3 minute read

Analyse bestaande situatie

LEEGTE De uiterwaarden midden in de stad laten een grote leegte achter in het stedelijk weefsel. Dit wordt treffend zichtbaar in de morfologische kaart. Een aantal conclusies kunnen aan deze kaart worden verbonden:

- De leegte van de uiterwaarden maakt op dit moment een duidelijke scheiding tussen Arnhem-Noord en Arnhem-Zuid. - De leegte staat ook symbool voor de functieloosheid van het gebied sinds het failliet van de ASM. - Tegelijk staat de leegte symbool voor de potentie. Er zijn maar weinig steden met zoveel (groene) ruimte op een steenworp afstand van het centrum. - In een dergelijke leegte is er ruimte voor activiteiten en functies waarvoor in de stad géén ruimte is.

FLUCTUEREND WATERPEIL In de leegte van de uiterwaarden is het fluctuerende waterpeil de grootste dynamische factor. Op deze kaart wordt het water in het gebied uitgelicht. De Rijn, de Haven van Coers en de ASM-werf worden goed zichtbaar. Het gemiddelde waterpeil ligt op 8,0+NAP. Echter een aantal keer per jaar stijgt dit peil met 3 meter tot 11,0+NAP. In de afgelopen decennia is het waterpeil zeer incidenteel gestegen naar 13,0+NAP.

- Waterpeil 8,0+NAP Bij dit waterpeil zien we contouren van het landschap zoals het doorgaans zichtbaar is. De nevengeul, ook wel de Groene Rivier genoemd is bij dit waterpeil nog niet in gebruik. - Waterpeil 10,0+NAP Bij dit waterpeil zien we dat de ribben van de Rijn overstromen. De Groene Rivier staat op het punt om de overmaat aan water op te vangen. De baai van de ASM neemt toe in omvang doordat de scheepshelling relatief snel overspoelt. - Waterpeil 11,0+NAP De Groene Rivier ontlast de Rijn, waardoor het waterpeil met enkele decimeters zakt. Hierdoor blijft de Rijnkade droog. Het ASM-terrein is qua oppervlakte gehalveerd. Alleen het met 3 meter opgehoogde werkterrein van de haven is nog droog. - Waterpeil 13,0+NAP De Groene Rivier leidt het water richting Meinerswijk en van daar terug de Rijn in. Stadsblokken wordt een eiland en zelfs de ASM-haven staat grotendeels onder water. Deze situatie is de afgelopen decennia slechts eenmaal voorgekomen.4 Echter, door de verwachte waterstijging de komende eeuwen dient er wel degelijk rekening mee worden gehouden.

8,0 +NAP nevengeul

10,0+NAP

ROUTING EN ORIËNTATIE Hoewel het gebied pal naast het centrum ligt, is het voor veel Arnhemmers een vrij onbekende plek. Dit heeft een aantal oorzaken:

1. bestaande routing naar het gebied onduidelijk De ontsluiting met de auto vindt plaats via de Mandelabrug. De afslag is echter maar vanuit één richting te nemen: vanuit de binnenstad. Er is een pontverbinding vanaf de Rijnkade naar de Stadsblokkenwerf. Op de zomerdijk is een fietsroute die Stadsblokken verbindt met Meinerswijk en Malburgen.

2. gebied mist oriëntatiepunt De drie verbindingen komen verspreid op de locatie aan, waardoor men enigszins verdwaald op het terrein. Het gebied mist een duidelijk oriëntatiepunt waar routes samenkomen en routes verder gaan.

3. functieloos en onbeheerd Doordat het het gebied geen functie heeft, is het onbeheerd en is het inmiddels overwoekerd door ooibos en onkruid. Daarnaast is het onveilig geworden. Door gebrek aan toezicht is er steeds meer ciminaliteit op het terrein.

4. karakter door industrieel erfgoed Het industriële erfgoed raakt langzaam verloren door een gebrek aan gebruik en beheer. Het verrijkt echter de plek en zal beter geconserveerd moeten worden.

Het is duidelijk dat de plek vraagt om een revitialisatie. Een nieuw leven dat de plek weer een rol van betekenis voor Arnhem moet gaan geven. parkeren

pont

Stadsblokkenwerf

scheepshelling festivalterrein

fietsroute dijk

Malburgen

21

2. HISTORISCH ONDERZOEK

De ontwikkeling van Stadsblokken

Is de plek altijd een leeg en functieloos uiterwaardengebied geweest of laat het verleden een heel andere identiteit zien? Om het gebied te revitaliseren met een functie die past bij de identiteit van het gebied, is onderzoek gedaan naar de planologische en topografische ontwikkelingen in Stadsblokken. De identiteit van de locatie kan tenslotte pas goed worden bepaald als we de vroege geschiedenis in kaart brengen. Door teruggaan naar de oudste bronnen en vanaf dat punt het onderzoek starten. Topografische kaarten, opgravingen en documenten uit het Gelders Archief zijn de fundering van het onderzoek. Een onderzoek naar de ontwikkelingen in en rondom Stadsblokken wordt verteld aan de hand van drie thema’s: ‘Planologische ontwikkeling’, ‘Landschappelijke ontwikkeling’ en ‘Arnhemse ontwikkeling’.

23

This article is from: