5 minute read
Pas op voor de kaaiman!
Op een zondag zijn ome Marvin, ome Angelo en tante Glenda naar Bándariba gegaan om een gezellige dag door te brengen bij Mai Rosa, hun moeder, samen met hun kinderen. De zes kleinkinderen van Mai Rosa zijn vijf tot twaalf jaar, ze vinden het leuk om naar oma te gaan.
Het huis van Mai Rosa is van hout en heeft aan de achterkant een groot balkon dat uitkijkt op een tuin met verschillende fruitbomen zoals de papaja, zuurzak, mango, mispel en de tamarinde. Voor het huis staan veel inheemse struiken met kleurige bloemen: de gele kelki, verschillende kleuren magdalena’s, tuturutu* en bougainville. Op het balkon staan grote potten met de witte, oranje en de fel rozerode hibiscus.
* karawara spañó: sebestenboom, in het Latijn: cordia sebestena
** Yambo: maaltijdsoep van okra, okrasoep
*** Pan séra: traditioneel broodje (met gaatjes aan de bovenkant)
In de achtertuin heeft Mai Rosa enkele geiten in een afgerasterd deel staan en in een grote kooi heeft ze vijf kippen en een haan. In een afgeschermd deel heeft ze bonen geplant en pinda’s en zoete aardappel. Wanneer er veel fruit en groente is geoogst, gaat ome Marvin die voor zijn moeder verkopen aan haar vaste klanten. De kinderen en kleinkinderen van Mai Rosa komen aan en brengen de plastic stoelen van het balkon naar de tuin om onder de grote flamboyant te zetten, waarvan de groene bladeren en oranje bloemen een grote parasol vormen. Tante Glenda en de twee ooms hebben voor wat te eten en drinken gezorgd.
De hemel is strakblauw met slechts enkele wolkjes en een zon die al aan het roosteren is. Onder die boom waait een heerlijk briesje.
De kinderen verkleden zich snel en gaan met een grote rode bal in de tuin spelen Ze gieren van het lachen omdat er een de bal niet snel genoeg kan vangen. De volwassenen zitten gezellig te kletsen onder de boom, terwijl de grill klaar staat om er rond het middaguur de varkenskoteletten en de kippenpoten op te bakken.
Mai Rosa staat na een tijdje op om haar befaamde rijstschotel af te maken.
Het is een rustige ochtend. Opeens vraagt ome Angelo: ‘Nou, waarom blaffen die honden zo?’
Iedereen zwijgt en draait zich om naar de twee honden die hard staan te blaffen en grommen bij het hek.
Tante Glenda springt op als een van de oudere kinderen buiten adem komt aangerend en roept: ‘Mama, kom kijken, zo’n grote kaaiman!’
Meteen rent iedereen naar de rand van de tuin om te kijken of dat waar is. Mai Rosa die het geroep heeft gehoord, zet het vuur onder haar pan met de rijstschotel uit en gaat op het balkon kijken wat er aan de hand is.
Ome Marvin komt teruggerend naar zijn moeder en zegt: ‘Er zit een heel grote kaaiman in het gangetje!’
Snel pakt hij zijn mobieltje uit zijn broek en belt de politie. Als hij de politie het adres van Mai Rosa heeft gegeven, zegt hij: ‘Angelo, help me om het gangetje af te sluiten met de pallets die beneden staan, dan kan de kaaiman niet vluchten.’
Gelukkig zit het beest in een gangetje tussen de tuin van Mai Rosa en buurvrouw Chita in. Verderop is het gangetje afgesloten door het hek van een school.
Tante Glenda zegt tegen de kinderen: ‘Pas d’r op dat jullie niet in de achtertuin gaan.’
En tegen de twee grootste jongens zegt ze: ‘Leggen jullie de honden aan de voorkant aan de ketting, zodat ze niet meer blaffen en de kaaiman opjutten.’
Veel mensen uit de buurt komen uit nieuwsgierigheid op het gedoe af. Als ze de kaaiman bespeuren, deinzen ze allemaal terug.
Verschillende buren lopen naar het huis van Mai Rosa om getuige te zijn van wat de agenten gaan doen als ze er zijn.
‘Waar komt dat beest vandaan, joh?’ vraagt Chita zenuwachtig.
‘Iemand die hem van kleins af aan had, vond dat ie nu te groot was geworden om er nog voor te zorgen,’ antwoord haar zoon Wien. ‘Ze nemen die dieren als kleintjes mee van een reis en als zo’n dier volwassen is, vinden ze het een monster dat niet meer in de tuin past, dus weg ermee,’ gaat hij verder.
‘Maar mag je een kaaiman wel als huisdier houden op Curaçao?’ vraagt buurvrouw
Iris. Niemand antwoordt haar omdat net op dat moment een politieauto komt aangereden, gevolgd door een grote witte pick-up. Drie mannen stappen uit die pickup met een touw om te kijken hoe ze de kaaiman gaan vangen. Sommige buren hebben ome Marvin en Angelo geholpen de pallets stevig aan elkaar te binden aan de andere kant van het gangetje.
Maar de chauffeur van de pick-up zegt: ‘Maak die pallets maar los, zodat ik met de pick-up achteruit het gangetje in kan rijden.’
Zodra de pick-up in het gangetje is, helpen een paar mensen vlug de pallets weer vast te sjorren.
Personeel van TeleCuraçao en TV Direct zijn ook gekomen en filmen alles om ’s avonds bij het nieuws uit te zenden.
Langzaam rijdt de chauffeur de pick-up achteruit tot de auto de kaaiman, die stilletjes wacht, is genaderd.
‘Slaapt ie?’ vraagt een van de jongste kinderen.
‘Zie je niet dat zijn ogen open zijn?’ reageert zijn grotere zus.
‘Wie zijn die lui?’ vraagt Clara, een andere buurvrouw, aan haar echtgenoot Mario. Mario antwoordt: ‘Volgens mij zijn dat mensen die bij het struisvogelpark hier vlakbij werken. Kijk maar naar de naam op de pick-up.’
‘Hebben ze daar dan ook kaaimannen? Wat doen ze daarmee, opeten?’ vraagt Clara met haar luide stem terwijl ze een vies gezicht trekt. Iedereen begint te lachen. Clara vraagt altijd honderduit.
Mario moet ook lachen en zegt: ‘Hou op met je gevraag, kijk wat ze doen!’
Een van de mannen probeert de bek van de kaaiman vast te binden, maar het dier hapt steeds naar zijn hand en de man springt snel weg, maar na een aantal pogingen lukt het hem het touw om de bek te binden en hij snoert het touw stevig aan. Het dier spartelt razend tegen, draait zich twee keer op de rug en komt weer op zijn poten terecht.
De omstanders schreeuwen en gillen door elkaar: ‘Hoei!!’ ‘Pas op zijn staart!’ ‘Hij slaat je tegen de grond.’
Maar twee van de mannen hebben de staart van de kaaiman al stevig te pakken en de ander haalt het touw onder zijn buik door.
Eindelijk lukt het de drie om de kaaiman stevig vast te binden, en ze worstelen om hem op te tillen en in de laadbak van de pick-up te leggen. Zodra de kaaiman in de laadbak ligt, binden ze hem vast aan de rand van de pick-up zodat hij niet kan schuiven en hem niets overkomt. Daarna sluiten ze vlug de klep, springen in de auto en rijden weg. Iedereen slaakt een diepe zucht.
‘Help me de pallets weer vast te binden zodat er geen enkel beest meer hier binnen kan komen,’ zegt ome Marvin tegen ome Angelo.
Kort daarna zit de hele familie weer onder de flamboyant, ze drinken iets, eten een pasteitje, in afwachting van de varkenskoteletten en kippenpoten die al liggen te garen om daarvan te smullen, samen met de rijstschotel van Mai.