4 minute read
Conclusies
Kijkend naar de functie van het landschap vormt de karakteristiek ‘dienstbaar werklandschap’ de rode draad door de geschiedenis.
De Rijn geldt als eerste ‘bewoner’ van het gebied. De Romeinen lieten het tenslotte de grens van hun Rijk zijn. Zij bouwden er verschillende nederzettingen, waaronder het Castellum ‘Castra Herculis’. Dit kan wellicht gezien worden als aanleiding voor de latere bouw van de stad Arnhem. Zeker is dat Arnhem zijn bestaansrecht ontleent aan de Rijn. Hiermee is de Rijn de eerste in een reeks dienstbare functies voor de stad Arnhem. Al sinds de middeleeuwen ligt de Rijn ten zuiden van Arnhem en vormde het samen met de uitwaarden aan de noordelijke en zuidelijke oever hét decor van een snel groeiende stad. Een groei die niet los gezien kan worden van de grondstof die de uitwaarden biedt: klei.
Steenfabrieken maakten van het klei de bakstenen waarmee Arnhem verder gebouwd en versterkt kon worden. Zo werd het gebied voor het eerst op een industriële wijze dienstbaar voor de stad: de eerste vorm van werklandschap . Dit is de start van een lange reeks aan dienstbare werklandschappen die gaan volgen door de eeuwen heen. Toen de loop van de Rijn in 1530 door de Arnhemmers werd verlegd en ingedamd kwam Arnhem daadwerkelijk aan de rivier te liggen. Ten zuiden van de rivier, in de uiterwaarden, ontstonden vervolgens de Stadswaarden (de huidige Stadsblokken), op de plek zoals we die tot op de dag van vandaag kennen. Hier kon het hele jaar vee grazen. Deze tweede vorm van dienstbaar werklandschap heeft een agrarisch karakter.
Naast het dienstbare karakter voor de stad is de plek als overstroomgebied onmisbaar voor de grillen van de Rijn. Enkele keren per jaar laat het zich bij hoogwater overstromen zodat de Rijn zijn water kwijt kan. Hoewel Nederland zijn rivieren meer en meer indijkt en hiermee de steden beschermt, is het grillige karakter van Stadsblokken altijd gebleven. Omdat de winterdijk ten zuiden van Stadsblokken gebouwd is, is het overgelaten aan de grillen van de Rijn.
In 1889 ontstond de laatste dienstbare functie van de plek: de havenindustrie. Met eerst de Houthaven en vervolgens de Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij (ASM) domineerden de klanken van machines en het slaan van de klinken de zuidelijke oever van de Rijn. De ASM werd de grootste werkgever van Arnhem en in de volksmond ‘Het kloppende hart van Arnhem’ genoemd.
Een einde aan 700 jaar dienstbaarheid Na het failliet van de ASM in 1979 kwam het terrein braak te liggen. Alles wat boven het maaiveld stak werd gesloopt. Oude restanten liggen als nog te ontdekken archeologische vondsten nét onder het oppervlak. Overwoekerd door ooibossen, struiken en onkruid doen vooral de scheepshelling en de afbouwkade nog herinneren aan bijna 100 jaar havenindustrie en 700 jaar dienstbaarheid.
Anno 2021 Hoe poëtisch de plek ook aandoet, de achterliggende werkelijkheid anno 2021 is treurig. Het terrein werd ruim 40 jaar onbeheerd achtergelaten. In deze tijdspanne raakte de plek onveilig, onbereikbaar en vergeten. Een ongelooflijk contrast met de potentie die het heeft: een schitterend groen uiterwaardengebied, midden in de stad. Een stukje leegte in een stad: een ongelooflijke wilde in een land waar het vechten is om ruimte.
Sinds een aantal jaar gaven tijdelijke functies, waar in de stad geen plek voor is, zoals festivals, circus, horeca en pop-up initiatieven de plek weer een ziel. Een nieuwe subcultuur, anders dan de industrie, deed hiermee zijn entree. Een grotere ingreep is echter nodig om de plek weer zijn identiteit terug te geven en de verloren rode draad weer op te pakken.
3. EEN NIEUW WERKLANDSCHAP
De historische transitie van Nederlandse Werklandschappen
Nederland heeft een rijke historie en traditie als het gaat om werklandschappen. Zo is het dijk- en polderlandschap inmiddels zo vanzelfsprekend dat men zou kunnen vergeten dat het uniek is in de wereld. Molens, gemalen, polders en waterkeringen als Nederlands oudste werklandschap vormen iconisch erfgoed en behoren zelfs tot UNESCO Werelderfgoed. Tegenwoordig zien we in Nederland dat werklandschappen veelvuldig aan de energietransitie gekoppeld zijn: windmolenparken op land, meren en op zee, zonneparken op land en op water, maar ook industrieterreinen worden meer en meer onderdeel van het landschap. In de toekomst komen daar technieken voor energieopwekking bij die nu nog verder doorontwikkeld moeten worden. Om te kunnen begrijpen hoe Nieuw Werklandschap Watermachine Stadsblokken zich verhoudt in de lijn van deze rijke geschiedenis, is het in de eerste plaats belangrijk te weten welke transitie werklandschappen in Nederland hebben ondergaan. Hoe kenmerkt de transitie zich in Nederland en meer specifiek in Stadsblokken? Tegen de achtergrond van een maatschappij die zich meer en meer richt op duurzaamheid en innovatie kan het werklandschap Watermachine Stadsblokken de precedent gaan worden voor nieuw te ontwikkelen werklandschappen in Nederland. Ook wordt ingegaan op de nieuwe definitie van het NIeuwe Werklandschap, de doelgroep en het programma van eisen.
41