FEBRUARI 2017 NR. 01
EEN UITGAVE VAN HET FOTOMUSEUM AMSTERDAM.
05. 06. 10. 14. 21.
2
INHOUD
Agenda Anton Corbijn Inez van Lamsweerde Erwin Olaf Worldpress
3
4
AGENDA Gratis Rondleiding Rondleidingen 12 januari 201 Een filosofie van de tijd Amsterdam Vertelt: Reigersbos
Evenementen
Evenementen
25 januari 2017
9 november 2016 - 19 januari 2017
Gratis Rondleiding Rondleidingen
Gratis Rondleiding
26 januari 2017
Rondleidingen 19 januari 2017
CJP Workshop Straatfotografie
Sofia Borges - Black Chalk and White...
Workshops 28 januari 2017
Tentoonstellingen 2 december 2016 - 22 januari 2017
Harley Weir - Boundaries Tentoonstellingen 2 december 2016 - 19 februari 2017 Hiroshi Sugimoto - Black Box Tentoonstellingen 16 december 2016 - 8 maart 2017 Ren Hang - Naked/Nude Tentoonstellingen 27 januari 2017 - 12 maart 2017
5
INTERVIEW ANTON CORBIJN JJe bent Nederlands; check. Je hebt een dominee als vader; check. Je leven staat in het teken van popmuziek; check. Je bent geïnteresseerd in het creatieve proces; check. Over wie we het hebben? Anton Corbijn en Ruud de Wild. De e een fotografeert en ander de schildert, van beide opent dit weekend een expositie. Wij zien de overeenkomsten en leggen beiden heren precies dezelfde vragen voor. Om te beginnen met Anton Corbijn over expo Inwards and onwards in FOAM. Hoe is het om een Nederlandse kunstenaar/fotograaf te zijn? ‘Ik begon mijn carrière in Engeland. Daar ben ik toen groot geworden. Maar Nederland heeft een duidelijke voorsprong genomen als het gaat om fotografie. In de laatste paar jaar alleen al, zijn er een dozijn belangrijke Nederlandse fotografen groot geworden en zijn er vele nieuwe fotomusea, waarvan FOAM misschien wel de belangrijkste is.’ Wat voor rol heeft muziek gespeeld bij het maken van deze serie foto’s? ‘Ik ben begonnen als muziekfotograaf. Mijn passie en liefde voor muziek is er nog steeds en ik ben ook nog graag in het gezelschap van muzikanten. Maar de laatste tijd kijk ik ook verder dan alleen maar muziek. Ik had zelf eigenlijk het liefst schilder willen zijn, net als mijn grootvader. Je bent dan volledig eigen baas en je hoeft niet te reizen. Het creatieve proces van kunstenaars, het worstelen, van niets iets kunnen maken vind ik bijzonder boeiend. Muzikanten zijn dat in dat opzicht ook kunstenaars.‘ Welke foto in deze serie is het meest bijzonder voor je? ‘Inwards en onwards gaat dus over mensen die iets creëren. De mensen die ik heb gefotografeerd zijn kunstenaars zoals Damian Hirst en Karel Appel. Maar ook modeontwerpers als Alexander McQueen en muzikanten als Bruce Springsteen. Er zijn echter drie mensen in dit rijtje die er niet zo goed tussen passen. Dat zijn de portretten van Nelson Mandela, Kate Moss en Lance Armstrong. Toch wilde ik hen per se erbij hebben. Waarom? Omdat deze drie mensen allemaal een enorme kracht in zich hebben om door te zetten.’
6
Factsheet over Anton Corbijn Corbijn heeft negen jaar gewacht met een nieuwe expositie in Nederland. ‘Ik wilde me vernieuwen, een nieuwe weg in slaan. Daarbij was het wachten ook op een expositieruimte als het FOAM.’ Een gedeelte van Inwards and onwards was in het najaar al in New York te zien. Corbijn fotografeert het liefst mensen van zijn eigen generatie. ‘Het is niet zo dat jonge, nieuwe bands niet goed en interessant kunnen zijn. Het punt is dat ik niet forever young ben en dan voel ik me ‘de oudere fotograaf’. Corbijn gaat zich na deze expositie voorlopig weer richten op het maken van films.
‘‘Ik had het liefst kunstschilder willen zijn.’’
Inwards and onwards/Anton Corbijn FOAM/Amsterdam 24 juni t/m 1 september Prijs: € 8,- /Met CJP-korting: € 4,http://www.foam.org/
7
Inez van Lamsweerde - Rietveld Academie, Amsterdam, 1986 Š Inez van Lamsweerde & Vinoodh Matadin Interview door Jan van Tienen
10
INTERVIEW INEZ VAN LAMSWEERDE Ik wilde Inez van Lamsweerde om meerdere redenen interviewen. Ten eerste: zij en haar partner Vinoodh Matadin fotograferen met hetzelfde gemak voor modemerken als voor tijdschriften en hebben daarnaast in zowat alle belangrijke musea ter wereld gehangen. Ten tweede: ze kregen als eerste succes en navolging door digitale beeldbewerking toe te passen op modefotografie en zijn daarmee in elk geval deels verantwoordelijk voor het feit dat professionele fotografen de kans kregen om nieuwe en spannende dingen met fotografie te doen. Ten derde: Inez en Vinoodh zijn een fotografenduo dat op werkgebied alles samendoet, maar er daarnaast in slaagt ook al 18 jaar een romantische relatie te hebben.. Vice: Bedankt voor dit gesprek. Jullie hebben naam gemaakt met FOR YOUR PLEASURE, een met de Paintbox-computer bewerkte fotoserie die in 1994 werd gepubliceerd in het Britse blad The Face. Wat denkt u dat uw werk heeft betekend voor de acceptatie van digitale beeldbewerking? Inez van Lamsweerde: Ik denk vrij veel. Die serie in The Face was eigenlijk de eerste keer dat er digitaal bewerkte modefotografie in een tijdschrift werd gepubliceerd. Digitale bewerking werd wel gebruikt om advertenties meer glans te geven of er konijnen mee te laten vliegen, maar in de modewereld mocht je echt niet zien dat je de computer gebruikt had. Maar wij ontdekten juist dat de mogelijkheden voor bewerking interessant waren als je er op een subtiele manier mee om kon gaan. Wij waren constant bezig om beelden op zo’n manier te veranderen dat het niet meteen zichtbaar was dat het op de computer was gebeurd, maar dat er toch een soort ongemak of dualiteit in dat beeld zat. Toen vervolgens beeldbewerking in de mode kwam en iedere fotograaf zijn beelden digitaal begon te bewerken, voelde u toen iets van een hete adem en een nek enzo? Een beetje. Toen wij net begonnen met digitale bewerking, begonnen andere, bekendere fotografen ons na te doen. Zoals wie? Bijvoorbeeld Mondino. Hij had al het geld in de wereld, terwijl wij foto’s met een superlaag budget manipuleerden. Voor ons was het heel lang sparen en dan lang werken. Ik las dat u twee maanden bezig was aan FOR YOUR PLEASURE.Maar we hadden al snel het gevoel dat we op onze eigen lijn zaten, onze eigen weg. Dan maakt het niet meer zoveel uit wat anderen doen.
Precies. Op een gegeven moment ging iedereen steeds verder met het retouchen—het vliegende konijnen-fenomeen zoals wij dat noemen—tot het er uiteindelijk veel te gemanipuleerd uit ging zien. Wij reageerden daarop door het beeld kapot te maken, en de fouten juist te laten zitten. Op een gegeven moment gebruikten we de computer helemaal niet meer, maar dan dachten mensen toch nog dat wij die hadden gebruikt. “Wat zijn die handen groot,” zeiden ze dan, maar we hadden er niks aan veranderd. FOR YOUR PLEASURE kwam uit in de grunge-periode. Behalve dat grunge mensen aanzette tot het dragen van houthakkersbloezen had het ook invloed op de fotografie. U zei eerder dat die in die tijd vooral uit deprimerende zwart/ wit-foto’s bestond, en dat jullie kleurrijke en energieke werk daar een tegenreactie op was. Maar wat zou een fotograaf nu moeten doen om anti te zijn? Bestaat dat überhaupt nog? Ik denk dat de underground aan het verdwijnen is. Alles is openbaar vanwege het internet. Iedereen heeft meteen een podium, en een kans om het te maken. Er zijn ook zoveel meer tijdschriften dan toen wij begonnen. Tijden veranderen. In onze begintijd moest je ook Evangelista of Naomi Campbel in je portfolio hebben. Anders keken merken niet eens naar je. Je moest het ook niet in je hoofd halen om voor H&M te schieten als je al dingen voor Yohji Yamamoto had gedaan. Dat kon gewoon niet. Nu maakt het niet zoveel uit voor wie je schiet, wie je schiet en voor welk merk. Alle fotografen werken nu voor high en low; alles loopt door elkaar. Alles is een job en alles is op hetzelfde niveau, zeg maar. Ik denk dat er voor een jonger iemand niet echt iets is om tegenin te gaan. Ik weet ook niet of het daar nu nog om gaat. Maar voor u was die anti-houding een manier om op te vallen, en misschien een springplank voor uw carrière. Of was dat niet de intentie? Dat was niet de intentie, nee. Ik groeide op met de Franse Vogue, dat altijd bij mijn moeder thuis lag. Ze was modejournaliste. In dat blad zag ik de beelden van Helmut Newton. Het waren sterke, kleurrijke beelden, en daar komt mijn kleurrijke beeldtaal vandaan. En dat paste helemaal niet bij wat er gaande was in de grungeperiode. Maar wij bleven doen waar we in geloofden. Dat is het enige wat ik nu kan zeggen tegen een beginner: doe alleen waar je zelf in gelooft, blijf het doen en houd het vol. Doen wat je zelf wilt is het enige wat je hebt. In het begin ben je ontzettend bezig met het in één foto proberen te stoppen van al je vierhonderd ideeën. Maar met ervaring leer je dat zo’n foto dan iets krampachtigs krijgt, en daarna weet je: oké, ik heb een idee. Dit idee gaat daarheen. En dat idee past het beste daar. Je zult een bepaalde manier van werken vinden en dan merk je: dit is voor mij.
11
Dat schept ook vrijheid. Het gaat dan vanzelf. Als je weet wat het is waar je naar op zoek bent, dan gaat het makkelijk. Maar dat moet je dan wel eerst uit zien te vinden en daarom raad ik aan altijd zo lang mogelijk te studeren als je kan. Blijf zo lang mogelijk op school en ga vooral niet meteen werken, want dan krijg je meteen die druk om twaalf goede shots per dag af te leveren. En dan heb je maar weinig kans om je eigen beeldtaal te ontwikkelen. Je moet jezelf rust geven en weinig te doen hebben. Zo lang mogelijk je studentenleven uitbuiten en zo lang mogelijk je beeldtaal zoeken en je smaak opbouwen uit beelden die je inspireren. Dat is mij op de op de Rietveld Academie goed gelukt. Wat dat rekken van studeren betreft, bent u op een goed tijdstip in Nederland geboren. Ja. De cv die uw assistent mij voor dit interview opstuurde is 20 pagina’s lang en gaat terug tot 1992. In die waslijst staan exposities in topmusea vermeld, campagnes voor ’s werelds grootste modemerken en redactionele foto’s voor de meest gelezen tijdschriften. Wat is het aan uw werk dat u motiveert om zo lang zo hard te werken? Dat heeft te maken met een keuze voor manier van leven. Daardoor kunnen of willen we zoveel werken. Ons leven bestaat voor een groot gedeelte uit fotograferen, en we werken zo vaak mogelijk samen met mensen met wie we het liefst werken en die we het meest inspirerend vinden. En dat is eigenlijk een groep vrienden. Dat is waanzinnig mooi en daardoor voelt wat wij doen nooit als werk. Waarom wordt u voor zoveel verschillende campagnes gevraagd? Omdat ons werk niet lijkt op dat van veel andere fotografen, maar dat zit hem in de kleine, subtiele gebaren en emoties. Daardoor blijft alles mogelijk, zodat onze stijl zich niet beperkt tot zwart/wit in de studio of alleen maar heel felle kleuren op het strand. Sommige fotografen doen een ding en aan dat ene ding houden ze zich. Bij ons gaat het heel erg om het idee, en binnen dat idee proberen we weer te geven wat ons interesseert in zo’n foto. Klanten vinden het fijn dat we meedenken vanaf het begin. We zijn niet echt het type fotografen waar mensen naartoe komen met een compleet uitgedacht idee.
12
Uw werk My Little Darling Trish was te zien op een fotoexpo van Shaquille O’Neill. Dat vond ik opmerkelijk. Die tentoonstelling was geïnitieerd door een kunstverzamelaar, die dat werk van ons had gekocht. De afdruk die hij had gekocht was levensgroot. En hij heeft toen Shaquille gevraagd een tentoonstelling te cureren waarbij het ging om de maat. Size Does Matter. Dus er was werk dat ontzettend klein was en ontzettend groot. Alles gekozen door Shaq. Dus hij is waarschijnlijk door de collectie van die man gegaan en heeft dingen gekozen die hij interessant vond ten opzichte van zijn eigen maat. Was je er? Ja. En Shaq was heel erg groot. Hij was gigantisch. Twee keer zo groot als ik. Wat wordt de volgende evolutie in uw werk? Video. Ik denk absoluut dat het werk van de fotograaf zich meer en meer gaat toespitsen op video. En dat is voor ons nu de interessantste ontwikkeling. Iedereen wil nu bewegend beeld op zijn website. Veel van onze klanten vragen daar nu om en worden ook steeds veeleisender. Langzaam maar zeker worden dat soort filmpjes bewegende advertenties en voor ons is dat een geweldig ontwikkeling. Ook voor ons werk, om in een nieuw vak te duiken en daar alles te ontdekken. Oké. Ik heb moeite met de verkering met een meisje met wie ik werk. We gingen onlangs na een half jaar uit elkaar. U en uw partner zijn 18 jaar samen. Is er iets aan jullie samenzijn dat geëxtraheerd kan worden tot een advies voor anderen en kunt u, kortom, mijn relatie redden? Voor Vinoodh en mij was er de keuze dat we ieder moment in het leven samen wilden doorbrengen. “Waarom zou je überhaupt iets apart willen doen als je ook de hele tijd samen kan zijn?”, dachten we. Natuurlijk zijn er ook moeilijke dingen. Je hebt nooit afstand, en de scheiding tussen werk en thuis, die veel mensen hebben, is er bij ons niet. Alles loopt door elkaar heen, ook de stress van het werk. Ik denk dat jij dat waarschijnlijk ook hebt. Maar als je dat weet en weet waar het gevaar zit in de relatie, dan moet je dat openlijk bespreken. Oké, ik ga het proberen!
13
ERWIN OLAF, O
Tekst: Loes Perré
Seks en humor. Erwin Olaf geniet wereldfaam met opmerkelijke foto’s die vaak zijn doorspekt met deze twee elementen. Zijn werk – voor onder andere Diesel, Heineken en Microsoft – choqueert sommigen, ontroert anderen en is altijd spraakmakend. Erwin Olaf (49) staat te boek als een van Nederlands’ grootste fotografen. Zelf relativeert hij dit: ‘Ik ben niet de beste in wat dan ook. Je moet gewoon dicht bij jezelf blijven. Ik heb het geluk dat mensen mijn werk mooi vinden.’ De kunstenaar sloot in 1981 zijn opleiding tot schrijvend journalist af aan de Hogeschool van Utrecht. Tijdens zijn studie kwam hij in aanraking met fotografie en sindsdien heeft hij de camera nooit meer losgelaten. ‘Ik hou van dit vak. Op mijn tachtigste wil ik nog steeds foto’s maken. Dat hoeft niet perse op dit niveau, ook het op vijftig manieren vastleggen van mijn geraniums lijkt me heerlijk.’
16
OP HET RANDJE
ée en Joost Nellen
17
Latex Opzien baren doet Olaf regelmatig, bijvoorbeeld met zijn vrije serie Fashion Victims (2000) waarin veel naakt en stijve geslachtsdelen zijn te zien. Ook Separation uit 2002, waarin een vrouw en kind beiden in latex zijn gekleed, heeft veel stof doen opwaaien. ‘Die serie werd destijds helemaal verkeerd geïnterpreteerd’, aldus Olaf. ‘Door het materiaal van de pakken vonden mensen dat ik pornografisch werk maakte met een kind er in. De foto’s gingen over mijn jeugd. In mijn kindertijd heb ik me vaak eenzaam en onbegrepen gevoeld. Voor mij waren die pakken een metafoor van onbereikbaarheid en eenzaamheid.’ Op de vraag welke overeenkomst hij dan ziet tussen latex en eenzaamheid geeft de kunstenaar een opmerkelijke antwoord: ‘Ik heb een keer staan vozen met een jongen die zo’n pak aan had. Hoewel die gast het geweldig vond, was er voor mij niks aan. Het was alsof ik in een ballon stond te knijpen. Zo’n dun laagje creëerde een enorme afstand tussen onze persoonlijke belevingen.’ De manier waarop hij zijn kindertijd heeft ervaren, gaf hij met die serie een plaats. ‘Daar zit geen oud zeer meer.’ Het is maar een foto Een jaar eerder wist Olaf te schokken met zijn serie Royal Blood. Op een van de foto’s was een lookalike van prinses Diana te zien met een bloederige Mercedes-ster in haar arm. ‘Het is maar een grap. Vaak komt zoiets spelenderwijs tot stand. De vrouw op de foto was niet als de prinses gecast. Nadat de visagist klaar was met haar werk, dacht ik: “Jezus, ze lijkt wel Lady Di.” Toen ze loensend naar me keek, sloeg ik steil achterover. Het was op dat moment zonde om er niets mee te doen.’ ‘Aan mensen die over mijn werk vallen heb ik geen boodschap. Ze zouden zich over andere dingen druk moeten maken. Geweld en intolerantie, dat raakt mij veel meer.’ Als homoseksueel heeft hij vaak te maken gehad met onverdraagzaamheid. De Nederlandse maatschappij is in zijn ogen veel minder tolerant dan wordt beweerd. ‘In dit land mag wél worden getrouwd, maar als mannen hand in hand over straat lopen worden ze nageroepen.’ Dikkerdjes en transseksuelen Olaf wil graag andere dingen fotograferen dan het gros van zijn collega’s. ‘Neem nu paparazzi: wat doen ze met honderd man om een beroemdheid? In plaats van me bezig te houden met de 5 procent van de samenleving die toch al wordt doodgefotografeerd, concentreer ik me op de overige 95 procent.’ Hierbij heeft hij een voorkeur voor groeperingen die in deze samenleving niet vaak aan bod komen. Zo fotografeerde hij in de serie Mind of Their Own (1995) louter geestelijk gehandicapten. Deze mensen probeert hij op een flatteuze wijze te portretteren. Tegenwoordig lijken emancipatieproblemen zijn werk steeds minder te beïnvloeden. ‘Ik geloof dat die achtergestelde groepen zich steeds beter redden. Dikkerdjes en transseksuelen: ze weten
18
hun mond wel te roeren.’ Extra randje De kunstenaar heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij een dikke boterham verdient met zijn talent. In zijn eigen series zet Olaf zich vaak af tegen commercie. Desondanks heeft hij nu een delicate balans gevonden tussen opdrachten voor grote bedrijven en vrij werk. Op de vraag of deze twee dingen wel te rijmen zijn, antwoordt hij hoofdschuddend. ‘Het ene sluit het andere niet uit. Al zou ik niet modellen in bontjassen fotograferen, terwijl ik een week later werk in opdracht van dierenrechtenorganisatie PETA.’ ‘Commerciële opdrachten zorgen er voor dat je constant wordt geprikkeld. Het probleem met fotografen die enkel kunst maken, is dat er niets met die mensen gebeurt. Daardoor maken ze steeds weer hetzelfde. Als je een fotografiemuseum bezoekt is het negen van de tien keer kut met peren.’ Wat Olaf nu zo goed maakt in zijn vak kan hij niet precies vertellen. ‘Ik tracht bij elke serie weer iets nieuws te maken. Het blijft een uitdaging telkens weer de kwaliteit van voorgaand werk te evenaren. Een goede fotograaf is technisch onderlegd en maakt inhoudelijk goed werk, maar zijn foto’s hebben ook een extra randje. Of een foto zoiets heeft is onvoorspelbaar, dat zie je pas als de foto is gepubliceerd of in een museum hangt.’ Kitsch De vier meest recente vrije series van Olaf zijn meer ingetogen dan zijn vroegere werk. Hope, Rain, Grief en Fall gaan over het ‘non-moment’, na ‘ik maak het uit’, maar net vóór de eerste traan. Zijn werk is nu minder brutaal, omdat dat in de loop der tijd beter bij hem is gaan passen. ‘Ik word ouder en minder wild. Ik kan nog steeds excentrieke series maken, maar als dat niet past bij wat ik op dat moment voel, zouden die onecht worden.’ Zo noemt hij de serie Grief die nog steeds succesvol is en hem veel geld en roem oplevert. ‘Het was verleidelijk om zoiets nog eens te maken. Maar als je het niet goed neer kan zetten, wordt het toch een beetje kitsch.’ Op de vraag of zijn werk in de toekomst nog rustiger wordt, antwoordt hij ontkennend. ‘Ik zou het naakt weer opnieuw willen gaan onderzoeken. Een stijve lul fotograferen, daar ben ik nooit op tegen.’
19
WORLD
DPRESS
De Australische fotograaf Warren Richardson heeft de World Press Photo 2015 gewonnen. Op de winnende foto, gemaakt op de grens van Hongarije en Servië, is te zien is hoe vluchtelingen een kind onder een hek met prikkeldraad door tillen. Freelance-fotograaf Richardson maakte de foto op 28 augustus vorig jaar. “Ik verbleef vijf dagen bij de vluchtelingen aan de grens”, vertelt hij. “Zo’n 200 mensen verstopten zich onder de bomen bij het hek langs de grens. Eerst stuurden ze vrouwen met kinderen, daarna vaders en ouderen. De hele nacht speelden we een kat-en-muisspel met de politie.” Het was 03.00 uur in de nacht toen hij de foto maakte. “Ik was doodop toen ik de foto nam. Ik kon geen flitslicht gebruiken, omdat de politie naar ons op zoek was. Daarom kon ik alleen maar gebruik maken van het maanlicht.”
Symbool De jury omschrijft de foto als “een klassieke foto, die tegelijkertijd tijdloos is”. “De foto straalt zoveel kracht uit vanwege zijn eenvoud, in het bijzonder het symbool van het prikkeldraad”, zegt juryvoorzitter Francis Kohn. “Volgens ons brengt de foto heel goed in beeld wat er met vluchtelingen gebeurt. Het legt een specifieke situatie vast, maar de manier waarop dat gedaan is, is klassiek in de beste betekenis van het woord.” Andere winnaars Hieronder een selectie van de overige winnende foto’s. In de categorie ‘algemeen nieuws’ won de Braziliaanse fotograaf Mauricio Lima, werkzaam voor The New York Times, de eerste prijs. Hij fotografeerde in een ziekenhuis in de Syrische stad Hasaka een arts die een 16-jarige IS-strijder behandelt aan zijn verwondingen.
Een dokter behandelt een gewonde IS-strijder in de Syrische stad Hasaka MAURICIO LIMA, BRAZILIË, 2015 VOOR THE NEW YORK TIMES
22
De Rus Sergej Ponomarev maakte een fotoverhaal van de vluchtelingencrisis in Europa. De fotograaf, in dienst van The New York Times, won met zijn serie in de categorie ‘algemeen nieuws’. Hieronder één foto uit die serie. Te zien is hoe een klein bootje vol met vluchtelingen aankomt op het Griekse eiland Lesbos.
Vluchtelingen komen met een bootje aan op het Griekse eiland Lesbos SERGEJ PONOMAREV, RUSLAND, 2015 VOOR THE NEW YORK TIMES
23
De winnende sportfoto werd gemaakt door de Oostenrijkse fotograaf Christian Walgram. Hij fotografeerde de crashende Tsjechische skiër Ondrej Bank tijdens de wereldkampioenschappen alpineskiën in Beaver Creek, in de Amerikaanse staat Colorado.
De crashende skiër Ondrej Bank CHRISTIAN WALGRAM, OOSTENRIJK, 2015 VOOR GEPA PICTURES
24
In de categorie ‘dagelijks leven’ won de Canadees Kevin Frayer, werkzaam voor Getty Images. Hij maakte een foto bij een Chinese kolencentrale in Shanxi. Op de foto trekken mannen een bakfiets door de besneeuwde straten, terwijl op de achtergrond de rokende schoorsteenpijpen van de kolencentrale te zien zijn.
Twee mannen trekken een bakfiets door de straten in de buurt van een kolencentrale van Shanxi KEVIN FRAYER, CANADA, 2015 VOOR GETTY IMAGES
25
Een foto van een kind bij een vluchtelingenkamp in Servië won in de categorie ‘mensen’. Het meisje, dat een poncho draagt, wacht achter een hek op het moment dat ze zich kan laten registreren. De foto werd gemaakt door de Sloveense fotograaf Matic Zorman.
Het meisje wacht bij een hek totdat ze zich kan laten registreren MATIC ZORMAN, SLOVENIË, 2015
26
In de categorie ‘natuur’ maakte de Australiër Rohan Kelly de winnende foto. Voor de Daily Telegraph maakte hij een foto van een wolkentsunami die het strand van Bondi Beach, bij de Australische stad Sydney, nadert.
ROHAN KELLY, AUSTRALIË, 2015
27