M a g a z i n e v a n e n o v e r AT M M o e r d i j k , e e n S h a n k s b e d r i j f
nr. 3 - december 2007
Smink Afvalverwerking
Wilchem Eco Salvage
Waterzuivering
Van de redactie A
fval: iedereen wordt er mee geconfronteerd. Was het vroeger, en dan spreek ik over ongeveer 50 jaar geleden, nog eenvoudig en goedkoop om van je afval af te komen. Nu, anno 21ste eeuw, is er een heel circuit van verwerking en recycling ontstaan om ons milieu leefbaar te houden. De hoeveelheid afval is vanaf die periode drastisch toegenomen, mede door het gebruik van meer en andere verpakkingsmaterialen. De introductie door Earl Tupper van zijn befaamde Tupperware leidde ons, net na de 2e Wereldoorlog, binnen in de “plastic wereld”, met al het bijbehorende, waaronder ook afval. Ook in de media worden we veelvuldig geconfronteerd met afval en alles daar omheen. Denk daarbij aan actualiteitenprogramma’s waar onderwerpen als klimaatverandering, het ozongat, het nut van de eenmalige PET fles met statiegeld besproken worden. Ook de discussie of het gebruik van biodiesel geen gevolgen heeft voor de voedselvoorziening en de stelling dat de varkenshouderijen grote afvalverwerkers zijn, zijn zaken waar 50 jaar geleden nog niet aan werd gedacht. En dan hebben
we het nog niet over de toch weer steeds opduikende “milieuschandalen”. In dit kader vonden wij het interessant om te weten hoe burgers tegen het begrip afval aan kijken. Onze reporter brengt verslag uit. Ruim 50 jaar geleden, om precies te zijn in 1955, bij de oprichting van Smink, kon men niet bevroeden dat er later een afvalverwerkingsbedrijf uit zou ontstaan. Wij spraken met directeur Damy Story. Het op grote schaal zuiveren van water is ook omstreeks dit tijdstip begonnen. Wij vertellen u welke ontwikkelingen er doorgemaakt zijn in deze tak van afvalbehandeling en kijken daarbij naar onze eigen installatie. Veiligheid en calamiteit zijn zaken die vaak verband houden met elkaar. We laten onze veiligheidsman Jaap Cappon aan het woord en hebben een interview met de calamiteitenservice van Wilchem. Verder in dit nummer het relaas over een onderhoudsstop bij de grondreiniging en de pyrolyse, een interview met Sven Mollet van ons
COLOFON Eindredactie: Jack Droog Arno Nijssen Piet Rolloos
Interviews: Michel van Straten Adriënne Nijssen
Tel: 0168-389225 Fax: 0168-389270
Vormgeving: Artfull Media, Rotterdam www.artfullmedia.nl info@artfullmedia.nl
E-mail: info@atmmoerdijk.nl Druk: Drukkerij Van der Louw, Berkel & Rodenrijs
2
zusterbedrijf Shanks Gent en we namen een kijkje achter de schermen bij de offshore industrie. Namens de redactie,
Arno Nijssen
Inhoud
2 3 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22
Van de redactie Van de directie De historie van waterzuivering Waterzuivering bij ATM Smink Afvalverwerking Reym Beverwijk Veiligheid Shanks België, divisie Gent Wilchem Eco Salvage De burger en afval Onderhoudstop Nieuwsflits
Dit magazine is een uitgave van: ATM Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152 Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk Postbus 30, 4780 AA Moerdijk Nederland Indien u dit magazine niet wenst te ontvangen bel, fax of e-mail naar de redactie.
Van de directie E
én van de belangrijkste dingen die bij ATM moeten worden “gemanaged” zijn de vele veranderingen en wijzigingen in de bedrijfsvoering. De ontwikkelingen in de wereld en de maatschappij gaan al snel, maar in de verwerking van gevaarlijk afval geldt dat in nog grotere mate.
Nieuw afval Daar zijn een aantal oorzaken voor. Typerend is dat het merendeel van de afvalstoffen die bij ATM verwerkt worden éénmalige partijen zijn. Dit in tegenstelling tot verwerking van bijvoorbeeld huisvuil, GFT-afval of zuiveringsslib; afvalstromen die redelijk constant van samenstelling en herkomst zijn en die in standaard installaties worden verwerkt. Bij ATM worden veelal partijen afval ter verwerking aangeboden die nog nooit eerder zijn verwerkt. Partijen verontreinigde grond bijvoorbeeld komen per definitie maar éénmaal voor, want daarna is die locatie opgeruimd en zal niet snel opnieuw verontreinigd raken. Ook het soort en de mate van verontreiniging is wisselend, vaak olieproducten en/of PAK’s, maar ook met enige regelmaat exotische verontreinigingen, zoals cyanide, bestrijdingsmiddelen, dioxinen, TNT, mercaptanen, etc. Bij de verwerking van afvalwater en afvalslib komen ook regelmatig nieuwe afvalstromen of verontreinigingen voor. Voor de beoordeling of dergelijke nieuwe afvalstromen verwerkt mogen en kunnen worden, spelen de chemici van ons laboratorium en de acceptanten een belangrijke rol. Zij analyseren en beoordelen de stroom en stellen daarbij de voorwaarden op. Dat kunnen voorwaarden zijn ten aanzien van de manier van verwerken, maar soms moet zelfs een
installatie er op worden aangepast. Ook worden er proefverwerkingen uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de praktijk overeenkomt met de theoretische verwachting.
en de Filippijnen wordt aangeleverd. Deze ontwikkelingen betekenen ook dat sommige afvalbedrijven afhaken of juist starten. Dat alles heeft ook weer effect op het aanbod van afval en de bedrijfsvoering bij ATM.
Milieuregels Een andere belangrijke oorzaak voor veranderingen aan de installaties en de bedrijfsvoering zijn de wijzigingen op de toch al talrijke milieuregels. Dit zijn niet alleen de regels uit de vergunningen van gemeente, provincie, waterschap, rijkswaterstaat en ministerie VROM, maar in toenemende mate ook de Europese milieuregels die direct op ATM van toepassing zijn. Ook “ontstaan en verdwijnen” afvalstromen door veranderende regelgeving, of worden door de overheid voorgeschreven verwerkingsmethoden veranderd; zoals vrij recentelijk voor teerhoudend asfalt. Om al deze wijzigingen te volgen en in goede banen te leiden zijn hier twee medewerkers fulltime mee bezig.
Markt De derde oorzaak is de markt.Hiermee wordt bedoeld het aanbod en de prijzen van afvalstoffen en de bedrijven in de afvalverwerking. Afvalverwerking is een volwassen concurrerende bedrijfstak geworden. De meeste afvalbedrijven in Nederland behoren tot beursgenoteerde concerns. Zo is ATM onderdeel van het engelse Shanks, terwijl recentelijk door de verkoop van AVR en Van Gansewinkel aan een investeringsmaatschappij het grootste Nederlandse afvalconcern is ontstaan. Ook wordt, mede onder druk van de Europese handelsregels, afvalverwerking versneld een internationale markt. Zelf zien we dat er in toenemende mate afval uit landen als België, Frankrijk, Spanje, Italië, Zweden en zelfs uit Uruguay
Techniek Als laatste reden van veranderingen kunnen de technische ontwikkelingen genoemd worden. Afvalverwerking gebeurt met vrij jonge technologieën. Tot ongeveer 15 jaar geleden werd in Nederland het afval nog grotendeels gestort. In veel andere landen is storten nog steeds de belangrijkste manier om van afval af te komen, omdat daar voldoende ruimte beschikbaar is. In het kleine Nederland wordt afval met technische installaties verwerkt en zijn we steeds op zoek naar verbeteringen. Vanwege al die oorzaken en noodzaken van verandering heeft ATM een organisatie opgebouwd die daar gemakkelijk op kan inspelen. Met de eigen engineers en technici, een adequate commerciële afdeling en flexibele productieafdelingen zijn veranderingen snel doorgevoerd. Uiteraard is een voldoende groot investeringsbudget vereist om dit alles te kunnen bekostigen en gelukkig is onze aandeelhouder van deze noodzaak overtuigd. Een bijkomend gevolg is dat we de vergunningverleners bij de overheden blijven voorzien van voldoende werk, want alle wijzigingen en veranderingen moeten gedekt zijn door de juiste vergunningen, meldingen en procedures. Zo bekeken is ATM ook een grote “werkgever” voor de overheid.
Jack Droog, directeur
3
Waterzuivering: een kwestie van concentratie N
ederland voert al eeuwenlang een strijd tegen het water dat ons omringt. Door tegenstrijdige belangen van grondeigenaren en gebruikers van gronden en waterlopen was het noodzakelijk om het beheer hiervan door een onafhankelijke instantie te laten uitvoeren. In de middeleeuwen ontstonden om deze reden de (hoog)heemraadschappen.Graaf Willem van Holland was omstreeks 1200 de initiator hiervan. Zij waren de eerste officiële overheidsorganen die verantwoordelijk waren voor de zorg over rivieren, waterlopen en dijken.
Blauwe dood Door bevolkingstoename waren het vooral de steden waar het woord vervuiling zijn intrede deed. Dat water, vooral van WC’s, ook de drager was van diverse ziektes die duizenden slachtoffers eiste, daar had men toen geen idee van. Tussen 1830 en 1870 zijn er tiental-
Aanleg riolering Breda
4
len uitbraken van cholera (blauwe dood genoemd i.v.m de blauwe armen en benen van de slachtoffers) in Europa geweest. Ook ziektes als tyfus, legionella, blauwalg, worden veroorzaakt door in water levende bacteriën. Ook nu sterven er wereldwijd dagelijks nog steeds 20.000 mensen per dag aan dit soort ziektes. Hiernaast een afbeelding van de Salmonella Typhi. Maar ook virussen (hepatitus A, E en polio) en parasieten (zwemmersjeuk) voelen zich prima thuis in water. Terwijl ook de malariamug water nodig heeft voor zijn voortbestaan. Kortom het is belangrijk zorg te dragen voor een goede kwaliteit van water en een goede afvoer van afvalwater.
RWZI In de tijd van de industrialisatie van Europa werden de problemen groter en groter. Men besloot tot het aanleggen van riolering (de eerste werd in Maastricht aangelegd in 1851). Het probleem werd daarmee verplaatst naar verder gelegen locaties. Hiernaast een foto van de aanleg van de riolering in Breda (1926) Rioolstelsels bestaan al vele eeuwen maar de rioleringen die de Romeinen gebruikten hadden als hoofddoel de afvoer van regenwater. Tegelijkertijd met de riolering werd de aanleg van waterleiding geïntroduceerd, zodat men kon beschikken over goed drinkwater. Pas in de loop van vorige eeuw, zo rond 1950, verschenen de eerste waterzuiveringinstallaties, afgekort tot AWZI (Afval Water Zuiverings Installatie) en tegenwoordig RWZI (de R staat voor Riool).
Door invoering van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren, pas in 1970, kwam de bouw van deze installaties in een stroomversnelling. De heemraadschappen kregen er een taak bij. Naast de zorg om de kwantiteit van het water in de hand te houden kreeg men ook de zorg over de kwaliteit van het water.
Zuivering Zolang er leven is op aarde wordt er water gezuiverd, omdat het niets anders is dan bacteriën die de vervuiling gebruiken als voedsel. Dit zijn andere bacteriën dan de ziekmakende bacteriën. De uitwerpselen van mens en dier, zijn van natuurlijke oorsprong en worden uit het water verwijderd door diverse soorten bacteriën. Voor het “verbranden” van deze afvalstoffen is zuurstof nodig. Deze zuurstof is opgelost in het water. Neemt echter de vervuiling toe dan is er te weinig zuurstof voorhanden om alles af te breken. Hierdoor gaat het water rotten en stinken. Hier had men in de middeleeuwse steden mee te maken. In een normaal oppervlaktewater bevinden zich hooguit een paar honderd bacteriën per ml. Wat er in een waterzuivering gebeurd is dat de bacteriën zeer veel voed- Salmonella Typhi sel voorgeschoteld krijgen en dus enorm in aantal zullen groeien. De concentratie kan wel oplopen tot meer dan een
miljard bacteriën per ml. Vervolgens worden de bacteriën, die samenklonteren tot vlokken, gevangen gehouden in de installatie. Door lucht (zuurstof) in het vervuilde water te blazen kunnen de bacteriën hun werk blijven doen. Door menselijke activiteiten (industrie) komen er ook afvalstoffen in het water die niet van natuurlijke oorsprong zijn. Hierdoor zullen in de AWZI die organismen gaan overheersen die het beste om kunnen gaan met deze giftige componenten.
Fosfaat Door de jaren heen is waterzuivering steeds complexer geworden. Het toenemende gebruik van kunstmest zorgde voor uitspoeling van nitraat en fosfaat. Wasmiddelen werden voorzien van fosfaten om het water te ontharden. Dit leidde er toe dat het rioolwater, dat uiteindelijk in het oppervlaktewater terecht komt, zoveel fosfaten bevatte dat algen overvloe-
dig konden groeien, waardoor de zuurstof uit het water verdween en uiteindelijk leidde tot een massale vissterfte. Dus werd het verwijderen van fosfaat en nitraat een noodzaak, terwijl ook bij de waterwinning het water verder onthard wordt dan tot dan toe gebruikelijk. De laatste jaren wordt ook steeds meer waarde toegekend aan de verwijdering van stikstof, ook vanuit milieu oogpunt. De huidige RWZI’s zijn of worden aangepast
om ook deze component selectief te verwijderen. Een RWZI ziet er tegenwoordig dan ook indrukwekkend uit. Zij krijgen vele duizenden kubieke meters water per dag te verwerken en alles is dus groot aan deze installaties. De waterzuivering van Rilland Bath, waar ATM haar afvalwater op loost krijgt jaarlijks 41 miljoen kuub voor haar kiezen. Na zuivering wordt dit water geloosd op de Westerschelde.Voor de werking door een RWZI wordt verwezen naar Internet.
Beluchting van rioolwater
5
De waterzuivering van ATM is een robuust werkpaard I
n 1986 werden bij ATM de eerste stappen gezet op het gebied van waterzuivering. In een aparte tank werd industrieel afvalwater behandeld door er biologisch actief slib bij te pompen en vervolgens te beluchten. Het unieke was dat dit gedaan werd met water dat een zeer hoog chemisch zuurstof verbruik (CZV) had. CZV staat voor de mate van vervuiling van het afvalwater. Door lucht door de tank te blazen, kon het biologisch actieve slib (dit zijn bacteriën) zijn werk doen en werd het CZV gehalte met een factor 10 gereduceerd, tot ongeveer 5000 mg/l. Later werd dit systeem verder geoptimaliseerd met de hulp van onze voormalige Amerikaanse moeder, Waste Management. Het systeem werd toen Sequencing Batch Reactor genoemd (=SBR). Dit systeem bestond uit de achtereenvolgende stappen; voeden, beluchten, reageren, bezinken en decanteren. De SBR bleek redelijk gevoelig voor de sterk wisselende samenstelling van het afvalwater. Even voor het jaar 2000 kwam de techniek van membraanfiltratie op de markt. Dat wil zeggen dat er systemen beschikbaar kwamen die voldoende filtratiecapaciteit hadden. Op de afbeelding is te zien dat de grote buis gevuld is met een groot aantal dunne “rietjes”. Water kan door de wand van de rietjes heen, wat dan helder gezuiverd water oplevert, terwijl de zwevende stoffen (de bacteriën) er niet doorheen kunnen. Het grote voordeel van dit proces is dat er continu afvalwater aan het systeem gevoed kan worden. Door de toepassing van zuivere
6
Jaap Tolenaars en Ernst Olthuis zuurstof, krijgen de bacteriën voldoende zuurstof om de afbraak zo volledig mogelijk te laten zijn. Het enige dat daarna nog onder controle gehouden moet worden is de temperatuur, omdat bij een grote afbraak van vervuiling veel warmte ontstaat. Zonder koeling zouden de bacteriën zich als het ware minder lekker voelen. Eigenlijk is het een zelfregulerend systeem, want op het moment dat het water te warm wordt, verminderd de afbraak en dus ook de productie van warmte. Door te koelen wordt een deel van de warmte afgevoerd en blijft de activiteit gehandhaafd en dat is wat ATM graag wil.
De technoloog Deze keer zijn we op bezoek geweest bij Ernst Olthuis. Hij is de man die betrokken is geweest bij de bouw van het SBR systeem en heeft zelf het MBR systeem bij ATM geïntroduceerd. SBR is een techniek die, dankzij het bezinken, zichzelf de das om
heeft gedaan bij ATM. Ondanks dat we probeerden de voeding zo constant mogelijk te houden zat er door deze techniek teveel variatie in. Dat leidde regelmatig tot slechte bezinking en zo is de zoektocht naar een alternatief begonnen. Het gebruik van membranen komt eigenlijk uit de drinkwaterwinning, waarbij ze gebruikt werden voor het verwijderen van zouten. Daarna is er een toepassing ontwikkeld voor de zuivelindustrie (wei filtratie) en omstreeks 1995 zijn de eerste stappen gezet op het gebied van afvalwaterzuivering. Zo rond de eeuwwisseling waren de membranen commercieel beschikbaar en hebben we er een aantal aangeschaft. Na ruim een jaar experimenteren met één tank waren we ervan overtuigd dat dit de weg was die we moesten gaan. In korte tijd zijn toen de andere drie waterzuiveringtanks omgebouwd naar membraanfiltratie. Er zijn meerdere bedrijven die deze techniek gebruiken, maar
daarbij wordt wel regelmatig slib gespuid. In onze installatie blijkt het mogelijk te zijn om zonder het verwijderen van slib toch een goede filtratiecapaciteit te behouden. Dat maakt onze installatie uniek, al is het wel zo dat de installatie veel energie (elektriciteit) nodig heeft om goed te kunnen draaien. De installatie draait nu al een aantal jaren probleemloos en het enige nadeel is dat er minder verwijdering van stikstof is. Al met al heeft de membraantechniek ATM veel extra’s opgeleverd: meer capaciteit, hoger zuiveringsrendement en constante kwaliteit van het effluent. De installatie is een betrouwbaar en robuust werkpaard geworden.
De beheerder Jaap Tolenaars is degene die de installatie beheerd. We knoopten ook met hem een gesprek aan. Denk niet dat een installatie die probleemloos draait geen aandacht nodig heeft. Constant ben
je bezig met het bijsturen op basis van de analyseresultaten die het lab levert. Om de voeding zo “egaal” mogelijk van samenstelling te laten zijn stel je elke dag een recept op. Zoveel kuub uit de ene tank en zoveel uit de andere. Met de diversiteit aan afvalstromen zijn dat zeker geen standaard rekensommetjes. Een ander facet is dat je ook mechanisch de zaak goed in het oog moet houden. In samenspraak met de technische dienst loopt ook dit tegenwoordig gesmeerd. Pompen, kleppen, afsluiters en membranen liggen op voorraad klaar en kunnen bij een storing probleemloos vervangen worden. Na verloop van tijd weet je waar de zwakkere plekken zitten in de installatie. Ook het preventief spoelen van de membranen is op deze manier ontstaan. Eerst werd er gespoeld als er verstoppingen waren, maar de ervaring heeft geleerd dat er minder oponthoud is als je spoelt voordat de “rietjes” (zie foto)
verstopt zitten. Op deze manier wordt de levensduur van de membranen verlengd en hoeven ze maar een keer per jaar echt goed schoongemaakt te worden. Als alle “rietjes” open zijn levert één membraan ongeveer één kuub per uur aan gezuiverd water op. Momenteel staan er bij ATM 96 membranen opgesteld. De grootste uitdaging ziet Jaap in een mogelijke capaciteitsuitbreiding in de toekomst. De filtratiesnelheid is gemakkelijk op te voeren, maar er treden dan op andere plaatsen mogelijk problemen op. Om daar dan de oplossingen voor te vinden wordt een belangrijk doel voor ons als de uitbreiding eenmaal is vergund.
Buis met “rietjes”
De Membraam Bio Reactor (MBR) van ATM
7
Smink afvalverwerking, meer dan een stortplaats! Door Adriënne Nijssen
O
p de Lindeboomseweg in Amersfoort rijden vrachtwagens af en aan. Bij de CAR-post (controle, acceptatie en registratie) worden de begeleidingsdocumenten gecontroleerd. Als die in orde zijn rijden de trucks, met containers vol afval, het bedrijfsterrein op. “Elke buitenstaander die denkt dat de vrachtwagens linea recta naar de stortplaats gaan om daar het afval achter te laten, komt bedrogen uit,” zegt Damy Story, directeur van Smink Afvalverwerking B.V.
Begin Ongeveer negentien jaar is Story werkzaam bij de Smink-Groep in Amersfoort. “Geen bewuste keuze,” lacht hij. “Na mijn opleiding aan de Hogere Bosbouw en Cultuurtechnische School was er weinig werk. Precies op dat moment kwam de bodemvervuiling in Lekkerkerk aan het licht en
8
kwam er ineens volop werk in de bodemsanering. Wat later maakte ik de overstap naar de provincie Utrecht. Een aantal jaren deed ik daar milieuvergunningen. Door deze baan kwam ik in contact met Smink. Ik werd door hen gevraagd en heb een baan geaccepteerd, het werk beviel en bevalt me nog steeds goed. Smink is flink gegroeid en het is de dynamische bedrijfstak die me blijft boeien.” Smink Afvalverwerking B.V. is ontstaan uit het Aannemersbedrijf Smink. Het bedrijf deed aan zandwinning en het was in die jaren vrij normaal dat elk gat dat werd gegraven, weer werd opgevuld met afval. Dat afval werd afgedekt met één meter zwarte grond; dit was de enige richtlijn. Het afvalverwerkingsbedrijf werd een logisch nevenbedrijf. Maar die tijden zijn veranderd. De wettelijke bepalingen zijn strenger geworden en ook
burgers zetten de aanval op afvalverwerkingsbedrijven in. “Iedereen weet dat afval verwerkt moet worden. Maar als je praat over de concrete invulling daarvan wil geen enkele Nederlander dat in zijn achtertuin. Een beetje afvalbedrijf heeft wel een actiegroep tegen zich. Dat hoort er gewoon bij. Daar zitten ook positieve kanten aan. Ik sta natuurlijk niet te juichen als er een actiegroep zich tegen ons richt, maar als je in de gaten gehouden wordt, blijf je scherp,” zegt Story.
Stortplaats Als er inderdaad één Amersfoorts bedrijf is dat regelmatig de pers haalt, is het Smink wel. Was de uitbreiding van de stortplaats in 2000 reden voor veel protest, het laatste jaar haalde de uitbreiding van de baggerstortplaats weer geregeld de plaatselijke media. “Helaas gaat het in de kranten vaak
over de stortplaats,” zegt Story. “Kijk, ik ben er trots op dat we als enige bedrijf van de Shanksgroep een stortplaats hebben, maar we doen veel meer dan het storten van afval. Ik zou het prettig vinden als de burger zou weten dat we ons, naast afvalberging, ook richten op hergebruik van afvalstoffen. Ruim 75 procent van het afval dat bij ons binnenkomt, gaat na bewerking de poort weer uit in de vorm van o.a. zand, hout, compost of puingranulaat. Het resterende gedeelte, het deel dat gestort wordt, betreft veelal asbest, waterleidingsbuizen, shredderafval en slib uit grondreinigingsprocessen.”
het afval omhoog naar de zeven en windshifters. Die zeven en blazen alle kleine deeltjes tussen het afval uit, zoals fijn puin, zeefzand en hout- en papiersnippers. De rest komt via de opvoerband in een ruimte waar mannen aan een sorteerinstallatie staan. Met de hand, in vakjargon handpicking genoemd, worden grote stukken hout, papier, karton, kunststof, ijzer en betonpuin gesorteerd. Zo ontstaan afzonderlijke afvalstromen, die aan de buitenzijde van het gebouw in aparte vakken terechtkomen voor verdere recycling. Tijdens de rit naar de stortplaats wijst Story me op de weegbrug. Ook nu gaan de handen omhoog in een groet.
Recycling In een fourwheeldrive begin ik mijn rondleiding. Links en rechts groet Story zijn medewerkers. “Ja, ik ken ze bijna allemaal,” antwoord hij lachend op mijn vraag. “Dat vind ik belangrijk. Er is natuurlijk verloop, dus iemand die nog maar kort hier werkt ken ik niet altijd meteen, maar lang laat ik daar niet overheen gaan.” Als eerste neemt hij me mee naar de hal waar het afval wordt gestort. Het ruikt er ietwat zuur maar niet bijzonder sterk. “Wij verwerken geen huisvuil,” vertelt Story. “Wat je hier ruikt, zijn huishoudelijke componenten in het bedrijfsafval.” Er wordt vandaag niet gewerkt in de hal maar Story legt het principe uit. Een grote kraan, nu even werkloos, stort normaliter afval op een opvoerband, waarop voortdurend water gespoten wordt om stofwolken te voorkomen. De band brengt
Bescherming “Om te voorkomen dat de afvalberg in contact komt met de bodem en het grondwater zijn allerlei maatregelen genomen. Onder de afvalberging ligt dichte folie en een bentonietlaag. Het afval wordt van de omgeving afgeschermd door een 1,7 kilometer lange en 7,5 meter hoge scheidingswand,” vertelt Story, terwijl we de stortplaats oprijden. Op de twintig meter hoge berg vinden allerlei activiteiten plaats. Een grote machine met meerdere aanen afvoerbanden, staat tussen hoge bergen van brokken steen. “Dat is de puinbreker. Die breekt letterlijk betonpuin tot korrels. Die korrels (granulaat) kunnen na keuring gebruikt worden bij de aanleg van bij voorbeeld wegen.” Verderop wordt, in een ronde grijze installatie, vervuilde grond
schoon gemaakt. “We reinigen per jaar ongeveer 200.000 ton grond door extractieve reiniging,” legt Story uit. “De minerale deeltjes worden van het zand gescheiden. Zware metalen en andere giftige stoffen hechten zich aan die mineralen, niet aan zand. Er blijft ongeveer 75 procent zand over, ook dat wordt gebruikt voor de aanleg van wegen. De rest is verontreinigd slib en gaat de stortplaats op.” Elders is een houtversnipperaar aan het werk. “Afhankelijk van de kwaliteit, wordt er óf spaanplaat van gemaakt, óf gaat het de verbrandingsoven in en levert zo groene energie op,” vertelt Story, terwijl we de afvalberg afrijden. De stortplaats levert ook water en gas. “Het water dat op het terrein valt, wordt opgevangen, in een eigen installatie gezuiverd, waarna het naar de Amersfoortse waterzuivering gaat. Daarnaast levert de stortplaats 150 kubieke meter stortgas per uur. Dat gas zet een gasmotor in werking die elektriciteit oplevert. Die energie verkopen we aan een energiemaatschappij.” Smink heeft, uitgaande van het huidige aanbod, stortcapaciteit tot 2025. Dan is de stortplaats ruim veertig meter hoog. “Vaak krijgen volle stortplaatsen een positieve bestemming, bijvoorbeeld een golfbaan,” zegt Story. “De bestemming van deze stortplaats hangt af van wat de Amersfoortse samenleving er over een kleine twintig jaar mee wil doen.”
9
‘Vroeger werd er eerst gedaan en daarna nagedacht’ Ton Vis (Reym) gaat voor kwaliteit en veiligheid Door Michel van Straten
N
og maar enkele decennia geleden werd de wereld van de industriële cleaning gedomineerd door ‘cowboys’. Koppelbazen reden langs stationspleinen en cafés om werknemers te ronselen voor de duur van een klus. Het werk was smerig, zwaar, gevaarlijk en stond laag in aanzien.Voor zover er sprake was van milieu-eisen werd er doorgaans een loopje mee genomen. Hetzelfde gold voor de arbeidsomstandigheden. “Gelukkig is er vandaag de dag heel wat ten goede veranderd,’’ stelt Ton Vis, afvalstoffenmanager bij Reym in Beverwijk, tevreden vast. “Vroeger werd er eerst wat gedaan en daarna nagedacht. Het was het tijdperk van de doeners. Men kroop in een tank zonder goed te overdenken wat de gevolgen zouden kunnen zijn. Tegenwoordig is dat gelukkig niet meer zo. Nu is het eerst denken en dan doen.
10
De veiligheid staat voorop; de veiligheid van de mensen en de veiligheid van de omgeving. Waar er vroeger een man in zijn eentje aan de slag ging, gaan Ton Vis er nu drie op een klus af. Puur vanwege het veiligheidsaspect. Mocht er iets onverwachts gebeuren, dan kunnen de anderen meteen reageren en bijspringen. Een industrieel cleaner mag zich nu ook een vakman noemen. Maar dat word je niet zomaar. Er gaat al gauw een jaar of drie over heen, voordat iemand een allround cleaner is. Dat betekent ervaring opdoen en veel scholing. En daar investeren we veel in, zowel met interne als externe opleidingen.’’ Reym zocht ook aansluiting bij de Dutch Industrial Cleaners Associ-
ation (DICA), een organisatie die zich beijvert voor een duidelijk brancheprofiel en voor gerichte opleidingen voor werknemers in de industriële reiniging. De investeringen in zowel mensen als materialen hebben volgens Ton Vis Reym een sterke positie in de markt bezorgd.“Kijk ik naar de opgebouwde knowhow, de kwaliteit van het personeel, de equipement, de grootte van het bedrijf, de kennis van de zorgsystemen vanuit verschillende disciplines, dan moet een concurrent wel van heel goe-
de huize komen om een klant op hetzelfde niveau te kunnen bedienen.’’
Klantenbestand De Reym-vestiging die al weer ruim twintig jaar aan de Beverwijkse Nijverheidsweg gevestigd is, vindt haar klantenbestand grofweg in Noord-Holland en Midden-Nederland. Belangrijke klanten mogen onder meer de Huisvuilcentrale Alkmaar, Corus, Forbo Krommenie, de petrochemische industrie langs het Noordzeekanaal en tal van waterschappen (denk aan de zuiveringsinstallaties) genoemd worden. Ook de aanleg van de Noord-Zuidlijn (metro) in Amsterdam leverde heel wat werk op. Een aanzienlijk deel van de omzet genereert ‘Beverwijk’ echter uit de olie- en gaswinningindustrie zowel on-shore als off-shore met klanten als de NAM, Total, TAQA (voorheen BP), Gaz de France, Wintershall, Vermilion en Chevron. Lange tijd gold het nabijgelegen IJmuiden als dé offshore-haven van Nederland. Er vond echter een verschuiving plaats richting Den Helder. “Vandaar dat we daar ook een dependance hebben gevestigd,’’ legt Ton Vis uit. “De bedrijven die actief zijn bij de olie- en gaswinning op het Nederlandse deel van het continentale plat hebben voor de bevoorrading en aflossing van hun platformen een boten-pool gevormd. Niet elk bedrijf vaart meer met zijn eigen boot heen en weer. Dat werd te kostbaar. Bij hun gezamenlijke aanpak hebben ze voor Den Helder als uitvalsbasis gekozen.’’
Gaswinning “De off-shore, voor 80 procent gaswinning, biedt Reym op meerdere manieren werk,’’ verhaalt Vis. ,,Met de productie komt onder meer het brandbare en giftige aardgascondensaat vrij. Hier krijgt men mee te maken bij reinigingswerkzaamheden op productie-platforms of bij de ontvangst locaties waar de
Spuitplaats op vloeistofdichte vloer gasleidingen aan land komen. De afvalstoffen worden middels vacuumunits in speciale tanks van 2,5 tot 4 kuub opgeslagen en vervolgens per boot afgevoerd naar onze vestiging Beverwijk. Alle tanks worden vervolgens bemonsterd en geanalyseerd. Daarna bepalen wij wat we zelf kunnen verwerken en de moeilijkere stromen gaan naar ATM. Wat we zelf verwerken, resulteert in drie lagen: een oliehoudende bovenlaag, een waterfractie en het sediment. De eerste en de derde laag gaan uiteindelijk ook richting Moerdijk. Bovengenoemde reinigingswerkzaamheden vinden vooral van mei tot oktober plaats, wanneer de vraag naar gas minder is en de productie op de platforms en eilanden even stilgelegd (shut down) wordt. “Dat vraagt om een uitstekende planning en coördinatie,” weet de afvalstoffenmanager. “Dan moet er snel en effectief gewerkt kunnen worden. Door ons, maar ook door de onderhouds- en inspectieploegen van andere bedrijven die dan aanwezig zijn.’’ “Ook bij boringen naar olie en gas (zowel on- als off-shore) zijn wij gespecialiseerd in reinigingswerkzaamheden en het afvoeren en verwerken van afvalstoffen die
hierbij vrijkomen. Dan gaat het om boorgruis, cementresten, boorspoeling, wat voor een groot gedeelte recyclebaar is of verwerkbaar is bij ATM.”
Toekomst Tien jaar geleden leek het erop dat het met gaswinning op de Noordzee gauw gedaan zou zijn. Aantrekkende olieprijzen maakten de velden toch weer exploitabel. Nu de olieprijzen record na record beleven, lijkt de winning nog weer gerekt te kunnen worden. Of? “Toch is er een trend waarneembaar dat de grote spelers hun minder interessante velden afstoten,” vertelt Ton Vis. “Kleinere maatschappijen die kennelijk met mindere marges ook tevreden zijn of met een kleinere overhead werken, nemen het dan over. Maar eens komt de tijd dat het toch over zal zijn. En dan moet alles ontmanteld worden. Ook die toekomst is voor een bedrijf als Reym gezien onze expertise op het gebied van kwik en LSA (natuurlijk licht radioactief afval) decontaminatie zeer interessant.”
11
Veiligheid: Je hebt maar één prachtig lichaam Nieuwe medewerkers hebben tijdens de introductie een eerste gesprek met mij over veiligheid. Ik probeer mensen er dan al op te wijzen dat veilig werken iets is waar je zelf verantwoording voor draagt. Niet alleen je leidinggevende, maar jullie samen moeten als vanzelf veiligheid een plekje geven in je werkzaamheden. “Ik zorg dat de middelen, die nodig zijn, er komen en gelukkig wordt ik daar op geen enkele wijze in beperkt, zodat ik ook nieuwe middelen kan uitproberen.”
Logisch Een aantal veiligheidsmaatregelen is voor de hand liggend, maar juist die zaken die dat niet zijn, daar moet je alert op zijn. Er wordt dan ook jaarlijks, of als dat nodig is vaker een zgn. Risico Inventarisatie gemaakt, waarin alle
H
et was ons als redactie opgevallen tijdens onze omzwervingen op het terrein dat er mooie borden staan op het terrein met betrekking tot veiligheid. De titel van dit artikel is ontleend aan de slogan van een van die borden. We zijn op zoek gegaan naar de man die deze borden geïntroduceerd heeft bij ATM. We komen dan terecht bij de altijd vrolijke Jaap Cappon. Jaap, ooit begonnen als procesoperator, is door zijn interesse voor brandweer en veiligheid zich gaan verdiepen in deze materie. Een afspraak maken was wel noodzakelijk, want veiligheid is niet iets wat je vanachter een bureau kunt doen. “Hooguit 50 procent van mijn tijd zit ik binnen,” geeft Jaap aan. “Voor de rest ben ik op het terrein te vinden. Dat wil niet zeg-
12
gen dat ik de hele dag de politieagent uithang, want dat is toch wel vaak het idee dat men over een veiligheidsman heeft,” vertelt Jaap als we aan een dampende kop koffie zitten om te bespreken wat de term veiligheidsfunctionaris nu eigenlijk inhoudt. “Al is toezicht houden wel een punt dat regelmatig op mijn lijstje staat, het is maar een fractie van mijn werk.”
Intergratie De doelstelling is dat veiligheid een geïntegreerd geheel is met de werkzaamheden die men uitvoert. Om dat te bereiken is het belangrijk om veiligheidsbewustzijn te kweken bij de medewerkers. Dat geldt voor alle mede werkers, zowel kantoor- als plantpersoneel. Dat probeer je te bereiken door veel te praten met de mensen.
mogelijke risico’s die er op een bepaalde plek zijn in kaart worden gebracht en van een prioriteit worden voorzien. “Zo’n RI maak je in samenspraak met de mensen die op desbetreffende plaatsen werkzaam zijn. Zij kennen de dagelijkse praktijk immers beter dan ik.” Hier vloeien dan maatregelen uit voort, die je later weer gaat bekijken of ze het gewenste effect hebben of dat er andere maatregelen nodig zijn. Deze cirkel doorloop je elke keer weer en zo kom je op een steeds hoger veiligheidsniveau. Dit is dan ook een onderdeel van het veiligheidszorgsysteem. ATM is gecertificeerd volgens OSHAS 18001 en dat betekent dat er elk jaar een audit wordt afgenomen door een extern bureau dat daartoe gerechtigd is. “Maar het systeem omvat meer dan alleen veilig werken,” zo vertelt Jaap. Het is ook de zorg voor de gezondheid en het welzijn van de medewerkers. Dat betekent dat er zeer gerichte werkplekonderzoeken gedaan worden naar emissies van chemische stoffen, maar ook van geluid. Vooral in het PAGO
(=Periodiek Algemeen Geneeskundig Onderzoek) komt het facet van welzijn naar voren in de vorm van vragenlijsten. Als extra service is het laatste PAGO uitgegroeid tot een soort algemene gezondheids check up. Maar ook een registratie van ongevallen en inciden- Brandweeroefening bij ATM ten, compleet met de opvolging ervan behoort tot de groep operators,” klinkt het Jaap zijn taken. uit Jaap’s mond. “Ook wordt er Bij onderhoudsstops wordt er regelmatig getraind met “kleine een V&G plan (=Veiligheid & Geblusmiddelen” door het kantoorzondheid) opgesteld. Vaak bestaat personeel.” zo’n stop uit meerdere projecten, waarbij de “owner” van het proTot slot komen de borden nog ject het centrale aanspreekpunt is even aan bod: voor de aannemers en voor veiligJaap: “De theorie/filosofie achter heid. Per project wordt er dan een de borden: Er zijn diverse manieRI gemaakt en dat wordt doorgeren om mensen te bereiken. Husproken en waar nodig aangepast. mor, horror, sex, liefde en soms Tijdens de laatste onderhoudstop cynisme. bij de grondreiniging is er slechts Al deze vormen gaan langs de een klein ongevalletje geweest, door mensen opgebouwde menmet iemand die zich gesneden had. tale schermen heen. En dat betreft dan een grote onHet proces voltrekt zich op de derhoudsklus met wel 25 verschilvolgende manier. lende projecten die in 10 dagen Er schiet bij mij een onderwerp in uitgevoerd worden. mijn hoofd en een manier om dit risico weer te geven. Brandweer Ik stuur een schetsje naar mijn teHoewel ATM niet aangewezen is kenaar, en die maakt een opzetje. door de overheden om een eigen Ik breng mijn ideeën dan weer naar brandweer te hebben heeft ze hem over. Meestal peil ik dit opzeter wel een. Per ploeg maken 10 je na 2 of drie keer over en weer medewerkers deel uit van de beook nog bij collega’s. Het verschil drijfsbrandweer. Deze medewerzit ‘m altijd in de details omdat ik kers, totaal 50 personen, oefenen een gevoel over wil brengen. elke maand op ons eigen terrein Het is één van de leukste facetten en gaan één keer per jaar naar de van mijn werk.” Maasvlakte bij RISC voor een oeKortom: veiligheid is een veelfening met echt vuur. omvattend en tegelijkertijd een “Ook zijn er nog 35 mensen met prachtig stuk werkgebied. EHBO, die regelmatig getraind worden. Zo hebben we een AED =(Automatische Externe Defibrilator) aangeschaft met het oog op het steeds ouder worden van
13
Shanks Gent kan op veel vragen inspelen Sven Mollet: ‘Wij gaan verder dan de gewestelijke wetgeving’ Door Michel van Straten
W
aar het verhaal voor Shanks in Nederland pas begint in het jaar 2000, begint het bij onze zuiderburen al in 1998 met een aantal overnames en fusies van bedrijven op het gebied van afvalverwerking. Twee jaar later, in mei 2000, komt ook De Paepe N.V. in het Zeehavengebied van Gent onder de vlag van Shanks. De Paepe N.V. is op dat moment een belangrijke speler op de markt van afbraak- en infrastructuurwerken alsmede bodem- en terreinsaneringen. De vestiging aan de Kennedylaan wordt in het vervolg bekend als de divisie Gent en valt onder Shanks Vlaanderen dat ook
14
de divisies Roeselare, Kortemark en Milieuadvies (ook te Roeselare) kent. De aanduiding Shanks Vlaanderen maakt al duidelijk dat Shanks België een regionale indeling hanteert. Naast Vlaanderen bestaan er ook de regio’s BrusselBrussels, Brabant, Henegouwen en Luik-Luxemburg.Tot Shanks België wordt overigens ook Shanks Nord (Frankrijk) gerekend. “Eigenlijk is Vlaanderen nog beter te vergelijken met Nederland dan met de rest van België,’’ verklaart Sven Mollet (39), de exploitatiedirecteur van de divisie Gent. “Vlaanderen is net als Nederland dichtbevolkt en economisch zeer bedrijvig. Daar het milieu een bevoegdheid is van de gewesten vertaalt zich dit ook in de milieuwetgeving. Die van Vlaanderen en Nederland liggen vrij dicht bij elkaar. Vandaar dat zaken doen met ATM soms vanzelfsprekender is
dan binnen de verschillende regio’s. Binnen Shanks Vlaanderen opereren de vier divisies nagenoeg zelfstandig,’’ legt Mollet uit. “Door de geografische spreiding en het verschillende dienstenpakket vullen de divisies elkaar goed aan. Hierdoor zijn we voor de klant een interessante partij.’’
Slagvaardig Klantgericht werken heeft Sven Mollet hoog in het vaandel staan. “Onze kracht is dat we onderdeel zijn van een groter geheel, maar dat we desondanks dicht bij de klant zijn blijven staan. Wij handelen met dezelfde slagvaardigheid als een KMO (kleine middelgrote onderneming, vergelijkbaar met de Nederlandse term midden- en kleinbedrijf, red.). Je ziet bij grotere bedrijven vaak dat ze verlamd raken door procedures die steeds belangrijker zijn geworden. Bij ons
is daar geen sprake van. Een klant die om een dienst vraagt, wordt binnen de kortste keren geholpen.’’ Sven Mollet streeft dit na met negentig werknemers en een bedrijfscomplex van 10 hectare, waarvan 2 hectare is bebouwd. De vestiging in Gent-Desteldonk is zowel gespecialiseerd in het recycleren van afval en grond als in sanerings-, afbraak- en infrastructuurwerken. Jaarlijks wordt er meer dan 260.000 ton afval verwerkt, waarvan 130.000 ton vervuilde grond. Dankzij het sorteren (sorteerinrichting) en de toegepaste technieken (brekerinstallatie, biologische en fysico-chemische reiniging) kan de divisie het afval voor meer dan 85 procent nuttig hergebruiken. Het behandelingsaanbod heeft zowel betrekking op afvalwater, slib en vervuilde grond als bouw- en afbraakafval, hout, rest- en ander afval. Daarnaast beschikt de Gentse divisie over de noodzakelijke logistieke middelen voor het aan- en afvoeren van materialen. Ook heeft men de middelen in huis om grond en water in situ (ter plekke) te reinigen.
Content “Er is sinds het jaar 2000 ook behoorlijk geïnvesteerd in deze divisie, ook al zien de mensen dat misschien niet een, twee, drie,’’ bena-
Biologische grondreiniging
drukt Mollet. “Ik schat dat er in de afgelopen 7 jaar ongeveer tien miljoen euro geïnvesteerd is in verbetering en uitbreiding.’’ Met het complex - in Vlaanderen spreekt men steeds van de site - is Mollet uiterst content. “Het is voor onze klanten bijna een one stop shopping.We kunnen in 85 procent Site Shanks Gent van de gevallen aan de vraag van onze klanen PAK’s maken wij gebruik van ten voldoen. Daarbij is de ligging de diensten van zusterbedrijf ATM uitstekend. Niet te dicht op een Moerdijk. “Ik kan niet anders zegwoonwijk en goed bereikbaar via gen dat de samenwerking bijzonde weg, met het spoor en over het der goed is,’’ vertelt de in Kapellen water. Ook hebben we nog ruimte woonachtige Mollet. “Wat er aan om eventueel uit te breiden. We vervuilde grond naar ATM gaat lopen met plannen rond om met schommelt zo tussen de 10.000 het sorteren van het bouw- en en 30.000 ton per jaar. afbraakafval nog een stap te maEn daarmee dragen we toch ook ken. Nu sorteren we alleen de bij aan de Moerdijkse omzet. Hiermaterialen en gaan die weer door bij kiezen wij soms bewust voor naar derden. Wanneer we ook de een duurdere verwerkingswijze, bewerking gaan doen, is dat van want de Vlaamse wetgeving staat toegevoegde waarde voor het benog toe om de teerhoudende drijf.’’ asfaltgranulaten te verwerken in het cement dat bij wegverharding Promoten wordt gebruikt. Wij promoten Niet alle materialen zijn door de echter de schoonste en veiligste Gentse divisie te recyclen. Voor oplossing en daarmee gaan we thermisch te reinigen teerhoudend een stap verder dan de gewesteasfaltgranulaat en verontreinigde lijke wetgeving.’’ grond met hoge concentraties olie
15
‘In de milieu-incidentenbranche is geen ruimte voor fouten’ Carel de Jong over het succes van Wilchem B.V. Eco Salvage Door Michel van Straten
G
erard Nouwen, de oprichter/directeur van Wilchem B.V. Eco Salvage, heeft het achteraf bij het juiste eind gehad, toen hij in de jaren negentig van de vorige eeuw meende dat er ruimte was voor een specialistisch bedrijf in het opheffen van de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en milieu-incidenten. Na de start in 1993 nam het Papendrechtse bedrijf (met inmiddels ook een nevenvestiging in Zaandam) al gauw een enorme vlucht. Medio 2000 werd de huidige locatie aan De Biezen, een klein bedrijvencomplex parallel aan de A15, betrokken. Anno 2007 is de serviceverlener, met dertig medewerkers, daar uit zijn jasje gegroeid. Binnen is het voor het personeel woekeren met de beschikbare ruimte en buiten geldt dat voor het uitdijende wagenpark. Vandaar dat er al reikhalzend wordt uitgekeken naar het moment waarop men volgend jaar een nieuw en veel ruimer complex, ook in Papendrecht, hoopt te betrekken.
16
“We hebben een enorme expansie doorgemaakt,’’ verhaalt Carel de Jong (53), hoofd incident management bij Wilchem en vanaf de beginjaren bij het bedrijf betrokken. “Het publiek kent ons van de zwarte bussen en de calamiteiten op de openbare weg. Ze herkennen onze bedrijfswagens, wanneer onze mensen bijvoorbeeld aan het werk zijn bij een gekantelde tankauto. Maar in de loop der jaren zijn onze werkzaamheden echter steeds verder uitgebreid. We zijn ook dag en nacht werkzaam op plaatsen waar we niet zo goed zichtbaar zijn. In de haven wil bij de overslag van containers ook nog wel eens iets mis gaan. De grote container- en opslagbedrijven van Rotterdam zijn voor ons belangrijke opdrachtgevers. Hetzelfde geldt voor de petrochemische industrie. Onze expertise wordt ook dan geregeld gevraagd door bedrijven als Shell Moerdijk en Shell Pernis. Maar evengoed worden we aan boord van een containerschip gevraagd, waar een gesprongen
olieleiding het ruim met een halve meter ‘vloeistof’ heeft vol doen lopen. Daarnaast kunnen we klanten ook bijstaan door middel van advisering, trainingen en cursussen op het gebied van milieu en veiligheid.’’
Pilots Over zichtbaar gesproken. De kans dat weggebruikers na een incident de medewerkers en de wagens van
Wilchem in beeld krijgen wordt steeds kleiner. “Mobiliteit is van het grootste belang,’’ benadrukt Carel de Jong. “Files, zeker ook de kijkfiles, willen we zo veel mogelijk terugdringen. Met onze Safety & Salvage Teams doen we er al alles aan om de weg zo snel mogelijk weer vrij te kunnen geven. In samenwerking met Rijkswaterstaat hebben wij de succesvolle pilot Fileproof afgerond, waarbij onze teams voortdurend op een steunpunt stand-by stonden.’’ Het werk van Wilchem wordt helemaal aan het oog onttrokken, wanneer de geoctrooieerde calamiteitenschermen worden opgezet. Het nieuwste op dit gebied is de Flex-screen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van een aanhanger met losse panelen, die snel, op bijna elke ondergrond en in tal van variaties, kunnen worden neergezet. “Hiermee voorkom je kijkfiles en ongevallen op de andere rijbaan. Je vergroot dus niet alleen de mobiliteit, maar ook de veiligheid van de weggebruikers en alle betrokkenen,’’ verzekert de incidentmanager.
Relatie Wilchem B.V. Eco Salvage heeft het materiaal en de kennis in huis om bij milieu-incidenten snel en adequaat voor een oplossing te zorgen, op een manier, die zowel technisch, als organisatorisch, als financieel het meest bevredigend is. In voorkomende gevallen kan er ook een beroep worden gedaan op de inzet van dochterbedrijf Support Clean, een specialist op het gebied
van wegdek- en oppervlaktereiniging. Met de ingezamelde afvalstoffen weet Wilchem al sinds jaar en dag de weg naar ATM Moerdijk te vinden. “Ik durf van een goede en probleemloze relatie te spreken,’’ stelt Carel de Jong. “Ik meen dat we vanaf ‘94 al samenwerken en dat er nog nooit een noemenswaardig knelpunt is geweest. Wij zijn een 24uurs bedrijf en kunnen ook klokje rond met onze afvalstoffen bij ATM terecht. Hierdoor hebben we ook geen eigen opslagcapaciteit nodig. Bovendien is alles met de afvalstroomnummers keurig geregeld.’’ De Jong voegt eraan toe dat ook Shanks-bedrijf Reym een goede bekende is, waarmee meermalen gezamenlijk klussen zijn geklaard.
Trefwoorden Flexibiliteit en deskundigheid noemt De Jong als trefwoorden voor het succes van Wilchem. “Ik ben trots op de professionaliteit van het Wilchem-team dat een probleem als uitdaging ziet en heb veel waardering voor de moeilijke klussen die geklaard worden. Ook onze directeur kent het klappen van de zweep, heeft verstand van zaken, investeert in zijn bedrijf en laat daarmee zien dat hij achter zijn mensen staat. Onze deskundigheid heeft eigenlijk twee pijlers: de jarenlange praktische ervaring en de voortdurende scholing op het gebied van wetgeving, afvalstoffen, veiligheidsprocedures, noem maar op. Het is in ons vak zeer belangrijk om qua modaliteiten veel in huis te hebben, waarbij vermeld moet worden dat ons werk een continu leerproces is. Het is zeker merkbaar dat de overheid en veel andere opdrachtgevers vertrouwen
hebben in de kwaliteit van onze 24uurs dienstverlening en Wilchem steeds meer op waarde weten te schatten. Dat is belangrijk als het er echt op aan komt. Vertrouwen van de klant, dat is onze drive om het steeds weer beter te doen en de samenwerking met ATM speelt daarin een belangrijke rol.’’ De Jong tot slot: “Eigenlijk moet je het in de milieu-incidenten branche alleen maar goed doen. Er is gewoon geen ruimte voor fouten en daarmee onderscheiden wij ons. Je wordt ingehuurd om een probleem op te lossen. Dan vraagt men om deskundigheid en niets anders.”
17
KCA, is dat niet Katholiek Cultureel Amateurtoneel? Door Adriënne Nijssen
K
CA, is dat niet Katholiek Cultureel Amateurtoneel of zoiets?” zegt Cornelie van Hessen (62). Ze is niet de enige die niet weet waar de term voor staat. Drie mannen en drie vrouwen deden mee aan een kleinschalig onderzoek over (gevaarlijk) afval. De andere vijf waren Bob Ramak (65), Christiaan Leydekker (36), Judith ter Slinge (34), Maud de Bruijn (23) en Dexter Annegarn (20). Alleen Bob en Dexter wisten dat het om klein chemisch afval ging, de andere drie hadden, net als Cornelie, geen idee. Dat betekent niet dat het zestal maar wat aanrommelt met afval. Het interesseert hen wel degelijk. Feilloos wisten ze te vertellen wat gevaarlijk afval is. “Afval dat mens, dier of milieu beschadigt,” zegt Dexter kort en bondig. De vijf anderen formuleerden het net iets anders, soms wat omslachtiger, maar wisten heel goed waar ze het over hadden. Zonder uitzondering weten ze ook
18
wat bedrijven moeten doen met gevaarlijk afval. “Ervoor zorgen dat het afval op een juiste en veilige manier verwerkt wordt,” zegt Maud. Ze slaat daarmee de spijker op zijn kop. Dat het bedrijven zijn die van de minister van VROM een vergunning hebben gekregen op grond van de Wet milieubeheer wist niemand. “Waarom moeten we dat weten? Als het maar op de juiste manier gebeurt,” zeiden ze unaniem. Op Bob na was iedereen verbaasd te horen dat de overheid preventie hoog in het vaandel draagt en probeert te voorkomen dat gevaarlijk afval ontstaat.Van het cadmiumbesluit, dat verbiedt cadmium toe te passen als pigment, kleurstof, stabilisator of oppervlaktelaag, hadden ze nog nooit gehoord. Wel wisten ze dat cadmiumbatterijen net als andere batterijen afzonderlijk ingezameld worden, ze doen dat ook allemaal. “Het LAP (Landelijk Afvalbeheerplan), waar zou ik dat van moeten kennen?” vraagt Ju-
dith. Als ik uitleg dat het LAP de nuttige toepassing van afvalstoffen stimuleert, begint er een lampje te branden. Oh, je bedoelt recycling en hergebruik,” zegt Christiaan. “Heel goed dat de overheid dat bevordert, dat kan niet genoeg gebeuren.”
Regels Ook het feit dat vervoer van gevaarlijke stoffen aan regels gebonden is was iedereen bekend. “Het moet in speciale wagens, met aanduiding van de gevaarlijke stof, vervoerd worden en sommige stoffen mogen alleen via een bepaalde route vervoerd worden,” zegt Bob. “Nou, volgens mij gebeurt dat niet altijd,” zegt Cornelie. “Ik heb zelf eens op een vrachtwagen meegereden die gevaarlijke stoffen vervoerde, maar ik weet zeker dat er niets op de auto vermeld was.” De anderen zijn het daar niet mee eens. “Nee hoor, dat is tegenwoordig verplicht, dat moet echt heel lang geleden zijn,” zeggen ze.
Eensgezind zijn de dames en heren over regelgeving vanuit de overheid. “Het bedrijfsbelang zal gericht zijn op winstmaximalisatie, dus onzorgvuldig vervoeren, opslaan en verwerken lijkt mij dan een mogelijk risico. Vanuit de overheid lijken regels en toezicht mij een goede zaak,” zegt Judith. “Inderdaad, individuen houden minder rekening met het nationaal belang,” vult Dexter aan. “Dat moet echt iets zijn wat de overheid blijft regelen.” Voorbeelden van gevaarlijk afval wist het zestal ook te noemen. Zware metalen,PCB’s polychloorbifenylen en (landbouw)chemicaliën passeerden de revue. Afgewerkte olie, oliefilters, batterijen en accu’s werden eveneens genoemd. Maud kon niet geloven dat radioactief afval weliswaar gevaarlijk is, maar niet onder gevaarlijk afval valt. “Ik vind echt dat dat ook op de lijst moet,” zegt ze ietwat verontwaardigd.
Eigen rol En wat doet het zestal in de praktijk met het eigen afval? Hoe bewust gaan ze er mee om? Ze schroomden niet om op deze gewetensvraag antwoord te geven. “Ik doe niets aan recycling,” zegt Dexter, de jongste van het stel. “Ik scheid mijn afval niet, dat heeft ook geen zin, ik moet alles in één con-
tainer gooien die bij de flat staat. Ik kan je maar één positief punt over mij zelf geven, ik gooi nooit iets op straat. Zwerfafval vind ik zo goor. Waar ik ook ben, ik gooi afval in de daarvoor bestemde bakken of ik neem het mee naar huis.” Maud, ook nog jong, gaat wel heel bewust met afval om, ze scheidt het zoveel mogelijk. “Mijn groencontainer is helaas wel erg mini, dat maakt het nogal lastig. Soms moet ik noodgedwongen GFT bij het restafval gooien. Glas, papier, batterijen en kleding lever ik apart in. Verf en dergelijke breng ik naar de milieustraat. Jammer dat die zo ver buiten de stad ligt. Ik heb zelf geen auto maar ik verzamel het en er is altijd wel iemand te vinden die het voor me wegbrengt.” Judith splitst haar afval in groen, papier, glas en overig afval. “Nu ik er over nadenk doe ik dat alleen thuis. Op het werk gooi ik wel alles in één prullenbak. Je brengt me op een idee. Ik zal het er eens met collega’s over hebben om iets beter ons best te doen,” zegt ze. Christiaan verdeelt zijn afval over de GFTbak en restafval.“Ik zou nog
wel iets consequenter kunnen zijn, bijvoorbeeld glas naar de glasbak. Doe ik nu niet. Op dit moment ben ik met een grootscheepse verbouwing bezig en al het afval dat daar vandaan komt verpak ik netjes alvorens ik het afvoer naar de milieustraat.” De gemeente van Cornelie biedt veel voorzieningen. Naast GFT en restafval kan ook chemisch afval, glas en papier apart worden aangeboden. “Bovendien gaat er bij mij geen vel papier de deur uit dat niet aan twee kanten bedrukt is. Plastic materiaal hergebruik ik zo veel mogelijk. Mijn boodschappen gaan in stoffen tassen en als ik al overtollige spullen heb breng ik ze naar stichting Emmaus voor een tweede leven.” Ook Bob biedt alle afval gescheiden aan. “Ik ben daarnaast altijd bezig met zwerfafval. Flesjes, blikjes en andere rommel op straat, ik haat het. Ik raap alles op en doe
het in de dichtstbijzijnde prullenbak.” Uiteraard was dit geen NIPO-onderzoek maar van jong tot oud zijn er weinig verschillen tussen deze zes mensen. Dat geeft hoop voor de toekomst. Wellicht kennen steeds meer burgers de consequenties van afval voor het milieu en gaan ze daar ook naar handelen.
19
Onderhoudstop: kort maar heftig V
oor de oplettende ATM-watcher was het in de 2e week van oktober duidelijk zichtbaar dat ATM niet normaal in bedrijf was. De kenmerkende pluim uit de schoorsteen was er niet en in plaats daarvan torenden 4 grote bouwkranen hoog uit boven de normale skyline van ATM. Een tijdlang heeft de schoorsteen zelfs in één van de bouwkranen gehangen. Bij ATM staat voor een slordige €100 miljoen aan afvalinstallaties te draaien. Deze installaties zijn 24 uur per etmaal en alle dagen van het jaar in werking en worden dus zeer intensief gebruikt. Uiteraard is het nodig om onderhoud aan deze installaties te plegen. Voor veel onderdelen van de installaties kan dat tijdens normaal bedrijf gebeuren of door alleen het betreffende onderdeel even uit te schakelen, maar met enige regelmaat moet ook een hele installatie uit bedrijf genomen worden om “groot” onderhoud te plegen. In oktober 2007 waren de grondrei-
20
nigingsinstallatie (=TRI) en de Pyro (de verfafvalverwerker) toe aan zo’n grote onderhoudstop. Omdat een onderhoudstop bij deze installaties een heel circus is, is het de moeite waard om daar eens aandacht aan te besteden.
Planning Een onderhoudstop wordt maanden van tevoren gepland en voorbereid, in samenwerking tussen de afdelingen productie en engineering. Eerst moet exact vastgesteld worden aan welke onderdelen van de installaties onderhoud noodzakelijk is. Dit lijkt simpel, maar dat is het niet. Een onderhoudstop is namelijk minder de “reparatie” van defecte onderdelen, maar is vooral preventief onderhoud. Het bepalen van de onderdelen die dat nodig hebben vraagt veel kennis en inzicht van hen die er bij zijn betrokken. Als de onderhoudsposten bekend zijn, wordt vervolgens bekeken hoeveel en welke menskracht en middelen er nodig zijn en wordt vervolgens de planning gemaakt. Omdat
er veel aannemers en onderaannemers worden ingeschakeld, wordt eerst met deze firma’s uitgebreid overleg gevoerd. Hierbij komt nadrukkelijk het aspect veiligheid aan de orde, omdat tijdens onderhoud de risico’s talrijker zijn dan tijdens de normale bedrijfsvoering. Voor een onderhoudstop wordt daarom altijd een speciaal daarvoor bedoeld veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld, waarin alle voorzienbare risico’s zijn geïnventariseerd en welke maatregelen genomen moeten worden. Ook zaken als veiligheidsinstructies aan de medewerkers en het toezicht daarop worden daarin meegenomen.
Uitvoering Ook tijdens een onderhoudstop gaat het werk dag en nacht door. Als we de 100 extra medewerkers van andere bedrijven, die in de 3ploegendienst meedraaien voor alle klussen, aan de gang zien, heb je de verklaring voor de aanduiding “kort maar heftig”. Want er wordt tijdens zo’n onderhoudstop van ruim een
week een enorme berg werk verzet. Dat de oktoberstop uitstekend is verlopen was gedurende de stop aan productiemanager Rinus van ’t Westende goed te merken. Hij liep ontspannen en vol trots rond, op wat “zijn mannen weer voor elkaar boksten”. Het eerste werk is altijd het schoonmaken van de installaties. Hiervoor worden de hogedrukwagens en medewerkers van zusterbedrijf Reym ingezet. Omdat de ovens van de TRI en de Pyro van binnen bemetseld zijn met vuurvaste stenen of beton, werd begonnen met het slopen van de slechte delen van deze bemetseling. De rest van de week werd onder leiding van Adrie Troost de nieuwe bemetseling aangebracht. Dit was de meest omvangrijke klus van de hele stop. Veel van het andere werk was metaalbewerking; lassen, slijpen, branden en construeren. Het is tijdens de stop duidelijk geworden dat metaalbewerking bijna niet meer door Nederlanders wordt gedaan, want er waren veel OostEuropeese vaklui aanwezig. Verder is de draaiende apparatuur, zoals pompen en ventilatoren, altijd een apart aandachtspunt. Deze worden uit elkaar genomen, voorzien van nieuwe onderdelen en weer in elkaar gezet.Teus Brand en zijn elektrotechnici zijn volop bezig, voor de ondersteuning (verlichting, stopcontacten, bekabeling etc.), maar ook voor hun eigen projecten aan zowel hardware als software van de besturingscomputers. Tevens werden er deze keer ook een aantal nieuwbouwprojecten uitgevoerd. Zo werd door Ernst Olthuis en Johan Ketelaars een grote nieuwe druppel-
vanger geplaatst om het uitregenen van druppels uit de schoorsteen tegen te gaan en werd door Corné Ewijk een nieuw koelsysteem op de draaitrommeloven van de TRI geïnstalleerd. Hiermee wordt geprobeerd om de bemetseling aan de binnenzijde van de draaitrommeloven langer in stand te houden.
waren dat overdag Gert-Jan Helmons en ‘s nachts Lauran Willemsen en Leon van Est. Vooral voor deze projectleiders is het een intensieve periode, want alle werkzaamheden moeten volgens planning, op tijd en in de juiste volgorde, gereed zijn. Hiervoor is een goede onderlinge afstemming nodig en dat vereist soms een goed gesprek. Bij de Pyro was de week niet minder intensief. Hier werd gewerkt onder leiding van Walter Ketelaars, Cees Poppe en Joost Vos. Hier was ook de grootste klus het deels vervangen van de bemetseling van één van de ovens. Deze oven was daarvoor al een week eerder uit bedrijf genomen, omdat ook het laswerk aan deze droger omvangrijk was. Ook de naverbrandingsroosters van droger 1 zijn grondig onder handen genomen.
Opstarten
Door Hans en Niek van Bokhoven werd een nieuw grondafvoerkanaal, voorzien van vervangbare slijtplaten, aangebracht.
Begeleiding Het personeel van ATM begeleidt tijdens de onderhoudstop het overallproject; bij de grondreiniger
Helemaal volgens planning kon op dinsdag 16 oktober begonnen worden met het “instoken” van de ovens. Dit betekent dat met een klein vlammetje de nieuwe bemetseling van de ovens van de TRI en de Pyro worden gedroogd en volgens het gemaakte schema worden opgewarmd. Het opstarten van de installaties na een onderhoudstop is altijd weer spannend, want het blijft altijd de vraag of alles weer goed in elkaar zit en naar verwachting zal werken. Inmiddels zijn beide installaties alweer enige tijd volop in bedrijf en moeten ze er weer een jaartje tegen kunnen. Een prachtig verlopen stop, mede dankzij het mooie weer en omdat er geen noemenswaardige ongevallen zijn gebeurd. Een heel groot compliment aan alle medewerkers die daaraan hebben bijgedragen.
21
Nieuwsfl its Orgaworld
Een nieuwe loot aan de Shanks tak Orgaworld, met vestigingen in Lelystad, Beek en Donk, Drachten en Elsendorp, ontwikkelt en exploiteert installaties voor organische afvalstromen. Hierbij wordt afval opgewaardeerd tot bruikbare producten. Zij produceren compost en persen korrels, die gebruikt kunnen worden als brandstof. De warmte die vrijkomt tijdens de vergisting van afvalstoffen wordt omgezet in elektriciteit. Nu al kunnen meer dan 5.000 huishoudens voorzien worden van elektriciteit. In één van onze volgende edities zullen we een uitgebreid artikel aan dit nieuwe zusje gaan wijden.
Gereinigde grond als voorbelasting van terreinen Naast de aanleg van wegen is de gereinigde grond van ATM ook zeer geschikt om te gebruiken als voorbelasting voor nieuw te bouwen loodsen en opslagterreinen. Hier wordt het terrein van een toekomstige container terminal, op het industrieterrein Moerdijk, 4 maanden lang voorbelast met 200.000 ton gereinigd asfaltgranulaat. Dit wordt gedaan om toekomstige verzakking van het terrein tegen te gaan.
22
Brabant weer een beetje schoner Door de sanering van de voormalige gasfabriek in de koepelstad Oudenbosch wordt Brabant weer een beetje schoner. Het terrein dat vlakbij de binnenstad ligt, zal bebouwd gaan worden met winkels en woningen en daarmee zal er weer een historische vervuiling zijn verdwenen. Biosoil, de uitvoerende aannemer van dit project, graaft de grond uit, laat de grond analyseren en bepaald of de grond hergebruikt kan worden of dat de grond moet worden gereinigd. Er zal circa 10.000 ton verontreinigde grond door ATM thermisch worden gereinigd.
Decanters 6 en 7 operationeel In de vorige editie van ATMosfeer zei Boudie van de Geer, “Ik verwacht dat de decanter in oktober operationeel zal zijn, dus kom dan nog maar eens terug voor een mooie foto.” Bij deze dan Boudie. Met deze uitbreiding heeft ATM de capaciteit om haar klanten, ook bij pieken door stops en cleaning van tanks, de service te bieden die van een bedrijf als ATM mag worden verwacht. De capaciteit voor oliehoudend slib is door deze uitbreiding met 120% toegenomen.
Laboratorium leidt zelf op Het is bekend dat technische opleidingen slecht in de markt liggen bij studenten. Daarom wordt er van alles bedacht om toch mensen naar de opleidingen te lokken. Eén zo’n poging wordt de Beroeps Begeleidende Leerweg genoemd en is bestemd voor MBO’ers die niet graag in het klaslokaal zitten maar het vak liever in de praktijk leren. Het komt er op neer dat de student één dag per week naar school gaat en de rest van de week werkt. ATM is met zo’n studente, de 19 jarige Joanita Deswaran, in zee gegaan. Niet alleen omdat er moeilijk aan analisten te komen is, maar ook omdat het weer een nieuwe uitdaging is voor de andere analisten. Het is een wisselwerking die tot nu toe goed bevalt.
23
Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152 Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk Postbus 30, 4780 AA Moerdijk Nederland Tel.: +31 (0)168 389289 Fax: +31 (0)168 389270 E-mail: info@atmmoerdijk.nl Internet: www.atmmoerdijk.nl