5 minute read

De groene vingers van de club

Next Article
Jeugdpagina

Jeugdpagina

De groene ving

Attie de Jong houdt zichzelf en het groen in volle fleur

Advertisement

Petje af voor Attie. Sinds mijn heugenis is ze al actief voor de club. Niet lang na haar penningmeesterschap in een roerige periode, waarin DLTC zich richtte op de verhuizing naar de Nieuweweg, is ze gaan meewerken aan de zorg voor het groen in ons park. Attie behoort met haar 83 jaar tot de oudste, spelende leden en is still going strong. Om het in hovenierstermen te zeggen: ze houdt zichzelf en het groen in volle fleur.

Met een groepje, bestaand uit enkele dames en een heer, en met Marc Weber (zie ook in deze uitgave) vormt ze de groencommissie, zoals ze het noemt. De toevoeging commissie associeer ik met veel geblaat en weinig wol, maar dat is in dit geval onterecht. De handen worden uit de mouwen gestoken. Attie werkt met haar groep de ene week op dinsdagavond en de andere week op zaterdagmorgen. De samenstelling kan licht variëren, omdat niet ieder altijd kan. "Gewoonlijk zijn we met z'n vieren. Tussen de vaste dagen door zijn veel van de leden ook actief. Bijvoorbeeld om planten te snoeien of bollen te planten."

Het wieden van onkruid staat ook bij Attie, evenals bij Marc Weber, hoog op de agenda. "Ik ben dit jaar er iets te vroeg mee opgehouden. Door de officiële opening van het park en het open dubbeltoernooi was er weinig tijd en toen nam ik aan dat het onkruid het najaar niet zou overleven. Dat was geen goede aanname. Eigenlijk hadden we nog een keer moeten wieden."

Moestuin in Krispijn

Attie en tuinieren horen bij elkaar. Midden in Krispijn heeft ze jarenlang op een bouwlocatie een grootschalige moestuin beheerd. Het was de bedoeling buurtbewoners hun eigen groentes te laten verbouwen. Bijzonder was dat mensen na de feestdagen in december hun kerstboom met kluit in bewaring konden geven, die dan een jaar later weer op hen wachtte. Ze haalde er de lokale pers mee. Inmiddels is het terrein bebouwd.

Nadat ze afgelopen oktober haar eigen tuin winterklaar had gemaakt, bedacht Attie dat haar overtollige planten kleurige bodembedekkers zouden zijn voor de randen aan de achterzijde van onze tennisbanen. Alle leden werden benaderd om zich bij deze actie aan te sluiten. Marc en zij, gewoonlijk gewend hun eigen weg te gaan, maakten samen een stukje grond vrij om uitgezaaide en losgescheurde planten te verzamelen. "Sommige dingen zijn handig om met z'n tweeën te doen. Vlakbij de verzamelplaats van de planten hebben we ook een nieuwe haag geplant. Marc heeft gespit en ik heb de planten erin gezet en de grond aangestampt. Toch handig tegen het omvallen", aldus Attie.

Henk van Capelleveen

Bij de verzamelplaats voor de overtollige planten, dat toen nog vrij van onkruid moest worden gemaakt...

Attie bedacht om overtollige planten naar de club te brengen.

ers van de club

Marc Weber: “Tuinieren maakt mijn hoofd leeg”

Gebaren makend, gewas strelend, onkruid trekkend en ondertussen pratend beweegt Marc Weber zich als een plantenfluisteraar langs de randen en perken van het tennispark.

"Kijk, dit woekert, dat is onkruid en deze wilde uitloper hoort hier niet. Hele stroken heb ik omgespit en leeg gemaakt om ze opnieuw in te richten. Maar wat je ook doet: planten als heermoes en wilde aardbei komen altijd ongevraagd terug."

Marc zorgt op maandagen en donderdagen voor het groen. Op die dagen kan hij in de middagen aansluiten bij de biljarters. Hij vormt een eenmansploeg. Dat vindt hij wel zo prettig. "Ik ben een liefhebber van tuinieren. Het ontspant me. Maakt mijn hoofd leeg. Op andere dagen onderhoudt Attie de Jong met een groepje leden eveneens het groen. Dat loopt goed zo. Via een app houden we elkaar een beetje op de hoogte van onze werkzaamheden."

Marc Weber (62) heeft een beroepsleven als kok achter de rug en is bekend met het lokale en regionale tenniswereldje. Vanaf zijn 19de tenniste hij bij TOP in Papendrecht, waar hij ook achter de bar ging werken. Later is hij dat gaan doen bij ZLTC in Zwijndrecht. Daar ontmoette hij tijdens een toernooi zijn bij Thialf spelende vrouw, waardoor hij begin jaren negentig Thialfer werd. Beiden zijn inmiddels rustend lid.

De boom uit de tuin van Piet van der Put. De asters komen ook uit een tuin van een clublid.

Hele stroken leeggemaakt om opnieuw in te richten. Strak geschoren

Het park ziet er goed uit. Daar draagt het groen zeker toe bij. De hagen hebben er het hele seizoen strak geschoren bijgestaan. "Dat heeft een aantal leden begin van de zomer gedaan. Daar was bestuurslid Jan Akerboom, verantwoordelijk voor het parkbeheer, bij betrokken," vertelt Marc. Zelf houdt hij vooral de wanden en borders aan de achterzijde van de banen bij. Voortdurend wordt de klimop tot de orde geroepen en moeten de borderplanten worden beschermd tegen de vrije natuur. Wandelend over het park babbelt hij honderduit. Hij gebaart hoe hij het beeld op de terrasrand van de tennisser, waarin sommigen een schaatsenrijder zien, verder in het groen wil zetten en in een hoek wijst hij op een boom, die uit de tuin van penningmeester Piet van der Put komt. Bij de groenstroken volgen verhandelingen over knippen en spitten. Marc: "Telkens weer komt er onkruid op. Dat blijft groeien. Ik probeer het zo netjes mogelijk te doen. Eigenlijk ben ik nogal punctueel van aard. Dat lijkt lastig, maar daarom ben ik graag alleen bezig. Lekker op m'n gemak. Dan kom ik tot rust. Er zit geen druk achter. Ik heb het prima naar m'n zin en voel me op het park al helemaal thuis."

Henk van Capelleveen

Tuinplanten van De Jong

Bijzonder prettig is de steun in de vorm van kortingen of schenkingen die de club regelmatig ontvangt van bedrijven. Het familiebedrijf De Jong Tuinplanten in Made heeft dit jaar voor de tweede keer om niet planten geleverd. Dit maal zijn er Heuchera, grassoorten, lavendel en maagdenpalm gedoneerd.

De Jong Tuinplanten is geen tuincentrum maar een duurzame kwekerij gespecialiseerd in de teelt van bodembedekkende, winterharde tuinplanten. Jaarlijks gaan er ruim 2 miljoen bodembedekkers de deur uit naar tuincentra, hoveniers, kwekerijen en groothandels. Veel wordt geëxporteerd, vooral naar Noorwegen, Zweden en Finland. Er wordt gewerkt met een minimum aan bestrijdingsmiddelen. Zoveel mogelijk worden biologische oplossingen gebruikt. Met bijen wordt het gebruik van natuurlijke vijanden gestimuleerd. Zes volken huizen op de kwekerij, beheerd door een eigen imker. Schadelijke insecten worden ook bestreden door kwikstaartjes en andere vogels in de kassen.

This article is from: