ATMosfeer editie 5 - januari 2009

Page 1

M a g a z i n e v a n e n o v e r AT M M o e r d i j k , e e n S h a n k s b e d r i j f

nr. 5 - januari 2009

Indirecte ďŹ nanciering

Van Vliet Contrans

OlierafďŹ nage


Van de redactie U

heeft alweer de 5e ATMosfeer in handen. We zijn deze keer wat later dan U van ons gewend bent. Dat heeft er mee te maken dat wij onze normale werkzaamheden hebben en daarnaast lid zijn van de redactie. Wij laten ons bijstaan door twee mensen met journalistieke ervaring, die voor ons de interviews buiten de deur verzorgen. Weinig wetend van afval zorgen zij voor een frisse kijk en doen dat prima, maar ook voor de redactie blijft er nog voldoende werk liggen. Er gebeurt zoveel in de wereld van afvalverwerking; de dagen vliegen voorbij. Soms zou je willen dat de wens van de Beatles uitkwam: “Eight days a week”. Als we dan maar wel kunnen kiezen tussen een dag langer weekend of een dag langer werken. Dankzij al die dingen die gebeuren kost het weinig moeite om het blad gevuld te krijgen. Met artikelen over de grond schoon en indirecte financiering bij het havenbedrijf Rotterdam verschaffen we wat inzicht in afvalzaken waar je niet aan denkt als je er niets mee te maken hebt. We hebben weer wat leuke

interviews en een bijdrage over onze connectie met Ierland en een grote bodemsanering in België. De roep om verandering met betrekking tot het klimaat klinkt steeds luider. We moeten zuiniger worden met de middelen die de natuur ons geeft en we moeten minder CO2 uitstoten. Ingegeven door de hoge olieprijzen of door Obama die verandering predikt? De toekomst zal ons leren welke kant we (moeten) opgaan, maar dat het de dynamiek bij ATM eerder verhoogd dan verlaagd is voor ons een gegeven. Leuk is trouwens ook dat in november het eerste Earthship huis in Nederland is gebouwd. Woningbouwvereniging SWZ uit Zwolle greep haar 100 jarig jubileum aan om in het kader van “duurzaamheid” zo’n huis te realiseren. In de vorige ATMosfeer stond een artikel over deze manier van huizen bouwen. Het theehuis op doe-park Nooterhof is gebouwd van afval en aarde. Maar is dit echt het eerst huis? Ik meen me nog te herinneren dat er ca. 20 jaar geleden veel te doen

COLOFON Eindredactie: Jack Droog Arno Nijssen Piet Rolloos

Interviews: Michel van Straten Adriënne Nijssen

Tel: 0168-389225 Fax: 0168-389270

Vormgeving: Artfull Media, Rotterdam www.artfullmedia.nl info@artfullmedia.nl

E-mail: info@atmmoerdijk.nl Druk: Drukkerij Van der Louw, Berkel & Rodenrijs

2

was rond een aarden huis, half boven en half onder de grond aan de rand van het Liesbos, nabij Breda. Dus toch niet de eerste? Namens de redactie,

Arno Nijssen

Inhoud

2 3 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22

Van de redactie Van de directie Afdeling Ingenieurs Indirecte financiering Van Vliet Contrans Grond schoon? Buitenland Rasenberg Olieraffinage Jong geleerd Automatisering Nieuwsflits

Dit magazine is een uitgave van: ATM Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152 Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk Postbus 30, 4780 AA Moerdijk Nederland Indien u dit magazine niet wenst te ontvangen bel, fax of e-mail naar de redactie.


Van de directie B

ij Shanks, ons moederbedrijf, is de kredietcrisis en de slechte(re) economie het belangrijkste onderwerp van gesprek. Alle aandelen, dus ook die van Shanks, zijn sterk in waarde gedaald en ook het Engelse pond is sterk in waarde gedaald ten opzichte van de euro. Op zich is dat gunstig voor Shanks, want de euro’s die bij Shanks Nederland en België worden verdiend zijn dus veel waard in Engelse ponden.Vanuit het hoofdkantoor hebben we al een paar keer de vraag gehad wat de economische ontwikkeling gaat betekenen voor ATM en het antwoord is dat we dat nog niet weten. Wel is ook in afvalland de onzekerheid merkbaar omdat er al sectoren zijn, zoals de chemische industrie en de auto- en staalindustrie, waar minder afval vrij komt door het stilleggen van installaties. De terughoudendheid van banken om geld te lenen aan bedrijven zal ook bij afvalbedrijven tot vertraging en uitstel leiden van nieuwe investeringen. Onrustige tijden dus; iedereen is voorzichtig en er is weinig initiatief. Van deze slechtere economie hebben wij de afgelopen maanden nog niet veel gemerkt, maar het is wel duidelijk dat de markt er anders uitziet dan dat wij aan het begin van 2008 dachten.

Spannende zomerperiode Toch zijn de gebeurtenissen bij ATM zelf van grotere invloed op het reilen en zeilen dan deze algemene ontwikkeling. Zo hebben we afgelopen zomerperiode op 2 gebieden een spannende tijd gehad. Allereerst werd de planning voor onze grondreiniging drastisch in de war geschopt doordat een par-

tij van 50.000 ton verontreinigde grond uit Zweden veel sterker verontreinigd bleek te zijn (met antimoon) dan eerder uit de Zweedse analyses naar voren kwam. Hierdoor moest deze partij grond weer terug in een schip en ging de verwerking niet door. Omdat in de zomerperiode veel minder grond gesaneerd en aangeleverd wordt, dreigde de grondreiniging stil te vallen wegens gebrek aan voeding. Uiteindelijk hebben we het met onze bestaande voorraad net kunnen uitzingen tot na de vakanties. Inmiddels is er weer zoveel grond aangeleverd dat de voorraden op peil zijn voor de winterperiode. De tweede spannende situatie in de zomer was een foute (niets menselijks is ons vreemd) acceptatie van een partij afvalwater met bestrijdingsmiddelen. Dit afvalwater leverde bij ATM zelf nauwelijks problemen op, maar wel in de waterzuivering van het waterschap in Bath.We konden daardoor dus niet lozen en als gevolg hiervan heeft onze waterzuivering gedurende de hele maand juli nauwelijks kunnen draaien. Gelukkig hebben we een alternatieve verwerkingsmethode gevonden en is tussen augustus en oktober deze voorraad afvalwater toch nog grotendeels door ons verwerkt. Alles bij elkaar wel een grote schadepost en reden voor verdere aanscherping van de acceptatieprocedures en werkwijze. Deze wijzigingen zijn doorgevoerd om te voorkomen dat iets dergelijks in de toekomst nogmaals kan gebeuren.

gunningen voor afvalbedrijven zijn wettelijk altijd voor een beperkte periode geldig, maximaal 10 jaar. Omdat onze huidige milieuvergunningen eind 2009 eindigen, hebben we begin 2008 aanvragen voor nieuwe vergunningen ingediend. Recentelijk hebben de provincie en het waterschap hun nieuwe ontwerpvergunningen voor ATM gepubliceerd. Deze vergunningen zullen geldig zijn tot 2019. Ook nieuwe milieuwetgeving blijft van grote invloed op deze vergunningen. Een laatst uitgevoerde aanpassing van de huidige vergunningen was het gevolg van de zogenaamde IPPC-richtlijn van Europa. Dit komt kortweg gezegd neer op het toetsen van de installaties en bedrijfsprocessen aan de “stand der techniek”. Hiertoe heeft Europa lijvige boekwerken laten ontwikkelingen voor tal van industrieën, waaronder afvalverwerking en afvalverbranding. Voor de vergunningaanvraag hebben we onderzocht in hoeverre wij aan deze stand der techniek voldeden. Dit was een heel studieproject, maar de conclusie was dat onze installaties en bedrijfsvoering, op enkele punten na, voldeed. De nog ontbrekende punten zijn door de provincie toegevoegd aan de vergunningen en zijn al in praktijk gebracht. Hiermee zijn de belangrijkste gebeurtenissen van het laatste halfjaar geschetst en wil ik eindigen met alle medewerkers en lezers een gezond en succesvol 2009 toe te wensen.

Milieuvergunningen Op het zo belangrijke gebied van milieuvergunningen is er in de afgelopen periode veel gebeurd.Ver-

Jack Droog, directeur

3


Engineering: “het rekenen en ontwerpen aan rotzooi” D

e belangrijkste factor voor de bedrijfsvoering is het goed en altijd functioneren van de installaties. ATM heeft voor ongeveer €120 miljoen aan procesinstallaties staan, waaraan jaarlijks voor zo’n €12 miljoen wordt vervangen, aangepast en onderhouden. Het is dus uiterst belangrijk dat goed doordacht te doen en juist voor dat doordenken zijn de engineers (of zoals intern vaak genoemd: “de ingenieurs”) in dienst. Het is bij de meeste afvalbedrijven niet gebruikelijk om een eigen engineeringafdeling te hebben, maar ATM heeft jaren geleden al besloten om zelf het initiatief te hebben bij de technische realisatie van de projecten en onderhoud. De belangrijkste reden daarvoor was een aantal slechte ervaringen met externe ontwerpen. Ontwerpen voor afvalverwerking is namelijk een vak apart en dat komt vooral omdat afval een slecht te omschrijven “product” is. Zo denkt iedereen bij het begrip afvalwater aan iets dat wellicht stinkt, een aparte kleur heeft, vies is, maar in ieder geval iets vloeibaars. Bij het ontwerpen van een afvalwaterinstallatie moet er nog verder gedacht worden, er moet vooral rekening worden gehouden met allerlei rotzooi. Bijvoorbeeld dat het afvalwater veel zand, roest, emmers, flessen, handschoenen, overalls, etc. bevat, soms brandbaar is (veel olie) of niet verpompt kan worden. Voor verontreinigde grond geldt hetzelfde: je denkt aan een hoop zand of klei, maar je moet ook rekening houden met grote brokken gewapend beton, houten palen, autobanden, plastic folies en soms zelfs oude bommen uit de Tweede Wereldoorlog.

4

Die onverwachte voorwerpen, samenstelling en eigenschappen van afval geven het ontwerpen extra dimensies. Niet ieder engineering bureau heeft dat in de vingers en daarom heeft ATM dus een eigen engineeringafdeling. Onze vijf engineers houden zich bezig met zowel procestechniek als materialenkennis, werktuigbouwkunde en civiele techniek en hebben allemaal al veel ervaring met afvalstoffen. Alleen elektronica hoort niet bij hen thuis, dat is ondergebracht bij onze Electro Technische Dienst (ETD). Omdat er nauw wordt samengewerkt met productieafdelingen spelen zij een centrale rol in alle projecten binnen het bedrijf. Voor elk project van enige omvang wordt één van hen als “owner” aangewezen. Enkele voorbeelden van dergelijke, momenteel actuele engineering projecten passeren hieronder de revue.

bij produceren ze zoveel warmte dat de reactoren gekoeld moeten worden. Deze koeling moet een dusdanig ontwerp hebben dat de meest optimale omstandigheden ontstaan voor de afbraak van de verschillende componenten uit het afvalwater. Een aanvullend probleem bij die koeling is het optreden van zgn. biocorrosie; het doorroesten ten gevolge van de inwerking van bacteriën. Er wordt onderzocht of titanium een geschikt materiaal kan zijn of dat een coating van de koelbuizen een beter alternatief is, hoewel dat weer ten koste gaat van het koelvermogen. Ernst is de spil is in dit project, maar werkt samen met externe bedrijven om te komen tot het beste ontwerp.

Joost

Ernst Projecten Ernst Olthuis is druk doende met een nieuw ontwerp en uitvoering van de koeling van de 4 biologische waterzuiveringreactoren. In deze reactoren zuiveren bacteriën het zwaar vervuilde water en daar-

Bij de Pyro-installatie is Joost Vos al langere tijd bezig om te proberen het residu, dat na de thermische verwerking van verpakt en verfafval overblijft, volledig uit as te laten bestaan. Dit willen we bereiken door het residu op watergekoelde roosters en met behulp van zuivere zuurstof na te verbranden (het zogenaamde “paaltjes-project”). Een uitdagend project, zowel proces- en


warmtetechnisch als mechanisch, en zeker geen standaard ‘’van de plank’’ techniek. Daarnaast heeft Joost zojuist de shredders van de Pyro “IPPC-proof” gemaakt, dat wil zeggen dat ze voldoen aan de stand van de techniek op milieugebied. De shredders zijn daartoe voorzien van toevoersluizen, inertisering (zuurstof verdrijven) met koolzuur en afzuiging naar ons dampvernietigingsysteem.

Lauran Een zojuist afgerond project is een nieuwe ingang met portiersloge en weegbruggen, uitgevoerd door Lauran Willemsen. Verderop in dit blad is er een foto van te zien. Doelstelling van dit project was om een verbetering en versnelling van de logistiek te realiseren in verband met het grote aantal in- en uitgaande vrachtwagens. Ook het loskoppelen van de ingang van ATM met die van de bedrijven ZHD, Minelco en AMS was een reden voor dit project. De bestaande situatie was regelmatig vrij chaotisch, gevaarlijk en onoverzichtelijk. Na het verkrijgen van erfpacht voor een strook berm langs de Vlasweg, bestond het project uit het aanleggen van een nieuwe toegangsweg, rioleringen en bewegwijzering. Verder is er een nieuwe portiersloge en inen uitgaande weegbrug met alle faciliteiten gerealiseerd. Tijdens de afgelopen onderhoudsstop van de Pyro heeft Corné Ewijk een groot project uitgevoerd met

Corné betrekking tot de transportsystemen van stof en residu die in de installatie ontstaan. Deze werden voorheen op verschillende plaatsen in containers opgevangen, wat lokale vervuiling gaf en veel handeling veroorzaakte. Hiervoor in de plaats is een stelsel van gesloten transportwormen ontworpen die het materiaal terugbrengen naar een invoerbunker. Zowel voor het verbeteren van de housekeeping als voor het vergemakkelijken van de bedrijfsvoering een goed project.

Hans Als laatste voorbeeld kan het project genoemd worden voor het ontwerpen en bouwen van een inlijn zeef- en breekinstallatie bij de grondreiniger, dat getrokken wordt door Hans van Bokhoven. Verontreinigde grond en asfaltgranulaat bevatten vaak stukken puin, beton, schollen etc., die verkleind en/of uitgezeefd moeten worden voordat ze de thermische installatie in gaan. Tot op heden gebeurde dat in een standaard zeef- en breekin-

stallatie, die apart draaide van de grondreiniging. Dit betekent echter dat de grond een aantal malen moet worden opgepakt met de shovel: als het de zeef/breker ingaat, als het er uit komt, aparte tussenopslag en weer oppakken voor invoer in de grondreiniger. De nieuwe zeef- en breekinstallatie wordt onderdeel van de grondreiniger, waardoor deze handelingen veel minder worden. De uitdaging is dan wel dat de nieuwe zeef- en breekinstallatie zeer betrouwbaar moet zijn anders valt de grondreiniging daarop stil.

Overleg Dit zijn een aantal voorbeelden van recente of actuele projecten van onze engineers. Ondanks dat één van hen projectleider is, is het ontwerpen en uitwerken van de projecten zeker geen individuele aangelegenheid. Bijvoorbeeld voor de specifieke milieu- en veiligheidsaspecten wordt de KAMafdeling geconsulteerd. Over de meeste projecten wordt minstens wekelijks vergaderd in de bij ATM bekende “control-O” (=plant) vergaderingen of aparte bijeenkomsten. Gestimuleerd wordt om het ontwerp kritisch te beoordelen, iets waar vooral Rinus van ’t Westende, als hoofd van de productie, een meester in is. En terecht, want een ondoordacht ontwerp kan een hoop ellende veroorzaken voor het bedienend personeel of anderszins. Er moet wel ontworpen worden voor rotzooi, maar het ontwerp zelf moet dat niet zijn en daar slagen deze mannen goed in.

5


‘Dankzij indirecte financiering naar een schonere zee’ Maurits Prinssen (Havenbedrijf Rotterdam):

‘Steeds meer scheepsafval wordt netjes afgegeven’ Door Michel van Straten

E

en niet onbelangrijk deel van de afvalstroom die jaarlijks door ATM verwerkt wordt, is afkomstig van schepen die de haven van Rotterdam aandoen. De tijd begint achter ons te liggen dat kapiteins vrijelijk en zonder enige scrupules afval over boord gooiden of op volle zee loosden. Ongetwijfeld zijn er nog steeds landen en rederijen, die het met de zorg voor de zee niet zo nauw nemen, maar grosso modo gaat het de goede kant op. Het groeiende milieubesef zorgde tegelijkertijd ook voor aangescherpte wet- en regelgeving in de scheepvaart. Al in 1973 werd het MARPOL-verdrag, opgesteld door de scheepvaartorganisatie van de Verenigde Naties, van kracht. MARPOL staat voor ‘MARine POLution’ en is bedoeld om verontreiniging door schepen (zeevervuiling) te voorkomen en op termijn helemaal te elimineren. In het verdrag staan

6

regelingen voor het (reguleren van het) lozen van olie en sanitair en huishoudelijk afval door schepen en het lozen van chemicaliën door tankers. De regels zijn uitgewerkt in een zestal bijlagen (annexes). In Europees verband kwam er in 2000 een richtlijn tot stand betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen in de Europese havens. Eén en ander moest gerealiseerd en betaald worden via een stelsel van indirecte financiering. Ieder zeeschip, of het nu afval had aan te bieden of niet, moest bijdragen in de kosten, zodat de goeden niet onder de kwaden hoefden te lijden. De internationale regelingen werden in Nederland uiteindelijk geïmplementeerd in de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs). In het havengebied RotterdamRijnmond voert het Havenbedrijf Rotterdam de regie over de inza-

meling van al het scheepsgebonden afval ofwel het afval dat ontstaat bij de dagelijkse bedrijfsvoering van een schip. Het gaat daarbij om de afvalstoffen zoals die beschreven staan in de annexes I en V. Annex I behelst oliehoudend afval en afvalwater en bij annex V gaat het om vuilnis. Om alle afvalstoffen adequaat aan te kunnen nemen, zorgt het havenbedrijf ervoor dat er voldoende gekwalificeerde inzamelaars en verwerkers (havenontvangstinstallaties) zijn en een gereguleerde tariefstelling. Voor de goede orde: ladinggebonden afval valt buiten deze regeling. Het afgeven van ladinggebonden afval is een verantwoordelijkheid van de schepen en rederijen zelf.


Ook de haven van Moerdijk doet mee aan de regeling van het Havenbedrijf Rotterdam, zodat er uniformiteit tussen beide havens bestaat. De verwerking van het oliehoudende scheepsafval en afvalwater, dat onder de vlag van de beide havenbedrijven wordt ingezameld, vindt plaats bij een bedrijf in Rotterdam en een bedrijf in Moerdijk: ATM. Een belangrijke dienstverlening aan de scheepvaartsector.

Groei “Steeds meer scheepsafval wordt netjes afgegeven,’’ verzekert Maurits Prinsen (38), sinds 2004 werkzaam als projectleider scheepvaart en milieu bij het Havenbedrijf Rotterdam. “Bij de oliehoudende afvalstoffen is de afgiftehoeveelheid de laatste jaren vrij stabiel, maar bij het vuilnis is er een behoorlijke groei van het aanbod. Die groei is zelfs dusdanig dat het ons er toe noodzaakt om volgend jaar onze tarieven aan te passen.’’ “We hebben gekozen voor een gemengde vorm van indirecte financiering,’’ legt Prinssen uit. “Elk schip dat in het havengebied Rotterdam-Rijnmond aanlegt betaalt een vast bedrag (fee) voor afvalinzameling, ook al heeft het dus niets aan te bieden. Dit bedrag is gerelateerd aan het motorvermogen (Main Engine Capacity in kW). Daarnaast hanteren we aantrekkelijke kortingsregelingen voor de schepen die wel iets aan te beiden hebben en kunnen ze ook altijd een aantal kubieke meters gratis ter verwerking aanbieden. Een paar jaar hebben we op deze wijze in de plus gezeten, maar onze tarieven en condities zorgen er nu voor dat we in de min raken. We komen er dan ook niet onderuit om onze tarieven in 2009 enigszins bij te stellen. In januari gaat het vaste bedrag omhoog en in oktober zullen we de kortingsregelingen en verwerkingsrechten aanpassen. Het stelsel van indirecte financiering wordt door elk

havenbedrijf weer net even anders ingevuld,’’ weet Prinssen. “Je kijkt naar elkaar, er is overleg, maar een eenduidige regeling is er niet. Wel zijn we nu zo ver dat er in alle Nederlandse en Belgische havens hetzelfde meldingsformulier wordt gebruikt.”

Regels Het Havenbedrijf Rotterdam heeft een organiserende en geen controlerende functie. Dit is een taak van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Deze dienst controleert of rederijen de milieuregels voldoende respecteren. “Wel zijn we nagegaan waarom bepaalde rederijen geregeld afval aanbieden en andere nauwelijks of nooit. De antwoorden varieerden van ‘geen tijd’ of ‘dat doen we altijd in een andere haven’. En er zijn natuurlijk schepen die op volle zee een soort

allesbrander gebruiken, waardoor ze hooguit wat verbrandingsresten in de aanbieding hebben.” Maurits Prinssen hoopt dat het aangeboden scheepsaanval ooit de honderd procent haalt. “Het Havenbedrijf Rotterdam staat voor duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen,” benadrukt hij. “Als het gaat om milieuregels dan willen we graag nog een stapje verder gaan dan de geldende wettelijke regelgeving. Zeker in onze drukbevolkte regio moet je al een jaar of twintig vooruit kijken wat de gevolgen dan zijn van de beslissingen die je nu neemt. Denk aan de driehoek van de drie p’s: people, planet, profit. Met die drie moet je tot een verantwoord evenwicht zien te komen.”

7


‘We zetten geen bak op de maan, de oplossing is nabij’ Marc van Buijtene; Al een leven lang ondernemer Door Adriënne Nijssen

O

p een druilerige vrijdagmorgen word ik gastvrij ontvangen bij Van Vliet Contrans. Marc van Buijtene wacht mij met een jongensachtige blik in zijn ogen op in zijn kantoor. Blikvangers zijn twee prachtige schilderijen waar, zo blijkt later, een geschiedenis aan vast zit. Met een kop cappuccino tussen ons in steekt Marc van wal. “Strikt genomen werk ik vanaf mijn veertiende in het bedrijf. Mijn ouders hadden naast het container bedrijf een bloementransportbedrijf. Onze planner kreeg suikerziekte, moest gaan prikken. Dat betekende dat hij aan uur en tijd gebonden was en niet meer om vier uur ’s nachts kon plannen terwijl die sector dat vereist. Mijn moeder, die de boekhouding deed, kon dat er niet bij hebben en zette mij aan het werk. Het was maar voor een week, ze zou het wel regelen met

8

school. Helaas, de planner bleef ziek en ik bleef dus werken. Dat schooljaar zag ik de school niet meer van binnen. Ik ben nog wel terug gegaan, maar het lukte niet meer. Zodoende heb ik mijn LTS nooit afgemaakt. Ik ging in een garage werken, wilde ooit mijn eigen bedrijf. Uiteraard meteen een rijbewijs op mijn achttiende.” “Het was 1985 toen pa met spoed een chauffeur nodig had. Weer hielp ik het familiebedrijf uit de brand. In principe maar voor even.” Het bedrijf groeide echter hard en Marc beet zich er toch in vast. Helemaal toen zijn broer Dirk, boekhouder Martin Natten en hijzelf het bedrijf van vader en moeder konden overnemen. Ze noemden het ‘de Milieu Express’. Na een periode van veranderingen in de wetgeving eind jaren tachtig waren veel investeringen nodig om de activiteiten voort te kunnen zetten. “Om het goed te doen, daar waren wij te klein voor,” gaat Marc verder. “Wij gingen naar de bank maar Dirk en ik waren te jong, kregen niet voldoende geld. Ik begreep dat ik een andere weg in moest slaan.”

Van Vliet Al snel vond hij in Van Vliet een partner. Dit familiebedrijf bestond toen uit: Van Vliet Contrans en de Zwart Containers waar van Vliet Recycling later is bijgekomen. De Milieu Express werd er in 1993 aan toegevoegd. Aan Marcs’ wensen om de naam en identiteit te behouden werd tegemoet gekomen. Alleen het logo veranderde. Toen de heren Van Vliet jaren later uit het bedrijf gingen werd hij directeur van alle vier de bedrijven. Bijna tien jaar geleden, op 31 december 1998, kreeg hij het stokje overgedragen. Dat Van Vliet nog steeds uit vier bedrijven bestaat, die allemaal in dezelfde branche zitten, is de policy van het bedrijf. “Tien jaar geleden was een naam erg belangrijk,” legt Marc uit.“Klanten wilden door Van Vliet of door de Zwart geholpen worden. Tegenwoordig wil de klant gewoon een goede prijs-kwaliteit verhouding, een naam maakt minder uit. Maar onze werknemers zijn erg gehecht aan hun bedrijf. Tenslotte werken zij daarvoor. Als ik de mensen meer gemotiveerd kan krijgen en houden door vier bedrijven te hand-


haven, dan is dat mijn winst. De belangrijkste taak van Marc is het aansturen van een groot aantal enthousiaste managers en andere medewerkers. “Ik probeer een paar keer per week op de werkvloer te komen. De mensen vinden dat leuk, zelf vind ik het interessant. Ik spreek nog steeds de taal van de jongens.” Lachen vindt Marc belangrijk. Met plezier je centjes verdienen staat voorop. “Wat ik probeer over te brengen is dat we groots moeten zijn in het klein blijven.We moeten het met elkaar doen. Ik ben ook gewoon een loonslaaf al ben ik directeur.” Eén van Marcs gevleugelde uitspraken is: “Het leven is niet zo ingewikkeld. We zetten geen bak op de maan, de oplossing is nabij.” Een reclamebureau waar het bedrijf contacten mee heeft, legde deze uitspraak in een schilderij vast. Lachend poseert hij er voor. “Tja, die uitspraak kan ik nu niet meer gebruiken.” Het tweede schilderij stelt Marc voor als kraanmachinist.“Gemaakt door mijn schoonmoeder. Ik ontmoette mijn vrouw toen we nog erg jong waren, zij werkte op de veiling. Mijn schoonmoeder vond het groots, zo’n kleine manneke dat reed in een grote vrachtwagen.” Over zijn vrouw gesproken, Marcs moeder vond het eerst maar niets.

“Maar we zijn nog steeds bij elkaar, we hebben drie kinderen,” zegt Marc trots. “Het was wel eens lastig, ik heb niet altijd tijd voor thuis, duik echt in mijn werk. Toch kwamen we er altijd uit.”

Rondrit In een fourwheeldrive begin ik mijn rondleiding over het bedrijf in Wateringen. Links en rechts wordt Marc door zijn medewerkers gegroet. “Nee, ik ken ze niet meer allemaal,” antwoord hij op mijn vraag. “Ik probeerde dat wel, maar 330 medewerkers lukt me niet meer. We hebben een personeelssite met smoelenboek, dat heb ik soms nodig. Jammer. De negatieve kant van groeien.” Al eerder vertelde Marc dat het visitekaartje van Van Vliet Contrans de puinbrekerij is. Hele flatgebouwen, een spoorviaduct, het maakt de firma niet uit. Het is dus niet gek dat we als eerste naar de breekinstallatie gaan. Stukken puin van 1-2 meter gaan in een puinbreker. Er blijven stukjes van 0 (zand) tot 4 cm over. Door middel van breken, zeven, windshiften en een magneet voor het scheiden van het betonijzer wordt een gecertificeerd puingranulaat gemaakt. Dit granulaat wordt gebruikt als onderlaag bij wegenbouw. “Op dit moment zijn we met een grote renovatie op de A12 bezig,” zegt Marc trots.

Compost Daarna rijden we door een heleboel hallen. Er wordt hard gewerkt, ik begrijp dat hier herbruikbare materialen uit afval halen het hoofddoel is. Duidelijk wordt dat het tweede product van Van Vliet compost is. Van 100.000 ton groen afval wordt door Van Vliet Recycling 30.000 ton compost gemaakt. 100% recycling tot hoogwaardige compost is wat Van Vliet Contrans met het inzamelen van groenafval wil bereiken. “Cradle to Cradle, is het nieuwe toverwoord. In de toekomst waarschijnlijk ook gestuurd via wetten. Ik wil dat graag volgen, het kan veel gaan betekenen voor onze branche en dus voor Van Vliet,” besluit Marc. Na die woorden nemen we afscheid. Als ik later over de A12 naar huis ga zie ik de inmiddels bekende roodgekleurde auto’s van Van Vliet af en aan rijden. Nu ik de man achter het bedrijf ken, maakt dat op de een of andere manier de 17 kilometer file die ze te weeg brengen een stuk minder erg.

9


Grond: eindelijk schoon… en dan ? B

ij ATM wordt per jaar ongeveer 1 miljoen ton vervuilde grond en gebruikt asfalt schoon gemaakt. Dat gebeurt in een verbrandingsinstallatie voor grond en asfalt. Dat is mooi, alle gifstoffen zijn bij de hoge temperatuur vernietigd, maar wat te doen met al die grond? Dat is dus heel makkelijk: die schone grond vindt gretig aftrek in de wegenbouw en het maken van bouwstoffen zoals beton en asfalt. Hiervoor hoeft dan geen nieuw zand (of grind) te worden gewonnen, dus het is een prachtige nuttige toepassing. Er wordt in Nederland zo’n 20 miljoen ton zand per jaar gebruikt in de bouw, dat zijn veel ontgravingen. De schone grond van ATM is daarom een welkom alternatief voor nieuw zand.

De wet beschermt de bodem In Nederland bestaat er al veel langer dan in andere landen een bodemwet. Dit komt omdat in Nederland grond(gebruik) een schaars artikel is en dus relatief duur. Deze bodemwet is helder: als grond verontreinigd is, moet die schoongemaakt worden. De Wet Bodembescherming ziet daar op toe. In deze wet staan Interventiewaarden voor alle mogelijke verontreinigende stoffen. Als een bodem meer verontreiniging bevat dan deze Interventiewaarden, moet de bodem schoongemaakt worden. Afhankelijk van de mate van verontreiniging en de gebruiksfunctie (wonen, industrie, wegen) moet dat snel gebeuren of mag dat wat later. Dat schoonmaken gebeurt volgens strikte regels. Als de eigenaar van een terrein de bodem wil saneren, dient hij eerst een saneringsplan in

10

bij het bevoegd gezag: de provincie of de grotere gemeenten. Dat bevoegd gezag beoordeelt het plan, geeft een saneringsvergunning af en houdt daarna toezicht op de uitvoering van de sanering.

De overheid houdt toezicht Het bevoegd gezag zorgt er voor dat alle grond die uitgegraven wordt bij een sanering wordt afgevoerd naar een zogenoemde “erkende verwerker”, bijvoorbeeld ATM. Het Besluit Bodemkwaliteit geeft aan wat de eisen zijn waar zo’n verwerker aan moet voldoen. Die eisen gelden uiteraard voor de kwaliteit van de verwerking: is de installatie goed genoeg en deugen de procedures. De reiniger laat zich dan certificeren. Maar ook de integriteit van de verwerker wordt beoordeeld: of de verwerker een strafblad heeft, en of ze financieel solide genoeg zijn om hun beloftes na te komen. Als alles in orde is, wordt de verwerker erkend door de Minister van VROM en mogen ze in Nederland grond reinigen.

Wij van WC-eend... Als vervuilde grond wordt ontgraven houdt de overheid toezicht en als die grond gereinigd wordt kijkt de overheid over de schouder mee. Als laatste moet de schoongemaakte grond gecontroleerd worden. Uiteraard doet de reiniger dat niet zelf: dat “de heren van WC-eend” hun eigen product geweldig vinden is leuk, maar niet goed genoeg. Gereinigde grond wordt daarom wettelijk uitgekeurd door een onafhankelijk en door de Minister erkend keuringsbureau, dat werkt volgens in de wet vastgelegde procedures. Pas daarna is de reiniging echt klaar en mag de grond “schoon” genoemd worden.


Hergebruik in de wegenbouw De schoongemaakte grond wordt voor het overgrote deel afgezet in de wegenbouw. In deze bouwsector wordt immers het meeste zand gebruikt. Bij ATM wordt al tijdens de reiniging de grondpartijen gehomogeniseerd, waardoor een

Alle grond en bouwstoffen, zowel nieuw als gereinigd, die in de bouw wordt gebruikt moet voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit (vroeger het Bouwstoffenbesluit). Dit houdt onder meer in dat toe te passen bouwstoffen moeten worden gemeld aan de gemeente waar

in hoeveelheden van 10.000’en tot 100.000’en tonnen. Op het industrieterrein zijn die grote hoeveelheden goed zichtbaar door de vele transportbewegingen van Martens en Van Oord, die al deze grond transporteert.

Hergebruik in bouwstoffenproductie

restproduct met een voorspelbare en constante kwaliteit ontstaat. Een voordeel van de thermische behandeling door ATM is dat de grond een optimale mix krijgt tussen waterdoorlatendheid en verdichtbaarheid, wat de grond heel geschikt maakt voor toepassing in infrastructurele werken als vervanger van nieuw zand. Wel geeft de thermische behandeling de grond haar kenmerkende zwartgrijze kleur.

het bouwproject loopt. Hierbij moeten ook de keuringsanalyses van de grond worden verstrekt, al met al een heel administratief winkeltje. De keuringen en de administratieve meldingen nemen ook nogal wat tijd in beslag (maanden) en dat is er de reden van dat ATM altijd grote hoeveelheden gereinigde grond in opslag heeft. De gereinigde grond van ATM wordt vooral in grootschalige wegenbouwprojecten toegepast, dus

De grond en het asfalt dat bij ATM gereinigd wordt bevat ook grind en puin, dat gewoon meegereinigd wordt. Dit gereinigde grind en puin en ook een klein deel van het gereinigde zand wordt gebruikt in de bouwstoffenproductie. Dit betreft dan beton, nieuw asfalt, korrelmix etc., waar het in wordt toegepast ter vervanging van primaire grondstoffen. Ook deze (vormgegeven) bouwstoffen moeten gekeurd worden en aan de wettelijke kwaliteitseisen voldoen. Ook hier snijdt het milieumes dus aan twee kanten: de gifstoffen worden vernietigd en op primair zand wordt bespaard. Met de grondreiniging kan ATM dus net zo goed gezien worden als grondstoffenproducent.

11


Rilta & ATM: sterke combinatie W

ie aan Ierland denkt, denkt aan de groene glooiende landschappen, sfeervolle stadjes, uitgestrekte kustlijnen en steile zeekliffen. Een prachtig land, met een unieke verlaten schoonheid, rijk aan traditie. Een land waar het goed toeven is en waar de zee nooit ver weg is. Maar ook in het mooie Ierland wordt gewerkt en ontstaat er afval wat moet worden verwerkt. Rilta, gehuisvest in Dublin, houdt zich sinds 1977 bezig met het verwerken van afval. Zij zijn de grootste afvalverwerker van Ierland en hebben een groot pakket aan diensten. Sinds 2005 is er contact tussen Rilta en ATM, tot volle tevredenheid van beide partijen. Was het in het begin soms nog wel eens lastig om export en transport geregeld te krijgen, tegenwoordig loopt het op rolletjes en worden met grote regelmaat containers met verpakt afval en bulkladingen met verontreinigde grond verscheept, om haar eindbestemming te vinden bij ATM in Moerdijk. Rilta beschikt over een verwerkingsinstallatie voor olieslib, waaruit olie wordt gerecycled, een verpakkingsafdeling voor asbest en zij doen ook aan inzameling en opwerking van batterijen, daarnaast

12

geëxporteerd. De pyrolyse verwerking, zoals dat bij ATM plaatsvindt, zorgt ervoor dat wij flexibel naar onze klanten kunnen zijn,” zo oordeelt Sean.

heeft Rilta ook een eigen wagenpark en is actief in de industriële reiniging.

John van de Berg en Jack van Overveld onderhouden de contacten met Ierland en hebben Rilta bereid gevonden om hun bevindingen met ATM aan papier toe te vertrouwen. “De markt voor gevaarlijk afval in Ierland is ongeveer 100.000 ton per jaar. Het grootste deel hiervan (70%) bestaat uit oplosmiddelen. De rest bestaat uit filterkoeken, verpakt (verf) afval en slib. Veel van dit afval wordt geproduceerd door de farmaceutische industrie, die rijk vertegenwoordigd is in Ierland. Hiervan heeft Rilta ongeveer 25 % marktaandeel. De samenwerking met ATM heeft geresulteerd in een constante groei van Rilta,” zo vertelt Sean Cotter. Sean is dé man voor gevaarlijk afval in Ierland. “In Ierland is nauwelijks verwerkingscapaciteit voor gevaarlijk afval, dus wordt er veel

Ook Ronan Sharkey, die zich bezighoudt met grondsaneringen en de afvoer van de grond, is zeer te spreken over de samenwerking. “Wij zijn de grootste speler in de Ierse markt, die per jaar ongeveer 200.000 ton bedraagt.Via ons zusterbedrijf Soils Environmental Services Ltd hebben we 70% van deze markt in handen. 2008 is wel uitzonderlijk geweest, doordat er een paar zeer grote projecten van start zijn gegaan. Alles bij elkaar circa 400.000 ton.” “Niet alles hoeft thermisch gereinigd te worden, maar wat daar wel voor in aanmerking komt gaat per schip naar Moerdijk. Het is prettig dat er daar goede losfaciliteiten zijn voor schepen, dat komt de efficiency ten goede. Voor de toekomst zien we een toename in het aantal saneringen. Dus de komende jaren kunnen we nog wel vooruit,” aldus Ronan. Al met al zijn beide heren tevreden over de relatie met ATM en zij zien een “bright future” en een uitbreiding van de samenwerking.


Start saneringswerken Carcoke-Marly Deel van de tekst uit het persbericht

D

e Carcoke-Marly locatie in Brussel, langs het Zeekanaal van Brussel naar de Rupel, is al jarenlang een kankervlek. In 1930 werd hier de cokesfabriek opgestart en in 1994 stopgezet. Het terrein is in die 60 jaar zwaar vervuild geraakt met een complexe mix van vervuiling zoals minerale olie, PAK’s, aromaten, zware metalen, cyanide, fenolen,….. De oude gebouwen zijn ondertussen gesloopt maar de bodem en het grondwater zijn nog steeds zwaar vervuild. Zo zwaar zelfs dat de directie besloot de fabriek te sluiten, toen de eis voor benzo(a)pyreen in het grondwater dusdanig werd aangescherpt dat het bouwen van een waterzuivering noodzakelijk werd. Er was geen geld binnen de firma, waarna het Brussels gewest de locatie kocht voor het symbolische bedrag van één Euro. Daarna is er veel over dit terrein (dat nog zusters heeft in Zeebrugge en Tertre) te doen geweest, maar nu wordt uiteindelijk de grondsanering ter hand genomen. Grond waarop in de 14e eeuw een kasteel heeft gestaan en wat de nodige voorzichtigheid behoeft bij de sanering i.v.m de mogelijk aanwezige oude ruines. Voor de ontwikkeling van de hele locatie schreef de Haven van Brussel, in opdracht van de Brusselse regering, eigenaar van de locatie, een openbare aanbesteding uit. De openbare aanbesteding had als onderwerp: ‘Opdracht voor de concessie van openbare werken op het terrein van Marly-haven’. Op de openbare aanbesteding werd ingeschreven door de Tijdelijke Handelsvereniging Katoen Natie en Ondernemingen Jan de

Nul/Envisan. Na lange en moeilijke onderhandelingen met de Haven van Brussel werd de opdracht van concessie in september 2006 toegekend aan deze combinatie. De Concessieopdracht omvat 3 verschillende fasen, te weten; saneringsfase, inrichtingsfase en de exploitatiefase. Hier wordt alleen de saneringsfase belicht.

Saneringsfase Na inventarisatie van de verontreinigingtoestand en de afbakening van de verschillende verontreinigingen en na de uitgevoerde risicostudie werd tussen juli 2007 en mei 2008 een saneringsvoorstel opgemaakt, wat eind juni 2008 resulteerde in een saneringsvergunning. De voorgestelde saneringsaanpak is tweeledig: Enerzijds het uitgraven van een volume verontreinigde bodem, geraamd op ongeveer 110.000 m3. Dit totale volume zal via de waterweg afgevoerd worden naar het ATM-verwerkingscentrum in Nederland. Omwille van de aanwezige verontreiniging en de textuur van de bodem is enkel thermische reiniging als behandelingstechniek haalbaar. De sanering van het grondwater zal zeker 15 jaar gaan duren en voorziet onder andere in het slaan van damwanden om verdere verspreiding tegen te gaan.

kele resterende bebouwing en het verwijderen van ondergrondse structuren zoals kelders, leidingen en funderingen. Sinds begin september 2008 werden de effectieve saneringswerken gestart met de uitgraving van de verontreinigde bodem. De uitgegraven verontreinigde bodem wordt op het terrein tijdelijk opgeslagen in afwachting van de afvoer naar het externe verwerkingscentrum. Deze afvoer gebeurt uitsluitend via de waterweg en om de belading van de schepen mogelijk te maken en omwille van doorgaand verkeer op de Vilvoordse Steenweg werd hiertoe een overbrugging van deze laatste uitgevoerd. Er wordt 30.000 tot maximaal 60.000 ton per maand afgevoerd. Met een voorzien volume van ongeveer 180.000 ton betekent dit dat de afvoer een 5-tal maanden zal duren, tot maart 2009. Evisan is het bedrijf dat de sanering uitvoert en heeft veel ervaring op alle gebieden van milieutechnologie en is een 100% dochter van Groep Jan de Nul.

In maart 2008 werd gestart met de verdere sloop van en-

13


Nog 50 miljoen ton te gaan Rasenberg en ATM werken al meer dan 15 jaar samen Door Adriënne Nijssen

T

ot voor kort betekende TAG voor mij niet meer dan het Engelse woord voor etiket of label. Ik sprak het ook uit als “teg”. Daar staken Henk Seffelaar van de firma Rasenberg uit Breda en Kees de Ridder van ATM meteen een stokje voor. Het is TAG en dat staat voor Teerhoudend Asfalt Granulaat. Beide heren ontvangen mij op het hoofdkantoor van de firma Rasenberg en de sfeer is vanaf het eerste moment heel ontspannen. Dat kan bijna niet anders, Henk en Kees kennen elkaar al heel lang. Ruim twintig jaar doen ze al zaken met elkaar. “Voor 1991 zat ik in de chemische industrie en deed ik al zaken met ATM. Ik produceerde reinigingsmiddelen. Afval daarvan werd bij ATM verwerkt. Toen heb ik Kees al leren kennen.”

Rasenberg Na 1991 kwam Henk bij Rasenberg, al negentig jaar een organisatie voor bouwkundige, infrastructurele, milieutechnische en procestechnologische projecten. Henk werd er manager en later

14

directeur van de divisie milieu. Deze divisie houdt zich bezig met bodemsaneringen in de breedste zin van het woord. Kees werd in de loop der jaren de ‘TAG-man’ van ATM. “We konden door het TAG de banden nog strakker aanhalen,” zegt Henk.“Rasenberg kreeg meer materiaal om bij ATM aan te leveren. Kees beoordeelde analyses en maakte de prijs, ik schreef daarmee in op wegenbouwprojecten en bodemsaneringen.” De achtergrond bij dit alles is dat in het verleden bij het maken van asfaltwegen op grote schaal teer werd gebruikt. Teer is een restproduct van de kolenvergassing en bevat, in onze huidige ogen, onaanvaardbaar veel kankerverwekkende polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Begin jaren negentig is daarom het gebruik van teer in de wegenbouw verboden. Bij onderhoud van wegen met dit soort asfalt komt granulaat vrij dat met teer verontreinigd is, het zogenaamde TAG. Het gaat om ruwweg één miljoen ton per jaar. Tot 2001 mocht dit TAG, onder

strenge eisen, nog worden hergebruikt als wegfundering. Vanaf 2001 is dit hergebruik verboden. Het ministerie van VROM, onder minister Jan Pronk, besloot dat TAG thermisch gereinigd moest worden waarbij alle PAK’s onomkeerbaar worden vernietigd. “Het mooiste besluit ooit,” zegt Henk. Rasenberg deed onderzoek hoe het teer het best uit het asfalt verwijderd kon worden. “Het meest economisch kan dat in de installatie van ATM,” zegt hij. Kees beaamt dat: “teer is het bindmiddel in asfalt. Ongeveer vijf tot negen procent van het asfalt bestaat uit teer. Wij branden dat teer er uit, wat overblijft is zand en grind en dat wordt afgezet in de civiele sector.Voor op- en afritten van wegen bijvoorbeeld.” ATM is dus verwerker van TAG en maakt daar nuttig


toepasbare producten van. Zo’n 300.000 ton (voor de beeldvorming: 10.000 afgeladen vrachtauto’s) TAG wordt er per jaar bij ATM gebracht. Een flink deel daarvan komt van Rasenberg. Er moet bijvoorbeeld ergens een nieuw stuk asfalt op een weg worden aangebracht. Rasenberg heeft daarvoor een asfaltinstallatie. Die produceert bitumenasfalt dat geen teer bevat. “Voordat dit aangebracht kan worden frezen we het oude asfalt of breken het uit en brengen daarna nieuw asfalt aan. Dat doen we met zo laag mogelijke temperaturen, om zoveel mogelijk CO2-neutraal te werken,” legt Henk uit.

‘s Nachts Tegenwoordig wordt steeds meer ’s nachts aan de weg gewerkt.Vanwege de 24-uurs economie maar ook vanwege de doorstroming op de snelweg. “Rasenberg is ook ’s nachts welkom bij ATM. Vanuit de innige samenwerking staan ze ook dan voor ons paraat. Dat stellen we zeer op prijs,” zegt Henk. Kees lacht. “Henk is de enige die me ’s nachts uit bed mag bellen. Maar gelukkig komt het niet vaak voor.” Als TAG-man onderhandelt Kees over de verwerkingsprijs met bedrijven uit de infrasector. Want uiteraard hangt er een prijskaartje aan de verwerking van TAG. Daarnaast zit Kees sinds 2002 in het landelijke monitoring-overleg van het TAG. “Ik ga af en toe ook bij werken kijken. Soms wil ik de onderlagen van de weg zien. Lagen met teerkalkstabilisaties onder de TAG-laag bijvoorbeeld.” Het tweetal zal nog wel een tijdje samenwerken. De verwachting is dat er nog 50 miljoen ton in de wegen zit. Voornamelijk in provinciale- en gemeentelijke wegen. Op de meeste snelwegen ligt al ZOAB en dat is bitumenhoudend. “Als het aan ons ligt werken we samen tot aan ons pensioen. Het is altijd feest als we elkaar tegenkomen. Niet alleen in Nederland,

maar ook in België zijn beide bedrijven vertegenwoordigd,” zegt Kees. Bij Rasenberg, en dan vooral in de divisie milieu, is alles gericht op een schone bodem. Dat betekent dat ons laboratorium altijd zoekende is naar nieuwe recepturen voor asfalt. Een zoektocht naar systemen die minder, liefst helemaal niet, milieubelastend zijn.

ISO “Ook al hebben landen om ons heen andere regels, Nederland is gelukkig het braafste jongetje van de klas wat TAG aangaat. Uit de keten nemen is het beste, dat vertaalt zich verder naar andere materialen. Je moet niet opslaan zodat je kleinkinderen later de problemen hebben,” vindt Henk. Henk zit in de normcommissie voor het opzetten van de richtlijnen voor ISO 26000 die in 2010 van kracht moet gaan worden. Geen certificering, maar richtlijnen. Deze ISO norm gaat over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarin zitten onder andere richtlijnen voor milieu, arbeidsomstandigheden, mensenrechten, maatschappelijke betrokkenheid, integriteit, consumentenbelangen en dierenrechten. “Met Al Gore is iets aangezwengeld waar door ons al jaren over wordt gepraat. Ik praat liever over ISO 26000 met zijn heldere richtlijnen dan dat ik wat populaire kreten roep. Wij hebben de aarde geleend van onze kinderen. Daar

moet je zuinig op zijn en moeten we voortdurend werken aan verbeteringen. Bodemsanering en opschoonacties doen we voor onze achterkleinkinderen. Wij overleven dat wel, we hebben er nog niet veel last van. Het kost alleen maar geld. Al Gore heeft gevisualiseerd wat Kees en ik al jaren in de praktijk brengen.” Aan ISO 26000 doen 84 landen mee. Op een jaarlijks mondiaal debat worden zaken besproken, vastgelegd of geparkeerd. Ook vanwege de verschillende wetgeving in de verschillende landen. “Het is geweldig, deze norm omvat zo veel meer dan alleen het milieu,” zegt Henk.

Vertrouwen De heren hebben vertrouwen in elkaars onderneming omdat ze beiden voelen dat de ander daadwerkelijk maatschappelijk verantwoord bezig is. “Kees en ik hebben altijd gesproken over het verbeteren van processen. Vanuit mijn functie trek ik de speur- en ontwikkelingsafdeling. Die houdt zich bezig met verbeteringen op elk vlak. Infrastructuur, bouw, milieu en service. Dat interessegebied heb ik altijd terug gezien bij ATM.” Kees knikt en zegt; “ATM is altijd bezig met vernieuwing, dat is de kracht van het bedrijf. Installaties groter en beter maken. Met vallen en opstaan, maar het lukt ons,” zegt hij tot besluit.

15


Olieraffinage W

ie over olie begint ontkomt niet aan de geschiedenis van de oliewinning. De eerste commercieel gewonnen olie werd op 27 augustus 1859 in Titusville, Pensylvania opgepompt door Edwin L. Drake. Deze olie werd vervoerd in vaten van 159 liter, barrels genaamd, een maat die nog steeds wordt gebruikt. Na een aantal jaren wordt in 1870 door John D. Rockefeller Standard Oil opgericht, terwijl de eerste raffinaderij in 1863 nabij Cleveland al is gebouwd. De opmars van de olie kan beginnen. Het heeft Amerika rijk gemaakt, zoals de gasbel bij Slochteren Nederland rijk heeft gemaakt. Hierbij wat foto’s uit de oude doos met hieronder het gebouwtje waarin

16

de eerste boortoren werd ondergebracht en boven het transport van de eerste barrels en links “kolonel” Edwin L. Drake. De olieraffinaderij is tegenwoordig het hart van gigantische chemische fabrieken. In de loop der jaren zijn er meerdere opwerkings-, zuiveringsinstallaties en productielijnen voor chemicaliën en halffabrikaten om de destillatietoren heen gebouwd. Wie van een afstand eens een kijkje neemt bij Shell, in het Botlekgebied of Antwerpen, herkent hier helemaal geen raffinaderij meer in. Toch zijn ze dat in essentie wel. De eerste stap in het raffinageproces, na het uitwassen van allerlei wateroplosbare zouten, vindt plaats in een destillatietoren, waarin door opwarming verschillende fracties uit de ruwe aardolie door verdamping vrijkomen. Scheiding

op kookpunt is in principe een vrij eenvoudige behandeling, maar er is meer. Ruwe aardolie wordt op diverse plaatsen in de wereld gewonnen en is dus niet altijd van dezelfde samenstelling. Dat betekent dus dat de ene fractie meer of minder aanwezig is, maar ook dat de verontreinigingen wisselend kunnen zijn. Zwavel en kwik zijn twee belangrijke, ongewenste bestanddelen van ruwe aardolie. Het verwijderen van verontreinigingen, zoals het ontzwavelen, wordt in een later stadium gedaan en is een wezenlijk onderdeel van het raffinageproces, wat tot doel heeft een zo zuiver mogelijk pro-

duct af te leveren. De vraag naar de verschillende fracties is variabel. Met het toegenomen aantal auto’s en vliegtuigen steeg ook de vraag naar brandstoffen, de lichte fracties. Deze vraag leidde uiteindelijk tot het kraken van de zwaardere fracties, eerst thermisch en later met behulp van katalysatoren. Door het toevoegen van waterstof aan dit proces wordt de ontzwaveling gecombi-


neerd met het “lichter” maken van de olie; het zgn. Hydrocracking. Ook de weg andersom wordt wel bewandeld, dus uit kleinere moleculen grotere samenstellen, zoals plastics. Dit leidt tot extra installaties rond de destillatietoren. Bij deze kraakprocessen ontstaat natuurlijk niet alleen het gewenste product. De vorming van andere verbindingen (etheen en propeen zijn de belangrijkste) kan men enigszins sturen door het kiezen van bepaalde procescondities en door de keuze van de katalysatoren. Hoewel de meeste raffinaderijen als hoofddoel hebben het maken van brandstoffen, zijn in de loop van de tijd allerlei andere chemische fabrieken in de directe omgeving gebouwd, die producten als polyetheen, polystyreen, polyolen, PVC, synthetische rubbers, acrylaten etc. maken. Vandaar dat dus de ene chemische fabriek andere (bij)producten maakt dan de andere, terwijl het uitgangsproduct toch hetzelfde is.

Winning en transport Olie werd vroeger petroleum genoemd, wat meteen duidelijk maakt dat olie niet zomaar opgepompt wordt uit een groot gat diep onder de grond. Het Griekse “Petra” betekent steen of rots en toont aan dat olie gewonnen wordt uit poreuze gesteenten. De opsporing van deze gesteenten is dan ook mede een hulpmiddel om olie te vinden. De technieken om olie op te sporen zijn in loop der jaren zo geavanceerd geworden dat dit een apart specialisme is geworden en dus niet meer door de oliemaatschappijen zelf wordt gedaan, maar waarin bijvoorbeeld het bedrijf Fugro een grote reputatie heeft opgebouwd. Na proefboringen wordt de olie gewonnen op dieptes die op kunnen lopen tot een aantal kilometers en vindt plaats zowel op land als op zee. Booreilanden zijn altijd indrukwekkend om te zien evenals de

mammoettankers die megahoeveelheden olie kunnen vervoeren. Hun sterkte is tevens hun zwakte. Slecht wendbaar zijn ze vaak een speelbal van de zee, wat al menige milieuramp heeft veroorzaakt. De foto toont M.T. Knock Nevis, de grootste in zijn soort, die 565000 ton ruwe aardolie kan transporteren. Pijpleidingen zijn de meest economische manier van transport, maar niet altijd mogelijk voor olie. Vanuit de raffinaderijen wordt wel vaak op deze manier gewerkt. Al sinds de jaren 1970 ligt er een 100 meter brede leidingstraat tussen Rotterdam en Antwerpen (en de rest van Europa) voor het transport van diverse basischemicaliën en gassen.

Afval Tijdens het hele proces van proefboring, winning, transport, opslag en verwerking van olie tot eindproduct komen afvalstoffen vrij. ATM en de petrochemische industrie hebben hier hun raakvlak. Zand en roesthoudende sedimenten uit de opslag, afgewerkte katalysatoren, cuttings, mud, uit de winning en boring, afvalwater van allerlei cleaningen en productieprocessen vinden hun weg naar Moerdijk. Ook bij calamiteiten en stops wordt gebruik gemaakt van de expertise die bij ATM en Shanks aanwezig is. Zo verzorgt het samenwerkingsverband Induserve de afvoer van al het afval van Shell en NAM.

2000 al zover geslonken zijn dat de economie er merkbaar onder zou lijden. De kern van het rapport is nog steeds van kracht, maar de laatste jaren wordt de hoeveelheid economisch winbare olie groter, vooral dankzij de hoge olieprijzen. Nieuwe technieken doen hun intrede zoals microwave behandeling van verlaten oliebronnen, waar gemiddeld maar 40 % uit gewonnen is. Ook klinkt zo langzamerhand de alarmbel in de chemische industrie. Er wordt teveel energie verbruikt, terwijl de overheid wappert met CO2 emissie handel. Verkleining van reactoren, zodat meerdere energieverslindende processen gecombineerd kunnen worden is waar men op inzet. Reactoren ter grootte van een schoenendoos met duizenden microkanalen waarin de reacties plaatsvinden zijn de toekomst.

destillatietoren

Toekomst In 1972 liet een groep geleerden onder de naam “Club van Rome” het alarmerende rapport verschijnen; “De grenzen aan de groei”. De oliecrisis van 1973 vergrootte de impact van het rapport. Grondstoffen en vooral de olievoorraden zouden rond het jaar

17


Jong geleerd is oud gedaan Recyclingproject Amersfoort Door Adriënne Nijssen

O

veral en iedere dag gooien we dingen weg. Papier van verpakkingen, lege batterijen, klokhuizen van appels en andere spullen die we niet meer nodig hebben. Kinderen volgen ons voorbeeld, zij weten immers niet beter. Om er voor te zorgen dat al dat afval netjes opgeruimd, verwerkt of hergebruikt kan worden is het nodig dat je weet hoe het afval verwerkt wordt. Daarom stonden enige tijd geleden de lessen op basisschool PC de Bolster in Amersfoort, anderhalve week in het teken van afval. Aan de slogan van de school: ‘AFVAL, het lijkt waardeloos maar wordt waardevol’, gaf iedere groep op zijn eigen manier invulling. Op de eerste dag van de projectweek, kwam ROVA, de afvaladvies-, regie- en verwijderingsorganisatie van tientallen gemeenten in Nederland, een vrachtwagen vol afval af-

18

leveren op het schoolplein. Het zal duidelijk zijn dat alle kinderen dat reuze spannend vonden. Hun leerkrachten waren voor de gelegenheid gehuld in overall en droegen valhelmen. Langzaam maar zeker werd de berg afval hoger en hoger. Toen ROVA zijn werk had gedaan werd vervolgens met zijn allen het afval gesorteerd. Iedere groep had zijn ‘eigen’ afvalproducten. Zo moest groep zeven hout en metaal uit de afvalberg halen en groep drie onder andere karton en flessendoppen. Per groep deponeerden twee kinderen de producten, na controle op juistheid, in een kliko. Een aantal andere kinderen reden die kliko’s daarna naar de lokalen om de materialen verder te onderzoeken en een plan op te stellen hoe ze het beste hergebruikt konden worden. Even was men bang dat het onderwerp te moeilijk zou zijn voor de laagste groepen.“Dat is enorm meegevallen,” zegt Sigrid Lourens, lerares basisonderwijs. “Afval is natuurlijk heel breed. Ook die groepen hebben fantastische dingen gemaakt en veel over hergebruik geleerd.” Voor de leerlingen aan de slag gingen brachten zij allemaal

een bezoek aan ROVA, om via een rondleiding te leren wat er nu precies met ons afval gebeurt. “Ik vond het heel leuk om te doen,” zegt Loes (11) uit groep 7. “Wij hadden hout, metaal en blik in onze container en ik heb nooit geweten dat je van afval nog zulke mooie dingen kunt maken.” Ze heeft inmiddels geleerd te denken dat afval niet alleen troep is. En ze geeft aan dat ze voortaan wel drie keer na zal den-

ken voor ze iets weggooit. “Dat kan altijd nog,” zegt ze lachend, “maar liever voortaan niet meer. Zeker melkpakken niet, daar kun je heel veel leuke dingen mee maken, dat heb ik gezien toen we bij de andere


klassen op bezoek gingen.” In haar eentje maakte ze een bloemenwagen van halve wasknijpers. Van de ijzertjes uit de wasknijpers heeft ze prachtige sieraden gemaakt, halskettingen en armbandjes. Blikken werden beschilderd en van gaatjes voorzien. Met een touwtje eraan kunnen ze dienen als windlichten. Haar even oude klasgenoot Mark heeft een zenuwspiraal gemaakt. “Dat was wel moeilijk hoor,” zegt hij. “In het begin ging het niet zo goed, de ijzeren draadjes waren steeds te kort en dan moesten we weer opnieuw beginnen. Ik heb samengewerkt met Job, deze opdracht moest je met z’n tweeën doen.” Hij is vooral erg te spreken over het bezoek aan ROVA. “Dan weet je tenminste wat er met je afval gebeurt. Ik heb gezien hoe er van alles gesorteerd wordt zoals glas, huisafval en tuinafval. Van het tuinafval maken ze compost. Dat rook

als nieuw.” Voor de rest vond hij het maar erg stinken en hij wil er later echt niet gaan werken. “Joh, dat viel toch wel mee,” zegt Loes. Mark is

het duidelijk niet met haar eens en wil snel van onderwerp veranderen. “Ik vond het echt een hele leuke projectweek, ik vond alleen dat de juffen er wel een beetje té uitzagen als vuilnisman. Dat had wel iets minder gekund,” besluit hij. Juffrouw Sigrid had gelijk toen ze zei dat ook de laagste groepen veel van het project geleerd hebben. Zo vertelt Rens (7) enthousiast dat hij nu precies weet in welke bakken het afval moet. Blauw voor papier, groen voor tuinafval en grijs voor de rest. “En dat moet je echt doen,” benadrukt hij, “want anders moeten de mannen van ROVA het doen en die hebben al werk genoeg.” Ook legt hij nog uit dat batterijen niet in de grijze bak mogen. “Daar zijn aparte bakjes voor.”

Papier Dat ze van oud papier weer nieuw papier konden maken was Rens bekend, maar dat van glas ook weer nieuw glas gemaakt kon worden, dat was helemaal nieuw voor hem. “Heb je wel onthouden dat je van wit glas wel bruin en groen glas kunt maken maar andersom niet?,” vraagt zijn klasgenootje Christine hem eigenwijs. Rens kijkt beduusd, hij was het eigenlijk al weer vergeten. “Ja, en kleren die je niet meer aandoet kun je ook aan ROVA geven,” gaat Christine geestdriftig verder. “Wat nog mooi is brengen ze naar de kringloopwinkel.” Het allerleukste van de hele week vond het tweetal het moment dat het schoolplein volgegooid werd met afval.“ROVA had de allernieuw-

ste vrachtwagen bij, je weet wel, zo’n zijlader,” zegt Rens als echte man van de wereld. “Dan hebben ze helemaal geen vuilnismannen meer nodig, alleen een chauffeur. Die auto doet alles vanzelf.” In de kliko van groep 3 zat hout, karton, boomschors en flessendoppen. “Best wel moeilijk om daar iets van te maken,” zegt Christine. Ze heeft uiteindelijk een huisje gemaakt en Rens knutselde een rupsauto in elkaar. “Leuk was dat we bij de andere groepen mochten kijken,” zegt Christine. “Dan krijg je nog veel meer ideeën om straks thuis te gaan maken.” Ze is niet echt anders over afval gaan denken, maar heeft wel geleerd dat in alles wat je weggooit, stoffen zitten die je nog heel goed kunt gebruiken. “Ik ga mama vragen of ze het afval voortaan bewaart zodat ik er eerst de goede spullen uit kan halen, want ik hou erg van knutselen,” zegt Rens tot besluit. De week werd afgesloten met een tentoonstelling, waarbij de ouders werden uitgenodigd de producten van hun kinderen te komen bekijken.

19


De rol van ‘bits and bytes’ L

aatst ontstond na een vergadering over een administratief probleem een wat melancholische discussie over het kantoorwerk van “vroeger” en de grote veranderingen daarin door de komst van de computer. Hieruit ontstond bij de redactie het idee om eens een artikel te wijden aan de rol die de automatisering bij ATM heeft ingenomen. Want het is vandaag de dag nauwelijks meer voor te stellen dat pakweg 15 jaar geleden de computer nog nauwelijks werd gebruikt in het bedrijfsproces. Eigenlijk werd alleen bij de financiële administratie gebruik gemaakt van een IBM AS400 en die stond niet eens in Moerdijk. Verder gebeurde alles handmatig: brieven werden met de typemachine, al dan niet met carbonpapier voor een kopie, gemaakt; de afvalstoffenadministratie werd gedaan met doordrukformulieren, handschrift en telmachine en in de productie werd alles nog gestuurd en bediend met “harde waren”, zoals relais en schakelaars. Zoals in elk bedrijf en organisatie heeft er op dat gebied, dus ook bij ons, een kleine revolutie plaatsgevonden en speelt automatisering, weliswaar op de achtergrond, maar toch, een grote rol. Voor de standaardsoftware en de gemeenschappelijke toepassingen, verzorgt het hoofdkantoor van Shanks Nederland een deel van de automatisering. Dit geldt vooral voor het financiële softwarepakket en het e-mailpakket, dat voor alle Shanks-bedrijven hetzelfde is. Echter conform ATM’s filosofie, wordt essentiële automatisering vooral intern uitgevoerd, ontwikkeld en zelfs geprogrammeerd.Voor

20

de kantoorautomatisering spelen daarin onze beide Jeroenen en Herman de hoofdrol en voor de procesautomatisering hebben we onze ETD (elektrotechnische dienst) met Peter en Corné als programmeurs. Naast de gebruikelijke toepassingen van de computer op kantoor zoals tekstverwerking, e-mail en rekenprogramma’s, hebben we twee specifieke kantoortoepassingen draaien. Dit zijn het LIMS (Laboratorium Informatie en Management Systeem) en het GIS (Goederen Informatie Systeem). Beide zijn standaard databaseprogramma’s (Oracle en Progress), maar die wel heel specifiek zijn ingericht op de bedrijfsvoering. Een derde grote computertoepassing is de bediening van de installaties via het zogenaamde I-Fix pakket. Deze toepassingen draaien allen op het glasvezel netwerk, waarbij diverse servers ervoor zorgen dat iedereen zijn of haar werk kan uitvoeren. Onzichtbare zaken als het maken van back ups, up-to-date houden van de software, en de worst case scenario’s zoals door kunnen werken als er stroomuitval of kabelbreuk is en zorgen dat servers elkaars taken over kunnen nemen, maken het werk van de netwerkbeheerder compleet.

LIMS en GIS Zoals de afkorting al zegt is het LIMS helemaal bedoeld om voor onze 16 analisten de monsters en hun resultaten administratief te beheren. Alle binnenkomende afvalstoffen, de processtromen en de uitgaande reststromen moeten worden be-

monsterd en geanalyseerd. Dit zijn alles bij elkaar veel monsters, analyses en uitslagen en die moeten allemaal zorgvuldig worden uitgevoerd, vastgelegd en gerapporteerd. Het inloggen en planningsdeel van het LIMS is vooral van belang voor de analisten zelf, maar de analyserapporten zijn van belang voor het hele bedrijf. Voor die toepassing van het LIMS hebben de betreffende afdelingen een “kijktoepassing” in het LIMS, zodat zij online de beschikking hebben over de analyseresultaten. De analyseresultaten van het LIMS worden na goedkeuring, als harde getallen, overgezet naar het tweede belangrijke kantoorpakket: het GIS. Dit in eigen huis ontwikkelde pakket is een geweldige steun voor de hele administratie rond het accepteren, offreren, factureren, inwegen, op-

slaan, verwerken en weer afvoeren van de afvalstoffen en hulpstoffen. Zonder het GIS ligt ATM administratief stil en er is bijna geen afdeling die geen gebruik maakt van het GIS. Alle informatie van de goederenbewegingen worden erin vastgelegd en ook de rapportagefuncties zijn een belangrijke hulp voor veel afdelingen. Zo kan de Salesafdeling


bijvoorbeeld, eventueel per klant, zien hoeveel van welke afvalstroom in een periode is aangeleverd. Voor de boekhouding is het GIS weer de basis voor de financiële administratie en de winst/verlies rekening. Voor de milieuafdeling is het GIS een belangrijk hulpmiddel omdat de in de milieuvergunningen vereiste afvaladministratie, de zogenaamde AO/IC en acceptatie en verwerkingsbeleid, vastgelegd is in het GIS. Bij diverse milieucontroles door de overheid wordt het GIS veel door hen gebruikt om te zien of de afvalverwerking wel volgens de regels gebeurt. Al met al is het niet meer voor te stellen hoe dat allemaal zonder het GIS zou moeten.

geprogrammeerd voor het besturen, regelen en beveiligen van installaties en machines. Het grote voordeel hiervan is de grote flexibiliteit en de mate waarin processen geautomatiseerd kunnen worden. De rol van de bedieningsoperators is daardoor verschoven van bediener naar controleur van de installaties. Zoals genoemd zijn PLC’s de industriële computers, maar deze zijn niet goed in het presenteren van de informatie voor de mens. Daarom werkt tussen de PLC’s en de operators een ander computerprogramma en dat is I-fix. Dit programma “vertaalt” de gegevens tussen PLC’s en de operators naar gebruiksvriendelijke en duidelijke informatie in de vorm van “plaatjes op een PC”. Kunnen de bedieningscommando’s alleen via de PC’s van de controlekamer worden gegeven, het meelezen of meekijken met de processen en installaties kan op alle gewenste plaatsen. Dankzij internet vanaf

thuis en wereldwijd; hiervan wordt veel gebruik gemaakt, het is vooral handig in het geval van consultatie bij storingen en dergelijke. Ook bij presentaties aan bezoekers en groepen, is het projecteren van de I-fix plaatjes via een beamer een mooi middel om duidelijk te maken wat er bij ATM gebeurt met afvalstoffen. Een wat meer recentere toepassing is dat het onderhoud en de technische aanpassingen van de installaties beheerd en gemanaged worden via het I-fix programma, waardoor de centrale rol van dit programma voor de afdeling operations nog groter is geworden. Deze drie specifieke computertoepassingen zijn niet meer weg te denken hulpmiddelen voor de bedrijfsvoering, zoals onze hele samenleving inmiddels afhankelijk is van automatisering. Dit klinkt dramatischer dan het in werkelijkheid is, want automatisering is en blijft vooral mensenwerk en met de juiste mensen in dienst is goede automatisering geen magie, maar een krachtige ondersteuning van het hele bedrijf.

I-FIX Naast het LIMS en het GIS is er nog een derde specifieke en belangrijke software toepassing in gebruik: Ifix. Dit is een computerprogramma voor de “mens-machine communicatie” ,ofwel het bedienen van de installaties en het uitlezen van de installatiegegevens, zoals temperatuur, druk, hoeveelheid, etc. In de goede oude tijd van 15 jaar geleden stonden in de controlekamers van de procesinstallaties grote meeten regelkasten vol met metertjes en schakelaars. Tegenwoordig is dat allemaal verdwenen en vervangen door compacte PLC’s en PC’s. De PLC’s (Programmable Logic Controllers) zijn de echte industriële computers, speciaal ontwikkeld en

21


Nieuwsfl its Facelift ATM begint gestalte te krijgen Afgelopen periode zijn er 2 belangrijke projecten gereed gekomen. Beide zijn projecten die niet alleen de logistiek van ATM, maar het van hele industrieterrein Moerdijk ten goede komen. Één daarvan is het opleveren van de grote, nieuwe opslagloods voor grond op het gehuurde terrein van de ZHD. Een indrukwekkend bouwwerk dat gezien vanaf de Moerdijkbrug een nieuwe blikvanger is in de “skyline” van het industrieterrein. In deze opslagloods wordt nu een groot deel van de grond, die eerder naar de TOP Moerdijk werd gereden, opgeslagen. Dit scheelt veel vrachtwagenbewegingen op het industrieterrein en het maakt de overslag per schip gemakkelijker. Het tweede project wat recent is afgerond, is de nieuwe ingang, compleet met weegbruggen en portiersloge. Het einde van de Vlasweg moest naast al het vrachtverkeer voor ATM, ook het vrachtverkeer voor onze buren ZHD, AMS en Minelco verwerken en dat was, mede gelet op verschillende openingstijden, vaak een chaotische situatie. Doordat we nu een aparte ingang hebben gecreëerd, wordt het verkeer van en naar ATM eerder van de Vlasweg geleid, wat een veiligere en efficiëntere verkeerssituatie oplevert. We waren blij dat we een bekende buitenlander konden strikken voor de officiële opening. Met de projecten die nog op stapel staan, zoals asfalteren van het terrein, de bouw van een nieuw laboratorium met daarbij een nieuw onderkomen voor de wachtchefs en kantoorruimtes voor de planning en sales, de nieuwe opslagvakken en opslagtanks zal de facelift van ATM ver gevorderd zijn.

22


Buizengat Vlaardingen Het Buizengat is een voormalige binnenhaven in het centrum van Vlaardingen. Op deze bijzondere locatie waren vroeger scheepswerven en volop andere bedrijvigheid te vinden. Nu krijgt het gebied een nieuwe toekomst, die in verschillende fases wordt uitgevoerd. De eerste fase, waarvan de grondsanering in 2004 is gestart, is inmiddels afgerond. De afgegraven verontreinigde grond is bij ATM aangeleverd door Mourik GrootAmmers. De vervuilde grond uit de 2e fase komt nu binnen via de Gronden reststoffenbank van de Gemeente Rotterdam. Met beide opdrachtgevers heeft ATM al meerdere projecten gerealiseerd.

Wij wensen de lezers van... ...................... een voorspoedig

2009 Jacques nog bedankt!

23


Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152 Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk Postbus 30, 4780 AA Moerdijk Nederland Tel.: +31 (0)168 389289 Fax: +31 (0)168 389270 E-mail: info@atmmoerdijk.nl Internet: www.atmmoerdijk.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.