1 minute read

Historische ontwikkeling - 400 n.chr

Planologische ontwikkeling De eerste vorm van een werk(end)landschap: het gebied ‘werkt’ als grens van het Romeinse Rijk. De eerste kaart (volgende pagina) waarin deze functie van het gebied geduid wordt, wordt getekend door de Romeinen. De Romeinen bouwden tussen 10 en 20 n.C. op de grens van het Romeinse Rijk een legerkamp (castellum Castra Hercules) in Meinerswijk, mogelijk ter voorbereiding van de Germaanse veldtocht onder leiding van Germanicus in het jaar 16, toen duizend schepen zich verzamelden in de Betuwe. Meinerswijk was op dat moment één van de drie forten in het latere Nederland: de andere lagen in Vechten en in Velsen. Geschat wordt dat tot de 5e eeuw n.chr. het fort in gebruik is geweest.1 Landschappelijke ontwikkeling Het plangebied heeft sinds de vroegste eeuwen altijd te maken gehad met de gevolgen van hoogwater in het rivierengebied. De Rijn was grillig en kon nog stromen waar het wilde door het ontbreken van dijken. De kaarten tot en met de 16 eeuw van het landschap veranderden hierdoor voortdurend. Vanaf dat moment krijgt de Rijn de contouren zoals we het vandaag de dag herkennen.

Op de bovenste kaart is goed te zien hoe de Rijn zich eeuwenlang vrij kon bewegen, op zoek naar de kortste weg richting zee. Als grens van het Romeinse Rijk had de Rijn, en daarmee het landschap, een belangrijke functie. Arnhemse ontwikkeling In de eeuwen die volgden na de bezetting van de Romeinen is de Rijn hoogstwaarschijnlijk de aanleiding geweest voor een eerste kleine nederzetting: Arnheym. Het werd gebouwd aan de noordelijke oever, op een veilige afstand van het grillige uiterwaarden-gebied (zie onderstaande doorsnede).

Stadsblokken

1 atelier LOOS van VLIET en Bureau B+B. (2012, april).

This article is from: