1 minute read
3.6 Materialisatie
3.6 Materialisatie Een vast gegeven is het gewapende betonskelet dat qua materialisatie dominant zal blijven in het ontwerp. Hier worden op enkele plekken vloerdelen uitgezaagd om zichtlijnen te creëren door verschillende niveaus. De hoge dichte beton wanden die voorheen de trappenhuizen huisvestte worden
Over de vloeren van dat skelet wordt een nieuw maaiveld gecreëerd. Waarvan de primaire route bestaat uit gebakken waalformaat straatstenen met een roodbruine tint, gelegd in keperverband. Dit materiaal loopt vanuit het kloosterpark door in het maaiveld van het gebouw. Dit refereert naar de verharding rondom het klooster en de kloostertuin. Deze kleur heeft tevens het uitgangspunt gevormd om de primaire routing ook in andere materialen in deze kleur af te stemmen. Zoals de stalen bruggen in de patio en tussen de vleugels. Deze zijn gematerialiseerd in geperforeerd cortenstaal, waardoor het tevens constructief is als dat het een natuurlijk levendig karakter geeft.
De secundaire routing door het gebouw wordt verhard middels kasseien. Dit geeft een authentiek karakter aan het maaiveld waardoor het niet voelt alsof je op verschillende verdiepingen door het gebouw loopt, maar door een park. Dat gevoel wordt versterkt doordat op ontmoetingsplaatsen op de randen van het gebouw grasveldjes zijn aangelegd. Door een sterke schaduw-grassoort te planten kan dit stevige langzaam groeiend gras plek bieden voor spelende kinderen of een picknick.
De volumes die de functies herbergen worden opgebouwd middels houtskeletbouw, met een verticaal houten gevel bestaande uit Siberisch lariks en de binnenzijde van Fins multiplex. Zodoende gaat het in contrast tegen het beton. In zowel het gevoel van tijdigheid als hardheid. Het wordt een opzichzelfstaand volume in het betonskelet. Daarnaast geven de verticale houten banen met op enkele plekken een afronding, een natuurlijk karakter en gevoel van verfijning in het starre, kille betonskelet.