenstad van Zwolle. Op bijzondere locaties in de stad worden voorstellingen gegeven die speciaal voor die plek zijn gemaakt. Het thema voor Zwart 2010 is ‘Schoonheid’. Ook dit jaar zullen studenten van ArtEZ meewerken aan het festival. Naast studenten Art & Design, het Conservatorium en de Academie voor theater werken dit jaar voor het eerst studenten van de Dansacademie mee. Jan Fabre is de internationale hoofdgast van het festival dit jaar. Jan Fabre (Antwerpen, 1958) staat in binnen- en buitenland bekend als een van de meest vernieuwende en veelzijdige kunstenaars van zijn tijd. Hij heeft zich de voorbije 25 jaar geprofileerd als performancekunstenaar, theatermaker, choreograaf, operamaker, theaterauteur en beeldend kunstenaar. De Dansacademie gaat diverse solo’s van Jan Fabre instuderen en presenteert deze tijdens het festival. Er zijn nog meer voorstellingen te bezoeken die zijn gemaakt door studenten van ArtEZ, elk vanuit hun eigen discipline (beeldende kunst, theater, muziek) of disciplineoverstijgend. Zo gaan er meer dan 100 beeldende kunststudenten aan de slag met monologen van Jan Fabre. Ook zijn er kunstroutes die worden gemaakt vanuit een meester - gezel principe: Een meester is inspirator voor de jonge en ervaren kunstenaars van de kunstproducties in zijn / haar route. De meesters van dit jaar zijn de theatermakers Jeroen Kriek, Daphne de Bruin, Hans Lemmerman en Ben Smit, choreograaf Feri de Geus en zangeres, songwriter, performer Patty Trossel. Dit zestal gaat 18 kunstenaars uit Zwolle en omgeving begeleiden. Langs de routes komen drie of vier locatievoorstellingen, op bijzondere plekken in de stad.

In January, the ArtEZ Institute of Architecture celebrated its 60 th anniversary with a conference and party for alumni, students and lecturers. This popular event was called The Making Of, and took the process of making architecture as its theme. Five illustrious architects (Herman Zeinstra, Koen van Velsen, Felix Claus, Jacob van Rijs and Marijn Schenk) were invited to describe their making processes under the leadership of moderator Hans Ibbelings. The conference created a splendid impression of the working methods of contemporary architectural practices in the Netherlands. Lecturer Olv Klijn had prepared it together with his students: “Generally it’s about the buildings themselves: the results. Actually no one ever stops to consider the making process. At many firms you’re even required to sign a confidentiality document because the making process must remain behind closed doors. We were concerned not with “what” but with “how”; because the way of working will influence the final result. Focusing on the process also creates the potential to exchange ideas without there being any value judgements of the final result. We asked various generations of architects to expound on their making processes. There were obvious preferences. The older generation preferred working with materials. The younger generation tended to work more with themes such as giving individual initiative a role in the design process.” In 1949, more than half a century ago, a Royal Decree proclaimed the Institute of Architecture an independent educational institution. The well-known Dutch architect Gerrit Rietveld was one of the lecturers at that time. Following various locations and fusions, in 2002 the Institute acquired a place at ArtEZ in the Rietveldgebouw. In September 2009, the Bachelor of Interior Design and the Associate Degree in Interior Design in Zwolle were also included at the Institute.

The Zwart Festival; This Year with ArtEZ School of Dance

In januari vierde ArtEZ Academie van bouwkunst haar 60-jarige bestaan met een symposium en een feest voor alumni, studenten en docenten. Het drukbezochte symposium was getiteld ‘The Making Of’ en stond in het teken van het maakproces van architectuur. Vijf gerenommeerde architecten (Herman Zeinstra, Koen van Velsen, Felix Claus, Jacob van Rijs en Marijn Schenk) werden uitgenodigd om hun maakproces toe te lichten, onder leiding van moderator Hans Ibbelings. Het symposium gaf een rijk beeld van de werkwijzen van hedendaagse architectuurpraktijken in Nederland. Docent Olv Klijn bereidde samen met studenten het symposium voor: “Doorgaans gaat het over de gebouwen zelf, de resultaten. Er wordt eigenlijk nooit stil gestaan bij het maakproces. Bij veel bureaus teken je zelfs een geheimhoudingsverklaring; het maakproces moet binnenskamers blijven. Ons ging het niet om het wat, maar om het hoe, want de manier van werken is van invloed op het eindresultaat. Ook biedt een focus op het proces de mogelijkheid om van gedachten te wisselen zonder waardeoordeel over het eindresultaat. We hebben verschillende generaties architecten gevraagd om hun maakproces toe te lichten. Je ziet duidelijke voorkeuren. De oudere generatie prefereert het werken met materialen. De jongere generatie werkt meer met inhoudelijke thema’s, bijvoorbeeld eigen initiatief een plek geven in het ontwerpproces.” Meer dan een halve eeuw geleden, in 1949, werd de Academie van bouwkunst bij Koninklijk Besluit een zelfstandig onderwijsinstituut. De bekende Nederlandse architect Gerrit Rietveld was destijds een van de docenten. Via verschillende locaties en fusies kreeg de academie in 2002 zijn plek bij ArtEZ, in het Rietveldgebouw. In september 2009 werden de bachelor Interieurarchitectuur en de Ad Interieurvormgever in Zwolle onderdeel van de academie. De academie maakte een publicatie naar aanleiding van het symposium. Deze is op te vragen bij academievanbouwkunst@ artez.nl.

Kijk voor meer informatie en het programma op: www.festivalzwart.nl

The Institute has brought out a publication about this conference. It can be requested by emailing academievanbouwkunst@ artez.nl.

The 3rd Zwart Festival takes place from 24 to 27 June 2010 in the centre of Zwolle. Performances will be held at particular locations throughout the city, which have been especially created for those places. The theme of Zwart 2010 is ‘Beauty’. Once again ArtEZ students will be working with the Festival. Along with students from Art & Design, the School of Music and the Academy of Theatre, School of Dance students will be involved for the first time. Jan Fabre is the international guest of honour at this year’s festival. Fabre (Antwerp, 1958) is known both at home and abroad as one of the most innovative and versatile artists of his era. Over the past 25 years, he has presented himself as a performance artist, theatre maker, choreographer, opera maker, theatre author and visual artist. The School of Dance will rehearse various solos by Jan Fabre and will perform them during the Festival. You can also attend many other performances by ArtEZ students, which are either interdisciplinary or involve the separate disciplines of art, theatre and music. For instance, more than one hundred art students will take on Jan Fabre’s monologues. Art routes will also be created on the basis of the master - companion principle: A master is the source of inspiration for the young and experienced artists of the art productions along his or her route. This year’s masters are the theatre makers Jeroen Kriek, Daphne de Bruin, Hans Lemmerman and Ben Smit, the choreographer Feri de Geus, and the singer, songwriter and performer Patty Trossel. They will supervise 18 artists from Zwolle and the surrounding area. Three or four location performances will be held along the routes at special points in the city.

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

7

Recent / Coming up

J.L.

7

4 6

Beyond Borders Recent / Coming up Column

4 6

Van de wereld J.L. / A.S. Column

J.L. / A.S.

Further information and the programme are available at: www.festivalzwart.nl (in Dutch).

6, 7

Het kunstonderwijs en de nalatenschap van Ronald Plasterk Terwijl het ene na het andere kopstuk de Nederlandse politiek verlaat om een gezin te stichten of er meer aandacht aan te besteden, heeft Ronald Plasterk laten weten na de verkiezingen van 9 juni graag terug te keren als minister van OCW. Of iedereen dat een goed idee vindt, valt te betwijfelen. Zo las ik dat Jo Ritzen, ook sociaal democraat en oud minister van OCW, Plasterk voor zijn prestaties een kleine zes gaf. En dan ook nog voor de dingen die hij gelukkig niet heeft gedaan. Misschien waren de verwachtingen bij het aantreden van Plasterk ook wel onrealistisch hoog. Het algemene gevoelen was dat deze onafhankelijke denker het onderwijsbeleid van verrassende impulsen zou voorzien. Die verwachting is niet uitgekomen. Maar voor iemand zonder serieuze politiek bestuurlijke ervaring is dat misschien niet zo gek. Bovendien is drie jaar kort. Hoe ook over hem wordt gedacht, het kunstonderwijs krijgt het nog druk met zijn nalatenschap. In een overleg met de minister over het beeldende kunstbeleid vroegen Kamerleden zich af of er in Nederland niet te veel kunstenaars worden opgeleid. Naar aanleiding daarvan schrijft Plasterk in maart 2009 een brief aan de kamer over het kunstonderwijs. En ere wie ere toekomt, het is de meest genuanceerde brief over het kunstonderwijs die ik ooit van een minister onder ogen heb gekregen. De basiskwaliteit van het kunstonderwijs staat nu eens niet ter discussie, maar sommige dingen kunnen beter, zoals de voorbereiding van studenten op de arbeidsmarkt. Wel wordt gesignaleerd dat de werkloosheid van afgestudeerden in het kunstonderwijs boven het hbo-gemiddelde ligt en ook hun inkomenspositie slechter is. En zo zijn er nog wel wat kwesties die om opheldering of een oplossing vragen, maar zoals gezegd, de formuleringen zijn constructief en genuanceerd. In zijn brief presenteert Plasterk een aanpak in drie stappen. In de eerste plaats wil hij een structureel overleg over de aansluiting van het kunstonderwijs op de arbeidsmarkt. Daarnaast wil hij dat er een sectorplan voor het kunstonderwijs wordt

Column

Art Education and Ronald Plasterk’s Legacy

For this edition of ArtEZfact, the editors have asked Chairman of the Board Willem Hillenius to write a column. Mr. Hillenius has described the political side to art education.

While prominent figures in Dutch politics are leaving one-by-one to start a family or to spend more time with their existing families, Ronald Plasterk has announced that he would like to return as the Minister of Education, Science and Culture following the elections of 9 June. It is doubtful whether everyone will think that is a good idea. For example, I read that Jo Ritzen, a fellow social democrat and former Minister of Education, Science and Culture, only gave Plasterk a six out of ten for his efforts. This was mostly for the things that he, thankfully, did not do. Perhaps the expectations when Plasterk first took office were too high and unrealistic. The general feeling was that this independent thinker was going to bring surprising fresh insights to education policy. This expectation was not met. But for someone with no serious political managerial skills, that is not surprising. Plus, three years is not a long time. Whatever people may think about him, art education is going to be feeling the effects of his legacy. In a discussion with the minister about visual arts policy, members of parliament wondered whether the Netherlands is training too many artists. As a result, Plasterk wrote a letter about art education to parliament in March 2009. To give him his due credit, this was the most nuanced letter from a politician about art education that I have ever read. For once, the basic quality of our art education was not questioned, though certain aspects were earmarked for improvement, such as how we prepare students for the job market. The letter points out that the level of unemployment among graduates is higher than the average for graduates of higher professional education and that their average income is lower. There are more issues that require an explanation or solution, but, as I said, the points raised by Plasterk are constructive and nuanced. In his letter, Plasterk presents his approach in three steps. To begin with, he wants a structural discussion about the connection between art education and the job market. He also wants a sector plan to be drafted for art education. Finally, he asks for straightforward data on art education.

opgesteld. En tenslotte wil hij kunnen beschikken over eenduidige data over het kunstonderwijs. Plasterk heeft de HBO-raad gevraagd samen met het kunstonderwijs en de arbeidsmarkt het sectorplan op te stellen. De kaders voor dat plan worden aangedragen door een commissie van externe deskundigen onder voorzitterschap van Robbert Dijkgraaf, president van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen en afgestudeerd aan de Rietveldacademie. Na het voorwerk van Dijkgraaf en zijn club gaan HBO-raad en kunstonderwijs zelf aan de slag met het opstellen van het feitelijke sectorplan. Daarbij zullen ze ook gebruik kunnen maken van de position papers die de verschillende disciplines binnen het kunstonderwijs voor dat doel hebben opgesteld. Met het vertrek van de minister is het werk natuurlijk niet tot stilstand gekomen. Wel is er meer onzekerheid over de vraag wat er straks met het sectorplan gaat gebeuren. Veel zal afhangen van het dan heersende politieke klimaat. Het kunstonderwijs moet zich door deze politieke onzekerheid vooral niet laten afleiden en zorgen voor een helder en ambitieus plan. Een plan dat bestaande problemen ruiterlijk benoemt en concrete oplossingen aandraagt. Een plan waarin op ondubbelzinnige wijze duidelijk wordt gemaakt welke randvoorwaarden voor goed kunstonderwijs absoluut noodzakelijk zijn. Een plan dat idealen verbindt met een realistisch perspectief. Mocht zo’n plan er komen, gedragen door politiek en samenleving, dan is de nalatenschap van Ronald Plasterk voor het kunstonderwijs in ieder geval buitengewoon waardevol gebleken.

Plasterk has asked the Netherlands Association of Universities of Applied Sciences (HBO-raad) to set up the sector plan together with art education institutes and the job market. The framework for this plan will be provided by a committee of external experts headed by Robbert Dijkgraaf, who is the president of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences and a graduate of the Rietveldacademie. Once this has been done, the HBO-raad and the art education institutes will begin setting up the actual plan. They will also be making use of the position papers drafted by the various fields within art education for this purpose. When Minister Plasterk left Parliament, this work, of course, continued. There is, however some uncertainty about what is going to be done with the sector plan once it is finished. This will depend on the political climate at that time. Art education must not let itself be distracted by this political uncertainty and must focus on establishing a clear and ambitious plan. This plan must acknowledge the existing problems and provide concrete solutions. It should clearly express what the most necessary requirements for quality art education are. A plan that combines ideals with a realistic outlook. If this plan is established and it is supported by politics and society, then Ronald Plasterk’s legacy will prove to be very valuable for art education.

7, 8


Engagement, creativiteit – dat verwacht Neil Wallace van zijn studenten. Wallace is hoofd van de masteropleiding Muziekprogrammering aan het ArtEZ Conservatorium in Arnhem en tevens programmeur bij concertzaal De Doelen in Rotterdam. De artistieke beroepswereld is volgens hem dringend aan vernieuwing toe. En het is aan de hogescholen en studenten zelf om die vernieuwing te bewerkstelligen. “Ga maar naar de Bijlmer met je klarinet.” Tekst: Anton de Wit

P R U L L E N BAK Waardering voor de professionaliteit van creatievelingen – of het nu om programmeurs gaat, om muzikanten, of om welke andere beroepsgroep in de podiumkunsten ook – daar is het Wallace om te doen. Want, zo is zijn overtuiging, het maakt nogal een verschil of er creatieve professionals of goedbedoelende amateurs aan het werk zijn. “Ook als leek merk je dat vrij eenvoudig. Je merkt het als jouw aandacht getrokken wordt door iets. Je ziet een affiche, struikelt over een website, je hoort iets op de radio. En je wordt erdoor geraakt, het trekt je aandacht. Het moet iets raadselachtigs hebben, iets spannends, iets confronterends. En dat is moeilijk hoor, dat merk ik ook in mijn werk bij De Doelen. Briljant programmeur als ik ben natuurlijk, ik durf wel te zeggen dat negentig procent van mijn fan-tastische ideeën binnen een etmaal in de prullenbak verdwijnen. Een goed programma samenstellen is een creatief proces, dat altijd maar doorgaat. Een blik in de treincoupé kan mij een idee geven voor een hele liedserie. Alles wat je ziet en hoort kun je gebruiken. Zelf kijk ik meer naar beeldende kunst om op ideeën te komen dan dat ik cd’s luister. Het gaat mij om de omwegen naar de muziek toe. Daarmee hoop ik mensen een nieuwe blik te bieden op een bekend repertoire. Dat is wat ik mensen in de opleiding ook mee wil geven. Creatief denken kun je leren, daar ben ik stellig van overtuigd.” Hoe? “Door de ruimte in je hoofd beter te gebruiken”, zegt Wallace, “door heel alert te zijn op wat er in je omgeving gebeurt. Je moet een oor ontwikkelen voor invalshoeken. Toen bijvoorbeeld de aardbeving in Haïti net plaats had gevonden, keek ik naar het journaal op de BBC. Terwijl de verslaggever een indruk probeerde te geven van hoe verschrikkelijk deze ramp was, hoorde ik op de achtergrond een vrouwenkoor zingen. Nachten heb ik daarvan wakker gelegen. Dat er midden in het puin en in de pijn, nog geen half uur na de aardbeving, vrouwen aan het zingen waren. In de weken daarna vroeg ik me voortdurend af: wat is nou de kern van de behoefte om te zingen? Hoe kan ik hier iets mee? Moet ik de helende kracht van muziek tegen het licht houden? Misschien zelfs op zoek gaan naar die vrouwen? Zo kan elk moment van je leven een stimulus zijn, een zaadje van een idee.”

“ Open Your Visor ”

G E BA AN D E PAD E N Wallace geeft direct toe dat hij veel verwacht van studenten. Dat blijkt wel in de masteropleiding waarvan hij zelf de architect is. Het is een pittige opleiding, vertelt hij, en er wordt nogal wat gevraagd van de deelnemers: ze moeten creatief zijn, verstand hebben van muziek, van communicatie, van marketing... In feite moeten ze creatieve duizendpoten zijn. En dat geldt wat hem betreft niet alleen voor de muziekprogrammeurs in spe, maar voor alle ArtEZstudenten. “De beroepspraktijk heeft dringend visionaire mensen nodig. Ik zie dat zelf in mijn eigen werk: de publieke belangstelling voor klassieke muziek gaat razendsnel achteruit. Het is hartverscheurend om te constateren, maar over twintig jaar zal dit ingeslapen wereldje gewoon helemaal ingestort zijn. Tenzij men wakker wordt en de koffie ruikt. Daar ligt een taak voor alle ArtEZ-opleidingen: we moeten buiten de gebaande paden durven treden, op andere wijzen dienstbaar durven zijn aan de lokale samenleving.” Wallace illustreert dat met een voorbeeld. “Stel nou dat een muzikant, pas afgestudeerd aan het conservatorium, zegt: ‘Luister, ik neem geen genoegen met een plek in een orkest voor de rest van mijn leven. En ik ben niet goed genoeg om solist te zijn. Maar wat mij echt heel veel energie geeft is om muziektherapie aan gehandicapte kinderen te geven.’ Ik vind dat er geen enkel verschil in status mag zijn tussen zo iemand en iemand die de nieuwe Janine Jansen wil worden. Nu is dat wel zo, onwillekeurig waarderen we vooral de uitblinkers, en iemand die zijn artistieke vaardigheden op een heel andere wijze probeert in te zetten, vinden we eigenlijk maar een loser. Terwijl dat onzin is, de samenleving heeft zo iemand net zo hard nodig. Uiteindelijk gaat het om de toepassing van je talenten. Bedenk wel: iemand die van onze opleidingen afkomt, is net zo hoog opgeleid als een Boeingpiloot, een chirurg, een tandarts of een advocaat. Er is net zo veel in geïnvesteerd. Maar dat voel je niet in de waardering voor de talloze manieren waarop je je skills kunt inzetten.”

Engagement, creativity – this is what Neil Wallace expects from his students. Wallace is head of the Master of Music Programming at the ArtEZ School of Music in Arnhem, as well as programmer for De Doelen Concert Hall in Rotterdam. He considers the world of professional arts to be very much in need of innovation. It is up to higher professional education and the students themselves to bring that innovation. “Go ahead and take your clarinet to de Bijlmer.”

VIS I E Wallace vreest dat deze vernieuwing niet uit de beroepspraktijk zelf zal komen. “Overal is de cri de coeur dat er te weinig geld is. Dat is een reëel probleem, maar de oplossing begint bij een radicale herbezinning op je eigen betekenis in de samenleving. Dat kan op twee manieren. Men kan zelf het initiatief nemen, meer de gemeenschap in gaan, met een missie, een sense of belonging. Of men kan veranderen omdat de duivel hen plots op de hielen zit – doordat het publiek ineens weggelopen is, de markt volledig is ingestort. Ik ben bang dat dat laatste zal gaan gebeuren. Ik zie nog te weinig visie.” Juist de opleidingen kunnen hier een positieve rol in spelen: door deze andere manier van denken te stimuleren en faciliteren. “De studies moeten flexibel genoeg zijn, zodat studenten die wat anders willen dan de gebaande paden bewandelen, daar volop de gelegenheid voor krijgen. We moeten ons de vraag stellen: waarom zijn wij mensen aan het opleiden? Wat verwachten wij van een student die straks afstudeert?” Wallace hoeft zelf niet lang na te denken over die vraag. “Ik verwacht engagement”, zegt hij fel. “Ik verwacht van iedere student dat hij tijdens z’n opleiding een keer de wereld in is gegaan, naar een heel moeilijke plek in de samenleving. Ga maar naar de Bijlmer met je klarinet. Ga naar een verzorgingstehuis met je Sjostakovitsj. Zorg dat je iets betekent voor mensen die het moeilijk hebben in het leven. Trek je vizier open.”

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

Column “Trek je vizier open”

7 8

Column “Open Your Visor”

7 9

“ Trek je vizier open ”

Het programma van een concertzaal verzorgen, hoe moeilijk kan dat zijn? Je bladert wat door het aanbod van orkesten en ensembles, belt wat rond. Radio 4 op de achtergrond, wie weet doe je inspiratie op. Je zorgt voor wat afwisseling in je seizoen. Beetje Beethoven, snufje Stravinsky. Persberichtje typen. Klaar. De muzikanten doen de rest wel. Nou, Neil Wallace kan je uit je droom helpen: zo werkt het dus absoluut niet. En hij kan het weten, want in het dagelijks leven stelt Wallace het programma samen bij concertzaal De Doelen in Rotterdam. Dat is geen sinecure, bezweert hij, muziekprogrammering is een volwaardig vak waar meer bij komt kijken dan je zou denken. De mede door Wallace geïnitieerde tweejarige masteropleiding muziekprogrammering kan je de fijne kneepjes van het vak bijbrengen. Wallace: “Tot voor kort was er geen opleiding voor. Veel werd aan het toeval overgelaten. Als je iets van klassieke muziek wist en je snapte een beetje hoe het wereldje in elkaar zit, kon je bij een podium aan de slag met het samenstellen van het programma. Maar de meest begaafde musicologen maken vaak de saaiste programma’s, die niets nieuws te zeggen hebben over muziek, maatschappij, politiek, belevenis. Kortom: de hoeveelheid bevlogen, visionaire programmeurs is zeer gering. Daar hopen we met deze masterstudie aan het ArtEZ Conservatorium in Arnhem verandering in te brengen.”

KO RT E B I O G R AF I E Neil Wallace (1953) is afkomstig uit Glasgow, Schotland. Hij is medeoprichter en hoofd van de master Muziekprogrammering aan het ArtEZ Conservatorium in Arnhem. Sinds 2006 is hij hoofd programmering van De Doelen in Rotterdam. Ook is hij oprichter en artistiek leider van de Internationale Koorbiënnale in Haarlem. Eerder was hij artistiek directeur van de Philharmonie en Stadsschouwburg Haarlem.

8, 9

Text: Anton de Wit

How difficult can it be to take care of the programming for a concert hall? You simply browse through the orchestras and ensembles on offer and make a few calls. You have classical radio on in the background, to perhaps find some inspiration. You make sure there is some variation in the season - a little Beethoven, a pinch of Stravinsky. Type out a press release - done! The musicians will take care of the rest. Well, Neil Wallace will shatter that dream for you. It is most definitely not as simple as that. And he ought to know – he spends many of his waking hours arranging the programme for De Doelen Concert Hall in Rotterdam. It is not an easy task, he says. Music programming is a proper profession, which involves more than one might think. The two-year Master of Music Programming, which was partly the initiative of Wallace, will teach you the finer aspects of the profession. Wallace: “Until recently, there was no course on music programming. A lot was left to chance. If you knew something about classical music and had an idea of how that world worked, you were ready to start building a programme. But the most gifted musicologists produce the most boring programmes - programmes that have nothing new to say about music, society, politics or experience. In short, the number of inspired, visionary programmers is very small. We hope to change that through this Master course at the ArtEZ School of Music in Arnhem.” BIN What Wallace really cares about is appreciation of the professionalism of creative people – be it programmers, musicians, or whatever profession in the field of performing arts. This is because, in his opinion, there is a big difference between the work of a creative professional and a well-meaning amateur. “Even as a layman, you do notice the difference quite easily. You can tell if your attention is drawn by something. You see a billboard, stumble upon a website, or hear something on the radio and it touches you - it grabs your attention. There has to be something puzzling; something exciting; something confronting. That really isn’t easy, as I’ve often found at my work with De Doelen. As I am, of course, such a brilliant programmer, I’m not afraid to say that ninety percent of my oh-so-brilliant ideas end up in the bin within 24 hours.” “Setting up a good programme is a creative process that never stops. A quick look around in a train carriage can give me an idea for a whole song series. Everything that you see and hear can be used. Personally, I tend to take more inspiration from visual arts than from the CDs I listen to. It’s all about the different approaches to the music, for me. That way, I hope to offer people a new look at an established repertoire. That is what I want to give the students in the course as well. I’m utterly convinced that you can learn to think creatively.” How? By making better use of the room in your head, according to Wallace, and by being very aware of what is happening in your surroundings. “You must develop an ear for new approaches. For example, when the earthquake in Haiti had just happened, I was watching the news on the BBC. While the reporter was trying to give an impression of how terrible this disaster was, I heard a female choir singing in the background. This kept me up for nights on end. In the midst of the rubble and the pain, no more than a half hour after the quake, there were women singing. During the weeks that followed, I kept wondering: What is the core of the need to sing? Can I do anything with this? Should I be exploring the healing power of music? Perhaps I should even see if I can find these women? This is an example of how every moment of your life can be a stimulus - the origin of a new idea.”

O U TS ID E T H E B OX Wallace immediately admits that he expects a lot from his students. This is evident in the Master course that he has designed. It is a tough course, he says, and it demands quite a bit from its participants. They must be creative and know a lot about music, communication and marketing. They basically have to be a creative jack-of-all-trades. This doesn’t only apply to the music programmers in training, but to all ArtEZ students, he thinks. “The professional world badly needs visionary people. I see that in my own line of work - the public interest in classical music is quickly diminishing. It is a heartbreaking realisation, but in twenty years or so, this tired scene will have completely collapsed. That is, unless people wake up and smell the coffee. This is a job for all ArtEZ courses. We must not be afraid to think outside the box and to serve society in new ways.” Wallace illustrates this with an example. “Imagine a musician, who has just graduated from the School of Music, saying: ‘Listen, I’m not going to settle for a spot in an orchestra for the rest of my life. But I’m not good enough to be a soloist. What gets me truly excited is the idea of giving music therapy to handicapped children’. I think there should not be any difference in status between someone like that and someone who wants to be the new Janine Jansen. At the moment, there is. Without meaning to, we appreciate the stars, while we tend to consider someone who wants to make use of their creativity in a different manner a bit of a loser. Of course this is ridiculous – society needs people like that. In the end, it’s all about the application of your talents. Don’t forget – someone who graduates from one of our courses is just as educated as a pilot, a surgeon, a dentist or a lawyer. They have had just as much invested in them. But you don’t feel this in the appreciation for the numerous ways in which your skills can be used.” VIS I O N Wallace is afraid that this innovation will not come from the professional world itself. “Everywhere you hear that there is not enough money. That is a realistic problem, but the solution begins with a radical reassessment of your own role in society. This can be done in two ways. You can take your own initiative and go into the community with a mission, a sense of belonging. The alternative is for change to come because of a sudden necessity – because there is suddenly no more audience and the market has collapsed. I’m worried that the second option is more likely. I don’t see enough vision yet.” It is the courses that must play a positive role here, by stimulating and facilitating this different approach. “The courses must be flexible enough, so that students who want to take a route that avoids the well-trodden paths are given that opportunity. We must ask ourselves the question: Why are we training people? What do we expect from a student that will soon be moving on?” Wallace doesn’t need to think about his answer for long. “I expect engagement”, he says, passionately. “I expect every student to have gone to a difficult place in society during his or her studies. Go ahead and take your clarinet to de Bijlmer. Go to a nursing home with your Shostakovich. Make sure you mean something to people whose lives are difficult. Open your visor.” S H O RT B I O G R APH Y Neil Wallace (1953) comes from Glasgow, Scotland. He is a co-founder and head of the Master of Music Programming at the ArtEZ School of Music in Arnhem. He has been head of programming at De Doelen in Rotterdam since 2006. He is also the founder and artistic director of the International Choir Biennale in Haarlem. Before that he was the artistic director of the Philharmonic and Stadsschouwburg (City Theatre) in Haarlem.

9, 10


Innovatietraject Dans in volle gang Een groter zelfbewustzijn, minder blessures en aandacht voor artisticiteit. Met dat doel voor ogen sleutelt de Dansacademie sinds 2007 aan haar vierjarige curriculum. Niet op het niveau van de accessoires, maar tot op de bodem van het chassis. Na de zomer start een totaal vernieuwde opleiding. Tekst: Manon Berendse

O N PLO F T LIJ F Conditietrainer en therapeut Joost van Megen bevestigt dat. Hij werkt met topsporters op Sport Medisch Centrum Papendal en schaaft mee aan het gezondheidsbeleid binnen het Innovatietraject Dans. “Als studenten na de zomervakantie gevraagd wordt om meteen veel te springen, kun je wachten

op blessures. Dat lichaam moet eerst weer wakker worden. Niet door spieren eindeloos op te rekken of door continu over grenzen heen te gaan, maar door trainingen te faseren. Inspanning, reflectie en herstel wisselen we af in een geperiodiseerd curriculum. Dus is niet alleen mobiliteit belangrijk – dansers zijn super mobiel – maar ook uithoudingsvermogen. Professionele dansers weten wel dat ze moeten zwemmen, lopen en fietsen, maar vaak beginnen ze daar pas mee na hun opleiding. Die afwisseling aan prikkels houden je lichaam actief. En tijd nemen om het lichaam te laten herstellen na inspanning is belangrijk. Als je je lijf geen goede cooling down gunt, laat je het achter in de ontplofstand.” In twee jaar tijd heeft Van Megen veel indrukken opgedaan bij ArtEZ. Hij heeft danslessen bijgewoond, geeft conditietrainingen, heeft een spreekuur voor studenten en ziet dat er langzaam maar zeker een andere mentaliteit ontstaat. “Dansers zijn topsporters zonder grenzen. ‘Pijn is fijn, bloed is goed’; dat is toch nog vaak het motto. Maar mijn indruk is dat hier het aantal ernstige blessures al is verminderd. Het gaat langzaam – ook in de professionele danswereld. Dat heeft ook met beeldvorming te maken. Je moet het anders durven zien, oude gewoontes durven loslaten. Het Nationale Ballet heeft al lang een fitnesszaal, maar die zie je zelden omdat het niet strookt met het beeld van ‘de’ klassieke balletdanser.” Nog iets wat Van Megen graag bespreekbaar zou maken: eetstoornissen. “Tien tot vijftien procent van de dansers kampt met een eetstoornis en ook bij sporters komt het zeer regelmatig voor. Het was lange tijd taboe om daar aandacht aan te besteden, maar op Papendal is dit voorjaar een symposium gewijd aan eetstoornissen. En bij ArtEZ is er veel belangstelling voor de lezingen over diëtiek en sportpsychologie. Dat is bemoedigend.”

plek van ontwikkeling en vraag steeds: ‘Waarom doen we dit?’ Wat levert het op? Wat kunnen we er nog meer uithalen?’ Er is veel expertise in huis en in het veld bestaat ook een almaar groeiende deskundigheid, maar er wordt nog weinig uitgeprobeerd. Dat is ook niet zo vreemd, want dit soort veranderingen grijpt direct in op de vloer – iedere dag opnieuw.” Als voorbeeld noemt ze een klassieke balletles. “Als die het hele jaar door gepland staat op maandagmorgen negen uur, raakt een lichaam daaraan gewend en vervalt het in routine.” Los van het feit dat studenten in het verleden ook wel eens wat later binnenkwamen en dus hun opwarming misliepen, is de danser minder alert omdat hij weet wat er komt, wat de kans op blessures alleen maar vergroot. Bovendien werd de grootste inspanning traditioneel aan het einde van de les gevraagd en werd er onvoldoende tijd genomen voor een grondige cooling down. Binnen die enkele les zijn dus al veel zaken aan te wijzen die anders zouden kunnen: jezelf opwarmen voordat de les start in plaats van het stretchen van koude spieren, op tijd beginnen, de intensiteit van de les anders inrichten en het lichaam ook weer laten afkoelen voordat studenten de zaal verlaten.

Ik zou nog wel vaker ook met mijn hoofd willen studeren. We zijn nieuwgierig! Tweedejaars studente Dans Myrthe Weehuizen

Allard: “Zo hebben we naar alle onderdelen van het curriculum gekeken. De uitdaging is om de dagelijkse trainingen waaraan dansers gewend zijn doelmatiger in te zetten. De angst om te weinig te trainen leeft naast de behoefte om het lichaam artistiek te bewegen. Dansen heeft in die zin ook het doel om te ontdekken welke kunstenaar er in dat dansende lijf zit. Kun je daar goed mee omgaan door in minder technische trainingsuren fysiek hetzelfde of zelfs meer bereiken? En dan in de vrijgekomen tijd de trainingen inzetten voor het vergroten van artisticiteit? Kunnen we komen tot een structuur waarin studenten niet elke dag evenveel trainen, maar alleen op de punten die ze op dat moment nodig hebben?”

R O U TI N E D E BA AS Het danscurriculum werd tot in detail getoetst met het doel studenten op te leiden die zowel hun techniek beheersen als zich artistiek kunnen onderscheiden. Dansplezier, danstechniek en conditie komen aan bod, net als technieken en informatie die lichaam en geest in balans houden, zoals yoga, tai-chi, dansgeschiedenis of anatomische kennis. Directeur Gaby Allard: “Ik zie de academie als een

Dance Innovation Route in full swing Increased selfawareness, fewer injuries, and a focus on artistry: It is with these objectives in mind that the School of Dance has been working on its fouryear curriculum since 2007. And not at the level of accessories but right down to the base of the chassis. This means that after the summer a completely revamped course will be launched. Text: Manon Berendse

E X PLO D I N G B O DY Fitness trainer and therapist Joost van Megen agrees with this. He works with top-level sportspeople at the Sport Medisch Centrum Papendal, and is also polishing up the health policy of the Dance Innovation Route. “If the students are immediately asked to jump too much after the summer holidays,

all you’re doing is waiting for the injuries to happen. The body has to wake up again. Not by endlessly stretching muscles or by constantly exceeding boundaries, but by training in phases. We switch between exertion, reflection and recovery in a period-based curriculum. Hence, not only mobility is important – dancers are super mobile – but also stamina. Professional dancers know that they have to swim, walk and cycle, but they often only start doing this after completing their courses. This alternation of stimuli keeps your body active. And taking the time to let your body recuperate after exercise is also important. If you don’t allow your body a good cooling down, then you will leave it stuck in a state of explosion.” In two years Van Megen has gained a clear impression of ArtEZ. He has attended dance classes, gives fitness trainings, holds a clinic for students and is also slowly but surely ensuring that a different mentality is developed. “Dancers are first rate sportspeople with no limits. ‘No pain, no gain; blood is good’ is still all too often the motto. But my impression is that the number of serious injuries has already gone down. However, it’s a slow process, also in the professional dance world. It’s about stereotypes as well. You have to dare to see it in a different way, to abandon old habits. The Dutch National Ballet has had its own fitness centre for ages now, but that’s something that you rarely see because it’s at odds with the image of the classical ballet dancer.” Eating disorders are another subject that Van Megen would like to see discussed. “Ten to fifteen percent of all dancers have an eating disorder and this also occurs extremely regularly amongst sportspeople. For a long time it was taboo to focus on this, but this spring there was a conference on eating disorders at Papendal. And at ArtEZ there is a great deal of interest in the lectures about nutrition and sports psychology. That’s encouraging.” L E T TI N G R O U TI N E GAI N T H E U PP E R HAN D The dance curriculum has been thoroughly checked in terms of its objective to train students for both technical mastery and artistic distinction. The pleasure of dancing, dance technique and fitness are covered along with other techniques and information for maintaining the balance between body

10, 11

and mind such as yoga, tai chi, dance history and anatomical knowledge. Director Gaby Allard: “I see the School as a place for development and am constantly asking ‘Why are we doing this? What does it achieve? What more can we get out of it?’ We have a lot of expertise here and there’s also a growing level of know-how throughout the field, although too little has yet been tried out. That’s not so surprising, because these kind of changes have an immediate effect each day in the studio.” She cites a classical ballet lesson as an example here: “If this is planned to take place throughout the year at 9 am on a Monday morning, the body will become used to this and will fall into a routine”. Apart from the fact that in the past students tended to arrive slightly later and would miss their warming-up, the dancer is simply less alert because he knows what’s coming, which in turn only increases the risk of injuries. Moreover, traditionally the greatest exertion is required at the end of the class and insufficient time is allowed for a thorough cooling-down. So within that one lesson, we already see a great many things that could be done differently: warming up before the class begins instead of stretching cold muscles, starting on time, constructing the intensity of the lesson in a different way and also allowing the body to cool down again before the students leave the studio. Allard: “So we’ve looked at all the different parts of the curriculum. The challenge is to take a more goal-oriented approach to the daily training that the dancers are already used to. The fear of training too little is as prominent as the need to move one’s body artistically. In this last respect, the point of dancing is to discover what artist is hidden inside that dancing body. Is it a good idea to have fewer technical training hours, in which you try to achieve just as much physically, or even more? And in the time that you then free up, train solely to increase artistry? Can we find a structure in which students do not train the same amount every day and instead only focus on the points that they need at that moment?” The cohesion between the various parts of the curriculum has become much more important: modules now build on each other more effectively. Instead of separate lessons throughout the day where the body is constantly warming up and cooling down again, we have now opted for a single morning cluster, a generous interval for lunch and

Studenten Dans in repetitie / Students Dance in rehearsal

Room for Development

Is professional dancing an art form or top level sport? The opinions on this vary. Muscle strength and good stamina are essential, but so are artistic understanding and creative ability. The fact is that dancers are being increasingly required to feel at home in both worlds. This inspired the staff at the School of Dance to carefully investigate the common ground between dance and other branches of sport in their Dance Innovation Route. “I’m not out to turn my dancers into athletes, but I do want to provide students with a good level of fitness so that they are better able to concentrate on their artistry.” Director Gaby Allard knows that this sounds contradictory: jogging and fewer dance trainings while still preparing students for careers as professional dancers. When she became the Director of the ArtEZ School of Dance in 2006, she decided to deploy not only her experience as a professional dancer with the Rotterdam-based company Dance Works but also her health and prevention expertise. Allard: “Together we’ve developed a new curriculum. We’ve kept the power of our course: its modest size, the personal attention and individualism. But there were too many injuries especially considering that, in practice, choreographers expect dancers to achieve more and more on a physical level. You cannot fulfil that expectation by training still harder. Research has shown that if dancers are in better physical shape, they are better able to focus on their art. You will, in other words, accomplish more if you train in a more goal-oriented way, take good care of yourself, and know how to prepare yourself both physically and mentally for new challenges. You also learn to dance while resting. But nobody ever told me that as a dancer. When I would come home after the first day of rehearsals, my body was sometimes in a really bad state. It would be a good idea if this generation of dancers were to know that choreographers, as well as they themselves, must sometimes be patient. You can’t always go all out from day one.”

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

9 10

“Open Your Visor” Room for Development

8 10

“Trek je vizier open” Ruimte voor ontwikkeling

Ruimte voor ontwikkeling

Beoefent een professionele danser nu topsport of een kunstvorm? Daarover verschillen de meningen nogal eens. Spierkracht en een goede conditie zijn onmisbaar, maar artistiek inzicht en scheppend vermogen zijn dat net zo goed. Feit is, dat dansers steeds beter thuis moeten zijn in beide werelden. Het inspireerde de staf van de Dansacademie om in haar Innovatietraject Dans de raakvlakken tussen dans en andere takken van sport grondig te onderzoeken. “Ik wil van mijn dansers geen sporters maken, maar studenten wel een goede conditie bieden zodat ze zich juist meer kunnen focussen op hun artisticiteit.” Directeur Gaby Allard weet dat het tegenstrijdig klinkt: hardlopen, minder danstrainingen en toch studenten klaarstomen voor een carrière als professioneel danser. Toen ze aantrad als directeur van ArtEZ Dansacademie in 2006 besloot ze haar ervaringen als professioneel danser bij het Rotterdamse gezelschap Dance Works en haar opgebouwde expertise op het gebied van gezondheid en preventie in te zetten. Allard: “Samen hebben we een nieuw curriculum ontwikkeld. De kracht van onze opleiding hebben we behouden – kleinschaligheid, persoonlijke aandacht en eigenzinnigheid. Maar het aantal blessures was hoog, terwijl in de praktijk choreografen steeds meer fysieke prestaties verwachten van hun dansers. Je kunt niet aan die verwachting voldoen door nóg harder te trainen. Uit onderzoek blijkt ook dat dansers zich meer kunnen richten op hun artisticiteit als ze beschikken over een goede conditie. Het levert dus meer op als je doelmatig traint, jezelf goed verzorgt en weet hoe je je mentaal en fysiek kunt voorbereiden op nieuwe uitdagingen. Dansen leer je ook in rust. Dat is mij als danser nooit verteld. Als ik na een eerste repetitiedag thuis kwam, was mijn lichaam er soms slecht aan toe. Het zou goed zijn als deze generatie dansers weet dat choreografen en zijzelf soms geduld moeten hebben. Je kunt jezelf niet altijd geven vanaf dag één.”

11, 12


Joost van Megen traint studenten Dans / Joost van Megen trains students Dance

“Het gaat om de liedjes”

ondernemerschap, als proefkonijn. Best veel medestudenten zijn daar benieuwd naar. Misschien is dat ook nog wel een interessant vast onderdeel om toe te voegen aan het nieuwe curriculum. Plus nog wat extra conditietraining, gewoon het hele jaar door! Dan kun je je meer concentreren op je techniek. Ik merk sowieso dat ik dit jaar meer gefocust ben en minder snel moe. Als ik terugkijk op mijn eerste jaar was de uitputting groter. Toen danste ik soms voor de docent in plaats van voor mezelf. Die grotere mate van vrijheid bevalt mij dus goed. Maar het ligt er wel aan hoe je zelf omgaat met die verantwoordelijkheid.”

Repertoireproject én theatertournee Wat: werken aan Nederlandstalig zangrepertoire gedurende hele studiejaar Wie:

WO R K LOAD I N BAL AN S Tweedejaars studente Dans Myrthe Weehuizen noemt een voorbeeld. “Je workload hangt af van het aantal projecten waaraan je tegelijk werkt. Sommigen maken dagen van negen tot zeven, anderen zijn soms om een uur of twee al klaar. Dan kun je zelf aan de slag met eigen projecten of naar de fitnessruimte gaan. De balans vinden is voor eerstejaars misschien wel lastiger dan voor ouderejaars. Gezondheidstraining en ook de lezingen vind ik trouwens een goede mentale ondersteuning. Ik zou nog wel vaker ook met mijn hoofd willen studeren: voorstellingen bespreken, artikelen lezen en daarover schrijven. Ook over onderwerpen als muziek, kunst of filosofische vraagstukken. Dat leeft ook wel: we zijn nieuwsgierig!” Dat geldt ook voor derdejaarsstudente Dans Myriam Sillevis Smitt. “Dit jaar heb ik de ruimte om te werken aan een eigen solo en duet. En ik volg bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen een minor

derde en vierdejaars conservatoriumstudenten Jazz & Pop onder begeleiding van docent Zang Ronald Douglas

Uitsmijter: theatertournee in mei!

Docent Ronald Douglas laat studenten Jazz & Pop in Zwolle binnen het reguliere onderwijsprogramma praktijkervaring opdoen. “We werken wekelijks twee uur aan liedjes van Nederlandse talenten die vaak nog niet op het netvlies staan van deze generatie. Een club van zo’n twaalf studenten gaat aan de slag met een thema en repertoire. In eerdere edities hebben ze zich verdiept in het werk van Ramses Shaffy & Jacques Brel, Frans Halsema & Robert Long en in teksten van Willem Wilmink & Annie M.G. Schmidt. Dit jaar zingen ze de humorvolle groepsstukken van muzikale cabaretgroep Purper. Het gaat me om de liedjes: hoe interpreteer je de teksten en breng je die treffend voor het voetlicht?” Die knowhow wordt ook aangereikt door de mensen die de liedjes nog altijd door hun aderen hebben stromen. Liesbeth List vertelde over haar samenwerking met Brel en haar passie voor Shaffy. Joost Prinsen werkte aan het losjes performen van teksten van Wilmink en Schmidt. En dit jaar zijn Purpercoryfeeën Frank Mulder (zang) en Erik Brey (piano en zang) betrokken bij het project. Auditie doen hoort er bij. Douglas: “Ik ben best streng, want aan het einde van het jaar moet er wel een theaterwaardig programma staan – ze gaan op tournee!” De première is een thuiswedstrijd in Theater Odeon in Zwolle op 17 mei, maar ook Groningen, Amsterdam en Enschede staan op stapel. Christiaan Koetsier, nu derdejaars Jazz & Pop had het geluk om als schaarse man ook vorig jaar al mee te mogen doen. “Dit project geeft me de kans en de tijd om me te verdiepen in Nederlandstalig repertoire van voor mijn tijd – het is leuk! Elk liedje is een verhaal, dus niet alleen de manier waarop je zingt is belangrijk, de tekst is dat ook. De kunst is om die tekst voor zichzelf te laten spreken, zonder acteerneigingen of gekke bekken. En dan mag je ook nog in de weer met lichtplan, PR, draadloze mics en staging. Geweldig, om zo theaterervaring op te doen!” Het programma gaat in première op 17 mei in Odeon Zwolle, 20 mei is het te zien in USVA Theater Groningen. Eind april wordt een cd opgenomen in de geluidstudio’s van het Conservatorium in Enschede.

13

digestion, and then an afternoon cluster. Moreover, the students’ rhythm changes throughout the year. Sometimes there are intensive weeks of training and performance that are followed by a space where the body can recover and students can explore other aspects. So class days and weeks constantly have different lengths. This also makes it clear that there can be no gradual transition from the old to the new curriculum. All of us - both teachers and students will be required to work in a different way. We’re now completing a pilot year. After the summer, we’ll be working like this in all of the four curriculum years.” Allard is convinced that students will become more aware of both themselves and their potential – after all, there is more room in the new curriculum for individual development. “In which ways will the dancers distinguish themselves, who will be leaving here in four years time? With their authenticity and balanced technique, I hope that they will be able to steer their careers in a better way. Drawing up a timetable for the Innovation Route is already a challenge in itself!” WO R K LOAD I N BAL AN C E Second-year Dance student Myrthe Weehuizen mentions an example: “Your workload depends on the number of projects that you are working on at any one time. Some involve working from 9 am to 7 pm, while others are finished in an hour or two. Then you can get to grips with your own projects or you can go to the fitness space. Finding the right balance is perhaps more difficult for first-years than for the higher-years. In my opinion, health training and also the lectures provide good intellectual support. In addition, I would like to use my mind more often when studying, such as discussing performances, reading articles and writing about them. That also applies to subjects such as music, art and philosophical issues. It’s in the air: we’re inquisitive!” The same is also true of third-year Dance student Myriam Sillevis Smitt: “This year I have the space to work on my own solo and duet. And I’m attending an entrepreneurship minor as a guinea pig at the HAN University of Applied Sciences. A lot of my fellow students are very curious about this. Perhaps that would also be an interesting regular addition to the new curriculum. Along with extra fitness training throughout the entire year! Then you can concentrate more on your technique. Anyway,

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

13

“Trek je vizier open” Ruimte voor ontwikkeling “Het gaat om de liedjes”

8 10

“Open Your Visor” Room for Development “It’s about the Songs”

9 10

De samenhang tussen alle onderdelen binnen het curriculum is veel belangrijker geworden: modulen bouwen nu beter op elkaar voort. In plaats van losse lessen door de dag heen waarbij het lichaam steeds opnieuw opwarmt en weer afkoelt, bestaat er nu één ochtendcluster, een ruime pauze voor lunch en vertering en één middagcluster. Door het jaar heen verschilt het ritme van studenten bovendien. Soms zijn er intensieve weken van training en performance, dan weer is er ruimte om het lichaam te laten herstellen of kunnen studenten zich verdiepen in andere aspecten. Lesdagen en –weken zijn dus steeds verschillend van lengte. Allard: “Dan wordt ook duidelijk dat die overgang van een oud naar een nieuw curriculum niet geleidelijk kan verlopen. Het vraagt van ons allemaal een andere manier van werken - van docenten en van studenten. We ronden momenteel een pilotjaar af. Na de zomer werken we in alle vier de jaren van het curriculum op deze manier.” Allard is ervan overtuigd dat studenten zich bewuster zullen worden van zichzelf en van hun mogelijkheden – binnen het nieuwe curriculum ontstaat immers ook meer tijd voor individuele ontwikkeling . “Waarin dansers zich zullen onderscheiden die hier over vier jaar afzwaaien? Ik hoop dat ze met hun authenticiteit en uitgebalanceerde techniek hun carrière beter weten te sturen. Het innovatietraject roostertechnisch voor elkaar krijgen is nog wél een uitdaging.”

I’ve noticed that this year I’m more focused and that I don’t become so easily tired. Looking back on my first year, there was much more exhaustion. Sometimes I was dancing for the teacher rather than myself. So I enjoy having that extra degree of freedom. But it all depends on how you personally deal with that responsibility.”

“It’s about the Songs” Repertoire project and theatre tour What: Working on the Dutchlanguage vocal repertoire for the entire year Whom:

Christiaan Koetsier tijdens theatertour in 2009 / Christiaan Koetsier in the theatre tour of 2009

Christiaan Koetsier

Third and Fourth-year Jazz & Pop students supervised by Singing lecturer Ronald Douglas

Highlight: Theatre tour in May!

12, 13

Lecturer Ronald Douglas is helping Jazz & Pop students to gain practical experience as part of the regular curriculum. “Each week, we work on songs by Dutch stars, who are often relatively unknown to the present generation. A club of about 12 students is getting to grips with a theme and repertoire. In previous editions, they have explored the work of Ramses Shaffy and Jacques Brel, Frans Halsema and Robert Long along with the texts of Willem Wilmink and Annie M.G. Schmidt. This year, they’re singing humorous group pieces by Purper, a musical cabaret group. For me, it’s about the songs: how do you interpret the texts and present them a striking way?” The people who still live and breathe the songs are passing on that know-how. Liesbeth List has talked about her collaboration with Brel and her passion for Shaffy. Similarly, Joost Prinsen worked on performing texts by Wilmink and Schmidt in a light-hearted way. And this year, Purper stars Frank Mulder (vocals) and Erik Brey (piano and vocals) are involved with the project. Taking an audition is a part of the process. Douglas: “I’m quite strict because by the end of the year we must come up with a programme that’s good enough to be put on at a theatre. After all, they’re going on tour!” The premiere will be a home game at Zwolle’s Theater Odeon on 17 May, but Groningen, Amsterdam and Enschede are also in the pipeline. Christiaan Koetsier, now a third-year Jazz & Pop student, had the good fortune as one of the few men also to participate in last year’s project. “This project has given me the opportunity and time to discover the Dutch repertoire from before my time, and it’s great! Each song is a story. This means that not only the way in which you sing is important but also the text. The art is to let the text speak for itself, without trying to act or by pulling silly faces. And then you also have to get cracking with the lighting plan, the PR, wireless mics and staging. Gaining theatre experience in this way is really fantastic!” The programme will be premiered on 17 May at the Theater Odeon in Zwolle; it will then be presented on 20 May at the USVA Theater in Groningen. A CD will be recorded at the end of April in the sound studios of the School of Music in Enschede.

13, 14


Cartoon

Honours Programme voor intellectueel talent

Afgelopen december lanceerde ArtEZ het nieuwe tijdschrift OOGST. OOGST, dat verkrijgbaar is in circa 90 stripboekenwinkels in Nederland en Vlaanderen, is een project van studenten Comic Design, een nieuwe specialisatie van de opleiding Stories & Design in Zwolle. In ArtEZfact plaatsen we in ieder nummer werk van de nieuwe generatie comic designers en illustratoren. Dit keer is de beurt aan uitwisselingsstudent Darja Dell. Over haar ontwerp zegt zij: “Het beeld met de titel ‘heArtEZ’ laat mijn ontwikkeling bij ArtEZ zien: in het begin gaat het om ‘loslaten’ met hulp van verschillende mensen. Als ik mezelf heb ‘bevrijd’ kan ik beginnen. Het rationele werk gaat me meestal makkelijk af, terwijl ik het emotionele deel uit mezelf moet trekken. Beide elementen samen helpen me om een nieuwe dimensie te bereiken, met behulp van de middelen die de school mij biedt. Zo kan ik me verder ontwikkelen.”

Tekst: Claudia de Bekker

“Het gaat om de liedjes” Cartoon Honours Programme voor intellectueel talent

Nog maar weinig kunsthogescholen kennen een honours programme. Een honours programme is een aanvullend programma voor een select aantal gemotiveerde en talentvolle bachelorstudenten, dat met name door universiteiten wordt aangeboden. Doorgaans staan dit soort programma’s open voor excellente studenten die naast hun reguliere opleiding de uitdaging zoeken van extra onderwijs. Studenten worden voor zo’n programma geselecteerd op basis van behaalde studieresultaten en motivatie. In die zin is het een eer om geselecteerd te worden. In de meeste gevallen biedt een honours programme geen studiepunten, maar wordt de omvang van het programma in een extra studielast omschreven. Studenten krijgen bij ArtEZ een speciaal certificaat bij hun diploma. “Het is zonde als studenten met extra intellectuele bagage bij ons niet aan hun trekken komen.”

Peter Sonderen, lector Theorie in de Kunsten. “It would be a pity if students with additional intellectual baggage don’t come into their own here.”

Peter Sonderen, Professor of Theory in the Arts

B R ED E O N T WI K K E LI N G Volgens Peter Sonderen, lector Theorie in de kunsten bij ArtEZ en (voorlopig) coördinator van het nieuwe programma, speelt het Honours Programme van ArtEZ in op een brede ontwikkeling. “Je ziet bijvoorbeeld dat kunstenaars en performers steeds vaker meedoen in de publieke ruimte. Ze ontwikkelen daar projecten die moeten zorgen voor meer samenhang en verbinding in een wijk of stad. Om zulke projecten te kunnen ontwikkelen moet je kennis hebben over de samenleving en je verdiepen in

maatschappelijke ontwikkelingen.” Bijzonder aan het Honours Programme is dat studenten van alle disciplines bij elkaar worden gebracht. Sonderen: “Ook dat is een ontwikkeling die we in de samenleving zien. Er is steeds meer vraag naar kunstenaars en performers die interdisciplinair kunnen werken. Samenwerken met andere disciplines kan inzicht geven: niet iedereen bekijkt de wereld vanuit hetzelfde perspectief. Door afstand te nemen van je eigen vakgebied kun je zien welke positie je zelf eigenlijk inneemt. Uiteindelijk komt dat ook je werk ten goede, het is verdieping door verbreding.”

A RTIS TI E K E N W E T E N S CHAPP E LIJK O N D E R ZO E K Het onderwijs van het Honours Programme is duidelijk anders van opzet dan het reguliere programma van de bachelors. De nadruk ligt op artistieke en wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden, het schrijven van essays en het houden van presentaties. “In het buitenland wordt in het hoger onderwijs al veel meer aandacht besteed aan theorie en onderzoek. Dat is een van de redenen waarom ArtEZ koos voor een theoretisch programma”, licht Sonderen toe. “We zijn bezig met een inhaalslag en willen studenten leren hoe ze zelfstandig onderzoek kunnen doen. Om ons heen zien we de wereld veranderen in een kenniseconomie. We willen studenten daarop voorbereiden en ze een intellectuele uitdaging geven. Het is zonde als studenten met extra intellectuele bagage niet aan hun trekken komen op een kunsthogeschool.” Meer informatie over het Honours Programme is te vinden op internet www.artez.nl/studieaanbod en op intranet: ArtEZ Inside > Honours Programme.

14 15

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

14 15

13

“It’s about the Songs” Cartoon Honours Programme for intellectual talent

13

Met ingang van september 2010 start ArtEZ met het tweejarige Honours Programme ‘Theorie en onderzoek in de kunsten’. Studenten van ArtEZ die hun propedeuse hebben behaald, kunnen dit ‘eervolle’ programma naast hun bacheloropleiding volgen.

Cartoon Last December, ArtEZ launched its new OOGST (Harvest) magazine. OOGST - which is available at approximately 90 comic shops in the Netherlands and Flemish-speaking Belgium - is a project by students studying Comic Design, a new degree specialisation at the Stories & Design Course in Zwolle. Each issue of ArtEZfact will include work by the new generation of comic designers and illustrators. This time, it’s the turn of exchange student Darja Dell. She describes her design as follows: “The image with the title ‘heArtEZ’ represents my development at ArtEZ: at the beginning it was about ‘letting go’ with the help of various people. Once I had ‘freed’ myself, I could get down to work. Generally, the rational work comes easily, but I really have to drag the emotional part out of myself. Together, both elements help me to reach a new dimension with the help of all the resources that the School can offer. In this way, I can aim for a higher level.”

Honours Programme for intellectual talent As of September 2010, ArtEZ is launching its twoyear, Theory and Research in the Arts Honours Programme. ArtEZ students, who have successfully completed the foundation phase, can attend this programme alongside their Bachelor’s course. Text: Claudia de Bekker

Only a few arts institutes offer an honours programme. This is a supplementary programme for a select number of motivated and talented Bachelor’s students, which is generally given at universities. On the whole, these kinds of programmes accept first-rate students, who are seeking the challenge of additional education alongside their regular courses. Students are selected on the basis of their course results and their motivation. In that sense, it’s an honour to be selected. In most cases, an honours programme does not involve credits, but the programme’s scope is such that it is defined as constituting an extra study load. At ArtEZ, students are awarded a special certificate along with their degree.

programme”, Sonderen explains. “Right now we’re catching up, and we want to teach students how to carry out independent research. We see that the world around us is changing into a knowledge economy. So we intend to prepare students for this and to give them an intellectual challenge. It would be a pity if students with additional intellectual baggage don’t come into their own at an arts institute.” Further information about the Honours Programme is available (in Dutch) at www.artez.nl/studieaanbod and on the intranet: ArtEZ Inside > Honours Programme.

B R OAD D E V E LO PM E N T According to Peter Sonderen, Professor of Theory in the Arts at ArtEZ and interim co-ordinator of the new programme, the ArtEZ Honours Programme emphasises a broadly based development. “For instance, you increasingly see artists and performers participating in the public space. They develop projects there that must ensure greater cohesion and connection within a neighbourhood or city. To be able to develop these kinds of projects, you will need an in-depth knowledge of society and social developments.” A special aspect of the Honours Programme is that students from all the disciplines are brought together. Sonderen: “This is a development that we also see in society. There is an increasing demand for artists and performers who can work in an interdisciplinary way. Working with other disciplines can provide insight, for instance that not everyone views the world from the same perspective. By distancing yourself from your own field, you can observe the position that you yourself have taken. Ultimately that’s also good for your work: because greater breadth also means greater depth.” A RTIS TI C AN D ACAD E M I C R ES E A RCH Clearly the Honours Programme is structured differently than the regular Bachelor’s curriculum. The focus is on artistic and academic research skills, writing essays and holding presentations. “Higher education abroad already devotes much more attention to theory and research. That’s one of the reasons why ArtEZ has opted for a theoretical

14, 15

15, 16


Pauline van Dongen’s Parisian Universe

On 3 and 4 March, the newest group of students from the ArtEZ Fashion Masters / Fashion Institute Arnhem gave their presentation during the Paris Fashion Week. ‘Generation 11’ presented themselves in a surprising exhibition room / showroom in Galerie Joseph. Under the supervision of art direction duo Freudenthal & Verhagen, each designer created his or her own universe in Galerie Joseph, in which the limits of fashion presentation were tested. This resulted in multimedia installations, comprising an exhibition that was as remarkable as it was interesting. Generation 11 consists of Pauline van Dongen, Franciscus van der Meer, Oda Pausma, Nick Rosenboom, Jiska van Rossum, Janneke Verhoeven, Josine Visser and Rebecca Ward.

16

for intellectual talent Pauline van Dongen’s Parisian Universe

16

voor intellectueel talent Het Parijse universum van Pauline van Dongen

Het Parijse universum van Pauline van Dongen

Op 3 en 4 maart vond de presentatie van de nieuwe lichting studenten van ArtEZ Fashion Masters / Fashion Institute Arnhem plaats tijdens de Paris Fashion Week. “Generation 11” presenteerde zichzelf in een verrassende tentoonstelling/showroom in Galerie Joseph. Onder de artdirection van duo Freudenthal/Verhagen creëerde elke ontwerper zijn eigen universum in Galerie Joseph waarin de grenzen van de modepresentatie werden opgezocht. Het resulteerde in multimediale installaties in een even opmerkelijke als interessante tentoonstelling. Generation 11 bestaat uit Pauline van Dongen, Franciscus van der Meer, Oda Pausma, Nick Rosenboom, Jiska van Rossum, Janneke Verhoeven, Josine Visser en Rebecca Ward.

16, 17

17, 18


Appeal: Pimp that rack!

ArtEZfact is op alle locaties van ArtEZ beschikbaar, in een witte krantenbak. De redactie van ArtEZfact zoekt 10 studenten die elk een bak voor hun rekening nemen en hier een ArtEZ waardige kunstbak van maken. De aluminium krantenbakken kan je beschilderen of beplakken. De bakken moeten ook als kunstbak eenvoudig verplaatsbaar zijn. Je ontwerp moet voldoende bestendig zijn, de bak moet met jouw toevoegingen jarenlang meegaan. De redactie en redactieraad van ArtEZfact selecteren tien voorstellen. Als winnende student krijg je in september een week lang de tijd om een van deze krantenbakken te pimpen. De bakken worden vervolgens in hun volle glorie weer op de locaties geplaatst. In de volgende uitgave van ArtEZfact in november belichten we de gekozen bakken en hun tien makers. Meedoen? Stuur voor 15 augustus een mailtje aan artezfact@artez.nl met jouw uitgewerkte ontwerp.

ArtEZfact is available at all of the ArtEZ locations in a white newspaper rack. The ArtEZfact editorial team is now looking for ten students, each of whom will take on a rack and transform it into a fully-fledged ArtEZ art rack. You can paint or cover these aluminium newspaper racks. As art racks, they must still be easy to carry. Your design should also be durable because the rack must remain in service for many years, complete with your additions. The ArtEZfact editorial team and the editorial board will select ten proposals. As a winning student, you will be given a week in September to pimp one of these newspaper racks. The racks will then be returned to their locations in their full glory. What’s more, the next issue of ArtEZfact in November will highlight both the selected racks and their ten makers. Want to go in for it? Send an email before 15 August to artezfact@artez.nl with your detailed design.

Wie ontwierp?

Who designed?

Dit nulnummer is ontworpen door Hans Gremmen, alumnus van de master Werkplaats Typografie en gastdocent van de bachelor Graphic Design. Gremmen heeft een basis gelegd voor het vervolg. Het plan is om elke volgende uitgave van ArtEZfact te laten ontwerpen door Gremmen, in samenwerking met een student van Art & Crossmedia Design in Enschede. Ben je student bij ACD en heb je hiervoor interesse? Neem contact op met de coördinator van de opleiding, Ina Bode.

This ‘zero edition’ was designed by Hans Gremmen, a graduate of the Master of Typography and a guest lecturer for the Bachelor of Graphic Design. In doing so, Gremmen has laid the foundations for future editions. The plan is for Gremmen to design each following edition of ArtEZfact together with a student of Art & Crossmedia Design at Enschede. Are you a student of ACD and are you interested? Please contact Ina Bode, the course coordinator.

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

18 19

Parisian universe Appeal / Who designed? x Years Later

18 18

fo to : M

a rc e l

Po e ls

tr a / p

ho to :

M a rc e

l Po e ls

tr a

van Pauline van Dongen Oproep / Wie ontwierp? x Jaar later

Oproep: Pimp die Bak!

x Jaar later In X Jaar later belichten we een oud-student van ArtEZ. Ditmaal Bertolf Lentink. Lentink (1980) studeerde aan het ArtEZ Conservatorium in Zwolle, afstudeerrichting gitaar. Tegen zijn eigen verwachting in maakte zijn carrière al snel een grote vlucht. “Steeds blijven zoeken naar de mooiste noot”

Lentink studeerde in 2005 af. “Na mijn afstuderen is het hard gegaan. Ik werd al snel gevraagd voor de band van Ilse de Lange, wat natuurlijk ontzettend kicken was. Ik heb toffe optredens gedaan, onder meer op Pinkpop. Daarna kreeg ik een platencontract en begon ik een solocarrière. Mijn debuutalbum For Life werd goed ontvangen, de single Another Day kwam in de Top 40. En weer heb ik een hoop toffe optredens gedaan. Lowlands, Concert at Sea. Momenteel zit ik in de studio om mijn tweede album op te nemen.” In maart won hij de Zilveren Harp. Deze belangrijke Nederlandse muziekprijs werd hem opgespeld door oud-winnares Ilse de Lange. Uit het juryrapport: “De jury van de Buma Zilveren Harpen kent Bertolf de harp vooral toe vanwege de kwaliteit van zijn liedjes. De jury ziet in Bertolf een componist en tekstschrijver met een grote toekomst.” Lentink: “Ik had niet gedacht dat het zo’n vaart zou lopen. De meeste mensen die conservatorium doen komen niet in de hitparade terecht. Sowieso waren er maar weinig mensen die zich bezighielden met popmuziek, de meeste van mijn studiegenoten kozen voor klassiek of vooral jazz. Ik heb natuurlijk ook veel jazz gespeeld, maar dat geeft niet. Dat was ook leerzaam en bovendien is er veel overlap. En zeker in de tweede fase kreeg ik alle vrijheid om mezelf te ontplooien in de popmuziek, om liedjes te schrijven. Mijn gitaardocent Hans Voogt heeft me daar enorm in gestimuleerd. Hij heeft me op het hart gedrukt dat ik steeds moet blijven zoeken naar de mooiste noot – of dat nu in popmuziek of in jazz is.” Tegenwoordig is er bij het Conservatorium veel aandacht voor de zakelijke kant van de muziekwereld. In de tijd dat Lentink afstudeerde was dat minder het geval. “Wat ik wel gemist heb, is wat meer aandacht voor de zakelijke kant van dit werk. Het conservatorium focuste sterk op het muziek maken zelf. Dat is natuurlijk logisch en ook heel goed, want het gaat uiteindelijk om de muziek. Maar je wordt vervolgens wel in het diepe gegooid, in die wereld van platencontracten en managers en boekingskantoren. Studenten die het ook willen maken in de popwereld zou ik dit aanraden: leer jezelf goed verkopen, en zorg ook dat je precies weet wat je wilt.”

Tekst: Anton de Wit

18, 19

x Years Later In X Years Later, we highlight a former ArtEZ student. This time it’s Bertolf Lentink. Lentink (1980) studied guitar at the ArtEZ School of Music in Zwolle. He hadn’t expected his career to take off so quickly. “Keep Looking For the Most Beautiful Note” Text: Anton de Wit

Lentink graduated in 2005. “It all went very quickly after I left. I was soon asked to join Ilse de Lange’s band, which of course was really cool. I did some great performances such as at the Pinkpop Festival. Then I got a record contract and went solo. My debut album For Life was well received, and the single Another Day reached the Top 40. And once again I did a bunch of great performances including Lowlands and Concert at Sea. Right now I’m in the studio recording my second album.” In March he won the Silver Harp Award. This important Dutch music prize was presented by former winner Ilse de Lange. According to the jury report: “The jury of the Buma Silver Harps is awarding Bertolf the Harp primarily for the quality of his songs. The jury feels that Bertolf is a composer and text writer with a big future”. Lentink: “I didn’t think that it would all go so fast. Most people who attend music school don’t have hits. There weren’t many people involved with pop music anyway; most of my fellow students opted for classical or mainly jazz. Of course, I also played a lot of jazz, but that’s OK. It taught me a great deal and moreover there’s also a major overlap. And certainly in the second phase, I was given every freedom to develop in pop music and to write songs. My guitar lecturer Hans Voogt encouraged me enormously. He told me to keep looking for the most beautiful note, whether it be in pop music or in jazz.” At the School of Music, a great deal of attention is currently devoted to the business aspects of the music world. However, there was less emphasis on this at the time that Lentink graduated. “What I did miss, was a bit more involvement with the business side of this work. The School of Music really focused on the music itself. Of course, that’s logical and all very good, because ultimately it’s about music. But you’re then thrown into the deep end: into the world of record contracts and managers and booking agencies. What I would now recommend to students who want to make in the pop world is to learn to sell yourself, and also to be sure that you know exactly what you want.”

19, 20


Digitaal laboratorium voor videoproducties

x Jaar later Digitaal laboratorium voor videoproducties

Experimenteren met nieuwe vertelvormen in het Digital Filmlab

Het Digital Filmlab is een laboratorium waar studenten onder professionele begeleiding met eigen videoprojecten aan de slag kunnen. Filmmaakster Aneta Lesnikovska (associate professor bij ArtEZ en creative director van het Digital Filmlab), Ina Bode (coördinator Art & Crossmedia Design), Moritz Metzner (student Fine Art) en Nick Smeenk, student MediaMusic van het Conservatorium, vertellen over het project. Lesnikovska: “We willen een platform creëren waar studenten de mogelijkheid hebben om projecten in te dienen en deze projecten in samenwerking met professionals en studenten van andere studierichtingen kunnen verwezenlijken.”

L E E R P R O C ES Vaardigheden als redactie voeren, scenario schrijven, fotografie, regie en productie worden in het Digital Filmlab getoetst en verscherpt. Lesnikovska:“Een belangrijk onderdeel van dit proces is zelfreflectie, dat studenten zelf het verloop van het proces toetsen en bij zichzelf nagaan of ze op de goede weg zijn.” De filmmaakster ziet in het lab ook een kans om nieuwe vertelvormen te laten ontstaan: “Sommige studenten zijn nog niet zo bekend met het medium digitale film en zijn daardoor nog niet ‘besmet’ met allerlei regeltjes van hoe het moet. Die studenten stimuleren we juist om een ander soort producties te maken en om hun eigen methode daarin te vinden. Dat maakt het voor mij ook interessant: samen kunnen we onderzoeken

hoe zij de nieuwe trendsetters in de sector zullen worden.” Daarbij kunnen studenten veel van elkaar opsteken: “Wanneer de ene student een korte film maakt volgens de klassieke vorm en de ander maakt bijvoorbeeld een video-installatie, dan kunnen ze door samen te werken en naar elkaars producties te kijken elkaar beïnvloeden.” In december vorig jaar ging het Digital Filmlab van start. Studenten konden in het kader van het programmaonderdeel Do it yourself zelf ideeën voor projecten indienen. Naast een synopsis van hun plan moesten zij ook duidelijk motiveren waarom ze dit project wilden maken. De ingediende ideeën werden door de docenten en coördinatoren inhoudelijk beoordeeld. Ook werd de haalbaarheid en het niveau van de studenten in het oordeel meegenomen. Tien van de ruim twintig projecten werden geselecteerd, uiteenlopend van video-installaties, fictiefilms, experimentele films, muziekvideo’s en moodboards. Op dit moment verkeren de projecten in verschillende fasen van productie.

A New Soul verkeert op dit moment in de pre-produc-

A NEW SOUL Student Fine Art Moritz Metzner maakt een korte fictiefilm van vijftien minuten als eindexamenproject. In A New Soul breekt de hoofdpersoon bij verschillende woningen in om de berichten op de antwoordapparaten van de bewoners af te luisteren.

K R AK E N D E D E U R Nick Smeenk, vierdejaars MediaMusic gespecialiseerd in filmmuziek, gaat de muzikale score maken bij een animatiefilm van Vera van Wolferen. De film wordt onderdeel van een installatie met maquettes waarbij ook filmbeelden worden geprojecteerd. De

tie fase, eind maart zijn de opnames. Waarom wilde Metzner meedoen met het Digital Filmlab? “Ik ben me de afgelopen jaren steeds meer met video en film gaan bezighouden. Ik heb video- en lichtinstallaties, videoclips en korte films gemaakt. Het medium film geeft me de uitdaging die ik nodig heb.” Voor Metzner heeft het lab een duidelijke meerwaarde in zijn studie. “Mijn studie in Enschede is heel vrij, we worden uitgenodigd om zelfstandig te werken. Toch kun je met het medium film niet alles zelf uitvoeren, je moet iemand hebben waar je op kan vertrouwen. Daar komt het Digital Filmlab om de hoek kijken. Het geeft je de steun en het gereedschap om je idee te realiseren. Uiteindelijk gaat het nog steeds om je eigen creativiteit, net zoals bij de andere studies op de academie.” Het samenstellen van zijn team ging Metzer met behulp van het Digital Filmlab makkelijk af: “Er zitten een aantal studenten op de academie in Enschede en in het lab, die enorm veel verstand van film hebben. Ik wist dus precies met wie ik het erover moest hebben.”

Maquette voor de animatiefilm van Vera van Wolferen

animatie vertelt het verhaal van een jongetje dat een vriendschap sluit met de kluizenaar die naast hem woont. Recent werd Smeenk tijdens een briefing van het filmlab aan Van Wolferen geïntroduceerd. “Bij het Digital Filmlab word je gekoppeld aan een project dat je inspireert en dat qua stijl en interesses bij je past”, zegt Smeenk. “En mijn eerste indruk is dat het wat betreft communicatie goed gaat klikken tussen ons.” Dit project biedt de jonge filmcomponist de kans om met origineel beeldmateriaal aan de slag te gaan: “Daar is doorgaans moeilijk aan te komen. Je moet een regisseur kennen of zelf iets maken. En als je oefent met bestaande films heb je de muziek al gehoord. Je bent dan al beïnvloed bij het componeren. Nu kan ik mijn eigen ideeën onbevangen op de beelden loslaten. Ik kan ervaren hoe het is om beeld en muziek zo samen te laten komen dat beide media elkaar versterken. Daarnaast is het een goede oefening om met een regisseur samen te werken. Ik ben erg benieuwd hoe het samenwerken op artistiek vlak verloopt en hoe de communicatie gaat. Vaak praten regisseurs in gevoelstermen om duidelijk te maken wat voor soort muziek ze willen. Het wordt interessant om het sprookjesachtige gevoel dat Vera in de film wil overbrengen te vertalen naar muziek.” Hoewel Smeenk soms al bedrijfsfilms van een muzikale score voorziet, biedt dit project hem de kans om nieuwe dingen uit te proberen. “Ik ga instrumenten inzetten als geluidseffecten. Om het geluid van een oude, krakende deur op een symbolische wijze weer te geven, gebruik ik bijvoorbeeld een fagot. Daarnaast verzorg ik met Roel Pothoven, een eerstejaarsstudent MediaMusic, de voice-over. Hij gaat zich bezighouden met het regisseren van de stem.” Hoewel propedeusestudenten les krijgen in de basisvaardigheden van het film maken, is het lab vooral bedoeld voor derde en vierdejaars. Tweedejaars mogen ook meedoen, mits ze goed presteren. Het lab bestaat naast het reguliere onderwijs en is bedoeld voor studenten die bovengemiddeld scoren. Het project verkeert op dit moment in de pilotfase, aan het einde van dit semester vindt er een tussenevaluatie plaats. “We gaan dan onder andere kijken naar het verloop van de projecten en evalueren of de leerdoelstellingen zijn gehaald, waar er verbetering gewenst is en wat er in de toekomst nog nodig is wat betreft de faciliteiten”, aldus Bode.

Digital Laboratory for Video Productions Experiment with new narrative forms in the Digital Filmlab

The Digital Filmlab is a laboratory where students can get to grips with their own video projects under professional guidance. Filmmaker Aneta Lesnikovska (an ArtEZ Associate professor and the creative director of the Digital Filmlab), Ina Bode (co-ordinator of Art & Crossmedia Design), Moritz Metzner (a Fine Art student) and Nick Smeenk (a MediaMusic student) discuss the Filmlab. Lesnikovska: “We want to create a platform where students have the opportunity to submit projects and then realise them in cooperation with professionals and students from other specialisations”. Text: Michael Minneboo

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

19 20

x Years Later Digital Laboratory for Video Productions

18 20

Tekst: Michael Minneboo

C R O S S M EDIA Het Digital Filmlab is interdisciplinair. “Door de technische ontwikkelingen is het werk van grafische ontwerpers letterlijk in beweging gekomen. Crossmedia is een belangrijk kernbegrip. Je bent tegenwoordig niet alleen graphic designer of filmmaker. Alle disciplines groeien naar elkaar toe. Uiteindelijk leiden we de studenten op in communicatie: het verhaal staat centraal, los van het medium waarin dat verteld wordt”, zegt Bode. In het medium film komen veel kunstdisciplines samen, vindt Lesnikovska. “Het medium heeft aansluiting op verschillende opleidingen binnen ArtEZ: setontwerp, vormgeving, fashion design en sound design. Ook de nieuwe opleiding Comic Design in Zwolle zou goed in dit geheel passen, in verband met storyboards en dergelijke.” In dat opzicht fungeert het Digital Filmlab als een eiland tussen de verschillende specialisaties. De studies Fine Art, Art & Crossmedia Design en MediaMusic van de locatie in Enschede zijn bij het lab betrokken. Het is de bedoeling dat in de toekomst ook de locaties in Arnhem en Zwolle aan het Digital Filmlab worden verbonden. “We zijn nu contact aan het leggen met de andere opleidingen binnen ArtEZ, zoals theater, fashion design en architectuur, om te kijken hoe ze met ons kunnen samenwerken aan het Digital Filmlab”, zegt Lesnikovska. Om op het productievlak het samenwerken met de andere locaties makkelijk te maken, moet er in de toekomst een busje komen dat volledig is uitgerust voor audiovisuele producties, inclusief montagesuite en opnameapparatuur.

C R O S S M EDIA The Digital Filmlab is interdisciplinary. “Technical developments mean that a graphic designer’s work has been literally set in motion. Crossmedia is an important core concept. Nowadays you’re not simply a graphic designer or a filmmaker. All the disciplines are growing towards each other. Ultimately, we’re educating the students in communication: the story is at the centre, and remains separate from the medium in which it is told”, says Bode. According to Lesnikovska, many arts disciplines merge in the medium of film. “The medium is connected with a great many courses at ArtEZ: set design, design, fashion design and sound design. Also the new Comic Design course at Zwolle would fit in well with all this in terms of storyboards, etc.” In that respect, the Digital Filmlab functions as an island between the various specialisations. The Fine Art, Art & Crossmedia Design and MediaMusic courses at the Enschede location are involved with the Filmlab. In the future, the plan is that the Arnhem and Zwolle locations will also be linked to it. Lesnikovska: “We’re now establishing contact with the other courses at ArtEZ, such as theatre, fashion design and architecture, so as to see how they can work with us at the Digital Filmlab”. So as to facilitate co-operation with the other locations in terms of productions, in the future a small bus will be needed that is completely equipped for audio-visual productions, and includes an editing suite and recording equipment.

Maquette for Vera van Wolferen’s animation film

other: “When one student makes a short film according to the classical method while the other creates, for instance, a video installation, then they can still influence each other by working together and by looking at each other’s productions”. The Digital Filmlab was launched in December 2009. For the ‘Do it yourself’ part of the programme students could submit ideas for projects themselves. Along with a synopsis of their plan, they had to provide a clear motivation for why they wanted to make the project in question. The lecturers and coordinators then assessed the submitted ideas. This assessment also includes the feasibility and the level of the students. Ten of the more than twenty projects were selected, which varied from video installations, fiction films, experimental films, music videos and mood boards. Right now, the projects are in different stages of production.

L E A R N I N G P R O C ES S Skills such as editorial work, writing scenarios, photography, direction and production are checked and honed at the Digital Filmlab. Lesnikovska: “Selfreflection is an important part of this process. The students test how everything is progressing and whether they are on the right path.” The filmmaker also regards the Filmlab as being an opportunity for creating new narrative forms: “Some students are still unfamiliar with the medium of digital film, and are therefore not yet ‘infected’ with all the rules about how it should be done. In fact, we encourage the students to make different kind of productions and to discover their own methods. This also makes it interesting for me: together we can investigate in what way they will become the new trendsetters of this sector”. Students can also learn a lot from each

A NEW SOUL Fine Art student Moritz Metzner is making a short, 15-minute fiction film as a finals project. In A New Soul, the main character breaks into a number of homes so as to listen to the messages on the residents’ answering machines. The film is now in

20, 21

the pre-production phase; the recordings will be made at the end of March. So why did Metzner want to participate in the Digital Filmlab? “I’ve become increasingly involved with film and video over the last few years. I’ve made video and light installations, video clips and short films. As a medium, film gives me just the challenge I need.” For Metzner, the Filmlab provides obvious added value to his course. “My course in Enschede is completely free; we’re invited to work independently. But you can’t do everything with film on your own; you have to have someone you can trust. And that’s where the Digital Filmlab comes in. It gives you the support and tools for realising your idea. Ultimately, it’s still about your own creativity, just like the other courses at the Academy.” With the Digital Filmlab’s help, Metzner soon managed to put together a team: “There are a number of students at the Academy in Enschede and at the Filmlab, who know a tremendous amount about film. So I knew exactly who I needed to talk to.” C R E AK I N G D O O R Nick Smeenk, a fourth-year MediaMusic student specialised in film music, is composing the score for an animation film by Vera van Wolferen. The film

will be part of an installation with maquettes where film images will also be projected. The animation tells the story of a small boy, who befriends the hermit who lives next door to him. Recently, Smeenk was introduced to Van Wolferen during a briefing at the Filmlab. “At the Digital Filmlab, you’re paired up with a project that inspires you and suits you in terms of style and interests”, says Smeenk. “And my first impression is that it really clicked between us so far as communication is concerned.” This project presents the young film composer with the opportunity of working with original visual materials: “Generally that’s difficult to achieve. Either you have to know a director or you must make something yourself. And when you practise with existing films, you’ve also heard the music so that you’ve already been influenced when you compose. Now I can unleash my ideas on the images with an open mind. I can experience what it’s like to let image and music coincide in such a way that both media strengthen each other. Working with a director is also a good exercise. I’m very curious about how the artistic collaboration will go and what the communication will be like. Directors often talk in terms of feelings so as to make clear the kind of music they’re after. It’s going to be interesting to translate into music that fairytale sense that Vera wants to convey in the film”. Although Smeenk has already written scores for company films, this project offered him the chance to try out new things. “I’m going to use instruments as sound effects. For instance, I’m using a bassoon to suggest, in a symbolic way, the sound of an old, creaking door. In addition, I’m making the voice-over with Roel Pothoven, a first-year MediaMusic student. He’s going to direct the voice.” Although foundation-year students are taught basic film making skills, the Filmlab is primarily intended for third and fourth years. Second years can also participate if they do well. The Filmlab exists alongside the regular education and is intended for students with above average scores. At this point, the project is in the pilot phase; an interim evaluation will be made at the end of this semester. Bode: “Amongst other things, we’ll be looking at how the projects are progressing, and we will evaluate whether the educational objectives have been achieved, where improvement is desirable and what is still needed in the future in terms of the facilities”.

21, 22


Waar ben je mee bezig?! Tekst: Abeke Schreur

Willem-Jan Rijper, vierdejaarsstudent Fine Art in Enschede “Ik werk aan verschillende projecten. Een project over facebook. Een site die claimt dat je makkelijk contact kunt onderhouden met vrienden. Dat kon altijd al, maar dat zeggen ze niet. Ik ben mijn eigen website aan het inrichten volgens het facebookprofiel, maar dan getekend. Je kan via die site contact opnemen met mij zoals dat altijd al kon. Ook heb ik een huisje gebouwd op het dak van de AKI. Er is een middengebied tussen academie en waar je woont. Ik voel bijvoorbeeld nooit een scheiding tussen vakantie en geen vakantie. Ik probeer de plek die dat heeft in mijn hoofd en het gevoel dat er bij hoort fysiek te maken met dit huisje. Dat gevoel komt voort uit aan de ene kant mij wel verbonden voelen en aan de andere kant mij los willen maken van de academie. Het huisje is onderdeel van het losmaakproces. De ervaringen van anderen in de confrontatie met het huisje helpen mij daarbij.” G EDI CH T E N P R O J EC T “Daarnaast werk ik aan een gedichtenproject. Anderhalf jaar lang heb ik elke dag een ander gedicht op mijn website gezet. Nu heb ik een gedicht op keramiek geprint en in een boom gehangen. Ik wilde eigenlijk een boomhut bouwen, maar als ik de woorden ‘boomhut’ in een boom hang is dat ook een boomhut, of woorden die het beschrijven. Ik heb het geprobeerd en het werkt.”

voor videoproducties Waar ben je mee bezig?!

TV, foto: Willem-Jan Rijper / Television, photo: Willem-Jan Rijper

V E RWACH TI N G “Al mijn projecten hebben te maken met ‘plek’. Een relevant thema, veel mensen zijn bezig met de zoektocht naar de eigen identiteit. In een boom heb ik een geluidsdrager gehangen, niet zichtbaar. Wat je wel ziet is een koptelefoon. Een bandje speelt constant af, ik moet er regelmatig langs om batterijen te verwisselen. Je hoort mij praten, ik lees een tekst over plek. Ik had graag een favela (sloppenwijk, red.) willen bouwen op de expositieruimte van de eindexamens. Maar dat is te duur en kost te veel tijd. Ik werk graag buiten. Het wordt lastig om te kijken hoe ik mijn werk ga tonen in een exporuimte. Als ik bijvoorbeeld een foto maak van de boom met koptelefoon creëer ik in feite een nieuwe plek. Een routebeschrijving zou kunnen, maar dan is er geen verrassing. Het gaat over verwachting en uitgangspunt. Je gaat naar een museum om kunst te bekijken, naar het bos om bijvoorbeeld je hond uit te laten. Als ik een routebeschrijving zou maken, zou ik het bos of die plek tot een museum maken. Dan gaan mensen er naartoe met de verwachting iets aan te treffen wat je er normaal niet aan zult treffen. Dat is voor mij niet interessant. Plek ontstaat door de aanwezige.” LO S KO M E N “De dingen die ik maak zijn een reactie op de omgeving. Ik schep de mogelijkheid tot verandering van de functie of de creatie van een plek. Ik ben een paar maanden naar Marokko geweest voor het schrijven van mijn scriptie. Ik wilde loskomen van de academie. Los van andermans ideeën. Al is de academie heel vrij, het voelt toch beperkend. Het draait voor mij om het voelen van ruimte, me geplaatst voelen. Een ruimte wordt plek als je ermee vertrouwd raakt. Aan de andere kant, wat je elke dag doet, zet je meer gevangen dan nieuwe dingen. Het was goed om een tijd in Marokko te zitten, alles is nieuw, maar je neemt de dingen zoals ze komen.”

What are you doing?! Text: Abeke Schreur

Willem-Jan Rijper, fourthyear Fine Art student at Enschede “I’m working on various projects. Such as a project about Facebook: a site that claims that it’s easy to keep in touch with your friends. That was always possible, but they don’t say it. I’m setting up my own website to look like the Facebook profile, but then drawn. You can contact me through this site, just as you always could. I’ve also built a small house on the roof of the ArtEZ location in Enschede. There’s a middle area between ArtEZ and where you live. For instance, I never feel a division between being on holiday and not being on holiday. With the small house, I’m trying to make something physical out of the place that this has in my head and the accompanying feeling. That feeling is generated by, on the one hand, feeling connected with the Academy and, on the other, wishing to separate from it. The small house is a part of the separation process. The experiences of other people in the confrontation with the house have helped me here.” P O E M P R O J EC T “In addition, I’m working on a poem project. Each day for the last 18 months, I have added a new poem to my website. Now I’ve printed a poem on ceramics, which I’ve hung in a tree. Actually, I wanted to build a tree house, but if I hang the words ‘tree house’ in a tree, then it’s also a tree house or words that describe it. I tried it and it works.”

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

22

Video Productions What are you doing?!

23

www.willemjanrijper.com

E X P EC TATI O N “All my projects are to do with ‘place’. A relevant theme, and many people are involved with the quest for their own identity. In a tree I’ve hung sound equipment, which can’t be seen. What you do see are headphones. A tape is constantly playing; I have to pass by regularly so as to change the batteries. You hear me talking; I’m reading a text about place.” “I would have liked to have built a favela (a Brazilian slum, ed.) at the finals’ exhibition space. But that’s too expensive and takes too much time. I like working outside. It’s going to be difficult to see how I can show my work in an exhibit space. For instance, if I take a photo of the tree with the headphones, I’m effectively creating a new space. A route description would be possible, but then there’s no surprise. This is about expectation and point of departure. You go to a museum to see art or to the woods, for instance, for taking your dog out for a walk. If I were to make a route description, I would turn the woods or that particular place into a museum. Then people would go there with the expectation of encountering something that you normally wouldn’t encounter. For me, that’s not interesting. Place occurs through those present.” B R E AK I N G F R E E “The things that I make are a reaction to the environment; I create the potential for changing the function or the creation of a place. I went to Morocco for a couple of months to write my dissertation. I wanted to break free of the Academy. Free of other people’s ideas. Even if the Academy’s completely free, it still feels limiting. For me it’s about feeling space, about me feeling placed. A space becomes place once you’re familiar with it. On the other hand, what you do each day traps you more than new things. It was good to spend some time in Morocco: everything is new but you take things as they come.” www.willemjanrijper.com

Vil Hjálmr, foto: Willem-Jan Rijper / Vil Hjálmr, photo: Willem-Jan Rijper

22, 23

23, 24


Waar ben je mee bezig?! Het publiek in de buik raken

Vierdejaars toneelschool spelen Blue Remembered Hills in regie van Sarah Moeremans

22 25

What are you doing?! Hitting the Audience Hard

23 24

Tekst: Vanessa Sloot

“Ik ben in mijn regie niet op zoek naar de realiteit, maar naar het theater in het theater”

Sarah Moeremans, regisseur “When I direct, it’s not reality I’m seeking but the theatre in theatre”

“Je laat het publiek iets beleven zodat ze in hun hoofd en in hun buik worden geraakt. Dat vind ik een mooi streven voor onze eindvoorstelling”

Annelies Appelhof (links, met rechts Hanne Struyf ), student toneelschool

Sarah Moeremans, director “You let the audience experience something that affects both their minds and their guts. For me, that would be a worthy endeavour for our finals production.”

Annelies Appelhof (left, with Hanne Struyf on the right), Drama School student

Struyf: “Het is op onze toneelschool een traditie dat je met je hele klas de eindvoorstelling maakt.” “Maar verplicht is het niet”, vult Appelhof aan. “We waren het er in de klas echter al snel over eens dat we samen willen afstuderen.” Struyf: “Tijdens de opleiding doe je heel veel samen met je klas. In het vierde studiejaar ga je meer je eigen weg. Je bepaalt dan zelf met wie je een voorstelling gaat maken. Zo hebben Annelies en ik samen de voorstelling ‘Ik is een ander’ gemaakt. Voor onze klas is het wel iets emotioneels om nog één keer samen een voorstelling te maken voordat we allemaal een andere richting op gaan.” Alle vierdejaars waren het eens dat deze voorstelling geregisseerd moest worden door Moeremans. Struyf: “Aan het begin van het derde jaar hebben we Risjaar Modderfokker Den Derde (Tom Lanoye bewerking van Richard III van Shakespeare, red.) gespeeld onder regie van Sarah. Dat werkte heel goed. Docent en coördinator Ernst Braches gaf aan dat het wellicht een idee was om haar alvast te vragen als regisseur van de eindvoorstelling.” Appelhof: “Eigenlijk vonden we het wel een beetje vroeg om ons al zo vast te leggen. Wie weet met welke regisseurs we nog zouden werken dat jaar. Maar de klik met Sarah was zo goed dat we unaniem vonden dat we Sarah moesten vragen.” “Voordeel is ook dat we zo meer tijd hadden om een stuk uit te kiezen.”, vult Struyf aan.

Hitting the Audience Hard Fourth-year Drama School students play Blue Remembered Hills, directed by Sarah Moeremans

S TI L L E G E T U IG E N Moeremans is een drukbezet regisseur, maar wilde graag de eindvoorstelling regisseren. Zij had een stuk in gedachten: Blue Remembered Hills. Moeremans: “In samenspraak met de studenten hebben we hiervoor gekozen. Er zijn, voordat we tot die beslissing kwamen, uiteraard wel eerst stukken van allerlei aard gepasseerd. Van Griekse tragedies tot stukken van theatermaker Eric de Vroedt. Dit stuk leek me echter heel geschikt voor ons. De vorm van het stuk is poreus en niet erg rigide is zijn structuur. Je kunt er dus nog helemaal je eigen interpretatie van maken.” Appelhof: “Ik vind het inderdaad belangrijk dat de vorm nog niet vastligt. Het stuk heeft geen dwingende taal.” Struyf: “De kinderen in dit stuk worden door volwassenen gespeeld. Zij geven daarmee eigenlijk indirect commentaar op zichzelf, dat vind ik interessant.” Moeremans: “Ik zie het stuk als metafoor voor de volwassen wereld waar kinderen stille getuigen van zijn, slechts kopieerder worden. Ze kopiëren in dit stuk de volwassenen zonder de context te kennen.”

Each year, the fourth-year students of ArtEZ Drama School (Theatre course) choose both a director and a play for their finals production. This year, they opted for the Flemish director Sarah Moeremans. In fact, the students already knew her because she’s an acting lecturer, and also holds classes in repertoire and text discussion. The play that the students and the director chose is called Blue Remembered Hills. An interview with students Hanne Struyf and Annelies Appelhof, and director Sarah Moeremans. Text: Vanessa Sloot

MA R I O N E T T E N De eindvoorstelling vraagt om een andere manier van werken voor een regisseur. In veel gevallen kiest of schrijft de regisseur een stuk en zoekt daar de acteurs bij. In dit geval staat de groep acteurs al vast. Moeremans: “Bij een eindvoorstelling van de toneelschool ligt het accent op het spel van de acteurs en niet op de vormgeving of de mise-en-scène. Sowieso is mijn manier van werken om samen met de acteurs een voorstelling te creëren. Ik zet acteurs niet als een soort van marionetten in mijn voorstelling. Mijn uitgangspunt is: hoe kunnen we met deze groep het stuk brengen. In die zin wijkt deze manier van werken niet af van mijn normale manier van werken.”

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

Het publiek in de buik raken

Elk jaar kiezen de vierdejaars van de ArtEZ toneelschool zelf een regisseur en toneelstuk voor de eindvoorstelling waarop zij afstuderen. Dit jaar hebben zij gekozen voor de Vlaamse regisseur Sarah Moeremans. Moeremans is geen onbekende voor de studenten. Zij is speldocent en geeft er les in repertoire en tekstbehandeling. Het stuk waarvoor de studenten en de regisseur hebben gekozen heet Blue Remembered Hills. Een gesprek met studenten Hanne Struyf en Annelies Appelhof en regisseur Sarah Moeremans.

M O R E IS M O R E De regiestijl van Moeremans wordt wel omschreven als fysiek en absurdistisch. “Ik ben in mijn regie niet op zoek naar de realiteit, maar naar het theater in het theater. More is more, zeg maar. Mijn stukken zijn nooit ‘waarachtig’ en ik ben niet op zoek naar herkenbaarheid. Dit kan inderdaad leiden tot absurdisme of surrealisme in mijn stukken.” Appelhof: “Sarah kijkt scherp naar wat je zelf aangeeft in je spel. Daar bouwt zij op voort. Ze spoort je aan om je fantasie nog groter te maken. Wat ik mooi vind is als er een soort vervreemding optreedt.” Struyf vult aan: “Dat je het publiek aan het denken zet.” Appelhof: “Dat niet alleen. Je laat het publiek iets beleven, zodat ze niet alleen in hun hoofd, maar ook in hun buik worden geraakt. Dat vind ik een mooi streven voor onze eindvoorstelling.”

SARAH MOEREMANS Sarah Moeremans (1979) volgde de acteursopleiding aan de Antwerpse Hogeschool voor de Kunsten Studio Herman Teirlinck. Vervolgens studeerde ze in 2005 af aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten aan de regieopleiding met de voorstelling Roostattoo naar T. Williams. Zij won hiermee de Ton Lutz Prijs voor meest veelbelovende regie. Sarah heeft inmiddels aan verschillende theater- en filmprojecten haar medewerking verleend als actrice, regisseur en vormgeefster. Tot eind maart toerde haar voorstelling Extreem, die ze maakte voor MTV, door Nederland. Op het moment van schrijven is zij druk bezig met de montage van de voorstelling Diplodokus Deks bij Tryater, maar ook met de voorbereidingen voor The Golden Boy bij het Belgische gezelschap Theater Antigone. BLUE REMEMBERED HILLS Blue Remembered Hills was oorspronkelijk een televisiespel dat in 1980 werd getoond op BBC. Het gaat over kinderen die in de Engelse bossen spelen terwijl de Tweede Wereldoorlog volop aan de gang is. De auteur, Dennis Potter (1935-1994), geloofde niet in kinderlijke onschuld en wilde dan ook per se dat volwassen acteurs de kinderrollen speelden. De Vlaamse groep De Roovers bracht in 2003 Blue Remembered Hills in een Nederlandse toneelversie, uiteraard met volwassen acteurs. De vierdejaars van ArtEZ toneelschool gebruiken deze Nederlandse vertaling van De Roovers. De eindvoorstelling is te zien op: — 15 juni try out ArtEZ Arnhem — 16 juni try out ArtEZ Arnhem — 17 juni try out Schouwburg Arnhem — 18 juni Schouwburg Arnhem — 19 juni Concordia Enschede — 24 juni ITs Festival Amsterdam

Hanne Struyf houdt in mei een blog bij over de totstandkoming van de voorstelling. Kijk op: www.artez.nl/theater

24, 25

SARAH MOEREMANS Sarah Moeremans (1979) attended the actor’s course at the Antwerpse

Hogeschool voor de Kunsten Studio Herman Teirlinck. She then graduated in 2005 from the director’s course of the Amsterdam School of the Arts with a production of The Rose Tattoo by Tennessee Williams. This won her the Ton Lutz Award for the most promising direction. Since then Sarah has been involved with various theatre and film projects as an actress, director and designer. Until the end of March, she was touring the Netherlands with her production Extreem, which she made for MTV. As this article was being written, she was busy editing a performance of Diplodokus Deks at Tryater and also preparing The Golden Boy for the Belgian company Theater Antigone. BLUE REMEMBERED HILLS Blue Remembered Hills was originally a television play that was shown in 1980 on the BBC. It’s about children playing in English woods at the height of the Second World War. The author, Dennis Potter (1935-1994), did not believe in childlike innocence, and wanted the children’s roles to be played by adult actors. In 2003, the Flemish group De Roovers produced a Dutch-language version of Blue Remembered Hills with, of course, adult actors. The ArtEZ Drama Schools’ fourth-year students are using De Roovers’ Dutch translation. The finals production will be performed at: — 15 June: ArtEZ Arnhem (public rehearsal) — 16 June: ArtEZ Arnhem (public rehearsal) — 17 June: Schouwburg Arnhem (public rehearsal) — 18 June: Schouwburg Arnhem — 19 June: Concordia, Enschede — 24 June: ITs Festival, Amsterdam

Struyf: “It’s a tradition at our drama school that the finals production will involve the entire class”. “But that’s not compulsory”, adds Appelhof. “However, our class soon agreed that we wanted to graduate together.” Struyf: “On the course, you do a lot of things together with your class. But in the fourth year you tend to go your own way. Then you decide for yourself who you want to do a production with. That’s how Annelies and I did Ik is een ander. But for our class, it’s an emotional thing to make one last production together before we head off in different directions”. All the fourth-years agreed that Moeremans should direct this production. Struyf: “At the beginning of the fourth year, Sarah directed us in Risjaar Modderfokker Den Derde (Tom Lanoye’s treatment of Shakespeare’s Richard III, ed.). This worked out really well. Meanwhile, lecturer and co-ordinator Ernst Braches suggested that it was perhaps an idea to ask her to direct the finals production”. Appelhof: “Actually, we felt that it was a bit too early to commit ourselves. Who knows which other directors we would work with that year. But it clicked so perfectly with Sarah that we unanimously agreed that we should ask her”. “The advantage was that this also gave us more time to choose a play”, added Struyf. S I L E N T WIT N ES S ES As a director, Moeremans is much in demand but she really wanted to direct the finals production. In addition, she already had a play in mind: Blue Remembered Hills. Moeremans: “We chose it after talking with the students. But before we took that decision, naturally we looked at all kinds of other plays: from Greek tragedies to plays by the theatre maker Eric de Vroedt. However, this one seemed just right for us. Its form is porous and the structure is not too rigid. This means that you can completely imbue it with your own interpretation”. Appelhof: “I do find it important that the form has not yet been fixed. There’s no coercive language in the play”. Struyf: “The children in this play are acted by adults. Hence, they are providing an indirect commentary about themselves, which I find interesting.” Moeremans: “I view the play as a metaphor for the adult world where children are the silent witnesses, mere copies. Here, they copy the adults without understanding the context”. MA R I O N E T T ES This finals production requires a different approach from the director. In many cases, he or she either selects or writes a play, and then looks for the right actors. But in this case, the group of actors was already known. Moeremans: “A theatre school finals production emphasises the acting rather than the design or staging. But in fact, my way of working is to create a production together with the actors anyway. I don’t position the actors like marionettes in my productions. My starting point is: how can we make the play with this group? In that sense, this way of working is no different than my normal way”. M O R E IS M O R E Moeremans’ directing style has been described as both physical and absurdist. “When I direct, it’s not reality I’m seeking but the theatre in theatre. More is more, you could say. My plays are never ‘real’ and I’m not looking for the recognizable. This can indeed result in absurdism or surrealism in my plays.” Appelhof: “Sarah keeps a sharp eye on what you yourself suggest through your acting. Then she builds on that. She spurs you on to increase your powers of imagination. What I love is that this creates a kind of alienation”. Struyf adds: “That you make the audience think”. Appelhof: “Not only that. You let the audience experience something that affects both their minds and their guts. For me that would be a worthy endeavour for our finals production”. In May, Hanne Struyf will be blogging about the production’s development, visit www.artez.nl/theater

25, 26


Beeld-index

TEL AVIV Op 25 december 2009 organiseerde de Dansacademie een auditie in Susanne Dellal Dance Center in Tel Aviv, Israel. Vijf deelnemers werden geselecteerd, waarvan één tijdelijke uitwisselingsstudent. Ook in Italië en Portugal zijn audities gehouden. Foto: Aryeh Weiner On 25 December 2009, the School of Dance organised an audition at the Susanne Dellal Dance Center in Tel Aviv, Israel. Five participants were selected, one of whom is a temporary exchange student. Auditions have also been held in Italy and Portugal. Photo: Aryeh Weiner.

ARNHEM In januari vond Generatie Oost plaats, het jaarlijkse project van Generale Oost en ArtEZ toneelschool. Derdejaars werken samen met regisseurs en acteurs uit de praktijk; jonge honden en oude rotten in één project. Susanne Kennedy en Olivier Provily regisseerden beiden een stuk. Foto: Judith Zwikker January brought us Generatie Oost, the yearly project by Generale Oost and ArtEZ Theatre Academy. Third-year students work with experienced directors and actors – young blood and oldies in one project. Suzanne Kennedy and Olivier Provily each directed a play. Photo: Judith Zwikker

LEIPZIG Bij de uitverkiezing van de ‘Schönste Bücher aus aller Welt 2009’ is het boek ‘Open City. Designing Coexistence’ dat werd ontworpen door de Werkplaats Typografie samen met Mevis & Van Deursen met een eervolle vermelding bekroond. The book ‘Open City. Designing Coexistence’, that was designed by the Typography Workshop in cooperation with Mevis & Van Deursen, received an honourable mention at the ‘Schönste Bücher aus aller Welt 2009’ awards.

AMSTERDAM Op vrijdag 29 januari presenteerden studenten Fashion Design en Product Design de 12e editie van Collectie Arnhem en de tweede Collectie Arnhem Product op de Amsterdam International Fashion Week. Foto: Louise te Poele On Friday, 29 January, Fashion Design and Product Design students presented the 12th edition of the Collectie Arnhem and the second Collectie Arnhem Product at the Amsterdam International Fashion Week. Photo: Louise te Poele

26

raken Beeld index

ARNHEM Het ChoCo project is een gezamenlijk project van de Dansacademie en het Conservatorium in Arnhem dat jaarlijks in het najaar plaatsvindt. Centraal staat hoe artistieke ideeën over dans en muziek samengebracht kunnen worden. The ChoCo project is a joint project of the School of Dance and the School of Music in Arnhem, which is held each year in the autumn. It focuses on how artistic ideas about dance and music can be brought together.

Image-index

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

ALMERE Studenten van de master Architectuur presenteerden in februari zeventien toekomstplannen voor de doorontwikkeling van de stadslandbouw-woonwijk Agromere. De gemeente Almere organiseerde een expositie om de plannen aan publiek te presenteren. In February, Architecture Master’s students presented 17 future plans for the continued development of Agromere, an urban agriculture neighbourhood. The Municipality of Almere organised an exhibition so as to present the plans to the public.

26

raken Image index

ALEXANDRIË / ALEXANDRIA Derde- en vierdejaars van de opleiding Docent Theater uit Arnhem speelden hun voorstelling ‘The Crucible’ van Arthur Miller tijdens een theaterfestival in Egypte, in een regie van docent Arie Peterse. Zie ook artez.nl/theater. Third and fourth-year students of Theatre in Education at Arnhem performed their production of Arthur Miller’s ‘The Crucible’ at a theatre festival in Egypt. It was directed by Arie Peterse.

ZWOLLE Op uitnodiging van het ArtEZ Conservatorium gaf de in New York woonachtige jazzgitarist Mike Moreno op vrijdag 19 februari een workshop aan gitaarstudenten van de drie locaties. At the invitation of ArtEZ School of Music, jazz guitarist Mike Moreno, who lives in New York, held a workshop on Friday, 19 February for guitar students from all three locations.

HEINO/WIJHE. In Kasteel het Nijenhuis plaatsen Zwolse studenten Fine Art om beurten een of meer werken tussen de vaste collectie. Het spits werd afgebeten door vierdejaarsstudent Lillian van Neck. Zij plaatste een videowerk op verrassende wijze tussen de schilderijencollectie. At Kasteel het Nijenhuis, Fine Art students from Zwolle take turns to show one or more works alongside the permanent collection. Fourth-year student Lillian van Neck set the ball rolling. She placed a video work in a surprising way between the collection’s paintings.

Foto van jouw (student)project op deze pagina? Mail de foto met toelichting aan artezfact@artez.nl. De redactie maakt een selectie. Do you want your photo on this page? Email the photo with an explanation to artezfact@artez.nl. The editors will make a selection.

26, 27

27, 28


ArtEZ Press release Uitgeverij ArtEZ Press brengt boeken uit op het gebied van kunst, cultuur en onderwijs. De publicaties zijn voor studenten en docenten van kunstopleidingen in binnen- en buitenland, kunstenaars en beleidsmakers. Alle uitgaves staan op artez.nl/artezpress. De boeken zijn voor medewerkers en studenten met korting verkrijgbaar in de mediatheken van ArtEZ. De nieuwste publicaties van ArtEZ Press op een rij:

Kleur is een vast onderdeel van ons dagelijks leven. Wij maken er op tal van manieren gebruik van, bij praktisch al onze bezigheden. Door middel van een interdisciplinair onderzoek naar kleur laat het handboek zien dat kleur zich lieert aan allerlei aspecten van de samenleving. Kleur betreft niet alleen een van de belangrijkste beeldmiddelen van onze hedendaagse cultuur maar speelt een essentiële rol in het menselijke functioneren. Het handboek vertrekt vanuit een Europees, westers perspectief maar plaatst ontwikkelingen nadrukkelijk in een breed, internationaal kader. AUTEURS: o.a. André Platteel, Barbara Vinken, Gert Staal, Bart Lootsma, Aaron Betsky, Max Bruinsma REDACTIE: Jan Brand, Anne van der Zwaag, Minke Vos

FO N G - L E N G Fong-Leng opent in 1971 haar studio in de Amsterdamse P.C. Hooftstraat. Van daaruit ontwerpt ze tien jaar lang uitzinnige en spectaculaire haute couture creaties die veel opzien baren, vooral omdat ze deze ook op ongewone locaties als voetbalstadions, musea en zwembaden laat zien. In haar creaties vertegenwoordigt Fong-Leng de tijdgeest van de jaren zeventig. Ze brengt als eerste mode met een internationale uitstraling binnen Nederland en achteraf blijkt ze een inspirator voor de latere generatie ontwerpers zoals bijvoorbeeld Viktor&Rolf, die zelfs één van hun shows aan haar opdroegen. AUTEUR: Karin Schacknat ONTWERP: Mariola Lopez REDACTIE: Jan Brand, José Teunissen

Beeld index ArtEZ Press release Dubbelspot

I.s.m. Uitgeverij d’ jonge Hond

Dubbelspot

O I LI LY Oilily vertelt het verhaal van een van Nederlands belangrijkste modemerken. Van de pioniersjaren in de wilde jaren zestig tot het grote succes in de jaren tachtig. Van de groei naar meer dan zeventig eigen winkels in o.a. New York en Tokio tot de transformatie naar een modemerk met een eigen dameslijn, parfum en accessoires. De eigenzinnige, maar functionele ontwerpen, gecombineerd met nuchter Hollands ondernemerschap, hebben het merk een unieke plaats gegeven in de wereld van de kinderkleding. Oilily is niet alleen het verhaal van een modemerk, het is het verhaal van een tijdgeest. AUTEUR: Jos Arts ONTWERP: Mariola Lopez REDACTIE: Jan Brand, José Teunissen

Op artez.nl in de rubriek Gespot vermeldt ArtEZ studenten en docenten die een belangrijke nationale of internationale prijs hebben gewonnen. In Dubbelspot lichten we hier een student of docent uit. Ditmaal dubbel aandacht voor docent architectuurgeschiedenis Hans van Dijk.

I.s.m. Uitgeverij d’ jonge Hond M O D E E N V E R B E E LDI N G Sinds de jaren zestig lijkt de grens tussen mode en kunst steeds meer te vervagen. De mode, die door de jeugdcultuur van de jaren zestig veel democratischer werd, is vanaf dat moment ook een medium waarmee concepten, ideeën en politieke idealen kunnen worden uitgedrukt. Doordat de mode niet langer alleen maar het ideaalbeeld van een vrouw neerzet, maar ook een reflectie is op wat er speelt in onze cultuur, is de kunstwereld geïnteresseerd geraakt in mode. Mode en verbeelding maakt de betekenis van dit fenomeen duidelijk. AUTEURS: Jos Arts, Patrizia Calefato, Ulrich Lehmann, Gilles Lipovetsky, Luca Marchetti, Marga van Mechelen, Karin Schacknat, José Teunissen, Barbara Vinken, Minke Vos ONTWERP: Roger Willems REDACTIE: Jan Brand, José Teunissen, Catelijne de Muijnck

DE KRACHT VAN DE TIJD Gebouwen bestaan niet alleen in ‘real time’, maar ook in de vorm van ideeën, wensen, beleidsplannen en maatschappelijke veranderingen. Architectuur vertelt over visionaire architecten, voortschrijdend overheidsbeleid en brengt mensen in beweging. Hans van Dijk (1948) tast al die gebieden af met het oog van de historicus, als gepassioneerd docent aan ArtEZ én als criticus. Zijn oeuvre werd onlangs bekroond met de Prijs voor de Kunstkritiek. Tekst: Manon Berendse

I.s.m. Uitgeverij d’ jonge Hond

“We zullen een rustige plek moeten opzoeken in dit gebouw vol open werkplekken – een gruwel, als u het mij vraagt.” Maar als we elkaar treffen in het BK City gebouw van TU Delft waaraan Hans van Dijk ook verbonden is, vertelt hij enthousiast over hoe de slim verbouwde bakstenen kolos inwerkt op studenten en medewerkers. De ruimtes zijn er hoog, daglicht stroomt naar binnen en de gangen zijn er enorm breed – ze lopen als een slagader door het gebouw. “Je komt elkaar vanzelf tegen en dat is wel zo aardig.” Van Dijk zegt het met lachende ogen vanachter zijn bril en houdt de pas erin. Er is nog zo veel te doen. Al sinds zijn studie bouwkunde aan TU Delft in de jaren zeventig schrijft Van Dijk over architectuur. Hij zag veel veranderen – zowel in de kunst van het bouwen en opdrachtgeverschap als in het schrijven daarover. De felicitatie met de Prijs voor de Kunstkritiek van het Fonds voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst maakt hem een tikje verlegen. De jury was lovend: “Bij herlezing blijkt dat de teksten van Hans van Dijk de tand des tijds glorieus hebben doorstaan. In heldere toon weet hij theorie en praktijk van de architectuur, nadrukkelijk geplaatst in hun historische context, op intelligente wijze met elkaar te verbinden. Daarbij heeft hij aandacht voor zowel de rol van de architect, de principes van het ontwerp, als de materialiteit van het gebouw.” Van Dijk was thuis in alle hoeken van het veld. In de jaren tachtig als hoofdredacteur van Wonen TABK, het architectuurtijdschrift dat later als maandblad verder ging onder de naam Archis. Als grondlegger in 1988 van het toonaangevende Jaarboek Architectuur in Nederland, waaraan hij ruim tien jaar lang als redacteur verbonden bleef. In die periode werkte hij ook enkele jaren als stafmedewerker bij het Nederlands Architectuurinstituut. Vanaf 1999 schreef hij als freelance criticus voor tijdschriften als A+U, Bauwelt, Architektur Aktuell en Architecture Today. En nu deelt Van Dijk zijn kennis als docent architectuurgeschiedenis met eerstejaars masterstudenten Architectuur aan ArtEZ Academie van bouwkunst en aan TU Delft, waar hij ook promovendus is. VITAL E ‘JAGG E RTO O L S’ Hoe dat werkt, schrijven over architectuur? Die vraag laat hem in vlotte volzinnen van wal steken

29

ArtEZ Press Release ArtEZ Press publishes books about the arts, culture and education. They are intended for arts students and lecturers in the Netherlands and elsewhere, and are also relevant for artists and policymakers. All these publications are included on artez.nl/artezpress. The books are available at the ArtEZ mediatheques at a reduced price for both staff members and students. Here is a list of the latest ArtEZ Press publications:

CO LO U R HAN D B O O K , CO LO U R I N TI M E / CO LO U R I N G TI M E

To be published in October 2010 Colour is a permanent part of our daily life. We use it in countless ways for practically everything we do. Through interdisciplinary research into colour, this book shows that colour is associated with various aspects of society. Colour is not only one of the most important visual resources of contemporary culture but also plays an essential role in how people function. The handbook is based on a European and Western perspective yet emphatically locates developments in a broadly based, international framework. AUTHORS: André Platteel, Barbara Vinken, Gert Staal, Bart Lootsma, Aaron Betsky, Max Bruinsma and others EDITING: Jan Brand, Anne van der Zwaag and Minke Vos

In co-operation with Terra Lannoo FO N G - L E N G In 1971 Fong-Leng opened her studio on Amsterdam’s P.C. Hooftstraat. Here, for ten years she designed outrageous and spectacular haute couture creations that caused a great sensation. This was especially because she sometimes showed them at unusual locations such as football stadiums, museums and swimming pools. Through her garments Fong-Leng embodied the zeitgeist of the 1970s. She was the first Dutch designer to create fashion with an international allure, and was later to inspire subsequent generations of designers such as Viktor & Rolf, who even dedicated one of their shows to her. AUTHOR: Karin Schacknat DESIGN: Mariola Lopez EDITING: Jan Brand and José Teunissen In co-operation with Uitgeverij d’jonge Hond

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

29

26 28

Verschijnt: oktober 2010

I.s.m. Terra Lannoo

Image index ArtEZ Press Release Double Spotlight

26 28

CO LO U R HAN D B O O K , CO LO U R I N TI M E / CO LO U R I N G TI M E

O I LI LY

Oilily tells the story of one of the Netherlands’ most important fashion brands: from its pioneering years in the wild 1960s to its highly successful heyday in the Eighties; from the development of more than 70 Oilily shops in cities such as New York and Tokyo to its transformation into a fashion label with its own line of womenswear, perfume and accessories. Oilily’s individualistic but functional designs, as combined with straightforward Dutch enterprise, has given it a unique place in the world of children’s clothes. Oilily is not only the story of a fashion label, it also reflects the spirit of the times. AUTHOR: Jos Arts DESIGN: Mariola Lopez EDITING: Jan Brand and José Teunissen In co-operation with Uitgeverij d’jonge Hond FAS H I O N AN D R E P R ES E N TATI O N Since the 1960s the boundary between fashion and art has become increasingly blurred. From that moment onwards, fashion - which had become much more democratic through the Sixties’ youth culture - was also transformed into a medium for expressing concepts, ideas and political beliefs. Hence, the art world has become interested in fashion because it no longer exclusively depicts a woman’s idealised image but also reflects what’s going on in our culture. Fashion and Representation explains the meaning of this phenomenon. AUTHORS: Jos Arts, Patrizia Calefato, Ulrich Lehmann, Gilles Lipovetsky, Luca Marchetti, Marga van Mechelen, Karin Schacknat, José Teunissen, Barbara Vinken and Minke Vos DESIGN: Roger Willems EDITING: Jan Brand, José Teunissen and Catelijne de Muijnck In co-operation with Uitgeverij d’jonge Hond

Double Spotlight ArtEZ lists all its prize-winners on the Spotlight page at artez.nl. In Double Spotlight we highlight a student or lecturer who has won an important national or international award. This time, double attention for Hans van Dijk, lecturer architectural history.

THE POWER OF TIME Buildings exist not only in “real time”, but also in the form of ideas, wishes, policy plans and social change. Architecture is the story of visionary architects and progressive government policies; it also sets people in motion. Hans van Dijk (1948) explores all these areas with the eye of an historian, as a passionate lecturer at ArtEZ and also as a critic. His oeuvre was recently honoured with the Dutch Award for Art Criticism. Text: Manon Berendse

28, 29

“We’ll have to look for a quiet place in this building full of open workplaces - an abomination, if you ask me!”. But when we encounter each other in the BK City building of the Delft University of Technology, where Hans van Dijk also works, he enthusiastically describes how the cleverly renovated brick colossus influences both the students and staff members. The spaces are high and full of daylight; the corridors are extremely broad and run like an artery through the building. “You automatically meet each other and that’s really good.” As he speaks, Van Dijk’s eyes glitter laughingly from behind his glasses while he keeps walking at a brisk pace. There is still so much to do. Van Dijk has written about architecture since studying the subject at the Delft University of Technology in the 1970s. He’s seen a great deal of change: not only in the art of building and the clients themselves, but also through writing about this. He’s slightly embarrassed about all the congratulations that he’s received with the Award for Art Criticism from the Netherlands Foundation for Visual Arts, Design and Architecture. The jury was full of praise: “After rereading Hans van Dijk’s texts, it seems that they have gloriously withstood the test of time. In a lucid tone, he succeeds in linking the theory and practice of architecture in an intelligent way while emphatically locating them in their historical context. Here, he focuses on the role of the architecture, the principles of the design and the building’s materiality.” Van Dijk is familiar with all corners of the field. In the 1980s, he was editor-in-chief of Wonen TABK, the architecture magazine that would later continue as a monthly called Archis. In 1988, he founded the Jaarboek Architectuur in Nederland, a trend-setting publication that he worked for as an editor for more than ten years. During this period, he was also employed for several years as a staff member at the Netherlands Architecture Institute. From 1999 onwards, he wrote as a freelance critic for such magazines as A+U, Bauwelt, Architektur Aktuell and Architecture Today. As a lecturer of architectural history, Van Dijk is now sharing his knowledge with first-year students on the Architecture Master’s at both the ArtEZ Institute of Architecture and the Delft University of Technology, where he is also a PhD student.

29, 30


D E TA AK VAN D E C R ITI CUS Bouwen en schrijven gaan allebei over het aanvoelen, duiden en op waarde schatten van context. Van Dijk: “De rol van de architectuurgeschiedenis heeft zelf ook een geschiedenis”. Waren in de negentiende eeuw excellentie, canon en connaisseurschap leidend bij het bedenken van een nieuw gebouw, nu zijn we beland in een onvoorspelbare delta die continu in beweging is. Er is minder houvast, waardoor pas achteraf doorzien kan worden in welk krachtenveld werd geopereerd. Van Dijk: “Iedereen heeft tegenwoordig een oordeel: opdrachtgevers, financiers, architecten, de media niet te vergeten – zo ontstaat een Babylonisch gesprek over de rol en betekenis van architectuur. Wat je kunt doen, is proberen te begrijpen waar dingen vandaan komen. Als je de achtergronden kent en weet waar de mythevorming begint, kun je haar ook doorprikken. Dát is de taak van de criticus.” Van Dijk spaart zichzelf daarbij niet, want intussen maakt ook zijn eigen werk deel uit van die kleurrijke geschiedenis. Zo bekritiseerde hij het Jaarboek Architectuur 2008-2009 – een gewaardeerde uitgave, waarvan hij ‘founding father’ en lange tijd redacteur was. Na een sterkte-zwakte analyse van het concept dat hij als geen ander kent, besluit hij zijn recensie met een welgemeend “het kan nóg beter”.

ArtEZfact is een halfjaarlijkse uitgave van ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Het blad wordt gratis verspreid onder studenten, medewerkers en alumni. / ArtEZfact is published twice a year by the ArtEZ Institute of the Arts. It is available for free to students, staff and alumni.

VO O R B IJ D U BAI Vooruitblikken in de tijd waarin de torens van Dubai niet langer tot de hemel rijken vindt Van Dijk lastiger – dat behoort per definitie niet tot het terrein van de historicus. Maar gevraagd naar een hint voor aspirant architecten stapt hij daar overheen. “De tijd van tomeloze bouwlust – en dus van het creëren van architectonische waarde - om maar geld uit de markt te tikken is voorbij. Dat geldt ook voor uitwassen als de sterrenstatus van architecten. De niet zo rooskleurige tijd van nu biedt wel kansen voor nieuw opdrachtgeverschap. Misschien via communities waarin ruimte is voor discussie en eigen initiatief van mensen. En ook al ben ik niet zo overtuigd van het Wilde Wonen, waarin burgers meer invloed krijgen op de bouw van een eigen huis, het biedt wel de kans om samen iets op touw te zetten. Rem Koolhaas heeft het ooit raak gezegd: ‘Op de schroothoop van de geschiedenis kunnen de mooiste orchideeën bloeien.’ Het gaat om het ombuigen van energie.”

Hans van Dijk “Er is een breder besef ontstaan van wat architectuur allemaal omvat. Het is een ideeënwereld geworden.”

“There is currently an awareness of what architecture encompasses. It’s become a world of ideas.”

ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

28 29 31

ArtEZ Press Release Double Spotlight Colophon

28 29 31

ArtEZ Press release Dubbelspot Colofon

Colofon / Colophon over de vele factoren die daar invloed op hebben en sterk veranderen door de tijd heen. Het begrip autoriteit bijvoorbeeld. “Onze geschiedenis wordt dagelijks misbruikt. Je hoeft de krant maar open te slaan en je vindt er meninkjes die gestoeld lijken te zijn op feiten, maar dat niet zijn. Het woord ‘opinieleider’ kom je nauwelijks meer tegen.” Van Dijk is duidelijk niet geïnteresseerd in de vluchtigheid van krantenkoppen of de woordenbrei die internet produceert: “Ik zal nooit een blog beginnen. Ik wil niet in die verstuiving belanden.” In die zin is Van Dijk een kind van zijn tijd – hij grapt dat hij net iets minder oud is dan Mick Jagger. Hij stamt dus uit het tijdperk van vóór Hyves, i-pod of flexplek. “Dat lost zich vanzelf op hoor. Als ik met studenten een excursie voorbereid, boeken zij vanaf hun laptops de vliegtickets. Ik mag me daar niet eens mee bemoeien. “Als u maar vertelt” – ze willen alles zien en weten. Onlangs ben ik spontaan een werkgroep begonnen over Islamitische architectuur. Binnen een week ontstond er een clubje van twintig studenten.” Liefde voor het vak en de rijkdom aan relevante kennis blijken de vitale Jaggertools waarmee Van Dijk zijn publiek ook anno 2010 weet te boeien. Hij veert op bij de vraag naar het verschil tussen ArtEZ en TU Delft. “Vergeleken met de grote studentenaantallen aan de TU is de lichting eerstejaars in Arnhem die ik op zaterdagen les mag geven een klein, gezellig catechesatiegroepje. Dat is een ontzettend vruchtbaar contact. Die kleinschaligheid is zinnig.” Het schrijven over architectuur heeft hij zien transformeren. Begon het in de vroege jaren tachtig bijna als een verslaglegging van protesten van Nederlandse burgers die betaalbaar wilden wonen, intussen is het vanzelfsprekend om te lezen over internationale ontwikkelingen op het gebied van stadsplanning en architectuur. Van Dijk: “Er is een breder besef ontstaan van wat architectuur allemaal omvat. Het is een ideeënwereld geworden. Daarover kun je veel diepgravender schrijven dan over de politiek die begin jaren tachtig het fenomeen stadbeleid pas net ontdekt had.” Er werd toen grondig ingegrepen in stedelijke weefsels, er waren opdrachten te vergeven, er werd geëxperimenteerd en geïnvesteerd in kwaliteit én er werd over gepubliceerd. Nederlandse architectuur groeide zelfs uit tot een exportproduct: Super Dutch.

VITAL “JAGG E R TO O L S” How do you write about architecture? This question prompts a stream of eloquent sentences about the many factors that influence this and change dramatically in the course of time. The concept of authority, for instance. “Our history is abused on a daily basis. You only need to open the newspaper to find so-called points of view that seem to be based on facts, but are not. You rarely see the term ‘opinion maker’ anymore.” Clearly Van Dijk is not interested in the transitory nature of newspaper headlines or the verbiage produced by the internet: “I’ll never set up a blog. I don’t want to end up in those drifting sands.” In that sense Van Dijk is a child of his time: he jokes that he is slightly less old than Mick Jagger. He dates from the period that precedes Facebook, the i-Pod and hot desking. “That will all sort itself out. When I’m preparing an excursion with the students, they use their laptops to book the plane tickets. I’m not allowed to interfere. ‘All you have to do is talk’: they want to see everything and know everything. Recently I spontaneously started a study group about Islamic architecture. Within a week it had turned into a club of 20 students.” A love of his profession and a wealth of relevant knowledge comprise the vital Jagger tools that Van Dijk deploys to enthrall his public in 2010. He springs into action when asked about the difference between ArtEZ and the Delft University of Technology. “Compared with the vast number of students at Delft, the first years that I’m allowed to teach in Arnhem on Saturdays are a small and entertaining catechism group. The contact is extremely fruitful. That modest size makes sense.” Van Dijk has witnessed a transformation in writing about architecture. It began in the early 1980s as what was virtually the reporting of protesting Dutch citizens, who were demanding affordable housing; nowadays we read as a matter of course about the international developments affecting urban planning and architecture. Van Dijk: “There is currently an awareness of what architecture encompasses. It’s become a world of ideas. You can write in much greater depth here than you could about the politics that had only just discovered urban policy at the beginning of the 1980s”. At that time, radical interventions were made to the fabric of a city; there were also assignments for the taking, experimentation and investment in quality, and all this was written about. Dutch architecture even developed into an export product: Super Dutch.

T H E C R ITI C ’ S TAS K Both building and writing are about sensing, explaining and estimating the value of context. Van Dijk: “The role of architectural history also has its own history”. Whereas in the 19 th century, excellence, fixed criteria and connoisseurship predominated when devising a new building, we are now in an unpredictable delta, which is constantly in motion. There is less certainty, so that it is only possible to realise subsequently the field of influence that was operated in. Van Dijk: “Nowadays everyone has an opinion: clients, backers, architects - and not forgetting the media - which results in a Babel-like confusion about the role and significance of architecture. What you can do, is to try to understand where things come from. If you’re familiar with the backgrounds and know what the myths are based on, you will also be able to puncture them. That’s the task of the critic.” Van Dijk also doesn’t spare himself, because his own work has now also become a part of this colourful history. For instance, he criticises the Jaarboek Architectuur 2008-2009 – a valued architectural publication - of which he was not only the founding father but also an editor for a long period of time. Following an analysis of the strengths and weaknesses of the concept that he knows as no other, he concludes his review with a well meaning “could do better”. BEYOND DUBAI Van Dijk finds it harder to look ahead to the time when the towers of Dubai will no longer reach to the sky: that is per se not a part of the historian’s domain. But he overlooks this when asked for a hint for future architects. “The era of unbridled building - and therefore of the creation of architectural value so as to pump money out of the market, - is over. That also applies to such excrescences as the star status of architects. But our current, less than rose-coloured era does offer opportunities for a new kind of client. Perhaps through communities where there is space for discussion and people’s individual initiative. Although I’m not so convinced of Wilde Wonen where citizens have greater influence over how their houses are built, this does offer the chance to start something together. As Rem Koolhaas once tellingly said: ‘On the scrapheap of history, the most beautiful orchids can bloom’. It’s about redirecting energy.”

30, 31

Redactieadres / Editorial Office address Onderlangs 9, 6812 CE Arnhem Postbus 49, 6800 AA Arnhem t. 026 3535 758 f. 026 3535 677 artezfact@artez.nl Redactie / Editorial Staff Rudi Korthuis (hoofdredacteur/ editor in chief), Abeke Schreur (eindredacteur/final editor), Claudia de Bekker (eindredacteur/final editor), Vanessa Sloot (redacteur/ editor), Edith de Vries (redactiesecretariaat/editorial office secretaries) Aan dit nummer werkten mee / Contributors to this edition Manon Berendse, Michael Minneboo, Mireille de Putter, Anton de Wit Fotografie / Photography Suzanne Ophof, Robert Benschop, Hans Vroege, Joost Waardenburg Redactieraad / Editorial Board Michiel Braam, Ko Jacobs, Caroline Barmentlo, Kristin de Groot Vormgeving en opmaak / Design Hans Gremmen Vertaling / Translation Annie Wright en Radboud in’to Languages Druk / Printing De Raddraaier Oplage / Edition 6.000 Foto omslag / Cover Photo Eindexamenwerk Juliette Warmenhoven, student Product Design / Graduation piece by Juliette Warmenhoven, student of Product Design

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur. / Nothing in this publication may be reproduced without prior written permission from the editor. www.artez.nl

Adreswijzigingen alumni / Address changes for alumni Ben je oud-student en verhuis je binnenkort? Mail de adreswijziging aan artezfact@artez.nl (alleen voor oud-studenten) / Are you a former student and are you changing your address? Email the change of address to artezfact@artez.nl (only for alumni).

31, 32


22 25 26 28 29 31

19 20

18

16

4 6 7 9 10 13 14 15

2

In short Beyond Borders Recent / Coming up Column “Open Your Visor” Room for Development “It’s about the Songs” Cartoon Honours Programme for intellectual talent Pauline van Dongen’s Parisian Universe Appeal / Who designed? x Years Later Digital Laboratory for Video Productions What are you doing?! Hitting the Audience Hard Image index ArtEZ Press Release Double Spotlight Colophon

26 28 29 31

23 24

18 20

18

16

4 6 7 8 10 13 14 15

2

Kort Van de wereld J.L. / A.S. Column “Trek je vizier open” Ruimte voor ontwikkeling “Het gaat om de liedjes” Cartoon Honours Programme voor intellectueel talent Het Parijse universum van Pauline van Dongen Oproep / Wie ontwierp? x Jaar later Digitaal laboratorium voor videoproducties Waar ben je mee bezig?! Het publiek in de buik raken Beeld index ArtEZ Press release Dubbelspot Colofon ArtEZfact nr. 0 — Mei/May 2010

Nr. 0 2010 Newspaper for students, staff and alumni of ArtEZ Institute of the Arts Mei 2010

ArtEZfact Krant voor medewerkers, studenten en alumni van ArtEZ hogeschool voor de kunsten May 2010


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.