7 minute read

ADRIAN VAN HOOYDONK

Als durf beloond wordt …

Adrian van Hooydonk, BMW Chief of Design, reed niet alleen de Zoute Grand Prix, hij vond in Knokke ook nog de tijd om even van gedachten te wisselen. Een gesprek over gedurfde lijnen, de uitdagingen rondom het autonoom rijden en de toekomst in het algemeen.

Advertisement

Na de eerste dag van de Zoute Grand Prix is Adrian van Hooydonk, een man met gemengde gevoelens. ’s Ochtends kreeg hij het stuur in handen van een 328 MM Coupé, halverwege de dag stond de historische auto met pech aan de rand van de weg. Niet helemaal onverwacht als men weet dat het om een 77-jarige gaat. Maar toch.

‘s Avonds vinden we de Nederlander terug in de BMWtent en genieten we samen van een verfrissend glas champagne. Heeft Adrian een link kunnen ontdekken tussen de prachtig gestroomlijnde coupé van toen en de wagens die hij tegenwoordig zelf vormgeeft?

A. van Hooydonk: “Eigenlijk wel. De oude 328 is altijd al een heerlijke auto geweest om mee te rijden – al was dat nu toch al weer zes of zeven jaar geleden. Opvallend blijft natuurlijk zijn geringe gewicht, en die kwaliteit proberen we zelf ook weer steeds vaker te benadrukken. Binnenkort komt er een nieuwe middenklasse BMW op de markt, en die zal ook duidelijk nog een stuk lichter uitvallen dan zijn voorganger.

De 328 MM stuurt heel precies, en hij hangt enorm goed aan het gas. In combinatie met die krachtige zescilinder gaf dat een heerlijk gevoel om ermee te rijden. Bovendien kreeg hij een open uitlaat mee, zodat ook het geluid voor een extra sensatie zorgde. En hij is iets ruimer dan de roadster die iedereen kent, en dat betekende dat ik er ook beter inpaste en da’s toch wel lekker meegenomen. Kortom, ik bracht een heerlijk dagje op kantoor door. En je krijgt er nog wat inspiratie bovenop.”

Dm: De toekomst staat voor de deur en twee tendensen steken boven de horizon uit: de autonome auto enerzijds en de elektrische aandrijving anderzijds. In hoeverre hebben die een invloed op designgebied?

A. van Hooydonk: “Als er grote technische veranderingen opduiken, dan kan je van eenzelfde beweging spreken bij het design. Autonoom rijden zorgt voor nieuwe kansen in het interieur, ik voorzie zelfs een paar radicale ingrepen. Omdat de intelligente auto ervoor zorgt dat de rijder binnenin andere mogelijkheden wachten. Ook op mijn afdeling gaf het thema autonoom rijden al aanleiding tot flink wat discussies. Logisch toch: de ingenieurs zijn bezig met het mogelijk te maken, dus moeten wij ervoor zorgen hoe je die ervaring beleeft. Eigenlijk zie ik het meer als een kans dan als een bedreiging, maar echt plannen kan je alles toch pas als het technisch helemaal goed zit. Maar dat neemt niet weg dat we wel enkele ideetjes hebben.

Dat geldt niet noodzakelijk bij elektrisch rijden omdat sommige fabrikanten gewoon van een normale auto vertrekken. We vonden het nodig om die kans voor verandering met beide handen aan te grijpen en er gelijk voor te zorgen dat de auto een stuk lichter kon worden – waarbij koolstofvezel onze bondgenoot werd. Bovendien heeft dat materiaal het voordeel dat het veel rigider is en dat betekent dat je de deuropeningen groter kan maken zonder aan rigiditeit te verliezen.

En dan is nog niets gezegd over het feit dat een elektrische motor in principe een stuk kleiner uitvalt, omdat je niet met zo’n lange motorkap hoeft te zitten…”

Dm: Autonoom rijden lijkt niet meteen sexy…

A. van Hooydonk: “Het aantrekkelijke van individuele mobiliteit is dat de klant moet kunnen kiezen tussen zelf rijden, of juist niet. We kunnen ons voorstellen dat als je een traject van 7 uur voor de boeg hebt, het prettig is om de auto gedurende 2 uur zelf het werk te laten doen. Dat noem ik een extra troef, omdat het je niet verhindert om zelf te rijden als je daar echt zin in hebt.”

Dm: Er duiken inmiddels allerlei scenario’s op van auto’s zonder stuurwiel en zonder pedalen. Gaat het die kant op, moeten we ons daarop voorbereiden?

A. van Hooydonk: “Wat we moeten blijft een groot vraagteken, omdat de wetgever nog niet zo ver is. Die wil nog altijd dat er een stuurwiel aanwezig is dat we bovendien moeten vasthouden. En dat er een airbag gemonteerd wordt. De wet leest nog altijd alsof er geen autonoom rijdende auto’s bestaan. Heel belangrijk is dat het plan er ook is om ongelukken gewoon uit te schakelen, en dat wil de wetgever eigenlijk ook al. Om die reden ga ik ervan uit dat die wetten er redelijk snel komen. Al kan het natuurlijk nog wel een tijdje duren vooraleer de hele wereld daarmee klaar is.

Veel van de verantwoordelijkheid ligt bij ons, autobouwers. Wij moeten eerst gaan bewijzen dat de techniek functioneert, veilig en betrouwbaar is. Dat testen we nu al op de autobahn tussen München en Nürenberg.

Op designgebied blijft het spannend. Misschien verwacht je in een autonoom rijdende auto niet eens zo erg veel meer ruimte – als je maar andere dingen kan gaan doen. Op het Internet surfen of naar een filmpje kijken. Of je wil iets makkelijker zitten, zonder meteen aan een hele sofa te denken.”

Dm: Intussen lijkt de toekomst al begonnen op designgebied en wel met de vormgeving van de i8.

A. van Hooydonk: “Dankzij het gebruik van koolstofvezel, ben je veel vrijer in de vormgeving, omdat het materiaal zo sterk is. Je merkt het al bij racewagens waar de vormgeving vaak heel complex uitvalt. Dat is bij de achterzijde van de i8 ook zo, maar daar letten misschien weinigen op. Bovendien loont die complexiteit, het gaat om veel meer dan enkel maar wat mooie lijnen. Kijk, aerodynamisch gesproken is de ideale vorm, de druppelvorm en daarom zou elke auto achteraan heel smal moeten worden. Nu wil je een sportwagen juist laag en breed maken en daarom hebben we ervoor gezorgd dat de lucht die langs de auto heen loopt achteraan in een smalle wig terecht komt. Om maar te zeggen dat het niet enkel zomaar om een fantastische ingeving ging. Uiteraard hebben we de vorm in de windtunnel gezet en daar werden onze vermoedens bevestigd.”

Dm: Maar koolstofvezel blijft wel een pak duurder dan de traditionele materialen …

A. van Hooydonk: “Op dit moment is koolstofvezel nog niet zo wijdverbreid als staal of aluminium en daardoor alleen al iets duurder. Anderzijds kost het productieproces minder energie en van sportwagens verwacht je nu toch eenmaal dat ze licht zijn, waardoor je het met aluminium al niet helemaal meer redt. Die extra prijs lijkt mensen er niet van te weerhouden de i8 toch te kopen. In de Belux zijn er twee jaar op rij zo’n 150 stuks van gesleten, en ik heb alleen maar gelukkige klanten gezien. Bovendien is hij de meest verkochte hybride in zijn segment.”

Dm: Wij waren zelf wat blij dat er eindelijk weer echt wat durf tentoon gespreid werd op de designafdeling.

A. van Hooydonk: “Toen we bezig waren met het ontwerp, vonden veel mensen intern dat hij wat te extreem oogde. Daarom hebben we hem tijdens zijn ontwikkeling aan niet te veel medewerkers laten zien. Bovendien ging het om een concept car, en daarbij kan je al wat vrijer met de lijnen omspringen. We wilden gewoon bewijzen dat ook een elektrische auto er best emotioneel mocht uitzien.

DE ZOGENAAMDE HOMMAGE AUTO’S WILLEN IETS UNIEKS LATEN ZIEN. DE ACHTEROP LIGGENDE GEDACHTE IS EENVOUDIG: WELKE AUTO’S ZULLEN OVER PAKWEG 70 JAAR NOG DE MOEITE ZIJN OM ZE TE GAAN SHOWEN?

De reacties op het salon in Frankfurt waren zo overweldigend positief dat de directie besloot om ‘m toch te gaan produceren en dat ging uiteindelijk nog behoorlijk snel. Onze toenmalige CEO, Dr. Reithofer vertelde me dat hij de avond van de eerste persdag in de lobby van zijn hotel zat en alleen maar BMW-medewerkers zag met een brede glimlach. Terwijl de economische conjunctuur op dat moment daar niet echt naar was. Daarom vroeg hij aan een paar van hen waarom ze er zo opgewekt bijliepen, en ze antwoordden allemaal: ‘Omdat die concept er zo fantastisch uitziet. Alle collega’s van de hele industrie zijn langs geweest om ‘m te zien. Die moeten we bouwen’.”

En het is diezelfde avond dat Dr. Reithofer voor zichzelf de beslissing nam om dat te doen, waarbij het hem nauwelijks moeite kostte om de leden van de directie te overtuigen.

Ik heb de i8 zelf een jaar lang kunnen rijden en de reacties die ik daarbij kreeg waren alleen maar positief. Wat mensen nog niet genoeg beseffen is dat we hier met een sportwagen te doen hebben en dat ie ook functioneert als een sportwagen. Porsche-rijders kunnen hun ogen nog altijd niet geloven op de autobahn.

Als je hem parkeert, dan doet hij dat dan weer geruisloos. Kortom hij bezit een hoge sympathiewaarde terwijl het Freude am fahren toch onversneden aanwezig is. Een leuke bijkomstigheid is dat we sinds de i8 op de designafdeling wat gedurfder uit de hoek komen, de aarzeling die er soms heerste, werd met dit model echt doorbroken.”

Dm: Elk jaar tonen jullie ter gelegenheid van het Concorso d’Eleganza in de Villa d’Este een gedurfd concept, een hommage aan een model uit jullie geschiedenis. Sommige van die ontwerpen zouden ongetwijfeld ook een koper vinden. Nooit aan gedacht?

A. van Hooydonk: “De zogenaamde hommage auto’s willen iets unieks laten zien. De achterop liggende gedachte is eenvoudig: welke auto’s zullen over pakweg 70 jaar nog de moeite zijn om te showen? Niet een gewone 3-reeks, want daar verkopen we er teveel van. Vandaar die uitschieters. En voor zowel de 3.0 CSL als voor de Z4 Zagato kregen we vragen van klanten binnen of we geen limited editions konden bouwen. Dat zou ik bijzonder graag doen, zo’n haute couture reeks, maar de ontwikkelingskosten voor een auto die in het verkeer mag, liggen torenhoog. Of je er nu een miljoen van bouwt, of maar tien – ze blijven hetzelfde. En daar knelt het schoentje, maar we denken er soms wel over na, en gaan dan aan het cijferen waar het evenwicht zou liggen tussen de gemaakte kosten en een redelijk beperkte oplage…” 

This article is from: